N9. 11500.
Maandag 23 Augustus.
A9. 1897
Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DBEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden. 2i Augustus.
Feuilleton.
CiLBERTE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZEB CO OKA-NT:
Voor Lelden per 8 maanden. l.fO.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommere 0.05.
PRIJS DER AJD VERTENT LEN:
Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grooter*
letters naar plaatsruimte. Voor het mcaaseeren buiten de stad,
wordt 0.05 berekend.
Ofüciöole Kennisg;ovïng;on.
Bnrgomoeeter en Wethouder® der gemeente Lelden
b'engeu ter algeme9De kennis, dat de passage langs
do Langobrug, wegens hot vernieuwen van hot
gewoif aldaar, van do Diefsteog tot do
Pioterskerkgraoht, gedorendo 14 dagen, aan
vangende den 2 3 e t e n Augustus a.e., voor
r ö- on voortuigon sal zijn afgesloten.
Burgojueeater en Wothonders voornoomd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeeeter.
20 Ang. 1897. E. EIST, Booretaris.
Aan den gemeenteraad leggen B. en "Ws.
Over de nadere toelichting op de rekening
dor ontvangsten en uitgaven der gemeente
over het jaar 1896.
Werd de begrooting voor 1896 vastgesteld
tot een bedrag van 832,971 in ODtvangst
en uitgaaf, de rekening wyst een ontvangst
aan van ƒ1,235,574.475 on een uitgaaf van
ƒ1,045,730.11, dus met een batig 6lot van
189,844.36.
Wat de ontvangsten betreft, werd ƒ27,336.265
meer en 177,538.435 minder ontvangen.
Alzoo is minder ontvangen het verschil of
ƒ150,202.17.
Tegenover eene hoogere uitgaaf dan ge
raamd was van 4429.855 staat een bgere
uitgaaf van 344,476.38s.
De mindere uitgaaf bedraagt derhalve bet
verschil of 340,046.53, overeenkomende met
het verBchil tusschen de geraamde uitgaaf
in de bogrooting ad 1,385,776.645 en de
werkelyke uitgaaf volgens de rekening ad
1,045,730.II5.
Met deze cijfers komt men tevens tot het
batig slot der rekening van 1896. Ziet mon,
dat de rekening een mindere ontvangst aan
wees dan de begrooting was geraamd van
150,202.17 en een mindere uitgaaf dan ge
raamd was van 340,046.53, dan moet hot
verschil ad 189,844.36 uitmaken het batig
slot der rekening; dilzelfdo bedrag vindt men
dan ook uit do rekening zelf, die by een ont
vangst van 1,235,574.47® een uitgaaf vermeldt
van 1,046.730.il5, reet 189,844.36.
Daaruit mag worden afgeleid, dat de reke
ning goed is opgemaakt.
Als betreffende een afzonderlek beheer,
waarvan alleen het nadeelig slot in de reke
ning is opgenomen, leggen B. en Ws. tevens
over de rekening der administratie van de
Haarlemsche Trekvaart, met een ontvangst
van 3247.635 en een uitgaaf van ƒ1797.44,
opleverende dus een nadeelig saldo van
1450.19s.
B. en Ws. stellen den gemeenteraad voor,
die rekeniDg goed to keuren, en voorts de
geheele gemeente-rekening voorloopig vast
te stellen, waartoe een concept-besluit wordt
aangeboden.
De luitenant-generaal, inspecteur der
infanterie, hoeft met ingang van 20 Septem
ber a. s. den kapitein J. G. A. Frommann, van
het 3de regiment infanterie, op zyn verzoek
overgeplaatst by hot 4de regiment van ge
noemd wapen.
Genoemde kapitein is door den regiments
commandant van af bovenvermelden datum
ingedeeld by de 2de compagnie van het 2de
bataljon alhier in garnizoen en met het bevel
over die compagnie belast.
Aan het verslag van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Katwyk over het
jaar 1896 is nog het volgende ontleend wat
den handel betroft
Tot de voornaamste blnnenlandsche handels
artikelen in de gemeente behooren in de eerste
plaats de visch en vervolgens de aardappelen,
koolsoorten en bloembollen. De geringe boeveel
heid graan welke hier verbouwd wordt, is
uitsluitend voor eigen gebruik bestemd. De
veestapel is er van weinig beteekenis. Deze
heeft dan ook geen verandering ondergaan.
