§9
1 li
MENGELWERK.
Benrs van Amsterdam.
CIJFER 2 THOMSON'S THEE.
io opdrljviDg der belastingen toeschrijft.
Volgens hem vertegenwoordigde de huur
waarde van het gebouw een som van f 25,000
en de verkoopwaarde een bedrag van 4'/j
ton. Wie er pleizier in heeft kan de geheele
zaak op h?t oogenblik voor twee ton koopenl
Het spreekt dus vanzelf, dat de kasteleins,
waarvan velen op zeer zware lasten zitten,
het loon hunner kellners niet kunnen ver-
hoogen, of loon geven aan hen, die nu alleen
van de fooien levende concurrentie verbiedt
do prijzen van het consumabel op te slaan,
hetgeen noodig zou zijD, wilde men de fooien
afschaffen; en nu komt er nog bij, dat de
fiscus van de kleinste tot de grootste inrichting
oen zóó hooge belasting heft, die de menschen
de3 te meer treft, omdat zij in den waan
verkeerden, dat zij minder belasting zouden
betalen.
Eigenaardig is bet, dat, op een paar uit
zonderingen na, alle eigonaars van groote
inrichtingen klagen over de moeilijkheid om
het boofd boven water te houden. De groote
fout zal wel daar ÜggeD, dat we de allures
van een woreldstad hebben aangenomen,
maar geen wereldstad zyn. Daarby komt, dat
alle neringdoenden klagen over de moeilijkheid
van den strijd om het bestaaD, over de
mindere koopkracht der burgerij, vooral van
don middenstand, en daar nu bovengenoemde
cafó'8 nagenoeg alleen van dien middenstand
moeten bestaan de rijke, aanzienlijke Amster
dammers verteren bier geen geld, maar wel
in het buitenland spreekt bet vanzelf, dat
de café's den terugslag ondervinden en dat
het thans voor de kellners het minst geschikte
tijdstip is om een verandering in hun positie
uit te lokken.
Zy mogen te klagen hebben, maar er zyn
patroons onder, die misschien niet per jaar
het geld verdienen, dat de kellner maakt,
die het beste gedeelte van zulk een cafó bedient.
By het scheiden der markt brengt De (anti-
rov Nederlander een eere-saluut aan het af
getreden Kabinet, want, zegt het blad:
het afgetreden Kabinet heeft, over 't algemeen
gesproken, zyQ moeilijke taak op loffelijke
wyze volbracht.
Het zyn inderdaad „vele en gewichtige
diensten", die de meeetea hunner aan H. M.
en aan het land hebben bewezen.
„Opgetreden onder zeer moeilyke politieke
omstandigheden, met een oppositie tegenover
zich, wier felheid door den loop des tyds weinig
verminderde, steunende op een meerderheid,
welke eigeniyk geen meerderheid was, heeft
het kabinet de „beperkte taak", die het
zichzelf gesteld had en die gelukkig ruimer
was dan sommige opponenten op „constitu
tioneel©" gronden verlangden, met taai3 vol
harding en bewonderenswaardige geestkracht
volbracht".
Het blad wfjst dan op de kiesrechtuitbrei-
ding, de herziening van het personeel, de
regeling der gemoentefinanciön, de instelling
der Kamers van Arbeid, die daar staan als
zoovele monumenten van da werkkracht en
het beleid van het afgetreden Kabinet, uit
stekende tusscben al het overige, dat (vooral
ook door den minister van financiën) in deze
periode tot oploising word gebracht.
„Dit te erkennen voegt thans den tegen
stander, al biyven wy betreuren de wyze,
waarop met name minister Van Houten nu
en dan het geloovige deel onzer natie heeft
bedroefd. Wfj denken by dit laatste inzonder
heid aan de quaestie der middernachtzenaing
to Leeuwarden en aan de onderwysposten op
de begrooting van 1896.
