N°. 11499 Zaterdaa SI Augustus. A0. 1897 Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 Augustus. Feuilleton. CILBERTE. LEIDSCH M&BLAD. PRLJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandonf 1.10. Franco por post1.40. Afzonderlyko Nommors 0.06. PRIJS DER ADVERTENTIES; Van A-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Vcor het tydvak van 1 September 1897 tot en met 3i Augustus 1898 is benoemd tct loeraar aan de Rykslandbouwschool te Wageriingen, mr. G. J. Grashuis, lector aan de Ryks-univorsiteit te Leiden. Voor het examen dor hoofdakte is ge slaagd de hoor P. Stassen, van Hazerswoude. Het bestuur van het departement's-Gra- venhage der N*derlandsche Maatschappij tot bevordering der Pharmacia heeft in een adres aan den gemeenteraad aldaar doen uitkomen, d.t bet oordeel der Raadscommissie in zake de beteugeling van de vervalschiDg van levens middelen daar ter stede, als zou oen Ieeraar in de scheikunde de aangewezen persoon zyn oin als direcUur van het bureau voor onder zoek op te treden, op een misverstand schijnt te berusten. Voor eéri dergeïyken werkkring toch wordt, behalve bedrevenbei i in analytische chemie, ook die in microscopisch en botanisch onderzoek vereiacht. Een doctor in de schei kunde behoeft het laatste niet te kennen en ook geen proeven van bekwaamheid af te leggen^ in bet verrichten van gerechtelijke scheikundige onderzoekingen. Daarentegen wordt van den apotheker geëischt, dat hij al de bovengenoemde bekwaamheden bezit, en het departement gveft dan ook zijne verwondering er over te kennen, dat de Raadscommissie niet t apothekers diploma eischte voor hem, die als directeur van bet onderzoekingsbureau zal optreden. Herinnerd wordt, dat B. en Ws. vóór eenigen tyd aan verschillende apothekers daar ter stede hebben opgedragen enkele levensmiddelen te onderzoeken, en dat deze deskundigen, voor zoover bekend, zich naar behooren van die taak hebben gekweten. Hare Majesteiten de Koninginnen hebben gisternamiddag weder de residentie veriaten en zyn naar flGt Loo teruggekeerd met den koninklijken salontrein, die te omstreeks kwart voor ze6 tiran vag het Staatsspoorstation in Don Haag vertrok. Buiten het stationsgebouw was een talrijke menigte op de been, die de Koninginnen luide toejuichte. Evenals by aankomst Maandag jl. waren ook thans, Ingevolge het verlangen van Hare Majesteiten, geen autoriteiten bij het vertrek aanwezig. De koninklijke trein stond onder geleide van den d reet eur generaal der Staatsspoor wegmaatschappij, den heer Cluysenaer, en van de heer; n Sitvergieter Hoogstad, inspecteur; en Yan Egroond, ingenieur van tractie. De „Sls.-Ct." van heden bevat hftKon. besluit van 14 Augustus 1897, ter uitvoering van art. 4 dor Suik^-rwet, luidende: Art. 1. Als losplaatsen en kantoren, bedoeld bij ait. 4 dir Suikerwst, worden aangewezen Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Schiedam, Miid« lonrg, Hariingen, Groningen, Rozendaal. Art. 2. Dit besluit treedt in werking met den eersten September 1897. De Raad van Sta to, Afdeeling voor de geschi len van bestuur, zal een openbare ver gadering houden op Woensdag 25 Augustus 1897, des voormiddags t j elf uren. In de gisteren gehouden openbare verga dering van den Raad van State, afd. voor de geschillen van bestuur, waren o. a. ingekomen de Kon. besluiten, waarbij: lo. overeenkomstig de beslissing van Gedep. Staten van Zuid-HoHand, aan het R.