In de Koffiebaal A. L. DE VLIEGER. Zondagsrust. Gemeubileerde Kamer, Persoverzicht. MENGELWERK. Vervolg der Advcrtcntiën. „VONDELHOVEN". JOB. KHOON. i ij A. COHUN, Oude (Vlaiaga-Wijn, zuivere Preanger-Koffie, Firma J. HOEFFTCKE &Zn., foorliaudca KORSETTEN van af/1.75. Bok fraaie Fransche Korsetten. Örtliopedisclie RccMlioudcr, BEUZESASER Co., Wegens opheffing der Zaak: J. J. WIGKERING, Hoogl. Kerkgr. 30. Inkoop ali A. BOAS, Amstel 149, Amsterdam Wy lezon ia De Tijd: 't Loopt do spuigaten alt. Te zeggen, dat ons toon eel onder zedelijk opzicht nogal iets te wenschenlaat, is eenvoudig iets herhalen, dat sinds jaren van algoraeene bekendheid mag worden ge acht. In don lateren tyd echter heeft het kwaad zooveel vorderingen gemaakt, wordt zóó driest met allo moraliteit gebroken, dat het zelfs hun, die anders niet op 'n kleinig heid zien, te kras wordt, en stemmen van protest beginnen op te gaan uit kringen, welke allorminst van puriteinsche gestreng heid zijn te verdenken. Zoogenaamde „ondeu gendheden", fijn aangekleed® gemeenheden, dat mag wel, en wie daarover valt, is, vol gens de heerechende opinie in die kringeD, een kwezelaar, want tooneelatukken van zuiver zedelijke strekking, zonder een ietwat „pikant" Bausje, zijn te saai, te brave Hendrik-achtig, maar zokere grens mag niet overschreden, niet Jan en alle man moot zoo dadelijk kun nen voelen en tasten, dat bet in gemeen, de geheele vertooning niets anders dan een spo- culatie op de grofste zinnelijkheid is. Ofschoon wij ook in andera liberale bladen nu en dan een klaagtoontjo over onhebbelijk voortwoekeren van het pikante genre hebben opgevangen, was het vooral de heer J. H. Róssing, die naar aanleiding van een paar dezer dagen gespeelde stukken in liet Nieuws van den Dag verontwaardigd te velde trok èn tegen een directio, welke het waagde hot publiek zulken ko3t voor te zetten, èn tegen het publiek zelf, dat dien kost slikt niet alleen, maar er zelfs een gozicht bij zet, hot welk getuigt, dat het gemot. En het is niet zoozeer het gewone volk, het zijn riet de bezoekers der lagere rangen, die vooral naar den schouwburg stroomen, wanneer een sterk gepeperd stuk wordt ge geven, neen, het zyn lieden uit gegoede kringen, mannen en vrouwen en meisjes, belaas, van beschaving, God betere 't die do kas der theater-directie, welke aldus haar „opvoedende" taak opneemt stijven en haar tot telkens gewaagder ver tooningen brongen. Daar zijo er onder, en niet weinigen, die arbeiden aan de beschaving, outwikkelmg en veredeling van het volk, die ach en wee roepen over een ruw of plat woord, dat op straat hun oor bereikt, over bet onopgevoede, het gemeene van het volk, zoo dat bier waarlik alle reden bestaat om hun toe te roepen: „Geneesheer, genoes uzelven! Begin met uzelven te herzien, met aan uw oigon beschaving en veredeling te werken. gij, die door uw betere opvoeding en moer- dero ontwikkeling weet wat ge doet en du3 veel zwaarder verantwoordelijkheid draagt dan wie in oen omgeving is opgegroeid, waar de bloem van het zedelijk gevoel niet of slechts met groote moiito tot ontwikkeliog kan komen." Aan wie de schuld, dat tooneelstukkon, dia niet min of meer gepeperd zijn, niet meer pakken, dus geen publiek trekken, gelijk foeweerd wordt, en wy twijfelen er geen oogenblik aan met het meeate recht? lo. Aan do directies zeiven; 2o. aan de tooneelrec'rnsenten. Naar gelang er meer