N°. 11447
Dinsdag: 22 Juni.
Ao.1897
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 21 Juni.
P euilleton.
Moeilijke uren.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUS DEZER COURANT*
Voor Leiden per 3 maandent.lfo
Franco per post 1.40»
Afzonderlijke Nommere 0.06.
PRIJS DER ADVERTEUTDSN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meèr f 0.17J. Grootert
letters naar plaatsruimte. Voor het Incasseer en .buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Offlciëele HenniBgeringen*
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adrea van M. ROOS, houdende verzoek
om vergunning tot het oprichten van eeno rookerg
in het perceel Haarlemmerstraat No. 58;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Beoretario
dezer gemeente tor visie gelegd is; alsmede, dat op
Zaterdag 3 Joli a. e., 'o voormiddags te elf uren,
op het Raadhuis, golegenheid zal worden gegeven,
om bezwaren tegen dat verzoek in te bresgen.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Loiden, F. WAS, Burgemeester*
19 Juni 1897. E. KI8T, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
brongen ter algemeeno kenDis, dat het IJk kan
toor aan de Lammermarkt na 25 Juni 1897
op eiken Vrijdag en Zaterdag van des voorm'ddags
negen uren tot dea namiddags écn uur zal worden
opengesteld tot het doen ijken .van maten en ge
wichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
19 Juni 1897. E. KIST, Secretaris.
Onder voorzitterschap van den heer A. C.
Wortheim heeft zich eene commissie, uit acht
leden bestaande, gevormd, om tot de oprichting
van een centraal Israëlietisch krankzinnigen
gesticht in Nederland te geraken. Het plan
bestaat om bet in de nabijheid van Leiden
op te richten.
In het verslag van den gemeenteraad
van Lisso, voorkomende in ons nommer van
17 dezer, is een klein abuis ingeslopen, dat
wtf ter wille van de onpartijdigheid hier
rectificeeren.
Er staat, dat met 6 tegen 2 stemmen af
wijzend is beschikt op het verzoek van inge
zetenen om subsidie voor het onderwijs in
de vreemde talen.
Dit moet zijn met 4 tegen 3 stemmen.
Vóór stemde, behalve de reeds genoemde
heeren Blokhuis en Van der Mey, ook de
heer Van der Veld.
In de kerk der Engelsche gemeente aan
de Van den-Bosch-straat te 's-Gravenhage werd
gisteren een godsdienstoefening en dankzeg
ging gehouden ter herinnering van het 60-jarig
regeeringstijdperk van koningin Victoria.
Deze plechtigheid had plaats in tegen
woordigheid van den Britschen gezant by ons
Hof, den heer Howard; den secretaris van
het Engelsche gezantschap, den heer Bland,
en den vice-consul, den heer Brine, zoomede
ten overstaan van eene belangstellende schare,
onder wdko werden opgemerkt de Russische
gezantschapsraad, de heor De Berends, de
meeste leden der Engelsche kolonie, benevens
verschillende aanzienlijke familiën.
Do dienst, voor deze gelegenheid geopend
met het zingen van het Engelsche volkslied
door h?t koor met orgelbegeleiding, werd
geleid door den predikant der Anglicaanscbe
gemeente, den heer Rotford, en was gelijk
aan dj gebruikelijke Zondagscodsdienstoefe-
ning, met uitzondering van enkele zigingen,
betrekking hebbende op het jubileum. Zoowol
voor hrt hoofd van het Vereenigd Koninkrijk,
de koninklijke familie, als voor de eenheid
van lanl en volk, werden buitengewone ge
beden uitgesproken.
Vóór het einde van dezen dankstond hield
de voorganger der gemeente van den kansel
een rede ter herdenking van Harer Majesteits
gelukkige regeering, daarbij de hoop uitspre
kende, dat de regeering van Koningin Wil-
helmina even gelukkig moge zijn voor het
Nederlandsche volk.
Het regeerings-jubileum van koningin Vic
toria werd gistermorgen eveneens door de
Engelsche kolonie te Amsterdam plechtig her
dacht.
In de Episcopal Church, aan den Groene-
burgwal, waren tal van belangstellenden bijeen
gekomen, blijkbaar ook vele Engelsche toeris
ten, die thans te Amsterdam toeven.