-K. paro cbiaal kerkbestuur te Leimuiden voor zijne bjjz. lagere school in den Grooten H. Geest- pold r aldaar eene rijksbijdrage over 1896 is toegekend van f683.33'/» J 2o. ongegrond wordt verklaard de reclamo van den gewezen tjjdeiyk gepens. militair M. Van Velsum, te Veldhoven, tegen de afwijzende beschikking op zijn verzosk om pensioen. Het nieuwgekozen lid der Tweede Kamer voor het district Schoterland, G. L. d. Zwaag, sedert eenigen tyd lijdende, heeft eene operatie ondergaan, die goed gelukte. De erfgroothertogin van Baden verlaat einde der maand Scheveningen, waar de erf- groothertog ook kort te voren zal aankomen om met Hd. gemalia de terugreis te aan vaarden. Z. M. de Kuning van Siam wordt om streeks 6 September a. s. in de residentie verwacht en zal gedurende zijn verblijf aldaar, dat 2 a 3 dagen zal duren, in een gedeelte van het Koninklijk Paleis logeeren. Een dier dagen is bestemd voor een bezoek op bet Loo, alwaar HH. MM. den Oosterschen vorst zullen ontvangen. Een bericht, als zou de heer Van Bunge, boofuinspecteur van politie te 's Gravenhage, met 1 Januari a. s. etrvoi ontslag aanvragen, is, naar men verneemt, onjuist. De heer Van Bunge heeft nog geenszins het voornemen don politiedienst te verlaten. De festiviteiten te Zaandam w< rden gisteren voortgezet met de ringwedstryden, waaraan do pseudo-Czaar met zijn jacht d 1 nam. Des avonds eene verlichte gondelvaait en vuurwerk. Do burgemeester van Zaandam ontving uit Rusland 4 telegrammen van geluk- wensch en sympathie met de Czaar Peter- feesten van do burgemeesters van Petersburg en Moskou, uit Woroncsch van de jachtclub aldaar en uit Thorn van een particulier, een vroeger inwoner van Zaandam. Over den Woensdag gehouden wimpeltocht naar den melen „Do Grootvorst" hoort men slechts óén roep. Algomeen is dit vlootvertoon bewonderd. De vereeniging „Vondel" voert de bistorisch- dramatischo schets „Poter Michaeloff" ook op (behalve gister- en hedenavond, waarvoor de zaal is uitverkocht), Dioedag 24 en zoo noodig Vrijdag 27 Augustus a. 8. De muzi kvereen:giflg „De Dilettantenclub" luisterde de tooneelvoorstelling op. Zy deed dit zeer verdienstelijk. H t toor.eolstuk „Peter Michaeloff" zal in het Russisch vertaald worden. Daarna zal het met zorg worden gemonteerd en opgevoerd in een groot theater, waarschijnlijk het hof theater te SLt Petersburg. Ds heeren De Polovtzoff, directeur-generaal van hft Keizerlijk Kabinet te St.-Petersburg, en Guillot, predikant aldaar, vertrokken Don derdagavond per trein van 10.58 uit Zaandam naar Haarlem. Hr. Ms. fregat „Koningin Emma der Nederlanden", onder bevel van den kapitein ter zee L. J. K. A. Jeekel, is 19 dezer van Smyrna naar Salonika vertrokken. De generaal-majoor P. A. Scheltus, comm. in de stelling van het Hollandsch Diep, tevens bevelhebber in de lilde militaire afdee ling, zal den dienst met pensioen verlaten. (Vad.) Op de werf der Nederlandsche Scheeps bouwmaatschappij werden gisteren de kielen gelegd voor twee flotielje vaartuigen voor de Indische Militaire Marine, die de namen zullen dragen van „Koetei" en „Siboga." Naar men verneemt, zullen op de be grooting van het departement van oorlog gelden worden aangevraagd tot uitbreiding der afdeeling comptabiliteit van dat departe ment. Ook op de begrooting van Financiën worden gelden aangevraagd tot uitbreiding van bet corps ambtenaren. Op de begrooting van het departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid komt nog geen aanvrage voor in verband met do Schevesingsche Zeehaven. Toen Koningin Wilhelmina gistervoor middag, vergezeld van mevrouw de baronesse Van Harienbroek, grootmeesteresse, freule Rengfrs, hofdame, en jhr. Van der Staal van Piershil, adjudant, nagenoeg onverwacht een bezoi'k bracht aan do Sophia-stichting te Sche- veoingen, werd H. M. ontvangen on rondge leid door den voorzitter yan het college van regenten, mr. F Von Weckherlin. In de veranda en achter-galerij w.