I N°. 11416. "Vrijdag 14 IMei. A0. 1897 geze <gourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. 's Avonds werd door de Koninginnen een dioer van 17 couverts gegeven, waaraan werd deelgenomen door den Eogelschen ambassa deur en den Nederlandschen gezant met hunne echtger.ooten, benevens door het personeel van het gezantschap. Feuilleton. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden. V 1-10. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke Nommers 0 05 p PRIJS DER ADVERTENTIÊN! Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officiëel© Kenuisgeringen* Varken marht. Bnrgomeeater on WethoaderB van Leidon, Gelet op de Verordening van 9 Moi 1895, houdende •enwgzing van do plaatsen, dagen en uren voor de verschillende markten binnon do gemeente Leiden ^(Gemeenteblad No. 4 van 1895), brengen tor alge- xneeno kennis, dat voor do markt van vette varkens is aangewezen de Lammermarkt en dat aldaar, aan te vaDgen met Vrijdag 14 Mei a. s., gelegenheid be- •laat oua da varkens te doen wegen. Burgemeester en NV et houders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. II Mei 1897. E. EI3ï, Secretaris. Leiden, 13 Mei. Het concert, onzen abonnés tegen zeer geringe vergoeding aangeboden, heeft gister avond met het meeste succes plaats gehad. Alles is in de beste orde van stapel geloopen, hot concert zelf was maar dit wisten wy trouwens wel uitstekend, en zoo rekenen het ons tot een genoegen een gedeelte onzer abonnós een schoonen avond te hebben verschaft. Dit toch was alleenlijk het doel. Iöder ander zou zonder veel moeite het zelfde hebben kunnen doen, maar dit is het i juist 1 Ec moet éón persoon zyn, die de risico op zich durft nemen, en het Leidsch Dagblad heeft dit thans in navolging van buiten- Iandsche bladen ook eens gedaan. Want risico wordt er geloopen. Het honorarium aan de artisten moet worden betaald, al is de zaal voor de helft bezet, en zóó werden gisteren de kosten niet geheel goed gemaakt; al weten we maar al te wèl, dat er zijn, die meenen, dat „er nog wel wat van zal over schieten." Maar iemand, die wat onderneemt en voornamelijk in Leiden moet aan derge lijke, geheel in de lucht hangende gezegdeD, 1 jsich in de eerste plaats gewennen. Heeft men dit verleden jaar niet eveneens dbooren vertellen van iemand, die de „Schip- euk" door zijne bemoeiingen alhier beeft oen opvoeren? „Dat is een goed zaakje" f (werd hem met een knipoogje toegeroepen! Zooals echter gezegd, daaraan raakt men ewend ec wty zullen er ons niet door laten schrikken. Wie zich evenwel wil wagen aan ons jvoorstel: ongezien de rekeniDg te deelen in :de winst of het verlies, bij melde zich aan ;pns Bureel maar aanl Gaarne zelfs. Hooren wij echter mettertijd, dat het con- leert aan iederen bezoeker heeft voldaan, dan 'hebben wij met genoegen de risico geloopen en zullen wij trachten bij gelegenheid onzen ftbonnés wederom een dergeljjken avond te doen genieten. Voor de critiek verwijzen we naar het jrerslag van den heer v. B. in dit nummer De anti revolutionaire kiesvereeniging ^Nederland en OraDje" alhier vergadert morgen avond tot het stellen van een candidaat voor de a. s. verkiezing van een lid der Tweede (Kamer. De kapt. A. L. Klerck de Reus, van hot 4de j*eg. inf. te Leiden, wordt gedetacheerd bij de permanente militaire spoorwegcom- missie te 's-Gravenhage. Da bij het 4de regiment infanterie benoemde kapitein P. W. Weber blijft in zfln nienwen rang te Leiden in garnizoen. Mej. M. PI anjer, benoemd tot onder wijzeres aan de Christelijke school aan de Middelstegracht alhier, heeft di« benoeming aangenomen. