fl Een Sarcophaag te Leiden. In Leidons Museum van Oudheden op de Breostraat bevindt zich niet alleen een aller kostbaarste collectie van studievoorwerpen voor den Arckaeoloog, maar uit den aard der zaak biedt dat Museum ook zoo menig ge tuigenis voor het Christengeloof. Geheele reien van Romeinsche grafsteenen (in Janssens korte beschrijving op bladzijde 67 vermeld) zingen daar voor den Christen even goed het lioi der puinen als de Aya Sofia in het verre Oosten: Als getuigen van 't verleden Rijzen wy, Brengende aan het worstelend heden Heugenis en profecij; Echo's, die door d9 eeuwen slaanl Starren, die in 's levens duister, Met der zonno vollen luister Boven 't pad der volken staan. In het bijzonder moge uit dien overvloed van oud-Christelijke voorwerpen eens htt prachtige stuk besproken worden, hetwelk als No. 319 fct-iat gonoteerd. Men versta ons echter well De nieuwsgierige blik van oon bezoeker, dij goud, kleuren, draperieën en al de gewone omhangsels van de kunstgalerijen of kerksieraden wenscht te ontmoeten, hy keero zich volstrekt niet naar ons gescheurd en verweerd No. 319; ook de liefhebber van iets raars en rits aangrijpends zal zich beter amuseeron in de zalen der Egyptische oud heden dan in die dor Grieksche, Romeinsche en Etrurische, maar al wie het te doen is om in eigen vaderland, ja, in eigen stad eens een prachtig txomplaar te zien van die reli gieuze gedenkstukken der Christelijke oud heid, van welke men in Wisomans Fabiola of in de verslagen van Mgr. D3 Waals opgra vingen wellicht reeds eenigo teekeningen of reproduction zag, laat hy zich in kalme zinnen eens de moeite getroosten, om hier onze aanwyzmgen en die der hoogst beleefde be waarders van htt Museum te volgen, en zyn hart zal dubbel voldaan wezc-n. Wat het bedoelde stuk dan wel te zien geeft? Hut is een marmeren bewaarplaats, uit Rome afkomstig, een kennelijk heilige en zeer kostbard bewaarplaats van een doode uit den Christentijd, en hoeft precies den vorm van de altaartombe eener Katholieke kerk. Een Latynsch opschrift spreekt hier van Marctllus, urbis episcopi. Ware nu dit opschnlt maar geheel vertrouwbaar, dan zouden wy bi r een stuk te begroeten hebben, allernauwst verwant aan dien glorieuzen bloed getuige van Christus, die omtrent de jaren 308 tot 310 op den Stoel van Sint-Petrus zat, en later onder de verdrukking van keizer Ifaxentius, die hem in een beestenstal plaatste, van ellende en verdriet is omgekomen, maar door de Coristen-matrone Lucina op de Via Salaria werd begraven. Docb, aangezien de oudheid van het onderschrift twyfelachtig heet bfl de deskundigtn, zoo biyft alle beslissing in deze ook verre van ons. Liever dan ditge ie eerst opgehaald, wat de korte beschryv ng van L. J. F. Janssen ovor de Grieksche, Romeinsche en Etrurische monumenten van ons Museum als zekerheid te lezen geeft over het stuk zelf: No. 319. „Doodkiit (marmeren sarcophaag) van langwerpi.*, viei kante gedaante en op de voorzyde van vjjf ronde, door zuilen van elkander gescheilene, lissen voorzier, in elko van welke de Zaligmaker met een of tweo Zyner 12 leerlingen voorkomt. Hy is baardeloos, als een jor geling, en bezig om oeno weldaad of een weid idiwonderteeken te verrichten. In de eerste ris, links van den toeschouwer, ziet men de opwekking van den jongeling te Naln; in de tweede, de overgave der sleutels aan Petrus; in de derdö, de boetvaardige zondares, naar bet schynt'); in de vierde, de zegening der kinderen; in de vyfde, de ontmoeting met den rijken ïongeling, Daar het schynt. Boven de nissen, op de kapiteelen der zuilen, zist men het volgende: boven de beide hoekzuilen, een Triton, op een hoorn blazende; daarna