N°. 114-13. IMnsclag 11 Mei. A0. 1897 ]r <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. CONCEHT. Leiden, 10 Mei. Feuilleton. Jonkvrouw Denisc. LEIDSCH DAGBLA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17j, Grootoi£ letters naar plaateruimte. Voor het incaseeeren buiten de etad wordt f 0.05 berekend. De afgifte der bewyzen van toegang werd één dag vertraagd, omdat de tekstboekjes niet gereed waren. Deze worden nu morgen,Dinsdag, tegelijk met de bewyzen van toegang, medegegeven. Offlciëele Kennisgevingen, De Burgemeester der gemeente Leiden, Gelet op art. 33, 2de alinea, der Kieswet; Brengt ter algemoene kennis, dat de beslissing op de ingediende vorzoeken om verbetering van do kiezerslijst voor den dienst 1897/98, op de secre- 1 tario dezer gemeente ter inzage is nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, ver krijgbaar is gesteld. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 8 Mei 1897. F. WAS. Door den gemeente-archivaris is B. enWs. tnedegedeeld, dat in het Archief aanwezig ia een kaart, blijkbaar in de tweede helft der 17de oeuw vervaardigd, waarschijnlijk door een kaartenmaker der Oost-Indische Compagnie, "welke kaart voor het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage een aanwinst zoude zijn, terwijl aldaar in het archief dor Oost Indische Compagnie, waaruit de kaart misschien wel afkomstig is, haar aangewezen plaats is. Da kaart heeft niet de minste betrekking tot Leiden, is van geen nut by onderzoek en heeft geene buitengewone waarde. Na ingewonnen advies van de Commissie van h9t Oud Archief, geven B. en Ws. den gemeenteraad, in overeenstemming met dit advies, in overweging hun te machtigen be doelde kaart af te staan aan genoemd Alge meen Rijksarchief. Den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede, dat de nieuwe politieposthuisjes aan de Haven en op het terrein van de Buitensocië teit „Amicitia" byna gereed zijn en binnen enkele weken in gebruik kunnen worden ge nomen. Alsdan zijn er, met inbegrip van de drie reeds bestaande, vyf posthuisjes, welke, Op of naby de oude grens gelegen, juist zyn geplaatst tusschen de oude en nieuwe posten of wyken en welke zoowel by dag als by nacht bezet zyn. Het zal wel geen betoog behoeven zeg gen B. en Ws. dat het belang van den dienst medebrengt, dat bedoelde posthuisjes 'met het Hoofd bureel van Politie in verbinding moeten staan, niet alleen met het oog op het '■verleenen van meerdere politiehulp, maar ook by het brengen van arrestanten in de post huizen by „Amicitia" en de Haven, waarvan oogeDblikkeiyk aan bet Hoofdbureel dient kennis te worden gegeven. De kosten van telephonische aansluiting be dragen f 35 per perceel, zoodat daarvoor be- Doodigd zal wezen een bedrag van f 175 per jaar. B. en Ws. geven mitsdien in overweging hun voor de telephonische aansluiting van de 5 politieposthuizen het noodige krediet te ver leenen, zullende later een voorstel worden ingediend tot verhooging, zoo noodig, van het betrekkeiyk artikel der begroting. Onder overlegging van een verzoek van den heer G. Van der Lee en negen andere bewoners van den Haarlemmerweg, deelen B. en Ws. mede, dat bun, na ingesteld onder zoek door de Commissie van Fabricage, is ge bleken, dat er inderdaad alleszins grond bestaat aan het verzoek van adressanten te voldoen om het voetpad achter de boomemtf op den Haarlemmerweg te bestraten en kolkloozin- gen te leggen naar de langs den weg gelegen sloot. De kosten van een en ander worden geraamd op f 600. Later zal een voorstel worden ingediend tot