N°. 11489.
Dinsdag ÏO Augustus
A0. 1897
<§ourant wordt dagelijks, met uitsondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven,
Leiden, 9 Augustus.
Praatjes over Kunst.
Vlokken.
Feuilleton.
CILBERTE.
-
PRIJS DEZfS CODBjLKTj
Voor Leiden per 3 maanden. 1,10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
F RIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor hot lqcareeroa buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
OClciëelo Kenuisg^eyingou.
De Ontvanger der Directe Belastingen te
Leiden bericht, dat aan hen, die over het
dienstjaar 1890/97 te veel personeels belas
ting hebben betaald, een kwitantie is of zal
worden uitgereikt, fcegen inwisseling waarvan
bet bedrag, daarin genoemd, op de gewone
kantoordagon en uren zal worden uitbetaald.
Kwitantiön van meer dan f 10 zullen van
ren plakzogel moeten zijn voorzien.
Leiden, De Ontvanger voornoemd,
7 Aug. 1897. - VAN GALEN.
Tot onder-voorzitter van de afdeeling Ge
schiedenis en Historische Aardrijkskunde op
het Zondag te Mechelen geopend archeologisch
congres, is benoemd de Nederlandsche afge
vaardigde, prof. dr. Jan Ten Brink, van Leiden.
Voor het examen der hoofdakte zijn
toegelaten de heeren J. Dein urn en J. O.
Matze, beiden van Zegwaard.
De „St.-Ct" bovat de by Koninklijk be
sluit goedgekeurde statuten dor vereeniging tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer in
de badplaats Noordwijk en omstreken, te
Noord wijk.
Op den lsten Sopt a. s. vertrekken ton
gevolge der opheffing van den artillerie-cursus
te Delft de daarbij gedetacheerde officieren
en verder personeel naar hun verschillende
corpsen. De getouwoD, het vroeger St.-Agatha-
klooster, worden ingericht tot garnizoens-
bospitaal en het tegenwoordig hospitaal wordt
bestemd tot garnizomskleeding- en nachtleger
magazijn.
Naar de „Noord-Brabander" verneemt,
zal de generaal-majoor P. A. Scheltus, comman
dant der stelling van het Hoilandsch Diep
en Volkerak, tevens bevelhebber der lilde
militaire afdeeling te Breda, binnenkort den
dienst met pensioen verlaten.
Op de lfist der voorgestelde candidaten
voor de Tweede Kamer in district VI van
„Vooruitgang," te Amsterdam is nu ook ge
plaatst de oud minister van binnenL zaken
mr. S. Van Houten.
Donderdag 12 Augustus wacht liefhebbers
van zang eon eigenaardige en aanlokkende
feestelijkheid. De Bond van Gemengde Zang
vere9nig'iDgen „Eendracht maakt Macht",
thans bestaande uit 45 zangvereenigingon met
bijna 1500 werkende leden, waaronder circa
800 jonge dames, komt naar bet foestvierende
Dordrecht, om aldaar, maar geheel op eigen
terrein, zyn vierdo jaarfeest te vieren.
De wijze, waarop bet hoofdbestuur van den
bond, waarin de beide oprichters, de heoren
A. Da Man en J. L. Mussert, nog zitting
hebben, deze zaak hoeft aangepakt, voortgezet
en geleid, schijnt geheel te vallen in den
geest van het publiek, want jaarlijks wordt
bet aantal van ben, die de feesten bijwonen,
ïnet duizenden vermeerderd. Thans zal de
toevloed, vooral van vreemdelingen, grooter z|jn
dan coit, want nu reeds werden bij den penning
meester tal van aanvragen om toegangskaart n
Ontvangen.
Een uitstekende maatregel, die zeer bydraagt
tot het ordelijke verloop van deze feesten,
is, dat nooit sterke drank op de terreinen
van den Bond mag worden verkocht, maar
alle andere eet- en drinkwaren tegen vastgesteld
gewoon tarief te verkrijgen zjjn.
De minister van bmnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met September a. s. aan de Rijks hoogere
burgerschool met 5-jangen cursus te Alkmaar
tijdelijk te vervullen zijn de betrekkingen
van loeraar in do aardrijkskunde en leeraar
in do wiskunde, ieder op een jaarwedde
van f 1500. Bevoegdheid tot het geven van
onderwijs in de Staatswetenschappen kan tot
aanbeveling strekken.