^ren alle kinderen met handwerken bezig of speelden. Door een der kleinste meisjes werd H. M. oen bouquet aangebodvn, die vriendelijk werd aanvaard. Nadat de kleinen een paar coupletten van bet „Wilhelmus" hadden gezougen, gaf Ko ningin Wilhêlmina persoonlijk aan ieder kind een beweegbare prent, daarbij enkele kinderen nog in het bijzonder met een hartelijk woordje toesprekende. Nadat oer.igo ziekenzalen in oogenschouw waren genomen, plaatst© H. M. in de regenten kamer Hure naamteekening in het register. Dr. Keucbenius werd aan H. M. voorgesteld. H. M. betuigde herhaalde malen Hare tevreden heid en schonk eene gift voor een onthaal. De voorzitter betuigde ook namens regenten H. M. eerbiedig dank voor Hare zoo boog ge waardeerde belangstelling, thans opnieuw be toond. Een talrijke menigte juichte de jeugdige Vorstin met geestdrift toe. De „Sts.-Ct." van heden bevat het VerBlag der Commissie, die van 1 Aug. 1896 tot 1 Aug. 1897 to Amsterdam belast is geweest met het afnemen der practischo examens van arts, uitgebracht aan den minister van binnenlandsche zaken. Daaraan is het volgende ontleend Het aantal candidaten voor het tweede ge deelte van het practisch arts-examen overtrof wederom dat van het afgeloopen jaar. Meermalen werd ook door niet Doops gezinden bezwaar gemaakt tegen het afleggen van den eed, die vóór de bevordering tot arts is voorgeschreven. Van elk geval werd aan Uwer Excellenties voorganger kennis gegeven, waarop steeds de mededeeling volgde, dat de bevordering tot arts ook na aflegging der belofte kon geschieden. In de Commissie werd de wenschelykheid uitgesproken, dat maatregelen mochten getroffen worden, zóó, dat de Commissie in elk weder voorkomend geval van eedweigering zelfstandig wete te handelen. In het geheel hebben zich dus aangegevon 284 candidaten (132 voor het eerste en 152 voor bet tweede gedeelte van het practisch art3-examen). Hiervan slaagden 148, en wel 78 voor bet eerste en 70 voor het tweede gedeelte van bovengenoemd examen. By het examen voor surnumerair det belastingen (eerste gedeelte) zijn geslaagd: M. C. E. Bruins, H. J. Vooren, H. Van Ebben- horst Tengbergen, H. L. Beukenhorst, H. G. F. L. Nolens, W. J.. J. Schuyt, D. Zeper, P. Hartkamp, G. H. Mooleuberg, L. A. Eisink, C. G. A. Simons, A S.' Hennes, J. F. Hampe, J. Van Gorkum, P. E. W. Kok, W. F. Sturm, J. E. Van Timmeren, A. A. H. Soutendyk, W. Meyering, B. Moolenburgh, D. N. Hakbyl, W. De Bas, W. F. Vietor, V. S. Ohmstede en B. Ten Kate. De burgemeestsr van Dordrecht betuigt by publicatie dank voor betgeen de ingezetenen hebben gedaan om den dag van het bezoek vtin de Koninginnen tot oen waren en onver- getelyken feestdag to maken. H H. MM. hebben hem verzekerd, dat Zy met grooto voldoening en erkentelykheid op het bezoek terugzien, en verzochten Hun oprechten daük over te brengen voor de treffende blyken van liefde en verknochtheid, allerwegen ontvangen. De Koningin in het byzonder vroog uitdrukkeiyk Haren warmsten dank aan de ingezetenen te betuigen. De Koninginnen hebben eene gilt van f 1000 voor de algem6ene armen toegezegd. De voor bet O.