verhooging, zooveel noodig, van het betrekke iyk artikel der begrooting. Tevens deelen zy mede, dat dit werk niet in verband staat met het aanhangig plan in zake de uitvoering van werken in verband met de uitbreiding der gemeente, zoodat met de uitvoering van die bestrating niet behoeft te worden gewacht totdat bedoeld plan aan de orde komt. Na overleg met de Commissie van Fabri cage is B. en Ws. gebleken, dat geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van den hoer L. H. De Jongh omtrent dem ping van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, zoodat zy in overwegiDg geven lo. aan adressant, behoudens de rechten van derden, vergunning te verleenen om de sloot voor zyn te bouwen perceel langs den Hoogen Ryndyk, Sectie M No. 1111, te dempen over eene lengte van ongeveer 13 meter en deze dan te voorzien van een riool, wyd 0.40 X 0.60 meter, onder nader aangegeven voor waarden, en 2o. aan adr. den grond, verkregen door demping van het aan de gemeente Leiden toebehoorend gedeelte sloot, tot wederopzeg- gens in gebruik te geven tegen betaling van eene jaariyksche recognitie van 0.05 per C.A., onder bepaling, dat het terrein tot tuin moet worden ingericht en daarop geene gebouwtjes of getimmerten mogen worden geplaatst. Tot toelichting van de voorgestelde recog nitie zy medegedeeld, dat krachtens Raads besluit van 30 Januari 1896 voor gebruik van grond, niet vallende in de termen van het tarief van 21 Februari 1895, moet worden betaald ƒ0.05 'sjaars per centiare, wanneer de grond is verkregen door demping ofover- wulving van een gedeelte sloot of water voor rekening van de gebruikers en onder voor waarde, dat daarop niet mag worden gebouwd. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van don heer J. Van Raven, ge- pensionneerd kapitein-kwartiermeester 4de reg. inf., geven B. en Ws. in overweging aan adressant, wegens vertrek uit de gemeente met 1 Mei ji., terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor één kind, leerlinge van de Meisjesschool 2de klasse, en twee kinderen, leerlingen van de Leerschool, over de maanden Mei en Juni, tot een gezameniyk bedrag van f 6. Ten aanzien van een geiyk verzoek van mevrouw de weduwe P. A. J. Jeltes, geboren F. Van Daalen, geven B. en W». in over weging aan adressante, ook wegens vertrek uit de gemeente, met 1 Mei jl., terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor haar zoon Johan en voor haar pupil George Weyergang leerlingen van de Jongensschool 1ste klasse, over de maanden Mei en Juni, tot een ge zameniyk bedrag van f 20. Ingevolge art. 65 der Kieswet wordt by plaatselyke Verordening, waarvan afkondiging geschiedt, voor eik stemdistrict een geschikt stemlokaal aangewezen. Krachtens besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 20 Februari 1897, is voor de verkiezing van leden voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal het kiesdistrict Leiden verdeeld iD acht stemdistricten, als: stemdistrict I de wyken I en IVstemdistrict II de wyken II en XII; stemdistrict III de wyken III en XI; stemdistrict IV de wyk VII; stemdistrict V de wyk V, behalve de westzyde van de Beesten markt en de ten westen daarvan gelegen 8traten, te weten; Boerhaavestraat, Morsch- straat, Kort-Galgewater, Kruisstraat en Smids- eteeg, Narmstraat; stomdistrict VI de wyk VI; stemdistrict VII de wyken VIII en X; stemdistrict VIII de wyk IX, de westzyde van de Beestenmarkt en de ten westen daar van gelegen straten, vermeld by het vyfde stem district. B. en Ws. stellen den gemeenteraad alsnu