In de Koffiebaal
A. L. DE VLIEGER.
Zondagsrust.
Gemeubileerde Kamer,
Persoverzicht.
MENGELWERK.
Vervolg der Advcrtcntiën.
„VONDELHOVEN".
JOB. KHOON.
i
ij
A. COHUN,
Oude (Vlaiaga-Wijn,
zuivere Preanger-Koffie,
Firma J. HOEFFTCKE &Zn.,
foorliaudca KORSETTEN van af/1.75.
Bok fraaie Fransche Korsetten.
Örtliopedisclie RccMlioudcr,
BEUZESASER Co.,
Wegens opheffing der Zaak:
J. J. WIGKERING, Hoogl. Kerkgr. 30.
Inkoop
ali
A. BOAS,
Amstel 149, Amsterdam
Wy lezon ia De Tijd:
't Loopt do spuigaten alt. Te
zeggen, dat ons toon eel onder zedelijk
opzicht nogal iets te wenschenlaat,
is eenvoudig iets herhalen, dat sinds jaren
van algoraeene bekendheid mag worden ge
acht. In don lateren tyd echter heeft het
kwaad zooveel vorderingen gemaakt, wordt
zóó driest met allo moraliteit gebroken, dat
het zelfs hun, die anders niet op 'n kleinig
heid zien, te kras wordt, en stemmen van
protest beginnen op te gaan uit kringen,
welke allorminst van puriteinsche gestreng
heid zijn te verdenken. Zoogenaamde „ondeu
gendheden", fijn aangekleed® gemeenheden,
dat mag wel, en wie daarover valt, is, vol
gens de heerechende opinie in die kringeD,
een kwezelaar, want tooneelatukken van zuiver
zedelijke strekking, zonder een ietwat „pikant"
Bausje, zijn te saai, te brave Hendrik-achtig,
maar zokere grens mag niet overschreden,
niet Jan en alle man moot zoo dadelijk kun
nen voelen en tasten, dat bet in gemeen, de
geheele vertooning niets anders dan een spo-
culatie op de grofste zinnelijkheid is.
Ofschoon wij ook in andera liberale bladen
nu en dan een klaagtoontjo over onhebbelijk
voortwoekeren van het pikante genre hebben
opgevangen, was het vooral de heer J. H.
Róssing, die naar aanleiding van een paar
dezer dagen gespeelde stukken in liet Nieuws
van den Dag verontwaardigd te velde trok
èn tegen een directio, welke het waagde hot
publiek zulken ko3t voor te zetten, èn tegen
het publiek zelf, dat dien kost slikt niet
alleen, maar er zelfs een gozicht bij zet, hot
welk getuigt, dat het gemot.
En het is niet zoozeer het gewone volk,
het zijn riet de bezoekers der lagere rangen,
die vooral naar den schouwburg stroomen,
wanneer een sterk gepeperd stuk wordt ge
geven, neen, het zyn lieden uit gegoede
kringen, mannen en vrouwen en meisjes,
belaas, van beschaving, God betere 't
die do kas der theater-directie, welke
aldus haar „opvoedende" taak opneemt
stijven en haar tot telkens gewaagder ver
tooningen brongen. Daar zijo er onder, en
niet weinigen, die arbeiden aan de beschaving,
outwikkelmg en veredeling van het volk, die
ach en wee roepen over een ruw of plat
woord, dat op straat hun oor bereikt, over bet
onopgevoede, het gemeene van het volk, zoo
dat bier waarlik alle reden bestaat om hun
toe te roepen: „Geneesheer, genoes uzelven!
Begin met uzelven te herzien, met aan uw
oigon beschaving en veredeling te werken.
gij, die door uw betere opvoeding en moer-
dero ontwikkeling weet wat ge doet en du3
veel zwaarder verantwoordelijkheid draagt dan
wie in oen omgeving is opgegroeid, waar
de bloem van het zedelijk gevoel niet of
slechts met groote moiito tot ontwikkeliog
kan komen."
Aan wie de schuld, dat tooneelstukkon, dia
niet min of meer gepeperd zijn, niet meer
pakken, dus geen publiek trekken, gelijk
foeweerd wordt, en wy twijfelen er geen
oogenblik aan met het meeate recht?
lo. Aan do directies zeiven; 2o. aan de
tooneelrec'rnsenten.