een haai, die Jonas verslindt, en een anderen, dio hem uitspuwt; daarop Jonas, onder oen boom liggende, eindeljjk eeDö duff, naar het schynt. Op de smalle zijden bevindt zich eene griffioen; het achterzij stuk ontbreekt. Ba- schreven door Oudendorp pag. 37 No. 46 1). Het geheel is hoog 0.54 en breed 0.605 el." Ziedaar dus voor den Christen wel een monument geëxposeerd, hetwelk op indruk wekkende wyze komt gaande maken: „HougeDls der oude dingt n, Die herleven olkeo dag". Inmera, hoecole bladzyden der heilige Evangeliën en hoeveel fundarr.enteele dogmen der Christenleer staan daar in dat steenblok gebeiteld, hetwelk ontwijfelbaar zeker, 'oiykens zlja stemsoort, zyn bewerking, zyn bestem ming en ook biykens de chssificatia zelve der geleorde ArchaeologOD, tot de periode der Hemeinon moet geresond worden, en dus minstens het getuigenis overbrengt van een veertienhonderd jaren. Dit staat vast, ook al is het opschrift geheel apocrief. Daarenboven, o, op wat pieuzo en treffende manier wrocht bier de oude Christenkunst een meesterstuk! Heel de compositie toch vertolkt keaneiyk in al hare verschillende tafereelen en afbeel dingen één hoofdidee, namelijk de blijde op- «tandingsidee in Christus. Hierop ziet, naar onze bescheiden gissing, al aanstonds, de aan houdende jeugd8voorstelling van den Heiland. In dat harde, vergrauwde marmer is Christus hier nog allerduideiykst de schoonste onder de kinderen der menschen, de 'Opovdtoö en povoyevrjö des Vaders, voor Wien geen ver welking, geen ouderdom, geen einde bestaat, en die Zichzelven noemde geen God der dooden, maar der levenden. Verder, hoe ryk- symbolisch wordt hier juist op de grafstee ook de geheele hoofdleer des Christendoms omtrent het eeuwig leven saamgevat. Nalns jongeling komt ten leven en kan teeken zyn, hoe de dood van eiken waren Christen slechts een slaap dient te heeten. De overgave der hemel- sleutelen aan Petrus bracht ods de leer te binnen, dat de macht van binden en ontbinden in de Kerk henenreikt tot over het graf. De boetvaardige zondares en Petrus na de ver loochening, zy vertolken misschien de leer, dat zelfs de grootste zonden by Christenboete en Christenberouw den weg niet versperren ten eeuwigen leven. Maar toch, het 4de tafereel, de zegening der kinderen, wyst denkeiyk nog een anderen weg ten hemel, want juist by de kinderzegening sprak de Heiland: denzulken is het hemelryk. En eindeiyk, wyst wellicht niet het laatste tafereel de beletselen aan voor het eeuwig leven? Immers, juist de ryke jongeling leidde zyn bezoek by Christus in met deze woorden: Meester, wat moet ik doen, om hot eeuwige leven te bezitten Zoo zoude dan, indien men deze aaneenschakeling belieft aan te nemen, de schoonste eenheid van gedachten uit het kunststuk zyn op te maken. Ook boven de nissen allerlei geliefkoosde beelden van ontluikend of hernieuwd leven. De Triton, wellicht het beeld van den Geest, Die eenmaal boven de wateren van den chaos, bevruchtend, heeft gezweefd; de historie van den profeet Jonas, door den Heiland Zeiven, als teeken Zyner Verryzenis, aan de Joden voorgesteldde Duive, het zinnebeeld van het eerste herleven der aarde na den Zondvloed, en eindeiyk ter zyde de Griffioenen, als be- wakors van den heiligen inhoud des Sarco- phaags. Alles even keurig afgewerkt en alles met de teederste liefde en het geduld behan deld. De gecanneleerde kolommetjes, welke de nissen scheiden, hunne kapiteelen en de looverwerken, alles spreekt van de hoogste toowyding en volharding. O, wisten wy eens met zekerheid voor welken bepaalden over ledene dit praalgraf heeft gediend, hoe zou de historie van dien voornamen Christen, van dien bisschop of van