I
N°. 11416.
"Vrijdag 14 IMei.
A0. 1897
geze <gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
's Avonds werd door de Koninginnen een
dioer van 17 couverts gegeven, waaraan werd
deelgenomen door den Eogelschen ambassa
deur en den Nederlandschen gezant met hunne
echtger.ooten, benevens door het personeel
van het gezantschap.
Feuilleton.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden. V 1-10.
Franco per post. 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0 05
p
PRIJS DER ADVERTENTIÊN!
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officiëel© Kenuisgeringen*
Varken marht.
Bnrgomeeater on WethoaderB van Leidon,
Gelet op de Verordening van 9 Moi 1895, houdende
•enwgzing van do plaatsen, dagen en uren voor de
verschillende markten binnon do gemeente Leiden
^(Gemeenteblad No. 4 van 1895), brengen tor alge-
xneeno kennis, dat voor do markt van vette varkens
is aangewezen de Lammermarkt en dat aldaar, aan
te vaDgen met Vrijdag 14 Mei a. s., gelegenheid be-
•laat oua da varkens te doen wegen.
Burgemeester en NV et houders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
II Mei 1897. E. EI3ï, Secretaris.
Leiden, 13 Mei.
Het concert, onzen abonnés tegen zeer
geringe vergoeding aangeboden, heeft gister
avond met het meeste succes plaats gehad.
Alles is in de beste orde van stapel geloopen,
hot concert zelf was maar dit wisten wy
trouwens wel uitstekend, en zoo rekenen
het ons tot een genoegen een gedeelte
onzer abonnós een schoonen avond te hebben
verschaft. Dit toch was alleenlijk het doel.
Iöder ander zou zonder veel moeite het
zelfde hebben kunnen doen, maar dit is het
i juist 1 Ec moet éón persoon zyn, die de risico
op zich durft nemen, en het Leidsch Dagblad
heeft dit thans in navolging van buiten-
Iandsche bladen ook eens gedaan. Want
risico wordt er geloopen. Het honorarium
aan de artisten moet worden betaald, al is
de zaal voor de helft bezet, en zóó werden
gisteren de kosten niet geheel goed gemaakt;
al weten we maar al te wèl, dat er zijn, die
meenen, dat „er nog wel wat van zal over
schieten." Maar iemand, die wat onderneemt
en voornamelijk in Leiden moet aan derge
lijke, geheel in de lucht hangende gezegdeD,
1 jsich in de eerste plaats gewennen.
Heeft men dit verleden jaar niet eveneens
dbooren vertellen van iemand, die de „Schip-
euk" door zijne bemoeiingen alhier beeft
oen opvoeren? „Dat is een goed zaakje"
f (werd hem met een knipoogje toegeroepen!
Zooals echter gezegd, daaraan raakt men
ewend ec wty zullen er ons niet door laten
schrikken.
Wie zich evenwel wil wagen aan ons
jvoorstel: ongezien de rekeniDg te deelen in
:de winst of het verlies, bij melde zich aan
;pns Bureel maar aanl Gaarne zelfs.
Hooren wij echter mettertijd, dat het con-
leert aan iederen bezoeker heeft voldaan, dan
'hebben wij met genoegen de risico geloopen
en zullen wij trachten bij gelegenheid onzen
ftbonnés wederom een dergeljjken avond te
doen genieten.
Voor de critiek verwijzen we naar het
jrerslag van den heer v. B. in dit nummer
De anti revolutionaire kiesvereeniging
^Nederland en OraDje" alhier vergadert morgen
avond tot het stellen van een candidaat voor
de a. s. verkiezing van een lid der Tweede
(Kamer.
De kapt. A. L. Klerck de Reus, van hot
4de j*eg. inf. te Leiden, wordt gedetacheerd
bij de permanente militaire spoorwegcom-
missie te 's-Gravenhage.
Da bij het 4de regiment infanterie benoemde
kapitein P. W. Weber blijft in zfln nienwen
rang te Leiden in garnizoen.
Mej. M. PI anjer, benoemd tot onder
wijzeres aan de Christelijke school aan de
Middelstegracht alhier, heeft di« benoeming
aangenomen.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is benoemd tot ama
nuensis bij de botanie aan de Rijks universiteit
te Groningen, de heer M. J. Lafeber, te Leiden.
