HERSTEMMING.
VRIJDAG
A0» 1897.
r no.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ATWkk'I'KN'I1] ÉfrKT;
PERSOVERZICHT.
Feuilleton.
Moeilijke uren.
N°. 1144-9
Donderdag 34 «Jnni.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
raus DJEZEB OOUBAHTj
Voor Leiden per 3 maaiulea.
tYanco per post
^Ukonderiyke Nommers
1.40.
Van 1 6 regel3 f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J, -* Grooter©
letters naar plaatsruimte. Voor het mcasseeron buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Tweede Blad.
De Residentiebode vermeldt uit Leiden
höt volgende schrijven naar aanleiding van
den uitslag der stemming aldaar te
hebben ontvangen:
"Wel mag een afzonderlijke golukwensching
gebracht worden aan Leidons anti-liberalen
voor -hunne kranige houding.
Het aloude Leiden, „het hechte bolwerk
van het Liberalisme", de wijdvermaarde Sleu
telstad, waar zoo menige professor, liberaal
tot ia merg en been, met geheel zijn aanhang
het een onmogelijkheid zou geacht, ja, het tot
«•n schande zou gerekend hebben, dat daar
ooit een anti-liberale afgevaardigde naar het
Binnenhof zou gezonden worden, dat Leiden
is „om": in do volgende zittingsperiode zal
beiden oen anti-liberaal naar de Tweede Kamer
zenden in den persoon van A. E. Van
Kempen, den zegevierenden candidaat van
Roomsch-Katholieke en Anti-Revolutionnairen.
Het was dien avond, toen de uitslag bekend
tvas geworden, een interessant schouwspel in
onze stad. Een ieder stond, om het zoo eens
uit te drukken, „mal te kijken". De liberalen
omdat zy geheel verslagen, verpletterd waren
hij deze zoo onverwachte uitkomstzy waren
zoo zeker van de overwinniug; de Roomsch-
Katholieken en Anti-Revolutionnairen, omdat
zij zulk een uitslag niet hadden durven hopen;
£y werkten wel met on vermoeiden y ver, maar
ia waarheid hadden zy het verwacht de neder
laag ta ïyden. De liberalen, zoo werd er ge
zegd, ko.iden immers zooveel mannen aan
brengen als zy maar wilden, men had het
reeds zoo dikwyis onder vonden en ook thans
zou Drucker wel met een verpletterende meer
derheid gekozen worden. Man voorspelde zelfs
2200 stemmen op den liberaal tegen 1600 a
1700 op den anti-liberaal.
En ziet, als de cijfers der stemming bekt nd
z\jn geworden, dan is de uitkomst zoo geheel
anders. Drucker geheel van de baan en onze
candidaat by eerste stemming gekozen.
Hulde nogmaals aan Leidens Anti-liberalen,
hulde hier in het byzonder aan Leidens
Katholieken, hulde aan het Bestuur der R.-K.
Kiesvereeniging!
Nog jeugdig is het bestaan van deze
vereeniging, maar zij heeft wel getoond, in
korten tyd degelijk georganiseerd te zyn.
Slechts eenige maanden zyn voorbygegaan,
sedert Deken Bots in de Stadrzaal krachtig
pleitte voor de oprichting eener kiesvereeniging.
Dadeiyk werd aan dat woord gehoor gegeven
©n spoedig bestond de R.-K. Kiesvereeniging
met een groot aantal leden en een Bestuur,
dat bewezen heelt ten volle voor zyn zware
©n moeilyke taak berekend te zyn.
Onvermoeid waren waariyk de leden van
het Bestuur onzer kiesvereeniging, onvermoeid
en vindingrijk in het uitdenken van g e-
paste en eerlyke middelen, om onzen
candidaat te doen slagen.