1. Aardappelen. De qualiteit der vroege
aardappelen was middelmatig en de prys,
hiervoor besteed, ongunstig. De late aard
appelen op de kleigronden leverden goede
resultaten op ten gevolge van den regelmatigen
groei in den nazomer. De duinaardappelen
waren slecht van qualiteit, leverden eeu slecht
beschot en waren laag in prys.
Verzonden werden van Katwyk aan den
Ryn 12,060 mandjes (halve H.L) en van
Katwyk aan Zee 2500. Daar het Westland
do Haagsche en Rotterdamsche markten voor
ziet, bepaalt de handel van Katwyk zich hoofd-
zakeiyk tot Amsterdam.
De totale verzending bedroeg 7280 H.L.
tegen 7825 in 1895, 9750 H.L. in 1894,
15,500 H.L. in 1893 en 23,024 H.L. in 1892.
2. Koolsoorten, a. Roode, Het gewas
zoowel als de qualiteit waren middelmatig.
De prys waa echter goed en wel 30 per
1000 stuks tegen 20 in 1895, 25 in 1894,
30 in 1893 en 50 in 1892.
De verzending had hoofdzakelijk plaats naar
Rotterdam, 's-Gravenhage en Leiden. b.
Witte. Ofschoon weinig verbouwd, leverde
deze koolsoort tamelyk goede uitkomsten op.
Men ontving hiervoor op de markt te Leiden
en te Rotterdam 40 per 1000 stuks. De
resultaten van do ingelegde (zuurkool) waren
▼ry goed, doordat er m*er uitvoer naar Amerika
was. - c. Bloemkool. Het gewas was
middelmatig. Het grootste doel wordt verbouwd
om te worden ingelegd, terwyi een gedeelte
der groene kool tor markt werd gebracht te
's-Gravenhage, Rotterdam en Leiden. De prys
van deze groene kool was goed.
De zeven inleggers van bloemkool hadden
een gunstig jaar. Uitgevoerd werden 3695
vaten tegen 3205 in 1895, 3116 in 1894,
2529 in 1893 en 3576 in 1892.
Engeland en Amerika biyven de grootste
afnemers van Katwyk.
Verder werden nog verzonden 606 vaten
agurken en 463 vaten uien tegen 56 vaten
agurken, 100 id. zuurkool, 179 id. uien, 18
id. snyboonen in 1895, 226 vaten agurken, 1
vat zuurkool, 69 vaten uien en 41 id. sny
boonen in 1894, en 172 vaten agurken, 188
id. zuurkool, 158 id. uien, 42 id. snyboonen
en 19 id. noten in 1893. Agurken werden ver
bouwd met slechte resultaten.
3. Ui on. Deze worden byna niet verbouwd.
Het beschot en do pryzen waren slecht.
4. Bloembollen. Men teelt in deze
gemeente tulpen, krokussen, narcissen en
verschillende bygewassentulpen en krokussen
echter het meest
De uitkomst der tulpenteelt was goed,
zoowol op de zand- als kleigronden.
De handel op groene veilingen was middel
matig. De opbrengst was 4257.25 tegen
7715 in 1895, 15,978 75 in 1894, 21,034.75
in 1893 en 22,276 in 1892.
De afneming van droge bollen wasmiddel-
matig, de pryzen waren zeer laag. Er zyn
twee publieke veilingen van droge bloembollen
gehouden. De handel was vlug, doch do pryzen
waren laag.
Het aantal kweekers neemt niet zoo sterk
meer toe als in vroegere jaren.
5. Marktwezen. Er worden in de gemeente
Katwyk twee markten gehouden. De eerste
den lldsn September, doch wanneer deze dag
op Zaterdag of Zondag valt, op den 14den dier
maand, en de tweede op den laatsten Dinsdag
in October.
Wat de scheepvaart betreft, biykt
uit de opgave van de schepen en schuiten,
die in de gemeente Katwyk thuisbehooren,
dat deze bedroegen in 1892: a. Binnenlandsche
beneden de 20 ton Inhoud 13 stuks en boven
de 20 ton inhoud 22 stuks. b. Buiten-
landsche: van 28—40 ton 3 stuks en 1 van
82 ton.