scbouwburgonder- nemingon op hot getouw werden gezet en do concurrentie dus voortdurend zwaarder werd, is men van lieverlede uit drang tot zelf behoud begonnen te offeren aan den verdorven smaak der kleinere Parijsche theaters, en vond toen steuD, zdo niet bij alle, dan toch zeker bij de meeste recensenten. Hadden dezen dien opkomenden trek bi) de directies onderdrukt, hadden zjj niet met die directies als ware het geheuld, door het gaan zien van dergelijke stukken aan te bevolen, in plaats van het te Ontraden, of althans er zoo wuinig irogeiyk ophef van te maken, dit zou wellicht ten gevolge hebben gehad, dat een paar directies •waren geduikeld wat bij het vele op dit gebied waarlijk niet zou hebben geschaad maar de smaak van het publiek zou niet stelselmatig zijn bedorven, zijn verhemtlto zou niet. allengs zijn gehard geworden om eindelijk ook den ongezondstcn kost te kunnen vordragon, zonder walging in zich te voelen. 't Gaat dus niet aan voor de directies, om de volle schuld op het publiek over te dragen, om haar handen in onschuld t9 wasschen met te beweren„Het publiek wil r.u eenmaal niets anders: geven wij goede, zedelijke stukken, dan blijft het weg." Ware dit een aannemelijk excuus, dan zouden bijv. oaders, die hun kinderen verwend hebben en ten slotte door hen worden getiranniseerd, even veel recht hebben om zichzelven van schuld vry te pleiten, en zou een dronkaard zijn zoon kwalyk kunnen nemen, dat deze zijn slecht voorbeeld volgt. Het tooneel is een zedenschool zooals het ook nog in onzo dagen nu en dan in een vlaag van waanzin waagt zich te noemen óf een school van onzedelijkheid. De leerlingen nu van een school zijn niet verantwoordelijk voor hel geen zij daar loeren, de algeheele verantwoordelijk heid valt terug op den onderwijzer, in casu op den directeur en degenen, bij wie hij 6teun heeft gevonden, de tooneelroconsenten. Er is geen grens aan te geven hoe ver men gemeen kan zijn en tevens „fatsoenlijk" kan blijven. Men is óf gemeen, óf men is het niet. Begint men met in het gemeene genot te vinden, zij het dan ook in een be haaglijk kleedje gestoken, geleidelijk zal men ook in een minder behaaglijk kleed geen aanstoot meer vinden, on weldra zal men misschien verbaasd zijn over zichzelven, dat men reeds zoo yer is afgegleden. In een der bladen vonden wtf een bericht, dat te Parijs de vergiftigde bron, waaraan ons theater-bezoekend publiek zich laaft aan de zoogenaamde cabarets artis- t i q u e 8 'n mooie naam voor 'n leeiyk ding! waar gezongen wordt, de aanzegging is gezondeD, dat zij voortaan aan do censuur zijn onderworpen, en de niet scrupuleuze zedenmeester Francisque Sarcey schrijft in Le Temps, dat hetgeen men in die inrichtin gen te hooren en te zi9n krijgt inderdaad al te "bar is. Nu de kanker het geheele gestel heeft ondermijnd en het lichaam schier óén afzichtelijke wonde ie geworden, wil men het euvel tot staan brengen, dwazen, die zij ztjn! En dat door een censuur, oen censuur van lieden, dia niet aan de gemeenheid paal on park willen stellen, omdat ztf dia uit be- ginsel veroordeelon, maar za alleen pogen in te dammen binnen de moeilyk aan te duiden grens, waar de gemeenheid „gemeen" wordt. Te Parijs zal die grens zeker niet te eng wordon getrokken, en gaan W9 hier in Neder land voort met by het moderne Babyion tor school ts gaan, dan zullen W9 het weldra in heidensche toestanden op het gebied van onzedeiykheid