dien opperherder, nog tientallen van andere schoone gezichtspunt-en opleveren Inmiddo's zy dit monument, met zoo menig ander in het Museum, ook aan de aandacht der levende Christenkunstenaars aanbevolen. Hoe menig ontwerp voor een schoon grafstuk en kerk versiering ware hier nog in de school dor volkeren te leerent P. M. Bots, Oud-rector. Programma van Muziekuitvoeringen. MD8IS SACRUM. Zondag 22 Aog., te half&obt, door het Stafmaziokcorps der dienstdoende Schutterij. Directeur: de heer Joh. O. Goyp. Eerste afdeling: No. 1. „Mit 8ang UDd Klang", Marich (late uitv.), B. Eauk; 2. Ouverture Othello", G. Rossini; 3. „Weaner Mad'ln", Wals, O. Ziobcr; 4. Fantaisie uit de Opera „Rigo'.etto", G. Verdi.Tweede afdeeling: No. 5. „Sp»Di?che8 Lustapiel", Ouverture, Kéler-Béla; 6. a. „Lo eley Paraphrase", Neewadba; b. 2mo Ma2urka (1ste uitv.), B. Goiard; 7. „Die Jagd", To^gemalde (1ste uitv.), A. L. Boh; 8. a. „Alpen- klango", Idylle (late uitv.), O. Haueo; b. „Geiates- fuDken", polka fran^aiao, E. WaldteufelD. Fantaisie uit do Opera „Martha F. v. Flotow. ZOMERZORO. DinBdag 24 Aug., te halfacbt, door het Stafmuziekcorps van het 4de Regiment Infanterie. Directeur: de heer W. Van Erp. Eerste afdeoliDg: No. 1. Courage! MarcboKorn. 2. Ouverture „Roaamunde". Schubert. 3. „Daneo macabre", poème eym- pbonique Saint-Sacns. 4. „Fanat", Divertissement Ballet du 5o acteGounod. Tweedo afdeolicg: No. S. Symphonic No. 4 in B-Dor Nicle-Gadö. n 8. Kornuit ein Vogel geflogen Setzt sich nieder auf rnein Faas, Hat ein Zettel im Schüabel Von Mamachen ein Gruas. Ein dentechea Volkalied. Im Style alterer und nouerer Meister. Hnmorietiech bearbeitet Scherz 7. Fantaisie de l'opéra de Thomaa. „Le Songe d'une unit d'ótó" Buijssens. 8. Egyptischer Marsch Straues. l) Tevens Petrus mot den welbekenden Haan, die tjom na zijn verloochening tot iDkoor bracht. (Noot van den inzender.) Oratio do Veterum Inecriptionum ot Monumen- torura nsu, logatoquo Papenbrookiano; Lugd. Bat. ipad 8. Luohtmana ot fi], 1746, 4°. Hendrik De Jong. Even over achten 's morgens werd Hendrik Da Jong deze week onder een stortbui uit de strafgevangenis aan den Amstelveenschen weg to Amsterdam, geiyk men weet, ontsla gen. Hy was gekleed in hetzelfde pak, waarin hy gekomen was: donkere broek en jas, oen wit vost en een staande boord, terwyl hy een lichtgryzo pet op had. In zyn linkerhand droeg hy een keuriger», netten koffer, met een nikkelen plaatje, waarop met groote letters gegri t was H. D. J. Vreemd keek hy rond en liep allereerst een sigarenwinkeltje op den Overtoom binnen. Toen by hier uit kwam, sprak een medewer ker van het „Nwsbl. v. Ned." hem aan en verzocht om ec-n onderhoud. Nadat hy eerst goed geïnformeerd had, wie hy was, was hy hiertoe bereid. Hy had een vol gezicht, thans omringd door oen lichten ringbaard, oen smal voorhoofd, met lichtgrijze oogen; donker haar en donkere wenkbrauwen. Onder het spreken trok hy telkens zenuwachtig met den mond, terwyi de neusvleugels trilden. Gy zyt zeker verheugd weer „vry" te zyn? Ja, mynheer, het is verschrikkeiyk 3 jaren gezeten te hobben. Ik was dol biy van morgen. Ik heb gehoord, dat gy u in de gevangenis goed gedragen hebf. Hebt ge daarvoor ook bewyzen? Zeker. Ziet u maar. Hy Het de offlciëele stukkon zien, waaruit bleek, dat hy het eerste jaar met het lynen van koffers en het pas klaar maken vanjdaarvoor benoodigd leerwerk verdiend had ƒ61.88; het tweode jaar ƒ81.50 en 96.50 in het derde jaar. Na aftrek van de kosten van verschillende zaken, die hy uit de cantine had gehad, bleef er een som over ▼an ƒ169,94. Hoeveel koffers hebt go in het geheel gemonteerd? Vjjt en twintig duizend en dertig, terwyi ik een