In 1896. a. Binnenlandsche: beneden de
20 ton Inhoud 17 stuks en boven de 20 ton
inhoud 25 stuks. b. Buitenlandsche: van
28—40 ton 6 stuks en 1 van 82 ton.
De kerkeraad te &ieuw-VenDep heeft tot
evangelist in ëe evangelisatie te Abenes aan
gesteld den heer A. Van der Spiegel.
In de zitting der Algemeene Synode der
Nederl.-Herv. Kerk was gisteren aan de orde
de behandeling van het rapport der commissie
voor de censkleratld, bestaande nit deheeren
prof. dr. I. Reits«a, dr. G. J. Van der Flier
en C. A. C. Kruyder, over het concept
reglement op de benoeming van ouderlingen
en diakenen en de beroeping van predikanten
ter evenredige vertegenwoordiging der ge
meente in den kerkeraad naar hun gods
dienstige behoeften, in den wandel bestempeld
met den naam van reglement op de rechten
der minderheden. Het rapport gaf eerst
een overzicht van do consideratie zoo der
dasslcale vergaderingen als van de prov.
kerkbesturen, daarna van de ingekomen
adressen vóór en tegen, deelde verder een
reeks van amendementen mede, op het ont
werp ingediend door den heer J. E. Moltzer,
prod, te Deventer, en een concept-reglement
op facultatieve parochievorming in de Nederl.
Herv. Kerk.
Niet zeer gunstig was het onthaal, dat het
ontwerp by de Kerk had gevonden. En op dat
ODgunstig onthaal drukten de tegenstanders
vooral, om hun medeleden te bewegen het ont
werp niet definitief vast te stellen. Ook op
de gevolgen werd gewezen. Maar het is over
bodig alle argumenten, reeds ten vorigenjare
aangevoerd, mede te deelen, die in het debat
werden te berde gebracht pro et contra.
Hier volsta de vermelding, dat do meerder
heid der rapporteerende commissie met ernst
de aanneming bepleitte, als een onafwysbare
eisch van den tyd, om een einde te maken
aan het verdrukken dor minderheden, of liover
het dooddrukken daarvan, en als gevorderd
door het waarachtig belang der Kerk. De min
derheid adviseerde tot intrekking, op grond
der bezwaren, door haar ten vorigen jare reeds
geopperd, en nu versterkt door de stem der
Kerk.
De uitslag van het mot grooten ernst en
waardigheid gevoerde d6bat was, dat art 1,
waarin het beginsel was belichaamd, vor-
worpen werd met 10 tegen 9 6temmeD, do
acht orthodoxe en twee liberale leden tegen
de negen andere liberalen.
Hierdoor verviel de behandeling der andere
artikelen en werd hot geheele concept inge
trokken. Buiten behandeling bleven ook de
amendementen van den heer MoltZ9r, terwyl
ten aanzlon van het hierboven gemelde con
cept-reglement op de facultatieve parochie-
vorming in de Noderlandsche Herv. Kerk een
motie werd ingooiend door do afgevaardigden
van Noord Holland, strekkende om dit con
cept, dat van te veel belang en te diep
ingrypenden aard was, om het aan het einde
eener langdurige vergadering naar behooren
te bestudeeren on in zfin gevolgen te door
denken, niet thans te behandelen, maar in
banden te stellen der synodale commissie,
opdat die daarover de Synode het volgend
jaar dieno van consideratie en advies.
Na discussie werd deze motie aangenomen
met op twee na algemeene stemmen en daar
mede de conclusie der rapporteerende commis
sie om het ontwerp te stellen in handen der
commissie voor nieuwe wetsvoorstellen ver
worpen.
De vergadering ging nog over tot de bonoe-
ming van een secundus voorden heer J. W. v.
Hoogstraten en een voor mr. J. L. W.
Umbgrove, benoemd tot leden der synodale
commissie.
