N°. 11484 Woensdag 4 Augustus. A0. 1897 feze (gcurant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 3 Augustus. Feuilleton. CILBERTE. DA&BLAD. iPBUS DEZER COURANTE Toor Leiden per 3 maanden, ..#-*» *r 1.10# Franco per poet 1,40* Afzonderlyke Nommere 0.06. PBUS DEB ADVEBTEMTIËN; Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel méér f 0.17J. Groolere letters naar plaatsruimte. Vper het incasseoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Evenals tien jaren geleden, toen de heer J. A. Loügepee veertig jaren hier ter stede als chirurg gevestigd was, ging de dag van heden, na by zyn gouden jubileum als zoodanig mag herdenken, geenszins onopge merkt voor hem voorby. Ook thans mocht b|j vele en velerlei zoowel stoffelijke als andere blijken van belangstelling ontvangen. Ver schillende corporaties, waarmede hy in be trekking staat, collega's en tal van patiënten en vrienden maakten öf by hem hunne op wachting df boden hem op andere wyze andermaal hunne hartelyke gelukwenschen aan, vergezeld van keur van bloemen. Ook de afdeeling Leiden en omstreken van de Nederlandsche Maatschappy tot bevordering der Geneeskunde bleef niet achterwege. Yan gan8cher harte zullen allen zich met ons vereenigen met de welgemeende woorden, welke den algemeen geachten jubilaris ook voor zyn verder, zy bet ook reeds vry gevor derd, levenspad werden toegesproken. - Voor het examen Engelsch lager onder- w\js is geslaagd de heer J. F. Rinkema, van Leiden. - Hedenmorgen om acht ujenzyn de beide battelyen van het tweede reg. veldarti 1 rie, alhier in garnizoen, naar de legerplaats bij Oldebroek vertrokken. Zy passeerden hier in de stad van uit de Doelenkazerne de Varken markt, Noordeinde, Rapenburg, Do^zastraat (omdat d) rails der Hoogewoerdsbrug ver- Dieuwd worden), Plantsoon en vervolgden over den Hoogen Ryndyk den weg naar Utrecht. Zy werden uitgeleide gedaan door de staf- muziek van het vierde regiment infanterie. Met de batteryen uit 's-Gravenhage, onder kolonel J. F. Diemer, worden ze van 6 tot 14 dezer gedetacheerd in genoemde legerplaats tot het houden van schietoefeningen. - Te Zutfen is benoemd tot leeraar in de plant- en dierkunde aan het gymnasium en de H. B.-School de heer H. D. Tjeenk Willink, doctorandus te Leiden; id. in de Hebreeuwsche Htaal aan het gymnasium, dr. H. W. Ph. E. Van den Bergh van Eysinga; id. in de Ned. taal en letterkunde aan het gymnasium, de hetr K. O. Meinsma, thans tijdeiyk leeraar. - Onlangs kwam in ons blad oen ?rtikel voor betreffende het seminarie Hageveld by Voorhout, dat in 1871 werd vergroot. De naam van hem, aan wien dat werk werd opgedragen, was echter verkeerd gespeld, en moest niet zyn die van den heer Zuidgeest, maar van nu wyien den heer B. Zuidhof, aannemer to Haarlem. - Te '8-GraveDhage is overleden de ge- pensionneerde kapitein-1 r-zeo H. B. Kip, oud-gouverneur van Curagm en onderhoorig- heden, ridder van de Militaire Willemsorde cn van d6n Nederlandschen Leeuw. De teraardebestelling zal plaats hebben morgen Woensdag, des voormiddags te 11 uren, van bet sterfhuis, Celebesstraat 44, ter be graafplaats „Nieuw Eyk en Duinen." - Ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin Regentes wapperde te Apeldoorn en Het Leo van schier alle wonin gen de vaderlandsche driekleur. Des morgens te 9 uren bracht het Apeldoomsche muziek corps „De Harmonie" voor het paleis een aubade, welke aanving met het spelen der melodie van psalm 134. De beide Vorstinnen stonden voor een der ramen van