N". 114-98 "V^rijclosr SO AUÏUSIHS,
A®. 1897
feze dConrant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 19 Augustas.
F euilleton.
GILBERTE.
LEIDSCH iH DAG
LAD.
PRUS DEZER COÜRANTi
Voor Leiden per 3 maanden, 1.10,
Franco per postf 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ARVERTENTIÉJI;
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. {Jrootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de Blad
wordt f 0.05 berekend.
Ofiiciëolo Kennisgoviugeu.
HAASn&RfiT.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de
tijdelijke vetplaatsing van de Kaasmarkt van
de Viech- en Warmoeamarkt naar de Bree-
straat is ingetrokken, zoodat die markt
wederom wordt gehouden aan de Visch- en
Warmoesmarkt.
Tevens is bepaald, dat de wagens, waar
mede kaas ter weging naar de Waag wordt
gebracht, moeten gevoerd worden van de
Visch- en Warmoesmarkt langs de Koorn-
trugsteeg, Bieestraat en Handenmakerssteeg
naar de Waag.
De bepaling, dat het wegen van varkens
tijdens de Kaasmarkt op Vrijdag moet ge
schieden aan de daarvoor bestemde inrichting
aan do Lammermarkt achter het IJkkantoor,
blijft gehandhaafd, zoodat gedurende dien tijd
geene varkens aan de Stadswaag zullen
worden gewogen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. JUTA, Weth. loco-Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 18den Augustus 1897.
JF ACHT.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland,
Gezien het besluit van de Gedeputeorde Staten
dier^provincie van den 9den Augustus 1897, No. 5
Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni
1857 (Staatsblad No. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
ingevolge bovengenoemd beslait:
iü. de opening der jacht op klein wild, ver
meld in de 2de zinsnede van art. 17 der wet van
den 13don Juni 1857 (Staatsblad No. 87), voor
dit iaar in de provincie Zuid-Holland is vastgesteld
op Zaterdag den 4den September aanstaando met
zonsopgang; met uitzonaering van de jacht op
fazanten en bazen, waarvan, de opening is vast
gesteld op Zaterdag den 2den October aanstaande;
2°. van die opening voorts ia uitgezonderd de
uitoefeniog van het jachtbedrijf, vermeld in art.
15, lett. e, dor aangehaalde wet;
3°. de korte jacht dageljjko en de lange jacht
slechts driemalen 'a weeks en wel des Woensdags,
Vrijdags on Zaterdags mag worden uitgeoefend.
En zal doze kennisgeving, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in bet Provinciaal
blad en in de Nederlandsche Staatscourant worden
geplaatst.
'a-Gr&venhage, den löden Augustus 1897.
De Commissaris der KoniDgin voornoemd,
FOCK.
De officier van gezondheid 1ste klasse
Van der Weerd, alhier in garnizoen, is bestemd
om van 6 tot en met 15 September a. s.
met het 2de bataljon van het 6de regiment
infanterie deel te nemen aan de veldoefeningen
op groote schaal, welke plaats hebben in bet
oostelijk gedeelte tan de provincie Noord-
Brabant.
Genoemde officier zal zich den 4den Septem
ber te voren moeten melden bij den comman
deerenden officier van bovengenoemd regiment
te Breda.
Aan den heer W. Van Haften is, wegens
zijn benoeming tot godsdienstonderwijzer te
Vlaardingen, op zijne aanvrage, eervol ontslag
verleend uit zijne betrekking van onder
directeur van het H. G.- of Arme Wees en
Kinderhuis alhier, terwijl als zoodanig is
benoemd de heer H. J. v. d. Werf, van Joure,
die de benoeming aannam en bereids in functie
is getreden.
's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden
heeft van den heer J. Van Gorssel, officier
van administratie 2de klasse bij de Koninklijke
Nederlandsche marine, ten geschenke ont
vangen de navolgende voorwerpen, geïnven
tariseerd al8 serie 1132:
Schilderij op glas, voorstellende eene
Chineesche vrouw; op Lombok verkregen.