niets toegeven. Kastydingc-n, als door den heer Róssing werden toegediend, werken reeds niets anders uit dan dat men openlyk den draak met hem steekt en hem voorstelt als een „heilig boootje." En het zelfde blad, waarin hy zyn klacht liet hooren, Het Nieuws van den Dag, neemt onder de rubriek van 55 cents per regel een ophemeling op van hetzelfde schunnige stuk, waartegen hy terecht heeft getoornd! Loflied. Wjze: Staat op, staat op voor Jezus! Komt, Cbii3t'nen, juicht te zameB, Heft biyde een loflied aan, Want Jezus, onzo Koning, Is waariyk opgestaan! Het graf kon Hem niet houden! Ten spyt van satans macht, Verrees Hy uit den doode, En heeft zoo 't al volbracht I Komt, laat ons vrooiyk zingen Eon loflied, Hem gewyd, En laat alom weerklinken, Zyn macht en majesteit! Roept uit langs heg en stogQD, Tot elk, dat Jezus leeft. Dat Hy, aan wie wil komen, Het eeuwig leven geeftI Komt, laat ons blijde volgen In 't spoor, door Hem gögaan* Bttreedt uw weg biymoedig, Want J<jzus gaat vooraan! Hy leeft, wy zullen leven Met Hem, wat heeriyk loonl Ons. die mot Hem verwinnen, Wacht dan na 't kruis een kroon! Kapte. v. Esveld. Dit lied is door onzo zuster gemaakt, ter wijl zy op haar ziekbed ligt, aldus lezen wo het „Panschnummer" van De Strijdkreet, officiè3l orgaan van het Lager des Htils, waar aan bovenstaand lied is ontleend. BI ensch en Dier# In de „Rovu9 Scient fique" wordt naar aan leid ng van Meuni r*8 hypothese omtrent do w'ijze, waarop de hond huisdier is gtwordt n, het volgt ndo wetenswaardige medegedeeld. De vraag hoe ae mcnsch er toe gekomen is dieren in 't algemeen te temmen en hoj hem dit gelukt is, behoort ztker tot een der belangrykste voor de geschiedenis der be schaving. Tamme dieren hebben voor ons nnts vreemds. Zoodra wy in staat zyn verstande lijk waar t9 nemen, zien wy ze als huisdieren om ons heen; maar ze zyn afstammelingen van di rsoorten, die eenmaal verwoede vijan den van de wilde menschon mo.ten geweest z'yn. Mtnschen en dieren waren öl'tegenstan ders in den stryd om het bestaan, óf de dieren, zoo zy weerloos waren, werdm altyd vervolgd, en moesten dus vluchteD, wilden zy ge^n slachtoffer worden. Toch- zyn velen later motgezellen van elkaar geworden en de m6nsch he3ft het groote nut van dat samongaan ingezien. Hy werd door de hulp van hond, paard, rund, enz. sterker in den stijjd des levens, hy kon zich sneller bewegen, hy kon het dier zyn arbeid laten doen. Hoe heeft die overgang van vyandscbapin vriendschap zich toegedragen? Do geschiedenis of vóórgeschiedenis leert daaromtrent niets, overleveringen bewegen zich op het gebied der sagen. Vc-rgelykingen met stammen, die nu nog wild zyn, kunnen nauwelijks gemaakt worden. Maken dezen geen gebruik van getemde diereD, dan zou het waarnemen, tot dit wellicht eenmaal mocht gobeuron, ondoenlyk z^jnterwyl vragen daar omtrent hen op het idee zou brengen. Zeker behoort het temmen tot een van de eerste verstandsuitingen van den oermensch, evenals het aanhouden van vuur; en op zichzelven heelwat merkwaardiger dan de grootste vindingen van lateren tyd. Want het moet reeds gebeurd zyn toen de mensch pas begon met zyne ervaringen te overwegen, gevolgtrekkingen te maken, nut te trekken uit hetgeen om hem voorviel. Wat ons zeer eenvoudig toescbynt was het nog niet voor onze oervaderen; in tegendeel Hoe zyn ze op het denkbeeld gekomen de eigenschappen der dieren ten eigen bate aan