dubbel aantal gelynd heb. De chef van de koffermakery, de heer G. Aschbacher, was zoo tevreden over myn werk, dat hy my dezen mooien koffer cadeau gaf. De Jong's sigaar ging onder het praten onophoudeiyk uit. Ja, zei hy, dat komt, omdat ik in geen drie jaren gerookt heb. Alles is zoo vreemd voor me. In het bewys van ontslag uit de gevangenis stond zyn gedrag als goed genoteerd. Dacht ge nog aan gratie voor uw goed gedrag? Ja, doch ik kreeg het niet. Een bier brouwer, die zyn vrouw vermoord had, kreeg drie maanden gratie en by paste slecht op Ik' ben een ongelukskind. "Watt deed gy in uw vryen tyd? Ik las veel Engelsche boeken en schreef brieven, doch ik wilde nooit, dat myn familie terugschreef. Waarom niet? Omdat alle gescbryf doorspekt was met bybelteksten en ik ben liberaal 1 Wat denkt ge nu te doen? Ik zal probeeren als kok of hofmeester een plaats op een schip te krygen. Ik ga dan naar Australië, omdat ik daar veel vermogende vrienden heb. Wie zyn dat? Dat zeg ik niet. Do rechtbank heeft er destyds óók moeite genoeg voor gedaan. Krygt ge als afgekeurd militair nog pensioen Ja, doch ik kan het alleen hier te lande innen by den ryksbetaalmeester te Arnhem. Ik had het geld gaarne in Engeland ontvangen, doch de minister heeft op myn daartoe gedaan verzoek ontkennend geantwoord. Op een vraag omtrent de verdwenen vrou wen ging hy de geheele bekende geschiedenis nog eens oprakelen; by sprak daarby mot minachting ov*r do rechterlyke macht en ge raakte in woede, toen hy vertelde, hoe eens op een dag men hem een verdronken vrouw vertoond en gevraagd had of het een der gezochte vrouwen was. Ik weet van niets, mynheer, van niets! Eerst is myn wettige vrouw met mr. Wilson, den Amerikaao, er van door gegaan en later heeft Maria Schmitz myn fortuin opgemaakt, maar waar ze gebleven zyn: ik weet het nietI Hoe kan ik het ook wéten? Uw fortuiD, zegt gy Hoeveel bezat ge wel? Zoventffn duizend gulden. Dat had ik verdiend aan de speelbank to Calcutta. De Jong haalde thans een hoop paperassen voor den dag. Eén toebjo blonk uit door den inhoud. Alles was keurig net geschreven. Wat is dat voor boekje? O! dadr schryf ik „gedachten" in en gedichten. Wy lazen daarin o. a. een gedicht op den verjaardag van Koningin Wilhelmina: Wilbelmina van Nassoue, Juicht nu ons eeriyk hart, In God en Haar vertrouwen Haar hart is voor 't Vaderland. Laat vry dio Koningin dan bouwen Op 's Hemels onderstand 1 Onder de aphorismen, die hy in zyn cel neerschreef, behoort doze: „Er schynen menschen gevonden te worden, die er een zekeren wellust in scheppen om anderen in het oog van het publiek te bena- deelen en die den afschuwelyken grondregel tot den hunnen maken: II en restera toujours quelque chose, menschen, wier gekrenkte eigen liefde naar een voorwerp zoekt om haar gal over uit to braken, voor wie de deugd van anderen een doorn in het oog is en die, het ko?te wat 't wil, iemand behoeven, aan welken zy hun nyi kunnen ko len." Zyt ge over de behandeling in de gevan genis tevreden? Zeker. Deoit ge medo 3an de relletjes der laatste dagen? NeeD, dat deden alleen socialisten on oproerkraaiers; de slechte menschen, de ondeu- genden Waren de boonen zoo slecht, als ver teld wordt? Ja, doch de soap was goed. Weot u, dat er al 36 personen in de boeion geslagen zyn wegens dit opruien? Kan men in de gevangenis goed met eikair spreken? Ja, Loei goeJ, vooral door de ventilatie- bnizen. Ik heb er niet aan mede gedaan. Zooals men Ziet: Hendrik De Jong is nog altyd een.... brave Hendrik! KOLONIËN. BATAVIA, 21-23 Juli. Uit het bericht, dat het buitenlandsch ver lof aan overste La Feber verleend is zonder behoud van aanspraak op bevordering, hebben