N°. 11499
Zaterdaa SI Augustus.
A0. 1897
Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 20 Augustus.
Feuilleton.
CILBERTE.
LEIDSCH
M&BLAD.
PRLJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandonf 1.10.
Franco por post1.40.
Afzonderlyko Nommors 0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIES;
Van A-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Vcor het tydvak van 1 September 1897
tot en met 3i Augustus 1898 is benoemd
tct loeraar aan de Rykslandbouwschool te
Wageriingen, mr. G. J. Grashuis, lector aan
de Ryks-univorsiteit te Leiden.
Voor het examen dor hoofdakte is ge
slaagd de hoor P. Stassen, van Hazerswoude.
Het bestuur van het departement's-Gra-
venhage der N*derlandsche Maatschappij tot
bevordering der Pharmacia heeft in een adres
aan den gemeenteraad aldaar doen uitkomen,
d.t bet oordeel der Raadscommissie in zake
de beteugeling van de vervalschiDg van levens
middelen daar ter stede, als zou oen Ieeraar
in de scheikunde de aangewezen persoon zyn
oin als direcUur van het bureau voor onder
zoek op te treden, op een misverstand schijnt
te berusten. Voor eéri dergeïyken werkkring
toch wordt, behalve bedrevenbei i in analytische
chemie, ook die in microscopisch en botanisch
onderzoek vereiacht. Een doctor in de schei
kunde behoeft het laatste niet te kennen en
ook geen proeven van bekwaamheid af te
leggen^ in bet verrichten van gerechtelijke
scheikundige onderzoekingen. Daarentegen
wordt van den apotheker geëischt, dat hij al de
bovengenoemde bekwaamheden bezit, en het
departement gveft dan ook zijne verwondering
er over te kennen, dat de Raadscommissie
niet t apothekers diploma eischte voor hem,
die als directeur van bet onderzoekingsbureau
zal optreden. Herinnerd wordt, dat B. en Ws.
vóór eenigen tyd aan verschillende apothekers
daar ter stede hebben opgedragen enkele
levensmiddelen te onderzoeken, en dat deze
deskundigen, voor zoover bekend, zich naar
behooren van die taak hebben gekweten.
Hare Majesteiten de Koninginnen hebben
gisternamiddag weder de residentie veriaten
en zyn naar flGt Loo teruggekeerd met den
koninklijken salontrein, die te omstreeks
kwart voor ze6 tiran vag het Staatsspoorstation
in Don Haag vertrok.
Buiten het stationsgebouw was een talrijke
menigte op de been, die de Koninginnen luide
toejuichte.
Evenals by aankomst Maandag jl. waren
ook thans, Ingevolge het verlangen van Hare
Majesteiten, geen autoriteiten bij het vertrek
aanwezig.
De koninklijke trein stond onder geleide
van den d reet eur generaal der Staatsspoor
wegmaatschappij, den heer Cluysenaer, en van
de heer; n Sitvergieter Hoogstad, inspecteur;
en Yan Egroond, ingenieur van tractie.
De „Sls.-Ct." van heden bevat hftKon.
besluit van 14 Augustus 1897, ter uitvoering
van art. 4 dor Suik^-rwet, luidende:
Art. 1. Als losplaatsen en kantoren, bedoeld
bij ait. 4 dir Suikerwst, worden aangewezen
Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Schiedam,
Miid« lonrg, Hariingen, Groningen, Rozendaal.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking met
den eersten September 1897.
De Raad van Sta to, Afdeeling voor de
geschi len van bestuur, zal een openbare ver
gadering houden op Woensdag 25 Augustus
1897, des voormiddags t j elf uren.
In de gisteren gehouden openbare verga
dering van den Raad van State, afd. voor de
geschillen van bestuur, waren o. a. ingekomen
de Kon. besluiten, waarbij:
lo. overeenkomstig de beslissing van Gedep.
Staten van Zuid-HoHand, aan het R.-K. paro
cbiaal kerkbestuur te Leimuiden voor zijne
bjjz. lagere school in den Grooten H. Geest-
pold r aldaar eene rijksbijdrage over 1896 is
toegekend van f683.33'/» J
2o. ongegrond wordt verklaard de reclamo
van den gewezen tjjdeiyk gepens. militair M.
