«AMMONIS, Jarlinièfes, Motels, Tegels, Deurplaten, etc. 27 SPUISTRAAT, Persoverzicht. CIJFER 2 THOMSON'S THEE. Vervolg der Advertentiên. VAZEN, PULLEN, STELLEN, DEKT HAAGi EINDERMANS Gaat alles Daar wenscb, dan zal de „clou" der wereldten toonstelling te Parijs in 1900 nog me9r de bewondering waard z$n dan het wie) dor Chicago World's Fair en de Eiffeltoren van Parys in 1892. Ge ziet dit wonder bior naast afgebeeld. Het is de vernuftige uitvinding van een jong bewoner van Washington, die zich weldra naar Parijs zal begeven om daar zijn plans over te leggen aan do tentoonstellingscommissie, en te trachten Amtrika's roem aldaar hoog te houden door deze nieuwste uitvinding fin de siècle. De naam van den uit vinder is Herbert Pattee. Het bier afgebeelde wiel is 200 voet hoog; hoe het er uit ziet doet ons de teekening zien. Het heeft daarenboven veel overeenkomst met het wiel van Chicago, en tevens met een reusachtig fcicycle-wiel. De by dit wiel behooronde karretjes, waarin eenige personen kunnen plaats nemen, oiilleenen, na er eerst een eind door omhoog gebracht te zyn, er hun beweeg kracht aan; met ongoloofiyke inelheid worden deze voortge dreven. Deze voertuigen zjjn zes voet breed, vijftien lang en acht hoog. De bankjes er in worden 77 omgeven door een balustrade ter hoogte van de schouders der passagiers, die ook nog een beschutting boven het hoofd zullen hebben, waardoor het ge- heel in aanzien wint. Het wagentje wordt eerst op een hoogte van zeventig voet van links naar rechts op het wiel op rails omboog gebracht. Men begrijpt, dat het er flink van door gaat, als het karretje wordt losgelaten. Denk even aan een montagne russel Het wiel zelf wordt inmiddels tot staan gebracht, terwijl het voertuig z\jn weg er op voortzet. Des avondB wordt de omgeiing luisterrfik verlicht. Ook gaat men, komt het plan in zijn geheel tot stand, nog door een tunnel. Zoo'n ritje door licht en donker, met zoo'n snelheid, belooft wat. Dat zal een „rijden, rijden, ryden in een wagentje" zfln Tot dusverro zij dit genoeg. Komt het plan tot uitvoering, dan zal men er later wel meer van hooren! Rome en de Kunst. lid Nederland- cche Dagblad erkont, dat Rome voor de kunst veel heeft tot stand gebracht, doch dat de groote oudheidkenner Winckelmann uit liefde voor die kunst tot de Roomsche Kerk over ging, noemt het blad niet getuigende van groot nadenken, want, zegt h6t, veel schooner en verhevener toch dan eenige gotbieke kerk zijn vele bouwwerken der oudheid, en welk heili genbeeld kan met de voortbrengselen der Grieksche beeldhouwkunst vergeleken worden? Het Pantheon te Rome, een der schoonste tempels, die men daar vindt, is een heidensch bouwwerk, dat waarlijk niet gewonnen heeft, doordat het voor den Roomschen eeredienst is ingericht. De gothieke tempels zijn naar hot model dor oud-Romeinsche basilieken ge bouwd en een der schoonste Roomsche ker ken te Parijs, de Madeleine, heeft geheel den vorm van een Griekschen tempel. De Roomschen daarentogen en velen hunner pauseo, die zich zooveel op hun smaak en hun kunstgovo9l laten voorstaan, hebben met de schoone bouwwerken der oudheid op de moest onverantwoordelijke wijze omge