sommige lezers afgeleid, dat de hoofdofficier ongeschikt is geacht voor kolonel. Die meening is onjuist. De zaak is, dat hy nog niet lang genoeg als overste heeft gediend om te kun nen beoordoelen of hy geschikt is voor den hoogeren rang. Dat i3 alles. (B. N Biykens eene verklaring van den resident van Tegal van 15 Juli is in eenigo dessa's van het district Salem, afdeeling Brebe?, van zyn gewest mond- on klauwzeer onder het vee uitgebroken. By hot wapen der infanterie zyn voor gedragen tot kapitein de lste luits. J. H. Rutten en A. J. P. Kessler; tot laten luit, de 2de luite. H. J. Voskuil, C. W. Weys, J. H. Harbord, W. Van dor Vlerk, J. A. Holle, L. C. Jullien, C. J. G. G. Van Doorn on M. Kole. Werkzaam is gesteld als derde onderwyzor en geplaatst op do 4de school te Soerabeia M. J. Nolen; op de 1ste meisjesschool te Soerabaia de werkzaam gestelde hulponder- wyzeres E. B. J. De Rochemont; de benoe ming van den onderwyzer 2de kl. X Cb. H. Bartels en geplaatst op de 4de Bchool te Soerabaia is ingetrokken. Van Semarang schrijft men aan het „Bat. Nbld. De katholieke missie legt bier veel werk zaamheid aan den dag. Zoo heeft zy pas een school voor katholieke Javaantjes gebouwd. Het is een eenvoudig, doch net en solied ge bouwtje van houten styien met vlechtwerk er tusschon, aan den binnenkant zóó gelijkmatig wit, dat van het onnette vlechtwerk niets te zien is. Byna de geheele ruimte wordt inge nomen door een flink schoollokaal, waarin schoolborden en banken voor drie verschillende afdeelingen. Een groote opening in een der zywanden is met een gordyn afgesloten, waar achter een net altaartje gelegenheid geeft des Zondags de school in een kerk te veranderen. De Javaansche katholieken kunnen hier dan do mis hooren met een preek in hun eigen taal; ze zyn dan onder elkaar en behoeven zich niet gedrukt te voelen door de Euro- peesche omgeving, die zy in do groote kerk zouden aantreffen. Ook is hier een „Katho lieke militairen-vereeniging" opgericht. Een flink huis naast de pastorie is hiertoe aange kocht; biljart, speeltafels, een bibliotheek zyn reeds in bescheiden vormen aanwezig. Dage- lyks vindt men er bezoekers, op traktements- dagen dertig a veertig, die zich blykbaar goed op hun gemak gevoelen. Dat de arbeid, dien de Roomsche geestelyk- heid aan de Javaantjes besteedt, geen afbrouk doet aan haar loffelyken yver voor de Euro-, peescho bevolking, daarvan is het bovenstaande een nieuw voorbeeld. Zoowel het school- en kerkgebouw voorde Javaantjes als de sociëteit voor onze soldaten zyn nog slechts kort geleden tot stand ge bracht, en de groote inspanning, in de eene richtiog noodig, heeft blykbaar den vooruit gang in do andere richting niet belommerd. Malversatiën te Tandjong-Pr lok. De „J.-B." schryft in haar mail overzicht: Een zeer treurig feit heeft zich voorgedaan een vyftal Europeescbe ambtenaren by de in- en uitvoerrechten van verschillenden rang, en waaronder mot een groot aantal dienstjaren, z\jn ontslagen, met bepaling, dat nader zal worden beslist of dat ontslag al dan niet als eervol moet worden beschouwd; uit welk voorbehoud moet worden opgemaakt, dat eone strafrechtoiyke vorvolging tegen hen wordt voorbereid. Het is een der eerste resultaten van een administratief onderzoek, naar mal versatiën by de douane te Tandjong-Pnok ontdekt en dat een jaar heeft geduurd. In bet vorige jaar bleek, dat de invoerrech ten over de eerste maanden aanzieniyk minder bedroegen dan over geiyk tydperk in vorige jaren en door verschillende aanwyzingen rezen ernstige vermoedens tegen oen aantal ambtenaren, by dien diensttak geplaatst; de directeur van financiën trad krachtig op en liet door