Zfi, die voor deze betrekkingen in aan
merking wonscben te komen, gelieven zich
vóór 20 Augustus a. s. aan te melden by
den inspecteur vaD het middelbaar onderwijs,
dr. A. T. Van Aken, te 's-Gravenhage.
Aan het Staatsexamen tot toelating aan
de Universiteiten namen van 5 7 Augustus
deel 7 candidaten voor de faculteiten god
geleerdheid, enz. Toegelaten werden 2 candi
daten, de heeren K. P. Datema en J. K. J.
Ten Dam Ham. Voor de faculteiten genees
kunde enz. werden 7 candidaten geëxamineerd.
Toegelaten de heeren A. Brouwer, E. J. M.
Van de Laarschot, J. Ritter en G. Wilhelmy.
Gedurendo den loop van het examen trok
zich éón candidaat terug. Het examen wordt
voortgezet met twee candiJaten. Na de voort
zetting van het examen is van de vorige
groep alsnog geslaagd de heor N. E. J. M.
Van der Pluym, terwijl het getuigschrift B
werd toegekend aan den heer J. Bender.
De minister vau waterstaat, handel tn
ny verhoid brengt ter konnis van belanghebben
den, dat, met ingang van I October a. s., zal
worden benoemd een machinist aan het Rijks
stoomgemaal aan den Arkelsehen dam, op
een jaarlijksche be'.ooning van f 1000, met
genot van vrjje woning. Zij, die daarvoor in
aanmerking wenschen te komen, zullen zich
in de eerste helft der maand September a. s.
aan oen vergelijkend onderzoek hebben te onder
werpen.
Hr. Ms. flottieljevaartuig „Edi," onder
bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse
P. A. R. flennequm, is 7 dezer van Colombo
vertrokken.
In verband met de terugreis van het
oorlogsschip „Zeehond" naar Nederland is
de rechtstreekscbe verzending van brieven
en andere stukken aan dat oorlogsschip
gestaakt. (St.-Ct.)
Aangaande bet bezoek der Koninginnen
aan de Dordtsche tentoonstelling werd in de
Zaterdagavond gehouden vergadering van „Vak
en Kunst" het een en ander medegedeeld.
Ingekomen was een brief van den burge
meester, inhoudende bericht, dat HH. MM.
des namiddags van 3 tot 4 uren op de ten
toonstelling zullen vertoeven. Do voorzitter,
de heer A. C. Zoethout, kon hieraan toevoegen,
dat de Vorstinnen zoowel het nieuwe terrein
en het hoofdgebouw als Oud-Dordt en het
museum in het oude stadhuis zullen bezojken.
Door jhr. De Ranitz, particulier secretaris van
H. M., was aan het uitvoerend comité mede
gedeeld, dat HH. MM. den wensch hebban te
kennen gegeven, dat op den dag van haar
bezoek de toegang voor het publiek niet zal
worden gesloten. Dientengevolge zal de toe
gang voor bet publiek openBtaan tot een
maximum van 5000 personen. Tot Oud-Dordt
echter, dat allicht te klein zou worden, zullen
alleen de leden van „Vak en Kunst" ieder
met een dame worden toegelaten, en verder
diegenen, welke zich in 17 eeuwsch kostuum
willen steken. Tot het museum heeft niemand
toegang dan de Vorstinnen met gevolg en de
dienstdoende commissarissen van orde.
Door de afdeeling Amsterdam van de
„Liberale Unie" zfin tot candidaten voor de
Tweede Kamer in district VI voorloopig ge
steld do heeren C. V. Gerritsen en mr. W. J.
Goertsema.
De kapt. A. L. Klerk do Reus, van het
4de reg. inf., is benoemd tot secretaris der
militaire spoorwegcommisaie en in verband
daarmede overgeplaatst by den staf der inf.
Het stoomschip „Maasdam" vertrok 7
Aug. van Nieuw York naar Rotterdam; do
„Obdam" amvetrde 7 Aug. van Rotterdam te
Nieuw-York; do „Prinses Sophie," van Bata
via naar Amsterdam, vertrok 7 Aug. van
Gönua; de „Burgemeester Den Tex", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 Augus
tus te Southamphon; de „Prins van Oranje",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 Augus
tus van Marseille.