Wat den premier aangaat ofschoon zyn
werkzaamheden, door den aard van zyn depar
tement, minder aan het licht kwamen wy
meenon een groot deel van het welslagen der
taak, die zyn Kabinet zich stelde, en van de
wyze gematigdheid, die het veelal in acht nam,
op zyn rekening te moeten stellen, en wy
betreuren, dat, nu een nieuw liberaal Kabinet
optreedt, de heer Röell daarin gemist wordt.
Moge, wanneer straks voor de nieuwe
Regeering de tyd van heengaan daar is, deze
kunnen terugzien op een even vruchtbare
periode als welke thans verstreek, en boven
al, moge zü in voldotnde mate rekening
houden met het Cbristelyk bewustzyn der
natie om mode door den steun van het ge-
loovig deel der Kamer die vruchtbaarheid te
d«en intreden."
In Eet Centrum lezen wy onder het hoofd
Taal en Sty 1:
In het bureel van een voornaam dagblad
ontdekt oen geestig medewerker in het opstel
„Het Kabinet", door ons, eergisteren, opgeno
men, de volgende „politieke stijlbloempjes":
„„Hy houdt vast aan hooge idealeD,
maar hy weet ook, dat men idealen niet zon
der wat inkrimping verwezeniykt."
„Dit doet denkon aan krimpgesneden idealen.
„En weer ergens anders:
„Een warm hart klopt in hom, maar zyn
hart luistert naar den harteklop der party."
„Niet alle beeldspraak is even mooi!"
Helaas, niet alle ciitiek is even juist.
Zie Van Dale over krimp, waar het
visschen geldt, en krimp als wortelwoord
van inkrimpen.
Op een bureel, waar men de va6tewet kent,
weet men wo',dat krimpe visch: levende,
byna levende visch is.
En ook zal men daar uit de H. Schrift wei
weten, dat men aan het hart alle Ievensfunc-
ttën toe kan schryven.
Als men over styi wil oordeeleü, moet men
zyn taal kennen.
In dienst der politie*
„Onder alle ambten moet dat van detec
tive toch wel een der moeiiykste zyn", zeide
ik eens in een gezelschap.
„Hoegenaamd niet", antwoordde myn vriend
X., een Fin, onlangs uit Rusland terugge
keerd; „dat kan soms minder moeilyk zyn
dan men gelooft; ik ten minste heb dit onder
vonden".
„Maar", herhaalde men langs alle kanten,
„wat hebt ge te dien opzichte dan onder
vonden?"
„Meer dan gy denkt", verklaarde hy, „daar
ik tydens myn reis in St.-Peteraburg zelf
dienst deed als detective".
„Gy?" klonk het als uit één mond, en
meer dan een stoel werd onbemerkt eenigs
zins weggeschoven van den man, die zoo
Fin, kalm. „Ik ben gewoon te reizen en ik
weet, dat de zakken van een overfrak slechts
dienen voor het gemak der gauwdieven. Er
zat by my niets in en ik kon dus zeer gerust
zyn. Ik bleef dus ook kalm staan, zonder my
in 't minst te laten storen door deze mislukte
poging. Kort daarna meende ik weer te ge
voelen, dat iemand een bezoek aflegde in myn
zak; ik keerde my haastig om, maar zag
niemand, dien ik kon verdenken. Geheel in
stinctmatig stak ik intusschen myn handen
in myn zakken, en tot myn groote verbazing
vond ik in myn eigen ledigen zak een gouden
horloge met ketting.
Ik bezag verbaasd de vondst en dacht na
of ik soms in het hotel myn eigen horloge
kon verwisseld hebben, en hoe dit dan toch
in den zak van myn overjas kon zyn terecht
gekomen.
Maar neen, ik had myn horloge als ge
woonlyk in my'n vestzak en ten slotte meende
ik het geval te moeten toeschryven aan een
De gestoorde handel
openiyk bekende, dat hy behoorde tot die
tegen alle wet en recht in zoozeer verachte
menschen.