Eon welverdiende gelukwensch zy hier
gebracht aan het Bestuur onzer kiesvereeni
ging; mogen die leden blyven voortgaan op
den ingeslagen wegl
Wy weten thans wat wy in samenwerking
met de Anti-Revolutionnairen vermogen;
maken wy dan ook van onze macht gebruik
Straks komen wederom andere verkiezingen,
dan zullen wy moeten beslissen, aan wiewy
onze belangen ter behartiging willen opdragen
in den Gemeenteraad; toonen wy dan,
dat Leiden, eenmaal het hechte bolwerk der
liberalen, geworden is een onneembar© veste
der anti liberalen l
De Vaderlander van dr. Bronsveld beveelt
onomwonden het steunen der liberale
candidaten aan. Hy zegt o. m.:
Wat wil men nu? Een Kamer, waarin de
Roomsch-Katholieken een krachtige meerder-
hoid hebben? Zoo ja, dan moet men de anti-
revolutionnairen stemmen. Maar waartoe dan
den Christelyk-Historischen Bond opgericht,
of tot dien Bond toegetreden? Hoofddoel
daarby was toch óók, en voornamelyk, met
Gods hulp ons land te bewaren voor een
Roomsche Tweede Kamer. Welnu, dan moet
nu, by de herstemming, de stem der Christelijk-
Historischen geschonken worden aan de
tegenstanders der Roomschen. Dus aan de
liberalen? Gewis!
Het is nu niet de vraag: Geloovig of
ODgeloovig? maar: Vóór of tegen de Roomsche
oveiheersching? En daarom vertrouwen wy,
dat byv. de Christelyk-Historische kiezers
to Middelburg .niet zullen stemmen op den
Roomschen candidaat, den heer Lucasse, maar
op den geavanceerd-liberalen tegencandidaat.
Wy beseffen, dat dit zelfoverwinning zal
kosten, en dat men met droefheid zich gesteld
ziet voor de keuze uit twee tegenstanders;
maar de dreigende overheersching van Rome
dringt er toe, om den liberaal te stemmen.
De kiezersbond van dr. Bronsveld, aldU9
De Standaard, is dan nu eindeiyk toch met
zyn wezenlyke bedoeling voor den dag moeten
komen, en heeft alsnu gedecreteerd, dat over
heel het land de Liberalen, d. i. de
party van Ongeloof ©n Revolutie,
moeten gesteund wordeD.
Juist zooals we het van den eorsten dag
af gezegd hebben.
Het spel was zoo doorzichtig als glas.
En de vele vrome lieden, die in goed ver
trouwen met dezen Bond meegingen, zien nu,
hoe ze misleid zijn.
De Liberalen steunen nu in Friesland de
Sociaal Democraten, en de Bronsveld Bond
steunt over heel het land de Liberalen.
Het Groene Weekblad had dit nog niet dur
ven hopen, en gaf daarom den raad, toch
vooral door geen onvertogen woord den Utrecht-
schen predikant uit zyn humeur te brengen.
Alleen Braakensiek dorst snaaksch zyn.
Achter de Nederlandsche maagd
staat dr. Bronsvold. „Mevrouw", zegt by,
Uw toilet moet een weing veranderd worden."
En die verandering bestaat hierin, dat de
hoed der vryheid er af most, en dat Nederlands
maagd van dr. Bronsveld e6n driepuntig
domineesteekj e op baar wildzwaaiende
lokken krygt.
Geen helm der vryheid meer, geen schuit-
hoed, en ook geen Geuzenhoed, neen, maar
een driekantig domineesteekja.
o, Thorbecke, hadt ge dat ooit van uw fiere
Liberale party gedroomd?
De Maas- en Scheldebodesprekende over
den noodkreet, dien het liberalisme van alle
gading eenpariglyk in het land doet opgaan:
„Het Vaderland in gevaar; Rome
en Dordt spannen samen 1" maakt
de volgende opmerkingen:
„Oordoelen de liberalen dan zoo grof en
zoo onrechtvaardig tegen beter weten in?
Dit beweren wy niet.
Maar groote verblindheid, treurige zelfmis
leiding is hier ia het spel.
Vele z. g. liberalen zyn zoodanig opgevoBd
in het besef van hun party voortreffelykheid,
en zy beschouwen het regeeren van het land
buiten Gods Woord om zóó als een zaak,
die vanzelf spreekt en gansch geen verdediging
behoeft, dat zy zich niet recht indenken
kunnen, hoe vele andere Nederlanders een
tegenovergestelde overtuigi ig hebben, of boe
het ooit goed kan gaaD, als die andere over
tuiging gelegenheid krygt zich in wettelyke
vormen te belichamen.
