N9. 11500. Maandag 23 Augustus. A9. 1897 Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DBEE Bladen. Eerste Blad. Leiden. 2i Augustus. Feuilleton. CiLBERTE. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZEB CO OKA-NT: Voor Lelden per 8 maanden. l.fO. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommere 0.05. PRIJS DER AJD VERTENT LEN: Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grooter* letters naar plaatsruimte. Voor het mcaaseeren buiten de stad, wordt 0.05 berekend. Ofüciöole Kennisg;ovïng;on. Bnrgomoeeter en Wethouder® der gemeente Lelden b'engeu ter algeme9De kennis, dat de passage langs do Langobrug, wegens hot vernieuwen van hot gewoif aldaar, van do Diefsteog tot do Pioterskerkgraoht, gedorendo 14 dagen, aan vangende den 2 3 e t e n Augustus a.e., voor r ö- on voortuigon sal zijn afgesloten. Burgojueeater en Wothonders voornoomd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeeeter. 20 Ang. 1897. E. EIST, Booretaris. Aan den gemeenteraad leggen B. en "Ws. Over de nadere toelichting op de rekening dor ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1896. Werd de begrooting voor 1896 vastgesteld tot een bedrag van 832,971 in ODtvangst en uitgaaf, de rekening wyst een ontvangst aan van ƒ1,235,574.475 on een uitgaaf van ƒ1,045,730.11, dus met een batig 6lot van 189,844.36. Wat de ontvangsten betreft, werd ƒ27,336.265 meer en 177,538.435 minder ontvangen. Alzoo is minder ontvangen het verschil of ƒ150,202.17. Tegenover eene hoogere uitgaaf dan ge raamd was van 4429.855 staat een bgere uitgaaf van 344,476.38s. De mindere uitgaaf bedraagt derhalve bet verschil of 340,046.53, overeenkomende met het verBchil tusschen de geraamde uitgaaf in de bogrooting ad 1,385,776.645 en de werkelyke uitgaaf volgens de rekening ad 1,045,730.II5. Met deze cijfers komt men tevens tot het batig slot der rekening van 1896. Ziet mon, dat de rekening een mindere ontvangst aan wees dan de begrooting was geraamd van 150,202.17 en een mindere uitgaaf dan ge raamd was van 340,046.53, dan moet hot verschil ad 189,844.36 uitmaken het batig slot der rekening; dilzelfdo bedrag vindt men dan ook uit do rekening zelf, die by een ont vangst van 1,235,574.47® een uitgaaf vermeldt van 1,046.730.il5, reet 189,844.36. Daaruit mag worden afgeleid, dat de reke ning goed is opgemaakt. Als betreffende een afzonderlek beheer, waarvan alleen het nadeelig slot in de reke ning is opgenomen, leggen B. en Ws. tevens over de rekening der administratie van de Haarlemsche Trekvaart, met een ontvangst van 3247.635 en een uitgaaf van ƒ1797.44, opleverende dus een nadeelig saldo van 1450.19s. B. en Ws. stellen den gemeenteraad voor, die rekeniDg goed to keuren, en voorts de geheele gemeente-rekening voorloopig vast te stellen, waartoe een concept-besluit wordt aangeboden. De luitenant-generaal, inspecteur der infanterie, hoeft met ingang van 20 Septem ber a. s. den kapitein J. G. A. Frommann, van het 3de regiment infanterie, op zyn verzoek overgeplaatst by hot 4de regiment van ge noemd wapen. Genoemde kapitein is door den regiments commandant van af bovenvermelden datum ingedeeld by de 2de compagnie van het 2de bataljon alhier in garnizoen en met het bevel over die compagnie belast. Aan het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Katwyk over het jaar 1896 is nog het volgende ontleend wat den handel betroft Tot de voornaamste blnnenlandsche handels artikelen in de gemeente behooren in de eerste plaats de visch en vervolgens de aardappelen, koolsoorten en bloembollen. De geringe boeveel heid graan welke hier verbouwd wordt, is uitsluitend voor eigen gebruik bestemd. De veestapel is er van weinig beteekenis. Deze heeft dan ook geen verandering ondergaan. 