te wenden; waarom uit velen slechts enkele soorten getemdhoe wisten zy, dat er voort durend voordeel te behalen was van tamme dieren? Zy wisten van dat alles niets, en hebben er zeker nooit by gedacht. Meunier heeft getracht om een idee te geven hoe bet dan toch tot stand is gekomen't is alles, meent hy, oen gevolg van verschillende oorzaken; 't is alles vanzelf gegaan en wel door vrywillige samenwerking uit eigenbelang. Èn mensch èn dier hebben de ondervinding opgedaan, dat het in beider voordeel was elkaar te helpen, voorloopig zeker alleen by het zoeken van voedsel. Het temmen ont sproot uit eene stilzwijgende overeenkomst. En zulk eene samenwerking is niet uit de lucht gegrepen. Er zyn tal van voorbeelden aan te wyzen. In Zuid-Afrika zyn de inboorlingen en de koekoeken groote liefhebbers van honing en vsn de larven en eieren der byen. Sporen de vogels gemakkelijk de plaats op, waar deze insecten hunne nesten hebben gebouwd, de Hottentotten kunnen ze te voorschyn halen en openbreken, en hebbon deze laatsttn genomen wat ze gebruiken kunnen, dan blijft er nog overvloed voor de eersten over; en zoo gebeurt het, dat de inboorlingen letten op de aanwezigheid der koekoeken als zy boning gaan zoeken cn dóze bun don weg wyzen naar de vindplaatsen. Mensch en dier begrypen elkaar zoo goed, dat de vogels eigenaardige kreten doen hoann en wachten om voort te \Ü9gen, lot zy ceo 2acht fiuicc-n tot antwoord hebben vernomen van de menschen. Esn ander geval wyst op overeenkomstige samenwerking. II. t meer Paliageroi in Lapland wordt des zomers door visschers bezoebt, die zich op het eiland Kintasari hutten bouwen en van daar uit op de viscb vangst gaan. Als het begint te dagen, zyn de hutten door duizenden zsezwalnwen omringd. Gaan de visschers in hunne bcoten ter vangst, dan vlieden zy hun vooruit, om daar, waar zieh een school visschen bavin-1, in de lucht te blijven fladderen, terwijl zrj op bijzonders wy'ze schreeuwen. Da visschers, zeker van een goede vangst, werp-n hunne netten op die plaats uit. De kleine visschen, welke opgehaald wordon, krygen de zwaluwen, die niet verder gevlogen zijn, maar geduldig hebben zitt n wachten op het tuig der schepen. En zulke voort oelden kunnen nog in giocten get la worden aangeh.ial Mensch en öi r merkt op, begrijpt, over weegt en ziet langzamerhand in, boe uit bepaalde, zich stee s herhalende handelingen van beiie zyien, voordeel t3 putton is. Het samenwerken wordt eens gewoonte en wis da-rby het me?st o twikkeld is, haeft er ten slotte het meeste nut van. Met genoemde feiten voor ocgen en een on ander overwegende, hee't Meunier zich afgevraagd of 't ook nitt zóó kon gegaan zyn by 't onderwerpen van don bond aan den mensch. Eens medodeeling van den zendeling Moffat kwam zyne ov rweging versterk©.]. Daze zag, in Zuid-Afrika zyr.ee, een antiloop vervolgd worden door wilde bonten. Hy greep zyn gewoer om op deze laatst-n te schieten; maar de inboorlingen verzochten hem dringend het niet te doen. Da hor.den zouden wellicht bang worden en zich niet meer in hunne natyiieid durven wagon. In dat geval zou het bun Diet gemakkelijk zyn wild machiig te worden. Het gebeurde hun zoo vaak, dat zy antilopen vonden, reeds door de honden gedood, of zoo afgemat, d-t zy zonder moeite overmeesterd kondon worden. De honden voorzagen hen dus van voedsel. Door dorgelyke gevallen kan de eerste toe nadering hebben plaats