-I. leger bestemde 2de luit. dor inf. T. J. C. A. Boele heeft overplaatsing verzocht by het legor hier te lande. By toekonning van tydoiyke pensioenen aan officieren der zeemacht zal, naar wy ver nemen, voortaan de jaarlljksche toelage ad f 75 voor verbiyf in de overzeosche bezittingen buiten berekoning blyven. (N. R. C.) By het bestuur van de Ambachtsschool te Haarlem is ingekomen een verzoek om aan die school een cursus te openen ter opleiding van letterzetters. Het verzoek geeft als redenen daartoe op, dat zoo'n cursus nergens bestaat, dat voor den a. s. letterzetter teekenonderwys zeer noodig is, wil hy een goed smoutzetter worden, en dus de iarichting van den cursus zeer gewenscht zal zyn. Met zeer veol leedwezen werd te Baarn het vertrek vernomen van jhr. mr. B. Th. De Beaufort als burgomeoster naar Don Haag. In December a. s. zou do heer De Beaufort zyn koperen foest als burgemeester van Baarn vieren. In dien tyd heoft hy zich om zyn min zaamheid, zyn fiink on humaan karakter, als mede om zijn weldadigheid, aller achting ver worven. Noode ziet men burgemeester Do Beaufort daarom uit Baarn vertrekken; was er een Hl- stelling, groot of klein, tot nut of vermaak, waarin de steun of medewerking gevraagd werd, men wist het reeds by voorbaat, dat men by burgemeester De Beaufort niet tevergeefs zou aankloppen. Het stoomschip „Bundesrath" vertrok 18 Augustus van Tanga naar Durban via kustplaatsen; de „Kanzier" arriveerde 16 Aug. van Hamburg te Delagoa-Baai; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 19 Aug. van Amst. naar Surinamede „Prinses Marie", van Batavia naar Am3terdim, arriveerde 19 Aug. te Suez; de „Rotterdam", van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 19 Augustus Scilly; de „Admiral" vertrok 17 Aug. van Mozambique naar Vlissingtn en Hamburgde „Herzog", van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, passeerde 18 Aug. Gibraltar; de „Bellerophon" arriveerde 17 Aug. van Amsterdam te Batavia; de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 19 Aug. van Genua; de „Kaffir", van Amsterdam en Londen naar Kaapstad, passeerde 19 Aug. Madera; ds „König", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 18 Aug. te Napels. Aarlandervoen: Door de ingezetenen is een vereeniging opgericht, onder den naam „Ziekenverplegi g", die zich ten doel stelt zoowel aan on- en minvermogenden als aan vermogenden, zoo zy dit wenschen, verband middelen, hulpmiddelen by ziekten, als ledi kanten, enz., gratis te verstrekken. Ds ge meenteraad bee t eon subsidie van f 100 verleend, waarvoor reeds verschillende instru menten aangekocht zijn. Noordwyk Gedurende de maanl Juli werden door bet rykstelegraafkantoor alhier behandeld 685 telegrammen, en wel 236, dis verzonden, en 449, die ontvangen werden. Mo.ht bet in don loop van dezen zomer blyken, dat onze badplaats de „attraction" begint te worden voor bezoekers uit alle oorden der wereld, ook voor uitstapjes van allerlei aard schynt ons aangenaam gelegen dorp met strand al meer en meer uitgekozen te worden. Vooral schoolgaande kinderen uit den omtrek of ook van verder, die voor trouw schoolbezoek of anderszins een belooning ver dienen, worden tegenwoordig vaak op een reisje naar Noordwyk onthaald. Zoo zagen W3 gisteren een zestigtal leerlingen der Obristo- lyko school te Zevenhoven, onder geleide van hun onderwyzer en eenige notabelen cier gemeente, zich vermeien in zand en duinen. Voorzeker een aangename stoffoedng van het tooneel, dat het eeuwige en toch steeds aan trekkelijke „Einerlei" van het golvenspel op het strand aanbiedt. Gemeenteraad -van Woubragge. Zitting van Donderdag avond. Aanwezig zes leden, 1 vacature. Voorzitterde heer J. v. Dam, wethouder. Na lezing en goedkeuring van de notulen der vorige vergadering wordt door den secre taris