een paar deskundige ambtenaren van zyn departement een enquête instellen, die onder moer een merkwaardig soort knoeiery aan het licht moet hebben gebracht; de rech ten op Chineesch vuurwerk zyn laag en nu werden allerlei veel zwaarder belaste artike len in dien vorm verpakt en ingevoerd, wat dan zou geschied zyn in strafbare coTinlven- tie met sommige douane-ambtenaren, die zich- z:Tven daarby moeten hebben bevoordeeld en aanzieniyk nadeel aan de schatkist moeten hebben toegebracht. Wat biervan is en in hoever en welke ambtenaren schuldig staan aan de zoo lakens waardige bandeliDgen en wie hen daartoe hebben verleid, zal derhalve eerst later blyken, als er eene definitieve beslissing zal worden genomen. Men zy daarom behoedzaam in zyn oordeel, want beslist de regeering nader, dat het aan de thans getroffenen verleende ont slag eervol zal zyn, dan worden zy daardoor gerohabillteerd. Het is voor de ambtenaren van dien dienst in het algemeen te hopen, dat er een helder licht ontstoken worde, opdat de goöden niet in de publuko opinie te ïyden hebben door de kwaden. Een aanslag verijdeld. Het „Soer. Hand." meldt het volgende: Aan boord van het stoomschip „Bawean", geladen o. m. met 100 kisten petroleum, hoordo men ghtsren in den vroegen morgen, by het opsroomen van de haven van Bawean, een knal en vond men weldra den bottelier met zware brandwonden in het ruim naby de p3troleum. By nader onderzoek bleek, dat hy door middel van kruit en lont die olie had willen doen in brand vliegen. De ontplof fing duurde hem te lang, hy ging eeDs kyken, ontstak een lucifer, met het gevolg, dat alleen hy, daar de petroleum niet in brand geraakte, het slachtoffer werd. Daar er verteld werd, dat de „Bawean" ook veol geld aan boord had, is het niet onmo:eiy!c, dat voorgenomen diefstal do aanleiling was tot het plegen van dit misdryf. Zaah-Jf duro. Sedert 13 Juli is voor den Raad van Justitie to Batavia een strafzaak aanhangig, dia in Indiü grooto belangstelling schynt te wekken. Beklaagden in die zaak zynlo. W. A. Munro, oud 18 jaren, geboren te Batavia; 2o. J. M. Rozet, oud 20 jaren, geboren te Timor Koepang, en 3o. Na Sioe San. Beklaagden wordt ten laste gelegd: lo. wat aangaat Munro, dat hy tweemaal een cheque heeft uitgeschreven op do Ned.-Indische Escompto maatschappy en opzetteiyk valsch heeft onderteekend, één tot een bedrag van ƒ37,000 en een tweede tot een bedrag van 9500. JPoorfr^ dat hy die cheques heeft laten ontvangen door don tweeden beklaagds; 2o. wat aangaat Rozet, dat hy de bedoelde wissels heeft ontvangen, wetende, dat ze op- zettelyk valsch Wciron ondertoekend 3o. wat aangaat Na Sioe San, dat hy, die een kassiersrekening heeft gehad by de E8compto maatschappy en daarvoor een boekje met blanco cheques had ontvaügen, twee van die cheques aan Munro heeft verstrekt, wetende, dat zy bestemd waron, om het bedrog te plegen. Een aantal zittingen zyn door deze zaak in beslag genomeD, wel 34 getuigen moesten gehoord worden. Den 21sten Juli nam de substituut-officier van justitie, mr. Engelbrecht, zyn requisito'r. Dit strekte om schuldig ta verklaren: den 1ste aan valschheid in een geschrift van koophandel en het desbewust gebruik maken daarvan, tweemalen gepleegd; den 2do aan het desbewust gebruikmaken van een valsch geschrift van koophandel, tweemalen gepleegd onder verzachtende om standigheden; den 3do aan medeplichtigheid aan valsch- heid in een geschrift van koophandel door het middel daartoe te verschaffen, en mitsdien hen, te veroordeelen den eerste tot 6 jaar tuchthuis, den 2de tot 1 jaar gevangenis en den 3do tot drie jaren dwangarbeid buiten den ketting. In de pleidooien, door de verdedigers, mr. Ruys en mr. Winkelman, in deze zaak ge houden, is duchtig afgegeven op het toezicht over de behandeling van zaken ten kantore der Nederl.