1. Aardappelen. De qualiteit der vroege aardappelen was middelmatig en de prys, hiervoor besteed, ongunstig. De late aard appelen op de kleigronden leverden goede resultaten op ten gevolge van den regelmatigen groei in den nazomer. De duinaardappelen waren slecht van qualiteit, leverden eeu slecht beschot en waren laag in prys. Verzonden werden van Katwyk aan den Ryn 12,060 mandjes (halve H.L) en van Katwyk aan Zee 2500. Daar het Westland do Haagsche en Rotterdamsche markten voor ziet, bepaalt de handel van Katwyk zich hoofd- zakeiyk tot Amsterdam. De totale verzending bedroeg 7280 H.L. tegen 7825 in 1895, 9750 H.L. in 1894, 15,500 H.L. in 1893 en 23,024 H.L. in 1892. 2. Koolsoorten, a. Roode, Het gewas zoowel als de qualiteit waren middelmatig. De prys waa echter goed en wel 30 per 1000 stuks tegen 20 in 1895, 25 in 1894, 30 in 1893 en 50 in 1892. De verzending had hoofdzakelijk plaats naar Rotterdam, 's-Gravenhage en Leiden. b. Witte. Ofschoon weinig verbouwd, leverde deze koolsoort tamelyk goede uitkomsten op. Men ontving hiervoor op de markt te Leiden en te Rotterdam 40 per 1000 stuks. De resultaten van do ingelegde (zuurkool) waren ▼ry goed, doordat er m*er uitvoer naar Amerika was. - c. Bloemkool. Het gewas was middelmatig. Het grootste doel wordt verbouwd om te worden ingelegd, terwyi een gedeelte der groene kool tor markt werd gebracht te 's-Gravenhage, Rotterdam en Leiden. De prys van deze groene kool was goed. De zeven inleggers van bloemkool hadden een gunstig jaar. Uitgevoerd werden 3695 vaten tegen 3205 in 1895, 3116 in 1894, 2529 in 1893 en 3576 in 1892. Engeland en Amerika biyven de grootste afnemers van Katwyk. Verder werden nog verzonden 606 vaten agurken en 463 vaten uien tegen 56 vaten agurken, 100 id. zuurkool, 179 id. uien, 18 id. snyboonen in 1895, 226 vaten agurken, 1 vat zuurkool, 69 vaten uien en 41 id. sny boonen in 1894, en 172 vaten agurken, 188 id. zuurkool, 158 id. uien, 42 id. snyboonen en 19 id. noten in 1893. Agurken werden ver bouwd met slechte resultaten. 3. Ui on. Deze worden byna niet verbouwd. Het beschot en do pryzen waren slecht. 4. Bloembollen. Men teelt in deze gemeente tulpen, krokussen, narcissen en verschillende bygewassentulpen en krokussen echter het meest De uitkomst der tulpenteelt was goed, zoowol op de zand- als kleigronden. De handel op groene veilingen was middel matig. De opbrengst was 4257.25 tegen 7715 in 1895, 15,978 75 in 1894, 21,034.75 in 1893 en 22,276 in 1892. De afneming van droge bollen wasmiddel- matig, de pryzen waren zeer laag. Er zyn twee publieke veilingen van droge bloembollen gehouden. De handel was vlug, doch do pryzen waren laag. Het aantal kweekers neemt niet zoo sterk meer toe als in vroegere jaren. 5. Marktwezen. Er worden in de gemeente Katwyk twee markten gehouden. De eerste den lldsn September, doch wanneer deze dag op Zaterdag of Zondag valt, op den 14den dier maand, en de tweede op den laatsten Dinsdag in October. Wat de scheepvaart betreft, biykt uit de opgave van de schepen en schuiten, die in de gemeente Katwyk thuisbehooren, dat deze bedroegen in 1892: a. Binnenlandsche beneden de 20 ton Inhoud 13 stuks en boven de 20 ton inhoud 22 stuks. b. Buiten- landsche: van 28—40 ton 3 stuks en 1 van 82 ton. In 1896. a. Binnenlandsche: beneden de 20 ton Inhoud 17 stuks en boven de 20 ton inhoud 25 stuks. b. Buitenlandsche: van 28—40 ton 6 stuks en 1 van 82 ton. De kerkeraad te &ieuw-VenDep heeft tot evangelist in ëe evangelisatie te Abenes aan gesteld den heer A. Van der Spiegel. In de zitting der Algemeene Synode der Nederl.