sprongen. Niet de Vandalen en andere barbaren, maar de Christenen hebben die bouwwerken ver nield. Menige Roomsche kerk bevat marmeren kolommen, dio uit heidentempols z\jn wegge nomen, en de prachtigste marmers zijn in den kalkoven verdwenen. Zelfs na do Grieksche en Romeinsche kunst is het zeer de vraag of de Roomsche de eerste plaats bekleedt. En het blad wijst in verband hiermede op het Alhambra der Mooren. "Wie dus aesthetiek en godsdienstig gevoel zoo weinig uit elkander weot te houden, dat hij uit liefde voor de kunst van godsdienst wil veranderen, mag er wel eens ernstig over nadenken of hij niet consequenter en logischer handelt, wanneer hij heiden wordt of Muzelman, dan waDneer hy overgaat tot de Roomsche Kerk, wier kunst ook, evenals alles, wat van haar uitgaat, hoogst een zijdig is. Juist zoolang de kunst uitsluitend kerkelijk was, heeft zy zich nooit behoorlijk kunnen ontwikkelen, evenmin als de wetenschap, maar toen belde zich aan de enge kerkelijke banden ontwrongen, toen eerst konden zt) al haar rijkdom toonen. De Hervorming, die niet alleen het geweten, maar ook den geest vrU maakte, heeft daar door voor kunst en wetenschap meer gedaan dan eenige Roomsche leer. Zij heeft aan de kunst en aan den godsdienst elk haar eigen terrein gewezen, en zij duldt het niet, dat kunstzin voor godsdienstzin wordt aangezien. Van het bouwen van schoone kerkgebouwen is ook de Protestant niet afkeerig. Men denke slechts aan den St.-Paul te Londen. De Westerkerk te Amsterdam, die nooit aan de Roomschen heeft behoord, maar dadeiyk door en voor Protestanten is gebouwd, is een der indrukwekkendste gebouwen uit de geheele stad, en de cisuwe Protestantsche kerken, die in de laatste jaren te Beriyn zijn verrezeD, hebben wij door deskundigen hoog hooren roemen. Wie dus de kunst waarlijk lief heeft, kan gerust Protestant blijven. Het Protestantisme staat niet vijandig tegenover do kunst, want de Hervorming valt zelve samen met het openen van een nieuw tijdvak in de kunstgeschiedenis. Een tijdvak, waarin met het ziekelijk mysticisme der middeleeuwen gebroken werd. De Her vorming en de Renaissance bohooren bij elkander, als beide voortgesproten uit de zucht naar vrijheid, die zich toen op elk gebied openbaarde. De Roomschen hebben op het gebied der kunst veel goeds, maar ook zeer veel kwaads gesticht, maar van de Pi otestanten kan alleen het eerste worden gezegd, tenzy men vrij heid meent te hebben de vernielzucht der beeldstormers als een karaktertrek van alle Protestanten aan te merken. Onder den titel „De verontreiniging van de openbare wat eren en v a n den bodem in Nederland" heeft do heer F. A. Holleman, te Oisterwljk, een vlugschrift uitgegeven, dat zegt het Handelsblad thans door dr. H. P. Kapteyn, te Amsterdam, wordt besproken. Deze is in het algemeen met den inhoud van dit vlugschrift zeer in genomen en zegt aan het slot zijner beschou wingen „Het is juist met het oog op dit groote volksbelang, dat ik met genoegen hier en daar de noodzakelijkheid hoorde betoogen, om een of meer geneeskundigen tot Kamerlid te benoemen. En dan zou het er, dunkt mij, minder toe doen, of die geneeskundigen een scheutje meer of minder