N°. 11461
A0. 1897'
feze fioarant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nomincr bestaat uit TWEE
Diaden.
LEIDSCH DAGBLAD
Leiden. 7 Jnli.
Feuilleton.
DWAALSTERREN.
Donderdag; 8 JTnli.
IEIBSCH
DAG-BLAD.
PRLIS DEZER CODRAMTj
Voor Leiden per 3 maanden. i f 1.10,
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommere 0.06.
PRIJS DER AD VEBTENTIËN
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad
wordt A 0.06 berekond.
Eerste Blad.
Woensdag- en Zaterdag avond
is thans bet
A 2 Cents ook verkrijgbaar gesteld by den
Heer A. SOMERWIL Azn., Sigarenbandel,
Moogewoerd 24, hoek Watersteeg.
Ofliciëele Honuisgovingon.
Kennisgeving, Rationale Militie.
OPROEPING TOT DEN WERKELIJKEN DIEN8T.
De Burgemeester van Leiden,
Qeeien de oircalaire van den teer Commiaafirie
der Koningin in de provincie Zuid-Holland, dd. 14
April 11., Provinoiual blad No. 20, betreffende de
oproeping in activiteit van milicien-verlofgangers d r
lichtingen van 189J, 1994 en 1895;
Brengt ter kennis van de milicien-verlofgangeia:
OIJSBEBT KABEL BOOT. loteling t.q do l.oh-
ting van 1894, onder nummer 20, nit de gemeonte
Leiden, en
JACOB DIRK VAN BATENBURG, adepirant-
vfBtingtelegrafist, loteling van de li hting van 1895,
onder nummer 158, nit de gemeente Leiden,
beiden beboorende bij het corps Genietroepen,
dat zij, krachtens art. 126 der Mil.tiewet, tot den
veirLelgken dienst worden opgeroepen, eerstgenoemde
ton einde gedurende bet tgdvak van 21 Juli
tot en met 24 Augustus a&nst. en laatst
genoemde ten einde gednronde het tijdvak van
12 Augustus tot en met15 8eptember
a a s t. in den wapenhandel te worden geoefend,
zollonde zij daartoe respectievelijk op 21 Jnli eu
12 Augustus aanst., dos namiddags vóór vier uren,
bij hun oorps, in garnizoen to Utreobt, tegenwoordig
moeten zyn, in uniform gekleed en voorz en van al
de voorworpen van kleeding on uitrustiBg, door hen
bij. hun vertrek met groot verlof modegeromen,
alsmede van hunne verlofp&esen en zakboekjes.
De bedoelde verlofgangers beboeren zich mitsdien
vóór of op den dag v»n het vertrek natr hun corps,
voprzien van hun verlofpas, tor plaatselijke Becretarie
alhier aan te melden tot het ontvangen van een
vervoerbewge en, deeverlangd, van het bun toe
komend daggeld; terwgl xg voorts vc-rplicbt zgn,
bijaldien ziekte of andere wettige redenen hen
moohten verhinderen aan deze oproeping te voldoen,
daarvan tjjdig ter Secretario voormeld kennis te
geven, in het eerste geval onder overlegging van
oor e geneeskundige verklaring, zijnde zij echter
gebonden zich na hun herstel onverwijld bg hun
oorps te vervoegen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
6 Jnli 1807. F. WAS.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene
kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen
is tor hand gesteld het kohier der Personeels
Belasting No. 3 van den dienst 1897, exeontoir
verklaard den 5'^eD Juni Jl., on herinnert voorts
do belangbebbendon aan hanne verplichting, om
den aanslag op den bg de Wet bepaalden voet te
voldoen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
Juli 1897. F. WA8.
In den loop dezer week zal een begin
Wörden gemaakt met het doen circuleeren
van een inteekenlyst voor een concert (ge
mengd koor a capeila), te geven in deStads-
zaal op een nader te bepalen tyd en waarvan
de opbrengst zal ten bate komen van de
werklieden der Leidsche Katoenmaatscbappy.
Wy zagen de lyst der namen van de heeren
en dames, die hunne medewerking hebben
toegezegd, en kunnen op grond daarvan ver
klaren, dat de zaak in goede handon is.
Benoemd Is tegen 1 September a. s. tot
onderwyzeres aan de bijzondere school voor
meer uitgebreid lager onderwijs, Buitenhof 48
te 's-Gravenhage, mejuffrouw P. J. B. Cramer,
alhier.