gevonden tusschen mensch en hond, en we' in een tyd, waarin beidon geen andere middeie- hadden om zich voedsel te verschaffen. Beiden leefden van de jacht en ontmoetten elkaar vaak op hetzelfde terr in. Zy betwistten elkaar de prooi, stonden als vyand tegenover elkaar. Da mensch, ver standiger, en wellicht voorzien van primitieve wapenan, dead den hond wyken. Toch zal de hond, zolf hongerig, niet ver weg gevlucht zyn, maar het beter gevonden hebben te wachten in de nabyheid en zich vergast hebben aan hetgeen de mensch als onbruikbaar achterliet. Het eerste gevoel van vijandschap moest daardoor dus verminderen. De hond zag den mensch dikwyls en verbond aan zyne aan wezigheid h9t aangename denkbeeld van ge stilden honger, waaraan voldaan kon worden zonder gevaar of lichamelyk letsel te duchten. De goede indrukken wérden sterker en in stede van te vluchten, bloven de honden in do nabij heid, volgden de menschen ter jacht en bielpen hun het opgejaagde wild vermoeien en tegen houden. De mensch, die dit opmerkte, heeft by het slachten stukken vleesch aan zyne helpers toegeworpen uit welwillendheid en dankbaarheid, want hy moet spoedig hobben begrepen, hoe de snelheid van beweging, de speurzin en de slimheid zyner metgezellen hem te pas kwamen. De mensch zal hen dan ook, waar noo ig, tot zich gelokt en tegen het wild opgehitst hebben. De wilde hond, eerst vyand, daarna bedelaar, werd ten slotte vriend. De aard van het dier heeft natuurlyk het zyne tot die toenadering bygedragen: niet al te schuw, nieuwsgierig, slim, brutaal, is hy den mensch te gemoet gekomen. Eenmaal den mensch vertrouwende, is uit die toenadering groote vriendschap gesproten. "Wat tot deze gehechtheid en trouw voel moet hebben by gedragen, is de groote gevoeligheid van den hond voor strooien. By geen diersoort brengt het aaien zulk een genot teweeg als blykbaar het geral is by 't honden- en kattengeslacht. Zoowel in wilden als in tammen staat zyn zo er dol op en het wordt eene behoefte gestreeld te wor den. Cuvier o. a. deelt verschillende gevallen mede van die gevoeligheid. Hy nam waar, dat het veroorzaakte genot eene wolvin deed flauwvallen en by een vos stuipen veroor zaakte. De hypothese van Meunier is mooi, eenvou dig en aannemelyk en heeft vooral waarde, omdat zy geen goweld pleegt tegen de opvat tingen omtrent het weinig ontwikkelde ver stand der oermenscben. Alles wat door hen werd tot stand gebracht, was niet een gevolg van vooropgezette redeneeringen, maar van onmerkbare, langzaam werkende oorzaken. Schouwburglokaal Café-Restaurant TJitstekenie gelegenheid voor Comedic- vooistcliiogeB, Ifah cn Bruiloften, naar verkiezing Groote of Kleine Zaal to huur. Goede Consumptie en nette Bediening. De oodergeteekende boveelt zich bjj het geachto Publiek ten zeerste aan. 3113 12 De onlergeteekendo he9ft de eer te be richten, dat by van af heden te lioelof- Areadss-ecn eene HEEFT GEOPEND. Hy bave-lt zich bsle9fdeiyk aan voor eene uitgebreide clienteele, terwijl hy hoopt, door eene nette, soli io en goedkoop© bediening, zich ieders vertrouwen waardig te maken. Winkeliers en wederverkoopers ge nieten rulni rabat. 8176 16 Roelof Arbndsvefn, 17 April 1897. van r'o firma Ad. De Torres y H03., te Malaga. Analyse van Dr. H. J. Taverne, te Leiden, per maath. flesch fl,— 3453 10 J. A. G. PROOT ZOON, WIJNHANDELAARS—HOFLEVERANCIERS, Kantoor: Bloogl. Kerkgr. 