Bord van plaatzilver, met drijfwerk versierd,
door brand beschadigddeksel van wit gebloemd
porselein van Cbineesch origine, geschrift op
lontarblad, tusschen bamboezen schutbladen;
Chineesch ellemaat2 krissen met recht, zeer
fraai gedamasceerd, lemmet en bijwijze van
rimpels gesneden greep; klewang in bruin
houten scheede, wier eene helft geel is gelakt
en met bruin hoornen greep, welks uiteinde
bijwijze van een bladkrul is gesneden. Alles
op het eiland Lombok verkregen.
2 Barangs, do eene rood- en lichtbruin en
de andere roodbruin en blauw gestreept; van
Timor.
2 sarangs, beide met bloemachtige lichten
donkerbruine figuren, bij de eene op blauwen,
b(J de andere op roodbruinen grond; van Rotti.
4 sarang-s met smallere en breeders donker
blauwe strepen, afgewisseld door roodbruine,
met ingeweven lichtkleurig patroon; van
Savoe.
2 sarangs, de eene met breedere en smallere
donker blauwe, witte, groene en roode strepen
en de andere met roodbruine, gele en blauwe
strepen, met ingeweven lichtkleurig patroon;
beide van Flores.
Zwart hoornen lopel met breeden open-
gewerkten steel, die met tin is omkleed;
Timor.
2 tabakskokers, van lontarbladreepen ge
vlochten, met opschuivend deksel; de buiten
zijde met veelkleurig kralenwerk, waarin een
ruitvormig patroon, omkleed; Rotti.
Bamboezen kalkkoker met opschuivend
deksel, van buiten met tin omkleod en met
ingeprikte maeander-ornamentenvan Timor.
2 bamboezen kalkkokers met houten deksels,
door een touw aan elkaar verbonden en met
ingebrande stervormige figuren, zigzag- en
rechte strepen;
koker met opschuivend deksel, van lontar
blad gevlochten, de buitenzijde bekleed met fijn
weefsel van roode, zwarte en gele draden met
ruitvormig patroon en met concentrische
reeksen van witte kralen;
boenen kalkkoker met honten deksel en
bodem, die met tin zjjn bekleed, en met
ingegrlfte figuren In den vorm van gesty-
leerde dieren; in bodem en deksel is een
trosje van kralen snoeren bevestigd; alles
van Timor.
Tascbje van blauwe wollen stof, met kralen
en borduurwerk van roode, gele en groene
draden, in den vorm van gestyleerde men-
schenfiguren, versierd; Rotti.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
De heer A. Van Dam, onderwijzer te
Alfen a/d. Rijn, is geslaagd voor de akte
Engelsch, lager onderwijs.
Daar ook hjj een leerling der Leidsche
Kweekschool is, zjjn nu de vier candidaten,
die zich van die inrichting aan het examen
konden onderwerpen, allen geslaagd.
Ds. De Vlieger, van Maasland, heeft voor
het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te
Kaag bedankt.
Thans hoopt men wederom in den dienst
te voorzien door het aanstellen van een hulp
prediker.
Tot gemeenteveldwachter te Leimuiden
is benoemd de agent van politie 3de klasse
M. Koomstra, te Vlaardingen.
Zooals men weet, werd in de vergade
ring van den Geneeskundigen Raad voor Zuid-
Holland, van December 1.1., door eene com
missie uit dien Raad een rapport uitgebracht
omtrent den toestand der woningen, speciaal
van de arbeidende klasse, te Scheveningen.
B(j het ter kennis van Burg. en Weths.
brengen van dit stuk h9eft de geneeskundige
inspecteur voor Zuid-Holland het college daar
over zyne meeniDg doen kennen.
Ten aanzien van het feit, dat sedert 1891
de vleklyphus zich elk jaar wederom te
Scheveningen heeft vertoond, doet de inspec
teur uitkomen, dat reeds toen de Scheveninger
woningstoestanden ook met het oog op de
verspreiding van typhus als een gevaar wer
den beschouwd.
