N». 11458,
Maandag 5 Juli.
A". 1397
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DWAALSTERREN.
EEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZJER COURANT?
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEJT
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Aan de Abonnés op
het „Leidsch Dagblad",
die tijdelijk elders bin-
nens- of buitenslands gaan vertoeven,
wordt meegedeeld:
d it het Dagblad, tegen vergoeding
der frankeerkosten, gaarne wordt
opgezonden;
dat echter niet kan worden vol
daan aan het verzoek om de Bladen
te „bewaren", noch aan eenig ander
verzoek tot bezorging van het Blad
anders dan aan het adres van den
geabonneerde.
DE UITGEVER.
Olllciëele Kenuisgovingo.n.
Kennisgeving. Rationale Militie.
ONDERZOEK VjN VERLOFGANGER8.
BurgomO' eter en Wethouders van Leiden brengen
tij dsze ter kennis van de miiicien-verlofgaDgere
1". GERARDUS BRUGMAN, il ae ervangor van
de liohting ran 1891, gomeoute RoUord-.ru, lotingDr.
605, van liet 4de rogitneut I.f-nttr.e;
2d. VN OUTER JAN HOLVERUA, lottling van de
lichting va i 189), gemeente Leiden lotiDgnr. 170,
van htt 4de regiment Infanterie;
dat zij worden opgeroepen tot het maken eener
na-inepcc'ie voor do beer Militie Commreariu, welke
zal plaats liebben op Donderdag den 1 den Juli lS97f
dt8 voorm ddage te elf uren, in bet Iu» ahdcnhnie ie
LeideD, met last om op gemel ieu tyd ti r aangewezen
plaatse tegenwoordig to zijn, in uniform guklted en
voorzien van de kleediug- en uitradi: gatakken, hnn
bij het vertrek met verlof meJegegeveD, alsmede
Van buuLO zakboo' jee en verlofp.eser.
Burgomec-eter en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
9 Juli 1897. E. KIST, Secretarie.
Kostelooze Inenting.
Bnrgomeester. en Wethouders van Leiden brertgen
bij deze ter algomeene kennis, dat op Dinsdag
Juli 1 8 9 7 en tot nadere aankondiging
op eiken volgenden Dine dag, telkenu ale
dee namiddags to twee uren, in het Elieabetbshof
aan de Oude Veet, gelegenheid zal wordeu gegeven
tot kostelooze inenting van on- en rmu-
vormogenden, wordende tovern» aan bolaogheboenden
herinnerd, dat zfi eleohts zullen worden toogelaten
op vertoon van een bewge hunner geboorte-
inaobTijviDg.
Burgomeester en Wethondere voornoomd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
S Juli 1897. E. KIST, Secreian..
De Sint-Petrus-kerk aan de Langebrug.
Terwyl de parochianen van de Hartebrugs-
kerk dezer dagen Haarlems Bisschop in bun
midden gingen ontvangen voor de wading
van een nieuw hoogaltaar, begroette de feest
dag van Sint-Petrus het heiligdom van dezen
heilige aan de Langebrug in ongekenden
luister.
Inderdaad, het groote, het schier onmoge-
1 ,kb werk, van ook aan de Roomsche Petrus-
kerk gloed en leven in te storten, is waarlik
gelukt:
Wat wond're kleuren van porfier
Van marmer, van graniet, van steenen,
Hier lichtende in het licht verschenen!...
Eerstens had de kunst hier rekeDing te houden
met den achtermuur der kerk. Gewoekerd is
er waarlik met een kleinen uitbouw, die
enorme heerlijkheden heeft geschapen. Voor
eerst is het licht, bet alles-bezielende, htt
alles-verheffende licht, door een drietal ramen
te hulp geroepen. Vervolgens beeft de uit
bouw ronding om het altaar gegeven, zooJat
de rechte lyn van den achtermuur met hare
verveling is weggevallen. Tertio heeft men
een kolonnade, welke hier onmogelijk op den
benedenvloer rond het hoofdaltaar kon begin
nen, nu boven het altaar uit geplaatst, op
zulke breede wijze, dat die zuilenrij zich ook
met twee sierlijke bochten omhoog achter de
z\j-altdren voortoeweegt. Eindelijk ontstond
er aan het plafond de groote schelpruimte,
in welke de majestueuze groep van Christus
met de twee hoofd-aposteleo heel de kerk
overheerscht.
