N°. 11390. Maandag 12 April. A°. 1897 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Feuilleton. GETROUWD. LEIDSCH DAGKBLAD, PRIJS DEZER COURANT: Voorleiden per 8 maanden. y f 1.10. Franco per poet1.40. Afconderlyke Nommers i 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: *^aö 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooterö letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren bui tan de stad wordt f 0.05 berekend. Olllciëele Kennisgevingen. Inenting. •orgemeeeter en Wethouders van Leiden brengen L'i deze ter algemeens keoDia, dat op Dinsdag 13 April a. s. en tot Dadere aankondiging op eiken volgenden Dinsdag, telkens des namiddags te twee uren, in het Elisabethehof aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden gegeven tot kostelooze inenting van on- cn minvermo genden, terwjjl op Woensdag 14 April a. s. en tot nadere aankondiging op eiken vol genden Woensdag, des namiddags te half- d r i e, mede in het Elisabethshof, gelegenheid zal bestaan tot inenting tegen betaling van óón guided. Belanghebbenden worden tevens herinnerd, dat zjj elechts zullon worden toegelaten op vertoon van eon bewijs hunner geboorte-inschrijving. Burgemeester en Wethouders voornoomd, Leiden, F. WAS, Buj^fimeesttfj, 9 April 1897. E. KIST, Leiden, 10 Jcpfcil. Reeds vroeger werd Ia dit blad mede gedeeld, dat door do Afdeeling Leiden en Omstreken van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde in 't begin van Juli dezes jaars, by gelegenheid van haar twintigjarig bestaan, alhier een Tuinbouw tentoonstelling zal gehouden worden. Vernam men daar nader niets van, die plannen zjjn dairom niet met minder yver doorgezet. Ein speciale commissie houdt zich met de preparatieven voortdurend bezig, een net gedrukt programma is verzonden en het plan viodt in do tuinbouwkringen, en daarin niet alleen, veel sympathie. Tot zelfs van particulieren in andere plaatsen werden niet onaanzieniyke bijdragen beschikbaar gesteld, iet9, waarmede de leden, die niet tot bet kweekersgilde behooren, hier ter stede, met enkele uitzonderingen, geen al te groote haast maken. Toch zgn, met hot oog op do vry aan- feienlijke kosten, ook hunne bydragen zeer ge- Wenacht. Aanvankelijk zit men voor de moeiiykheid bm voor deze tentoonstelling, die veel om vangrijker zal worden dan vroeger, een ge schikte plaats te vinden. Naar men verneemt, is dat bezwaar over wonnen, sedert de eigenaar van „Zomerzorg" hiertoe niet alleen de zaal, maar ook het geheel© terrein beschikbaar Btelde, welk laatste vooral van veel beteekonis is, daar in de open lucht de meeste ruimte zal noodig zijn. Het zal toch in hoofdzaak, volgens het programma, een speciale tentoonstelling wezen en wel van bloemperken van allerlei aard, zoo mede van ornamenten voor tuinversieriog, en, daar niet minder dan dertien prysvragen alleen voor grootere en kleinere bloemperken zyn uitgeschreven, ligt het voor de hand, dat er maar enkele inzendingen op elke vraag behoeven in te komen, om veel ruimte noodig te maken. Men vermoedt echter dat het terrein om 'de muziektent en al de bestaande bloem perken op „Zomerzorg" wel voldoende zullen zyn. Mocht dit onverhoopt niet het geval •wezen, dan kan de commissie ook nog over het by „Zomerzorg" behoorende weiland be schikken. Onder de leden-kweekers hier ter stede heefscht voor deze tentoonstelling een zeer opgewekte stemming, terwyi van buiten ook krachtige medewerking is toegezegd. Eei en ander wettigt het vermoeden, dat deze expositie een groote aantrekkeiykheid zal hebben.