-Indische Escompto-maatschappy en gesproken van eene loszinnige en zorge- looze administratie, die daar gevoerd zou zyn, „Van verschillende zyden hoort men op merkingen maken over en naar aanleiding van die pleidooien, schryft de „J.-B.", maar men verliest daarby uit het oog, dat ver dedigers alleen hebben te letten op de hun toevertrouwde belangen der beklaagden, en dat de directouren der Escompto-maatschappy het door pleiters tegen ben ingebrachte zich eerst d&n hebben aan te trekken, wanneer de Raad van Justitie by het vellen van het vonnis door hare overwegingen toont het aange voerde als feiten te hebben aangenomen. Tot zoolang behoort men zich van oordeelvellin gen te onthouden." De Raad zou den 28sten Juli uitspraak cioen. Door den gouverneur-generaal van Ned.-IndiS zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen; Wegens volbrachten diensttijd eervol uit 's lands diendt, de commies ter controle bij de in- en uitvoer rechten en accijnzen te Batavia J. L. H. Goffin. Benoemd: Tot assistent-resident van Lematang Oeloe en Ilir, Kikitn en de Pasoomablanden (Palora- bang), de controleur lste klasse bjj het binnenl. bestuur op de bezittingen buiten Java cnMadoera W. A. De Kanter. Benoemd: Tot raadsheer in bet Hoog-gerecbts- hof van Nederlandscb-Indië, de griffier b(j dat opperrechterlijke college mr. W. C. Van Benthem Jutting. Geplaatst: By de exploitatie van de Wester- lijnen der Staatsspoorwegen op Java de benoemde chef der werkplaatsen 11. Ch. Haven. Bij het boschwezen op Java en Madoera. Toegevoegd: Aan den houtvester, belast met het beheer over do bosschen in Toeban-Tinawoon c. a. van bet boschdistrict Toeban-Bodjouegoro, de adspirant houtveater F. W. Snepvangers, üiaiis toegevoegd aan den houtvester, belast met het beheer der bosschen in de afdeeling Bodjonegoro van genoemd boschdistrict. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Overge plaatst: In de IVde afd. van den d. v. b. (hoofd- bur. der genie) de luit.-kolonel der genie eerst aanwezend genie-officio? in de lste mil. afd. op Java te Batavia, A. J. J. Staal; bij den gew. en plaats, geniedienst in de lste mil. afd. op Java te Batavia ala eerstaanwezend genie-officier de majoor der genie comdt. van het corps genietroepen te Ma^elang, H. W. Scheuer. Hersteld. In activiteit en geplaatst als com mandant van het corps genietroepen te^ Magelang de majoor der genie op non-activiteit E. Marcolla. Bevorderd: Tot luitenant-kolonel bij het wapen der artillerie, de majoor J. H. Gaade; tot kapitein kwartierineeser bij de militaire ad ministratie, de lste luitenant-kwartiermeester F. V. G. Engelbert van Bevervoorde (met verlof in Nederland). Verleend: Wegen9 ziekte een jaar verlof naar Earopa, aan den lsten luit. der inf. J. Va» der Scheer. Overgeplaatst: Als adjunct bij het com- mandement dor ark in de 3de milit. afd. op Java te Soerabaia, de lste luit. adjunct brj het comman- dement der art. in Atjeh en Ouderhoorigheden to Kotta-Radja H. A. Zoilmaker; als adjunct bij bet com mandement der art. in Atjeli en Ondei hoorigheden te Kotta-Radja, de lste luit. adjunct bij het bij het commandement der art. in de 3de milit. afd. op Java te Soerabaia G. H. Knoop. UCHTftTERKfE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek» WEEK van 3 tot en met 9 Aug. Datum. Uur Aantal. Gem. Euf. Standk. 3 Aug. 7.16 - 9.— 7 16.4 4 7.15 - 9.15 8 16.2 5 7.16 9.15 7 16.4 6 7.16 9.— 8 151 7 7.15 9.15 7 16.6 16.6 7.15 - 9.16 8 7.16 - 9.15 8 16.8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 10