Praatjes over Kunst. ATJEH. Vlokken. c. Tentoonstelling van schilderden en teekenlngen door wijlen JTohan 9f. Ten Mate 9fz., In „Pulchrl Studio." Deze op 36-jarigen leeftijd te vroeg ge storven kunstenaar heeft enorm veel gearbeid. De wanden van „Pulchri" 's zaal leveren daarvan het overtuigendst bewijs. Ook is hij zeer zeker veelzijdig geweest. Aan den invloed van de Ten Kate's (Mari en Herman) heeft hy echter niet kunnen ontkomen, eD, bij het aandachtig bezien van het biergeëxposeerde dringt zich de vraag vaak naar voren„Zou het voor de kunst van dezen artist niet beter geweest z\jn, indien bij aan dea invlo9d van zyn verwanten, vader en oom, bijtijds had weten te ont snappen?" Misschien klinkt het volmondig geuite „ja" op deze vraag wel wat koud en hard in veler ooren, doch het blijft niettemin myn overtuiging, dat die invloed den jongeren artist blijvend parton heeft gespoeld. De Ten Kate's zijn van huis uit in hun kunst week, doucereus, 6n de kiem, die in dezen jongere schuilde, wa« die eigenschap ten eenenmale vreemd. Het complete schilderij „Aan het strand te Scheveningen" (eigendom van H. M. de Koniogin) is beter dan menige Blommers, Artx of Sadée, entoch is ook hier die weeke invloed merkbaar, waarvan ik zooeven sprak. Maar, aanschouw dezen artist eens ais hfj geheel vrij zich geeft, zooals in die paar heerlfjk-knappe studies (Nos. 41 en 47) van bet interieur der Groote Kerk te Breda! Hoo sterk deze zoeker ook onder de indrukken van andere artisten komen kan, bewijzen zijn „Italiaansche vrouw" (No. 121), waaronder men gerust een onderteekening van Joris of Cipriani zou kunnen stellen. Dat Ten Kate niet tegen moeilijkheden opzag, ja, deze zelfs glansrijk te overwinnen wist, dit blijkt uit zijn uitvoerig dook „Graf van De Ruyter." Met nauwgezetheid is hier het marmer bestudeerd, en schei-juist steekt het rood wit blauw lint af van den krans tegen de sober getinte steenmassa's. Onbegrijpelijk ook is het, dat het impressionistische tonige schilderij „Markt by avond" (No. 11) en de weeke, gelikte „Wascbplaats te Venetië" (No. 26) van denzelfden artist zijn. En, als ik nog verder op eenige van z|jn knappe stalen zou wenschen te wijzen, dan zou ik allereerst de aandacht vragen voor dat uiterst habiel-gebrosseerdo stilleven „Doode Fazanten", waarin de vaardige toets van den schilder zoo onwederlegbaar te onder kennen valt. Er is nog een „Heide-landschap" iNo. 39), i3t overtuigend spreekt van den invloed der Barbizonsche School; er is ook een studie „Zeevisch" (roggen en pietermannen), die be wijst, dat Ten Kate gevoel voor kleur had; er is een „Bedstede in een Marker woning", waaruit wij leeren kunnen, hoe heerlijk-mooi een dichter-schilder zulk een geval ziet. Ten Kate's talent is niet tot vollen wasdom, tot volkomen rijpheid gekomen, en waarschijnlijk wil het mij lijken, dat, indien hijzelf nu langs zijn „Oeuvre" zou mogen wandelen, hy er menig schilderij of aquarel uit weg zou wenschen. Maar wat er ten slofte over dezen arbeid moge worden gezegd, of zij verschillende men- Bcben sympathiek of wrevelig moge stemmen, er straalt uit dit werk een gouden eerlijkheid, en terecht mag het worden betreurd, dat deze jonge strever, die ontegenzeglijk meer in zijn mars voerde dan hij heeft kunnen uiten, te vroog uit dit leven werd weggerukt. Een kloekmoedige poging tot redding van een kind, dat in het ijs zakte, kostte den toch reeds niet sterken kunstenaar het leven. Vele jongere artisten zullen uit het geëx poneerde kunnen leeren wat „arbeiden en zoeken in kunst" beteekect. De slaolie-fabriek gaat voort artisten te belasten met de vervaardiging van reclame biljetten. Na het knappe ontwerp van Nieuwen- huis en het minder geslaagde van Jan Toorop, komt thans de heer J. Zon voor den