Naar gelang er meer scbouwburgonder-
nemingon op hot getouw werden gezet en do
concurrentie dus voortdurend zwaarder werd,
is men van lieverlede uit drang tot zelf behoud
begonnen te offeren aan den verdorven smaak
der kleinere Parijsche theaters, en vond toen
steuD, zdo niet bij alle, dan toch zeker bij
de meeste recensenten. Hadden dezen dien
opkomenden trek bi) de directies onderdrukt,
hadden zjj niet met die directies als ware
het geheuld, door het gaan zien van dergelijke
stukken aan te bevolen, in plaats van het
te Ontraden, of althans er zoo wuinig irogeiyk
ophef van te maken, dit zou wellicht ten
gevolge hebben gehad, dat een paar directies
•waren geduikeld wat bij het vele op dit
gebied waarlijk niet zou hebben geschaad
maar de smaak van het publiek zou niet
stelselmatig zijn bedorven, zijn verhemtlto
zou niet. allengs zijn gehard geworden om
eindelijk ook den ongezondstcn kost te
kunnen vordragon, zonder walging in zich
te voelen.
't Gaat dus niet aan voor de directies, om
de volle schuld op het publiek over te dragen,
om haar handen in onschuld t9 wasschen
met te beweren„Het publiek wil r.u eenmaal
niets anders: geven wij goede, zedelijke
stukken, dan blijft het weg." Ware dit een
aannemelijk excuus, dan zouden bijv. oaders,
die hun kinderen verwend hebben en ten
slotte door hen worden getiranniseerd, even
veel recht hebben om zichzelven van schuld
vry te pleiten, en zou een dronkaard zijn
zoon kwalyk kunnen nemen, dat deze zijn
slecht voorbeeld volgt. Het tooneel is een
zedenschool zooals het ook nog in onzo
dagen nu en dan in een vlaag van waanzin
waagt zich te noemen óf een school van
onzedelijkheid. De leerlingen nu van een
school zijn niet verantwoordelijk voor hel geen
zij daar loeren, de algeheele verantwoordelijk
heid valt terug op den onderwijzer, in casu
op den directeur en degenen, bij wie hij
6teun heeft gevonden, de tooneelroconsenten.
Er is geen grens aan te geven hoe ver
men gemeen kan zijn en tevens „fatsoenlijk"
kan blijven. Men is óf gemeen, óf men is
het niet. Begint men met in het gemeene
genot te vinden, zij het dan ook in een be
haaglijk kleedje gestoken, geleidelijk zal men
ook in een minder behaaglijk kleed geen
aanstoot meer vinden, on weldra zal men
misschien verbaasd zijn over zichzelven, dat
men reeds zoo yer is afgegleden.
In een der bladen vonden wtf een bericht,
dat te Parijs de vergiftigde bron, waaraan
ons theater-bezoekend publiek zich laaft
aan de zoogenaamde cabarets artis-
t i q u e 8 'n mooie naam voor 'n leeiyk
ding! waar gezongen wordt, de aanzegging
is gezondeD, dat zij voortaan aan do censuur
zijn onderworpen, en de niet scrupuleuze
zedenmeester Francisque Sarcey schrijft in
Le Temps, dat hetgeen men in die inrichtin
gen te hooren en te zi9n krijgt inderdaad al
te "bar is. Nu de kanker het geheele gestel
heeft ondermijnd en het lichaam schier óén
afzichtelijke wonde ie geworden, wil men het
euvel tot staan brengen, dwazen, die zij
ztjn! En dat door een censuur, oen censuur
van lieden, dia niet aan de gemeenheid paal
on park willen stellen, omdat ztf dia uit be-
ginsel veroordeelon, maar za alleen pogen in
te dammen binnen de moeilyk aan te duiden
grens, waar de gemeenheid „gemeen" wordt.
Te Parijs zal die grens zeker niet te eng
wordon getrokken, en gaan W9 hier in Neder
land voort met by het moderne Babyion tor
school ts gaan, dan zullen W9 het weldra
in heidensche toestanden op het gebied van
onzedeiykheid niets toegeven. Kastydingc-n,
als door den heer Róssing werden toegediend,
werken reeds niets anders uit dan dat men
openlyk den draak met hem steekt en hem
voorstelt als een „heilig boootje." En het
zelfde blad, waarin hy zyn klacht liet hooren,
Het Nieuws van den Dag, neemt onder de
rubriek van 55 cents per regel een ophemeling
op van hetzelfde schunnige stuk, waartegen
hy terecht heeft getoornd!