Door den heer H. Spakler, consul der
Nederlanden te Penang, zijn aan 's Rijks
Ethnographisch Museum ten geschenke ge
geven de navolgende voorwerpen uit Arabië,
geïnventariseerd als serie 1117:
lo. Gordel van grijs weefsel mot aan de
einde, bevestigd dik trouw en aan den gordel
bevestigde, aan lederen riemen geregen geiten
hoefjes.
Deze als rammelaar dienende gordel wordt
door negerslaven in Djeddah en Mekka ge
bruikt en maakt deel uit van het Tumburah-
orkest (zie dr. C. Snouck Hurgronje: Bilder-
Atlas, zu Mekka PI. XVIII). Door den gordel
om de lendenen te bevestigen en vervolgens
met het beuedenlichaam heen en weer gaande
bewegingen te maken, wordt het geluid voort
gebracht.
2o. Houten reukvat op vier pooten, de buiten-
zydo versierd met geelkoperen spijkertjes en
ingeslagen witte stiftjes volgens een regel
matig patroon.
3o. Deken van een kameel, van reepen leer
netachtig gevlochten, aan de buitenzijde met
drie breedo strooken van veelkleurig weefsel en
mozaïekwerk van doek, en aan het oane einde
met lange franje en kwasten versierd.
4o. Lederen hoofdstel met vertind ijzeren
en daaraan verbonden leidsel van blauw koord
met kwasten aar. de einden voer eon kameel.
5o. Kinderspeelgoed, kleien beeldje, eene
vrouw voorstellende, met opgeplakte stukjes
stroo versierd.
6o. Kinderspeelgoed als no. 5, beeldje van
een mon, wegens de, door den schenker
daarvan gegeven verklaring met het oog op
de studie van het phallisme van bijzonder
belang.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
Naar men verneemt, wordt in vele ge-
meent n van het boofdkiesdistricfc Bodegraven
als candidaat der liberalen bjj de aanstaande
verkiezing voor leden van de Tweode Kamer
genoemd de heer A. Knijff Hzn., aftredend lid.
Een Haagsche deelnemer aan den goed-
koopen pelgrimstocht naar Rome schrijft aan
de „Resid-bode", dd. 9 Mei:
„De pelgrims zyn allen frisch en gezond
en roemen om strijd het „Hotel Mioerva."
Hedenmorgen te halfzes naderden zij allen
tot de H. Tafel in de Minervakerk, om, na
het ontbijt, de H. Mis by te wonen, welke
door Z. H. den Paus werd opgedragen.
Na de H. Mis werden de pelgrims door
Z. H. in particuliere audiëntie ontvangen. Het
Comitó bood den Paus een wit satijnen kalotje
aan, dat in dank werd ontvangen. Z. H.
nam hierna bet kalotje, dat by droeg, van
het hoofd en bood dit het Comité ten ge
schenke aan.
De pelgrims gingen nu naar den photograaf,
die hen in groep photographeerde. Na het
diner werd een groote rijtoer gemaakt door
de stad.
Ook op het program voor morgen staat een
groote rijtoer. Vele pelgrims gaan echter dien
dag naar Napels."
Door den president van de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika i3 de heer Sidney
B. Everett tot consul te Batavia benoemd.
De heer H. C. Huitfeldt, consul generaal
van Zweden en Noorwegen, is in het hotel
„Den Ouden Doelen" te 'e-Gravenhage, aan
gekomen.
Ten gevolge van het steeds stijgend aan
tal omvangrijke inzendingen en het vormen
van nieuwe afdeelingen, [(o. a. voor scheep
vaart en visschery, voor den Nederlandschen
boek-, plaat- en kunsthandel, voor photographic,
enz) die een groote plaatsruimte zullen in
nemen, is het hoofdgebouw der Dordtsche
tentoonstelling te klein geworden voor heigeen
verwacht wordt. Daar de aanvragen om nog
ruimte in het hoofdgebouw te huren steeds
aanhouden, heeft het hoofdbestuur besloten
een nieuwen vleugel te doen bebouwen, waar
van de aanbesteding de volgende week zal
plaats hebben.
