fl
Een Sarcophaag te Leiden.
In Leidons Museum van Oudheden op de
Breostraat bevindt zich niet alleen een aller
kostbaarste collectie van studievoorwerpen
voor den Arckaeoloog, maar uit den aard der
zaak biedt dat Museum ook zoo menig ge
tuigenis voor het Christengeloof. Geheele reien
van Romeinsche grafsteenen (in Janssens
korte beschrijving op bladzijde 67 vermeld)
zingen daar voor den Christen even goed het
lioi der puinen als de Aya Sofia in het verre
Oosten:
Als getuigen van 't verleden
Rijzen wy,
Brengende aan het worstelend heden
Heugenis en profecij;
Echo's, die door d9 eeuwen slaanl
Starren, die in 's levens duister,
Met der zonno vollen luister
Boven 't pad der volken staan.
In het bijzonder moge uit dien overvloed
van oud-Christelijke voorwerpen eens htt
prachtige stuk besproken worden, hetwelk
als No. 319 fct-iat gonoteerd. Men versta ons
echter well De nieuwsgierige blik van oon
bezoeker, dij goud, kleuren, draperieën en al
de gewone omhangsels van de kunstgalerijen
of kerksieraden wenscht te ontmoeten, hy
keero zich volstrekt niet naar ons gescheurd
en verweerd No. 319; ook de liefhebber van
iets raars en rits aangrijpends zal zich beter
amuseeron in de zalen der Egyptische oud
heden dan in die dor Grieksche, Romeinsche
en Etrurische, maar al wie het te doen is
om in eigen vaderland, ja, in eigen stad eens
een prachtig txomplaar te zien van die reli
gieuze gedenkstukken der Christelijke oud
heid, van welke men in Wisomans Fabiola
of in de verslagen van Mgr. D3 Waals opgra
vingen wellicht reeds eenigo teekeningen of
reproduction zag, laat hy zich in kalme zinnen
eens de moeite getroosten, om hier onze
aanwyzmgen en die der hoogst beleefde be
waarders van htt Museum te volgen, en zyn
hart zal dubbel voldaan wezc-n.
Wat het bedoelde stuk dan wel te zien geeft?
Hut is een marmeren bewaarplaats, uit
Rome afkomstig, een kennelijk heilige en
zeer kostbard bewaarplaats van een doode
uit den Christentijd, en hoeft precies den
vorm van de altaartombe eener Katholieke
kerk. Een Latynsch opschrift spreekt hier
van Marctllus, urbis episcopi. Ware nu
dit opschnlt maar geheel vertrouwbaar, dan
zouden wy bi r een stuk te begroeten hebben,
allernauwst verwant aan dien glorieuzen bloed
getuige van Christus, die omtrent de jaren
308 tot 310 op den Stoel van Sint-Petrus zat,
en later onder de verdrukking van keizer
Ifaxentius, die hem in een beestenstal plaatste,
van ellende en verdriet is omgekomen, maar
door de Coristen-matrone Lucina op de Via
Salaria werd begraven. Docb, aangezien de
oudheid van het onderschrift twyfelachtig heet
bfl de deskundigtn, zoo biyft alle beslissing
in deze ook verre van ons.
Liever dan ditge ie eerst opgehaald, wat
de korte beschryv ng van L. J. F. Janssen
ovor de Grieksche, Romeinsche en Etrurische
monumenten van ons Museum als zekerheid
te lezen geeft over het stuk zelf:
No. 319. „Doodkiit (marmeren sarcophaag)
van langwerpi.*, viei kante gedaante en op de
voorzyde van vjjf ronde, door zuilen van
elkander gescheilene, lissen voorzier, in
elko van welke de Zaligmaker met een of
tweo Zyner 12 leerlingen voorkomt. Hy is
baardeloos, als een jor geling, en bezig om
oeno weldaad of een weid idiwonderteeken
te verrichten. In de eerste ris, links van den
toeschouwer, ziet men de opwekking van
den jongeling te Naln; in de tweede, de
overgave der sleutels aan Petrus; in de derdö,
de boetvaardige zondares, naar bet schynt');
in de vierde, de zegening der kinderen; in
de vyfde, de ontmoeting met den rijken
ïongeling, Daar het schynt. Boven de nissen,
op de kapiteelen der zuilen, zist men het
volgende: boven de beide hoekzuilen, een
Triton, op een hoorn blazende; daarna een
haai, die Jonas verslindt, en een anderen,
dio hem uitspuwt; daarop Jonas, onder oen
boom liggende, eindeljjk eeDö duff, naar het
schynt. Op de smalle zijden bevindt zich eene
griffioen; het achterzij stuk ontbreekt. Ba-
schreven door Oudendorp pag. 37 No. 46 1).