Dewijl nu de reeds vermelde zuilengroep
zich op vrij beteekenende hoogte op den
achtermuur van bet altaar beweegt, dewijl
verder tusschen de kolommen de kleurspelingen
vallen der geschilderde ramen, en dewijl
eindelijk die pijlers zeiven overvloedig met
goudglans en scbittering aan basementen, aan
kapiteelen en aan schachten zijn versierJ, zoo
weet waarlijk de bezoeker der kerk op bet
eerste gezicht niet, wat een woud van
majesteit zich daar voor zijn blikken vtrheft;
heel het onversierde gedeelte der kerk, heel
het plaatseDruim der menschen ontgaat hem,
maar verband en getroffen gaat zijn aandacht
in verrukking onderscheiden, hoe alle gloiie
van de kolonnade begint tfj het altaar, om
langs kroonlijsten en bogen, langs opschrift
en kleurenpracht op te klimmen
Tot Koning Christus, 's Vaders Zoon,
Gezeten op den wolkentroon!
Zoo wordt hipr de zetel Gods op de aarde
zeer schoon vereenigd met de afbeelding van
Z\jn zetel in do Hemelenzoo is hier de stoffe
lijke tempel een voorber. iding en wegwijzer
naar den Onstoffelijke; zoo is dit heiligdom
inderdaad de mysterieuze plek, waar de Jacobs-
lidder tusschen Hemel en aarde staat opgehe
ven. De kunstenaar, cie dit werk tot stand hoeft
gebracht, heeft hetz lf Je verheffingslied coor
de ziele booren ruischen, dat ook do bouw
meester der Lieve Vrouwe Kerk aan de Harte-
brug moet hebben geboord. Voo-zeker, hunno
werkfn konden slechts verbeteringen en geen
scheppingen zijn, maar toch, ook bh die
verbeteringen roept men uitex ungue leonem,
de leeuw wordt erkend aan zijn koningsslag
Het onontbeerlijke licht wordt door middel
van drie kunstramen tusschen de kolommen
in het ruim der k^rk verspreid. Wat die ramen
betreft, zij zjjn zoo geheel in harmonie ge
bracht met de zware omgeving, dat het onge
oefend oog hior bepaald rekening mode houden
moet, ten einde tot geen valsche oordeelvel
lingen te komen. Geen gro -»te vlakten konden
en mochten hier op de ramen worden gege
ven; maar primo: zij vertoonen hunne voor
stellingen onder een eereboog of omlijstiDg,
welke op het eigen glas staat geschilderd, en
secundozij vertoonen alle zeer zwaargevulde
tafereelen, waarin o. a. het oude glasrelief is
gehandhaafd. Onzes inziens kan dit alleen afge-
15)
„Dat zal ik je zeggen. Wjj zullen deze
groote, prachtige woning verlaten on het
stille, bescheiden buitentje vóór de stad be
trekken, bet eenige, dat ik van mijns vaders
erfdeel bezit."
„Dat eenzame, sombere, smakelooze huis,"
wierp Dons tegen.
„Natuurlijk zullen wij onze equipage
afschaffen de bedienden, over 't geheel
zullen wij onze huishouding tot het een
voudigste beperken."
„O, dat zal een heerlijk leventje worden,
als ik door do voorstad by wind en regen te
voet voortdraven en de kool in een mand naar
huis dragen moet. Hoe hoonend zullen de
menschen mij aangapen l In mijn ooren hoor
ik het reeds klinken: „Kijkt toch eens, die
die élégante mevrouw! Vroeger op gummi-
wielen nu met gummi-schoenen 1"
„Allemaal slechts uitwendige dingen I Doris,
wanneer zal het oogenblik komen, dat je geest
li die richting keert, waar alleen al bet duur
zame geluk verborgen ligt in het binnenste,
in de diepte van 's menschen borst?"
„Berisp, smaal maar! Scheld op mij ik
zal iiy nimmer aan andere, kleinere toe
standen gewennen. Ik houd van de bekoor
lijkheid, den glans, de schoooheid en de
volheid des levens. Het is de atmosfeer,
waarin ik adem. Waarom heb je m\j zoo
keurd worden door hem, die Diet rekent met
de omstandigheid, dat gewone vlakke raam*
tifereelen bier, door de kolommen-liniën, ge
heel zonder effect zouden blijven. En wie -r
last van moge hebben, dat uit de verte de
tafereelen niet te onderscheiden zijn, welnu,
by moet zich de moeite geven, meer tot het
altaar te naderen!