Het vriendelijke kerkje was geheel en al
met vlaggen, groen en bloemen getooid:
bloemen festoenen langs de wanden; bloem
stukken daar boveD, bloemen op den preek
stoel.
Het koor deed zich herhaalde malen hooren
6D voerde, behalve eeü „Special Anthem" voor
dezen dag, uit: „Te Deum" van Bridge water;
„Jubilate" van denzelfden en „Kyrie" van
Gounod. Nadat de eigenlyke kerkelijke plech
tigheid was afgeloopen, beklom de rev. J.
Chambers den preekstoel en wees in zijn
rede op de heilzame regeering, die Engelan 1
gedurende 60 jaren van „the most gracious
Quaen Victoria" genoot.
Hij wees er op, dat geen vorst van Groot-
Britannië ooit zoo lang op deD troon mocht
blijven als deze vorstin. Daarna tooDde hjj
aan, dat Engeland ook onder andere vorsten
tijdperken van bloei mocht aanwijzen, doch
dat geen tijd voor het Vereenigd Kooinkryk
en zijn Koloniën zóó heilrijk was in elk
opzicht als de regö9ring dezer bijkans 80-jarige
vorstin.
De prediker vergeleek dan den toestand
van Engeland op het oogenblik, dat Victoria
den troon besteeg, bij dezen dag; b\j wees op
den vooruitgang op wetenschappelijk en sociaal
gebied ïd elk opzicht en bt sloot daaruit, dat
Engeland zeker vol dankbaarheid het feest
der beminde vorstin mag vieren.
Ook in de „English Reformed Church" op
het Begijnhof was een „thanksgiving service".
Voor den preekstoel, waarvan de trapleuning
met het Engelsche dundoek bekleed was,
stood, in een omlijsting van groen, het borst
beeld van de grijze vorstin. De dienst werd
geleid door ds. W. Thomson, die, evenals rev.
J. Chambers in de „Episcopal Church", er
op wees, tot welk een bloei Groot-Britannïê
onder de zegenrijke regeering van „Queen
Victoria" gekomeu was. Door de talrijke
aanwezigen werden verschillende hymnes, op
het feest toepasselijk, gezongen en de feestelijke
szmenkomst werd besloten met het ietwat
gewijzigd „National Anthem". „God save the
Queen" was de bede, die voorzeker in alle
Engelsche harten weerklank vond.
Luitenant-kolonel Tamura, militair atta
ché van Japan te Berlijn, is in het „Hotel
de Bellevue" te 'a-Gravenhage aangekomen.
De maskerade, in 1898 door het Delftsch
studentencorps te houden, zal voorstellen den
intocht der verbonden Edelen op 8 April
1566 binntn Brussel.
Het „Vaderland" meldt, dat zich hier te
lande een sub-commissie voor het Verlaine-
monument heeft gevormd, waarin zitting
hebben de heeren Zilcken, Toorop, Albert
Verwey, E. Van der Horst en prof. A. G.
Van Hamel.
De „Staatscourant" van heden bevat het
kon. besluit van den 4den Juni 1897, tot
vaststelling van de samenstelling en de sterkte
der scheepsmacht, voor Nederlandsch-Indië
benoodigd, met uitzondering van het gedeelte,
bestemd tot verdediging van havens of toe
gangen naar havens of reeden.
Als secretaris van de bijzondere com
missie voor grocp XIV, chemische nijverheid,
voor de Parjjsche tentoonstelling in 1900,
onder het voorzitterschap van het lid der
Centrale Commissie den heer G. H. Hintzen,
lid van de Tweede Kamer, ia opgetreden de
heer P, L. C. De Charro, lid dier byzondere
commissie te 's Gravenbage.
Voor de commissie onder het voorzitterschap
van den heer G. A. baron Tindal, te Amster
dam, voor groepen X, voedingsmiddelen, en
XV, verschillende takken van nijverheid, is
als secretaris opgetreden jhr. C. C. Th. Six,
lid cier bijzondere commissie.
De bijzondere commissie voor groep VII
en IX, onder voorzitterschap van het lid der
Centra'e Commissie mr. C. J. Sickesz, lid der
Eerste Kamer, heeft zich geconstitueerd en
beeft zich in twee deelen gesplitst: in land
bouw en in visschery. Van de eerstgenoemde
commissie is als secretaris opgotreden het lid
der commissie mr. J. G. Ridder Van Rappard
en van de laatstgenoemde dr. P. P. L. Ho-k.