Het geheel is hoog 0.54 en breed 0.605 el."
Ziedaar dus voor den Christen wel een
monument geëxposeerd, hetwelk op indruk
wekkende wyze komt gaande maken:
„HougeDls der oude dingt n,
Die herleven olkeo dag".
Inmera, hoecole bladzyden der heilige
Evangeliën en hoeveel fundarr.enteele dogmen
der Christenleer staan daar in dat steenblok
gebeiteld, hetwelk ontwijfelbaar zeker, 'oiykens
zlja stemsoort, zyn bewerking, zyn bestem
ming en ook biykens de chssificatia zelve
der geleorde ArchaeologOD, tot de periode der
Hemeinon moet geresond worden, en dus
minstens het getuigenis overbrengt van een
veertienhonderd jaren. Dit staat vast, ook al
is het opschrift geheel apocrief.
Daarenboven, o, op wat pieuzo en treffende
manier wrocht bier de oude Christenkunst
een meesterstuk!
Heel de compositie toch vertolkt keaneiyk
in al hare verschillende tafereelen en afbeel
dingen één hoofdidee, namelijk de blijde op-
«tandingsidee in Christus. Hierop ziet, naar
onze bescheiden gissing, al aanstonds, de aan
houdende jeugd8voorstelling van den Heiland.
In dat harde, vergrauwde marmer is Christus
hier nog allerduideiykst de schoonste onder
de kinderen der menschen, de 'Opovdtoö en
povoyevrjö des Vaders, voor Wien geen ver
welking, geen ouderdom, geen einde bestaat,
en die Zichzelven noemde geen God der
dooden, maar der levenden. Verder, hoe ryk-
symbolisch wordt hier juist op de grafstee
ook de geheele hoofdleer des Christendoms
omtrent het eeuwig leven saamgevat. Nalns
jongeling komt ten leven en kan teeken zyn, hoe
de dood van eiken waren Christen slechts een
slaap dient te heeten. De overgave der hemel-
sleutelen aan Petrus bracht ods de leer te
binnen, dat de macht van binden en ontbinden
in de Kerk henenreikt tot over het graf. De
boetvaardige zondares en Petrus na de ver
loochening, zy vertolken misschien de leer,
dat zelfs de grootste zonden by Christenboete
en Christenberouw den weg niet versperren
ten eeuwigen leven. Maar toch, het 4de tafereel,
de zegening der kinderen, wyst denkeiyk nog
een anderen weg ten hemel, want juist by
de kinderzegening sprak de Heiland: denzulken
is het hemelryk. En eindeiyk, wyst wellicht
niet het laatste tafereel de beletselen aan
voor het eeuwig leven? Immers, juist de
ryke jongeling leidde zyn bezoek by Christus
in met deze woorden: Meester, wat moet ik
doen, om hot eeuwige leven te bezitten Zoo
zoude dan, indien men deze aaneenschakeling
belieft aan te nemen, de schoonste eenheid
van gedachten uit het kunststuk zyn op te
maken.
Ook boven de nissen allerlei geliefkoosde
beelden van ontluikend of hernieuwd leven.