Loflied.
Wjze: Staat op, staat op voor Jezus!
Komt, Cbii3t'nen, juicht te zameB,
Heft biyde een loflied aan,
Want Jezus, onzo Koning,
Is waariyk opgestaan!
Het graf kon Hem niet houden!
Ten spyt van satans macht,
Verrees Hy uit den doode,
En heeft zoo 't al volbracht I
Komt, laat ons vrooiyk zingen
Eon loflied, Hem gewyd,
En laat alom weerklinken,
Zyn macht en majesteit!
Roept uit langs heg en stogQD,
Tot elk, dat Jezus leeft.
Dat Hy, aan wie wil komen,
Het eeuwig leven geeftI
Komt, laat ons blijde volgen
In 't spoor, door Hem gögaan*
Bttreedt uw weg biymoedig,
Want J<jzus gaat vooraan!
Hy leeft, wy zullen leven
Met Hem, wat heeriyk loonl
Ons. die mot Hem verwinnen,
Wacht dan na 't kruis een kroon!
Kapte. v. Esveld.
Dit lied is door onzo zuster gemaakt, ter
wijl zy op haar ziekbed ligt, aldus lezen wo
het „Panschnummer" van De Strijdkreet,
officiè3l orgaan van het Lager des Htils, waar
aan bovenstaand lied is ontleend.
BI ensch en Dier#
In de „Rovu9 Scient fique" wordt naar aan
leid ng van Meuni r*8 hypothese omtrent do
w'ijze, waarop de hond huisdier is gtwordt n,
het volgt ndo wetenswaardige medegedeeld.
De vraag hoe ae mcnsch er toe gekomen
is dieren in 't algemeen te temmen en hoj
hem dit gelukt is, behoort ztker tot een der
belangrykste voor de geschiedenis der be
schaving.
Tamme dieren hebben voor ons nnts
vreemds. Zoodra wy in staat zyn verstande
lijk waar t9 nemen, zien wy ze als huisdieren
om ons heen; maar ze zyn afstammelingen
van di rsoorten, die eenmaal verwoede vijan
den van de wilde menschon mo.ten geweest
z'yn. Mtnschen en dieren waren öl'tegenstan
ders in den stryd om het bestaan, óf de
dieren, zoo zy weerloos waren, werdm altyd
vervolgd, en moesten dus vluchteD, wilden
zy ge^n slachtoffer worden.
Toch- zyn velen later motgezellen van elkaar
geworden en de m6nsch he3ft het groote nut
van dat samongaan ingezien. Hy werd door
de hulp van hond, paard, rund, enz. sterker
in den stijjd des levens, hy kon zich sneller
bewegen, hy kon het dier zyn arbeid laten doen.
Hoe heeft die overgang van vyandscbapin
vriendschap zich toegedragen?
Do geschiedenis of vóórgeschiedenis leert
daaromtrent niets, overleveringen bewegen
zich op het gebied der sagen. Vc-rgelykingen
met stammen, die nu nog wild zyn, kunnen
nauwelijks gemaakt worden. Maken dezen geen
gebruik van getemde diereD, dan zou het
waarnemen, tot dit wellicht eenmaal mocht
gobeuron, ondoenlyk z^jnterwyl vragen daar
omtrent hen op het idee zou brengen.
Zeker behoort het temmen tot een van de
eerste verstandsuitingen van den oermensch,
evenals het aanhouden van vuur; en op
zichzelven heelwat merkwaardiger dan de
grootste vindingen van lateren tyd. Want
het moet reeds gebeurd zyn toen de mensch
pas begon met zyne ervaringen te overwegen,
gevolgtrekkingen te maken, nut te trekken
uit hetgeen om hem voorviel.
Wat ons zeer eenvoudig toescbynt was
het nog niet voor onze oervaderen; in
tegendeel
Hoe zyn ze op het denkbeeld gekomen de
eigenschappen der dieren ten eigen bate aan
te wenden; waarom uit velen slechts enkele
soorten getemdhoe wisten zy, dat er voort
durend voordeel te behalen was van tamme
dieren?
Zy wisten van dat alles niets, en hebben
er zeker nooit by gedacht.
Meunier heeft getracht om een idee te geven
hoe bet dan toch tot stand is gekomen't is
alles, meent hy, oen gevolg van verschillende
oorzaken; 't is alles vanzelf gegaan en wel
door vrywillige samenwerking uit eigenbelang.