-Herv. Kerk was gisteren aan de orde de behandeling van het rapport der commissie voor de censkleratld, bestaande nit deheeren prof. dr. I. Reits«a, dr. G. J. Van der Flier en C. A. C. Kruyder, over het concept reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten ter evenredige vertegenwoordiging der ge meente in den kerkeraad naar hun gods dienstige behoeften, in den wandel bestempeld met den naam van reglement op de rechten der minderheden. Het rapport gaf eerst een overzicht van do consideratie zoo der dasslcale vergaderingen als van de prov. kerkbesturen, daarna van de ingekomen adressen vóór en tegen, deelde verder een reeks van amendementen mede, op het ont werp ingediend door den heer J. E. Moltzer, prod, te Deventer, en een concept-reglement op facultatieve parochievorming in de Nederl. Herv. Kerk. Niet zeer gunstig was het onthaal, dat het ontwerp by de Kerk had gevonden. En op dat ODgunstig onthaal drukten de tegenstanders vooral, om hun medeleden te bewegen het ont werp niet definitief vast te stellen. Ook op de gevolgen werd gewezen. Maar het is over bodig alle argumenten, reeds ten vorigenjare aangevoerd, mede te deelen, die in het debat werden te berde gebracht pro et contra. Hier volsta de vermelding, dat do meerder heid der rapporteerende commissie met ernst de aanneming bepleitte, als een onafwysbare eisch van den tyd, om een einde te maken aan het verdrukken dor minderheden, of liover het dooddrukken daarvan, en als gevorderd door het waarachtig belang der Kerk. De min derheid adviseerde tot intrekking, op grond der bezwaren, door haar ten vorigen jare reeds geopperd, en nu versterkt door de stem der Kerk. De uitslag van het mot grooten ernst en waardigheid gevoerde d6bat was, dat art 1, waarin het beginsel was belichaamd, vor- worpen werd met 10 tegen 9 6temmeD, do acht orthodoxe en twee liberale leden tegen de negen andere liberalen. Hierdoor verviel de behandeling der andere artikelen en werd hot geheele concept inge trokken. Buiten behandeling bleven ook de amendementen van den heer MoltZ9r, terwyl ten aanzlon van het hierboven gemelde con cept-reglement op de facultatieve parochie- vorming in de Noderlandsche Herv. Kerk een motie werd ingooiend door do afgevaardigden van Noord Holland, strekkende om dit con cept, dat van te veel belang en te diep ingrypenden aard was, om het aan het einde eener langdurige vergadering naar behooren te bestudeeren on in zfin gevolgen te door denken, niet thans te behandelen, maar in banden te stellen der synodale commissie, opdat die daarover de Synode het volgend jaar dieno van consideratie en advies. Na discussie werd deze motie aangenomen met op twee na algemeene stemmen en daar mede de conclusie der rapporteerende commis sie om het ontwerp te stellen in handen der commissie voor nieuwe wetsvoorstellen ver worpen. De vergadering ging nog over tot de bonoe- ming van een secundus voorden heer J. W. v. Hoogstraten en een voor mr. J. L. W. Umbgrove, benoemd tot leden der synodale commissie. Het bestaande drietal voor een lid uit de predikanten werd aangevuld met den naam van den heer W. Okker, pred. te Boerta, en daaruit benoemd de