voor te besluiten, dat de volgende lokalen worden aangewezen als stemlokaal: voor het stemdistrict I het Raadhuis; het stemdistrict II het schoollokaal in de Heerenstraat; het stemdistrict III het schoollokaal in de Gorte- straat (school 4de klasse No. 1); het stem district IV De Burg; het stemdistrict V het schoollokaal aan de Mare (school 3de klasse No. 3); het stemdistrict VI het schoollokaal aan de Van-der-Werf-straat (school 3de klasse No. 2); het stemdistrict VII de Bewaarschool aan de Groenesteeg; het stemdistrict VIII de timmerloods in de Stadstimmerwerf, wordende eene concept-verordening tevens ter vaststel ling aangeboden. Door den heer C. J. L. Van der Meer is verzocht een uitpad te mogen bekomen voor het door hem aangekocht terrein onder de gemeente Oegstgeest, Sbctio E No. 1237, naar den aan de gemeente Leiden toebe hoorenden Hoogervoortweg naby „Endegeest." Het door hem aangekocht terrein is be stemd voor bebouwing met villa's en daaraan is de naam gegeven van „Villapark." Oorspronkeiyk was door den heer Van der Meer voornoemd verzocht, ter verkryging van een uitpad ter plaatse, een dam te mogen leggen, doch, na een bespreking met het College van B. en Ws., is de voorkeur gegeven aan het leggen van een brug, waar voor thans een plan is ingediend, dat in de Leeskamer ter inzage van de Raadsleden is nedergelegd. Na ingesteld onderzoek door de Commissie van Fabricage is het B. en Ws. voorgekomen, dat tegen het ingediend plan geen bezwaar bestaat en dat de gevraagde vergunning onder de door de Commissie voornoemd voorgestelde voorwaarden kan worden verleend. B. en Ws. geven mitsdien in overweging aan O. J. L. Van der Meer, te Noordwyk, behoudens de rechten van derden, vergunning te verleenen tot het leggen van bedoelde brug, ter plaatse, op de teekening aangegeven, en t© besluiten tot het doen rooien van de aldaar staande boomen, onder voorwaarde, dat de brug eene wydte bekome van 4 meter tusschen de palen, alsmede eene breedte van 4 meter, terwyl de bovenkant van het zystuk niet booger mag komen dan het vcetpad daar ter plaatse, dat de brug voortdurend in goeden staat mo9t worden onderhouden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders, dat door adressant een bedrag van f 50 worde betaald tot goedmaking van de kosten van de planting van nieuwe boomen, ter vervanging V3n de boomen, die ten gevolge van het leggen van de brug moeten worden gerooid, en dat de brug 'niet mag worden gebruikt voor den aanvoer van bouwmaterialen naar bet bouwterrein van de te bouwen woningen, straten-aanleg, enz. onder verbeurte van eene boete van ten hoogste f 25 voor elko over treding. Deze laatste voorwaarde 6trekt tot voorkoming, dat de Hoogervoortweg beschadigd worde door het vervoer van materialen. Vermits de gemeente krachtens de overeen komst tot aankoop van „Endegesst" c. a. verplicht i3 een uitpad te verleenen op den Hoogervoortweg, wordt voorgesteld geene recognitie te heffen voor het hebben van de brug. By Koninkiyk besluit is aan dr. Jan Ten Brink, hoogleeraar aan de Ryks-universiteit te Leiden, opgedragen de Regeering te ver tegenwoordigen op het XXIVste Nederlandsch Taai- en Letterkundig Congres, in 1897 te Dordrecht te houden. De by het 4de reg. inf. benoemde kapt. P. W. Weber blyft te Leiden in garnizoen. De benoeming van dr. R. Sissingh, leeraar aan de Polytechnische School, tot lid der com missie, welke in 1897 i3 belast met het afnemen der examens B volgens art. 60 en C volgens de artt. 61 65 der wet van 2 Mei 1S63, op zyn verzoek, ingetrokken, en