N°. 11392 A°. 1897 (Courant wordt dagelijks, met uitzoadermg van §pn- en feestdagen, uitgegeven. P ©uilleton. GETROUWD. PEUS DEZES COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. -* c -*• r o Tranco per post**-*?«€ f Afzonderlijke Nommers r mo, 1.40» PRIJS DES ADVERTENTIES: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootora letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. t Oillcioelo Henuissevi ngeiii Vergadering Tan den Gemeenteraad van Leiden, 6p Donderdag 15 April, des camid lags te twee aren. Panton tor behandeling: 1°. Verzoek van B. Van Velzon, om continuatie als stada-vroed vrouw. (78) 2°. Idem van Mr. J. Lay ten, om vrijstelling van school geld, Hoogere Burgerschool voor Meiejea. (71) 8°. Idem als voren van O. N. Tieleman. (76) 1°. Idem als voren van de wed. Dr. G. O. Bteynie geb. Noordziek. (81) 5°. Idem van H. G. Van Sillovoldt, Hoogere Burger school voor Jongens. (80) 6°. Voorstel omtrent de vaetötolliDg van het school geld van eenige elders wonende leerlingen der Kweekschool voor Onderwijzers. (73)- 7°. Idem tot aankoop van het woonhnie met twee afzonderlijke bovenwoningen eo kantoor, gelegen i aan do Mare en de Lammermarkt. (72) 8°. Idem tot onderhandsche verhuring van de aange kochte porceelen 1, 2 en 3, gelegen onder Oegat- geest, naby Endegeest. (75) 9*. Verzoek van J. A. Du Calavon, om ontslag als bewaarder dor Stads-Timrnerwerf. (77) 40°. Voorstel omtrent de oplichting van eone school 3de klasse aan de Heeronstraat. (51 en 66) 'r. Bezwaarschriften tegen de enpplotoiro Kohieren der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1896.(79) DRANKWET. Burgemeester eu Wethouders van Leiden breDgen ter ügemoene kennis, dat door THOMAS GALMEYER, foonondo te Dordrecht, een verzoekschrift is ingediend im vergunning voor den kleiDbandol in storken irank in het perceel Heeranstceg No. i. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemoester. 8 April 1897. E. KIST, Secretaris. Jacht en Vlsscliery. Do Burgemeester vaD Leiden herinnert aan beu, tie zich voor het aanstaande eeizoen 1897/98 in het bezit wenschen te zien van Jacht- on V i s c fa- akte n, of wel van eene kostolooze ver gunning tot uitoefening der Visscherij, dat de blanco verzoekschriften ter bekoming daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter Gemeente-Seoretarie, alwaar zy behoorlijk ingevuld en oudorteekond, óór don 15den April a. e. moeten worden terugbezorgd zijn, ten e nde aan den Commisearls der Koningin in deze provincie to worden ingezonden. Tevens wordt aan belanghebbenden hojrknerd, dat blanco verzoekschriften tot hot bekomen van buiten gewone machtiging tot hot verdrijven van schadelijk gevogelte met pistoolschoten, het schieten van konijnen on ander bchadolijk gedierte en het visechen als het water met ijs bedekt is, mede gratis ter Gemeente-Seoretarie ter invullicg verkrijgbaar zijn gesteld. Loiden, Do Burgomecet r voornoemd, 9 April 1897. F. WAS. Leiden, 13 April. In de op 12 April jl. gehouden algemeene Vergadering van commanditaire vennooten der „L idsche Bankvereeniging, H. F. C. G.