heer J. G. Busch Keizer, pred. te Dalen. Het tweede drietal voor een lid uit de ouderlingen werd aangevuld met den naam van dr. G. A. Hulsebos, oud-ouder ling te Utrecht, en daaruit benoemd de hoer J. N. Bastert, ouderling te Maarsen. De Oommissie uit de Hollandsche Maat- schappy van Landbouw, welke in 1896 is benoemd ter opsporing der knoeieryen in de zuivelbereiding, wordt opgeheven, ten gevolge der maatregelen, door het Nederlandsche Land- bouw-Comitó voor dat doel genomen. By beschikking van den minister van waterstaat, handel en nyverbeid is de heer G. Hartmans, te Hellevoetsluis, benoemd tot buitengewoon opzichter by het onderhoud der hoofden van de Marinehavan en het ver- boogen van den Sttenendam cier haven aldaar. In (een Donderdag gehouden algemeene vergadering der Regelingscommissio voor het XXIVfete Letterkundig Congres te Dordrecht, werd besloten, na de ontvangst der Congres leden, aan het station, te 3.45, zich in optocht met muziek naar het stadhuis to begeven, alwaar het Congres officiöel door burgemeester en wethouders zal worden ontvangen. Daarna begeeft de stoet zich naar „Kunstmin", alwaar hy zal worden ontbonden. Waar het gemeentebestuur hoeft toegestaan, dat de eerepoort aan de Johan-De-Witt straat en de straatversiering op den Stationsweg gedurende do Congresdagen zal mogen biy ven staan en aldus medewerkt om de stad een feesteiyk aanzien te geven, verzoekt deRege- Iiog8commissi0 den ingezetenen van Dordrecht, dit goede voorbeeld te willen volgen, en door het uitsteken van Nederlandsche en Belgische vlaggen of op andere wyze te toonen, op hoe hoogen prys zy het stollen, dat Dordrecht ia uitgekozen al3 de plaats, waar hot Letterkundig Congres zal worden gehouden. Zy wekt Dordrechts burgerij op, om door gulle gastvryheid en vriendeiyko tegemoet koming do Congresdagen voor hare gasten zoo aangenaam mogoiyk te maken, zoodat zjj altyd in hunne herinnering zullen biyven voortleven. De voorzitter der Regelingscommissie, dr. H. J. Kiewiet De Jonge, heeft gisteren is .Kunstmin'' een inleiding geleverd voor het abel spel „Esmoreit", waarby een talryk en aandachtig publiek aanwezig was. De .Dor Ir.' Ct." deelt omtrent deze voordracht het vol gende mede: Alvorens de voorlezing te beginnen, deeld#. spr. mee, oat dit abel (deftig, ernstig) spel in de 14de eeuw door een Vlaming is gemaakt en nog nooit in Nederland is opgevoerd. Het is dus een bolangryk feit, dat het in Dordt voor het eerst wordt opgevoerd, te meer, omdat spr. een paar acteurs had ontmoet, die wel vonden, dat cezo middeleeuwsche perzik naar moer smaakte. Ten aanzien van de opvoering werd mede gedeeld, dat het linkerdeel van het tooneel Ceciliën (Sicilië), het rechterdeel Damast (Da mascus) zou voorstellen en dat beide deelen door bloempotten zouden worden gescheiden. Wel zou een gordyn juistor de rol van do .Wal" hebben gespeeld, maar het publiek zou dan minder goed hebben kunnen zien; bovendien hadden bloempotten dit voor, dat ze ook als boscb zouden kunnen fungeeren. In de kleoiy zal mea niet historisch juist zyn; de grove kleeding met het klatergoud der middeleeuwsche acteurs was vervangen door historische kostumes, omdat, zooals do commissie te rocht meont, een hedendaagsch publiek mcor voor hot laatste zou vo^lon. Overigens merkte de spr. op, dat voortdu rend alle spelers op het tooneel aanwezig zyn.' Door den minister van oorlog is bepaald, dat de miliciens-lotelingen, nummer-verwisse laars en plaatsvervangers der lichting 1896 en behoorende tot de corpsen b9redon artille rie, uiteriyk tot 28 Februari 1898 in werke- ïyken dienst zullen worden gehouden. Ongeveer 60 torpedisten, te Brielle iQ garnizoen, z(jn te Hellevoetsluis aangekomen, om gedurende 6 weken op het Haringvliet oefeningen te houden. 