„Gy", zeide ik ook, en met den yver des
reporters schoof ik my heel dicht by hem.
Hy scheen het eene evengoed te hebben
opgemerkt als het andero, en nadat ik hom
had aangezet tot vertellen, wat by klaarbiyke-
lyk op het hart had, begon hy met de ge
wone Finsche kalmte:
„Tydens mijn reis naar St.-Peteraburg was
myn hoed erg toegetakeld, zoodat ik reeds
den dag na myn aankomst er aanstonds aan
moest denken een nieuwen t9 koopen. Op het
Nevsky-Prospect gekomen, ging ik in den
eersten den besten hoedenwinkel, en deed er
een keus tusscben eenige vilten hoeden, die
op de toonbank lagen. Ik nam my'D portefeuille
uit den zak om te betaleD, toen de winkel
juffer my deed opmerken, dat de hoed besteld
was, en zy hem dus aan my niet kon ver-
koopen.
Ik paste dan een anderen van de hoeden,
die daar naast den eersten lagen, maar nu
deed men my opmerkeD, dat al do boeden,
twaalf in getal, die naast elkander op de toon
bank lagen, verkocht waren en slechts op af
halen wachtten.
Het waren heel gewone hoeden in licht
gröa vilt, maar met smallere randen rond den
bol, dan gewooDiyk gebruikt worden. Zy waren
alle juist gelyk, en hoegenaamd niet buiten
gewoon, en indien ik ze tusschen een paar
dozyn andere hoeden van ongeiyk fatsoen had
geplaatst, zou ik ze heel zeker op 't zicht
niet herkeDd hebben. Maar ik weet niet hoe
bet kwam, dat ik nu als onwillekeurig een
van de twaalf hoeden wilde hebben."
„Natuuriyk Finsche koppigheid," merkte
ik aan.
„Hoegenaamd niet," antwoordde hy, en
ging voort:
„Men wees my een heelen hoop andere
hoeden, maar geen enkele viel in myn
smaak, en daar ik aandrong, slaagde men er
eindeiyk in, een hoed te vinden, di9, met een
8malleren rand rond den bol, juist geiykkon
gemaakt worden aan de twaalf andere, en ik
kreeg den hoed, dien ik wenschte, of beter
gezegd, ik mocht hem zeer duur betalen.
Zeer tevreden, omdat ik mya wil had
weten door te dryveD, ging ik heen en weer
op de Nevsky-Prospect, soms hier en daar
stilstaande voor de winkelvc-nsters, om het
talent der Russen in hot uitstallen te bewon
deren.
Zoo stond ik daar voor den winkel van
een juwelier, heel onbekommerd, terwyi tal-
loozo ruiters en voetgangers dooreen wemel
den in de voornaamste straat van St.-Peters-
burg. Eensklaps meende ik op te merken, dat
iemand licht den zak van myn frak aan
raakte.
„Een gauwdief, men bestal ui" riep ik
levendig.
-Hoegenaamd niet," zeide myn vriend, de
vergissing van een der hotelbedienden. Nauwe-
lyks was ik van myn verbazing bekomen,
of weer voelde ik duidelijk, dat iemand myn
zak aanraakte. "Weer keerde ik my om en
nogmaals zocht ik tevergeefs den verdachten
persoon.
Myn hand opnieuw ia mya zak stekende,
vond ik er een dameshorloge in, met briljan
ten bezet.
Ik begon nu te gelooveD, dat de goede
Petersburgers zinneloos geworden waren, en
zy my voor een wandelenden horlogewinkel
•aanzagen, maar toen kort daarna hetzelfde
spel weer begon, werd ik kwaad en meende
ik het mikpunt te zyn eener dwaze scherts,
welke ik aanstonds besloot niet laüger te
laten voortduren; daarom wondde ik my tot
een politie-agent, om verklaring van het ge
heim te vragen."