Van Velsum, te Veldhoven, tegen de afwijzende
beschikking op zijn verzosk om pensioen.
Het nieuwgekozen lid der Tweede Kamer
voor het district Schoterland, G. L. d. Zwaag,
sedert eenigen tyd lijdende, heeft eene operatie
ondergaan, die goed gelukte.
De erfgroothertogin van Baden verlaat
einde der maand Scheveningen, waar de erf-
groothertog ook kort te voren zal aankomen
om met Hd. gemalia de terugreis te aan
vaarden.
Z. M. de Kuning van Siam wordt om
streeks 6 September a. s. in de residentie
verwacht en zal gedurende zijn verblijf aldaar,
dat 2 a 3 dagen zal duren, in een gedeelte
van het Koninklijk Paleis logeeren. Een dier
dagen is bestemd voor een bezoek op bet Loo,
alwaar HH. MM. den Oosterschen vorst zullen
ontvangen.
Een bericht, als zou de heer Van Bunge,
boofuinspecteur van politie te 's Gravenhage,
met 1 Januari a. s. etrvoi ontslag aanvragen,
is, naar men verneemt, onjuist.
De heer Van Bunge heeft nog geenszins
het voornemen don politiedienst te verlaten.
De festiviteiten te Zaandam w< rden
gisteren voortgezet met de ringwedstryden,
waaraan do pseudo-Czaar met zijn jacht d 1
nam. Des avonds eene verlichte gondelvaait
en vuurwerk. Do burgemeester van Zaandam
ontving uit Rusland 4 telegrammen van geluk-
wensch en sympathie met de Czaar Peter-
feesten van do burgemeesters van Petersburg
en Moskou, uit Woroncsch van de jachtclub
aldaar en uit Thorn van een particulier, een
vroeger inwoner van Zaandam.
Over den Woensdag gehouden wimpeltocht
naar den melen „Do Grootvorst" hoort men
slechts óén roep. Algomeen is dit vlootvertoon
bewonderd.
De vereeniging „Vondel" voert de bistorisch-
dramatischo schets „Poter Michaeloff" ook op
(behalve gister- en hedenavond, waarvoor de
zaal is uitverkocht), Dioedag 24 en zoo noodig
Vrijdag 27 Augustus a. 8.
De muzi kvereen:giflg „De Dilettantenclub"
luisterde de tooneelvoorstelling op. Zy deed dit
zeer verdienstelijk.
H t toor.eolstuk „Peter Michaeloff" zal in
het Russisch vertaald worden. Daarna zal het
met zorg worden gemonteerd en opgevoerd in
een groot theater, waarschijnlijk het hof
theater te SLt Petersburg.
Ds heeren De Polovtzoff, directeur-generaal
van hft Keizerlijk Kabinet te St.-Petersburg,
en Guillot, predikant aldaar, vertrokken Don
derdagavond per trein van 10.58 uit Zaandam
naar Haarlem.
Hr. Ms. fregat „Koningin Emma der
Nederlanden", onder bevel van den kapitein
ter zee L. J. K. A. Jeekel, is 19 dezer van
Smyrna naar Salonika vertrokken.
De generaal-majoor P. A. Scheltus,
comm. in de stelling van het Hollandsch Diep,
tevens bevelhebber in de lilde militaire afdee
ling, zal den dienst met pensioen verlaten.
(Vad.)
Op de werf der Nederlandsche Scheeps
bouwmaatschappij werden gisteren de kielen
gelegd voor twee flotielje vaartuigen voor de
Indische Militaire Marine, die de namen zullen
dragen van „Koetei" en „Siboga."
Naar men verneemt, zullen op de be
grooting van het departement van oorlog
gelden worden aangevraagd tot uitbreiding
der afdeeling comptabiliteit van dat departe
ment. Ook op de begrooting van Financiën
worden gelden aangevraagd tot uitbreiding
van bet corps ambtenaren.
Op de begrooting van het departement van
Waterstaat, Handel en Nijverheid komt nog
geen aanvrage voor in verband met do
Schevesingsche Zeehaven.