dag met een poster van vrij groote afmeting. De voorstelling is lang niet onaardig, een variant gevend op het bekende sprookje van Moeder do Gans: Blauwbaard. Aan den voet van eer. kasteel treurt de jonkvrouw met een lamenteerenden hond om de gebroken flesch olie. Doch weldra is hulp Dabij. Ala e;n andere zuster Anna toch, ziet men een tweedo edelvrouw van de tinnen van het slot met haar zakdoek wuiven, naar twee in pijlsnelle vaart aandravende ridders, ieder beladen met een flesch slaolie. Blijkbaar heeft de heer Zon, wiens werk wij o. a. reeds keuden van het reclame-biljet en het omslag van die aardige Fransche driestuivers-boekjes „Par le Rapide", zich ge ïnspireerd gevoeld op den bokonden artist Eugèno Grasset. Want behalve de teekening der figuren, die het uitspreken van dit vermoeden wettigt, wijzen ook de zware omtrekken, maar vooral ook de kleurencombinatie zeer zeker naar dezen Franschman heen. Toch heeft de heer Zon genoog oorspron kelijks gelegd in sommige onderdeelen, zooals in het kasteel, en het geheel doet waarlijk harmonisch aan. Als reclame, opvallend en met duidelijk leesbare letter gedrukt, voldoet het aan de ©isctaen, die men redelijkerwijze aan zulk een biljet stellen mag. Voor den verzamelaar van dergelijke steen drukken zal deze plaat stellig een welkome aanwinst zijn. De heeren dr. Cornolis Hofstede de Groot en Cornelis 't Hooit Jr., door Andró Jolles guitig „Vechtende Keezen" genoemd, hebben het op kunstgebied nogal eens aan den stok. Dan geldt het ce al of niet verminking van Van der Heist's „Schuttersmaaltijd", dim weer verschillen zij omtrent de bestemming van een of ander schilderij. Doch thans heeft de heer 't Hooft het voorgoed bij zijn tegen stander verkorven, nu hij eenvoudig argumen teerde, dat iemand, die zelf schildert, (en de heer 't Hooft doet dat op lang niet onverdien stelijke manier) meer kijk op de wijze van pensselen van andere schilders heeft dan een niet artist. In den „Spectator" van 1 Mei schreef de heer Hofstede do Groot naar aanltiding daar van het volgende terug. „Het is geheel iets anders, zelf de natuur op het doek te brengen en knnstcritiek te beoefenen, d. w. z. na te gaan hoe in ver schillende tijden en landen, verschillende meesters in verschillende perioden van hun leven geschilderd hebben. Ging deze redenee ring op, dan zou ook een dichter het best kunnen beoordeelen of een vers al dan niet van Vondel of Shakespeare, of een gedicht uit dè jeugd of den ouderdom van Goethe afkomstig, en of een regel van Homerus al dan nut echt is. Ook moest dan de regel gelden, hos beter, hoe ontwikkelder schildersoog, hoe btter ken ner van oude schilderkunst". Jan Veth putte uit dit volzinnetje stof voor een goedgeschreven hoofdartikel in „DeKro niek", dat tot titel draagt „Pro Artj", en ook André Joll 's steekt met den geleerden doctor op vermakelijke, doch wel wat barre wijze, in datzelfde blad, om denzelfden zin, den draak. „Maar mijn hemel", roept de heer Jolles, na bet citaat, uit, „wie behalve de belache lijkste aarts-filoloog twijfelt er aan of een dichter kan over deze dingen beter oordeelen dan wie ook. Waarlijk, toen ik voor eenige weken de vrijhei! nam er in vage termen op te wijzen, hoe het in het belang der Hollandsche kunst was, er voor te zorgen, dat zich bier niet in kunstwetenschap die dwaze smakeloosh id drong, die haar elders zoo bitter onsmakelijk beeft doen worden, dacht ik niet zoo spoedig een zoo compleet voorbeeld van onbenullige opvatting, en alleronwetenschappelykbte prul lightid voor oogen te zullen krijgen. Wat had de heer Hofstede, wanneer hij niet verkozen had zichzelf een brevet van onvermogen te-geven door schilde rkur; st te delinió:-ren als: „de natuur op het doek brengen" of kunstcritiek te omschrijven