in zyn plaats tot lid dier commissie benoemd dr. H. A. Lorentz, hoogleeraar aan de Ryksuniversiteit te Leiden. In eene Vrydag te Emmen gehouden vergadering van de centrale liberale kiesver- eeniging „Drenthina" is met algemeene stem men, die door de afdeelingen werden uitge bracht, als definitief candidaat voor de Tweede Kamer in het district Emmen gesteld dr. P. H. Roes3ingh, te Leiden. By de Geref. Kerk te Enkhuizen is be roepen de heer J. H. Donner Jr., predikant te Nieuwdorp (Zeeland). De leden van de Eerste Kamer zyn bfieen- geroepen tegen Dinsdag 18 Mei a. a., des avonds te halfnegen. Luitenant generaal Karei Van der Heyden, commandant van bet Koninkiyk koloniaal militair invalidenhuis te Bronbeek, is te 's-Gra- venhage aangekomen in het „Hotel de Bellevue." De heer W. F. Leemans, inspecteur van den waterstaat, vertrok Zaterdag naar Heidel- berg in zyne hoedanigheid van Nederlandsch commissaris by de centrale commissie voor de Rynvaart. De 1ste luit.-adj. H. G. Fraser is benoemd tot loeraar op den cursus by het 6de reg. inf. en zulks ter vervanging van den tot kapt. benoemden lsten luitenant-adjudant H. M. A. Vigelius. Mgr. Tarnadji, Internuntius van den Heiligen Stoel te 's-Gravenhage, vertoefde van af Donderdag tot en met Zaterdag-namiddag te Nymegen en had zyn intrek genomen by den weleerw. heer deken Bronsgeest. Z.E. bezocht de verschillende pastorieën, het college der paters Domicicanen, hot St.-Canisius- gesticht, het St.-Annagesticht, het pensionaat in de Burchtstraat, de St.-Josephsschokn der broeders, de zustersscholen en het ziekenhuis op den Doddendaal. De verschillende in richtingen werden door Mgr. met ingenomen heid bezocht en droegen zyne hooge tevreden heid weg. Ook het gemeentehuis werd nog door den Internuntius bezichtigd. De verbouwing en uitbreiding van de Room8ch-Katbolieke kerk aan den Boscbkant te 's-Gravenhage, opgedragen aan en uitge voerd door den architect den heer W. B. Van Liefland, is voltooid. Zaterdag is het oude ge deelte van de kerk, met het nieuw aange bouwde deel, vereenigd, hetwelk hoofdzakelyk inneemt het terrein, waarop zich vroeger hut huis van de kanselary der Fransche legatie in de Casuariestraat bevond. In zyn nieuwe gedaante beeft het bedehuis een verheffendta aanblik. Om in den styi van het voorgedeelte te blyvon, is de bygetrokken ruimte omringd door witgepleisterde muren. Het gewelf, dat transept, koor en altaar overspant, is hoogc-r dan de bestaande koepel-overdekkiog en ver heft zich 25 M. boven den grond. Door de meerdere verkregen ruimte is gelegenheid ge geven om het aantal zitplaatsen met 400 uit te breiden. IJzer en steen waren de hoofd materialen voor de solide constructie, die, by een overzicht van het geheel, in het oog valt. By de inrichting van het nieuwe gedeelte is gestreefd naar het bieden van de meest mogelijke veiligheid, zoodat er niet minder dan vier uitgangen aan deze zyde van het gebouw zyn. De tribunes, de sacristie, het repetitielokaal boven zyn alle in blank eikenhout betimmerd, terwyl op de meest doelmatige wyze voor lucht en licht is gezorgd, zonder dat de kerk bezoekers aan tocht zyn blootgesteld. En al moge de uiteriyke bouworde van deze kerk geen verandering hebben ondergaan, door de inwendige verandering heeft zy veel gewonnen en mag zy gerekend worden tot de sieraden, die Den Haag op dit gebied der bouwkunst telt. Te Rotterdam zal met ingang van 1 Juni een afzonderiyk kantoor van buitengewoon zegel, uitgifte van plakzegels voor quitantiën en handelspapier en ontvangst van zegelrechten geopend worden. Sts.