De Triton, wellicht het beeld van den Geest,
Die eenmaal boven de wateren van den chaos,
bevruchtend, heeft gezweefd; de historie van
den profeet Jonas, door den Heiland Zeiven,
als teeken Zyner Verryzenis, aan de Joden
voorgesteldde Duive, het zinnebeeld van het
eerste herleven der aarde na den Zondvloed,
en eindeiyk ter zyde de Griffioenen, als be-
wakors van den heiligen inhoud des Sarco-
phaags. Alles even keurig afgewerkt en alles
met de teederste liefde en het geduld behan
deld. De gecanneleerde kolommetjes, welke de
nissen scheiden, hunne kapiteelen en de
looverwerken, alles spreekt van de hoogste
toowyding en volharding. O, wisten wy eens
met zekerheid voor welken bepaalden over
ledene dit praalgraf heeft gediend, hoe zou
de historie van dien voornamen Christen, van
dien bisschop of van dien opperherder, nog
tientallen van andere schoone gezichtspunt-en
opleveren
Inmiddo's zy dit monument, met zoo menig
ander in het Museum, ook aan de aandacht
der levende Christenkunstenaars aanbevolen.
Hoe menig ontwerp voor een schoon grafstuk
en kerk versiering ware hier nog in de school
dor volkeren te leerent
P. M. Bots, Oud-rector.
Programma van Muziekuitvoeringen.
MD8IS SACRUM. Zondag 22 Aog., te half&obt,
door het Stafmaziokcorps der dienstdoende Schutterij.
Directeur: de heer Joh. O. Goyp. Eerste afdeling:
No. 1. „Mit 8ang UDd Klang", Marich (late uitv.),
B. Eauk; 2. Ouverture Othello", G. Rossini; 3.
„Weaner Mad'ln", Wals, O. Ziobcr; 4. Fantaisie uit
de Opera „Rigo'.etto", G. Verdi.Tweede afdeeling:
No. 5. „Sp»Di?che8 Lustapiel", Ouverture, Kéler-Béla;
6. a. „Lo eley Paraphrase", Neewadba; b. 2mo
Ma2urka (1ste uitv.), B. Goiard; 7. „Die Jagd",
To^gemalde (1ste uitv.), A. L. Boh; 8. a. „Alpen-
klango", Idylle (late uitv.), O. Haueo; b. „Geiates-
fuDken", polka fran^aiao, E. WaldteufelD. Fantaisie
uit do Opera „Martha F. v. Flotow.
ZOMERZORO. DinBdag 24 Aug., te halfacbt,
door het Stafmuziekcorps van het 4de Regiment
Infanterie. Directeur: de heer W. Van Erp.
Eerste afdeoliDg:
No. 1. Courage! MarcboKorn.
2. Ouverture „Roaamunde". Schubert.
3. „Daneo macabre", poème eym-
pbonique Saint-Sacns.
4. „Fanat", Divertissement Ballet
du 5o acteGounod.
Tweedo afdeolicg:
No. S. Symphonic No. 4 in B-Dor Nicle-Gadö.
n 8. Kornuit ein Vogel geflogen
Setzt sich nieder auf rnein Faas,
Hat ein Zettel im Schüabel
Von Mamachen ein Gruas.
Ein dentechea Volkalied. Im Style alterer und nouerer
Meister. Hnmorietiech bearbeitet Scherz
7. Fantaisie de l'opéra de Thomaa.
„Le Songe d'une unit d'ótó" Buijssens.
8. Egyptischer Marsch Straues.
l) Tevens Petrus mot den welbekenden Haan, die
tjom na zijn verloochening tot iDkoor bracht.
(Noot van den inzender.)
Oratio do Veterum Inecriptionum ot Monumen-
torura nsu, logatoquo Papenbrookiano; Lugd. Bat.
ipad 8. Luohtmana ot fi], 1746, 4°.
Hendrik De Jong.