in dat mallootig arrogante zinnetje, dat men, wil men het lezen, eerst van een groot aantal overbodige „schillen" heeft te ontdo3n, juist hier aan den heer 't Hooft een voornaam lesje kunnen geven." De heer Jolles besluit aldus: „De heer 't Hooft hoezeer recht hebbende zijn schildersoog tegen dat van een niet- schilder te laten gelden - beging een fout in zooverre hij zijn schilder-zijn misbruikte tot hét leeren kennen van technische eigenaar digheden, die niemand interesseeren hem zelf ook niet. Maar zichzelf heeft hij door deze vergissing het meest geschaad, want door haar heeft hy tegenover den heer Hofstede z|jn krachtigste argument laten vallen: dat van den kunstenaar tegenover den niet-kun- stenaar, van den man van smaak tegenover dén smakelooze." De heer Hofstede wenschte „het argument den eersten keer, dat het tegen hem gebruikt wordt, ten krachtigste terug te wijzen." Hij i« er m. i. helaas niet in geslaagd, wanneer men kennis neemt van hetgeen de heeren 't Hooft, Yeth en Jolles in „De Kroniek" geschreven hebben. C. V. Een berisping. Aan de liberale kiesvereeniging te Zieriksee is door het bestuur d-r „Liberale Unie" het volgende schrijven gezonden. „Ons bestuur vernam uit de nieuwsbladen, dat door uw Vereeniging werd aangenomen de volgende overweging van baar bestuur: „Overwegende, dat uit de verklaring van den heer Van Kerkwijk, in verband met zijn par lementair verleden, voldoende blijkt, dat hy zich vereenlgt met de strekking van het pro gramma der „Liberale Unie", in het bijzonder wat betreft de hoofdpunten kiesrecht en sociale politiek, en dat hy de urgentie der laatste erkent; overwegende, dat de zaak der protectie wel een belangryke politiek-oeconomische quaeatie vormt, maar geen partykenmerk, de vooruitstrevende liberalen, die hun ver- eenigiDgspunt vinden in de „Liberale Unie" onderscheidende van andere partyon 2iet het bestuur der liberale kiesvereeniging in de houding van den heer Yan Kerkwyk ten opzichte van dit vraagstuk alleen, hoewel haar betreurende, geen voldoende reden om zyn candidatuur voor deze kiesvereeniging onaannemelijk te verklaren". „De beschouwing, in deze overweging ten aanzien der protectie vervat, is ten eenenmale in Btryd met de bestuiten der „Liberale Unie", dd. 14 November jl. Wy wenschen daarom by dezen met een kort woord tegen die opvatting te protesteeren en verklaren het te betreuren, dat de statuten ons geen ande ren maatregel tegenover uw houding veroor loven." De correspon lent to Batavia van de „N. R. C." seint, onder dagteekening van gisteren „Twee compagnieën van het elfde bataljon van Java hebben in Lehong in het gebergte op dsn weg van Kloewang Daji gevochten. Gevaariyk gewond werd de luitenant Van Roon, licht gewond drie minderen. Als boete werd door Lehong twintig duizend dollars betaald." Ook volgens een by zyne familie te "Wilnis ontvangen telegram is de 2do luit. der inf. van het leger in Oost-Indië J. Van Roon gevaariyk gewond. Gemeenteraadsverkiezingen. De minister van blnnenlandsche zaken heeft door tusschenkomst van den Commissaris der Koningin, de burgemeesters uitgenoodigd, de verdschte stappen te doen, opdat vóór 4 Juni a. s. geen verkiezing van Raadsleden meer plaats hebbe, tenzy ook de eventueole herstem mingen op een dag, aan 4 Juni voorafgaande, zyn of worden gestold. Mocht art. 8 der Ge meentewet of eenige andero reden hieraan in den weg staan, dan vraagt de Minister daarvan zoo spoedig mogeiyk telegraphische mede- deeling. De Minister verwacht gelyke mede- deeling van reeds uitgeschreven, vóór 4 Juni te houden verkiezingen, met opgaaf der dagen van stemming en herstemming. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Oosterbont, D. H. Berger, thans directeur van het telegraafkantoor te Meppel. Aan den ondor-directeur der telegraphie H. E. J. Grttffe en aan den directeur van net telegraaf kantoor te Gouda J. F, Van Schouwenburg, op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend. Min. beschikkingen. Aan H. Posthumus eervol ontslag verleend als assistent in het zieken huis aan de llijks universiteit te Groningen. De adsp. ingenieur van den Rijkswaterstaat J. P. Van vlissingen onder de hevelen gesteld van den hoofdingenieur voor de rivieren, om te worden toegevoegd aan den ingenieur, in het 6de rivier- arrond. ter standplaats Hoek van Holland en de adsp.-ingem'eur M. C. E. Bongaerts onder de bevelen van den inspecteur in de 2de inspectie, ter standplaats 's Gravenhage. Cadettenschool. De minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat hier te lande in Juli en Augustus a. s. een examen zal worden gehouden voor toelating van jongelieden als cadet bij de Cadettenschool fe Alkmaar. Voor dit exan.en worden opengesteld: a. 80 plaatsen voor jongelieden met bestemming om te worden opgeleid voor den dienst hier te lande; b. 22 plaatsen voor jongelieden met bestemming om te worden opgeleid voor den dienst in Indië. Ouders of voogden, wier zoons of pupillen aan het examen v/enschcn deel te nemen, behooren de kennisgeving daarvan in dier voege in to zenden, dat zij vóór 1 3uni 1807 aan het Departement van Oorlog oDtvangen wordt. Kon. Militaire Aca lemie. Do minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat: ïo. Hier te lande in Juli en Augustus en, zoo noodig, in de eerste dagen van September e. k. examen zal worden gehouden voor toelating van jongelieden als cadet bij de Kon. Militaire Academie te Breda. 2o. Voor dit examen worden opengesteld 112 plaatsen, verdeeld als volgt: I. Ten behoeve van de cadetten der Cadetten school: A. bij het leger hier te lande: 17 voorde infanterie, 2 voor de cavalerie, 9 voor de artillerie en 3 voor de genie; B. bij het leger in Ned.-Indië 26 voor de infanterie, 1 voor de cavalerie, 5 voor do artillerie en 1 voor de genie. II. Ten behoeve van de adspiianien, die hun op leiding aan andere inrichtingen hebben genoten A. bij liet leger hier te lande 15 voor de infanterie, 2 voor de cavalerie, 9 voor de artillerie en 3 voor de genie; B. bij het leger in Ned.-Indië: 11 voor de inf., 2 voor do cavalerie, 5 voor de artillerie en 1 voor de genie. Ten aanzien van de cadetten leerlingen der Cadettenschool en de cadetten met groot verlof dezer inrichting, die in de termen vallen om het toelatings-examen voor de Kon. Militaire Academie af te loggen, wordt door den directeur der Cadetten school eene opgave aan den minister van oorlog gedaan. Ouders en voogden yan cadetten behoeven dan ook geene kennisgoving in te dienen, dat hunne zoons of pupillen aan vorenbedoeld examen wen schen deel te nemen. Ouders of voogden van de sub II bedoelde ndspi- ranten behooren de kennisgeving, dat hunne zoons of pupillen aan het examen wenschen deel te nemeD, in dier voege in te zenóen, dat zij vóór 15 Juni 1897 aan het departement van oorlog ontvangen wordt. Voor nadere bijzonderheden zie de „Sts.-Ct." van 15 dezer. Gemengd Nieuws. Als men de advert en tiën in dit nummer van ons blad leest, zal men tot de wetenschap komen, dat vanwege het Leger des Heils alhier weldra twee bijeenkomsten zullen plaats hebben in de Stadszaal, alsmede een groote Openlucht-meeting in den speeltuin van „Vreewyk." Heden worden met devier nieuwe harmonica-rytuigen, welke door de firma Beynes, te Haarlem, voor de Holl. IJzeren- Spoorweg-Maatschappy zyn vervaardigd, proef ritten gemaakt. Ieder rytuig is 18 meter lang. Tegenover het station Staatsspoor te Scheveningen is opgericht een Kurhaus-bar, een gebouwtje in landelyken styl met veranda langs den toegangs-straatweg naar