In plaats van den lsten luit. H. G. Van
Meurs, die tot kapt. is bevorderd, is de 1ste
luft N. J. Kooyman benoemd tot officier voor
speciale diensten by bet 4de reg. inf. te
Leiden.
De lste luit. J. J. C. Van Dyk, van het
4de reg. inf. te Haarlem, wordt 1 September
eervol ontheven van zyne detacheering by de
militaire schooi en overgeplaatst naar Leiden.
Beroepen is by de Geref. Kerk te Hattem
ds. J. H. Dooner Jrpredikant to Nieuwdorp.
De Nederlanische Maatschappy van
Geneeskunde vergadert thans te Leeuwarden.
In de vergadering van gisteren kwam aan de
orde een voorstel van de afdeeling Lriden en
Omstreken, om op kosten der Maatscbappy
een gouden medaille uit te loven voor hem
of haar, die het beste en op zichzelf voldoende
werk in de Nederl. taal samenstelt over
medische gedragsleer. De mededingers moeten
vóór 15 Maart 1899 hun werk hebben inge
leverd aan bet hoofdbestuur.
Het hoofdbestuur doet op-de hem bet meest
geschikt voorkomende wyze beoordeelen, welke
der ingekomen werken aan het doel beant
woorden en kent in casu aan den schryver
van het beste werk de medaille toe.
De afd. 's-Gravenbage stelde voor te lezen:
een gouden medaille ter waarde van 250 of
bet bedrag in geld.
Na discussie werd het voorstel aangenomen
met 84 tegen 25 stemmen.
Tot leden van het hoofdbestuur, in de
plaats van de heeren prof. R. H. Saltet en
dr. J. A. M. T. Sannes, die op 31 Dec. a. s.
aftreden, en van wie de eerste niet, de tweede
dadeiyk herkiesbaar is, werden benoemd de
heeren dr. Jac. Baart de la Faille te
Leeuwarden en dr. J. A. M. T. Sannes te
Rotterdam.
Ter vervulling van de vacature, ontstaan
door het overiyden van dr. S. K. Hulshoff,
werd prof. Stokvis verkozen.
De heeren dr. J. B. Van Geuns, dr. M.
Juda en dr. C. E. Daniels werden onder
scheidenlijk benoemd tot secretaris, penning
meester en bibliothecaris in het hoofdbestuur.
Het aftredende lid der commissie vau het
ondersteuningsfonds, dr. C. J. Vaillant, werd
by acclamatie herkozen.
De 498te algemeene vergadering zal worden
gehouden te 's-Hertogenbosch.
Met een 20 tal open rytuigen maakten de
leden een ryto:rtje in de omstreken der stad.
Te zes uren was er feestmaaltyd in „De
Harmonie".
Het bestuur der Yereeniging voor Handel,
Nyverheid en Gemeentebelangen, te 's-Gra
venbage, heeft besloten zich zoo spoedig
mogeiyk met een adres tot den gemeenteraad te
wenden, daarin te wyzen op den ondraaglyken
en voor de gezondheid der bewoners gevaar -
ïyken toestand eer grachten, tengevolge van
den verpestenden stank, welke daaruit opstygt,
met dringend verzoek om onverwyld maat
regelen te nemen om daaraan een- einde te
maken, zoo noodig in overleg met Delfland,
indien biyken mocht, dat de dit jaar erger
lijke vervuiling der binnengrachten haar oor
zaak mocht vinden in de afsluiting van wateren
door werken in DelfUnds boezem.
Naar de „Midd. Ct."jtevens verneemt, wordt
te 'b Gravenhage het plan overwogen, om
iu een adres de aandacht van de Regentes
te vestigen op het gevaar, dat het leven en
de gezondheid van de Koningin bedreigt by
een eenigszins langdurig verblyf in den door
de uitwaseming der grachten verpesten damp
kring der residentie. Men zou daarom H. M.
in overweging geven den terugkeer van het
Hof naar Den Haag niet te doen plaats hebben
vóórdat, hetzy vanwege het Ryk, hetzy
vanwege de gemeente, hetzy door samen
werking, afdoende verbetering gebracht zal
zyn in een toestand, dio wd is waaralleen ge
durende de zomermaanden voor deiogezetenen
nagenoeg ondraagiyk is, doch in alle seizoenen
het weerstandsvermogen der gestellen tegen
ziekte-invloeden ondtrmynt.