„En zoo werdt gy als dief aangehouden,"
merkte ik snel op.
„Hoegenaamd niet," zeide de Fin, met zyn
gewoon flegma. „De politie-agent zeide onmid-
deliyk tegen myGy z(jt oen heler. Ik
protesteerde, maar hy ging voort: Houd u
volkomen kalm en stil; hy zag rond alsof
hy vreesde, dat iemand onze samenspraak
zou opmerken. Sta nu maar juist op dezelfde
plaats, waar gy vroeger gestaan hebt," giDg
hy voort, „en wat er ook gebeure, doe niets
merken en blyf daar stil, tot ik u kom halen.
Doe zooals ik u zeg en herinner ur datf gy
bewaakt wordt." -
Alhoewel zeer stil, had by toch op zoo
stelligen toon gesproken, dat ik hem gehoor
zaamde; buitendien boezemde het my zelf
belang in, te zien, hoe deze geschiedenis zou
afloopeD, hoewel ik er byna evonveel hekel
aan bad met de Russische politie kennis te
maken als met deze dieven.
Daar stond ik nu weer voor het juweliers-
venster en weer begon de geheimzinnige
goudregen in myn zakken. De uurwerken-
zaak ging maar voort, nu en dan eens af
gewisseld door een beurs, een ring, een
gouden of diamanten broche of e9nig ander
sieraad, en onmogeiyk was het, tusschen het
voorbygaande volk degene of dengene te
ODtdekken, die my met zyn vertrouwen
vereerde.
Ik had daar over de twee uren gestaan,
toen de zaak scheen op te houden en nu be
gon ik my daarover evenveel te verbazen,
als toc-n het spel begon, 'want ik begreep
evenmin wat er rondom my en met my
gebeurde.
Ik begon myn geduld te verliezen en dacht
er reeds over na myn post, trots alles, te
verlaten, toen m\jn oude nieuwe kennis, de
politieman, kwam en my verzocht hem te
volgen.
Op het politiebureel bevrydde men my van
myn onvry willigen draagbaren horloge- en
juwelier8winkel, dankte my in vriendeiyke
bewoordingen, omdat ik de politie zoo gewillig
myne hulp verleend had, on bood my zelfs
een geschenk aan voor don last, dien men my
had veroorzaakt, aangezien, dank aan my, de
zaak voortreffeiyk gelukt was."
„Hebt gy een dief doen aanhouden?" vroeg
ik met belangstelling.
„Ja, de goheele bende, de dieven en den
heler."
„Meent gy my?" zeide ik eenigszins ver
wonderd.
„Ja, u en de twaalf andere."
„Waren er twaalf?" vroeg ik verbluft.
„Ja, natuuriyk, twaalf buiten u; gy waart
de dertiende."
„Maar, hoe legdet gy het aan?" vroeg ik
byna met bewondering.
„Het was de eenvoudigste zaak van de
wereld," zeide hy; „gy hadt een herkennings-
teekeo."
„Ik een herkenningsteeken?" herhaalde ik,
met verbazing geslagen.
„Ja zeker," zeide hy; daarop wierp hy de
deuren open van een groote kast; „die herkent
gy wel, niet waar?"
„De hoeden l" riep ik uit, en begreep op
het oogenblik alles zeer duidolyk, alsof er
plotseling een licht voor my opging; „de
hoeden 1"
„Ja, de slappe vilthoedeD, met don smallen
rand rond den bol," ging hij voort, daar liggen
zy alle, uitgenomen den uwen.
„En de eigenaars?"
„Achter slot en grendel, allen, uitge
nomen gy."
„En zyn dat de dieven?"
„Juist, zy zitten vast, dank aan u," zeide
hy, lachend om myn onverholen bewondering.
Daarop bood hy my een nieuwen hoed aan.
„Dien gy aanvaarddet?" vroeg iemand in
het khiae gezelschap.
„Hoegenaamd niet," ging de Fin voort.