het strand met een gezicht op zee en den straatweg langs het Kurbaus. Een orkest bestaande uit een Tzigan-gezelschap, sterk 8 artisten, uit Hongarye, zal zich dagelyks 's middags en 's avonds doen booren. Het buffet is iogericht naar Engelsch-Amerikaansche wyze. Op een het paviljoen omringend terrein zullen, by gunstig weder, stoelen en tafels worden ge plaatst. De opening van dit, in bevalligen styl ontworpen gebouw, zal later bekend ge maakt worden. De internationale lawn-tennis- wedstryden zullen dezen zomer te 's-Graven- hage plaats hebben. De banen aan den Bataaf zyn daartoe aangewezen. Het „HbE" verneemt dat wegens moeilykheden, door het gemeentebestuur van Gouda gemaakt, de vierde jaarlyksche wieler- wedstryd van „T. H. O. R." van Rotterdam naar Utrecht en terug, die de beste Hollandsche en Belgische wegryders gewoonlijk tegenover elkaar bracht, dit jaar niet zal plaats hebben. Do recherche te Rotterdam arresteerde gisteravond op het Moriaansplein een 16 jarigen knaap, verdacht van diefstal van een rywiel te 's Hertogenbosch. De com missaris van politie aldaar had aanhouding verzocht. Donderdag-namiddag heeft te Schiedam een brutale diefstal plaats gehad. Uit een weiland, liggende inde Keilen, onder die gemeente, zyn gestolen 5 jonge osson, 32 lammeren en 3 schapen, toebeboorende aan den koopman P. Veenman, te Rotterdam. De dieren zyn daarop te Schiedam, door zekeren C. D., te Rotterdam woonachtig, vor kocht. De opsporing en aanhouding van'C. D. is door de politie aldaar verzocht. Het ïyk van schipper Bronger Rosema, uit Groningen, den 3(Lten April te Streefkerk van oen vaartuig overboord geval len, is gisternamiddag aldaar opgevischt en naar de algemeene begraafplaats overgebracht. De vereeniging „Barnabas" tot ondersteuning van de nagelaten betrekkingen van Christelyke onderwyzers en onderwyzs- ressen beeft dezer dagen eene byzonder mild9 gift ontvangen, on wel drie stukken elk van 1000 florijnen Oostenryk zilvermetallieken ter beurswaarde van omstreeks drieduizend gulden. Het onderzoek naar de ramp in de rue Jean Goujon, te Parys, heeft aan het licht gebracht, dat de lamp van de kine matograaf was uitgegaan en op onhandige wyze opnieuw was aangestoken. Dienten gevolge ontstond de vlam, die de gordynen deed vuur vatten. Maar wie de lamp voor de tweede maal heefc aangestoken, is niet gebleken. Verder is, volgens de „Figaro", bewezen, dat de inrichters lichtvaardig zyn te werk gegaan. Onder den vloer waren krullen blyven liggen, die by de trekkiog, die er was, mede- bielpen om den brand te verspreiden. En nog een paar uur voor de opening was de. vloer besmeerd met terpentyn! Er komt te Parys een beweging in gang om een gedenkteeken op te richten voor de slachtoffers. Het denkbeeld is het eerst ge opperd door onzen landgenoot, baron Van Zuylen van Nyevelt, en wordt door tal van Paryzenaars gesteund, die aan den „Figaro" brieven van instemming hebben gezonden. De plechtige ïykdienst voor wyien de her togin van Alemjon heeft Vrydagmorgon plaats gehad in de kerk Saint Philippe du Roule. Vroeg ia den morgen was het ïyk uit de Dominicaner kapel daarheen overgebracht. De doodkist was bedolven onder tal van kransen, waaronder een van koningin Victoria. Den geheelen morgen defileerde liet publiek voorby de kist. De kerk was behangen met rouwdoek en de wapenschilden van Orleans en Beieren. Do dienst begon te halftwaalf. De hertog van Alen^.on was tegenwoordighy had een ver band om het hoofd. Het geheele corps diplo matique ia groot tenue woonde de plechtigheid by; de Britsche gezant vertegenwoordigde o'ficiebl koningin Victoria. De hertog van Orleans, die zich had laten vertegenwoordigen door den prins van Join- ville, zond aan een zyner vertrouwden bet volgende telegram „Nooit