Het bestaande drietal voor een lid uit de
predikanten werd aangevuld met den naam
van den heer W. Okker, pred. te Boerta, en
daaruit benoemd de heer J. G. Busch Keizer,
pred. te Dalen. Het tweede drietal voor een
lid uit de ouderlingen werd aangevuld met
den naam van dr. G. A. Hulsebos, oud-ouder
ling te Utrecht, en daaruit benoemd de hoer
J. N. Bastert, ouderling te Maarsen.
De Oommissie uit de Hollandsche Maat-
schappy van Landbouw, welke in 1896 is
benoemd ter opsporing der knoeieryen in de
zuivelbereiding, wordt opgeheven, ten gevolge
der maatregelen, door het Nederlandsche Land-
bouw-Comitó voor dat doel genomen.
By beschikking van den minister van
waterstaat, handel en nyverbeid is de heer
G. Hartmans, te Hellevoetsluis, benoemd tot
buitengewoon opzichter by het onderhoud der
hoofden van de Marinehavan en het ver-
boogen van den Sttenendam cier haven aldaar.
In (een Donderdag gehouden algemeene
vergadering der Regelingscommissio voor het
XXIVfete Letterkundig Congres te Dordrecht,
werd besloten, na de ontvangst der Congres
leden, aan het station, te 3.45, zich in optocht
met muziek naar het stadhuis to begeven,
alwaar het Congres officiöel door burgemeester
en wethouders zal worden ontvangen. Daarna
begeeft de stoet zich naar „Kunstmin", alwaar
hy zal worden ontbonden.
Waar het gemeentebestuur hoeft toegestaan,
dat de eerepoort aan de Johan-De-Witt straat
en de straatversiering op den Stationsweg
gedurende do Congresdagen zal mogen biy ven
staan en aldus medewerkt om de stad een
feesteiyk aanzien te geven, verzoekt deRege-
Iiog8commissi0 den ingezetenen van Dordrecht,
dit goede voorbeeld te willen volgen, en door
het uitsteken van Nederlandsche en Belgische
vlaggen of op andere wyze te toonen, op hoe
hoogen prys zy het stollen, dat Dordrecht ia
uitgekozen al3 de plaats, waar hot Letterkundig
Congres zal worden gehouden.
Zy wekt Dordrechts burgerij op, om door
gulle gastvryheid en vriendeiyko tegemoet
koming do Congresdagen voor hare gasten
zoo aangenaam mogoiyk te maken, zoodat zjj
altyd in hunne herinnering zullen biyven
voortleven.
De voorzitter der Regelingscommissie, dr.
H. J. Kiewiet De Jonge, heeft gisteren is
.Kunstmin'' een inleiding geleverd voor het
abel spel „Esmoreit", waarby een talryk en
aandachtig publiek aanwezig was. De .Dor Ir.'
Ct." deelt omtrent deze voordracht het vol
gende mede:
Alvorens de voorlezing te beginnen, deeld#.
spr. mee, oat dit abel (deftig, ernstig) spel
in de 14de eeuw door een Vlaming is gemaakt
en nog nooit in Nederland is opgevoerd. Het
is dus een bolangryk feit, dat het in Dordt
voor het eerst wordt opgevoerd, te meer, omdat
spr. een paar acteurs had ontmoet, die wel
vonden, dat cezo middeleeuwsche perzik naar
moer smaakte.
Ten aanzien van de opvoering werd mede
gedeeld, dat het linkerdeel van het tooneel
Ceciliën (Sicilië), het rechterdeel Damast (Da
mascus) zou voorstellen en dat beide deelen
door bloempotten zouden worden gescheiden.
Wel zou een gordyn juistor de rol van do
.Wal" hebben gespeeld, maar het publiek
zou dan minder goed hebben kunnen zien;
bovendien hadden bloempotten dit voor, dat
ze ook als boscb zouden kunnen fungeeren.
In de kleoiy zal mea niet historisch juist
zyn; de grove kleeding met het klatergoud
der middeleeuwsche acteurs was vervangen
door historische kostumes, omdat, zooals do
commissie te rocht meont, een hedendaagsch
publiek mcor voor hot laatste zou vo^lon.
Overigens merkte de spr. op, dat voortdu
rend alle spelers op het tooneel aanwezig zyn.'
Door den minister van oorlog is bepaald,
dat de miliciens-lotelingen, nummer-verwisse
laars en plaatsvervangers der lichting 1896
en behoorende tot de corpsen b9redon artille
rie, uiteriyk tot 28 Februari 1898 in werke-
ïyken dienst zullen worden gehouden.