Noordwyk: Zaterdag-avond tegen 9 uren
werd de politie gewaarschuwd, dat in een
droge greppel nabfl den Lynbaanweg, begren
zende een stuk land van den heer Arie Alke
made, op verdachte wyza eenige zakkeu met
bloembollen verborgen lagen. De burgemeester,
vergezeld van den g^raeen^o-secretaris en den
veldwachter Van Garderen, slaagde er in om
streeks middernacht twee arbeiders van ge
noemden heer A. de neven W. - op heeter
daad to betrappen, terwtjl zfl bezig waren
de zakken in veiligheid te brengen. De over
treders werden terstond in arrest gebracht.
Het onderzoek, dat gisteren ten raadhuize
gevoerd werd, bracht verder aan het licht, dat
het ontvreemde, ter waarde van circa f 120
bet waren narcissen (Bicolor Horsfieldii)
door een dorden persoon, J. v. B., in bewaring
genomen werden, welke laatste, dra in hech
tenis genomen, dan ook met de twee anderen
per tram van h.:lfvier gev^nkeiyk naar Leiden
en verder naar 's-Hage werd overgevoerd.
Gisteren werd onze gomeento bezocht
door een 75-tal pelgrims, van 's-Hage, be-
hoorende tot de Onderlinge Werklieden-Ver-
eeniging „Tot bevordering van Bedevaarten."
Wegens den Zoodag moesten de gewone
plechtigheden achterwege biyven en bepaalde
men zich tot het by wonen der H. Diensten
en een bezoek aan den godsakker.
Noordwyk: In den loop dezer maand
zal door den gemeente geneesheer zitting
worden gehouden tot kostelooze vaccinatie en
re-vaccinatie. Belanghebbenden voor kinderen
een der ouders kunnen zich a. s. Dinsdag
tu8schen 11 en 12 uren 's voormiddags ten
raadhuize aanmelden.
Het „Zweedsch Mannen-kwartet."
Als vier mannen elk ees soort stem bezitten,
weinig muzikaal gevoel en zoo goed als geen
gehoor, dan ie hot, op zyn zachtst genomen,
onvoorzichtig, uit die gegevens de aanleiding
te putten om te zamen concerten te gaan
geven. Zoo goed als geen gehoor, zeg ik,
want inderdaad, zelden heb ik zóó tergend en
oorverscheurend valsch booren zingen als door
dezen tenor. Zóó te staan zingen met het
tevredenste en gemoedelykste gezicht van de
wereld zonder onder die klanken een vlymende
pfin te voelen, enfin, dat komt voor by menscheo,
die geen onderscheid waarnemen tusschen
yzerschuren en muziek; maar wèl al het
vroesoiyke van dat gezang te voelen en dan
tóch in het openbaar op te treden, dat ia
eene zelfgenoegzaamheid, die een gewoon
menschenverstand te boven gaat. Ergo, de
heeren hooren het niet en hebben derhalve
ook geen gehoor.
Ook de andere stemmen zfln niet geschikt
om ons in verrukking te brengen. De omvang
by baritoa en bas is draaglyk, doch ook het
timbre is niet sympathiek, die stemmen zyn
droog en niet buigzaam genoeg. Behalve een
enkel aardig Zweedsch volksliedje bevatte het
programma niets, dat onze bijzondere aandacht
of waardeering kon gaande maken, het was
ook al tweede- en derde rangs-kunst.
Het is alweer het oude liedje: het buiten
land stuurt met veel bombarie en de noodige
réclame iets de wereld in en ook op Holland
af, dat wy in ons eigen land oneindig veel
beter bezitten. Ik betwyfel of er veel mannen-
zanggezelschappen in ons land te vinden
zullen zyn, die slechter zingen dan dit „be
roemde" kwartet. En als ten minste dat woord
„beroemd" er maar niet vóór stond, of er
6tond in plaats van de m een r, k la bonne
heure; we zouden zeggen: die benaming ge
tuigt altbans van zelfkennis, maar nu, neen,
er kan te veel van de menscheiyke welwil
lendheid gevergd worden. Zooveel is zeker:
als dit kwartet inderdaad in Zweden beroemd
is, dan zullen zy dien goeden naam, als bet
zóó voortgaat, in Hólland geheel verliezen.