Ten gevolge van de gehouden loting tot
regeling van tusschentydsche verkiezingen
voor de Tweede Kamer onder werking van
de nieuwe kieswet, zullen te 's-Gravenhage
bij het ontstaan van vacatures vervuld worden:
de eerst openkomende plaats in kiesdistrict I;
de tweede in district III en de derde in
dieti iet II; te Amsterdam komt het eerst
aan de beurt kiesdistrict II; te Rotterdam
kiesdistrict I; te Utrecht kiesdistrict II, terwijl
by een vacature in het voormalig district
Groningen de kiezers in het nieuw gevormde
district Hoogezand ter verkiezing zullen worden
opgeroepen.
Te Amsterdam is een sociëtair „Noord
en Zuid-Nederlandsch Operagezelschap" opge
richt, ten doel hebbende zoowel in Noord- als
in Zuid Nederland opera-voorstollingen te geven
in de Nedorlandsche taal. Tot op dit oogenblik
z(jn als leden toegetreden de heeren J. G.
De Groot, directeur en regisseur; Gottfried
Mann, orkest-directeur en solo-repetiteur;
mevrouw C. Dirckx van der "Weghe, eerste
dramatische zangeres; Johan Schmier, eerste
bas en muzikaal adviseurv. d. Hoeck, bariton
H. V. P. Dirckx, administrateur; terwijl met
vele andere opera zangers en -zangeressen
onderhandelingen zyn aangeknoopt.
Het gezelschap is gevestigd te Amsterdam.
Om het bestaan er van voor langen tyd te
verzekeren, bestaat de vereeniging uit sociëtaires
en pensionnaires. De maatschap is aangegaan
voor 5 jaar.
Nog kan worden medegedeeld, dat mej.
Celine Cnops, lauróate van het Koninkiyk
Conservatorium te Gent, aan het gezelschap
verbonden is.
Gisterochtend is plotseling gestorven mr.
W. Gorter, president der arrondissements-recht-
bank te Dordrecht. Hoewel nog maar enkele
jaren te Dordrecht woonachtig, had de heer G.
zich reeds de sympathie van allen, die met hem
in aanraking kwamen, weten te verwerven en
zal zijn heengaan door velen betreurd worden.
Door den consul te Talcahuano wordt de aan
dacht gevestigd op het feit, dat Nederlanders,
vóór eenigen tyd naar de provincie Chiloë (Chili)
vertrokken, zeer teleurgesteld die streek weder
hebben verlaten.
Voor hen, die voornemens mochten zyn zich
naar Chiloë te begeven, is deze mededeehng
wellicht van belang. Sts.-Ct
Maandag heeft jbr. De Stuers, de Neder-
landsche gezant te Parys, zyn opwachtiDg
gemaakt by den president Faure, om namens
H. M. do Koningin-Regentes deelneming te
betuigen met de slachtoffers van do ramp
der vorige week.
Door den minister van oorlog zijn aan
gewezen als de officieren, bedoeld by art. 24
der Hinderwet: lo. voor de fabrieken van
de gezamenlijke buskruitmakers van Noord-
Holland, Utrecht en Zeeland, het hoofd der
pyrotechnische werkplaatsen en, by ontsten
tenis van dezen, de hoofdopzichter der vuur-
werkery van gemelde werkplaatsen2o. van
de overige inrichtingen, omschreven in de
eerste zinsnede van punt II van art. 2 der
aangehaalde wet, de kapt. J. Yan Vuuren,.
van bet 4de reg. vestingartillerie.
By den dienst van den waterstaat en de
burgerlyke openbare werken in Nederl.-Indië
kunnen worden geplaatst eeDige adspirant-
ingenieurs.
Voor verdere byzonderheden zie de „Staats
courant" van 13 dezer.
De ceDtrale liberale kiesvereeniging in het
hoofdkiesdiatrict Loosduinen, te 's-Gravenhage
vergader^, heeft op de candidatenlyst voor
het Kamerlidmaatschap geplaatst do heeren
Waldeck, lid der Prov. Staten te Loosduinen
Fynacker Hordijk, lid der Tweede Kamer te
's-Gravenhage; Bos en Yan de Kasteele, bur
gemeesters van Zoetermeer en 's-Gravenzande;
en vice-admiraal Mac Leod, te Ryswyk.