Ongeveer 60 torpedisten, te Brielle iQ
garnizoen, z(jn te Hellevoetsluis aangekomen,
om gedurende 6 weken op het Haringvliet
oefeningen te houden.
37)
„Wel, zyt gy het, myn beste jonge vriend?"
riep de legitimist uit; „ik dacht, dat het uw
vader was. Wat ter wereld komt gy hier
uitvoeren? Hobt ge misschien een boekje met
c.óqu.s in den zak?"
„Neen! Ik wensch niemand om te koopen,
maar moet e9n der leden van de Kamer
sprekon, en daar men my, omdat ik geen
kaart bob, weigerde binnen te laton
„Nnuirlyk! Dat is ter wille van de bom
men," zeido do volksvertegenwoordiger. „Na
d?n aanslag laat nun de onschuldigo lieden
niet meer zonder verlofkaait binnengaan,
m üf all9 schelmeD, die van een kaart voor
zien zyn, la-t men vrijeiyk toe. Dat noemt
men do vergadering bewaken."
Zy beklommen al pratende de trap en in
de galery aangekomen, z«de de markies:
„Nu egt ge binnen en hebt ge mg niet
tneer noodig."
„Toch heb ik nog een verzoek! Zoudt go
wel zoo goed willen zyn don beer Courcier
to laten verwittigen, dat iemand hem hier
opwacht?"
„Courcior
„Ja juist, maar ik bid u, wil er voor zorgen,
d».t myn naam niet by hem genoemd wordt.
Wanneer hy wist, wie hem spreken wil, zou
by in staat zyn niet te willen ^komen."
„Oho! Wilt ge hem dan kwaad doen en
zou hy dat vermoeden?"
„Neen, zeker niet!"
„Goed, goed 1 Ik zal hem zelf waarschuwen."
„Duizendmaal dank, mynheer de markies."
„Groet uw vader."
Hy verwyderde zich en Henri bleef alleen
in do breede gang, die rondom de vergader
zaal loopt. Zoo dikwyis er een deur openging,
drong daaruit een verward rumoer van stom
men, dat groote geiykenis had met het gonzen
en tieren van een slecht onder orde Btaande
schoolklasse. Nu en dan overstemden de
woorden van den spreker de drukke gesprek
ken, zooala in de school de waarschuwende
stom van den onderwyzer. Somtijds gaf de
president een toeken met de schel en men
kon zich dan verbeelden in het paardenspel
te zyn, waar het verschynen van een nieuw
personage aldus aangekondigd wordt. Biykbaar
was er een langdradige stryd over gewichtige
practische vragen in gang, want geen mensch
scheen te luistereo.
Twee reporters van dagbladen giDgen
Htnri voorby.
„Deze Cazagnaire is toch erg vervelend met
zyn betoogen over den landbouw I Wat maakt
hot voor ons uil, of de rogge voor achttien
franken of duurder verkocht wordt? De prys
V3n hot brood tiyft toch altyd hetzelfde."
„Ja, ja! Er kunnen wel geen handen genoeg
zyn voor den landbouw, maar aan welspre
kende tODgen daarvoor ontbreekt het niet."
„Is er niet een nieuw onderzoek weer
begonnen?"
„Ja, er was ditmaal by de zitting van niets
anders sprake. Ik geloof, dat men nu dien
Jacquinot by den kraag heeft."
„Zoo? Nu, dat verwondert my niet. Ieder
treft het op zyn beurt."
Henri spitato de ooren, maar hy had geen
tyd meer om naar het gesprek te luisteren,
want juist verscheen Courcier in de geopende
deur. Hy wilde zich echter terstond weer
verwyderen, toen hy Heori zag, maar reeds
stond deze vlak voor hem en zeide op be
velenden toon:
„Mynheer Courcier, ik moet u dringend
noodig spreken."
De afgevaardigde zag hem ontstemd en
toornig aan en zei le:
„Het is bier noch het oogenblik, noch de
plaats voor ophelderingen tusschen ons beiden,
mynheer."
„Ik ben Diet in staat tyd en plaats daar
voor naar myn zin te kiezen," hernam Henri
koel. „Gy zult my dus wel moeten aanhooren,
tenzy gy een onderhoud met my vreest."