Toen Koningin Wilhelmina gistervoor
middag, vergezeld van mevrouw de baronesse
Van Harienbroek, grootmeesteresse, freule
Rengfrs, hofdame, en jhr. Van der Staal van
Piershil, adjudant, nagenoeg onverwacht een
bezoi'k bracht aan do Sophia-stichting te Sche-
veoingen, werd H. M. ontvangen on rondge
leid door den voorzitter yan het college van
regenten, mr. F Von Weckherlin. In de
veranda en achter-galerij w.^ren alle kinderen
met handwerken bezig of speelden. Door een
der kleinste meisjes werd H. M. oen bouquet
aangebodvn, die vriendelijk werd aanvaard.
Nadat de kleinen een paar coupletten van
bet „Wilhelmus" hadden gezougen, gaf Ko
ningin Wilhêlmina persoonlijk aan ieder kind
een beweegbare prent, daarbij enkele kinderen
nog in het bijzonder met een hartelijk woordje
toesprekende.
Nadat oer.igo ziekenzalen in oogenschouw
waren genomen, plaatst© H. M. in de regenten
kamer Hure naamteekening in het register.
Dr. Keucbenius werd aan H. M. voorgesteld.
H. M. betuigde herhaalde malen Hare tevreden
heid en schonk eene gift voor een onthaal.
De voorzitter betuigde ook namens regenten
H. M. eerbiedig dank voor Hare zoo boog ge
waardeerde belangstelling, thans opnieuw be
toond.
Een talrijke menigte juichte de jeugdige
Vorstin met geestdrift toe.
De „Sts.-Ct." van heden bevat het VerBlag
der Commissie, die van 1 Aug. 1896 tot 1
Aug. 1897 to Amsterdam belast is geweest
met het afnemen der practischo examens
van arts, uitgebracht aan den minister van
binnenlandsche zaken. Daaraan is het volgende
ontleend
Het aantal candidaten voor het tweede ge
deelte van het practisch arts-examen overtrof
wederom dat van het afgeloopen jaar.
Meermalen werd ook door niet Doops
gezinden bezwaar gemaakt tegen het afleggen
van den eed, die vóór de bevordering tot
arts is voorgeschreven. Van elk geval werd
aan Uwer Excellenties voorganger kennis
gegeven, waarop steeds de mededeeling volgde,
dat de bevordering tot arts ook na aflegging
der belofte kon geschieden. In de Commissie
werd de wenschelykheid uitgesproken, dat
maatregelen mochten getroffen worden, zóó,
dat de Commissie in elk weder voorkomend
geval van eedweigering zelfstandig wete te
handelen.
In het geheel hebben zich dus aangegevon
284 candidaten (132 voor het eerste en 152
voor bet tweede gedeelte van het practisch
art3-examen). Hiervan slaagden 148, en wel
78 voor bet eerste en 70 voor het tweede
gedeelte van bovengenoemd examen.
By het examen voor surnumerair det
belastingen (eerste gedeelte) zijn geslaagd:
M. C. E. Bruins, H. J. Vooren, H. Van Ebben-
horst Tengbergen, H. L. Beukenhorst, H. G.
F. L. Nolens, W. J.. J. Schuyt, D. Zeper, P.
Hartkamp, G. H. Mooleuberg, L. A. Eisink,
C. G. A. Simons, A S.' Hennes, J. F. Hampe,
J. Van Gorkum, P. E. W. Kok, W. F. Sturm,
J. E. Van Timmeren, A. A. H. Soutendyk,
W. Meyering, B. Moolenburgh, D. N. Hakbyl,
W. De Bas, W. F. Vietor, V. S. Ohmstede
en B. Ten Kate.
De burgemeestsr van Dordrecht betuigt
by publicatie dank voor betgeen de ingezetenen
hebben gedaan om den dag van het bezoek
vtin de Koninginnen tot oen waren en onver-
getelyken feestdag to maken.
H H. MM. hebben hem verzekerd, dat Zy
met grooto voldoening en erkentelykheid op
het bezoek terugzien, en verzochten Hun
oprechten daük over te brengen voor de
treffende blyken van liefde en verknochtheid,
allerwegen ontvangen. De Koningin in het
byzonder vroog uitdrukkeiyk Haren warmsten
dank aan de ingezetenen te betuigen.
De Koninginnen hebben eene gilt van f 1000
voor de algem6ene armen toegezegd.
De voor bet O.-I. leger bestemde 2de luit.
dor inf. T. J. C. A. Boele heeft overplaatsing
verzocht by het legor hier te lande.