Reeds sedert vele jaren 13 het door des
kundigen met nadruk verzekerd: het gaat in
ons land om don godsdienst. Niet om
de kerk; och noen, afzonderlijke kerken
gunt men u ten slotte wel, ook al woudt
gy honderd aparte kerkelyke kringetjjs op
richten.
Het gaat ook niet om de tegenstelling
tusschen Rome en Dordt, want velen, die
schermen met de leuzen van het Protestan
tisme, en die daaruit winst zoeken te slaan
voor hun party, moeten in hun hart niets
hebben van de baanbrekers van het Protes
tantisme; zy zyn minstons even sterk gekant
tegen de echte, positieve Protestanten, als
tegen de Roomschen.
Het gaat ook niet om kefkeiyko beer-
8cbappy te ontplooien. Want met geen enkel
voorbeeld is duidelijk te maken, dat er nei
ging is tot of uitzicht op zulk eone heer-
scbappy. Men weet wondergoed, dat, zoodra
de Roomschen, die op zichzelf een minder
heid vormen, stappen in die richting gingen
zetten, de anti-revolulionnairen met de libe
ralen hun voortgang zouden verhinderen.
En omgekeerd, dat de Roomschen dadelyk
met de liberalen het heerachen van do
Gereformeerde Kerken zouden beletten, a 1 s
daartoe plannen beraamd werden. Men weet
bovendien, zoowel uit het program van be
ginselen der anti-rev. party als uit hun door-
loopende gedragingen, dat zy ieder op kerkeiyk
gebied de volst9 vryheid willen gunnen, en
ook de onkerkeiyke lieden willen verdragen
op voet van gelijkheid van burgeriyke rechten,
mits de overheidspersonen, die God vreezen,
slechts naar hun eigen gewetensovertuiging,
dat is in christelyken, mildon, liefderijken,
hulpvaardigen geest, rechtvaardig en onpar-
tydig hunne taak kunnea volvoeren.
Maar dit laat3te schuwen de „liberalen."
En daarom zeggen wy: het gaat nog steeds
om den godsdienst.
Leg, o staatsman, by uw werk dien
dienst af, dan zyt gy weer in eer, ook al
loopt gy nog naar de eene of andere kerk.
Maar zeg omgekeerd, dat gy een man uit
eón stuk wilt zyn en ala staatsman voor uw
medemenschen hetzelfde geluk beoogt,
dat gy tbui3 voor hen afbidt, dan acht men
u een ramp voor het land. Dan zyt gy staats-
gevaariyk en zoekt men u te ver3tooten.
Het land komt met een anti-liberale regee
ring dan ook alleen in gevaar, als bet waar
is, dat de godsdienst een natie verderft.
Maarals alleen de godsdienst een volk
behoudt, dan is de vrees der liberalen
hunne schande."
Als voorbeeld hoe De Maasbode voorbereidt
op den berstemmingsdag het volgende:
Stombns open
8 our 's morgens.
Stembus gesloten
5 nor 's uamiddags.
JUNI.
Het liberalisme benoemde steeds ongeloo-
vigen en godloochenaars tot hoogleeraren aan
onze universiteiten, om Neerlands jongeling
schap op te leiden in twyfelzucht en atb6isme.
Het heeft de kroon op het werk gezet, toen
minister Van Houten een ex-sergeant, onder-
wyzer, apostaat, aanstelde tot professor te
Leiden, louter omdat hy zich „verdien-
stelyk" had gemaakt met het uitgeven van
goddelooze geschriften.
Den volgenden dag gaf dit blad een derge-
lyk model, met een ander onderwerp: Het
schenken der Koninklyke goedkeuring door
het liberalisme aan den Malthusiaanschen
Bond, met omschryving.