Even over achten 's morgens werd Hendrik
Da Jong deze week onder een stortbui uit
de strafgevangenis aan den Amstelveenschen
weg to Amsterdam, geiyk men weet, ontsla
gen. Hy was gekleed in hetzelfde pak, waarin
hy gekomen was: donkere broek en jas, oen
wit vost en een staande boord, terwyl hy
een lichtgryzo pet op had. In zyn linkerhand
droeg hy een keuriger», netten koffer, met een
nikkelen plaatje, waarop met groote letters
gegri t was H. D. J.
Vreemd keek hy rond en liep allereerst
een sigarenwinkeltje op den Overtoom binnen.
Toen by hier uit kwam, sprak een medewer
ker van het „Nwsbl. v. Ned." hem aan en
verzocht om ec-n onderhoud. Nadat hy eerst
goed geïnformeerd had, wie hy was, was hy
hiertoe bereid. Hy had een vol gezicht, thans
omringd door oen lichten ringbaard, oen smal
voorhoofd, met lichtgrijze oogen; donker haar
en donkere wenkbrauwen. Onder het spreken
trok hy telkens zenuwachtig met den mond,
terwyi de neusvleugels trilden.
Gy zyt zeker verheugd weer „vry" te
zyn?
Ja, mynheer, het is verschrikkeiyk 3 jaren
gezeten te hobben. Ik was dol biy van morgen.
Ik heb gehoord, dat gy u in de gevangenis
goed gedragen hebf. Hebt ge daarvoor ook
bewyzen?
Zeker. Ziet u maar. Hy Het de offlciëele
stukkon zien, waaruit bleek, dat hy het eerste
jaar met het lynen van koffers en het pas
klaar maken vanjdaarvoor benoodigd leerwerk
verdiend had ƒ61.88; het tweode jaar ƒ81.50
en 96.50 in het derde jaar. Na aftrek van
de kosten van verschillende zaken, die hy uit
de cantine had gehad, bleef er een som over
▼an ƒ169,94.
Hoeveel koffers hebt go in het geheel
gemonteerd?
Vjjt en twintig duizend en dertig, terwyi
ik een dubbel aantal gelynd heb. De chef van
de koffermakery, de heer G. Aschbacher, was
zoo tevreden over myn werk, dat hy my dezen
mooien koffer cadeau gaf.
De Jong's sigaar ging onder het praten
onophoudeiyk uit. Ja, zei hy, dat komt,
omdat ik in geen drie jaren gerookt heb.
Alles is zoo vreemd voor me.
In het bewys van ontslag uit de gevangenis
stond zyn gedrag als goed genoteerd.
Dacht ge nog aan gratie voor uw goed
gedrag?
Ja, doch ik kreeg het niet. Een bier
brouwer, die zyn vrouw vermoord had, kreeg
drie maanden gratie en by paste slecht op
Ik' ben een ongelukskind.
"Watt deed gy in uw vryen tyd?
Ik las veel Engelsche boeken en schreef
brieven, doch ik wilde nooit, dat myn familie
terugschreef.
Waarom niet?
Omdat alle gescbryf doorspekt was met
bybelteksten en ik ben liberaal 1
Wat denkt ge nu te doen?
Ik zal probeeren als kok of hofmeester
een plaats op een schip te krygen. Ik ga
dan naar Australië, omdat ik daar veel
vermogende vrienden heb.
Wie zyn dat?
Dat zeg ik niet. Do rechtbank heeft er
destyds óók moeite genoeg voor gedaan.
Krygt ge als afgekeurd militair nog
pensioen
Ja, doch ik kan het alleen hier te lande
innen by den ryksbetaalmeester te Arnhem.
Ik had het geld gaarne in Engeland ontvangen,
doch de minister heeft op myn daartoe gedaan
verzoek ontkennend geantwoord.
Op een vraag omtrent de verdwenen vrou
wen ging hy de geheele bekende geschiedenis
nog eens oprakelen; by sprak daarby mot
minachting ov*r do rechterlyke macht en ge
raakte in woede, toen hy vertelde, hoe eens
op een dag men hem een verdronken vrouw
vertoond en gevraagd had of het een der
gezochte vrouwen was.