-rlings", zijn de balans tn winst en verlies rekening over 1S96 goedgekeurd en werd het dividend vastgesteld op 6% Pct- In een openoare vergadering der afd. Leiden van het Algemeen Noderianösch Werk liedenverbond trad gisteravond mevrouw Schook—Haver als spreekster op, met eene rede over „De rechten der vrouw." Do zaal was flink bezet, waarbij zeer vele vrouwen. Spreekster behandelde eerst den rechts toestand der vrouw, die in de wet overal gelijktijdig genoemd wordt met -kinderen en onmondigen, en uitg9sloton wordt van alle politieke rechten, geiyk met tuchthuisboeven, enz. Alles wijst er op, dat die wetten alleen vóór en dóór mannen gemaakt zyn. Hot oenige middel, om daarin verbetering te brengen, is, dat, evenals de arbeider, de vrouw zich organi8eere, om ook het stembiljet machtig te worden. In verband met het argument, dat de lichaamskracht en de intellectueele ontwik keling het onmogelijk maken, dat de vrouw de gelijko van den man werd, zeide spreekster, dat voorbeen by de natuurvolken de vrouw allen zwaren arbeid moest verrichten, terwijl de man zich aan zijn vermaken overgaf, en die lichaamskrachten zouden wel weer terug komen, wanneer de vrouw zich niet behoefde te beperken tot die enge woning, maar als ook de wereld voor haar openstond. Met het oog op de geestelijke ontwikkeling beweerde spreekster, dat by de opvoeding het meisje altyd by den jongen achterstaat. Daardoor maakt men haar afhankeiyk op later leeftyd, en dit is mede oorzaak, dat zy gedwongen wordt tot een huweiyk, niets of niet geheel strookend met haar zin. Ten slotte wekte spreekster de vergadering op, de meisjes een vak to laten leeren, om haar onafhankeiyk to maken evenals de man, wat haar ten allen tyde van nut kan zyn, ook in het huwelijk. (Daverend applaus). Gedebatteerd werd slechts door den voor zitter, di9 de collecte voor de uitgesloten Amsteröamsche diamantwerkers aanbeval. De collecte bracht op 2.33, waarby de afdeeling zelve nog 10 voegde. Op den löden April 1847 promoveerde te Groningen de Leidsche oud-boogleeraar R. T. H. P. L. A. Yan Boneval Faure, thans lid der Eerste Kamer van de Staten-Generaal, op een Specimen inaugurale: „Continens Observationum ad tit. YII Libri IV Cod. Civ. capita IV." Do minister van binnenlandsche zaken heeft, met ingang van 16 dezer, aan dr. J. Büttikofer, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als conservator by het Museum vau Natunrlyke Historie aan de Ryks universiteit te Leidon. Yan de Leidsche Spaarbank, opgericht door het departement Leiden der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen den 16den October 1818, ontvingen wy het verslag over het jaar 1896, dat een gunstig tydperk voor de instel ling mocht zyn, nu opnieuw mocht blyken van een toenemend aantal der inleggers. Het is commissarissen aangenaam daaraan te kunnen toevoegen, dat nog kan worden vooitgegaan met de uitkeering van drie ton honderd van de ingelegde bedragen, zooals uit de opgegeven c'yfers biykt. In het afgeloopen jaar verliet de heer H. P. Van Eoneval Faure den kring van commis sarissen, door vertrek naar elders, en werd in zyno plaats benoemd de hoer J. Kore- vaar P.Azn. Het gezamenlyk bedrag der inlagen is ge weest in 1895/G67061 06, in 1896/"701,149.47, dat de rteiugbt talingen in 1895 643,156.417a, in 1896 661,423.63. Het kapitaal, aan de inleggers verschuldigd aan het einde van het boekjaar, bedroeg in 1895 2020,779.24 V2, in 1896 2120,223.377a. Aan rente was ontvangen en tegoed, na aftrek van het tegoed op 31 Dec. van het vorige jaar en de by aankoop van effecten betaalde rente, in 1895 68,120.64, in 1896 ƒ75,202.99. Aan rente is bygeschrevenin 1895 ƒ57,810.69, in 1896 ƒ59,718.29. De bezittingen van het hoofdkapitaal be droegen aan het einde van het boekjaar 2,127,668.70, waarvan als voordeelig saldo over te brengen op het reservefonds/7445.327a> zynde de meerder gemaakte dan bygeschreven rente ad ƒ15484.70 na aftrek van 8039.377a voor mindere waarde