Èn mensch èn dier hebben de ondervinding
opgedaan, dat het in beider voordeel was
elkaar te helpen, voorloopig zeker alleen by
het zoeken van voedsel. Het temmen ont
sproot uit eene stilzwijgende overeenkomst.
En zulk eene samenwerking is niet uit de
lucht gegrepen. Er zyn tal van voorbeelden
aan te wyzen.
In Zuid-Afrika zyn de inboorlingen en de
koekoeken groote liefhebbers van honing en
vsn de larven en eieren der byen. Sporen
de vogels gemakkelijk de plaats op, waar
deze insecten hunne nesten hebben gebouwd,
de Hottentotten kunnen ze te voorschyn
halen en openbreken, en hebbon deze laatsttn
genomen wat ze gebruiken kunnen, dan blijft
er nog overvloed voor de eersten over; en
zoo gebeurt het, dat de inboorlingen letten
op de aanwezigheid der koekoeken als zy
boning gaan zoeken cn dóze bun don weg
wyzen naar de vindplaatsen.
Mensch en dier begrypen elkaar zoo goed,
dat de vogels eigenaardige kreten doen hoann
en wachten om voort te \Ü9gen, lot zy ceo
2acht fiuicc-n tot antwoord hebben vernomen
van de menschen.
Esn ander geval wyst op overeenkomstige
samenwerking. II. t meer Paliageroi in Lapland
wordt des zomers door visschers bezoebt,
die zich op het eiland Kintasari hutten bouwen
en van daar uit op de viscb vangst gaan. Als
het begint te dagen, zyn de hutten door
duizenden zsezwalnwen omringd.
Gaan de visschers in hunne bcoten ter
vangst, dan vlieden zy hun vooruit, om daar,
waar zieh een school visschen bavin-1, in de
lucht te blijven fladderen, terwijl zrj op
bijzonders wy'ze schreeuwen. Da visschers,
zeker van een goede vangst, werp-n hunne
netten op die plaats uit. De kleine visschen,
welke opgehaald wordon, krygen de zwaluwen,
die niet verder gevlogen zijn, maar geduldig
hebben zitt n wachten op het tuig der schepen.
En zulke voort oelden kunnen nog in giocten
get la worden aangeh.ial
Mensch en öi r merkt op, begrijpt, over
weegt en ziet langzamerhand in, boe uit
bepaalde, zich stee s herhalende handelingen
van beiie zyien, voordeel t3 putton is. Het
samenwerken wordt eens gewoonte en wis
da-rby het me?st o twikkeld is, haeft er ten
slotte het meeste nut van.
Met genoemde feiten voor ocgen en een
on ander overwegende, hee't Meunier zich
afgevraagd of 't ook nitt zóó kon gegaan
zyn by 't onderwerpen van don bond aan den
mensch.
Eens medodeeling van den zendeling Moffat
kwam zyne ov rweging versterk©.]. Daze zag,
in Zuid-Afrika zyr.ee, een antiloop vervolgd
worden door wilde bonten. Hy greep zyn
gewoer om op deze laatst-n te schieten;
maar de inboorlingen verzochten hem dringend
het niet te doen. Da hor.den zouden wellicht
bang worden en zich niet meer in hunne
natyiieid durven wagon. In dat geval zou
het bun Diet gemakkelijk zyn wild machiig
te worden. Het gebeurde hun zoo vaak, dat
zy antilopen vonden, reeds door de honden
gedood, of zoo afgemat, d-t zy zonder moeite
overmeesterd kondon worden. De honden
voorzagen hen dus van voedsel.
Door dorgelyke gevallen kan de eerste toe
nadering hebben plaats gevonden tusschen
mensch en hond, en we' in een tyd, waarin
beidon geen andere middeie- hadden om zich
voedsel te verschaffen. Beiden leefden van de
jacht en ontmoetten elkaar vaak op hetzelfde
terr in. Zy betwistten elkaar de prooi, stonden
als vyand tegenover elkaar. Da mensch, ver
standiger, en wellicht voorzien van primitieve
wapenan, dead den hond wyken. Toch zal de
hond, zolf hongerig, niet ver weg gevlucht zyn,
maar het beter gevonden hebben te wachten
in de nabyheid en zich vergast hebben aan
hetgeen de mensch als onbruikbaar achterliet.