voorlezing gedaan van een drietal inge komen stukken, waaronder éón van den heer C. Molenaar Dz., houdende bericht, dat 34) Toen Courcier dien avond voor het eerst alleen aan tafel zat, overviel hem een diepe treurigheid.. Door de vyandige, verwytende blikken van de oude dienstbode gekweld, gebruikte by haastig een paar beten van het middagmaal; daarop vluchtte hy naar zyn kamer en stak een sigaar op, om daarbij troost te zoekon. Maar uit de blauwe wolkjes, die naar do zoldering omhoog kronkelden, grynsde hem het gelaat van den bankier hoonend tegen, daarnaast meende hy de treurige trekken van den valschen Gervais te zien en in onduideiyko omtrekken ver scheen hem het profiel van een bleeke, slanke zuster ia een grof wollen kleed en een wit mutsje, dat ham aan zyn dochter herinnerde. Zyn slechte luim werd erger, zyn ontstemd heid wilde ni-^t wyken. „Ik had het geld voor „De Revolutionnaire Party" roads aan die Trésoriers moeten teruggeven," dacht hy. „Morgen zullen zy het hb'oben." Een zekere groep van leden zyner party had hem een goedo som voor het blad gebodeD, doch de verkoop had nog niet plaats cehad, omdat Courcier zich voor drie jaren hst redacteurschap by contract wilde ver zekeren, on zyn collega's daarin echter vry wilden blyvon. Men bood hem wel de betrek king als hoofdredacteur aan, maar wilde 2ich niet verbindeD, en zyn overtuiging, dat by dan weinig zekerheid zou hebben, had hem tot nu toe doeu aarzelen om het blad te verkoopen. De noodzakelijkheid echter om den Trésoriers hun „zondegeld" voor de voeten te worpen, liet hem geen keus en dit ver vulde hem met nieuwen wrok tegen de „woekeraars," vader en zoon. Een oogenblik dacht hy er aan zich tot Jacquinot te wenden. Deze had het eiüdeiyk klaar gespesld, om een post als Minister van Openbare Werken te krygeo, en hy had hem dus kunnen vragen, om zyn blad uit het geheime fonds voor de pers te ondersteunen. Maar hy had immers reeds sedert lang met luide kreten de opheffing van dit schandelyk fonds geëischt en kon nu, nu hy het offer zyner rechtschapenheid was geworden, toch deze verderflyke inrichting niet goedkeuren, door er zalf steun uit te erlangen? Dat bezwaar hield hem terug; ook wist hi>niet hoe Jacquinot zyn verzoek zou opnemen. Hy had hem onlangs in zyn hoofdartikel vry hard aangesproken, en zyn vroegere vriend was zeer gevoelig. Wannoer echter de Minister ook al zyn voorslag had ingewilligd, dan had hy in het vervolg zich ook naar hom moeten voegen en op den] zachtsten wonk voor hem in de bres moeten springen, en de gedachte, om in zyn blad den roem van zyn vriend te moeten uitbazuinen, was voor hem onverdraaglyk. Hy verkocht dus zyn blad en smaakte de voldoening den jongen baron Trésorier twin tig duizend franken, met verzoek om per omgaande quitantie te mogen ontvangen, te kunnen toezenden. Nog dienzelfden avond ontving hy de quitantie en las die met groot genoegen. „Myn geld hebben zy toch aangenomen I" zoide hy tot zichzelven. „Nu heb ik niets meer van hen, maar zy hebben myn geld". De twintig duizend franken van den heer Courcier schenen hem toe veel meer waarde te hebben dan de twintig duizend franken van den heer Gervais en hy had een gevoel alsof de jonge man nu by hem in de schuld stond. Deze aangename begoocheling duurde ech ter niet lang. Den volgenden morgen ontdekte hy aan het hoofd van een inschryving, door de bladen geopend, voor brandstoffen aan de Parysche armen den post: „Gilberts, twintig duizend franken". Hy beefde van toorn, toen hy dit las, en nam in overweging of hy niet aan Henri Trésorier