-Ct Men seint aan de „Tel." uit Den Haag: Voor een publiek van 2000 personen trad Zondagavond in den 's-Gravenhaagschen Die rentuin hot Amsterdam8che Opera-concertge zelschap, onder directie van den heer Maurice Hageman, op. Het gezelschap had een reus achtig succes. 16) Dat Is wel mogelyk", zei mevrouw De Brissac. „Denise is in alle opzichten zeer achterhoudend. By bet sterfbed van haar vader heeft ze hem, geloof ik, beloofd, om geen enkel besluit te zullen nemen, vóórdat er een zekere tyd zou zyn verloopen, en voor het oogenblik Bcbynt zo zich meer te interesseeron voor verschillende werken van liefdadigheid dan voor huwelijksaanzoeken." Het gesprek dwaalde nu af op andere onderwerpen, en spoedig kwam Denise thuis. Zy en de gravin De Védelles hadden elkaar altyd veel dingen te vertellen. Denise Dam een levendig aandeel aan het plan van de gravin, om een school op te richten in een dorp, dat op ongeveer een myl afstands ■van het kasteel was gelegen, en om van den bisschop de toestemming te verkrygen, dat aan de parochiekerk een kapelaan zou worden verbonden, om den reeds bejaarden pastoor zyn veelvuldige werkzaamheden eenigszinste verlichten, en om dagelyks de Heilige Mis te lezen in een kleine kapel, gelegen op de terreinen, die by het kasteel „La Pinède" behoorden. Denise had een bijzonder practischen zin, en daarom was ze onmisbaar voor de gravin, die by de uitvoering van al haar plannen haar toevlucht tot het jonge meisje nam. Ze beloofde de gravin, om in persoon ng$r den vicaris-generaal van het bisdom te zullen gaan, en om oen brief te zullen 6chryven aan de overste van een geestelyke Orde, tet wier roeping het behoorde, zich met hetonderwys te belasten in de armste en afgelegenste dorpen. Denise beloofde bovendien, om zelve aan de gravin het resultaat van haar bemoeiingen te komen mededeelen en met haar te beraad slagen over hetgeen verder te doen stond. O, kom toch vooral zelve by my," be sloot de gravin. „Als men een kwartier met elkaar praat, kan men meer afhandelen dan in veertig brieven." Nog waren beiden met groote levendigheid over die plannen aan het spreken, toen Jacques, die zyn moeder naar Toulon ver gezeld had en eenige bezoeken in de stad had afgelegd, haar kwam afhalen. De gravin stelde hem aan mevrouw De BriBsac voor, en de jonkman wist de oude dame al spoedig voor zich in te nemen. Hy gal haar ver schillende raadgevingen omtrent het beste voedsel voor haar geliefkoosd schoothondje, en door zyn aangename conversatie maakte hy den gunstigsten indruk. Toen Denise zyn voorkomendheid bemerkte, waagde ze het zelfs, hem te vragen, of hy geen recept wist voor een zieken bond, dien ze denzelfden morgen tevergeefs had trachten te genezen. Is het voor uw schoothondje, juffrouw?" vroeg Jacques op levendigen toon. „Zou ik het eens mogen zien?" Het is voor den hond van een armen blindeman, die aan de haven zit," zei Denise „De arme man is by na troosteloos. Ik wilde nameiyk met het dier naar den veearts gaan, maar de blindeman wil zyn metgezel geen enkel oogenblik missen. Ik heb hem daarom beloofd, hem iemand te zullen zenden, om te onderzoeken of het arme dier te ge nezen is." Als mama nog eenige minuten op my wil wachteD," zei Jacques, „dan ga ik dadeiyk de zaak onderzoeken. Ik ben goed op de hoogte van de veeartsenykunde. Te Valsec had ik my op dat punt een uitstekende reputatie verworven, en men beweerde, dat ik een nieuw middel had uitgevonden om paarden te genezen, niet waar, mama?" Ik meen my er ook iets van te herin