van effecteD, biyft alzoo ƒ2,120,223.3772. Het reservefonds bedroeg by ion aanvang van het boekjaar 188,077.07 en by het einde ƒ192,182.74, zynde 9.06% in verhouding tot do schuld. Het aantal inlagen heeft bedragen in 1895 15313 tegen 14853 in 1896; het aantal terugbetalingen in 1895 8243 tegen 8334 in 1896. Als Dieuwe inleggers zyn ingeschreven 1122 tegen 1035. De hoogste inleg in ééne zitting bedroeg in 1895 ƒ7755.91 tegen ƒ8330.51 in 1896; de laagste ƒ191.48 tegen 126.45. De hoogste uitbetaling iu ééne zitting was in 1895 ƒ9612.14 tegen 12330.88 in 1896; de laagste 135.46 tegen 169.40. Het getal van geheel afgeloste boekjes was in 1895 721 tegen 827 in 1896. Het aantal inleggers aan het einde van het boekjaar bedroeg 10574 tegen 10782. Het gemiddeld kapitaal, aan elkon inlegger verschuldigd bedroeg in 1895 191.107a en ƒ196.64 in 1896. Op het zestal ter beroeping van e^n predikant by de Ned.-Herv. gem. te Harlingea komt voor ds. A. J. Ruys, te Oegstgeest. De heer M. Hoog I.M.Jz., pred. by de Ned.-Herv. gemeente te Voorschoten, hoopt den 26sten April a. s. zyne 40-jarige evangelie bediening te herdenken. De hoer Hoog was achtereenvolgens als predikant werkzaam te Beesd, Breda, Schiedam CD sedert 14 Dec. 1879 te Voorschoten. Naar de „Resb." verneemt, bestaat by den voorzitter het plan de Tweede Kamer weder by een te roepen einde Juni of begin Juli, in elk geval na de verkiezingen. In de gisteren gehouden vergadering der kie3vereeniging „Vaderland on Koning', te 's-Gravenhage, ia candidaat gesteld voor de Provinciale Staten de heer W. J. M. De Bas, notaris en lil van den gemeenteraad aldaar. Door de arrond.-rechtbank te's-Graven- hage is, ter vervulling van de in dat college opengevallen rechtersplaats, opgemaakt de navolgende alphabetische lyst van aanbeveling rar. S. Gratama Wz.; jbr. mr. R. O. Van Holthe tot Echten, en jbr. rar. J. H. J. C. Martens van Sevenhoven, rechters in de arron- dissements-rechtbanken te Alkmaar, Rotter dam en Zutfen. Uit het in een algemeene vergadering van aandeelhouders in het „Zuid-Hollandsch Koffiehuis" te 's-Gravenhage uitgebrachte jaarverslag, bleek dat de exploitatie in het afgeloopen jaar gunstig was, ten gevolge waarvan een dividend van f 40 per aande3l, plus een extra dividend van 33.51 per aan deel, alzoo 73.51 kan worden uitgekeerd. De heer L. Kirchman werd met algemeene stemmen herkozen als commissaris. Den directeur, den heer W. Van RyD, werd ter vergadering namens het bestuur hulde gebracht voor zyn yver en bemoeiingen, by het exploiteeren der zaak betoond. In de vergadering van de afdeeling Scheveningen der „Nederlandsche Visschery- Vereeniging" werd, na bekrachtiging van de voorloopige toezegging van Scheveningen tot deelneming aan de nationale tentoonstelling, te Dordrecht, eene commissie van uitvoering benoemd, bestaande uit de heeren Warneke, reeder en directeur der Scheveningsche netten- fabriek (by acclamatie benoemd), P. De Niet, reéder, en A. Vrolyk, reeder en zeilenmaker, by meerderheid van stemmen gekozen. Die commissie zal in overleg handelen mot de leden van het hoofdcomitó voor Scheveningen, de heeren A. Hoogenraad en H. A. v. d. Ro vaart. Voor het tweede gedeelte van het ver- gelykend onderzoek (mondeling) voor de be trekking van hoofd van school IV te Arnhem, zal met zeven anderen worden opgeroepen de heer A. Prakken, hoofd der school te Aalsmeer. De heer André Spoor werd Zondag jl., tydens de middaguitvoering in het Concert gebouw te Amsterdam, door een flauwte over vallen. De heer