Ter wille dan van hun naam zy den heeren
een spoedige terugkeer naar Zweden ten
ernstigste aanbevolen.
Er was zeer weinig publiek opgekomen
naar „Zomerzorg." Het is trouwens geen tyd
van het jaar voor zaal-concerten. De tempe
ratuur was werkelyk heel draaglyk. De pauzen
duurden lang. De muziek gelukkig niet. v. B.
CVI.
Waarlijk, indien later aan Rembrandt's
„Nachtwacht" een passender omgeving en een
intiemere verlichting zullen verzekerd zijn,
dan thans in het Rijksmusenm vallen aan te
wijzen, dan kan 't stellig niet worden ont
kend, dat, billijkheidshalve, de ijverige Bus-
.umsche portret-schilder met het leeuwen
aandeel van den rechtmatig verdienden lot
mag gaan strijken.
Gedachtig aan het „frappez toujours".
(dat thans als motto dienst doet) geeft Jan
Veth in de (gele) „Kroniek" onder het opschrift
„Wachter, wat is er van de Nachtwacht
een waardig-gesteld hoofdartikel te lezen,
waarin èn den referendaris van Schoone
Kunsten, èn den bouwheer van bet Huseum
harde waarheden worden gezegd.
Toch moet reed3 dadelijk worden erkend,
wil men uit het bovenstaande geen verkeerde
gevolgtrekkingen maken, dat ook uit dit artikel
blijkt, hoezeer Jan Veth er de man niet naar
is, om nóch de verdiensten van den heer De
Stuers, nóch de capaciteiten van dr. Cuypers
te verkleinen, doch, is bet niet volkomen be
grijpelijk, dat, waar kennelijk de referendaris
in zijn boekje over den Musonm-architoct
eenige „Seitenhiebe" aan het adres van den
heer Veth en zijn confraters bedoelde, zonder
namen te noemen, de ruiterlijke voorvechter
van een betere verzorging voor Rombrandt's
meest-vermaard doek, eene ridderlijk maar
tevenB onmoedoogend de waarheid aan bet
adres der beide heeren meende te moeten
zenden?
Het valt nu eenmaal te betreuren, dat die
z.g. Rembrandt zaal een „failure" is, doch
waar binnen- en buitenlandsche critici een
stemmig in bun afkeurend oordeel blijken te
zjjn en ook onze groots Jozef Israels zich
aan hun zijdo schaart, daar vermogen nóch
de schijnrodenen, nóch de stilzwijgendheid
van den heer De Stuers hulp aan te brengen.
Jan Veth neemt gereodelijk aan, dat er
voorstudie en goede wil bjj te pas zijn
gekomen, „maar", zoo schrijft hij verder,
„wij hebben te maken met het feit eener
jammerlijke dwaling."
„Bg al zgn groote verdiensten", zoo heet t
aan 't adres van don heer De Stuers, „moet
men toch zeggen, - en de gansche toon van
zgn waardeeniig van dr. Cuypers komt het
nog eene bevestigen, dat deze kunstbe
schermer, hoe aardig hg ook kan teekenon, al
luttel van den werkelflken kunstenaar in zgn
natuur heeft, en dit wel zóó weinig, dat hg
nauwelgks schgnt te beseffen wat hg derfr,
en, gewoon als hg is wat buiten zgn iaeeèn-
kring valt te miDachlen, in casu de door hem
onbegrepen artisten-critiek op de Nachtwacht-
plaatsing mede niet zonder hooghartigheid
van zich afschnift. Te goeder trouw, ik ben
er zeker van, maar ook te goeder trouw
worden door kundige lieden grove feiten be
gaan, en b.v. voorbg te zien, dat een man
als Jozef Israels honderdmaal beter dan een
leek verstaan zal wat aan Rembrandt toe
komt, is al van een bgna onbegrgpelgke
blindheid."