Het eerste gevoel van vijandschap moest
daardoor dus verminderen. De hond zag den
mensch dikwyls en verbond aan zyne aan
wezigheid h9t aangename denkbeeld van ge
stilden honger, waaraan voldaan kon worden
zonder gevaar of lichamelyk letsel te duchten.
De goede indrukken wérden sterker en in stede
van te vluchten, bloven de honden in do nabij
heid, volgden de menschen ter jacht en bielpen
hun het opgejaagde wild vermoeien en tegen
houden. De mensch, die dit opmerkte, heeft
by het slachten stukken vleesch aan zyne
helpers toegeworpen uit welwillendheid en
dankbaarheid, want hy moet spoedig hobben
begrepen, hoe de snelheid van beweging, de
speurzin en de slimheid zyner metgezellen
hem te pas kwamen. De mensch zal hen dan
ook, waar noo ig, tot zich gelokt en tegen
het wild opgehitst hebben. De wilde hond,
eerst vyand, daarna bedelaar, werd ten slotte
vriend.
De aard van het dier heeft natuurlyk het
zyne tot die toenadering bygedragen: niet al
te schuw, nieuwsgierig, slim, brutaal, is hy
den mensch te gemoet gekomen. Eenmaal den
mensch vertrouwende, is uit die toenadering
groote vriendschap gesproten. "Wat tot deze
gehechtheid en trouw voel moet hebben by
gedragen, is de groote gevoeligheid van den
hond voor strooien.
By geen diersoort brengt het aaien zulk
een genot teweeg als blykbaar het geral is
by 't honden- en kattengeslacht. Zoowel in
wilden als in tammen staat zyn zo er dol op
en het wordt eene behoefte gestreeld te wor
den. Cuvier o. a. deelt verschillende gevallen
mede van die gevoeligheid. Hy nam waar, dat
het veroorzaakte genot eene wolvin deed
flauwvallen en by een vos stuipen veroor
zaakte.
De hypothese van Meunier is mooi, eenvou
dig en aannemelyk en heeft vooral waarde,
omdat zy geen goweld pleegt tegen de opvat
tingen omtrent het weinig ontwikkelde ver
stand der oermenscben. Alles wat door hen
werd tot stand gebracht, was niet een gevolg
van vooropgezette redeneeringen, maar van
onmerkbare, langzaam werkende oorzaken.
Schouwburglokaal Café-Restaurant
TJitstekenie gelegenheid voor Comedic-
vooistcliiogeB, Ifah cn Bruiloften, naar
verkiezing Groote of Kleine Zaal to huur.
Goede Consumptie en nette Bediening.
De oodergeteekende boveelt zich bjj het
geachto Publiek ten zeerste aan.
3113 12
De onlergeteekendo he9ft de eer te be
richten, dat by van af heden te lioelof-
Areadss-ecn eene
HEEFT GEOPEND.
Hy bave-lt zich bsle9fdeiyk aan voor eene
uitgebreide clienteele, terwijl hy hoopt, door
eene nette, soli io en goedkoop© bediening,
zich ieders vertrouwen waardig te maken.
Winkeliers en wederverkoopers ge
nieten rulni rabat. 8176 16
Roelof Arbndsvefn, 17 April 1897.
van r'o firma Ad. De Torres y H03., te Malaga.
Analyse van Dr. H. J. Taverne, te Leiden,
per maath. flesch fl,— 3453 10
J. A. G. PROOT ZOON,
WIJNHANDELAARS—HOFLEVERANCIERS,
Kantoor: Bloogl. Kerkgr. 13-15.
brandt men dagelijks op Duitsche
wijze: 389 12
uitmuntende door geur en smaak,
Prijs per 6 ons <20 Cents.
VERKOUW STOKUUYZEN.
NIEUWE RIJN 47.
firma A. A. RENSINK,
BREESTRAAT 133, LEIDEN.
8614 14
in site formaten
RUIM VOORHANDEN.
Illopot van Let Nederl. Bijb:I Gen.l
^Wat^
is de beste inw lij ving tcgeu Jicht,
Rheumatiek, Lendenpijnen, kor
tom tegen pijnen van allerlei aard?
Anker-Pain-Expeller.
ÏMnf is met het beste succes
BB dl aan te wenden tegen Kies
pijn, Hoofdpijn en Verkoudheid?
Auker-Pain-Expeller.
moot dus steeds in ieder
DBul huisgezin voorhanden wor
den gehouden?