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is benoemd tot ama nuensis bij de botanie aan de Rijks universiteit te Groningen, de heer M. J. Lafeber, te Leiden. Door den heer H. Spakler, consul der Nederlanden te Penang, zijn aan 's Rijks Ethnographisch Museum ten geschenke ge geven de navolgende voorwerpen uit Arabië, geïnventariseerd als serie 1117: lo. Gordel van grijs weefsel mot aan de einde, bevestigd dik trouw en aan den gordel bevestigde, aan lederen riemen geregen geiten hoefjes. Deze als rammelaar dienende gordel wordt door negerslaven in Djeddah en Mekka ge bruikt en maakt deel uit van het Tumburah- orkest (zie dr. C. Snouck Hurgronje: Bilder- Atlas, zu Mekka PI. XVIII). Door den gordel om de lendenen te bevestigen en vervolgens met het beuedenlichaam heen en weer gaande bewegingen te maken, wordt het geluid voort gebracht. 2o. Houten reukvat op vier pooten, de buiten- zydo versierd met geelkoperen spijkertjes en ingeslagen witte stiftjes volgens een regel matig patroon. 3o. Deken van een kameel, van reepen leer netachtig gevlochten, aan de buitenzijde met drie breedo strooken van veelkleurig weefsel en mozaïekwerk van doek, en aan het oane einde met lange franje en kwasten versierd. 4o. Lederen hoofdstel met vertind ijzeren en daaraan verbonden leidsel van blauw koord met kwasten aar. de einden voer eon kameel. 5o. Kinderspeelgoed, kleien beeldje, eene vrouw voorstellende, met opgeplakte stukjes stroo versierd. 6o. Kinderspeelgoed als no. 5, beeldje van een mon, wegens de, door den schenker daarvan gegeven verklaring met het oog op de studie van het phallisme van bijzonder belang. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Naar men verneemt, wordt in vele ge- meent n van het boofdkiesdistricfc Bodegraven als candidaat der liberalen bjj de aanstaande verkiezing voor leden van de Tweode Kamer genoemd de heer A. Knijff Hzn., aftredend lid. Een Haagsche deelnemer aan den goed- koopen pelgrimstocht naar Rome schrijft aan de „Resid-bode", dd. 9 Mei: „De pelgrims zyn allen frisch en gezond en roemen om strijd het „Hotel Mioerva." Hedenmorgen te halfzes naderden zij allen tot de H. Tafel in de Minervakerk, om, na het ontbijt, de H. Mis by te wonen, welke door Z. H. den Paus werd opgedragen. Na de H. Mis werden de pelgrims door Z. H. in particuliere audiëntie ontvangen. Het Comitó bood den Paus een wit satijnen kalotje aan, dat in dank werd ontvangen. Z. H. nam hierna bet kalotje, dat by droeg, van het hoofd en bood dit het Comité ten ge schenke aan. De pelgrims gingen nu naar den photograaf, die hen in groep photographeerde. Na het diner werd een groote rijtoer gemaakt door de stad. Ook op het program voor morgen staat een groote rijtoer. Vele pelgrims gaan echter dien dag naar Napels." Door den president van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika i3 de heer Sidney B. Everett tot consul te Batavia benoemd. De heer H. C. Huitfeldt, consul generaal van Zweden en Noorwegen, is in het hotel „Den Ouden Doelen" te 'e-Gravenhage, aan gekomen. Ten gevolge van het steeds stijgend aan tal omvangrijke inzendingen en het vormen van nieuwe afdeelingen, [(o. a. voor scheep vaart en visschery, voor den Nederlandschen boek-, plaat- en kunsthandel, voor photographic, enz) die een groote plaatsruimte zullen in nemen, is het hoofdgebouw der Dordtsche tentoonstelling te klein geworden voor heigeen verwacht