En hoe by dan verrukt zal zjjn I Het linker
raam vertoont de roeping van St. Petrus. Heel
de woeligheid der won fervolle vischvangst, al
de verbazing der omstanders en geheel het
materieel van net en scheepje op den voor
grond, en op den achtergrond de Htiland met
htt veelzeggende woord op de lippen: Van nu
af (Petrus) zult gij menschen vangen. Het
rechterraam vertoont de belijdenis van Sint-
Petrus. Ontroerd en bleek ligt daar de anders
zoo vurige, de anders zelfs overmoedige Gali-
leër neergeknield, want, nadat hem het woord
van de lippen is gegaan Gij z{jt de Christus
de Zoon van den levenden Godheeft op Zyne
beurt de Verlosser tot hem, den eenvoudig, n
zoon van Jona, gezegd „U zal Ik de sleutels
geven van het Rijk der Hemelen." En eindeiyk,
op het derde raam wordt Sint-Fetrus gekruisigd.
Na vergrysd te zfln in den arbtid voor
zijnen onvergetelyken Meester, ziet Petrus
nu aan zicbzelven de profetie verduld, die
Jezus hem eenmaal deed: Wanneer gij oud
geworden zijtzal een ander u een gordel
omslaan en daarheen voeren, waarheen gij
niet wilt. Op dit tafereel is verder een zeer
rijk vergezicht geschilderd, zoodat men achter
Italië'8 stranden de zoe ziet opdoemen. En,
naar de wyze der Midueleeuwscbe kunst
stukken is hier eindeiyk nog eeo Anachronisme
toegelaten, dat wil zeggen, boven het tafereel
van Petrus' kruisiging is, in een afzoniirlyk
medaillon, de kerk opgehangen, welke
natuuriyk, tydens Petrus' kruisiging, nog in
geene eeuwen was te zien. Maar het gebruik
der oude kunstenaars heeft aan deze wyze
van doen nu eenmaal burgerrecht gegeven.
En nu, met dit geheele drietal ramen nog
voor de oogen onzer verbeelding, durven wy
ons reeds uitgesproken oordeel herhalende
aandachtige toeschouwer zal by het gezicht
dezer voorstellingen weldra in verrukking
komen. Hier is zelfs meer spel en poëzie dan
op de Petrus tafereelen, welke in de 15de
eeuw Filippino L ppi te Florence heeft ge
schilferd. Wat byzonder den dood van Sint-
Petrus betreft, vieren smaak en kieschheid hier
de beste triomfen.
Zoo ziet men byv. hier, dat het kruis, aan
hetwelk Petrus, met het hoofd ter aarde ge
keerd, gaat geplaatst worden, en dit voldoet
beter dan te zien, dat het kruis by zulke
onaesthetische bevrachting daar geplaaut
staat. Immers, het hoofdidee, hier weer te
geven, is de triomf van het geloof, van de
liefde en van de noderigheid over den dood,
en niet de dood, op zichzelven. Zoo^ra het
tafereel dus den gang der marteling maar
heeft afgebeeld, kan het vreeseiyk martelen
zelf een weinig worden ter zyde gesteld, ten
einde hoogere gezichtspunten wordtn gevierd.
En tot die hoogere gezichtspunten nu, behoort
hier zeer zeker de victorie van Petrus, juist
by zyn schynbaren ondergang. Daarom begreep
d kunstenaar terecht, dat een vergezicht
over de wereld, welke straks alom aan Petrus'
gezag zoade gehoorzamer, juist op het iafe-
rjtl van zyn kruisiging thuisbeboorde, mits
cat v< rgezicht door een afbeelding van den
Christentempel werde overheerscht.
Mocht evenwel iemand, na oit alles, toch
deze ramen niet schoon kunnen vinden, dan
kan hy niet beter do9n dan eerst de welbe
kende ramen in de Sint Jans-Kerk te Gouda
te gaan zien. De schrik voor de „volheid"
zal hem dan waarschyniyk verlatenalthans,
de modern gevormde kunstsmaak leert by bet
werk der gebroeders Crabeth zyn eenzydig-
heid afleggeo.