Deze motiveering wordt gestaafd door de
statistiek, welke over een reeks van jaren
steeds een hooger percentsgewys sterftecyfer
aanwy&t voor de Haagsche buurten, die aan
grachten, dan voor de zoodanige, welke op
eenigen afstand van deze besmettingshaarden
gelegen zyn.
- Onder leiding van den voorzittêr, prof.
H. Wefera Bettink, van Utrecht, vergaderde
gisteren te Middelburg de Ned. Maatschappy
tot bevordering dor Pharmacie.
Op de vergadering waren vertegenwoordigd
de volgende departementen: Limburg, Noord-
Brabant, Noord Holland, Overtysel, Rotterdam,
Utrecht, Zeeland, Amsterdam, Dordrecht,
Friesland, Gelderland, 's-Gravenhage, Gro
ningen, Haarlem en Leiden. De byeenkomst
was druk bezocht.
Tn de plaats van de niet-herkiesbare twee
leden in het hoofdbestuur, prof. Wefers Bettink
en dr. P. A. Vos, werden gekozen de heeren
W. H. J. Gantvoort, van Rotterdam, en C.
A. Yan den Byilaardt Jr., te 's Gravenhage.
Als eereleden der Maatscbappy zyn be
noemd dr. P. Ankersmit, te Amsterdam,
Bellingrodt, te Beriyn, Froelich, te Beriyn,
Herm. Yan Gelder, te Kleef, en prof. H. P.
Wysman, te L iden.
Na de pauze hield prof. H. P. Wysman, ua
eeu woord van hulde gebracht te hebben aan
wyien prof. Plugge, eeu voordracht over
„sommige ontledingen, door schimmels ver
oorzaakt." Spreker gaf eene, door platen ver-
duideiykte, omscbryving van onderscheidene
schimmelsoorten, en verschillende voorbeelden
van de vorming van zuren door sommige,
van suiker en alcohol door andere schimmels.
Daarna werd voortgegaan met de behande
ling der agenda.
Verworpen werd na breede discussie een
voorstel-Utrecht: „Het hoofdbestuur noodige
de departementen uit, commission te benoemen
met opdracht, om, in hunnen kring, gegevens
te verzamelen omtrent de samenstelling van
koemelk in verschillende jaargetyden, zooals
die uit atalproeven biykt."
Besloten werd, naar aanleiding van een
8chryven van een lid der Maatschappy, die
mededeelt, dat een apothekers weduwe ge
dwongen wordt een proces te voeren t-gen
een dokter, die het bestaan barer apotheek
bedreigt, dat de Maatschappy zich de zaak
dezer vrouw zal aantrekken en daarvoor een
bedrag beschikbaar stellen.
Aan den Zuidgevel van het gebouw der
Grafeiyke Zalen te 's-Gravenhage (Binnenhof)
is eeu venster met Gothiscbe traceeringen
ontdekt en blootgelegd. BoutokWbl)
Het Bestuur der Noord- en Zuid Neder-
landscho Opera-YereenigiDg verzoekt ons
mede te deelen, dat behalve de reeds ver
melde artiaten nog zyn geëngageerdMevr.
Maria Levering, van Antwerpen, als forte
chanteuse; de heer Carl Möncb, als orkest
meester, solo-repetiteur en koorchef (naast
den heer Gottfried Mann), en de heer Jos.
Willemse als basse cbantante.
De heer Jacob B. Citroen, te Amsterdam,
heeft een adres gezonden aan den minister van
waterstaat, om, gedrongen door den nood der
tyden, diens krachtdadige tusschenkomst of
medewerking in te roepen ten behoeve der
goud- en zilverindustrie.
O. a. driogt de adressant er op aan, dat den
ambtenaren van den waarborg meer macht ver
leend wordt, om te helpen fraudes tegen te gaan.
Zoo moet aan die ambtenaren het recht
worden gegeven, om by aanbieding van ver-
moedeiyk buitenlandsch werk den oorsprong te
onderzoeken, of er dient bepaald te worden, dat
geen afgewerkte, d. w. z. gekleurde of afge-
polyste werken, ter stempeling mogen worden
aangeboden, tenzy men bewyze "dat het werkelyk
Hollandsch fabrikaat is.