de audiëntie zaal; HH. M.M. begroetten de menigte voor het paleis en onderhielden zich enkele oogen- blikken met de bestuurders van het muziek gezelschap. Den geheelen dag regende het telegrammen en gelukwenschen. Een extra-trein van de Holl. IJzeren-Spoorwegmaatschappy, bestaande uit twee salonrytuigen en eemgegewone waggons l8te klasse, vertrok gistermiddag te 1 uur 43 minuten van Den Haag naar het Loo met een 12-tal dames en heeren van de Hofhouding, die genoodigd waren tot deel neming aan het gastmaal, gevolgd door een feestavond, welke ten Hove plaats hadden. De ministerraad heeft langs schriftelyken weg H. M. met Haar verjaardag zyn geluk wenschen aangeboden. Des middags reden de Koninginnen zeer langzaam door het dorp. Gedurende het diner speelde het muziek corps van het 6de regiment infanterie van Amersfoort op het bassecour. In het dorp werd gisteravond een volks concert gegeven door „De Harmonie". De viering van d9n verjaardag der Regentes werd in de residentie ditmaal, in tegenstelling met vorige jaren, besloten met eon groot vuur werk op het Malieveld, in stede V3n een illu minatie in het Bosch Het slaagde over het algemem uitstekend en droeg, vooral wat kleurenmengeling betrof, een fijn cachet. De hoofdnummers, twee malen de naamcyfers der Regentes, gedekt door de koninklyke kroon en met lauweren omkranst, werden uitbundig toegejuicht en met het spelen der volksliederen begroet. Humoristische voorstellingen van twee worstelaars en twee gedresseerde olifanten wekten veel vroolykheid. De openbare lands- en stadsgebouwen prykten met de gewone gas- of vetverlich* tingen, ook enkelo magazynen waren keurig verlicht. Het Kurhaus was keurig versierd en zoo wel het orkest als de jeugdige pianist Stem de! bracht door volksliederen hulde aan de verjarende Vorstin. In de zitting van gisteren der Synode van de Ned. Herv. Kerk werd door de ver gadering een telegram van gelukwensching aan Hare Majesteit verzonden, terwyi door den voorzitter een woord van hulde aan Haar werd gewyd. Aan de orde waren verschillende missives van J. Biemond c. s. te Nieuw-Vennep, in zake moeilykheden, ontstaan door de ver andering der grensscheiding tuSschen de ge meente Kage en Niouw-Vennep. Besloten werd met wyziging van het synodaal besluit omtrmt bedoelde grensscheiding van 1894 te bepalen, dat de renten van het kapitaal tot zelfstanaigmaking van Abbenes, in het belang van dit ladtste gedeelte vaD Nieuw-Vennep zal gebruikt worden, en dat voorts in deze buitengewone omstandigheden, een subsi ie ad ƒ500 uit het fonds ter voorziening in de geestelyke behoeften, ten behoeve van een godsdienstonderwyzer te Abbenes, aan Nieuw- Vennep zal worden toegekend, behalve een toelage van 150 voor het overige van dit jaar. Een verzoek van den riüg van No^rdwyk om dispensatie van Art. 23 Regl. op de vacaturen voor de gemeente Kage, werd toe gestaan voor den tyd van een jaar. Een gelyk verzoek van den ring Batenburg voor de gemeente Pufiyk en Leeuwen werd aange houden, aangezien de stukken ni9t in orde waren. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad van Delft werd corvol ontslag verleend aan den heer J. N. Verschoor als directeur der back van leening en hem een pensioen toegekend van ƒ1160; in ver band met dat ontslag werd besloten den eersten ambtenaar C. D. Mension op een salaris van 1200 zonder meer tydelyk met de waarneming te belasten, tot het organi satieplan der bank van leening is tot stand gekomen. Dr. A. Bester Jz. werd voor den cursus 1897/98 ontheven van het geven van lessen in de natuurlyke historie aan de H. B.