Geëindigd dus met een harteiyken geluk-
wensch aan parochianen, kerkbestuur en her
der van SintPetru8l
P. M. Bots, Oud-Rector.
Leiden, 3 Jnli.
De heer G. A. Van den Bergb van Ey>inga,
candidaat in de godgeleerdheid te Leiden, is
door de theologische faculteit alhier met goud
bekroond voor de beantwoording van een prys-
vraag „Over de verwantschap van denkbeelden
tusschen Bernhard vaQ Olairvaux en Grego
rius den Grooten."
By koni klyk besluit is benoemd tot
burgemeester der gemeente Zwammerdam d©
heer G. B. Fortuyn.
De Nationale Velddag van het Leger
des Heils zal dit jaar worden gehouden op
Woensdag 18 Augustus a. s., op het landgoed
„Velzcrbeek", te Velzen, by Haarlem.
Voor deze gelegenheid zal generaal Booth
overkomen, die de by» enkomsttn zal leid-n.
M-.t de Bollandscbe Spoorweg-Maatschappy
zyn reeds schikkingen gemaakt voor eenige
extra treinen en voor verlaagd tarief voor
deelnemers van de stations aan de lynen
dier Maatschappy.
Voor de rechtbank te 'sGrav.nhage
werd gisteren mr H. A. Van Raalte, benoemd
kantonrechter aldaar, als zoodanig beëedig
De heer Van Raalte nana in de gisteren
gehouden burgerlyfce terechtzittirg van het
kantongerecht zitting, na voorlezing, door dtn
griffier, van het proces-verraai der eeds af
legging.
De deurwaarder, de heer J. B. Mansveld,
maakte gebruik van de gelegenheid dat by
in deze zitti ig voor een zyner cliënten moest
compareeren, om eenige barteiyke woorden
van gelukwensching te richten tot den be
noemde, ook namens zyne collega's en allen,
die uithoofde hunner betrekking veelvuldig
als vertegenwoordigers van partyen met d.n
kantonrechter in aanraking komen. Hy be
tuigde daarby dat de keuze van H. M. de
Koningin veler sympathie genoot.
Mr. Van Raalte bedankte den heer Mans
veld voor de tot hem gerichte felicitatie.
's Middags van den vierden dag van de
lustrumfeesten te Amsterdam, had in het
Paleis vóór Volksvlyt eene matinee plaats
van de grenadiers, aangeboden door de Kon.
Studenten schistvereemging.
Nadat er 's namiddags particuliere feesten
geweest waren in verschillende studenten
clubs, kwam men 's avonds weder byeen in den
Stadsschouwburg, waar de Amsterdamscho
studenten-tooneelvereeniging Shakespeai e's
„Much ado about nothing" op zou voeren,
regie Henri Poolman. De drom van bezoekers
was zoo groot, dat er nogal eenige tyd
verliep, eer alle ontevredenen goed en wel
onderdak gebracht waren.
Wat de voorstelling zelve betreft, dio mag
in alle opzichten uitstekend geslaagd heeten.
Door de liberale kiesvereeniging te Warga
is by acclamatij de heer H. Pytter6«n Tz.
candidaat gesteld voor de Tweeue Kamer.
Mr. A. Keroyk heefc ontkennend geant
woord op de tot hem gerichte vraag, of hy
eene candidatuur voor de Tweede Kamer in
het district Leeuwarden zou willen aannemen.
Naar gemeld wordt, zou de radicale ver-
eeniging in district IX, van Amsterdam, nu
reeds den heer Gerritsen gepolst hebben, of
hy eone candidatuur voor de Tweede Kamer
zou willen aannemen, natuuriyk voor 't geval
de beer Tak voor Beverwyk optreedt. De hter
GerritseQ zou verklaard hebben, alleen in aan-
merkiDg te willtn komen, als debeerKerdyk
co candi latuur nitt mocht wenschen.
Als redacteur van het „D. v. Z.-H." is
opgetreden jhr. J. P. Van der Willige von
Schmidt auf Altenstadt.
Te Broek-Sittard, waar drie leden van
den gemeenteraad periodiek aftreden, doet
zich htt zonderlinge geval voor, dat geen
candidaat op de candidatenlijst is gebracht.