Ik weet van niets, mynheer, van niets!
Eerst is myn wettige vrouw met mr. Wilson,
den Amerikaao, er van door gegaan en later
heeft Maria Schmitz myn fortuin opgemaakt,
maar waar ze gebleven zyn: ik weet het nietI
Hoe kan ik het ook wéten?
Uw fortuiD, zegt gy Hoeveel bezat ge wel?
Zoventffn duizend gulden. Dat had ik
verdiend aan de speelbank to Calcutta.
De Jong haalde thans een hoop paperassen
voor den dag. Eén toebjo blonk uit door
den inhoud. Alles was keurig net geschreven.
Wat is dat voor boekje?
O! dadr schryf ik „gedachten" in en
gedichten.
Wy lazen daarin o. a. een gedicht op den
verjaardag van Koningin Wilhelmina:
Wilbelmina van Nassoue,
Juicht nu ons eeriyk hart,
In God en Haar vertrouwen
Haar hart is voor 't Vaderland.
Laat vry dio Koningin dan bouwen
Op 's Hemels onderstand 1
Onder de aphorismen, die hy in zyn cel
neerschreef, behoort doze:
„Er schynen menschen gevonden te worden,
die er een zekeren wellust in scheppen om
anderen in het oog van het publiek te bena-
deelen en die den afschuwelyken grondregel
tot den hunnen maken: II en restera toujours
quelque chose, menschen, wier gekrenkte eigen
liefde naar een voorwerp zoekt om haar gal
over uit to braken, voor wie de deugd van
anderen een doorn in het oog is en die, het
ko?te wat 't wil, iemand behoeven, aan welken
zy hun nyi kunnen ko len."
Zyt ge over de behandeling in de gevan
genis tevreden?
Zeker.
Deoit ge medo 3an de relletjes der
laatste dagen?
NeeD, dat deden alleen socialisten on
oproerkraaiers; de slechte menschen, de ondeu-
genden
Waren de boonen zoo slecht, als ver
teld wordt?
Ja, doch de soap was goed. Weot u, dat
er al 36 personen in de boeion geslagen zyn
wegens dit opruien?
Kan men in de gevangenis goed met
eikair spreken?
Ja, Loei goeJ, vooral door de ventilatie-
bnizen. Ik heb er niet aan mede gedaan.
Zooals men Ziet: Hendrik De Jong is nog
altyd een.... brave Hendrik!
KOLONIËN.
BATAVIA, 21-23 Juli.
Uit het bericht, dat het buitenlandsch ver
lof aan overste La Feber verleend is zonder
behoud van aanspraak op bevordering, hebben
sommige lezers afgeleid, dat de hoofdofficier
ongeschikt is geacht voor kolonel. Die meening
is onjuist. De zaak is, dat hy nog niet lang
genoeg als overste heeft gediend om te kun
nen beoordoelen of hy geschikt is voor den
hoogeren rang. Dat i3 alles. (B. N
Biykens eene verklaring van den resident
van Tegal van 15 Juli is in eenigo dessa's
van het district Salem, afdeeling Brebe?, van
zyn gewest mond- on klauwzeer onder het
vee uitgebroken.
By hot wapen der infanterie zyn voor
gedragen tot kapitein de lste luits. J. H.
Rutten en A. J. P. Kessler; tot laten luit, de
2de luite. H. J. Voskuil, C. W. Weys, J. H.
Harbord, W. Van dor Vlerk, J. A. Holle,
L. C. Jullien, C. J. G. G. Van Doorn on M.
Kole.
Werkzaam is gesteld als derde onderwyzor
en geplaatst op do 4de school te Soerabeia
M. J. Nolen; op de 1ste meisjesschool te
Soerabaia de werkzaam gestelde hulponder-
wyzeres E. B. J. De Rochemont; de benoe
ming van den onderwyzer 2de kl. X Cb. H.
Bartels en geplaatst op de 4de Bchool te
Soerabaia is ingetrokken.