37) „Wel, zyt gy het, myn beste jonge vriend?" riep de legitimist uit; „ik dacht, dat het uw vader was. Wat ter wereld komt gy hier uitvoeren? Hobt ge misschien een boekje met c.óqu.s in den zak?" „Neen! Ik wensch niemand om te koopen, maar moet e9n der leden van de Kamer sprekon, en daar men my, omdat ik geen kaart bob, weigerde binnen te laton „Nnuirlyk! Dat is ter wille van de bom men," zeido do volksvertegenwoordiger. „Na d?n aanslag laat nun de onschuldigo lieden niet meer zonder verlofkaait binnengaan, m üf all9 schelmeD, die van een kaart voor zien zyn, la-t men vrijeiyk toe. Dat noemt men do vergadering bewaken." Zy beklommen al pratende de trap en in de galery aangekomen, z«de de markies: „Nu egt ge binnen en hebt ge mg niet tneer noodig." „Toch heb ik nog een verzoek! Zoudt go wel zoo goed willen zyn don beer Courcier to laten verwittigen, dat iemand hem hier opwacht?" „Courcior „Ja juist, maar ik bid u, wil er voor zorgen, d».t myn naam niet by hem genoemd wordt. Wanneer hy wist, wie hem spreken wil, zou by in staat zyn niet te willen ^komen." „Oho! Wilt ge hem dan kwaad doen en zou hy dat vermoeden?" „Neen, zeker niet!" „Goed, goed 1 Ik zal hem zelf waarschuwen." „Duizendmaal dank, mynheer de markies." „Groet uw vader." Hy verwyderde zich en Henri bleef alleen in do breede gang, die rondom de vergader zaal loopt. Zoo dikwyis er een deur openging, drong daaruit een verward rumoer van stom men, dat groote geiykenis had met het gonzen en tieren van een slecht onder orde Btaande schoolklasse. Nu en dan overstemden de woorden van den spreker de drukke gesprek ken, zooala in de school de waarschuwende stom van den onderwyzer. Somtijds gaf de president een toeken met de schel en men kon zich dan verbeelden in het paardenspel te zyn, waar het verschynen van een nieuw personage aldus aangekondigd wordt. Biykbaar was er een langdradige stryd over gewichtige practische vragen in gang, want geen mensch scheen te luistereo. Twee reporters van dagbladen giDgen Htnri voorby. „Deze Cazagnaire is toch erg vervelend met zyn betoogen over den landbouw I Wat maakt hot voor ons uil, of de rogge voor achttien franken of duurder verkocht wordt? De prys V3n hot brood tiyft toch altyd hetzelfde." „Ja, ja! Er kunnen wel geen handen genoeg zyn voor den landbouw, maar aan welspre kende tODgen daarvoor ontbreekt het niet." „Is er niet een nieuw onderzoek weer begonnen?" „Ja, er was ditmaal by de zitting van niets anders sprake. Ik geloof, dat men nu dien Jacquinot by den kraag heeft." „Zoo? Nu, dat verwondert my niet. Ieder treft het op zyn beurt." Henri spitato de ooren, maar hy had geen tyd meer om naar het gesprek te luisteren, want juist verscheen Courcier in de geopende deur. Hy wilde zich echter terstond weer verwyderen, toen hy Heori zag, maar reeds stond deze vlak voor hem en zeide op be velenden toon: „Mynheer Courcier, ik moet u dringend noodig spreken." De afgevaardigde zag hem ontstemd en toornig aan en zei le: „Het is bier noch het oogenblik, noch de plaats voor ophelderingen tusschen ons beiden, mynheer." „Ik ben Diet in staat tyd en plaats daar voor naar myn zin te kiezen," hernam Henri koel. „Gy zult my dus wel moeten aanhooren, tenzy gy een onderhoud