Tot gemeente-ontvanger te Grauw is
benoemd de heer E. J. Verhaegen.
Ter gelegenheid van het 25-jarig be
staan der Amsterdam8che Omnibus-Maat-
schappü ontving elk lid van het pertoceel
zooveel guldens als hy dienstjaren achter den
rug had, plus een inleg op de spaarbank ten
bedrage van het dubbele dier som. Als minimum
werd voor deze berekening het loon van ééne
week aangenomen, zoodat ccn pas benoemd
conducteur fll in geld en f 22 in de spaar
bank werd toegelegd.
Onder de makingen en schenkingen, tot
aanvaarding waarvan door de Koningin in
overeenstemming met het gevo len van Gede
puteerde Staten van Limburg machtiging is
verleend, behoort eon legaat van C. G. H.
Lhoneux aan het burgerlijk armbestuur te
S.ttard, groot f 12,000, vry vac successie
rechten.
Biykbaar als e?n tegenspraak op wat
omtrent het ministerie gem.ld is, sclreefhet
„Dagbl. v. Z.-H.":
„Do minister van buitenlandsche zaken, jhr.
mr. J. Rösll, die Zondag middag naar zyn
buitengoederen te Doorn was vertrokken, is
Maandagavond te 8 uren alhi ;r teruggekeerd.
„Z Exc. zou, naar men v.rzekert, door H.
M, de Koningin-Regentes in gewone audiëntie
zyn ontvangen.
Dinsdagmiddag, evenals Vrydag jlzyn do
gewone Minist rriden gehouden."
Dit bericht draagt, zoo merkt de „Haagsche
Ct." 'èp, in zyn voorzichtigen vorm alle ken-
fceekenen van een officieuze (onderhandsche)
tegenspraak op hetgeen anderen vernamen.
laten begaan? Waarom hebt ge u om myn
verengen niet bekommerd? U kwam dat in
di eerst» pl ats toe. Ben ik zoo onnoozel,
dat ik naar je vermaningen niet zou geluisterd
hebben En ons kind 1 Daaraan heb je niet
gedacht in je zelfzucht, die wenschte, dat het
met myn bezit ten gronde ging."
„Z9ker well Het is beter, dat Liddy arm
is aan geld en goed dan dat haar kinderhart
de liefde moet ontberen, die haar in deza
drukte verstoord en onttrokken zou worden.
Doris, lieve Doris, laten wy ons er in
schikken 1"
De aangesprokene hoorde deze biddende,
schier smeekende vermaning zyns harten Diet.
Met een driftige beweging maakte zy zich
van haar man los en snelde in het ruischende
balgewaad naar de kamer, waar de kleine
rustig in haar bedje lag te slapen. Wat z\j
hier had moeten vindentroost en overgeving,
moed en zelfvertrouwen zy vond het niet.
Zy zag vóór haar geostesblik slechts de wereld
en haar toekomst als een woeste, ledige ruimte,
waarin zy tevergeefs haar ik trachtte te voegen.
En Rechting was hst, of met dien avond
en zyn roededeeling tusschen hem en zyn
▼rouw een schaduw was geslopen, die hen
op hun toekomstigen levensweg dreigde te ver
gezellen.
IV.
Het was een zeer bescheiden huis, dat de
Rechtings nu bewoonden. Erichs vader bad
het van zyn schoonvader, een welgesteld
lionenkoopman, geërfd, die het als zomor-
verbiyf gebouwd had, om zich daar des avonds
met zyn gezin van de vermoaierissan des
daags te ontspannen, rozen en druiven te
telen en z^ch in den schoot van zyn gezin de
zure melk als avondmaal goed te laten
smaken. Destyds lag het huis ver buiten de
stad, en de familie bespaarde daardoor zomer-
reisjo8 en dure uitstapjes'naar buiten. In de
dertig jaren sinds den dood van den goeden
linnenkoopman was de stad uitgebreid en
uitgt zet; terreinen gronds om het huis
he n werden bebouwd, de eenvoudige buiten
plaatsen gesloopt en door sieriyke villa's
vei vangen; alleen de bezitting der Rechtings
bb ef zooals ze geweest was en natuuriyk,
h<t huis met den simpelen voorgevel, het
oi derwetsche puntdak, do lage venstertjes,
die nog nist van spiegelruiten voorzien waren,
met zyn bescheiden voortuintje, dat nog door
een heiniDg vaD de straat gescheiden was,
dat buis, zeg ik, stak by de ryk geornamen
teerde gevels, de kolommen en de vergulde
balkons links en rechts zeer armzalig af;
het maakte den indruk van een arm wees
kind onder mooi uitgedoste kinderen van
ryke en voorname ouders.