-school. De verorderiDg tot regeling van hetonder- wys op den handelscursus en de invordering van het schoolgeld werd vastgesteld. Het voorstel lot het bouwen van een nieuwe school op een terrein aan de Doelenstraat en tot vergrooting der school No 2b werd aan gehouden Hét rapport der commissie betref fende de regeling der jaarwedden van de leer aren aan het Gymnasium werd zonder discussie aangenomen. Het stoomschip „Prins "Willem III", van Amsterdam naar West-Indiê, passeerde 31 Juli Ouessant; de „Bundesrath", van Hamburg en Antwerpen naar Oost-Afrika, arriveerde 2 Aug. te Port Said; de „Generaal", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 31 Juli van Marseille; de „Kaiser" vertrok 1 Aug. van Majunga naar Vlissingen en Hamburg; de „Koningin Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 3 Aug. te Genua. Op „Nieuw Eyk en Duinen" by Den Haag, in tegenwoordigheid zyner talryke vrienden, had gisteren de begrafenis plaats van de gep. luit. kolonel, oud-chef van den telegraphischen dienst in Nederl. Ir.dië, Friedrich Carl Ernst Meyer. Geboren te Keulen in 1833, bereikte hy den leeftyd van 64 jaren. Als cadet te Beriyn in dienst getreden, werd Meijer in 1850 bevorderd tot Port d'Epóe- F&hnrich by het 18do Pruisische infanterie- regiment, en legde in 1852 het officiersexamen af. In 1854 nam hy ontslag uit don Pruisi- schen dienst en begaf zich naar Ned.-Indië. In 1861 werd hy aldaar benoemd tot 2den luit. der inf., in 1867 bevorderd tot lsten luit., in 1874 tot kapitein, in 1882 tot majoor en in 1886 tot luit. kolonel, waarop hy, op zyn verzoek, in 1888 eervol uit den militairen dienst ontslagen werd. In 1874 werd Meyer genaturaliseerd als Nederlander, en tot zyn dood had hy zyn nieuw vaderland, dat hy niet heeft willen verlaten, lief. Byna zyn geheelen diensttijd bracht by door by den topographischen dienst, wa rvan by een sieraad uitmaakte, en waaraan by gewichtige diensten bewees. In verband met dezen werkkring was Mey ?r selert 1876 geplaatst by den generalen staf van het Ned. Indische leger. In 1859 maakte hy de Bonische expeditie mede, en ettelyko jaren bracht hy op het oorlogsveld, in Atjeh door. Hoe hy zich daar wist te onderscheiden bewyzen de koninklyke belooningen, die hem ten deel v iff en. B9 overledene was een edel meDSch, hoog gewaardeerd in een uitgebreiden vriendenkring. Hy was versierd met de Militaire Willems orde 4de kl., den Nederlandschen Leeuw en do eeresabel. De Internuntius is Zaterdag-avond in de residentie teruggekeerd. Gisteren woonde Mgr, varnassi een kerkelyke plechtigheid te Rotterdam by. De heeren mrs. T. G. H. Reitsma en J. Ph. Castendyk zyn gisteren voor den Hoogen Raad beëedigd als advocaat-generaal, resp. by het gerechtshof te 's Gravenhage en by dat te 's-Hertogenbosch. Als advocaat en procureur by den Hoogen Raad is gisteren beëedigd mr. L. A. Micheels, te 's Gravenhage. Prof. G. Ruge, hoogleeraar in de anatomie te Amsterdam, heeft, naar het „N. v. d. D meldt, de benoeming tot hoogleeraar aan de universiteit te Zürich als opvolger van prof. Stóhr, die naar Würzburg gaat, aangenomen. Prin3 George van Saksen, broeder van den koning van Saksen, is gisteren met prin ses Mathilde, zyn dochter, in Den Haag aan gekomen. Beide vorstelyke personen werden opgewacht en verwelko md door de te Scheve- ningen vertoevende vorstin van Hohanzollern- Sigmaringen, van wie zy familieleden zijn en cie