Dat de vlektypbus eene voor Scheveningen
endemische ziekte zou kunnen worden, is
ook zijne meeniog.
De dankbaarheid, uitgesproken voor hetgeen
reeds van gemeentewege zou z\jn geschied
om althans daar, waar zich ziektegevallen
haddtn voorgedaan, het besmettingsgevaar te
bestrijden, wordt door hem slechts in beperkte
mate gedeeld, betwijfelende de inspecteur of
voor afdoende ontsmetting het noodigo Is
geschied.
Bjj krachtige toepassing der artikelen 4
en 5 der epidemiewet is het mogelijk een
endemisch worden van vlektyphus te voor-
komen, deze ziekte, waar zij optreedt, binnen
enkele weken geheel uit te roeien.
Op de vraag intusschen of hjj_ in het
algemeen in de onbewoonbaarverklaring van
de slechte woningen te Scheveningen het
middel ziet om aan den ongunstigen sanitairen
toestand aldaar een einde te maken en daar
door het daaruit voortvloeiend gevaar voor
de uitbreiding van besmettelijke ziekten,
speciaal van vlektyphus, te verminderen, zou
de inspecteur zeer zeker aarzelen in het
algemeen een bevestigend antwoord te geven.
In het algemeen kan by de onbewoonbaar
verklaring, in dien zin, waarin de meeste
gemeenteverordeningen, ook die van 's Graven-
hage, dezen maatregel mogelijk maken, niet
beschouwen als een zeer doeltreffend middel
tot verbetering van slechte woDingstoestanden.
De geneeskundige-ambtenaar is voor eene
onbewoonbaarverklaring van geheel andere be-
teekenis dan de thans gebruikeiyke. Naar zyne
meening moet het gevolg van dien maatregel
niet zyn een algemeen verbod om de afgekeurde
woning aan iemand, wie ook, te verhuren;
maar een verbod om haar te verhuren aan
iemand anders dan aan dengeen, die daarin
op het oogenblik: der onbewoonbaarverklarieg
reeds verblyf hield. Aan dezen zal daardoor
tegenover den verhuurder eenige invloed zjjn
gegeven, die nu eens zal worden aangewend
tot verkrijging van een verlaagden huurpry's,
dan weder tot het afdwingen van verbeteringen,
die beantwoorden aan behoeften, door den
bewoner gevoeld, en vaak van eeieel anderen
aard dan door tot andoro bevolkingsklassen
behoorenden vermoed. Geleidelijk zullen langs
dien weg ook de slechte woningen verdwyeen,
naarmate de bewoners daarvan sterven of
verhuizen of wel door hunne eischen den
verhuurder aan verbetering boven bestendiging
van het bestaande de voorkeur doen geven.
Het besluit tot onbewoonbaarverklaring in
dezen zin dient op éénmaal te worden geno
men ten opzichte van alle niet aan te stellen
minimum-eischen voldoende woningen tegelyk.
Dit systeem brengt echter mede de nood
zakelijkheid eener behoorlijke regeling van het
bedrijf van woningverhuurder en van een
geregeld toezicht daarop. Daarnaast behoort
de aanbouw van ondoelmatige, slecht gesi
tueerde woningen te worden verhinderd, die
van goede woDingen van matigen prys te
worden bevorderd, c. q. door de gemeento te
worden ter hand genomen.
Intusschen meent hy, dat het minder doel
matig zou zyn zoodanige regeling thans in
overweging te nemen, nu toch het tydslip
zeker niet verre meer mag worden geacht,
waarin eene rykswet voor zoodanig toezicht
een vorm zal vaststellen, en daarby wel
licht de gelegenheid zal verruimen tot het
verkrijgen van geschikte bouwterreinen voor
redeiyken prys.
Deze overweging geeft z. i. echter tot
stilzitten inmiddels* zekor allerminst aan
leiding.
En dit in aanmerking nemende, zet de
inspecteur uiteen, dat reeds binnen de grenzen
der thans bestaande wettelyke bepalingen
belangrijke verbetering in velerleropzicht ver-
krygbaar zou zijn', en verder bederf kunnen
worden voorkomen.