Van Semarang schrijft men aan het
„Bat. Nbld.
De katholieke missie legt bier veel werk
zaamheid aan den dag. Zoo heeft zy pas een
school voor katholieke Javaantjes gebouwd.
Het is een eenvoudig, doch net en solied ge
bouwtje van houten styien met vlechtwerk er
tusschon, aan den binnenkant zóó gelijkmatig
wit, dat van het onnette vlechtwerk niets te
zien is. Byna de geheele ruimte wordt inge
nomen door een flink schoollokaal, waarin
schoolborden en banken voor drie verschillende
afdeelingen. Een groote opening in een der
zywanden is met een gordyn afgesloten, waar
achter een net altaartje gelegenheid geeft des
Zondags de school in een kerk te veranderen.
De Javaansche katholieken kunnen hier dan
do mis hooren met een preek in hun eigen
taal; ze zyn dan onder elkaar en behoeven
zich niet gedrukt te voelen door de Euro-
peesche omgeving, die zy in do groote kerk
zouden aantreffen. Ook is hier een „Katho
lieke militairen-vereeniging" opgericht. Een
flink huis naast de pastorie is hiertoe aange
kocht; biljart, speeltafels, een bibliotheek zyn
reeds in bescheiden vormen aanwezig. Dage-
lyks vindt men er bezoekers, op traktements-
dagen dertig a veertig, die zich blykbaar goed
op hun gemak gevoelen.
Dat de arbeid, dien de Roomsche geestelyk-
heid aan de Javaantjes besteedt, geen afbrouk
doet aan haar loffelyken yver voor de Euro-,
peescho bevolking, daarvan is het bovenstaande
een nieuw voorbeeld.
Zoowel het school- en kerkgebouw voorde
Javaantjes als de sociëteit voor onze soldaten
zyn nog slechts kort geleden tot stand ge
bracht, en de groote inspanning, in de eene
richtiog noodig, heeft blykbaar den vooruit
gang in do andere richting niet belommerd.
Malversatiën te Tandjong-Pr lok.
De „J.-B." schryft in haar mail overzicht:
Een zeer treurig feit heeft zich voorgedaan
een vyftal Europeescbe ambtenaren by de in-
en uitvoerrechten van verschillenden rang, en
waaronder mot een groot aantal dienstjaren,
z\jn ontslagen, met bepaling, dat nader zal
worden beslist of dat ontslag al dan niet als
eervol moet worden beschouwd; uit welk
voorbehoud moet worden opgemaakt, dat eone
strafrechtoiyke vorvolging tegen hen wordt
voorbereid. Het is een der eerste resultaten
van een administratief onderzoek, naar mal
versatiën by de douane te Tandjong-Pnok
ontdekt en dat een jaar heeft geduurd.
In bet vorige jaar bleek, dat de invoerrech
ten over de eerste maanden aanzieniyk minder
bedroegen dan over geiyk tydperk in vorige
jaren en door verschillende aanwyzingen
rezen ernstige vermoedens tegen oen aantal
ambtenaren, by dien diensttak geplaatst; de
directeur van financiën trad krachtig op en
liet door een paar deskundige ambtenaren
van zyn departement een enquête instellen,
die onder moer een merkwaardig soort knoeiery
aan het licht moet hebben gebracht; de rech
ten op Chineesch vuurwerk zyn laag en nu
werden allerlei veel zwaarder belaste artike
len in dien vorm verpakt en ingevoerd, wat
dan zou geschied zyn in strafbare coTinlven-
tie met sommige douane-ambtenaren, die zich-
z:Tven daarby moeten hebben bevoordeeld en
aanzieniyk nadeel aan de schatkist moeten
hebben toegebracht.