Heden zegt het blad in denzelfden vurm:
Het liberalisme beoogt het herstel der
heidensche ïykverbranding, geiyk minister
Van Houten erkende, toen hy te Groi ingen
te kennen gaf, dat: zoo de invloed der
Katholieken de liberale regeering tot dusvei re
van de Ïykverbranding weer ouden had, eene
handhaving van het liberale ministerie invoring
van de Ïykverbranding zou ten gevolge hebben
Onze min of meer politieke weekbladen
laten in hun platen natuurlyk de verkie
zingen niet buiten beschouwing.
De Amsterdammer geeft ons de Nederlandsche
Maagd te aanschouwen, turende in de verte om
te onderscheiden wat de toekomst zA brengen
„Wat zal de uitslag zyn...?" vraagt zy. Dr.
Bronsveld bevindt zich achter haar; hy heeft
haar den helm van 't hoofd genomen en is gereed
haar het driekanten steekje op te zetten. „In
elk geval, Mevrouw," zegt hy, „wordt een kleine
wyziging van Uw toilet noodigeen helm, geen
scbuithoed, ook geen punthoed, dit steekje
zal U passen!"
Voort3 zien wy Van Houten en zyn kieswet.
Op 'teerste plaatje beeft hy zichzelf lekkertjes
toegedekt met zyn kieswet en verklaart geen
last van de kou te hebben. Ddar naderen echter
Schaepman en Kuyper. Zy grypen het dekentje
en met een „Toen Jonas in dtn walvisoh zat,
van één, twee, drie!" werpen zy mr. Van Houten
ia de hoogte en doen hem in de sloot neerploffen.
Zy kruipen daarna z^lf samen onder 't dekentje
onder opmerking, dat het nog zoo kwaad niet is.
Neerlands Weekblad geeft ons de Neaer-
landscho Maagd te aanschouwen, de heeren
Kerjyk, De Beaufort en Levy de Kamer uit
schoppende,
In Dc(n) Spectator zien wy h6t „toilet in
wording." 'tBlad vertoont den Nederlandschen
Leeuw met de bisschopsmuts op 't hoofd en do
bef om, terwijl zyn staart in een wy waterbakje
is gedompeld.
In De Bakkers-Courant komt een merk
waardig rapport voor, zegt De Standaard.
Het Hoofdbestuur namelyk van den Nederl.
Brood-, Kook- en Banketbakkers-
bond bad aan de afdeelingen de vraag
voorgelegd: „Heeft styging of daling van
meolpryzen, styging of daling van broodpryzen
ten gevolge gehad; en in welke mate?" Naar
het zeggen der Liberalisten, zou hierop nu
door alle afdeelingen, zonder aarzolen zelfs,
kortweg te antwoorden zyn geweest„Natuur
lyk. Waarom vraagt ge naar den bekenden
weg? Dat zeggen immers alle geleerden!"
Doch zie, nu de mannen van de practyk
aan het woord kwamen, viel het antwoord
heel anders uit.
Amsterdam meldde„Er heeft in de
laatste maanden van het jaar groote prys-
verhooging plaats gehad, welke niet altyd
met de broodpryzen overeenkwam."
A1 f e n„Dat de styging van broodpryzen
Slot.)
Dokter Burgmann, een oud, joviaal man,
begreep, zoodra hy in de ziekenkamer kwam,
hoe de zaken daar geschapen waren. Hy
wisselde zachtjes eenige woorden met zyn
collega, toen nam hy do jonge vrouw by de
hand en bracht haar met een mooi praatje
naar een andere kamer. Daar viel ze als ver
suft op den eersten den besten stoel neer.
Zy had slechts ééa woord gehoord. „Tracheo-
torn e" had de oude dokter bevestigend gezegd
©n nu wist ze, dat het leven van haar kind
aan een zyden draadje hing. Door haar opge
wondenheid schenen haar zintuigen scherper
te zyn. „Hoe vervelend," hoorde ze dokter
Burgmann halfluid zeggen, „myn hand is
nog styf van de rheumatiek. Zouden we onzen
collega Gerhardi ook maar niet eens laten
komen?"
Hy kan binnen het uur niet hier zyn," gaf
de welluidende stem van haar man ten^ant-
woord, „en dan mocht het eens te laat wezen.
,Ik zal haar liever zelf opereeren."