„Ik?" riep Courcier uit. „Ik zou eerst nog
moeten leeren om voor een tegenstander te
wyken en wel het miDst voor ui"
„Uitstekend!" zeUe HeDri, glimlachend over
het welslagen van zyn dwangmiddel. „Wil
my dus kalm aanhooren."
Zy gingen eenigszins afgezonderd in een
der diepe vensternlssen staan en Courcier
begon den minnaar zyner dochter met spot
tende blikken van boven tot beneden aan
te zien.
„Er is heelwat veranderd sedert wy elkander
hier voor den eersten keer gesproken hebben,
mynheer Gervais," merkte de afgevaardigde op.
„Het is myn schuld niet, dat er niet nog
veel grooter veranderingen gebeurd zyn,
mynheer Courcier."
Eenigszins verbluft door deze manier van
spreken, begon Courcier den jongen man nog
onderzoekender aan te zien. Zyn voorhoofd
werd rood van toorn on hy kiemde do lippen
styf opeen.
„Wat wilt gy daarmede zeggen?" vroeg hy
daarop. „Ik begryp u Diet goed
„O, gy begrypt my zeer goed, myoheer
Courcier," hernam de jonge man zeer beslist,
„wanneer gy het echter verlangt, zal ik nog
duideiyker eprekea. Wanneer gy niet door
een fanatisme verblind waart geweest, dat u
ook in alle andere opzichten deuren en poorten
verspert, zou ik heden uw schoonzoon zyn
en gy daar niet staan en laten schurken u
voorgaan, schurken zooals die Jacquinot, die
nu reeds in onderzoek is by den rechter."
„Mynheer I" riep Courcier, „de maD, over
wien gy zoo met minachting spreekt, is myn
vriend
„Een man, die geen zuiver wapenschild
hoeft, kan uw vriend niet zyn," verklaarde
Hc-mi kort en bondig. „Ik moet my verwon
deren, dat gy nog aan zulk een hersenschim
gelooft ala de politieke kameraadschap is.
Weet ge dan niet, dat er in de politiek geen
vriendschap bestaat, maar alleen nay ver?
Van het zuiver socialisme zyn ze overgegaan
tot het onverzoenlyk radicalisme, daarna
hebben zy zich by de radicalen gevoegd, die
naar de Regeering trachten, on ten laatste
zyn ze Minister geworden. Gy alleen zyt altyd
op dezelfde plaats gebleven en dat vergeven
ze u niet. Uw standvastigheid heeft voor die
weerhanen iets verwytendsen daarom
kunt gy zelf volstrekt niets bereiken l"
Courcier hoorde met verbazing, dat een
ander hem ia drie woorden duideiyk maakte,
wat hem sedert zes maanden verward voor
den geest stond. Zwygend zat hy tegenover
zyn bezoeker en vroeg zich af, welke toover-
kunat dien jongen man zulk een diepen blik
in den wezeniyken stand van zaken verschafte.
Hy vergat daardoor Gilberte, zyn wrok, zyn
vooroordeelen, by gevoelde slechts de meerder
heid van den ander, de heerscbappy, die dezo
reeds vroeger over hem uitgeoefend had, ja,
hy vergat alles in zooverre zelfs, dat hy zeide:
„Myn beste vriend, dat is immers myn trots,
dat ik altyd dezelfde ben gebleven
Op eenmaal echter keerde het bewustzyn
by hom terug, dat de zoon van zyn doods-
vyasd, de beminde zyner dochter hier voor
hem zat; ztyn banden balden zich en by riep
met luide stem: „Ik zou echter wel eens
weten willen, wat u dit alles aangaat?"
„Wat my dit aaogaat?' herhaalde Henrl
op toornigen toon. „Wilt ge misschien den
spot met my dry ven? Myn geheel leven en
lot is van uw verblindheid afbankeiyk on na
wilt ge my bet recht ontzeggen, om u den
sluier van de oogen te rukken? Mynheer
Courcier, ik ga niet van deze plaats weg,
voordat ik u overtuigd heb, dat ik hierop
alle recht heb. Een van ons beiden strydfc
met kinderachtige wapenen, en deze een ben ik
niet, daarop kan ik u myn woord geven!"
(Wordt vervolgd!)