Ondeugend wordt Veth, waar hg (nadat
de schilder verklaard heeft aan een goede
oplossing der zaak nog niet geheel te wan
hopen), van den heer De Stuers sprekond, bet
volgende schrgft: „Ongotwgfeld heeft boze
sterke man aan zgn land een gansche rg van
gewichtige dienBten bewezen, maar die
grootste diensten, welke in het edelmoedig
opofferen van gelgkhebberg on vooroordeel
«d
Ik sprong achteruit: „Verklaar uw woorden
duidelykor, ofNu zegt by my vlak in
't gezicht, dat myn stille geldschieter niet
Öervais heet, maar Trésorier, dat hy by die
party behoorde, dat hy dit en dat gedaan
heeftalle dingen, die ik even zoo goed
weet als hy, en eindelijk laat by my een
voudig staan. Als tot oen zoutpilaar versteend,
stond ik onder Mirabeau's borstbeeld, dat met
ïny scheen to ^potten. Ziedaar hoe ik het
vernomen hobl Kan men zich een denkbeeld
tnaken van zulke slechte streken, zulk een
Verradoriyko berekening? Hy had gelyk, die
kl ine Marvójpuls; Orleanisten, die veroor
loven zich zulke dingen, men kan hoe
daaraau kennon l Maar het zal niet zoo met
Voordon alleen afloopenzoodra ik dezen
Gervais, of beter gezegd Trésorier, in handen
krijg, zal hy ondervinden, dat men een op
volger van Blanqui niet ongestraft zoo kan
behandelen 1"
„Maar, vader," zeido Gllberte op zachten
toon, „zijt gy er wel zc-kor van, dat deze
Trésorier workoiyk zulke valscho plannen
heeft gekoesterd? Misschien is de reden, die
hem tot die handelwijze bewogen heeft, veel
eenvoudiger dan men u hoeft voorgesteld, en
gy meont te moeien aannemen."
Courcior bleof plotseling stilstaan en plaatste
rich voor zyn dochter.
„Wat beteekenen deze woorden?" vroeg
hy met opgetrokken wenkbrauwen en ge-
strengen blik. „Zeg my zonder omwegen wat
gy bedoelt.... Weet gy er iets meer van?
Heeft die Gervais misschien met u ge
sproken
„Ja, vader, en wel heden nog."
„En hy zeide tegen u?
Gilberts gaf geen antwoord, maar haar stil
zwijgen was zóó welsprekend, dat haar vader
opeens den toestand begreep en de sluier voor
zyn oogen wegviel. Henri's gedrag werd hem
opeens opgehelderd, het kwam hem duidelyk,
praclisch, rationeel voor, maar daarom niet
aangenamer voor den huisvader en even
compromitteerend voor den politiker. Na
eenigen tyd nadenkens, waarin hy zich de
geheele zaak tot in haar verste gevolgen
voorstelde, achtte hy het noodzakeiyk, zijn
dochter verder te ondervragen.
„Dus was het om uwentwil, dat hy zich
by ons ingedrongen heeft?" vroeg hy haar
met zonderlinge bedaardheid.
„Ja, papa."
„Nu, myn kind, al heeft hy er ook andere
bedoelingen mede gehad, zoo wordt de handel
wijze van dezen jongen man er toch niet
minder berispeiyk om, want behalve het
nadeel, dat zyn inmenging in myn zaken my
kan berokkenen, komt ook nog het kwaad,
dat by u door zyn gedrag kan aandoen. Maar
is hy dan zoo vermetel geweest, u zyn liefde
te verklaren?"
„Dat was onvermijdelijk en ik kan u ver
zekeren, dat hy het op de meest kiesche
wilze gedaan hoeft I"
„En wat was het doel, dat hy daarby te
kennen gaf?"
„Maar, vader, het eenige, dat mogeiyk wasl
Hy heeft my vurig gebeden zyn vrouw te
willen worden."