Wat biervan is en in hoever en welke
ambtenaren schuldig staan aan de zoo lakens
waardige bandeliDgen en wie hen daartoe
hebben verleid, zal derhalve eerst later blyken,
als er eene definitieve beslissing zal worden
genomen. Men zy daarom behoedzaam in zyn
oordeel, want beslist de regeering nader, dat
het aan de thans getroffenen verleende ont
slag eervol zal zyn, dan worden zy daardoor
gerohabillteerd. Het is voor de ambtenaren
van dien dienst in het algemeen te hopen,
dat er een helder licht ontstoken worde, opdat
de goöden niet in de publuko opinie te ïyden
hebben door de kwaden.
Een aanslag verijdeld.
Het „Soer. Hand." meldt het volgende:
Aan boord van het stoomschip „Bawean",
geladen o. m. met 100 kisten petroleum,
hoordo men ghtsren in den vroegen morgen,
by het opsroomen van de haven van Bawean,
een knal en vond men weldra den bottelier
met zware brandwonden in het ruim naby
de p3troleum. By nader onderzoek bleek, dat
hy door middel van kruit en lont die olie
had willen doen in brand vliegen. De ontplof
fing duurde hem te lang, hy ging eeDs kyken,
ontstak een lucifer, met het gevolg, dat alleen
hy, daar de petroleum niet in brand geraakte,
het slachtoffer werd. Daar er verteld werd,
dat de „Bawean" ook veol geld aan boord
had, is het niet onmo:eiy!c, dat voorgenomen
diefstal do aanleiling was tot het plegen van
dit misdryf.
Zaah-Jf duro.
Sedert 13 Juli is voor den Raad van Justitie
to Batavia een strafzaak aanhangig, dia in
Indiü grooto belangstelling schynt te wekken.
Beklaagden in die zaak zynlo. W. A. Munro,
oud 18 jaren, geboren te Batavia; 2o. J. M.
Rozet, oud 20 jaren, geboren te Timor Koepang,
en 3o. Na Sioe San.
Beklaagden wordt ten laste gelegd: lo. wat
aangaat Munro, dat hy tweemaal een cheque
heeft uitgeschreven op do Ned.-Indische
Escompto maatschappy en opzetteiyk valsch
heeft onderteekend, één tot een bedrag van
ƒ37,000 en een tweede tot een bedrag van
9500. JPoorfr^ dat hy die cheques heeft
laten ontvangen door don tweeden beklaagds;
2o. wat aangaat Rozet, dat hy de bedoelde
wissels heeft ontvangen, wetende, dat ze op-
zettelyk valsch Wciron ondertoekend
3o. wat aangaat Na Sioe San, dat hy, die
een kassiersrekening heeft gehad by de
E8compto maatschappy en daarvoor een boekje
met blanco cheques had ontvaügen, twee van
die cheques aan Munro heeft verstrekt, wetende,
dat zy bestemd waron, om het bedrog te plegen.
Een aantal zittingen zyn door deze zaak
in beslag genomeD, wel 34 getuigen moesten
gehoord worden.
Den 21sten Juli nam de substituut-officier
van justitie, mr. Engelbrecht, zyn requisito'r.
Dit strekte om schuldig ta verklaren:
den 1ste aan valschheid in een geschrift
van koophandel en het desbewust gebruik
maken daarvan, tweemalen gepleegd;
den 2do aan het desbewust gebruikmaken
van een valsch geschrift van koophandel,
tweemalen gepleegd onder verzachtende om
standigheden;
den 3do aan medeplichtigheid aan valsch-
heid in een geschrift van koophandel door het
middel daartoe te verschaffen, en mitsdien hen,
te veroordeelen
den eerste tot 6 jaar tuchthuis, den 2de
tot 1 jaar gevangenis en den 3do tot drie
jaren dwangarbeid buiten den ketting.
In de pleidooien, door de verdedigers, mr.