is de verbanning my zoo zwaar ge vallen. Ik most hier aan de grens van Frank- ryk de overbiyfselen van myn welbeminden oom, die te Dreux wordt begraven, verlaten. „Op geen van deze beide graven, op geen der graven van de slachtoffers, die Parys be weent, kan ik neerknielen, omdat zy in Fransche aarde zyn 1 Beklaag my. De hertogin van Orleans zal ten minste morgen in myn naam te Dreux kunnen bidden". De hertog heeft geweigerd een vrygeleide voor de begrafenis te vragen en de Fransche regeering heeft er hem geen aangeboden. D regeenng scbynt over het geheel zeer bang te zyn, dat men haar verdenken zal van ver eering van de leden van het Fransche konings huis, zelfs wanneer het oen hunner betreft, die 2ich zeer verdiensteiyk heeft gemaakt voor het land. De president der Republiek laat zich by de begrafenis van den hertog van Aumale vertegenwoordigen, maar er wordt nadrukke- ïyk by vermeld, dat het niet in zyn hoedanig heid als hoofd van don Staat geschiedt, maar als grootmoester van hot Lcgiosn van Eer, waarvan de hertog het grootkruis droeg. De minister van openbaar onderwys woont de begrafenis by, omdat hy aan het boofd staat van het departement, waartoe de Aca démie behoort, die hot domein van Chantilly heeft geërfd'4jn collega's van oorlog en marine gaan, omdat de overledene voorzitter was van de Vereoniging tot het verstrekken van hulp aan gewonden van land- en zee macht. De heer Hanotaux zal ook de begrafenis bywonen, maar evenmin als minister als lid van de „Académie frangaise", waarvan ook Aumale deel uitmaakte. Alweer is Parys in verbazing gebracht door een vorstelyke gift, een gevolg van de algemeene verteeierlng der harten na het brand-onheil. De gravin De Castellane (dit maal is de naam dU9 bekend) zou een mil- lioen franken gegeven hebben voor de oprich ting van o?n stoenen gebouw, waarin wel- dadigheids-concerteD, fancy-fairs, enz. in hot vervolg gegeven kunnen worden zonder dat men te vreezen hebbe voor een herhaling van de ramp. De „Figaro" heeft nu, in minder dan een week 1.137,433 fr. byeengebracht. Daarvan zyn 71,000 fr. uitdrukkeiyk bestemd voor de redders, 35,000 voor de familie Jullian, 10,269 voor do familie D.vid. De inscbryvingon by den „Figaro" worden heden gesloten. Nog een slachtoffer van de ramp. Het dochtertje van de vicomtesse Da Bonnev 1 had roodvonk, toen het ïyk van haar moeder, die by den brand was omgekomen, in huls gobraeht werd. Het meisje sprong uit haar bed en ging naar beneden om het lichaam te zien. Zy heeft toen kou gevat, en gisteren is zy gestorven, misschien ook ten govolge van den schrik. De minister van binnenlandsche zaken heeft den prefect van politie uitgenoodigd, maat regelen te nemen tegen het braudgevaar in de schouwburgen en vergaderzaleu te Parys. Een postcurio8iteit. - Aan hot hoofdpostkantoor te Hamburg kwamen eer gisteren twee brieven uit Berlyn aan, die bei den het adres: „Aan den koetsier te Ham burg, die des nachts millionair geworden is", droegen. Voor ongevesr acht dagen ging nl. het bericht door de pers, dat een Hamburger koetsier plotseling door eon erfenis uit Amerika een vermogen van 200,000 dollars en een groote uitgestrektheid land ten deel gevallen was. De postdirectie liet nu by alle rytuig- maatschappyen aanvragen, of daar niet zoo'n geluksvogel, aan wien de brieven geadresseerd waren, te vinden was. Trots alle moeite is echter die koetsier niet kunnea gevonden wor den. De postdirectie bleof daarop geen andero keus, dan de brieven naar Berlyo terug to zenden. Een ryke dief. Een merkwaar dig strafproces. Terecht stond wegens een aantal diefstallen met braak een baas timmer man uit "Worms, die 'een bloeiende zaak heeft, zyn eigen huis bewoont en algemeen geacht was. E?n werkman zag hem 's morgens uit een