met my vreest." „Ik?" riep Courcier uit. „Ik zou eerst nog moeten leeren om voor een tegenstander te wyken en wel het miDst voor ui" „Uitstekend!" zeUe HeDri, glimlachend over het welslagen van zyn dwangmiddel. „Wil my dus kalm aanhooren." Zy gingen eenigszins afgezonderd in een der diepe vensternlssen staan en Courcier begon den minnaar zyner dochter met spot tende blikken van boven tot beneden aan te zien. „Er is heelwat veranderd sedert wy elkander hier voor den eersten keer gesproken hebben, mynheer Gervais," merkte de afgevaardigde op. „Het is myn schuld niet, dat er niet nog veel grooter veranderingen gebeurd zyn, mynheer Courcier." Eenigszins verbluft door deze manier van spreken, begon Courcier den jongen man nog onderzoekender aan te zien. Zyn voorhoofd werd rood van toorn on hy kiemde do lippen styf opeen. „Wat wilt gy daarmede zeggen?" vroeg hy daarop. „Ik begryp u Diet goed „O, gy begrypt my zeer goed, myoheer Courcier," hernam de jonge man zeer beslist, „wanneer gy het echter verlangt, zal ik nog duideiyker eprekea. Wanneer gy niet door een fanatisme verblind waart geweest, dat u ook in alle andere opzichten deuren en poorten verspert, zou ik heden uw schoonzoon zyn en gy daar niet staan en laten schurken u voorgaan, schurken zooals die Jacquinot, die nu reeds in onderzoek is by den rechter." „Mynheer I" riep Courcier, „de maD, over wien gy zoo met minachting spreekt, is myn vriend „Een man, die geen zuiver wapenschild hoeft, kan uw vriend niet zyn," verklaarde Hc-mi kort en bondig. „Ik moet my verwon deren, dat gy nog aan zulk een hersenschim gelooft ala de politieke kameraadschap is. Weet ge dan niet, dat er in de politiek geen vriendschap bestaat, maar alleen nay ver? Van het zuiver socialisme zyn ze overgegaan tot het onverzoenlyk radicalisme, daarna hebben zy zich by de radicalen gevoegd, die naar de Regeering trachten, on ten laatste zyn ze Minister geworden. Gy alleen zyt altyd op dezelfde plaats gebleven en dat vergeven ze u niet. Uw standvastigheid heeft voor die weerhanen iets verwytendsen daarom kunt gy zelf volstrekt niets bereiken l" Courcier hoorde met verbazing, dat een ander hem ia drie woorden duideiyk maakte, wat hem sedert zes maanden verward voor den geest stond. Zwygend zat hy tegenover zyn bezoeker en vroeg zich af, welke toover- kunat dien jongen man zulk een diepen blik in den wezeniyken stand van zaken verschafte. Hy vergat daardoor Gilberte, zyn wrok, zyn vooroordeelen, by gevoelde slechts de meerder heid van den ander, de heerscbappy, die dezo reeds vroeger over hem uitgeoefend had, ja, hy vergat alles in zooverre zelfs, dat hy zeide: „Myn beste vriend, dat is immers myn trots, dat ik altyd dezelfde ben gebleven Op eenmaal echter keerde het bewustzyn by hom terug, dat de zoon van zyn doods- vyasd, de beminde zyner dochter hier voor hem zat; ztyn banden balden zich en by riep met luide stem: „Ik zou echter wel eens weten willen, wat u dit alles aangaat?" „Wat my dit aaogaat?' herhaalde Henrl op toornigen toon. „Wilt ge misschien den spot met my dry ven? Myn geheel leven en lot is van uw verblindheid afbankeiyk on na wilt ge my bet recht ontzeggen, om u den sluier van de oogen te rukken? Mynheer Courcier, ik ga niet van deze plaats weg, voordat ik u overtuigd heb, dat ik hierop alle recht heb. Een van ons beiden strydfc met kinderachtige wapenen, en deze een ben ik niet, daarop kan ik u myn woord geven!" (Wordt vervolgd!)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1