„Ik was nu eenmaal aan dien hoed gewend en
wilde hem vooral terug hebben. Ik aanvaardde
evenmin het geschenk."
„Daar hadt gy gelyk iü," zeide ik lachend.
„Dat weet ik al niet," zeide de Fin nadenkend,
„want toen ik heenging en wilde zien of het
geen tyd was om te gaan eten, was myn
eigen horloge verdwenen 1"
„Verloren?"
„Neen, gestolen."
„En vondt gy het nooit terug?"
„Neen, dat was terecht gekomen in de
zakken van een gewonen heler."
SO Juli J897.
Staatsleenlngen.
Vor.
Koera
pCt.
koers.
heden
Ned Cert. Nat W. Schuld 2%
88%
83%
dito Obl. dito8
99
99%
9V6
98%
Ooatonr., Obl. Pap. MolNov. 5
85%
dito Zilv. Juni/Juli. 5
80)$
86%
Portugal, Obl. 1868/18S4 mot
ticket 100 .8
22%
22!tf
Rusland, Binnenl. 1894. 4
63
63>tf
ditolSS9by Rothschild Rb. 625 4
28&
dito Hope Co. 1889,90 Rb. 626 4
w%
1
8panje, Pcrp. Schuld Buitoni. 4
68%
69%
Turkyo, Gep. Couv. 1. 1S90 .4
85
69%
dito Dou&no Obl. 18866
3114
91%
dito Geconv. Loening Serie D
21%
21%
dito dito 0
22
Mexico, BinncnlandBch5
34%
35%
63%
63%
Ind. en Fin. Ondernemingen.
44
Koloniale Bank Aand.
44
N.-I. Handbk. Aand.
76%
75%
Ned. Ilandolra. Aand.
186%
130%
Soer. Bank H. Iob. A. ObL
Spoorwegleeningen.
Holl. IJzercn-Spw.-Hjj, Aand.
111%
112
ObL dito8)4
101%
101
M. t. Expl. v. Sk Spw. Aand.
101%
102
Italic, Z.-ItaL Spw. Obl. A-H 8
5? St#
68
Polcu, Ware.-Wconen Rb. 625 4
97%
RueL, Balt Spw.-Aand.. 3
Cl%
65
Fast Spw.-Mij. Aand. 5
77%
Weichsci ZR. Aand.. .5
74%
75
Wladikawkas Obl. Rb. 125 4
97%
Amerika, Atchison Top.C.vA,
13%
13%
Pref. Aand. dito
27%
27%
dito Alg. Hyp. Obl. 4
84
81%
Adjnstm. Oblig. .4
63
64%
Central Pacific Aand. 4
9%
9%
Denver Rio Grando C. y. A.
11%
11%
Erïo-Sp.-Mg. Aand.
15%
15%
Chio Erio lo Hyp. ObL 5
107%
107%
Kans. City Bclt-ahar»
63%
68%
Louisv. Nashv. Cork v. Aand.
63%
54
Mi S3. Kans. Texaa C. y. A.
14%
14%
Union Pao. C. v. A.
7%
7%
Oregon Short Lino oblig. 8
28%
29
Canadian Pacifio C. v. A.
71%
71%
Premleleenlngen.
NedoiL, Stad Amaterd. /100 3
Tnrkiju, Penning 1870
109%
27%
28%
Couponnolccring volgenopgave ran Je Coupon-Makelaar,
Oostenrijk, Papier f 21.07dito Zilver 21.07%
Franscho f 47.00 Diverse Rykamark /5S.S0 Ruaaea
Goud Itoebela /1.90% dito In Zllvoren Iioebels A.25%
▲jnerikaADsobe Goud Dollars/ 2.45
Beleening pCL
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
988 2
SCHAAKRUBRIEK.
2 Augustus 1897.
Redactie: L. S..V. „Morphy"
Adres: W. C. d. HEULEN, Breestmat 151.