Dokter Burgmann scheen het hem af te
raden; ze kon zyn woorden echter niet
verstain.
Toen sprak haar man weer met een vaste,
kalme stom: „Maak u daar niet bezorgd over,
op het beslissend oogenblik zal ik slechts
dokter en niet vader zyn."
In den klank van zyn stem was iets, dat
haar opnieuw moed en vertrouwen inboezemde.
Als er nog redding mogeiyk was dan zou
hy zyn kind redden.
Hoe was het toch mogeiyk, dat ze om een
der^eiyk woord weken lang tegen hem had
gemokt, dat zy getwyfeld had aan zyn tiouwe
liefde voor haar en voor haar kinderen I
De schellen vielen haar als 't ware van de
oogen ze had niet willen zien, niet willen
begrijpen. Wat ondanks al zyn pogingen- aan
haar man mislukt was, dat werd volbracht
door het verdriet van dit vreeselyke uur.
Het scheen haar een eeuwigheid toe, voordat
dokter BurgmaDn de deur weer open deed.
„Dj operatie is gelukt," zeide hy, innig ont
roerd. „Uw man he9ft een kunststuk ver
richt. Ga nog niet naar het kind, voorloopig
moeten we het geheel met rust laten, dat is
nu de hoofdzaak. Laat haar maar kalm aan
my overl Uw man heeft uw zorg nu meer
Doodig. Hy is twee nachten niet uit zyn
kleeren geweest, hoor ik, en dan al die aan
doening, dat houdt de sterkste mensch niet
uit. Zorg, dat hy een glas goeden wyn drinkt
en dat hy dan wat gaat rusten."
Zy ging don wyn halen. Toen ze terug
keerde, zat haar man in een hoek van de
canapé; hy was zoo bleek als een doode en
scheen totaal uitgeput. Hy bracht gauw het
glas naar zyn mond en dronk het in één teug
leeg; zyn hand beefde hevig, toen hy bet
weer op tafel zette, het was dezelfde band.
die nog voor weinige minuten door een vaste
snede het leven van het kind bad gered. Diep
ontroerd knielde zyn vrouw voor hem neer
en kuste zyn hand; het was een stomme
bede om vergiffenis.
Toen doktor Burgmann eenige minuten
later eens naar hem kwam kyken, had de
slaap hem reeds overmeesterd.
Kan ik nu niet by het kind waken?"
vroeg mevrouw verlegen. „Ik hoor, dat u thuis
aan het feestvieren is."
Ik biyf hier, tot het kind geheel buiten
gevaar is," antwoordde de dokter vriendeiyk,
terwyl by haar op den schouder klopte. vZy
zullen thuis zonder my ook wel pret kunnen
maken. Hier ben ik noodig. Het beroep is by
ons No. 1. Dat weet u trouwens als dokters-
vrouw."
Helder klonken de klokken over het met
sneeuw bedekte hndschap, luid klopten de
kinderharten in afwachting van de dingen, die
komen zouden. Het was Kerstmis geworden.
Dokter Welter zat gezellig met zyn vrouw
op de canapé, hun gelukkige blikken rustten
op Frieda, die weer geeoeglyk met haar
poppen epeelde. Zooals dat altyd het geval
is by kinderen, wa3 zy de uitgestane pyn
reeds lang vergeten en vrooiyk en opgeruimd
als altyd.
Toen zy op het punt was haar kind te verlie
zen, was de teruggedrongen liefde in het hart
der moeder weer ontwaakt en met volkomen
zelfopoffering had zy zich aan de verpleging
van haar kind gewyd, dat ook na de gelukkig
uitgevoerde operatie nog de grootste zorg
vereischte.
Myn hand heeft den weg ter redding
aangegeven," zeide haar echtgenoot, toen het
kind weer voor het eerst mocht opstaan,
„maar door jouw goede verpleging is ze
werkeiyk gered," en trotsch en biy voelde
zy, dat hij de waarheid sprak.
Met verschillende emoties had zy vandaag
het Kerstboompje voor het kin j, dat gespaard
was geworden, versierd. Menigen traan had zy
stilletjes geschreid om het verloren kind, maar
het gevoel van dankbaarheid en vreugde had
toch in haar hart den boventoon.