Te Leeuwarden hebben de anti-revol.
tot hunnen candidaat voor de Tweede Kamer
gekozen den heer G. H. Wagenaar, predikant
by de Ned.-Herv. gemeente aldaar.
In het district Leeuwarden roept een
voorloopig comitó tot een vergadering op de
anti revolutionnaire kiezers ia dat district,
die niet langer kunnen instemmen met het
begiDsel, noch tevreden zyn met het beleid
der georganiseerde a.-r. party, ten einde over
te gaan tot de oprichting van een zelfstandige
a.-r. of cbr -hist, kiesverec-niging op dezen voor
loopig vastgestelden grondslag„Da kies-
vereenigiog verwerpt het door de revolutie
ln ons staatsleven ingodragen beginsel der
neutraliteit en wenscht langs wettigeD weg
onze staatsinstellingen te helpen harvorn*)n
naar eisch der chr.-hist. beginselen, zooals
deze door mr. Groen zyn beltfnd."
Na het onderhoud, dat de hoer Gleich-
man jl. Zaterdag met H. M. de Koningin-
Regentes heeft gehad, zou, gelyk gistermiddag
te 's-Gravenhage het gerucht liep, ook de
heer Tak van Poortvliet door H. M. zyn ge
raadpleegd. De beer Tak, die Maandag uit
Middeltiurg te 's Gravenhage is teruggekeerd
was gisteren niet in de residentie aanwezig.
De Fransche gezant te 's Gravenhage,
de heer Bihourd, verrrok gistermiddag naar
Parys.
De fraaie vleeschhal op de Groote Markt
te Haarlem is vóór eenigen tyd door de ge
meente aan het Ryk verhuurd, om te dienen
voor het ryks-arebief. Uit- en inwendig is
het gebouw van Rykswege gerestaureerd, zoo-
dat het een sieraad van de Groote Markt is.
Aan één zyde evenwel bevinden zich tegen
het gebouw kleine huiles, toebeboorende aan
de Nederd.-Hervormde gemeente te Haarlem,
die het gebouw in hooge mate ontsieren, daar
gelaten, dat zy ook een voortdurend brandge
vaar opleveren.
Door don minister van binnenlandsche zaken
is er by het gemefntebestuur op aangedion-
gen, dat het noodige werd gedaan oji dezen
misstand weg te nemen en dat door aankoop
en wegruiming van bedoelde huisjes <ie g-
me-nte het bare bijdraagt, om dat gedenk-
teeken van Oud-Hollandsche kunst geheel tot
zfcn recht te doen komen.
KerkvoogJen der Nedtrd.-Hcrv. gemeente
hebben op de aanvrage van het gemeo. tebe-
stuur zich bereid verklaard die gebouw'jes
samen ter oppervlakte van 53 centiaren te
verkoopen voor f 5250, zynde een kapitaal,
benoodigd om een gelyke som aan rente te
verkrygen, als thans na aftrak van onder-
bouds- en aodere kosten jiarlyks netto van
de opbrengst van die buisjes ten bate komt
van de kerkekas.
Burg. en Weths. hebben daarop aan den
minister voorgesteld, te overwogen of de aan
koop niet zou kunnen geschieden gedeeltelyk
vóór rekening van het ryk, gedeeltelyk voor
die van de gemeente.
In antwoord hierop wordt door den minis
ter met klem betoogd, dat hét op den weg
der gemeente ligt bedo.lden aankoop uitslui
tend voor hare rekening te nemen.
De minister wyst daarby onder meer op
de belangrijke sommen, welke het Ryk aan
verschillende Qaarlemsche monumenten beeft
besteed en andere bevoordeehogen der ge
meente.
Na ryp overleg stellen B. en Ws. thans
aan den gemeenteraad voor den aankoop voor
rekening der gemeente te nemen.
Door B. en Ws. van Haarlem wordt aan
den Gemeenteraad voorgesteld de concessie
aaa den heer A. A. Sprenger voor het heoben
oener zwem- en badinrichting in het Noorder-
Buitenspaarne te Haarlem te verlengen tot 31
December 1909.
Onder de voorwaarden is de bepaling op
genomen, dat met uitzondering vari een
ondtr goedkeuring van B en Ws. aan te wyzen
gedeelte van do inrichting kosteloos ge
bruik kan worden gemaakt. In verband hier
mede wordt het subsidie der gemeente van
f 350 gebracht op f 550 per jaar.
Te Prin8enhage is overleden de heer J.