den prins en de prinses in haar equipage naar Schaveniugen geleidde, alwaar zy af stapten in een der villa's behoorende tot het „Hotel Kurhaus." Prins George van Saksen, aie den leeftyd van ongeveer 65 jaar bereikt heeft, is generaal-veldmaarschalk in het keizer- ïyke leger van Duitschland. De prinsen en prinsessen, die Zondag te Scheveningen zyn aangekomen, zyn: prinses Augusta Victoria, prins Freaerik Victor en prins Frans Joseph van Hohenzollern Sigma ring en kinderen van den erfprios van dit vorstendom. De beide prinsen 2yn tweelingen, geboren 30 Juli 1891 en hebben dus Vrydagjl. hun 6de levensjaar bereikt. De prinses is 7 jaar. De gemeenteraad van Marken heeft be sloten, een adres te richten aan H. M. de Koningin Regentes ter verkryging eener telephonische verbinding van Marken met den vasten wal. Verder werd besloten, afschriften daarvan te zenden aan Ged. Staten, en aan de gemeentebesturen van Edam, Enkhuizen, Hoorn, Huizen, Maassluis, Monnikendam en Vlaardingen, met het verzoek, dit adres te steunen. De gemeenteraad van Gorkum heeft aan den heer H. L Hoykoop, op diens verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar in de Hoog- duitsche taal- en letterkunde, alsmede in het schoonschryven aan de „H. B.-School en in de Hoogduitsche taal aan het Gymnasium aldaar. Tevens werd besloten hem voor éón jaar een toelage van 600 toe te kennen. Hr. Ms. flottieljevaartuig „Edi," onder bevel van den luitenant ter zee lste P. A. R. Hennequin, is 2 dezer te Colombo aange komen. A 1 k e m a d eVolgens publicatie ligt ter gemeente-secretarie ter inzage een ly6t, als bedoeld in art. 4 2 der Wet op de Pers. Btl. en art. 1 van het Kon. Besluit van 18 Dec. 1896 (Stsul. No. 223), inhoudende, dat van do St.-Pancratius-Vereeniging te Roelof- Arendsveen, B 137, geen pers. belasting naar den lsten, 2den en 3den grondslag zal wor den geheven. Nieuwe -Wetering: Alhier kreeg de 25-jarig3 zoon van den veehouder E. Blonk, terwyi hy wilde inspannen, van het paard ean hevigen trap tegen het hoofd, dat daar door zwaar letsel ontving. De toestand van den gekwetste is naar omstandigheden vry bevredigend. Sassenheim: Woaredag 4 Augustus, des namiddags te één uur, zal ten Raaahuize gelegenheid bestaan tot kostelooze inenting. Zoeterwoude: Onder het vee van J. W. Van Stalduinen hooft het mond en klauw zeer een offer geëisebt; een pinkstier van genoemden landbouwer is aan die ziekte be* zweken. Het cadaver 'is reeds ondc-r politie toezicht en op last van den districts-veearts- plaatsvervanger begraven. De ziekte is in deze gemeente nog niet geweken; het doen van aangiite van ziek vee vermindert evenwel sterk. Brieven uit Bayreuth. Wanneer ooit eene verplichting zwaar drukte op hem, die ze op zich genomen had, dan is 't die van voor de lezers uwer courant te schryven over de opvoering van „Parsifal", gisteravond. Wat valt er te vertellen van een byoa volmaakte voorstelling, van een kunstwerk, grootscher en verhevener dan er ooit een ge- geschreven werd? Van een kunstwerk, dat ons allen, die daar nederzaten in den tempel te Bayreuth, nederdrukte door de macht van zyn groote schoonheden, en tevens hemel hoog verhief boven alle aardsche lied en vreugd door die wydende kracht, die alleen aan volmaakte kunstwerken, door 't genie ge schapen, eigen is? Doch, de. belofte is gedaan: ik wil daarom trachten in 't kort weer te geven, hoe het heerlykste van alle dramatisch-muzikale kunst werken ons gisteren werd voorgevoerd. Had men my onmiddellyk na de