De by mini3teriêel besluit van 5 April 1897
benoemde commissie voor de Nederlandscho
afdeeling van Schoono Kunsten is op Zater
dag 29 Mei 11. door den voorzitter dier com
missie, den heer H. W. Mesdag, geïnstalleerd.
Zy heeft nu een circulaire gericht aan de
Nederlandsche kunstenaars, waarin zy kennis
geeft van hare samenstelling en van de classi
ficatie, door de Fransche Rogeering vastgesteld
voor de afdeeling Schoone Kunsten.
De commissie bestaat uit de heerenH. W.
Mesdag, voorzitter, lid der centrale commissie;
dr. P. J. H. Cuypers, Bart van Hove, Josef
Israëls, H. W. Jausen, P. De Josselin de
Jong, J. Maris, Willy Martens, secretaris;
C. Muysken, Ph. Zilcken.
Gisteren zyn te Rotterdam op het stations-
emplacement aan het centraalstation (D.P.)
de opmttingen gedaan voor de uitbreiding
en vernieuwing van het stationsgebouw in
verband met den aanleg van de Ceintuur
baan der H. IJ.-S.-M. tusschen de stations
D.P. en station Maas.
Van Rotterdam vertrokken gisteren 448
bedevaartgangers naar Kevelaar.
Dez^-r dagen heeft zich te Delft eone
studenten-afdo9ling gevormd van den Neder-
laDdschen Bond van Geheelonthouders. Thans
zyn alle Nederlandsche universiteitssteden door
studentenafdeelingen in den Boud vertegen
woordigd.
Van de 73 mannelyke candidaten, die in
Noord Holland examen aflegden als onder
wijzer, zyn er 52 geslaagd en 21 afgewezen.
By beschikking van den Minister van
Financiën van 19 Juni is:
lo. aan dr. J W. GunDing, oud-hoogleeraar
aan de gemeentelyke universiteit te Am
sterdam, op zyn verzoek, met ingang van 1
Juli 1897, eervol ontslag verleend als voor
zittend lid der commissie van scheikundigen,
ingesteld by art. 6 der wet van 20 Juli 1884
(Staatsblad No. 147), houdende nadere be
palingen omtrent den accyns op de suiker,
met dankbetuiging voor de belangryke diensten,
in die betrekking bewezen;
2o. met ingang van genoemden dag be
noemd tot voorz ttend lid der voormelde com
missie de heer dr. S. Boogewerff, hoogle?raar
aan de Polytechnische school te Delft.
Zaterdagavond kwamen te Viissingen
aan Prins Fnedrich August van Saksen en
de erfprins van Coburg-Gotha, die met de aan
sluitende nachtboot „Koningin-Regentes" van
de maatschappy „Zeeland" hunne reis naar
Londen vervolgden.
By koninklyk besluit is bepaald, dat
met ingang van 1 Juli aan de niet-geémbar-
keerde onderofficieren en minderen van het
corps mariniers, die dienst doen als facteur,
eene toelage zal worden verleend van f 5
's maands.
Men seint uit Portsmouth van gisteren,
dat Hr. Ms. pantserdekschip „Evertsen",
commandant schout by-nacht F. K. Engel-
brecht, aldaar is aangekomen.
Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso,"
onder bevel van den kapt.-ter zee W. G. Van
Nes, is 18 dezer te Kaapstad aangekomen,
en Hr. Ms. schoener „Zeehond," onder bevel
van den kapt.-ter-zoa I. Van den Bosch, 19
dezer te Smyrna teruggekeerd.
Hr. Ms. instructieschip „Nautilus," onder
bevel van den kapt. luit.-tor-z-e J. P. Van
Rossum, is 19 dezer van Cadix vertrokken.