"Wat bet drinkwater betreft, zal ook reeds
in de behoefde daaraan door handhaving van
de desbetreffende bepalingen eener politiever
ordening veel te verbeteren zyn.
Meer zorg kan worden gewyd aan het
toezicht op de reinheid van straten, sloppen
en particuliere erven.
Aan het slot van zyn Memorie geeft de
heer Menno Huizinga als zyno overtuiging
te kenneo, dat in goed vertrouwen echter op
de welwillendheid der fortuin na te laten
wat tot vermindering der gevaren voor de
volksgezondheid kan strekken, z. i. moet
worden gelyk gesteld met spelen met vuur
in een kruitmagazijn.
Aan den gemeenteraad van 's-Graven-
hage wordt voorgesteld, met ingang van 1
September a. s voor den tyd van üón jaar
te benoemen tot leeraar aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens met 5-jarigen
cursus: a. in de Engelsche taal don heer
J. J. Holsdon Rix, aldaar; b. in de geschie
denis en aardrijkskunde den heer H. Bo rnw,
docts. te Groningen; c. in wiskunde den
heer P. Tillema, te Leiden.
H.H. D.D. H.H. de regeerende Vorsten
Vorstin van Waldeck Pyrmont worden Zater
dag a. s. voor emige dagen op het Loo ver
wacht.
De nieuwbenoemde advocaat-generaal by
hot gerechtshof te 's Gravenhage, mr. Reitsma,
heeft in de gisteren gehouden zitting van
dat college voor het eerst als zoodanig zitting
genomen.
De nieuwbenoemde rechter in de arrood.-
rechtbank te Rotterdam, mr. J. W. Melder,
is gisteren als zoodanig voor het gerechtshof
te '8-Gravenhage beëedigd.
De „Sts.-Ct." van heden bevat het ver
slag der commissie, belast met het afnemen
van het eindexamen der Rykslandbouwscbool
in 1897.
De minister van binnenlandscbe zaken
brengt ter kennis van bclaDguebbenden, dat
de examens ter verkrijging van akten van
bekwaamheid voor bet middelbaar onderwijs
(met uitzondering van die voor bet hand- en
rechtiynig teokenen, 'de gymnastiek, de Engel
sche en Hoogduitscho taal, de landbouwkunde
en tuinbouw en de houtteelt) en dn voor het
lager onderwys in de wiskunde, bedorld in
art. 65 der wet op het lager onderwys, dit
jaar in de maanden November en December
zullen worden gehouden.
Zy, die zich aan d ze examens wenschen
te onderworpen, moeten zich vóór 10 September
e. k. by het departement van tinnenlanische
zaken aanmelden by schrijven op ongezegeld
papier.
Op het landgoed Velzerbeek by Velzen
had gisteren de velddag van hot Leger des
Heils plaats.
De generaal kwam om halftien uit Londen
op het landgoed aan en w.rd daar verwel
komd door don staf. Om 10 uren werd bü
het groote platform, waarop 400 personen
plaats namen, heiligingsbijeookomst gehouden,
geleid door den generaal, bijgestaan door den
commandant, de maréchale, col. Lawly en den
Hollandechon staf. Vorvolgens had om 1 uur
em algemeene bidstond plaats.
Over het geheele terrein bidden de heils
soldaten bij groepjes biistond; voorts werden
om halftwee over het geheele terrein verschil
lende openlucht samenkomsten gehouden en
om halfdrie wederom een samenkomst, geleid
door den generaal, bijgestaan door zyn staf.
Om halltwee bestond in de lunchtent, tegen
betaling van 60 cents, gelegenheid tot deel
neming aan een gemeenschappelijke lunch,
waaraan ook de commandant en de staf deel
namen.
Viar of vyf muziekcorpsen uit verschillende
plaatsen van ons land verhoogden het gezellig
samenzijn.
Om kwart over vyven vereenigden zich alle
officieroD, soldaten, muzikanten, onz. voor den
marsch; daarna volgde de revue door den
goneraal, waarna te 6 uur het feest gesloten
werd.