voorstelling gevraagd: hoe zong Parsifal? hoe actetrde Kundry? was 't orkest, was 't koor goed?ik had er niet op kunnen noch mogen antwoor den. De eerste indruk was zóó overweldigend, de storende momenten zóó zeldzaam en van zóó weinig gewicht tegenover het heeriyk schoone, ons geboden, dat er slechts óéu indruk te constateeren valt- dien van een ongekend kunstgenot. Een kunstgenot, zooals alleen Bayreuth ons geven kan. 12) „Waarmede ge my een grooten dienst hebt bewezen, beste vriend 1" riep de jonge man uit. „Hoe zal ik u daarvoor genoeg kunnen danken?Ja, gy hebt goed geraden ik moet zeer voorzichtig zyn, maar ik kan u zweren, dat het hier geen staatkunde betreft. Zeg my echter, bid ik u, wie het is, die my laat nagaan?" „Een afgevaardigde van de uiterste linker- zyde, die gaarne van zich wil doen spreken. Een opgewonden democraat, die echter zeer weinig beteekent: Courcierl" „Alle duivels 1 Maar waarom stelt hy een onderzoek naar my in?" „Hy wil slechts weten, wie en wat gy zyt, van waar gy komt en wat gy in den zin hebt. Hy is een domkop, die zich verbeeldt, dat de geheele wereld zich met zyn onbe- duidenden persoon bezighoudt en die voor zichzelven de politie vreezende en hatende als den dood, het niet beneden zich acht, tegen aüderen zich van haar te bedienen. Wat zal ik nu aan dat heerschap zeggen?" „Dat ik Gervais heet en in de Spontini- straat een rustige woning heb gehuurd, om daar ongestoord de staathuishoudkunde te hestudeeren." „Goed! Maar bega geen onvoorzichtigheden, opdat ge ons niet in ongelegenheden brengt." „Daar kunt ge op rekenen.... nogmaals dank." Courcier was geheel en al gerustgesteld, toen hy vernam, dat de nieuwe huisbewoner werkeiyk Gervai3 heette en zich met ernstige studie bezig hield. Hy bekommerde zich dan ook in 't geheel niet meer om hem, totdat hy op een Donderdagmiddag, tegen vier uren, den jongen man ten tweeden male op de binnenplaats van het huis ontmoette, die zich niet tevreden stelde met hem te groeten, maar hem op een eerbiedigen toon aansprak. Mynheer de afgevaardigde," zeide hy met een buiging, die tegenover een gekroond hoofd voldoende zou geweest zyn, „ik weet niet of ik de eer heb door u herkend te worden? Ik heb reeds eenmaal het genoegen gehad met u in gezelschap te zyn en zoo ik my verstout u aan te spreken, dan is dit, omdat ik my overtuigd houd, dat iemand van uw talent zich niet met minachting zal afwenden van een pas beginnende en niet uit de hoogte neerziet op anderen, die werken willen, welke geringe resultaten dit in den aanvang ook oplevert." Courcier richtte zich in zyn volle lengte op en antwoordde met een stem alsof hy tegen zyn kiezers sprak: „Ik zie, dat gy my kent, jonge man. Ja, ik stel belang in allen, die werken willen, en vooral in pas beginnen- den waarmede kan ik u van dienst zyn?" „Ik ben met een veelomvattend werk over het communisme begonnen, en wetende, dat gy een aanhanger van de zuivere leer zyt, had ik den geheimeu wensch, u omtrent enkele zaken te raadplegen, ten einde geen aanleiding te geven, dat yverige tegenstanders zich van myn zwakke punten tot tegenspraak kunnen bedienen." De blikken van den geesteiyken erfgenaam van Blanqui rustten met welgevallen op den jongen man en hy antwoordde ditmaal op vriendelyken toon: „A zoo, jongmensch, gy schryft over het communisme? Een onuitputtelyk onderwerp, een werk, dat geniale gaven vereischt „Dat is oók de reden, waarom het my 't best voorkwam u om raad te vragen." „Ja, aan my, dat is ook zeer