F. Hoogeveen, gep. majoor O. I. 1 ger, in den
ouderdom van byna 73 jaren.
De heer A. H. Van Thiel, hoofdinspecteur
der telegrapbie, zal naar de r„N. R. C."
meldt den lsten Oct. aanst., na 54 jarigen
dienst, op zyn verzoek worden gepensionneerd.
De byzondere commissie voor groep XIII
(geweven stoffen, kleedingstukken, gareDs)
der Parij8che wereldtentoonstelling in 1900,
onder voorzitterschap van hot lid der centrale
commissie baron L. Michiels van Yerduynen,
20)
O, welk een goddeiyk geheim is dat der
getallen, met behulp waarvan ik de diepten
der aarde peilen en my in de ruimten des
hemels verheffen kanDe honderdste, de
duizendste pennelikker heeft er geen gryntje
vermoeden van, met welk een wereldmacht
hy alle dagen en uren omspringt; het getal
is voor hem het teeken, waarmee men per
centen uitrekent, de zwemgordel, waarmee
hy zich met moeite boven het water des
levens dryvende houdt verder niets. En
daarby leeft by voort zoo dom als een oester.
Vandaag heb ik u van de zon en de vaste
sterren verteld; den volgenden keer spreken
wy over de planeten, de zoogenaamde dwaal
sterren."
„Kunnen sterren ook dwalen?" vroeg Be
gins, opeens uit haar gedachten ontwakend.
„Niet in den zin van uw vraag. Aan den
hemel zoo good als op aarde heeft alles zyn
vaste wetten. Evenals deze dwalende lichamen
ons in hun banen, hun bewegingen, dikwyis
vol tegenspraak, zonder regels, afwykend toe-
schyn9n, zoo zyn zy toch alle onderworpen
aan de wet in hun verhouding tot het groote,
alomvattende iets, dat ge liefde, wat my
aangaat ook aantrekkingskracht der lichamen
noemen moogt; ds sterren daarboven zyn
evenzeer onderworpen, zeg ik, aan die wet
als het menacheiyk hart bier beneden".
„Als het menschelyk hart", herhaalde Regina
en ging daarby in gedachten de beteekenis
dier woorden na. Behoorde zy niet zelve tot
die dwaalsterren? Was zy niet een schepsel
van de zon der liefde, verkreeg ook zy niet
van deze baar licht en ontleende zy aan haar
niet haar richting en haar baan? Dwaalster
ren daarboven geiyk het menschelyk hart hier
beneden
Kort daarop daalde Regina de trap af naar
baar kamer. By het binnentreden bemerkto
zy de donkere omtrekken van een mensche-
lyke gedaante.
„Vrees niets, Regina, het is geen dief 1 Ik
ben het. Ik zag van de straat af licht by u
en wilde u terrassen. "Wat ia het hier ge
zellig en vreedzaam! Ware het by my thuis
toch ook zool"
„Erich"l
Deze zyn naam klonk van haar lippen
schier als een vreugdekreet. Dikwyis reeds
bad by zyn hart by haar uitgestort; Regina
had Doris verdedigd, getroost ook hem
dikwyis do schuld zelf toegeschreven, wanneer
zy hem zoo gaarne had willen zeggen: „Ja,
ge hebt gelyk. Uw vrouw bemint u niet I Hier
is er een, die u begrijpt, die voor u gloeit,
sedert zy u kent, en die eeuwig over het
geluk, dat voor uw hart verloren gegaan is,
klagen zal."
Zy zeide hem dat echter niet. Zy hulde
haar kloppend, verlangend hart in zachte
scheldwoorden, ja zelfs in verwyten. Daarmee
richtte zy een dam tusschen haar en hem
op. En nu was hy tot haar gekomen, hetgeen
vroeger nooit gebeurd was, en hy blikte haar
zoo bedroefd aan I Zy had de canapé, waarop
zy een oogenblik was gaan zitten, willen
verlaten, doch hy duldde dat niet, maar drukte
haar zacht neder, zoodat zy gedwongen was
op haar plaats te biyven.