Met bestemming voor Batavia z*l den
5den Juni van Rotterdam per stoomschip
„Merapi" naar Oost Indiö vertrekken een
detachement suppletietroepen, ter sterkte van
50 korporaals en manschappen, benevens 3
onderofficieren. Voor het bevel over dit trans
port is aangewezen de met verlof h. 1.1. aan
wezige 1ste luit. der inf. P. W. J. Van der
Schoot, terwyi tot medegeleider is bestemd
de 2de luit.-kwartierm. H. J. Van Veen.
Reuter seint uit Weenen van gisteravond:
In den namiddag bracht de keizer aan de
Nederlandsche Koninginnen een afscheids
bezoek in het hotel. De Koninginnen gaan
morgen naar Buda Pesth, om er de koningin
van Rumenië te ontmoeten, en keeren 's avonds
naar Weenen terug, om Vrydag naar Aussee
te vertrekken. De Koninginnen gebruikten het
déjeuner by de kroonprinses-weduwe Stéphanie,
waaraan tevens werd deelgenomen door de
aartshertogin Marie en prinses Elisabeth van
Waldeck Pyrmont.
In den namiddag wilden de prins-regent
van Beieren Luitpold en later de Beiersche
prinses Thórèse aan de Koninginnen in het
hotel Bristol een bezoek brengen. Aangezien
z(j HH. MM. niet aantroffen, lieten beiden
naamkaartjes achter.
Des namiddags begaven de Koninginnen
zich naar het paleis Modena, lieten naam
kaartjes achter voor de prinses, gemalin van
den prins-regent van Beieren en prinses
Thérèse.
De correspondent te Weenen van de „N. R.
C." meldt van II dezer:
„Heden was er dejeuner ter eere der Koning
innen in de Nederl. legatie waaraan behalve
door den gezant on diens echtgenoote werd
deelgenomen door de heeren en names var
het gevolg en door den Oostenrykschen minis
ter van buitenlandsche zaken en 's Keizer'
Obersthofmeister prins Liechtenstein. Reeós
vroeger waren door onzen gezant jhr. Vai
der Hoeven aan de Koninginnen do name.
der hier wonende Nederlanders opgegeven,
die by deze gelegenheid hunne hulde HH. MM.
wenschten te bewyzen.
„De Nederlandsche kolonie is hier zeer
klein, zoodat slechts acht personen zich voor
die audiëntie hadden aangemeld en wel enze
consul-generaal in Weenen, de consul in
Buda-Pesth, de vice-consul in Weenen, de
kapiteins C. Ludolph en J. P. Smeets, ge
detacheerd by de patrononfabriek in Pressburg,
de heeren Ph. Goldsmidt E. Thomas, G. Ihlo
en uw correspondent. Twee aan twee binnen
gelaten vertoefden wy eenige minuten by de
Koninginnen, die met hare gewone minzaam
heid eenige vragen tot ons richtten.
„Hoewel de audiëntie uitteraard kort was
was het ons allen een eer door onze jonge on
bevallige Koningin ontvangen te woroen.'
17 dezer vertrekt Z. D.H. mgr. P. Leyten,
bisschop van Breda, naar Rome, ten einde,
volgens oud gebruik, Z. H. Paus Leo XIII
te bezoeken. De bisschop zal worden verge
zeld door zyn secretaris en door den heer
A. Resemans, professor aan het seminarium
te Hoeven.
De heer A. Prakken, hoofd eener school
voor uitgebreid lager onderwys te Aalsmeer,
en al3 No. 1 op de voordracht voor hoofd
eener openbare schooi te Arnhem staande,
heeft zich voor laatstgenoemde betrekking
teruggetrokken.
Do heer F. Boerhave, veearts te Stap
horst, hsaft voor gelyke betrekking te Hengeloo
(Ov.) bedankt De Raad der gemeente Stap
horst heeft do toelage van den heer B. met
f 150 verhoogd.