goed; maar hoe jammer, dat gy den „vader" niet hebt gekend! Die man bezat een hoofd, een geest, zooals geen tweede bezit l" „Maar nu hy er niet meer is „Ja, ja, ik weet welik mag gerust zeggen, dat ik de eenige ben, die zyn ware leerstellingen zuiver en onvervalscht kan weergeven, ja, de eenige waDt er zyn ver- metelen maar wat doet dat er ook toe Ik wil u aanhooren ik ben de apostel van de collectivisti8che denkbeelden en mag u dus myn hulp by uw werk niet onthouden. Zoek my morgenochtend tegen elf uren in de Kamer op, daar kuonen wy ongestoord spieken. Laat my door een der bedienden uw kaartje brengen." „Hoe zal ik u voor uw vriendeiykheid danken?" „Bedank my niet. Het is mtJn plicht u te helpen, waar gy evenals ik de zaak van den vooruitgang van het menschdom voor staat." Met een beschermende handbeweging groette hy den jongen man en trad zyn woning binnen. Dien avond aan tafel was Gilberte zeer verbaasd haar vader plotseling te booren zoggen „Ik heb van middag den heer Gervais ont moet en hem ook gesproken het is een flink jongmensch, met voortreffeiyke begin selen het zou my niet verwonderen, wanneer hy een goede toekomst te gemokt gaat." Het jonge meisje vroeg zichzelve af: „Hoe zou hy het toch aangelegd hebbeD, om papa voor zich te winnen? Hy moet wel zeer by de hand zyn en my oprecht liefhebben, want dat hy dezen stap gewaagd heeft, om my nog eens weer te kunnen zien en spreken, wordt my hoe langer hoe duidelyker. Wie weet, misschien valt hy wel zeer in papa's smaak. Zyn gezicht stqnd zoo vriendelyk, toen hy van hem sprak 1" Zy voelde zich dien avond byzonder vrooiyk en gelukkig. In dien tusschentyd bevond Henri zich in zyn kamer in de rue de Presbourg, waar hy ingespannen zat te studeeren in Proudhon en Cabet, want by moest zich immers zooveel raogelyk met hunne denkbeelden vertrouwd maken, wanneer hy de rol wilde volhouden, die hy tegenover den afgevaardigde was begonnen te spelen. En zoo zat hy dus iQ de prachtige woning zyns vaders, aan alle kanten door weelde en pracht omgeven, te studeeren in het welbekende vlugschrift: „Eigendom is diefstall" Op het bepaalde uur kwam Henri Trósomr den volgenden morgen in het Palais-Bourbon, werd door den portier en een kantoorjongen terechtgewezen en kwam eindelyk in de bibliotheek, waar Courcier, op het tweede ontbyt wachtend, de couranten zat te lezen. De afgevaardigde stond op en bracht den jongen man naar een nog ledige galery, waar zy gingen zitten. „Vergun my, jonge vriend, dat ik u vóór alles een vraag doe," zeide hy op plechtigea toon: „Bezit gy middelen van bestaan?' „Ja, mynheer de volksvertegenwoordiger. Myn familie kan zeer goed leven en ik beb zelf de vrye beschikking over een klein ver mogen." „Dat is zeer goedl Want ik moet u open hartig bekennen, dat de politiek in deze dagen iemand geen droog brood verschaft." „Ik kan leven, zonder geld te verdienen." „En toch zyt ge een van de mynen?" vroeg Courcier met een spottende uitdrukking op zyn gelaat. Henri wierp den spreker een strengen blik toe en antwoordde: „De uiterlyke omstandigheden hebben met de overtuiging niots te maken." „Zeker niet! Ik heb er wel meer gekend, die waren zooals gy en het waren zelfs de hartstochtelyksteD, de dwepers! Maar verdeel Welken vorm zyt gy voornemeD6 aan tlw werk over onze leerstellingen te geven?" „Den vorm, die het doeltreffendst zal wezen voor de goede zaak en die myn persoon het meest zal doen in 't oo/ vallen." {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1