„Gy?" riep de afgevaardigde woedend uit
„Courciers dochter de vrouw worden van een
aristocraat l"
„Het ia volstrekt onnoodig, dat ik my er
mede bemoei, om deze mooie plannen in
duigen te doen vallen," hernam Courcier op
bitteren toon. „Gy zult spoedig vernemen,
hoe de familie Trésorier daarover denkt 1
Gilberts Courcier de schoondochter worden
van mevrouw de barones, een vrouw, die haar
familie-wapen op de paneelen van haar rytuig
laat schilderen, die een vriendin is van de
moeder van don pretendent l"
„Arm kind," gmg Courcier verder, „gy zult
eens hooren wat wy in de oogen van die
lieden zynl Voor hun zoon, den jongen baron,
is een prinses hoogstens goed genoeg I Weet
gy wel, dat deze Trésorier meer dan honderd
duizend franken inkomen heeft, die hy op do
Beurs verdiend hoeft met het omzetten van
een ryksdaalder, wel het minste baantje, dat
er bestaat! En al dat geld zou Courciers
dochter inden schoot vallen? Ik zou het
hem voor de voeton werpen, maar deze moeite
zal my wel bespaard biyven.... het zal ons
in 't geheel niet aangeboden worden."
„Maar, lieve vader, wat hadden dan Tróso-
riers woorden te beteekenen en waarom zou
hy my dan gevraagd hebben?"
„Een ellendige list 1 Een ellendige valstrik,
die reeds al te dikwyls heeft gediend. Eerst
van huweiyk spreken en daarna? Zie, myn
kind, ik heb u opgevoed alsof gy een zoon
waart, ik heb de gevaren en klippen van het
leven niet angstvallig voor u verborgen ge
houden. Ik wilde uw deugd versterken, door
u die te loeren kennen en kan dus openhartig
met u spreken, zonder u te kwetsen. Vertrouw
niet op de beloften, die u gedaan werden.
Het zyn niets dan leugens, de taal van een
losbol, de valscbe munt, waarmede zulke
heeren betalen. Deze jonge edelman en mil-
lionnair heeft zich verwaardigd de oogen te
laten vallen op een meisje uit het volk en
tegenover die burgerdochter is alle3 geoorloofd,
het zyn hun rechten! Woes op uw hoede,
laat u niet overreden, gy zoudt geen tranen
genoeg vinden, om de smart der teleurstelling
te beweoDenl Maar ik ben nu op do hoogte
en weet wat ik te doen heb, en zal dien ver
liefden dwaas op de vlucht weten te jagen,
wanneer hy het waagt ook maar voorby dit
huis te komen. En zoo waar als alle menschen
gelyk zyn, zal ik dezen jongen de beenderen
in zyn lichaam stukslaan, wanneer en waar
ik hem te pakken kan krygenl"
Gilberte had haar vader de welwillende
bedoelingen van de barones Trésorier kunnen
mededeelen en hem daardoor tot een zachter
oordeel kunnen brongen, het kwam haar
echter botor voor, vooreerst daarover te
zwygen. In de stemming, die hem nu be-
heerschte, kon Courcier er licht toe komen,
ook de zoo geruststellende tusschenkomst van
de moeder verkeerd uit te leggen, ja, hy had
zich misschien tegen het voorgenomen bezoek
verzet en daardoor Henri's hoop en plannen
geheel in duigen geworpen. Het jonge meisje
deed dus zooals zy gewoon was te handelen,
wanneer haar vader ontevreden met zyn lot,
verbitterd over de opkomst van een kameraad,
of over het een of ander, dat hem als een
miskenning zyner talenten voorkwam, als een
woesteling heen en weer geloopen, geraasd
en getierd had en zyn toorn in hevige woorden
had lucht gegeven; zy liet het on weder over
haar heengaan en verdroeg het zonder klagen.
Heden had zy ook iets anders, om haar
gedachten mede bezig te houden, en slechts
met een half oor naar haars vaders bittere
klachten te luisteren; zy doorleefde in haar
herinnering nog eens dat heerlijk uur, waarin
Henri haar voor het eerst van liefde had
gesproken. Zy zag zyn ontroerd, geliefd gelaat
voor zicb, zy hoorde den smeekenden klank
zyner stem en zyner woorden, zy lette op
zijn bewegingen, die zoo duidelyk ongeduld
en neerslachtigheid hadden aangetoond, zy
zag hem weer voor haar neergeknield en
voelde nog zyn lippen op haar hand en haar
voorhoofd. Courcier kon bulderen, dreigen
zooveel hy wilde, zjj hoorde het niet en waa
er doof voor. Zy bevond zich in de toover-
wereld harer droomen, werd door beelden
van zoet geluk bedwelmd.
(Wordt vervolgd)