Het stoomschip Java", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 13 Mei Dungenoss;
de „Werkendam", van Rotterdam naar Nieuw-
York, vertrok 13 Mei van Boulogne-sur-Mer;
de „Prins Hendrik", van Batavia naar Amster
dam, passeerde 12 Mei Kaap del Armi; de
„Gede", van Rotterdam naar Batavia, vertrok
12 Mei van Suez.
Jonkvrouw Denise.
-20)
i Hy begon zelfs te verlangen naar den dag,
Waarop Denise weer naar haar tante te
Toulon zou terugkoeren, want hy begreep,
dat het ongepast zou zyn, de gevoelens, die
hem ten opzichte van het jonge meisje be
zielden, te openbaren gedurende haar verbiyf
in de woning van zyn ouders. Met groot
verlangen zag hy den dag te gemoet, waarop
hy ~haar de vraag zou kunnen stellen, of zy
de £&yne wilde worden. Hy hield zich vast
overtuigd, dat die vraag toestemmend zou
•woiflon beantwoord.
KTevrouw De Védelles had er veel toe
hygodragen om Denise een levendige belang-
stelliag voor haar beide zoons in te boe
zemen. Zy sprak dikwyls met haar over
Jacques, over zyn goede hoedanigheden, zyn
talenten, die onder rechtsgeleerden algemeen
g waardeerd werden, maar ook over het
verlies van zyn geloof en over den ongeluk-
kigen geest van twyfel en ontkenning, die
'.hem ten opzichte van den godsdienst bezielde.
Wat George betrof, over hem bewaarde de
gravin tegenover het jonge meisje wel is waar
het stilzwygen, maar door den toon van haar
- etem, wanneer ze tot haar jong8ten zoon het
Zwoord richtte, door de onverholen minachting,
die de graaf ten opzichte van hem aan den
dag legde, door eenige uitdrukkingen, die ze
fan het dienstpersoneel had opgevangen, en
eindelijk door de zonderlinge gelaatsuitdruk
king en vreemde manier van doen van den
jonkman zeiven, was Denise tot de meening
gekomen, dat George inderdaad Diet wel by
het hoofd was. Toch bleef er altyd nog eenige
twijfel by haar over, en daarom zocht ze de
gelegenheid, eens bedaard met hem te spreken.
Hierdoor vermeerderde haar belangstelling
in den ongelukkigen jonkman en werd haar
eerste indruk ten opzichte van hem gewyzigd.
George was wel is waar met in staat een
geregeld gesprek te voeren, maar toch zei
by dikwyls dingen, die zeer oorspronkeiyk
waren, en maakte hy opmerkingen, die door
hun diepzinnigheid de verwondering van het
jonge meisje opwekteD. Meestal was hy ge
zeten in een hoek van de kamer, van waar
hy, zonder de opmerkzaamheid van de overige
huisgenooten te trekken, al de bewegiDgen
van Denise kon gadeslaan, maar nauwelyka
antwoordde hy op de vragen, die ze hem
stelde. Alleen dan, wanneer beiden toevallig
alleen waren, werd hy spraakzamer en dan
was zyn gejaagdheid dikwyia z66 groot,
dat hy soms de meest onsamenhangende
dingen zei.
Denise had groot medeiyden met den onge
lukkigen jonkman, want ze zag, datDiemand
van de huisgenooten hem begreep, maar toch
durfde ze dit onaangenaam onderwerp met
niemand aanroeren. Het was alsof allen een
8tilzwygende overeenkomst hadden gesloten,
om in haar tegenwoordigheid geen de minste
notitie van George te nemen en zelfs zyn
naam niet uit te spreken.
George scheen zich hierover niet in het
minst te bekommeren, en hy volgde rustig
zyn gewonen gang. Dikwyi3 ging hy dicht
by de canapé van zyn moeder zitten, stil en
afgetrokken. Alleen bemerkte men, dat hy
minder dikwyls het ka3teel verliet, en zeer
vaak op het terras bleef dwalen, van waar
by Denise in het salon kon zien arbeiden
aan kleeren voor arme huisgezinnen of aan
sieraden voor het altaar van de kleine kapel
van het kasteel. Wannter Denise het een of
ander aan de gravin voorlas, dan luisterde
hy oplettend.
De gravin begon nu spoedig in beterschap
toe te nemen, en niettegenstaande alles in
het werk gesteld werd om Denise te doen be
sluiten haar verbiyf op het kasteel nog wat
te verlengen, bepaalde ze toch den dag van
haar vertrek.