geavanceerd-liberaal, of zij volgelingen van Kuyper, Lohman, Bronsveld of Schaepman waren. Zt) zouden in de Kamer meer als vakmannen moeten poseoren en zich met kloeken moed in die Kamer in de bres moeten stollen voor dit grootste aller volks belangen, dat men openbare gezondheidsrege- liog noemt. Want alleen een Rijkswet kan ons ver betering brengen, en de geciteerde Engelsche wet is een goed model. Wel behoeft een zoodanige wet niet in een onderdeel van een jaar met voortvarende ge strengheid uitgevoerd te worden. Maar wanneer er een goede Rijkswet is en een Geneeskundig Staatstoezicht, met mesr macht hekleed dan het tegenwoordige, dan zou men alleDgs tot betere toestanden kunnen geraken en de onwilligen dwingen om stappen in de goede richting te nemen. Zonder Rijkswet behoeft men van de ge meentebesturen niet te veel te verwachten. Waar in de hoofdstad van het Rijk de grachten in de oude stad nog steeds riolen blijven, waar in onze vriendelijke Hofstad de grachten nog steeds verpest wordon door allerlei vuil- Dis; waar de groote koopstad Rotterdam al haar vuil in de rivier voert en ten overvloede dit rivierwater aan hare njjvere burgerij te drioken geeft; waar de grijze bisschopsstad Utrecht, ondanks haar streven naar verbetering, nog steeds de door hare veste stroomende Oude Gracht als riool laat gebruiken en riool water aan de dorpen langs de Vecht toevoert; waar dit alles in vier van onze voornaamste gemeenten, beheerd door intelligente krachten, geschiedt, daar kunnen wjj zonder Rijkswet geen verbetering verwachten. Mocht de brochure van den heer Holleman dit doel spoediger doen bereiken, dan is ge heel Nederland hem dank schuldig". Het Nederlandsche Dagblad, toejuichende het onlangs door den Amsterdamschen gemeente raad genomen besluit inzake de openbare huizen van ontucht, wijst er op, dat vrosger van overheidswege voor de handhaving der zeden in de eerste plaats op de Kerk werd gesteund. De zedenpolitie waB in de eerste plaats kerkelijke politie, en het is de vraag of wij ook niet nu nog van de kerkelijke organisaties partij zouden kunnen trekken tot handhaving van zedelijke banden. Het blad wil niet meegaan met den eisch, dat de geheele regeling van het huwelijksrecht aan de Kerk zal worden overgeleverd, maar het zou willen, dat allereerst met de grootste gestrengheid alle mannen, die oneerbaar leveD, uit alle kerkelijke betrekkingen, van ouderling en diaken, werden geweerd. De kerkelijke tucht laat op dat punt veel t« wenschen over en waar de Kerk zelf het nauwe verband tusschen godsdienst en zedelijkheid niet met de meest mogelijke gestrengheid handhaaft, kan zij onmogelijk meer geroepen worden om als zedenmeesteres op te treden. Wie zal de rechters richten, als zy zelf de wetten niet eerbiedigen? Overigens is het blad van oordeel, dat andere stappen dan de door den Amster damschen Raad gedane volgen moeten, en dan vraagt het: 1 „Waarom of de overheid niet evengoed de tapperijen op kan heffen als de huizen van ontucht. Zonder machtiging des Rijks wetgevers, zijn de gemeenteraden daartoe niet bevoegd, maar die machtiging behoort niet uit te blijven. j De vrijheid van handel en bedrijf willen