wordt. Daar de aanvragen om nog ruimte in het hoofdgebouw te huren steeds aanhouden, heeft het hoofdbestuur besloten een nieuwen vleugel te doen bebouwen, waar van de aanbesteding de volgende week zal plaats hebben. Ten gevolge van de gehouden loting tot regeling van tusschentydsche verkiezingen voor de Tweede Kamer onder werking van de nieuwe kieswet, zullen te 's-Gravenhage bij het ontstaan van vacatures vervuld worden: de eerst openkomende plaats in kiesdistrict I; de tweede in district III en de derde in dieti iet II; te Amsterdam komt het eerst aan de beurt kiesdistrict II; te Rotterdam kiesdistrict I; te Utrecht kiesdistrict II, terwijl by een vacature in het voormalig district Groningen de kiezers in het nieuw gevormde district Hoogezand ter verkiezing zullen worden opgeroepen. Te Amsterdam is een sociëtair „Noord en Zuid-Nederlandsch Operagezelschap" opge richt, ten doel hebbende zoowel in Noord- als in Zuid Nederland opera-voorstollingen te geven in de Nedorlandsche taal. Tot op dit oogenblik z(jn als leden toegetreden de heeren J. G. De Groot, directeur en regisseur; Gottfried Mann, orkest-directeur en solo-repetiteur; mevrouw C. Dirckx van der "Weghe, eerste dramatische zangeres; Johan Schmier, eerste bas en muzikaal adviseurv. d. Hoeck, bariton H. V. P. Dirckx, administrateur; terwijl met vele andere opera zangers en -zangeressen onderhandelingen zyn aangeknoopt. Het gezelschap is gevestigd te Amsterdam. Om het bestaan er van voor langen tyd te verzekeren, bestaat de vereeniging uit sociëtaires en pensionnaires. De maatschap is aangegaan voor 5 jaar. Nog kan worden medegedeeld, dat mej. Celine Cnops, lauróate van het Koninkiyk Conservatorium te Gent, aan het gezelschap verbonden is. Gisterochtend is plotseling gestorven mr. W. Gorter, president der arrondissements-recht- bank te Dordrecht. Hoewel nog maar enkele jaren te Dordrecht woonachtig, had de heer G. zich reeds de sympathie van allen, die met hem in aanraking kwamen, weten te verwerven en zal zijn heengaan door velen betreurd worden. Door den consul te Talcahuano wordt de aan dacht gevestigd op het feit, dat Nederlanders, vóór eenigen tyd naar de provincie Chiloë (Chili) vertrokken, zeer teleurgesteld die streek weder hebben verlaten. Voor hen, die voornemens mochten zyn zich naar Chiloë te begeven, is deze mededeehng wellicht van belang. Sts.-Ct Maandag heeft jbr. De Stuers, de Neder- landsche gezant te Parys, zyn opwachtiDg gemaakt by den president Faure, om namens H. M. do Koningin-Regentes deelneming te betuigen met de slachtoffers van do ramp der vorige week. Door den minister van oorlog zijn aan gewezen als de officieren, bedoeld by art. 24 der Hinderwet: lo. voor de fabrieken van de gezamenlijke buskruitmakers van Noord- Holland, Utrecht en Zeeland, het hoofd der pyrotechnische werkplaatsen en, by ontsten tenis van dezen, de hoofdopzichter der vuur- werkery van gemelde werkplaatsen2o. van de overige inrichtingen, omschreven in de eerste zinsnede van punt II van art. 2 der aangehaalde wet, de kapt. J. Yan Vuuren,. van bet 4de reg. vestingartillerie. By den dienst van den waterstaat en de burgerlyke openbare werken in Nederl.