Maar ge zult ons toch zeker het genoegen
doen, om de plechtige inwyding van onze
kapel te komen by wonen?" vroeg de gravin.
Ik hoop het, mevrouw," luidde haar
antwoord, „maar ik zou het u toch onmo
gelijk vast kunnen beloven."
Toen het jonge meisje de oogen van haar
arbeid opsloeg, ontmoetten haar blikken die
van George, op wiens gelaat een droevige
uitdrukking te lezen stond, waardoor Denise
in het diepst van haar ziel werd getroffen.
Het was alsof hy haar wilde smeeken om
toch te biyven.
„O, beloof toch, dat u zult komen," zei
hy byna fluisterend. „Ik heb beloofd, te zullen
doen wat u mij zult verzoeken, wanneer u
ons belooft om by de inwyding van de kapel
tegenwoordig te zyn."
Dat was een vermetele belofte", zei
Denise glimlachend.
Misschien was het vermetel van my,
maar, wat er ook gebeuren moge, ik zal myn
belofte houden", antwoordde George droevig.
Denise dacht eenige oogenblikken na over
dit antwoord. Misschien zou deze belofte haar
gelegenheid geven, om in een of ander opzicht
een gunstigen invloed op den zonderlingen
jonkman uit te oefenon, en deze gelegenheid
wilde ze niet ongebruikt laten voorbygaau.
Welnu, ik zal komen als het my
eenigszins mogeiyk is", antwoordde ze vrooiyk.
Wanneer ge er deze voorwaarde by voegt,
dan heeft uw belofte geen groote waarde,"
zei mevrouw De Védelles lachend.
Zoudt u dan willen, dat ik iets onmo-
geiyk8 beloofde?" vroeg Denise.
Ja," zei George met ongewone leven
digheid, terwyi allen elkaar verbaasd aan
zagen. „Ik zou willen, dat u iets onmogelijks
beloofde."
Zou het dan niet onmogeiyk zyn, wan
neer ze my beminde?" zoo dacht hy by zich-
zelven.
Eindeiyk was do dag genaderd, waarop
Denise zou vertrekken. Voor de laatste maal
had ze voor den graaf een van zyn gelief
koosde liederen gezongen, en nu stond het
rytuig, dat haar naar Toulon zou terugbren
gen, al voor de deur te wachten.
Nadat Denise een harteiyk afscheid bad
genomen van de gravin, die haar nogmaals
voor hiar trouwe verpleging en onvermoeide
toewyding bedankte, stapte ze in het rytuig.
De heer De Védelles en zyn zoon Jacques
stonden voor het portier, maar George was
nergens te zien.
Waar blyft hy toch?" vroeg de graaf
ontevreden. „Is het hem nog te veel moeite^
jonkvrouw Denise te bedanken voor alles, wat
zy voor zyn moeder gedaan heeft?"
De paarden zetten zich in beweging, en
terwyi de graaf Denise vriendeiyk toewuifde,
dacht hy by zichzelven hoe gelukkig hy zich
zou gevoelen, wanneer hy haar nog eens als
zyn dochter zou mogen begroeten.
Intusschen had George zich naar de rots
begeven, die bygenaamd was: het „Suiker
brood," en van wier top hy nog langen tyd
het rytuig van Denise, te midden van stof
wolken, kon zien voortryden op den weg
naar Toulon.
Toen graaf De Védelles de onrust be
merkte, die op het gelaat van Jacques te
lezen stond, meende hy, dat eindeljjk het
oogenblik gekomen was, het stilzwygen te
verbreken over de zaak, die beiden ai zoo
lang op het hart lag. Hy lei de hand op
den schouder van den jonkman en vroeg:
Waaraan denkt ge toch, Jacques?"
Ik weet het waariyk zelf Diet, papa."
Maar ik weet het wel."
Inderdaad?"
Ja, ik weet het. Ge denkt aan haa^-,
die daareven vertrokken is."
Het is waar, tk kan het onmogeiyk
ontkennen."
Gy bewondert haaren ge hebt ge-
negeDheid vior baar opgevat."
Wordt vervolgd.)