Ruys en mr. Winkelman, in deze zaak ge
houden, is duchtig afgegeven op het toezicht
over de behandeling van zaken ten kantore
der Nederl.-Indische Escompto-maatschappy
en gesproken van eene loszinnige en zorge-
looze administratie, die daar gevoerd zou zyn,
„Van verschillende zyden hoort men op
merkingen maken over en naar aanleiding
van die pleidooien, schryft de „J.-B.", maar
men verliest daarby uit het oog, dat ver
dedigers alleen hebben te letten op de hun
toevertrouwde belangen der beklaagden, en dat
de directouren der Escompto-maatschappy het
door pleiters tegen ben ingebrachte zich eerst
d&n hebben aan te trekken, wanneer de Raad
van Justitie by het vellen van het vonnis
door hare overwegingen toont het aange
voerde als feiten te hebben aangenomen. Tot
zoolang behoort men zich van oordeelvellin
gen te onthouden."
De Raad zou den 28sten Juli uitspraak cioen.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-IndiS
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen; Wegens
volbrachten diensttijd eervol uit 's lands diendt,
de commies ter controle bij de in- en uitvoer
rechten en accijnzen te Batavia J. L. H. Goffin.
Benoemd: Tot assistent-resident van Lematang
Oeloe en Ilir, Kikitn en de Pasoomablanden (Palora-
bang), de controleur lste klasse bjj het binnenl.
bestuur op de bezittingen buiten Java cnMadoera
W. A. De Kanter.
Benoemd: Tot raadsheer in bet Hoog-gerecbts-
hof van Nederlandscb-Indië, de griffier b(j dat
opperrechterlijke college mr. W. C. Van Benthem
Jutting.
Geplaatst: By de exploitatie van de Wester-
lijnen der Staatsspoorwegen op Java de benoemde
chef der werkplaatsen 11. Ch. Haven.
Bij het boschwezen op Java en Madoera.
Toegevoegd: Aan den houtvester, belast met
het beheer over do bosschen in Toeban-Tinawoon
c. a. van bet boschdistrict Toeban-Bodjouegoro,
de adspirant houtveater F. W. Snepvangers, üiaiis
toegevoegd aan den houtvester, belast met het
beheer der bosschen in de afdeeling Bodjonegoro
van genoemd boschdistrict.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Overge
plaatst: In de IVde afd. van den d. v. b. (hoofd-
bur. der genie) de luit.-kolonel der genie eerst
aanwezend genie-officio? in de lste mil. afd. op
Java te Batavia, A. J. J. Staal;
bij den gew. en plaats, geniedienst in de lste
mil. afd. op Java te Batavia ala eerstaanwezend
genie-officier de majoor der genie comdt. van het
corps genietroepen te Ma^elang, H. W. Scheuer.
Hersteld. In activiteit en geplaatst als com
mandant van het corps genietroepen te^ Magelang
de majoor der genie op non-activiteit E. Marcolla.
Bevorderd: Tot luitenant-kolonel bij het
wapen der artillerie, de majoor J. H. Gaade;
tot kapitein kwartierineeser bij de militaire ad
ministratie, de lste luitenant-kwartiermeester F.
V. G. Engelbert van Bevervoorde (met verlof in
Nederland).
Verleend: Wegen9 ziekte een jaar verlof
naar Earopa, aan den lsten luit. der inf. J. Va»
der Scheer.
Overgeplaatst: Als adjunct bij het com-
mandement dor ark in de 3de milit. afd. op Java
te Soerabaia, de lste luit. adjunct brj het comman-
dement der art. in Atjeh en Ouderhoorigheden to
Kotta-Radja H. A. Zoilmaker;
als adjunct bij bet com mandement der art. in
Atjeli en Ondei hoorigheden te Kotta-Radja, de lste
luit. adjunct bij het bij het commandement der
art. in de 3de milit. afd. op Java te Soerabaia G.
H. Knoop.
UCHTftTERKfE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek»
WEEK van 3 tot en met 9 Aug.
Datum.
Uur
Aantal.
Gem. Euf.
Standk.
3
Aug.
7.16 -
9.—
7
16.4
4
7.15 -
9.15
8
16.2
5
7.16
9.15
7
16.4
6
7.16
9.—
8
151
7
7.15
9.15
7
16.6
16.6
7.15 -
9.16
8
7.16 -
9.15
8
16.8