13-15. brandt men dagelijks op Duitsche wijze: 389 12 uitmuntende door geur en smaak, Prijs per 6 ons <20 Cents. VERKOUW STOKUUYZEN. NIEUWE RIJN 47. firma A. A. RENSINK, BREESTRAAT 133, LEIDEN. 8614 14 in site formaten RUIM VOORHANDEN. Illopot van Let Nederl. Bijb:I Gen.l ^Wat^ is de beste inw lij ving tcgeu Jicht, Rheumatiek, Lendenpijnen, kor tom tegen pijnen van allerlei aard? Anker-Pain-Expeller. ÏMnf is met het beste succes BB dl aan te wenden tegen Kies pijn, Hoofdpijn en Verkoudheid? Auker-Pain-Expeller. moot dus steeds in ieder DBul huisgezin voorhanden wor den gehouden? Anker-Pain-Expeller. Prijs 50 c., 75 c. en 1.25 dc flosch. Voorhanden in dc meeste Apo theken en bij F. AD. RICHTER Co. te Rotterdam. Tc Amsterdam bijUloth, Cléban cn v. Tuyll. s- g JU - R® fa <3 - J «SS a H r? t-1 as E-1 a XJ - ofa -o -d cn •pf Cd «d w CO G n-t «2,'co tD -o wC s-H w W lH M O O 3 s s 3 a® s Lta o af .„co 03 •2 W <n S u LD 3 Cz3 smS Breestraat 94, Leiden. Instrumentmakers van het Zieken huis der Rijks-Universiteit. i Bcenbengels, ""~'J llren I; handen, Buikgordels, ElastielceKoasen, Kuickajipen, Korsetten op mant, die borst en maag vrijlaten en geene onaangename druk king veroorzaken,en rechthoudende Korsetten (ook 'voor Kinderen), die de verkromming tegenhouden. 808 26 door HI-I. Doctoren aanbevolen, voorkomt het voor. over loopen en ronde ruggen bij Kinderen en Vol-1 wassenen, ver sterkt de longen en, verruimt de borst Ba 10 jaar. 10,12 12,14 14 a 15 jaar,1 Dames. Heeren. ƒ3.50. f9.-. Franco na onto, van postui. 13. VISCHMARKT. 13. 2326 21 Nog slechts B4 dagen F1RALI3 FET- YË3&K1E4EP van Stoflfec, Zijde, Mant, Flaw, en alle soorten Garnecrlng. Voor Moöisten 20 pCt. beneden Factuursprys. 3015 8 Tesselscha.de." Op het Depót Steenschuar B worJea Bestellingen aangenomen op Kaal-, Brei-, Maak-, Borduur- en in 't algemeen op allo Vrouwelijke Handwerken van nut en ssuaak, terwijl een en ander met zorg en zoo mogelyk spoedig wordt afge leverd. 2225 9 Voor een bodaard Jongmensch, thans Spoor student, wordt in of om Leiden e6ne met Slaapvertrek en Pension gevraagd. Fr. Br. met opgave van conditiën Lett. Ij N Centr. Adv.-Bur. GEBR. BELINFANTE, Wa- gonstr. 100, 's-Gravenhage. 3185 8 j van oud Goud en Zilver tegen f de hoogste waarde bij 914 12 J F. WESSEL, Haarlemmerstraat 118, rocht over de Donkersteeg. JANSEN TILANUS, Friezenveen. ^AR60!$ Gedeponeerd Fabriekmerk 2327 2.' VERKRIJGBAAR BIJ Beuzemaher<& Co.% 15. VISCHMARKT 15. De Scheikundig inlvere Mefanlvrye Melksuiker 1789 17 (VOOR KINDERVOEDING.) Gomcrkt: r.cmonee, ls «rkrugbaar bij L. A. Verhoef m 51! ,i vfëe Steenstraat, J. K Emeis,Koorsteeg G. Bergman, Doe- zastraat 6, Affour tit Co., Hooge woerJ, J. P. Fon tein, Haven 34. J. A. Eigeman. Haarlemmerstraat, J. W. H. Rotteveel, Bree straat Elke Bus is voorzien van den Con trolestempel van Dr. G. IHOKDIUS BOL DING en Dr. J. Ii. VAN DER UEIBE Kon. Chlr. Pedicure, Opv. v. Prof. A. VAN CUE VELD, Hof-Pédicure, zal a. 9. Woensdag de Abonncs bezoeken. Te consultceren of te ontbieden van IO tot 1 uur, in het Hotel „Keredng." 323 12 ANTISEPTISCHE BEHANDELING van Nïngcls en Likdoorns pijnloos. Vervolgens om den anderen Woensdag. Indien Gij voor Zondag nog huis houdelijke benoodigdheden hebt in te koopen, wilt dit dan nog hedeu-, Zaterdag-avond, doen. Waartoe 7.oudt Gij, geheel noode- loos, de Zondagsrust van anderen storen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 10