Toen haar man haar by zyn thuiskomst
bezorgd aankeek, omdat hy vreesde, dat er
reel treurigs door haar ziel gegaan zou zijn,
vond hy haar kalm met een helderen oog
opslag en met een glimlach om de lippen.
Zy had zich vast voorgenomen om de feest
vreugde voor Frieda door een treurig gezicht
niet te bedorven.
Het werd al donker. Frieda had haar
poppen in den steek gelaten en vroeg vol
verwachting of het „Christkindchen" nu
spoedig zou komen.
De vader keek zyn vrouw glimlachend
aan en stond op om den Kerstboom aan te
steken.
Er werd driftig aan de bel getrokken.
Ik heb Mina met wat goed naar dc
Winkelmannen gestuurd," zeide de vrouw,
en stond op om de voordeur open te doen. Hy
hield haar tegen. „Wacht, ik zal het wel doen."
Eenige minuten later verscheen hy weer
in do kamer. „Beneden staat een man," begon
hy met onvaste stem; „die wil hebben, dat ik
by zyn ziek kind kom. Als ik hem wegstuur,
dan vindt hy misschien nergens hulp. Het is
een arme drommel, die niet kan betalen. Het
kind scbynt levensgevaariyk ziek te zyn"
en hy zweeg even en streelde zachtjes het
haar van Frieda; „ik kan er zoo inkomen,
hoe bezorgd hy is."
Toen nam zy zyn hand. „Je denkt, dat je
je tegenover my moet verontschuldigen, omdat
je aan den drang van je edel hart gehoor wilt
geven," riep ze ontsteld uit, „zoo ver is het
met my gekomen 1"
Hy wilde er iets tegen inbrengen, maarzy
liet hem niet aan het woord komon. „Je hebt
gelyk, ik heb niet anders verdiend," ging ze
kalmer voort, maar vandaag is 't Kerstmis,
dan mag men iets wenschen. Nu smeek ik
je, Robert, vergeef en vergeet de moeilyke
uren, die ik je, onverstandig en dwaas als
ik was, heb bereid."
Spreek niet zoo, lieveling", viel hy haar
hartelyk in de rede, „je hebt al lang weer alles
goed gemaakt."
- Neen, neen, eens moet ik het je zeggen."
Zy keek glimlachend met tranen in de
oogen naar hem op. „Ik heb nog meer
wenschen, ik ben erg onbescheiden. Schenk
me weer je vertrouwen, laat me weer deel
nemen in je lief en leed. Je zult niet meer
tevergeefs een beroep op myn medegevoel
doen, in een bang uur zyn myn oogen open
gegaan, Ik ben trotsch op de wyze, waarop
je je plichten vervult." Hy sloot haar in zyn
armen.
Je geeft me het beste cadeau, nog vóór
de Koretkaarsen branden," sprak hy ontroerd
en kuste haar.
Toen wendde hy zich tot Frieda, die met
verrukte blikken naar de vensters van het
huis aan den overkant van de straat keek,
waar reeds een Kerstboom in al zyn luister
prykte.
Moet het Christuskindje nu al den boom
voor je aansteken, of willen wy wachten, tot
vader weer thuiskomt?" vroeg hy vriendelijk.
Het kleine ding zweeg een oogenblik, want
zy had al met ongeduldig verlangen naar de
mooie geschenken uitgezien.
Toen liep zt echter naar haar vader toe,
8lo9g haar beide armpjes om zyn hals en zei
„NeeD, u moet er by zya, vader, anders is
't niet half zoo prettig. Maak het kindje maaq
eerst eventjes beter."
Hy lichtte baar, gelukkig, op. „Dan zal ik
gauw voortmaken," zei hy, „dat myn lieve,
verstandige, kleine prul niet al te lang be
hoeft te wachten."
Ik zal haar intusschen een sprookje ver
tellen," zei de moeder, terwyl zy het kind
naar zich toe trok. „Wy zullen wel wachten,
terwyl jy troost en hulp brengt. Je plicht
eerbiedigen wy en je beroep is ons heilig"