neren, Jacques, en ik zal u met genoegen hier afwachten tot ge de opdracht van jonk vrouw Denise hebt vervuld." Jacques bleef ongeveer twintig minuten afwezig, en toen hy terugkwam, vertelde hy met groote levendigheid het resultaat van zyn bemoeiingen. Daar het geval hem te ernstig was toege schenen, om geheel op eigen gezag te han delen, had hy zich de woning van een vee arts laten aanwyzen en dezen had hy mee genomen naar het zieke dier. De veearts had een poeder voorgeschreven, dat met het voedsel van' den hond moest vermengd wor den, en toen had Jacques den blindeman een twintig-frank8-stuk gegeven, na hem op het hart gedrukt te hebben, de voorschriften van den veearts nauwkeurig op te volgen. Ik kan u verzekeren, jonkvrouw," zoo besloot Jacques, „dat de blindeman opge togen van vreugde was. Hy zei, dat als jonk vrouw Denise De la Pinède zich met iets bemoeide, de zaak altyd goed afliep, dat de veearts een zeer bekwaam man was en dat ik nog meer talent had dan hy." De hond zal nu wel spoedig genezen," zoo besloot Jacques zyn verhaal, „want nu kan zyn meester hem ten minste goed voedsel geven. Ik geloof, oprecht gesproken, dat gebrek aan voedsel de eenige ziekte van het dier was. "Wanneer u soms morgen laDgs den weg mocht komen, waar de blindeman altyd zit, dan zult u zelve zien, dat uw be schermeling weer gezond is." U zyt waariyk al te vriendeiyk geweest, mynheer De Védelles, om u zooveel moeite te geven," zei Deni3e. „Ik zal u altyd dank baar blyven." Met byzonder genoegen bemerkte de gravin de bewondering, die in de blikken van haar zoon te lezen stond, wanneer hy zyn oogen op Denise De la Pinède vestigde, en ook den vriendeiyken lach, waarmee het jonge meisje luisterde naar alles, wat hy wist te verhalen. Mevrouw Do Védelles zag al In haar verbeel ding een blyde toekomst, die het levensgeluk van haar zoon zou verzekeren. Het was alsof de Voorzienigheid al haar plannen op onverwachte wyze begunstigde, en daar de gravin van alle eigenbaatzucht geheel vry was, vergenoegde ze zich zelfs over het voor baar zelve zoo onaangenaam ongeval, dat haar plan in de hand 3cheea te werken. Toen de gravin De Védelles di^n -cnl naar het kasteel terugkeerde en vco y n herberg reed, waar een paard voo. '..11 k'-.i karretje stond gespannon, geraakte dit dier door het rytuig van de gravin zóó aan h-t schrikken, dat het daartegen aansprong en het deed omvalleD. Jacques en de koetsier kwamen er gelukkig ongedeerd af, maar mevrouw De Védelles werd aan het sleutel been gekwetst, terwyl bovendien een van haar armen werd gebroken. De ontsteltenis van haar echtgenoot en van haar kinderen was onbeschrijflijk, en hoeweL elk daaraan op verschillende wyzen uiting gaf, waren alien toch aan een groot verdriet ten prooi. De gravin De Védelles was, hoewel zo geen groot verstand of buitengewone hoedanig heden bezat, een byzonder goedhartige vrouvr, die door haar toewyding aan het geluk van haar huisgezin een band vormde, die allen nauw met elkaar vereenigde. Hoewel Z9 niet sterk van gezondheid was, was ze toch nooit ernstig ziek geweest, en toen haar echtgenoot en kinderen ernstige vrees voor haar leven moesten koestoren, begrepen zy opeens beter dan ooit te voren, welk een onherstelbaar verlies de dood van de brave vrouw voor hen allen zou zyn, en mot schrik zagen zy zulk een ramp te gemoet. De oude graaf scheen zyn bezinning te hebben verloren en onophoudelijk liep hy het vertrek, waar men zyn echtgenoote had neer- j gelegd, onrustig in en uit. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1