Het stoomschip „Admiral," van Hamburg
naar Oost-Afrika, arriveerde 18 Juni teN.peis,
de Bloemfonteiu," van Amsterdam naar Kaap
stad, vertrok 18 Juni van Gravesend; de
„Kaiser," van Hamburg en Amsterdam naar
Oost Afrika (rond de Kaap), arrivetrde IS Juni
te Las PdlmdS de „Maasdam," van Rotterdam
naar Nieuw-York, passeerde 20 Juni Lizard;
de „Amsterdam" airiveerde 20 Juni v*n
Rottardam te Nieuw-York; de „Bundesrath",
van O -Afrika naar Viissingen en Hamburg,
vertrok 19 Juni van Marseille; de „General"
arriveerde 19 Juni van Hamburg en Ant
werpen te Durban; de „Lawoe" vertrok 20
Juni van Rotterdam naar Batavia; de „Prins
Alexander", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 20 Juni Kaap St.-Vincent; de „Prin
ses Marie", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 20 Juni van Perim; de „Spaarndam"
vertrok 19 Juni van Nieuw-York naar Rot
terdam.
Alkemade: Ter aanvulling van het be
richt uit Rypwetering over den uitslag der
verkiezing in het 2de stemdistrict van Alke-
made, dient vermeld, dat ook in het late
district te Roelof-Arendsveen de kiezers zich
trouw hun recht en hun plicht hebben her
innf rd. Van de 415 kiezers toch voldeden 384
aan hun kiesplicht en brachten uit op d®
heeren: Reekers 268, 't Hooft 72, Crommelin
26 en Everwyn Lange 14 stemmen, terwyl
4 biljetten, die blijkbaar voor den heer Reekers
bestemd waren, ongeldig werden verklaard.
De totale uitslag in de twee districten dezer
gemeente is dus:
Van de 604 kiezers opgekomen 668. Van
onwaarde 6 biljetten. Aantal stemmen uitge
bracht op de heeren:
Mr. F. J. M. A. Reekers 413 (268 -f- 145).
G. B. 't Hooft 89 72 -+- 17).
Mr F. R. Crommelin 29 26 -f- 3).
Mr. G. C. Everwyn Lange 21 14 -b 7).
Benthuizen: De collecte, gehouden tea
behoeve van den gewapenden dienst, Leeft
alhier opgebrachl eene som van ƒ8.17.
H i 11 e g o m Het bestuur der liberale
kiesvereenigiDg stelde in haar laatste verga
dering als candidaten voor de a. s. verkiezing
van drie leden van den gemeenteraad op 29
Juoi a. 8. de aftredende leden de heeren
H. H. Van Waveren, A. Topper en H. Veld-
huyzen van Zaoten.
Lisse: De Protestantsche Kiesvereeniging
alhier zal by de a. s. berstemmiog voor een
lid van de Tweede Kamer der Staten-Goneraal
in het hoofdkissdistuct Haarlemmermeer, de
candidatuur van den heer G. B. 't Hooit
steunen.
N o o r d w y k A. s. Woensdagavond om
8 uren zal de anti-revolutionnaire caüdidaat
ia het hoofdkiesdistrict Katwyk, de heer J.
H. Donner, die 25 dezer in herstemming
komt met jhr. Van Nispen tot Sevenaer, in
het „Hof van Holland" alhier voor zyn kiezers
een politieke rede houden. Gelegenheid tot
debat wordt niet gegeven.
Zoeterwoude: De collecte voor het
fonds van den gewapenden in de Nederlanden
beeft in deze gemeente, na aftrek vanonvtr-
mydeljke kosten, opgetracht f 17.735 tegen
f 45.50 in het vorig jaar, toen de grens
regeling met Leiden nog niet tot 6tand was
gekomen.
Vrydagavond vergaderde op het dorp alhier
de 1ste afdeeling der R.-K. Kiesvereeniging
„Kiesrecht en kiesplicht;'. Slechts 29 leden
waren tegenwoordig. Het doel der vergadering
was het bespreken en voordragon van can-
e i laten voor de a. s. gemeenteraadsverkie
zingen. Op voorstel van den Voorzitter, den
heor A. Westhof, werden de aftredende leden
van den Raad, de heeren C. Lagercerg, P. J.
v. d. Poel en C. v. d. Velden, by acclamatie
opnieuw door de afdeeling candidaat gesteld.
Over de vervulling der tusschentydscb®
vacature, ontstaan door de ontslagneming
van den heer J. Kors, die eerst in 1899 aan
oe beurt van aftreding is, ontstond eeno
l9venoige gedachtenwisseling over de vraag:
of de candidaat zal zyn een Katholiek of
Protestant.