Seamer, de tweede concert meester, heeft de uitvoering ten einde geleid. De heer Spoor zal waarschynlyk zes weken rust moeten nemen. De toestand van prof. Loman te Amster dam was gisteravond onveranderd. Ton aanzien van do troonopvolging in ons land heeft mr. J. Heemskerk Azn., naar aanleiding van daaromtrent gedane vragen, als zyn gevoelen uitgesproken, dat de klein zoon van wylen de Groothertogin van Saksen- Weimar, geb. Prinses Sopbie der Nederlanden, de moest gerechtigde is tot deD Nederland- schen troon, iDgeval van ontstentenis van een troonopvolger of troonopvolgster in de rechte lyn. Zy, die do rechten verdedigen van de nako melingen van Prins Frederik of van Prinses Marianne, zien over het hoofd, dat deze Vorston afstammelingen zyn van Koning Willem I, den vader van Prins Frederik en van Prinses Marianno, terwyi dc Erf groothertog van Saks9n- Weimar afstammeling is van Koning Willem II, don valer van Prinses Sophie. Deze Prinsen van Saksen-Weimar zyn dus een graad nader tot den troon dan de eerst genoemde Prinsen en Prinsessen, en deze rechtsgrond praedoinineert andere beschou wingen. De centrale liberale kiesvereeniging te Alkmaar stelde gisteravond tot candidaat voor de Tweede Kamer mr. W. Van der Kaay, minister van justitie, oud-afgevaardigde van dit district, met 13 van de 25 uitgebrachte stemmen. Jbr. mr. P. Van Foreest, te Heiloo, bekwam 8, mr. E. Fokker 3 stemmen, 1 stem blanco Werd eenerzyds met klem aangedrongen op vereeniging met andere voroenigingon cm den heer Fokker te stemmen, ten einde daar door zyne verkiezing te verzekeren, ander- zyds was men van moening, dat de heer Fokker beginselen was toegedaan, welke niet in ieder opzicht door deze kiesvereeniging werden gedeeld. Mr. W. Van der Kaay heeft jaren lang voor dit district zitting gehad, steeds de be langen daarvan, zoowel als de algemeene, met yver en tact behartigd, en het was vol strekt geen waagstuk om zelfs tegenover do andere kiesvereenigingen met den heer v. d. Kaay in het strydperk te treden. Een voorstel om de candidaatstelling tot Woensdag te verdagen, omdat de heer Fokker heden in Alkmaar eene politieke redevoering zal houden, werd met byna algemeene stem men verworpen. Men had zekerheid, dat de heer Van der Kaay de candidatuur zou aannemen, indien althans geacht werd, dat zyn naam in deze verkiezing geen verdeeldheid zou brengen en indien geen andere candidaat zich voordeedy dien men ook geschikt achtte. Zeker zou ook prof. Pierson zyn voorge steld, indien deze niet by een van hem ont vangen schryven had te kennen gegeven geen candidaat voor dit district te kunnen zyn, omdat hy elders (Delft) was gesteld; met warmte werd de heer Fokker door dr. Pierson aanbevolen. In de gisteren te Amsterdam gehouden vergadering der „Centrale Liberale Kiesver eeniging" te Haarlemmermeer is voor de a. s. Kamerverkiezing in Juni in alle afdeelingen de candidatuur van den heer G. C. Everwyn Lange, dykgraaf van Haarlemmermeer, op den voorgrond gesteld. Mot hot oog op den hofrouw zal gedurende het verbiyf van 24—30 April a. s. van Hare Majesteiten te Amsterdam door do Koninginnen geen voorstelling in den Stadsschouwburg worden bygewoond, terwyi ook geen raoüt ten hove zai plaats hebben. De Vereeniging „Nationaal fonds tot ondersteuning van do nagelaten betrekkingen van in Nederlandsch-Indié gevallen militairen" zal een algemeene vergadering van leden houden op 24 April a. s., des namiddags te twee uren, in het gebouw „Diligentia", te '8 Gravenhago. Onder de punten van behan deling