Het is een armzalige troost, wanneer
degenen, die men bemint en die hun hart
elders vergeven hebben, wanneer dezen onbe
vredigd en ongelukkig hun toevlucht komen
zoeken een armzalige troost en toch weer
een gevoel van diepe voldoening: de wellust
der versmaden. Hy zat by haar, tegenover
haar. Hy sprak over alles, over de inrichting
der kleine kamer, over de boeken, die er
opgesteld stonden, over den eigenaardigen
indruk, welken dit huis met de beide een
zame bewoners maakte, Regina en Warbusch,
zyn voormaligen huurder van het Planeten-
buisje. Daarop bemerkte Rechtiog ook zyn
portret, dat ia een lyst van donker fluweel
op een latafel geplaatst was; een immortelle
was er boven vastgehecht
Als met bloed werd Regina's gelaat over
goten, toen hy zyn blikken op zyn eigen
afbeeldsel vestigde.
„Het is hetzelfde portret, dat ge my laatst
leden Kerstmis geschonken hebt," meende
Regina, zyn opmerkzaamheid daarvan trach
tende af te leiden.
„Doch zonder de immortelle, Regina," ant
woordde hy. „Ik schrikte byna, toen ik ze
bespeurde. Alsof ik reeds gestorven en my
hier een trouw aandenken verzekerd was!"
„Dat zal u steeds geworden, Erich, eeuwig!
Het sterven kunt ge intusschen voorloopig
nog wel achterwege laten 1"
Zy poogde den laatsten volzin een vroolyke
uitdrukking te geven, doch het gelukte
haar niet.
Toen nam Erich het boek op, dat op de
tafel lag, en liet blik eo gedachte op den
titel verwyien.
„„Die Leiden des jungon Werther." Een
van de eerste uitgaven dezer wonderbare
legende van den hartstocht", merkte hy aan.
„Noemt ge dat een legende?" vroeg Regina.
„Is de bron, die u de smachtende lip en het
brandende hart laaft, voor u ook een legende?"
„Op zestienjarigen leeftyd", zei Erich, „heb
ik dit boek verslonden; toen ik een en twintig
jaar was, heb ik het als een dierbaar pand
aan myn hart gedrukt; op myn vyf-en twin
tigste jaar heb ik het ter zyde geworpen
en nu lees ik het iedere lente weer. Het
houdt het hart frisch. Ik heb het daarom
als een legende aangeduid, omdat deze stroo
mingen des harten, deze kwellingeD, dit fijne
ontleden der gloeiendste gevoelens, dit roeren
in zyn bartebloed onzen nuchteren tyd als
een legende-achtigen toestand moeten voor
komen. Het boek moest ecbt9r ook als een
legendarische geschiedenis beginnen„Er was
eens een man; die had op Gods aardbodem
volstrekt niets te doendaarom werd hy
Werther." Maar dat gy dat nog leest, gy,
een persooniykhoid, zoo volkomen, zoo zaak
rijk! U moest het boek eigenlijk afstooten."
„Gedeeltelyk stoot het my ook af, ja, maar
over 't geheel verkwikt het my zeer. Het is
my een voldooning te lezen, te onderzoeken,
hoe de hartstocht in het hart van een man
woelen kan."
Zy zeide r.i9t, dat Int haar een genot was
met den ongelukkigen Werther alle stadiën
eener hopelooze liefde te doorloopen. Zy wil !o
toch reeds het onderwerp van hun gesprek
niet verder voortzetten, want reeds klopten
haar polsen sneller, haar woorden kwamen
slechts in korte zinnen uit een hygenden
boezem. Eindeiyk vroeg zy hoe het Doris
ging-
Hy haalde de schouders op en glimlacht®
somber. „Hoe het haar gaat? Waai toe die
vraag? Gy kunt het u wel voorstellen
Regina als altyd! Yandaag bad zy wee*
een schitterende equipage zien voorbyryden
waarin Lideman en de vrouw van den ge
heimraad zaten en zy was er niet by;
zy moest thuis en by baar kind zitten. Daar
van liep haar het hart over."
„Hm, Lideman 1" sprak Regina als by zich-
zelve „Sinds eenigen tyd komt hy niet meer
by u, wel?"
„Neen," was Erichs kort antwoord.
„Ja juist, Doris heeft het my verteld."
Wederom aarzelde zy voort te gaan. Slechts
weinig ware er op dit oogenblik noodig ge
weest, om Erich achterdochtig te maken,
Erich, dien slechts de volkomen, kinderiyb
naïeve argeloosheid zyns harten tot dusverr
belet kon hebben de ware reden der gehecht
beid van den president aan zyn huis U
te zien.
Wordt vervolgd.)