By toekonning van tydoiyke pensioenen
aan officieren der zeemacht zal, naar wy ver
nemen, voortaan de jaarlljksche toelage ad
f 75 voor verbiyf in de overzeosche bezittingen
buiten berekoning blyven. (N. R. C.)
By het bestuur van de Ambachtsschool
te Haarlem is ingekomen een verzoek om aan
die school een cursus te openen ter opleiding
van letterzetters. Het verzoek geeft als redenen
daartoe op, dat zoo'n cursus nergens bestaat,
dat voor den a. s. letterzetter teekenonderwys
zeer noodig is, wil hy een goed smoutzetter
worden, en dus de iarichting van den cursus
zeer gewenscht zal zyn.
Met zeer veol leedwezen werd te Baarn
het vertrek vernomen van jhr. mr. B. Th.
De Beaufort als burgomeoster naar Don Haag.
In December a. s. zou do heer De Beaufort zyn
koperen foest als burgemeester van Baarn
vieren. In dien tyd heoft hy zich om zyn min
zaamheid, zyn fiink on humaan karakter, als
mede om zijn weldadigheid, aller achting ver
worven.
Noode ziet men burgemeester Do Beaufort
daarom uit Baarn vertrekken; was er een Hl-
stelling, groot of klein, tot nut of vermaak,
waarin de steun of medewerking gevraagd
werd, men wist het reeds by voorbaat, dat men
by burgemeester De Beaufort niet tevergeefs
zou aankloppen.
Het stoomschip „Bundesrath" vertrok
18 Augustus van Tanga naar Durban via
kustplaatsen; de „Kanzier" arriveerde 16 Aug.
van Hamburg te Delagoa-Baai; de „Prins
Frederik Hendrik" vertrok 19 Aug. van Amst.
naar Surinamede „Prinses Marie", van Batavia
naar Am3terdim, arriveerde 19 Aug. te Suez;
de „Rotterdam", van Rotterdam naar Nieuw-
York, passeerde 19 Augustus Scilly; de
„Admiral" vertrok 17 Aug. van Mozambique
naar Vlissingtn en Hamburgde „Herzog",
van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg,
passeerde 18 Aug. Gibraltar; de „Bellerophon"
arriveerde 17 Aug. van Amsterdam te Batavia;
de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam
naar Batavia, vertrok 19 Aug. van Genua;
de „Kaffir", van Amsterdam en Londen naar
Kaapstad, passeerde 19 Aug. Madera; ds
„König", van Hamburg en Amsterdam naar
Oost-Afrika, arriveerde 18 Aug. te Napels.
Aarlandervoen: Door de ingezetenen
is een vereeniging opgericht, onder den naam
„Ziekenverplegi g", die zich ten doel stelt
zoowel aan on- en minvermogenden als aan
vermogenden, zoo zy dit wenschen, verband
middelen, hulpmiddelen by ziekten, als ledi
kanten, enz., gratis te verstrekken. Ds ge
meenteraad bee t eon subsidie van f 100
verleend, waarvoor reeds verschillende instru
menten aangekocht zijn.
Noordwyk Gedurende de maanl Juli
werden door bet rykstelegraafkantoor alhier
behandeld 685 telegrammen, en wel 236, dis
verzonden, en 449, die ontvangen werden.
Mo.ht bet in don loop van dezen zomer
blyken, dat onze badplaats de „attraction"
begint te worden voor bezoekers uit alle
oorden der wereld, ook voor uitstapjes van
allerlei aard schynt ons aangenaam gelegen
dorp met strand al meer en meer uitgekozen
te worden. Vooral schoolgaande kinderen uit
den omtrek of ook van verder, die voor trouw
schoolbezoek of anderszins een belooning ver
dienen, worden tegenwoordig vaak op een
reisje naar Noordwyk onthaald. Zoo zagen W3
gisteren een zestigtal leerlingen der Obristo-
lyko school te Zevenhoven, onder geleide van
hun onderwyzer en eenige notabelen cier
gemeente, zich vermeien in zand en duinen.
Voorzeker een aangename stoffoedng van het
tooneel, dat het eeuwige en toch steeds aan
trekkelijke „Einerlei" van het golvenspel op
het strand aanbiedt.
Gemeenteraad -van Woubragge.
Zitting van Donderdag avond.