De regen, die des voormiddags in zoo
33)
„Wie zal u daariu raad geven?"
Zij ecbudde op vastberaden wijze bet hoofd.
„O, iemand, die zeer machtig en wijs is,"
antwoordde zij. „Zoodra ik een besluit ge*
nomen heb, zal ik wel een middel vinden bet
u te laten weten."
Zij waren ondertusschen weer bi) de bank
gekomen, waar Rosalie nog altijd vlijtig zat
te breien.
„Gilberts," zei de oude vrouw, „wjj zijn
roods langer van huis weg dan wij ovorlegd
hadden. Het is boog tyd om terug te koeren."
Henri verbleekte, maar waagde het niet
hier iets tegen in te brengen.
„Nog vyf minuten," bad Gilberte, toen zy
zijn scbrik opmerkte.
En Henri's arm baastig aangrijpend, liep
zU opnieuw het laantje in. Geen woord werd
er gewisseld, slechts hun schitterende oogen
spraken; vast en innig tegen elkander aan
gedrukt, wandelden zij verder. Aan het eind
van bet pad gekomen, bleven zy een oogenblik
stilstaan, als wilden zy den terugkeer nog
uitstellen. Reeds begon de zon te dalen en
baar schuine stralen beschenen het geboomte.
Er beersebto een diepe stilte, nu en dan alleen
door het gezang der vogelen afgobroken.
„Wy moeten elkander vaarwel zeggen,
Henri," zei Gilberte zacht.
Hy sloot baar voor het eerst in zyn armen
en iy weerde hem niet af, toen by haar
tegen zyn borst drukte, terwyi zyn oogen
haar geliefd gelaat voor altyd zochten vast
te houden; daarna drukte hy een innigen
kus op haar voorhoofd en baar goudblonde
lokken.
„Voor altyd de uwe, Gilbertel"
Zonder nu langer te dralen of naar uitstel
te zoeken, gaven zy elkander andermaal den
arm en keerden moedig, met een vasteD stap,
naar de bank terug, waarop de oude Rosalie
zat, en scheidden met eon glimlach.
Twee dagen later ontving de jonge man
een briefje, waarop met oen onhandige pen
het volgende was geschreven:
„Liove mynheer Henri!
„Ik moet u modedeelen, dat mejuffrouw
Gilberts zich naar bet klooster van „Odzo
lieve Vrouw van Barmhartigheid" te Neuilly
heeft begeven. Mynheer heeft er zich niet
tegen verzet, maar hy is er toch niet mede
tevreden.
„Ik groet u. „Uw toegenegen
Rosalie."
XI.
De oude Rosalie had zich zeer juist uit
gedrukt: „hy was er niet mede tevreden,"
de oude heer Courcierl Tot op het laatste
oogenblik had hy niet kunnen gelooven, dat
Gilberte haar plan werkeiyk zou ten uitvoer
brengen.
„IJdels bedreigingen I" dacht hy by zichzelf.
„Wanneer zy ziet, dat ik niet toegeef, zalzy
zich schikken. Een meisjesgril, anders niets 1"
Toen echter Gilberts kalm en vastberaden
in zyn kamer was gekomen, om hem mede
te deelen, dat zy met zyn vroeger reeds
verkregen toestemming plan had dienzelfden
avond naar de zusters van „Onze lieve Vrouw
van Barmhartigheid" naar Neuilly te gaan,
trof hem dit bericht als een onverwachte en
geheel vernietigende slag.
Hy kon natuuriyk niet laten zich op smade-
ïyke wyze over de zusters uit te laten, die
hy van snoode geldzucht beschuldigde, terwyi
hy aan Gilberte zeide, dat de paar duizend
franken, die zy van haar moeder geërfd had,
het lokaas waren, waarnaar de vrome dames
verlangden.
Het jonge meisje gaf echter bedaard ten
antwoord, dat zulks onmogelyk was, omdat
de zusters niet wisten, dat zy iets bezat en
haar Integendeel uit zuivere naastenliefde,
zonder eenig kostgeld, wilden aannemen,
hetgeen zy aan een byzondere aanbeveling
te danken had.