-Indië kunnen worden geplaatst eeDige adspirant- ingenieurs. Voor verdere byzonderheden zie de „Staats courant" van 13 dezer. De ceDtrale liberale kiesvereeniging in het hoofdkiesdiatrict Loosduinen, te 's-Gravenhage vergader^, heeft op de candidatenlyst voor het Kamerlidmaatschap geplaatst do heeren Waldeck, lid der Prov. Staten te Loosduinen Fynacker Hordijk, lid der Tweede Kamer te 's-Gravenhage; Bos en Yan de Kasteele, bur gemeesters van Zoetermeer en 's-Gravenzande; en vice-admiraal Mac Leod, te Ryswyk. Met bestemming voor Batavia z*l den 5den Juni van Rotterdam per stoomschip „Merapi" naar Oost Indiö vertrekken een detachement suppletietroepen, ter sterkte van 50 korporaals en manschappen, benevens 3 onderofficieren. Voor het bevel over dit trans port is aangewezen de met verlof h. 1.1. aan wezige 1ste luit. der inf. P. W. J. Van der Schoot, terwyi tot medegeleider is bestemd de 2de luit.-kwartierm. H. J. Van Veen. Reuter seint uit Weenen van gisteravond: In den namiddag bracht de keizer aan de Nederlandsche Koninginnen een afscheids bezoek in het hotel. De Koninginnen gaan morgen naar Buda Pesth, om er de koningin van Rumenië te ontmoeten, en keeren 's avonds naar Weenen terug, om Vrydag naar Aussee te vertrekken. De Koninginnen gebruikten het déjeuner by de kroonprinses-weduwe Stéphanie, waaraan tevens werd deelgenomen door de aartshertogin Marie en prinses Elisabeth van Waldeck Pyrmont. In den namiddag wilden de prins-regent van Beieren Luitpold en later de Beiersche prinses Thórèse aan de Koninginnen in het hotel Bristol een bezoek brengen. Aangezien z(j HH. MM. niet aantroffen, lieten beiden naamkaartjes achter. Des namiddags begaven de Koninginnen zich naar het paleis Modena, lieten naam kaartjes achter voor de prinses, gemalin van den prins-regent van Beieren en prinses Thérèse. De correspondent te Weenen van de „N. R. C." meldt van II dezer: „Heden was er dejeuner ter eere der Koning innen in de Nederl. legatie waaraan behalve door den gezant on diens echtgenoote werd deelgenomen door de heeren en names var het gevolg en door den Oostenrykschen minis ter van buitenlandsche zaken en 's Keizer' Obersthofmeister prins Liechtenstein. Reeós vroeger waren door onzen gezant jhr. Vai der Hoeven aan de Koninginnen do name. der hier wonende Nederlanders opgegeven, die by deze gelegenheid hunne hulde HH. MM. wenschten te bewyzen. „De Nederlandsche kolonie is hier zeer klein, zoodat slechts acht personen zich voor die audiëntie hadden aangemeld en wel enze consul-generaal in Weenen, de consul in Buda-Pesth, de vice-consul in Weenen, de kapiteins C. Ludolph en J. P. Smeets, ge detacheerd by de patrononfabriek in Pressburg, de heeren Ph. Goldsmidt E. Thomas, G. Ihlo en uw correspondent. Twee aan twee binnen gelaten vertoefden wy eenige minuten by de Koninginnen, die met hare gewone minzaam heid eenige vragen tot ons richtten. „Hoewel de audiëntie uitteraard kort was was het ons allen een eer door onze jonge on bevallige Koningin ontvangen te woroen.' 17 dezer vertrekt Z. D.H. mgr. P. Leyten, bisschop van Breda, naar Rome, ten einde, volgens oud gebruik, Z. H. Paus Leo XIII te bezoeken. De bisschop zal worden verge zeld door zyn secretaris en door den heer A. Resemans, professor aan het seminarium te Hoeven. De heer A. Prakken, hoofd eener school voor uitgebreid lager onderwys te Aalsmeer, en al3 No. 1 op de voordracht voor hoofd eener openbare schooi te Arnhem staande, heeft zich voor laatstgenoemde betrekking teruggetrokken. Do heer F. Boerhave, veearts te Stap horst, hsaft voor gelyke betrekking te Hengeloo (Ov.) bedankt De Raad der gemeente Stap horst heeft do toelage van den heer B. met f 150 verhoogd. Het stoomschip Java", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 13 Mei Dungenoss; de „Werkendam", van Rotterdam naar Nieuw- York, vertrok 