Aanwezig zes leden, 1 vacature.
Voorzitterde heer J. v. Dam, wethouder.
Na lezing en goedkeuring van de notulen
der vorige vergadering wordt door den secre
taris voorlezing gedaan van een drietal inge
komen stukken, waaronder éón van den
heer C. Molenaar Dz., houdende bericht, dat
34)
Toen Courcier dien avond voor het eerst
alleen aan tafel zat, overviel hem een diepe
treurigheid.. Door de vyandige, verwytende
blikken van de oude dienstbode gekweld,
gebruikte by haastig een paar beten van het
middagmaal; daarop vluchtte hy naar zyn
kamer en stak een sigaar op, om daarbij
troost te zoekon. Maar uit de blauwe wolkjes,
die naar do zoldering omhoog kronkelden,
grynsde hem het gelaat van den bankier
hoonend tegen, daarnaast meende hy de
treurige trekken van den valschen Gervais
te zien en in onduideiyko omtrekken ver
scheen hem het profiel van een bleeke, slanke
zuster ia een grof wollen kleed en een wit
mutsje, dat ham aan zyn dochter herinnerde.
Zyn slechte luim werd erger, zyn ontstemd
heid wilde ni-^t wyken.
„Ik had het geld voor „De Revolutionnaire
Party" roads aan die Trésoriers moeten
teruggeven," dacht hy. „Morgen zullen zy het
hb'oben."
Een zekere groep van leden zyner party
had hem een goedo som voor het blad
gebodeD, doch de verkoop had nog niet plaats
cehad, omdat Courcier zich voor drie jaren
hst redacteurschap by contract wilde ver
zekeren, on zyn collega's daarin echter vry
wilden blyvon. Men bood hem wel de betrek
king als hoofdredacteur aan, maar wilde 2ich
niet verbindeD, en zyn overtuiging, dat by
dan weinig zekerheid zou hebben, had hem
tot nu toe doeu aarzelen om het blad te
verkoopen. De noodzakelijkheid echter om den
Trésoriers hun „zondegeld" voor de voeten
te worpen, liet hem geen keus en dit ver
vulde hem met nieuwen wrok tegen de
„woekeraars," vader en zoon. Een oogenblik
dacht hy er aan zich tot Jacquinot te wenden.
Deze had het eiüdeiyk klaar gespesld, om
een post als Minister van Openbare Werken
te krygeo, en hy had hem dus kunnen
vragen, om zyn blad uit het geheime fonds
voor de pers te ondersteunen. Maar hy had
immers reeds sedert lang met luide kreten
de opheffing van dit schandelyk fonds
geëischt en kon nu, nu hy het offer zyner
rechtschapenheid was geworden, toch deze
verderflyke inrichting niet goedkeuren, door
er zalf steun uit te erlangen? Dat bezwaar
hield hem terug; ook wist hi>niet hoe Jacquinot
zyn verzoek zou opnemen. Hy had hem onlangs
in zyn hoofdartikel vry hard aangesproken,
en zyn vroegere vriend was zeer gevoelig.
Wannoer echter de Minister ook al zyn
voorslag had ingewilligd, dan had hy in het
vervolg zich ook naar hom moeten voegen
en op den] zachtsten wonk voor hem in de
bres moeten springen, en de gedachte, om in
zyn blad den roem van zyn vriend te moeten
uitbazuinen, was voor hem onverdraaglyk.
Hy verkocht dus zyn blad en smaakte de
voldoening den jongen baron Trésorier twin
tig duizend franken, met verzoek om per
omgaande quitantie te mogen ontvangen, te
kunnen toezenden. Nog dienzelfden avond
ontving hy de quitantie en las die met groot
genoegen.
„Myn geld hebben zy toch aangenomen I"
zoide hy tot zichzelven. „Nu heb ik niets meer
van hen, maar zy hebben myn geld".
De twintig duizend franken van den heer
Courcier schenen hem toe veel meer waarde
te hebben dan de twintig duizend franken
van den heer Gervais en hy had een gevoel
alsof de jonge man nu by hem in de schuld
stond.
Deze aangename begoocheling duurde ech
ter niet lang. Den volgenden morgen ontdekte
hy aan het hoofd van een inschryving, door
de bladen geopend, voor brandstoffen aan de
Parysche armen den post: „Gilberts, twintig
duizend franken".