„Die is toch zonder twyfel van de barones
Trésorier afkomstig? Zy heeft zich dus wel
moeite gegeven, om u van uw vader te ver
vreemden 1"
„Mevrouw Trésorier weet niet eens welk
toevluchtsoord ik opgezocht heb, en kon
dus niets doen om myn opneming daar te
bevorderen."
„En waarmede zult gy dan den tyd ver-
dryven by die zusters?" vroeg Courcier
hoonend. „Met buigen, op de knieën val
len, aan den rozekrans schuiven en met
al de dwaze grappen van dezen gods
dienst?"
„Neen, ik zal werken. Naaien en koken
voor de armen."
„Dus dienstmeid worden voor het gopoupel!
Keukenmeid voor de bedelaarsMyn dochter I"
riep de socialist vertoornd uit.
„Dat is do naastenliefde, zooals ik die
opvat, papa."
Hy zag haar van ter zyde aan. Eigeniyk
had hy grooten lust, om de ia zyn toorn
gegeven tosstemming weer terug te nemen
en Gilberte met geweld bij zich te houden.
„Alles, wat gy daar zegt, wil my niets
bevallen," zeide by, „en gu zult in die
omgeving geheel bedorven worden. Waarom
gaat gy er eigeniyk heen?"
„Om myn belydenis te kunnen doen."
De afgevaardigde stiet een vloek uit, die
alle kerken van Parys moest doen ineen
storten.
Als een leeuw in een kool heen en weer
stappend, brulde hu:
'„Hoe kan een tot nu toe verstandig mensch
tot zulk een ongelooflyke afdwaling vervallen?
Wat is bet meisje overkomen? Ik voed haar
naar wysgeerige grondbeginselen op en nu
wil zy een „vrome" worden. De krankzinnig
heid moet den vrouwen wel in 't bloed zitten,
aangeboren zyn I Maar ik wil toch zien
wil het toch niet toestaan 1 Gilberte, gy gaat
niet naar de zusters 1"
„Wilt ge mü dwang opleggen, in naam der
vryheid? Is dat de achting voor het persooniyk
recht?"
„Dat is zool" riep Courcier kreunend uit.
„Ik zou immers myn geheele politieke geloofs-
beiydenis tegensprekenZoo kan ik my
toch niet zelf in het aangezicht slaan 1 En
toch, myn kind aan myn vyanden over
geven Ach, wanneer bet anderen betreft,
schynt het altyd zoo licht, om zulk een knoop
door te bakken; wordt men echter zelf voor
die vraag gesteldGilberte, gy ziet wel
hoo zwaar het my valt, ziet, dat ik my niet
in uw verlies schikken kanWat moet ik
doen, opdat gy by my blyft?"
„Do vaderlyko liefde laten zegepralen over
de eigenliefde I De eerzucht, om vermeende
vyanden neer te werpen, niet hooger stellen
dan den wsnsch om uw kind gelukkig te
zien! O, papa, wilt ge my aan uw voeten
zien, vol vurigen dank, vol innige liefde?
Schenk my dan den man, dien ik liefheb I".
„Dan zoudt ge mfj immers ook verlaten l"
„Maar dan zou iedere dag myns levens
getuigen van myn dankbaarheid, van myn
bewondering voor uw grootmoedigheid, terwyl
ik nu myu leven zal doorbrengon in wanhoop
over uw ongevoeligheid."
Courcier ademde zwaar en zyn borst scheen
door een drukkeoden last beklemd te zijn.
„Ik zie u liever in het klooster dan by de
Trésoriersl" besliste hy met doffs stem.
„Vaarwel dan, vaderl" zeide Gilberte, terwyl
de tranen haar over do wangen stroomden.
Hy wilde haar niet aanzien en keerde haat
den rug toe.
Diep geschokt, geheel terneergeslagen door
dezen laateten stryd, ging het meisje zwygend
uit de kamer.
Wordt vervolgd)