wij handhaven, al wordt zij ook niet meer door eene patentwet beschermd, maar alleen de eerlijke beroepen en bedrijven hebben op die vrijheid aanspraak. Niemand zal meonen, dat stroopers, smokke-' laars, helers en woekeraars aanspraak hebben op de vrye uito9fening van hun beroep, maar waarom dan de tappers wel? Elk op zichzelf eerlijk beroep is vatbaar om oneerlijk te worden uitgeoefend, en die mogelijkheid ia geen reden om zulke beroepen te verbieden; maar het beroep van den tapper is, juist omgekeerd, nooit vatbaar om eerlijk te worden uitgeoefend. De grenslijn tusschen op zichzelf eerlijke en oneerlijke beroepen en bedrijven is, met een weinig tact, niet in theorie, door eene algemeene definitie, maar wel in de practijk, in elk speciaal geval, door aanduiding, aan te wijzen, en oneerlijke beroepen mag eene eerlijke overheid niet duldeD. Ook de boekdrukkers zijn door Napoleon I als ge vaarlijk voor de goede zeden aangemerkt.1 Hy paste op hen het systeem toe, dat onze drankwet ten opzichte van de tappers heeft ingevoerd, dat er op een zeker aantal inwoners maar een zeker aantal drukkers zijn mocht, maar een dergeiyk misbruik van macht i3 nu niet meer te vroezen. Geene voorgewend^ zedeiykheid8gronden zullen nu zoo licht meer door eene tirannieke regeering kunnen worden aangevoerd tot verbetering van zuiver politieke maatregelen, en daarom vragen wö met aandrang vrijheid voor do gemeentebesturen om de tapperijen, evenals de huizen van ontucht,1 te doen verdwijnen. RECLAMES, 988 2 a 25 Cents per regel. Programma van MazieknitvoermgeiL. MUSI8 8ACJBUM. Zondag 25 Jnli, te halfacht, door het Stafmuziekcorpe van het 4de Bogimenfe, Infanterie. Directeurde heor W. Y*tj Erp. Eerste afdeeling: No. 1. Marche du Sacre de 1'Opéra „La Prophéte", Meyerbeer; 2. Ouverture „Le Domino noir", Auber; 8. „Wein, "Weib und GeaaDg", Walzer». Stranee; 4. Ein Albnmblatt, Wagner; 5. Fantasia op de Operette van Snllivan: „The Mikado", Yan' Oeet. Tweede afdeeling: No. 6. Onverturo „La Boi l'a dit", arr. Yan Erp, Dóliboe; 7. Tanzmueik a. d. Oper: „Die verkanfte Braut", Bmétana; 8. a* Lied nit de Opera: „Ozar nnd Zimmermann", Lort- zing; „Wir epielen Soldat", Eilenberg; 9. Fantasie über Motive ana v. "Weber's „Freiechütz", MaDn. Noa. 6, 6, 7 en 8a eerete aitvoermg op „Musi® Sacrum". UITLOTINGEN. Parijs. 3-pct. premieloten 1871.' TrekkiDg op 20 Jnli 1897. Hooge prijzen: 269161 fr. 1 CO,000, 766659 «a 1227805 fr. 50,000, 106837 271923 487392 692987 785893 798321 944387 1083881 1220366 en 1286708 on fr. 10,000. De volgende nummers met fr. 1000: 1045411 781966 863146 9530S7 1188269 865222 708322 767622 664486 802090 &46049 652G92 668098 146164 973223 664481 314165 248272 242061 317310 282446 916622 1014884 1170818 318572 276247 266403 668096 1266672 1062052. 607666 474977 716010 12S6J10 991746 108318* 692686 265167 860610 C47507 27o779 230148 282443 325121 248275 328441 715004 87037 88846 608206 868135 475178 89 554 1088190 376924 785391 865224 1002627 1045419 21998* 1066124 119114 1166909 1235479 734338 67096! 681357 1272379 058035 766663 168974 32474 49125 29365 953036 Betaalbaar 6 Augustus 1897. DEPOT 3554 25 SCHAAKRUBRIEK. 