nog gesloten winkelhuis sluipen en waar schuwde de politie. Dezo wilde eerst niet gelooven, dat een zoo eerzaam burger een dief kon zyn. By huiszoeking vond men echter een zoo groote hoeveelheid gestolen goederen, manufacturen, meubelen, kleederen, schoenen, enz dat drie wagens er mede gevuld werden. Het blsek, dat de man gedurende vier jaren reeds tal van winkels en ook kermiskramen geplunderd had. Hy werd tot vier jaren tucht huisstraf, zyn vrouw wegens heling tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld.Een zyner broeders heeft zich de zaak zóó aangetrokken, dat hy zelfmoord beging. Een offer van zyn beroep. Op de suikerrafinadery in Dessau is de chemiker dr. Ho'&us het offer van zyn beroep geworden. Hy was in een afvoerkanaal afgestegen en stikte daar door het inademen van vergiftig gas. Dat kanaal is, zooals het Centraalblad voor suikerindustrie schry"ft, met een teeraebtigo vloeistof voor een deel govuld, zoodat dr. HofüUs en de hom begeleidende arbeider in deze pap moesten waden. Vermoedelijk hadden zich in dit kanaal vergiftige gassen ontwikkeld, zoodat beide personen onmachtig werden. Voor zoover zich tot nu toe heeft laten vaststellen, is dr. HofauB met zyn gezicht in die kleverige massa gevallen, terwyl de arbeider op zyn rug kwam te liggen. Beiden werden zeer spoedig uit hot kanaal te voorschyn gehaald. De arbeider leefde nog, by dr. Hof&us daarentegen waren alle pogingen om de levensge. sten weder op wekken tevergeefs. Een opmerkenswaardige rywiel- rit, ondernomen om de deugdelykheid van het rywiel te beproeven voor oorlogsgebroik, heeft een Noord-Amerikaansche infanterie-officier ten uitvoer gebracht. Hy heeft den weg van fort Omaha naar Chicago en terug, in het geheel 1846 K. M., met twee onderofficieren in 16 dagen afgelegd. Ieder voerde 2.5 K. G. gewicht mede. De gekozen wegen waren zoo slecht als maar eenigszins te bedenken was. Een voorgegane regen van 18 dagen had den bodem volslagen doorweekt. De gemaakte ervaringen zullen tot de overtuiging gevoerd hebbeD, dat slechts los zand zonder den minsten plantengroei of geheel en al onsamenhangende sneeuw het vooruitkomen der ryders ODOver- winlyke hindernissen in den weg legt. Een diefstal. Op merkwaardige wijze werd onlangs te Beriyn de dader van een nachtelyken diefstal ontdekt. Uit den opan- gebroken lessenaar van een kantoor, dat op de eerste verdieping gehouden was, werden een aantal postzegels en eenig geld vermist. Alle deuren werden 's morgens gesloten ge vonden de dief had zich biykbaar laten opslui ten en zich 's nachts aan een touw, dat men aan den poot van een lessenaar vastgemaakt vond, door het venster neergelaten. Daar de werktuigen, voor de braak gebezigd, wegge haald waren uit een lade op het kantoor, rees natuurlyk vermoeden, dat iemand, die daar goed bekend was, de dader moest zijn. Toen de kaotoorbedienden 's morgens het geval druk bespraken en een de opmerking maakte, dat de dief zeker zyn handen aan het touw moest hebben opengeschaafd, zagen zy, dat een uit hun midden onwillekeurig naar zyn handen keek. Dat wekto achterdocht. De jongeling slechts 17 jaar oud werd onder zocht en men vond bij hem voor 10 mark aan postzegels, Hy hinkte tovendien en zyn bewering, dat hy 's nachts elders was geweest, bleek onwaar te zyn. De rechtbank kreeg dan ook de overtuiging, dat hy de dief was, en veroordeelde hem tot 2 maanden gevange nisstraf. Het verbruik van alcoholische dranken in Engeland en Ierland was in het jiar 1896 ongeveer 78 millioen gulden meer dan in het vorige jaar. De geheele uitgave be reikte de ongelooflijke som van f 1,787,666,760, dat is het hoogste bedrag, dat tot dusver aan alcoholische drank?n in het vcreenigd konink.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 2