komen voor: de verkiezing van leden van het hoofdbestuur, on een voorstel rot wyziging van art. 2 der statuten. Blijkens by het departement van marine ingekomen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wilhelmina der Nederlanden," ondc-r bevel van den kapitein tor zee W. J. Derx, 11 dezer van Chefoo vertrokken. Onder bevel van den van verlof terug keerenden lsten luit. der inf. van het Indische leger C. R. W. K. Van Aldc-rwerelt vao Rosenourgh en het medegeleide van den voor dat leger bestemden 2den luit. van dat wapen F. Dam, zal don 8sten Mei van Rotterdam per stoomschip „Gedó" naar Batavia worden overgebracht een detachement suppletietroepen, ter sterkte van 50 korporaals 6n manschappon, benevens 3 onderofficieren. 10) Toen riep het uitgelaten meisje: „Komt allen hier; er is bier plaats genoeg!" Een oogenblik later trilde het houten balkon onder den zwaren tred van Marrucbetti, die, als welopgevoed jongmensch, my voorbygiag zonder stil te blyven staan, en recht op de vrouw des huizes toestapte. Giuseppina, die het best wist hoe het be hoorde, verloor ook nu het hoofd niet en zei, na krachtige handdrukken te hebben gewisseld mot de heeren: Maar waar biyft papa toch? Och, myn heer Alesco, gaat u even kyken waar papa is." Intusschen wend ie Maria zich naar ons en zei, op de heeren wyzend: „De heeren De Rossi, Rigemonti, Crozio, Marruchetti." Daarop wees zy met een bevallig hand gebaar op Titina en my en hernam: De dames Dellara." t Ik had nog nooit gozien, dat er iemand [voorgesteld werd, en wist ook niet hoe dat gedaan werd. Maria was bestemd om my steeds in verbazing te brengen. Te meer, daar ik meende, dat het een geheel nieuw idee van haar was hen op deze manier met on8 in konnis te brengen. En het leek my een mooie, groote uitvinding; ik bewonderde het vernuft van myn kleine nicht. De heeren bogen, ondorwyi kwam de heer Bonelli binnen, zy gaven elkaar de hand en spraken druk met elkaar, toen Maria opeens uitriep: „Daar komt de processie 1" Allen kwamen naderby, Marruchetti kwam juist naast my te staan; myn hart klopte en bonsde alsof het zou barsten. Na een poos, onder het forte van een „tantum ergo", aan geheven door de boeren uit de provincie, zei by geheimzinnig tegen my: „Amuseert u zich wat?" en hy keek my in de oogen als wilde by zeggen: „Antwoord de waarheid, 't Is een levensquaestie." Met een jubelend bart zei ik „ja." Een laDge en drukkende pauze volgde, gedurende welke ik voelde, dat hy een gesprek bedacht. Eindoiyk fluisterde hy, nog geheimzinniger dan de eerste maal: Ik heb u, dunkt my, in de Sint-Eufemia- kerk gezien, van 't voorjaar Ik verbeterde: 't Was nauwelyks Maart." "Wat herinnert u zich dat goedl" Ja, ik heb een goed geheugen." U is er niet teruggekomen." Neen. Wy wonen er te ver af. Moeder wil het niet hebben. Wy gaan naar den Dom. Maar u wilt wel?" Eq ik antwoordde op die vraag oprecht, ernstig en bewogen, alsof ik werkelyk myn liefde beleed: Ja, ik wel." Dank!" fluisterde hy en toen was alles gezegd. „Zondag kom ik in den Dom." Wy hadden elkaar begrepen en waren beiden bewogen. Het baldakyn met het Sacrament kwam voorby. Titina viel op de knieön. Ik was op het punt hetzelfde te doenmaar keek eerst eens naar de nichtjes, en zag, dat zy het hoofd diep hadden gebogen en maar bleven staan, evenals de heeren, en ik deed als zy. Tusschen een wolk van wierook en ander reukwerk, die opsteeg uit de wierookvaten, die zy in het baldakyn heen en weer zwaaiden, hoorde ik de stem van Marruchetti: Denza, mag ik je