13 Mei van Boulogne-sur-Mer; de „Prins Hendrik", van Batavia naar Amster dam, passeerde 12 Mei Kaap del Armi; de „Gede", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 12 Mei van Suez. Jonkvrouw Denise. -20) i Hy begon zelfs te verlangen naar den dag, Waarop Denise weer naar haar tante te Toulon zou terugkoeren, want hy begreep, dat het ongepast zou zyn, de gevoelens, die hem ten opzichte van het jonge meisje be zielden, te openbaren gedurende haar verbiyf in de woning van zyn ouders. Met groot verlangen zag hy den dag te gemoet, waarop hy ~haar de vraag zou kunnen stellen, of zy de £&yne wilde worden. Hy hield zich vast overtuigd, dat die vraag toestemmend zou •woiflon beantwoord. KTevrouw De Védelles had er veel toe hygodragen om Denise een levendige belang- stelliag voor haar beide zoons in te boe zemen. Zy sprak dikwyls met haar over Jacques, over zyn goede hoedanigheden, zyn talenten, die onder rechtsgeleerden algemeen g waardeerd werden, maar ook over het verlies van zyn geloof en over den ongeluk- kigen geest van twyfel en ontkenning, die '.hem ten opzichte van den godsdienst bezielde. Wat George betrof, over hem bewaarde de gravin tegenover het jonge meisje wel is waar het stilzwygen, maar door den toon van haar - etem, wanneer ze tot haar jong8ten zoon het Zwoord richtte, door de onverholen minachting, die de graaf ten opzichte van hem aan den dag legde, door eenige uitdrukkingen, die ze fan het dienstpersoneel had opgevangen, en eindelijk door de zonderlinge gelaatsuitdruk king en vreemde manier van doen van den jonkman zeiven, was Denise tot de meening gekomen, dat George inderdaad Diet wel by het hoofd was. Toch bleef er altyd nog eenige twijfel by haar over, en daarom zocht ze de gelegenheid, eens bedaard met hem te spreken. Hierdoor vermeerderde haar belangstelling in den ongelukkigen jonkman en werd haar eerste indruk ten opzichte van hem gewyzigd. George was wel is waar met in staat een geregeld gesprek te voeren, maar toch zei by dikwyls dingen, die zeer oorspronkeiyk waren, en maakte hy opmerkingen, die door hun diepzinnigheid de verwondering van het jonge meisje opwekteD. Meestal was hy ge zeten in een hoek van de kamer, van waar hy, zonder de opmerkzaamheid van de overige huisgenooten te trekken, al de bewegiDgen van Denise kon gadeslaan, maar nauwelyka antwoordde hy op de vragen, die ze hem stelde. Alleen dan, wanneer beiden toevallig alleen waren, werd hy spraakzamer en dan was zyn gejaagdheid dikwyia z66 groot, dat hy soms de meest onsamenhangende dingen zei. Denise had groot medeiyden met den onge lukkigen jonkman, want ze zag, datDiemand van de huisgenooten hem begreep, maar toch durfde ze dit onaangenaam onderwerp met niemand aanroeren. Het was alsof allen een 8tilzwygende overeenkomst hadden gesloten, om in haar tegenwoordigheid geen de minste notitie van George te nemen en zelfs zyn naam niet uit te spreken. George scheen zich hierover niet in het minst te bekommeren, en hy volgde rustig zyn gewonen gang. Dikwyi3 ging hy dicht by de canapé van zyn moeder zitten, stil en afgetrokken. Alleen bemerkte men, dat hy minder dikwyls het ka3teel verliet, en zeer vaak op het terras bleef dwalen, van waar by Denise in het salon kon zien arbeiden aan kleeren voor arme huisgezinnen of aan sieraden voor het altaar van de kleine kapel van het kasteel. Wannter Denise het een of ander aan de gravin voorlas, dan luisterde hy oplettend. De gravin begon nu spoedig in beterschap toe te nemen, en