zon schrijven en hem verklaren zou, dat hy een schurk was. By nader bedenken moest hy echter erkennen, dat de jongeman in zyn recht was en goed gehandeld had, en zoo bleef hem niots over dan zich steeds meer in zijn gevoel van verlatenheid en bit teren menschsnhaat te verdiepen. Hy was inderdaad te beklagen. Van zyn hoog standpunt in de pers afge daald, zonder iets gowiebtigers te wezen dan een afgevaardigde, zooals er zoo velen zyn, moest hy nu ook nog de vernederende ender vinding opdoen, die gevallen grootheden nooit bespaard blyft. Lieden, die hem den vorigen dag nog op vleiende wyze hadden aangespro ken, om in de „Parlementaire Praatjes" ge noemd te worden, waren in éón nacht zóó byziende geworden, dat zy hem op straat niet herkenden. Hy werd niet meer tot voorzitter zyner afdeeling gekozen en by de keuze van een lid voor de commissie van volksbelangen moest hy voor een jongen afgevaardigde wyken, die pas zes en twintig jaar oud was. En dat hy, Courcier, de navolger van Blanqui, de vaate steunpilaar van de uiterste linkerzyde! Hy begreep nu, dat alles tot zyn nadeel uitviel, dat niets, wat hy ook ondernemen mocht, hem golukken wilde. Na tien jaren van parlementaire werkzaamheid was zyn invloed geriager dan op den eersten dag. Hierdoor werd zyn ontstemdheid grooter, hy werd somber en in zichzelf gekeerd, en ook lichamelijk een bejaard man. Ondertusschen was Gilberte begonnen zich vol vreugde aan haar godsdien6tonderwys te wyden, en nam ook gewillig al het werk, dat haar opgedragen werd, aan. Het huis, waarin zy op raad van haar geestelijken Ieeraar bescherming goeocht had, behoorde niet tot de kloosters, waarin do vrome zusters een gemakkelijk en bespiegelend leven leiden. Men had hier een werkzaal, een toevluchts oord voor kinderen en een volksgaarkeuken. Het huis had zyn stichting te danken aan een vermogende dame, een woldoenster der menschheid, die het op haar kosten had laten bouwen en er een kapitaal op vastgesteld had; het had zich echter weldra zoodanig uitgebreid en er kwamen zooveel aanvragen, dat men naar ruimer hulpbronnen moest uit zien, en nu wa3 er een comité van ryke dames gekozen, di9, bygestaan door do directrice, de g meenschappelyke onderneming bestuurden. Deze directrice, zuster Theresia, was een vrouw, die byzonder geschikt was voor haar betrekking. De zusters woonden in byzondere gebouwen met do jonge meisjes, die tot de orde wildon toetreden, en eenigo meer oudere penaionnaires, die de taak van werkzusters vervulden door zich met al den groven arbeid te belasten. Om beurten deden zy dienst in de keuken, kookttn, veegden de gangen en de binnenplaatsen aan, bielden de cellen schoon of verzorgden de kinderen. Weer anderen regelden hot naaiwerk of deden daaraan zeiven mede, en zoo werden deze moedige vrouwen van den morgen tot den avond in beslag genomen door een onaf gebroken arbeid en hadden alleen rust go- durende de godsdienstoefeningen, die haar voorgeschreven waren. Enkelen van haar waren daarvan zelfs ontslagen, om ook ge durende den tyd, voor die oefeningen bestemd, bet opzicht te kunnen voeren over de werk zaamheden, of zeiven noodigen arbeid te ver richten. Van den eersten dag af had Gilberte hun voorbeeld gevolgd, ofschoon haar opvoeding baar niet tot zulk een nederige taak had bestemd. Zonder tegenspraak verrichtte zy het werk eener dienstbode evenals andere zusters, die, voor het meerendeel meisjes uit den boeren stand, zonder fijnere beschaving, maar even eenvoudig en oprecht als braaf waren. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1