Er werd ten slotte beslotenuit een zestal
op genoemde candidaten door de kiezers twee
personen te laten kiezen, dio door de afdeeling
als candidaat voor den gemeenteraad zouden
worden voorgedragen. By eerste herstemming
werd al3 zoodanig gekozen de heer A Ryns-
burger (P); by herstemming tusschen do
7)
De vader sloot het kleine meisje met on
stuimigheid in zyn armen. „Je mag zoo niet
spreken, lief kind; ik zou je niet kunnen
missen", sprak hy ontroerd.
Nu zag zyn vrouw eerst, hoe slecht en
vermoeid hy er uitzag.
Zou je na den eten niet een poosje gaan
liggen?" vroeg ze.
Ik kan niet; ik moot van middag twee
menschen voor de levensverzekering keuren."
Hy was op het punt van te vertrekken; aan
de deur draaide by zich nog om en zei:
„Hond Frieda van middag by je. Ze heeft
gisteravond gehoest. De scherpe lucht zou
haar misschien kwaad doen."
Een kwartiertje later zat Frieda aan haar
kleine tafeltje baar werk voor school te maken.
Zy kwam met goed vooruit met dat werk.
Wat was dat vroeger geheel anders geweest,
toen Elli met haar boeken naast haar zat,
toen die knappe zuster haar in alle moeilyke
gevallen met raad en daad bystond 1 Zy voelde
zich plotseling zoo alleen en verlaten.
Toen de moeder, verwonderd, dat ze zoo
stil was, van haar naaiwerk opkeek, zag ze
tot haar groote verbazing, dat de altyd
vroolyke wildzang met een treurig gezicht
het raam uitkeek, 't Was of er tranen stonden
in de groote, donkere kinderoogen I
Och kom, ze zou zich wel vergist hebben l
Het kleine meisje begon nu te juichen,
omdat er een paar mu3Cbjes in het kozyn
kwamen om voedsel te zoeken.
Zy was riikwyi8 verbaasd geweest, dat
Frieda zoo w inig om haar zusje treurde, om
dat zy er altyd zoo onbezorgd en vrooiyk uit
zag, en had haar in haar hart oppervlakkig
en ongevoelig gevonden. Als zy niet zoozeer
in haar eigen zelfzuchtige smart opgegaan was,
zou ze zich meer met het kind beziggehouden
hebben. Zy zou dan opgemerkt hebben, hoe
de stralende uitdrukking van haar gezichtje
plotseling verdween, wanneer de kleine de
kinderkamer kwam binnenstormen, om iets
prettigs te vertellen, om te zeggen, dat ze
iets zeer byzonders had ontdekt, en als ze
dan tot het bewustzyn kwam, dat haar zusje
er niet moer was om in haar vreugde te
deelen. Zy had kunnen zien, hoe spoedig ze
de tranen in de oogen kreeg, waardoor haar
vroolyke kykertjes verduisterd werden, als een
achtergebleven stuk speelgoed er haar aan
herinnerde hoe prettig ze vroeger samen
speelden; zoo had Frieda onlangs by kennis
sen bitter gehuild, toen men haar twee appe
len had gegeven, omdat ze er nu geen meer
voor haar zusje kon bewaren. Dadelyk daarna
was ze weer verrukt geweest over de ge
kleurde stukjes goed van een voddenraper en
had daardoor haar leed weer vergeten.
Nu hadden de tjilpende musschen weer het
evenwicht In haar zieltje hersteld.
Zy schreef haar lei vol, borg deze met een
zucht van verlichting in haar schooltasch en
haalde haar poppen te voorschyn.
Zy kleedde ze aan en uit cn dan weer eens
aan. Het begon ha?.r te vervelen. Vroeger,
toen ze samen met Elli speelde, was dat heel
anders geweest. Elli was altyd de moeder en
zy het kindermeisje. Hoe zou ze nu spelen?
Zy had er geen zin meer in.
Zy ging naar haar moeder, die haar werk in
haar schoot had laten vallen en treuiig in den
grauwen winterdag naar buiten keek. „Zouu
me niet een sprookje willen vertellen, moeder,"
vroeg ze smeekend, „net als vroeger, toen
Elli nog leefde?"