Hier nu had de griffier zyn domicilie
opgeslagen. De equipage was afgeschaft, hy
en zyn vrouw bedienden zich van de tram,
hy, om naar het bureau te ryden, zjj, Doris,
om in de stad haar inkoopen te doen. By de
veel eenvoudiger geworden huishouding had
den de leveranciers het versmaad de warer.
thuis te bezorgen, zcoals zy dat vroeger
deden. Men had ook goen, wat men noemt,
personeel meer: dit was tot een dienstbode
eu eon kiodermeisje beperkt- Doris kleedde
zich op een allorminst in 't oog loopende
wyze. Zy had op een zeer gering gedeelte
na al haar kostbare kleederen verkocht. Erich
had zich daartegen trachten te verzetten;
Regina sloot zich by hem aan, maar juist
dit afraden versterkte Doris in zyn voor
nemen. Zy werd eigenzinnig, bitter in haar
gemoedsstemming.
„Ge zegt immers zelf, dat wy ons op vol
komen nieuwe toestanden moeten inrichton?"
„„Uw kleed zy overeenkomst'g uw leven en
denken,"" zegt het woord van e.n wyzo,
dot ik opvolg. Wat moet ik nu met die ge
tuigen van voormalige heerlijkheid doen?
Arme menschen behoeven zich niet meer op
te pronken; voor hen i3 een linnen kleed
voldoende. En het is beter zóó, Erich; ik
zou door die japonnen slechts aan het Eéos
herinnerd worden en men moet toch een
maal vergeten."
„Een parel van een vrouw l" riepon de
buren, die heel spoedig vernomen hadden,
waarom de eigenaar van het „Planetenhulsje"
den man, die het tot dusver bewoond had,
de huur had opgezegd. Het huis heette in
den omtrek zoo, omdat het plaDetensL hel,
wel is waar op zeer onduidelyke wyze, bovea
het middelste venster was aangebracht.
Daarom ook had de heer Warbusch het tot
zyn woning gekozen en lange jaren er in
gehuisd, totdat de griffier genoodzaakt werd
den ouden, eenzamen vrygezel de woning te
doen ontruimen. „Een juweel," Z9i men van
Djris, „een vrouw, die men aan alle andere
vrouwen ten voorbeeld i'tellen moet, v/anneor
men de schoon© vrouw vroeger, trotsch achter
over liggend in de kussens van haar rytuig,
hier zag voorbysnellen en haar thans gade
slaat, als zy haar eigen equipage rydt, dat
wil zeggen, het wagentje van ba^r kind, en
op een bank in de deftiga prom-, n ie gaat
zitten en handwerkjes maakt on da-roy den
slaap van haar kind bewaakt, geiyk een goede
moeder doen moet."
Dit had Doris nu wel niet behoeven te
doen: den kinderwagen had het kindermeisje
eveDgoed kunnen voortduwen, zoo het over
het geheel noodig was. Want achter htt
kleine buitenverbiyf lag een vry groote tuin,
die de kleine Liddy in voldoende hoeveelheid
lucht en licht had kunnen verschaffen. Maar
er lag in de gedragingen van Doris ten op
zichte van de nieuwe toestanden een te grooto
yver, een streven, dat alle perken te buiten
ging, en slechts de smarteiyke herinnering
aan het verleden, de inneriyke onvoldaanheid
en verbittering blcot legde. Elke andere vrouw
van een ootmoediger en meer overgegeven
karakter zou het vermeden hebban de plaatsen
op te zoeken, waar zy de gezelschaj pon uit
haar voormalige kringen moest aantreffen.
Voorzeker, en daarin had zy weer geiyk
zy behoefde het oog der wereld niet te
schuwen, zy en haar man waren volkomen
ongeschonden uit den vroegeren glans in het
duister getreden.
Wordt vervolgd.)