schryven?" Denzal By noemde my by myn naam! Vreugde en liefde verdrongen elkaar in myn gemoedhet was als een zoete smart, die my deed weenen. De zoo vurig begeerde brief? Maar 't was onmogeiyk, zoolang wy niet formeel verloofd waren met toestemming van papa. Ik antwoordde verdrietig: Ik kan geen brieven ontvangen Vader zou zo eerst moeten zien en dan moeder Dit zei ik, om hem op het idee te brengen, dat hy my kon schryven, wanneer hy met hem gesproken had. Hy zweeg. Na een poos, gedurende welke hy misschien peinsde over de mooie uitdrukkingen, die hy my had willen schryven, hernam hy: 't Spyt my, dat wy elkaar niet kunnen schryven, want dan zou ik je al myn ge heimen hebben verteld." Om iets te antwoorden, vroeg ik: Hebt u dan geheimen?" Hy zei van ja, en, my de grootste voor zichtigheid aanbevelende, vei trouwde by my toe, dat hy en zyn drie vrienden „Les Trois Mousquetaire8" heetten. Zy haddon al sedert verscheidene jaren een kamer gehuurd vlak naast ons hui9. En 's avonds gingen zy daar heen, zetten een fez op, rookten een pyp en noemden* elkaar Athos, Portos, Aremis en d'Artagnan. Hy was Portos. Hy herinnerde zich op zekeren avond my uit huis te hebben zien komen, met myn zuster, en met papa, terwyl hy juist op zyne vrienden stond te wachten voor de gewone byeenkomst. Den avond, dien wy in den almanak had den aangestreept, omdat hy tegenover onze deur stond! Een steek ging my door het hart, te midden van myn groote vreugde. Hy stond daar niet om my. Ik had het verhaai gehoord en wist, dat het iedereen bekend was. Maar door hem aan my toevertrouwd, kreeg het veel meer gewicht. De byzonderheden van de kamer, van de pypen, van de fezzen hadden de anderen my niet verteld. Zy kenden ze niet. Hy vertelde ze alleen aan my. Hy vertrouwde ze my als een geheim toe. Ik was trotsch op dltbewys van vertrouwen en besloot het y verzuchtig in myn hart te bewaren. Ik zou alleen wel willen, dat de Dichtjes Bonelli wisten, dat hy my vertrouweiyke mededeelingen had gedaan. Zy waren druk in gesprek mot de andere heeren. Titina wierp van tyd tot tyd een blik naar onzen kant. Maar de processie was voorby. De heer Bonelli liet wyn komeD, het gezelschap voegdê zich by elkaar, het gesprek werd algemeen. Weldra namen de heeren afscheid. Vaarwel, Denzal" zei Marruchetti zacht tot my. En hoe heet u?" fluisterde ik. Onorato. Noem mij Onorato, als u van my spreekt of aan my denkt." Zoodra wy weer met ons vieren waren, zei Maria: „Heeft hy zich verklaard? Wat b6eft hy gezegd?" Als gewooniyk viel ik tegenover dat meisje uit de wolken. By het oververtellen trof het my, dat hy eigenlyk bitter weinig had gezegd. Maar hy had my vooral doen denken. En Maria was van myn gevoelen. „Dat: Dank u," on „Zondag kom ik in den Dom," waren zoo goed als een declaratie en een belofte. Wanneer komt hij formeel aanzoek doen by papa?" vioog Titina, heel practisch. Ik weet niet waarom die vraag my een beleodiging scheen tegenover Onorato, een wantrouwende gedachte; en ik antwoordde met groote waardigheid: „Wanneer hij het goedvindt. Denk je, dat ik hem niet vertrouw en behoefte heb hem te binden met een be lofte, om aan zyn liefde te gelooven? Ik weet, dat hy van my houdt, en dat is my genoeg, en Ik ben gelukkig." Titina, die hardnekkig vasthield aan haar denkbeeld, hornam^ Als ik jou was, zou ik liever hobben, dat hy my trouwde." Wat ik nu vurig wenschte was „L03 Trofc Mousquetaires" te lezen om beter het gehein\ fce begrypen, dat ik met my omdroeg. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1