De jonge vrouw draaide zich om en beet op
haar lippen. Zy voelde, dat het onmogeiyk
was om den wensch van het kind te vervul
len; ze zou voortdurend de droomerige oogen,
het lieve gezichtje van haar gestorven lieve
ling voor zich zien. Elli had b6t altyd zoo
heeriyk gevonden, als moeder sprookjes ver
telde. Zy zou zich niet goed kunnen houden
alleen by de gedachte daaraan.
Nu niet, lieve kind", zei ze snel, „neem
maar liever je prentenboek".
Teleurgesteld droop Fri9da af. Ze had nu
ook geen lust om prenten te kyken.
Ze klauterde op een stoel, die by het raam
stond, en keek liever een beetje naar de straat.
Daar hadden de kinderen werkelyk weer
een nieuw giybaantje gemaakt I Wat was het
lang en gladl Wat vlogen ze er overheen,
met de armen uitgestrektde metsten
waren op klepperende klompen. Hoe prettig,
om daar ook by te zynl De wangen van
Frieda gloeiden van opgewondenheid.
Daar viel Grietje Schmitz ten onderste
boven in de sneeuw, er viel een jongen over
baar heen - en nog een jongen. Zy schreeuw
den en lachten, dat ze het in de kamer kon
hooren. Wat waren ze vrooiyk!
Zy kon haar lust niet langer bedwingen;
ze wilde maar een kwartiertje buiten biyven.
Dat zou haar geen kwaad doen.
Snel was ze van haar stoel af en de deur uit.
Op de trap schoot het ha3r te binnen, dat
haar vader haar gisteren beknord had, omdat
ze zonder maDtel op straat was.
Maar die mantel hinderde haar zoo by het
loopenen vandaag had ze immers haar dikke,
roodflanellen jurk aan?
Ah ze nu nog haar bonten mutsje opzette
en haar mofje meenam, dan zou vader dat
wel genoeg vinden.
Weldra was ze by de anderen; haar oogen
schitterden, haar donkere lokken vlogen om
haar verhit gezichtje. Zy voelde geen kou.
Nu en dan kwam er wel eens een gure wind
vlaag, die door merg en been ging. Maar wat
deed er dat toe?
De vreugde zou niet van langen duur zyn.
Er kwam een dienstmeisje, om de heerlijke
glybaan met asch te bestrooien, tot groote
smart van het kleine volkje.
Ik weet wat," riep een van de kinderen,
„ginds is de vyver toegevrorenl Hy is zoo
glad als een spit gel! Daar kunnen we nog
een veol mooier baantje makeD."
Het voorstel werd algemeen toegejuicht. In
den looppas vlogen ze naar den vyver.
Zonder zich ook maar eventjes te bedenken
sloot Frieda zich vrooiyk en wel by de
anderen aan.
Toen het spreekuur afgeloopen was, kwam
dokter Weiter weer boven, om een kop ko!fie
te drinken, voordat hy weer bezoeken ging
afleggen.
Waar is Frieda?" was zyn e9rsto vraag.
Noch zyn vrouw, noch de meid konden er
hem antwoord op geven. Hy werd boos en
verweet zyn vrouw in heftige termen, dat er
zoo weinig op het kleine meisje gelet werd.
Het gebeurde maar zeer zeidon, dat hy driftig
en ongeduldig tot zyn vrouw sprak. Zy dacht
er niet over na, dat hy moe en overspannen
moest zymaar vond zyn optreden kwetsend
en onbehooriyk en hulde zich in een somber
zwijgen.
Even later kwam Mina, die by om het
kind gestuurd had, met een verschrikt ge
zicht aan de deur en duwde eon joogeo, die
blootshoofds en armoedig gekleed was, voor
zich uit.
Deze vloog dadelyk op den dokter toe.
„Ga met my mee, dokter," bracht hy er
byna buiten adem uit. „U moet dadelyk
by baas Winkelmann komen."
Doktor Weiter legde kalmeerend de hand op
zyn schouder. „Wie is er dan ziek by je?"
vroeg hy op zijn goedhartige manier.
Niemand van ons," ging de jongen op
gewonden voort; „er is een kind in dan
vyver gevallen door 't ys en vader
heeft hek er uitgehaald."
Dood? Dood? riep de dokter
uit Een ontzettend voorgevoel zoide hem, dat
zyn Frieda het kind was.
{Wftrdl vervolgd.)