By de ingrijpende wiizigingen, die het huishouden van den Nederlanóschen Schaakbond
dreigen te treffen, achten wy het wenschelyk dat ieder lid op de vergadering van 8 Augustus
z\Jno meaning verkondige. Weinigon zullen daartoe echter in reöelen zin in staat zyn, maar
het Reglemont voorziet daarin, en zegt elke afdeeling haar mandataris te zenden, on allen
rechtet-eskscben leden dat zy bevoegd zyn by schriftelyke volmacht anderen te vertegen
woordigen. Gy allen, die dus den 8sten Augustus de Maliebaan van uwe gewaardeerde tegen
woordigheid doet verstoken blyven, geeft hun die zulk een wandaad niet met hun Bonds-
lidmaatschap kunnen overeenbrengen, uwe stem mede. Ook do Redactie dezer Rubriek ia
gaarno bereid rechtstroekscbe leden van Leiden te vertegenwoordigen.
Een grappig verechil van Amerikaansch en Duitsch karakter vinden wy in een nieuws
bericht van „Wochenschach". Dit zegt dat de II. kabel-match Londen-"Washington 2250
dollars heeft gekost, en nu vindt men het geheel ongepermitteerd om zoo'n mooie schaak-
epaarduit aan een kabel-match te misbruiken. Waarom geen „Schönes, riesiges inter-
nationales Meister-turnierl"
Schaakpartij No. 34.
Leze zeer elegante Voorgiftpartij werd onlangs in „Café Kaiserhaf' te Berlijn gespeeld.
Weeaer Party.
ID. Harmonist. I. I.
(zonder T a 1).
Wit.
Zwart.
e 4L
1
e 5
P c 3
2
P f 6
f4
3
d 5
f e 5:
4
P o 4:
P f 3
5
P c 3:
b c 3:
6
L e 7
d 4
7
L e 6
L d 3 8 o o?
Zwart laat zich verleiden
om te vroeg te rocheeren,
een fout die energisch en
geestvol wordt benuttigd,
hit 9 f6
P g 51! 10
Een volkomen correct offer,
verberekend.
L h 7 -
10
11
f g 5:
K h 7:
hg5qi
D h 5
gil
L g 5
12 K g 8
13 Tf 5
14 T g 5:
15 Lgl:
(L g 5 Dh8 16kf7,
Tfl 17 enz.)
D g 1:1 16
(Dreigend D e 6 -)■
16
e 6 17
D h 3 18
- en T h 8 rh)
D d 7
D d 6
opgegeven.
Probleem No. 34 van H. t. Düben, Laudskrona.
(No. 9, oplossingswedslrijd.)
SM - WJë-K-
-
Stand der stokken:
Wit: Kbl, D b 2, Td6, Tbl, Lg3,
P a 5, P b 6, a 3, d 2.
Zwart: Kc5, Lgl, Le8, Tb8,
P a 6, d 4, e 6, g 4, h 2.
c d o
WIL
Mat in 2 zetten.
Oplossingen in te zenden by J. J.
Colpa, Lange Mare 18, vóór Zaterdag.
Oplossing Probleem No. 33.
Dh4, TXI, Pxe?
Thl-f-, DxTT
L h 6, LXP
L., anders. P c 7 3:
gP onv., Te5^
Dd3-|-, T X D =F
T X P, LxPT
anders, Dxl?
Volledige opl. No. 32 ontvangen van:
L e i d n J. Do Boer, J. v. Boveren, W.
Ridderhof, J. J. De Casp.ris,
R. Van D.im, A. C. Splinter.
Delft: Jhr. Strick v.Linschoten. buit.meded.
Deventer: A. v. Eslde.
Onvolledige opl. No. 32 ontvangen van
L e i d o n R. Paulides, H. J. Broekveldt,
CORRESPONDENTIE.
J. v. B., te Leiden: Ook my dunkt da}
pion h 5 niet bepaald noodig is.