26 Juli 1897. Redactie: L. S.-V. „Morphy". Adresi W. C. v. d. HEULEN, Breestraat 151. Zondag 8 Augustus zal in Café „Zomerlust", Maliebaan te Utrecht, de vjjf-en-twintigste •Igemeene vergadering en wedstrijd van den Nederlandschen Schaakbond plaats vinden. Groote series regleraents-whzigingen zullen ter tafel worden gebracht, want dank z\J do uiting van conservatisme, die zoo menigen Bond eigen schynt, is langen tfld eene onhoudbare ledenverhouding bestendigd geworden. Dit te veranderen is dan ook de kern van allo voorstellen, ofschoon geen van hen ean direct eenvondigen toestand voorop stelt Eén enkele soort gelfik berechtigde leden schynt over het algemeen niet wenscheiyk te worden geacht. De heer Deelman gaat zelfs zóó ver daarin een bezwaar tot uitbreiding van den bond te zien, en wil een wel wat utopische betaling naar vermogen. Stauwton heeft blinkende nieuwigheden op wedstrjjdgebied voorgesteld. De tien gulden cautie voor de eere-medaille zal echter, dunkt ons, in de meeste gevallen wel tot moeilijk heden aanleiding geven. Navolgenswaard ia evenwel de IJver, waarmede door leder te veranderen kleinigheden rijn opgespoord. Schaakpartij No. 33. Tomooiparlijgespeeld in April 1S97, in de Manchester Schaakclub Franschc Party. Zwart wilde zelf aanvallen, L d 2 16 B g 4 4- R. C. Palmer. it,If Brodiky. overzag dat b|j zijn beide cen Kcl 16 D 97 Wit. Zwart. trum-pionnen verloor, maar De4 17 T a d 8 et 1 e 6 de aanval kwam toch. Lf 4? 18 T f 41 d4 d 6 De64: 10 K h 8 Lf 4: 19 PdS Pe 3 8 P f 6 D d 6 11 Ld 8: 20 L 6 3 f- e 5 4 P f d 7 Wit moet ook den d-pion De3: 21 De3:j: (4 6 c 5 nemen, want D h 3, f e 5of Kbl 22 T d 31 d c 5 6 P b c 6 L e 2 11 P d b 6. c d 3: 23 Dd3 4: a3 1 Lc6: 11 f e 5 en mat in 3 zetten. Dg4 8 O—0 (e 612 P e 6: „Wochenscbach" noemt deze Pf3 9 f 6 P e 513 L f 2 partU »sn groote analytische Een komische fout zet. Kd 1 14 P e 5 waarde. Cloclkoasjes, voorzien van nevensstaand merk, Bterk licht gevend en duurzaam, afgehaald ƒ0.45, 5310 10 bezorgd ƒ0.50.' J. L. CREYGHTON, Aalmarkt 25, Lelden. Specialiteit in Gasornamenton.' 2de soort Kousjes afgeh. ƒ0.30.' Probleem No. 33 van G. Buchmann, Berlijn. (No. 8, optossingswedstryd.) Zwrt. Stand der stokken: Volledige opl. No. 31 ontvangen van: Leiden: J. Beveren, E. v. Dam, j A. C. Splinter. Delft: .ïhr. Strickv.Linschoten Deventer: A. v. Eelde. Onvoll. opl. No. 31 ontvangen van: buit.meded. Leiden: W. Bidderhof, H. J. Broekveldt, J. J. De Caaparis. CORRESPONDENTIE. Lelden: G. H.K g X T is niet goed ■wegens b. v. L b 3. J. B.P d 3 wordt beantwoord met L d 5. ab cdefgh Wit. Rat in 2 zetten. Vit: Kbl, Del, Td2, Te6, Lb7, La3, Pa8, Pg4, b3, f6, h5. Zwart: K d 5, Dd4, Ta 6, Th 3, P c 6, P g 6, L d 8, a 5, e 3, g 7. Oplossingen in te zenden b(j J. J. Colpa, Lange klare 18, vóór Zaterdag. Oplossing Probleem No. 32. Lb5, KxL2Da6+, KxD3Pc7T K c 5, 3 L b 4 qt Ka 4, 3 D c 4 tp KXF 2 Dd6, K x D 3 Lb4 Ke4 3 Dd3=F K d 4 2 LXh+, K e 4 3Pg6=p Kc5 3 Db6V LcG 2 DXL+, K d 4 3Dc4^ ei 2 Db6+, KXP3 Lc3=p anders 2 Db6+, K X P 3 Pf6=p 2 of D b 6 T Dit probleem verwierf den 3den prijs in een tornooi der .Brighton Chess Club".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 10