Hy beefde van toorn, toen hy dit las, en
nam in overweging of hy niet aan Henri
Trésorier zon schrijven en hem verklaren zou,
dat hy een schurk was. By nader bedenken
moest hy echter erkennen, dat de jongeman
in zyn recht was en goed gehandeld had, en
zoo bleef hem niots over dan zich steeds
meer in zijn gevoel van verlatenheid en bit
teren menschsnhaat te verdiepen. Hy was
inderdaad te beklagen.
Van zyn hoog standpunt in de pers afge
daald, zonder iets gowiebtigers te wezen dan
een afgevaardigde, zooals er zoo velen zyn,
moest hy nu ook nog de vernederende ender
vinding opdoen, die gevallen grootheden nooit
bespaard blyft. Lieden, die hem den vorigen
dag nog op vleiende wyze hadden aangespro
ken, om in de „Parlementaire Praatjes" ge
noemd te worden, waren in éón nacht zóó
byziende geworden, dat zy hem op straat niet
herkenden. Hy werd niet meer tot voorzitter
zyner afdeeling gekozen en by de keuze van
een lid voor de commissie van volksbelangen
moest hy voor een jongen afgevaardigde
wyken, die pas zes en twintig jaar oud was.
En dat hy, Courcier, de navolger van Blanqui,
de vaate steunpilaar van de uiterste linkerzyde!
Hy begreep nu, dat alles tot zyn nadeel
uitviel, dat niets, wat hy ook ondernemen
mocht, hem golukken wilde. Na tien jaren
van parlementaire werkzaamheid was zyn
invloed geriager dan op den eersten dag.
Hierdoor werd zyn ontstemdheid grooter, hy
werd somber en in zichzelf gekeerd, en ook
lichamelijk een bejaard man.
Ondertusschen was Gilberte begonnen zich
vol vreugde aan haar godsdien6tonderwys te
wyden, en nam ook gewillig al het werk,
dat haar opgedragen werd, aan. Het huis,
waarin zy op raad van haar geestelijken Ieeraar
bescherming goeocht had, behoorde niet tot
de kloosters, waarin do vrome zusters een
gemakkelijk en bespiegelend leven leiden.
Men had hier een werkzaal, een toevluchts
oord voor kinderen en een volksgaarkeuken.
Het huis had zyn stichting te danken aan
een vermogende dame, een woldoenster der
menschheid, die het op haar kosten had laten
bouwen en er een kapitaal op vastgesteld
had; het had zich echter weldra zoodanig
uitgebreid en er kwamen zooveel aanvragen,
dat men naar ruimer hulpbronnen moest uit
zien, en nu wa3 er een comité van ryke
dames gekozen, di9, bygestaan door do
directrice, de g meenschappelyke onderneming
bestuurden. Deze directrice, zuster Theresia,
was een vrouw, die byzonder geschikt was
voor haar betrekking. De zusters woonden
in byzondere gebouwen met do jonge meisjes,
die tot de orde wildon toetreden, en eenigo
meer oudere penaionnaires, die de taak van
werkzusters vervulden door zich met al den
groven arbeid te belasten. Om beurten deden
zy dienst in de keuken, kookttn, veegden
de gangen en de binnenplaatsen aan, bielden
de cellen schoon of verzorgden de kinderen.
Weer anderen regelden hot naaiwerk of deden
daaraan zeiven mede, en zoo werden deze
moedige vrouwen van den morgen tot den
avond in beslag genomen door een onaf
gebroken arbeid en hadden alleen rust go-
durende de godsdienstoefeningen, die haar
voorgeschreven waren. Enkelen van haar
waren daarvan zelfs ontslagen, om ook ge
durende den tyd, voor die oefeningen bestemd,
bet opzicht te kunnen voeren over de werk
zaamheden, of zeiven noodigen arbeid te ver
richten.
Van den eersten dag af had Gilberte hun
voorbeeld gevolgd, ofschoon haar opvoeding
baar niet tot zulk een nederige taak had
bestemd. Zonder tegenspraak verrichtte zy het
werk eener dienstbode evenals andere zusters,
die, voor het meerendeel meisjes uit den boeren
stand, zonder fijnere beschaving, maar even
eenvoudig en oprecht als braaf waren.
(Wordt vervolgd.)