Anker-Pain-Expeller.
Prijs 50 c., 75 c. en 1.25 dc
flosch. Voorhanden in dc meeste Apo
theken en bij F. AD. RICHTER Co. te
Rotterdam. Tc Amsterdam bijUloth,
Cléban cn v. Tuyll.
s-
g
JU -
R®
fa <3 - J
«SS
a
H r? t-1
as E-1
a
XJ
- ofa
-o -d cn
•pf Cd «d
w
CO G
n-t
«2,'co
tD -o
wC s-H w
W lH
M O O
3 s s
3
a® s
Lta
o af
.„co 03
•2 W
<n S
u LD 3
Cz3
smS
Breestraat 94, Leiden.
Instrumentmakers van het Zieken
huis der Rijks-Universiteit.
i Bcenbengels,
""~'J llren I; handen,
Buikgordels,
ElastielceKoasen,
Kuickajipen,
Korsetten op
mant,
die borst en maag
vrijlaten en geene
onaangename druk
king veroorzaken,en
rechthoudende
Korsetten (ook
'voor Kinderen), die
de verkromming
tegenhouden.
808 26
door HI-I. Doctoren aanbevolen,
voorkomt het voor.
over loopen en
ronde ruggen bij
Kinderen en Vol-1
wassenen, ver
sterkt de longen en,
verruimt de borst
Ba 10 jaar.
10,12
12,14
14 a 15 jaar,1
Dames.
Heeren.
ƒ3.50.
f9.-.
Franco na onto, van postui.
13. VISCHMARKT. 13.
2326 21
Nog slechts B4 dagen F1RALI3 FET-
YË3&K1E4EP van Stoflfec, Zijde, Mant,
Flaw, en alle soorten Garnecrlng. Voor
Moöisten 20 pCt. beneden Factuursprys.
3015 8
Tesselscha.de."
Op het Depót Steenschuar B worJea
Bestellingen aangenomen op Kaal-, Brei-,
Maak-, Borduur- en in 't algemeen op
allo Vrouwelijke Handwerken van
nut en ssuaak, terwijl een en ander met
zorg en zoo mogelyk spoedig wordt afge
leverd. 2225 9
Voor een bodaard Jongmensch, thans Spoor
student, wordt in of om Leiden e6ne
met Slaapvertrek en Pension gevraagd.
Fr. Br. met opgave van conditiën Lett. Ij N
Centr. Adv.-Bur. GEBR. BELINFANTE, Wa-
gonstr. 100, 's-Gravenhage. 3185 8
j van oud Goud en Zilver tegen f
de hoogste waarde
bij 914 12 J
F. WESSEL,
Haarlemmerstraat 118, rocht
over de Donkersteeg.
JANSEN TILANUS, Friezenveen.
^AR60!$
Gedeponeerd Fabriekmerk 2327 2.'
VERKRIJGBAAR BIJ
Beuzemaher<& Co.%
15. VISCHMARKT 15.
De Scheikundig inlvere Mefanlvrye
Melksuiker 1789 17
(VOOR KINDERVOEDING.)
Gomcrkt:
r.cmonee, ls «rkrugbaar
bij L. A. Verhoef
m 51! ,i vfëe Steenstraat, J. K
Emeis,Koorsteeg
G. Bergman, Doe-
zastraat 6, Affour
tit Co., Hooge
woerJ, J. P. Fon
tein, Haven 34.
J. A. Eigeman.
Haarlemmerstraat, J. W. H. Rotteveel, Bree
straat Elke Bus is voorzien van den Con
trolestempel van Dr. G. IHOKDIUS BOL
DING en Dr. J. Ii. VAN DER UEIBE
Kon. Chlr. Pedicure,
Opv. v. Prof. A. VAN CUE VELD, Hof-Pédicure,
zal a. 9. Woensdag de Abonncs bezoeken.
Te consultceren of te ontbieden van IO
tot 1 uur, in het Hotel „Keredng." 323 12
ANTISEPTISCHE BEHANDELING
van Nïngcls en Likdoorns pijnloos.
Vervolgens om den anderen Woensdag.
Indien Gij voor Zondag nog huis
houdelijke benoodigdheden hebt in
te koopen, wilt dit dan nog hedeu-,
Zaterdag-avond, doen.
Waartoe 7.oudt Gij, geheel noode-
loos, de Zondagsrust van anderen
storen!