niettegenstaande alles in het werk gesteld werd om Denise te doen be sluiten haar verbiyf op het kasteel nog wat te verlengen, bepaalde ze toch den dag van haar vertrek. Maar ge zult ons toch zeker het genoegen doen, om de plechtige inwyding van onze kapel te komen by wonen?" vroeg de gravin. Ik hoop het, mevrouw," luidde haar antwoord, „maar ik zou het u toch onmo gelijk vast kunnen beloven." Toen het jonge meisje de oogen van haar arbeid opsloeg, ontmoetten haar blikken die van George, op wiens gelaat een droevige uitdrukking te lezen stond, waardoor Denise in het diepst van haar ziel werd getroffen. Het was alsof hy haar wilde smeeken om toch te biyven. „O, beloof toch, dat u zult komen," zei hy byna fluisterend. „Ik heb beloofd, te zullen doen wat u mij zult verzoeken, wanneer u ons belooft om by de inwyding van de kapel tegenwoordig te zyn." Dat was een vermetele belofte", zei Denise glimlachend. Misschien was het vermetel van my, maar, wat er ook gebeuren moge, ik zal myn belofte houden", antwoordde George droevig. Denise dacht eenige oogenblikken na over dit antwoord. Misschien zou deze belofte haar gelegenheid geven, om in een of ander opzicht een gunstigen invloed op den zonderlingen jonkman uit te oefenon, en deze gelegenheid wilde ze niet ongebruikt laten voorbygaau. Welnu, ik zal komen als het my eenigszins mogeiyk is", antwoordde ze vrooiyk. Wanneer ge er deze voorwaarde by voegt, dan heeft uw belofte geen groote waarde," zei mevrouw De Védelles lachend. Zoudt u dan willen, dat ik iets onmo- geiyk8 beloofde?" vroeg Denise. Ja," zei George met ongewone leven digheid, terwyi allen elkaar verbaasd aan zagen. „Ik zou willen, dat u iets onmogelijks beloofde." Zou het dan niet onmogeiyk zyn, wan neer ze my beminde?" zoo dacht hy by zich- zelven. Eindeiyk was do dag genaderd, waarop Denise zou vertrekken. Voor de laatste maal had ze voor den graaf een van zyn gelief koosde liederen gezongen, en nu stond het rytuig, dat haar naar Toulon zou terugbren gen, al voor de deur te wachten. Nadat Denise een harteiyk afscheid bad genomen van de gravin, die haar nogmaals voor hiar trouwe verpleging en onvermoeide toewyding bedankte, stapte ze in het rytuig. De heer De Védelles en zyn zoon Jacques stonden voor het portier, maar George was nergens te zien. Waar blyft hy toch?" vroeg de graaf ontevreden. „Is het hem nog te veel moeite^ jonkvrouw Denise te bedanken voor alles, wat zy voor zyn moeder gedaan heeft?" De paarden zetten zich in beweging, en terwyi de graaf Denise vriendeiyk toewuifde, dacht hy by zichzelven hoe gelukkig hy zich zou gevoelen, wanneer hy haar nog eens als zyn dochter zou mogen begroeten. Intusschen had George zich naar de rots begeven, die bygenaamd was: het „Suiker brood," en van wier top hy nog langen tyd het rytuig van Denise, te midden van stof wolken, kon zien voortryden op den weg naar Toulon. Toen graaf De Védelles de onrust be merkte, die op het gelaat van Jacques te lezen stond, meende hy, dat eindeljjk het oogenblik gekomen was, het stilzwygen te verbreken over de zaak, die beiden ai zoo lang op het hart lag. Hy lei de hand op den schouder van den jonkman en vroeg: Waaraan denkt ge toch, Jacques?" Ik weet het waariyk zelf Diet, papa." Maar ik weet het wel." Inderdaad?" Ja, ik weet het. Ge denkt aan haa^-, die daareven vertrokken is." Het is waar, tk kan het onmogeiyk ontkennen." Gy bewondert haaren ge hebt ge- negeDheid vior baar opgevat." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1