- De „Staatscourant" van heden bevat d9 statuten van de vereeniging „Inrichting voor fabrieksmeisjes", opgericht te Leiden voor een tydvak van 29 jaren, gerekend van 17 Nov. 1894, en by koninklyk besluit van 20 Maart jl. erkent als rechtspersoon. Haar do9l is ver- hefüng en veredeling, en zy tracht dit doel te bereiken door persoonlijken omgang der dames, leden der Vereeniging, met de betrok kenen. Ieder lid der Vereeniging vereenigt hoogstens tien (steeds dezelfde meisjes) tot een clubje, dat iedere week eenmaal's avonds by elkaar komt onder hare leiding. Het ligt op den weg der ledon, de meisjes op te wekken tot sparen, daarby desnoods het begin gemakkeiyk te maken. Aan elk lid der Vereeniging wordt overge laten, in hoeverre zy, door van de verjaar dagen harer meisjes en van huislyke om standigheden kennis te nemen, aan de be hoefte tot een geven, dat niet omlaag trekt, zullen voldoen. Voor de bibliotheek worden vaste dames aangesteld. Onkosten voor de bibliotheek, den kookcursus, enz. mogen uit de algemeene kas bestreden worden. By de vorming van een nieuw clubje wyst de presidente, in overleg met het nieuwe lid der Vereeniging, tien of minder meisjes van ongeveer gelijken leef- tyd aan. Op de lyst der candidaten, die berust by de presidente, worden zooveel mogeiyk alleen twaalfjarigen geplaatst. Naar geloofsbelijdenis wordt niet gevraagd. Aan ieder lid der Vereenigiag wordt do vryheid gelaten, tot bereiking van bovenvermeld doel, hare meisjes bezig te houden op de wyze, die haar het moest aantrekt. Op de leden der Vereeniging rust de ver plichting, minstens tweemaal 's jaars de ge zinnen barer meisjes te bezoeken. Tweemaal 's jaars geeft elk lid der Ver eenigiag een kort verslag van den toestand van haar clubje aan de presidente der inrich ting, met overlegging van de naamlijst harer meisjes. De benoeming van den heer Gottfried Mann tot directeur van het Harmonie-orkest te Groningen, als opvolger van den heer Bekker welke benoeming zooveel van zich heeft doen spreken en waarvan men zeer zeker met het oog op den termijn van aan vaarding dor betrekking (1 Mei a. s.) niet kan zeggen, dat zy overhaastig geschied is, zal, zegt de „Prov. Gron. Ct." vermoedelijk nog een muisje met een staart worden. Het be stuur der Muziekschool heeft nl. te kennen gegeven geen van de voorgedragen candidaten aan het hoofd der aan zyDe zorgen toever trouwde school te willen plaatsen. Derhalve zal het gevolg van deze benoeming zyn, dat de heer Mann niet als hoofd der Muziekschool optreedt. Daar echter by de oproeping van sollicitanten ook deze betrekking, waaraan een salaris van f 300 is verbonden, was in uitzicht gesteld, komt de directie der „Harmonie" in een lastig parket tegenover den nieuw- benoemden titularis. De directie der „Harmonie" acht daarentegen het bestuur der Muziekschool gebonden, terwijl dit van zyn kant het tegendeel be weert en niet geneigd is t09 te geven. Ook wordt gezegd, dat de directie c. q. aan eene ledenvergadering zoude voorstellen intrekking van de jaarlyksche subsidie aan de Muziek school. En ten slott9 heet het, dat de heer Mann niet meer voornemens zoude zyn de benoeming aan te nemen. De commissie, benoemd in de jaarvergade ring van den Nederlandschen Bond „Maatschap- peiyk Belang", met de opdracht na te gaan welke middelen het beste zyn ter bestryding van de zwendelary, heeft rapport uitgebracht. Omtrent de vraagWat vermag het kwaad der flesschentrekkery in Nederland te bestry- den? komt zy tot de volgende conclusie: lo. Da kennisgevingen der commissarissen of hoofdcommissarissen van politie aan de beheerders van vorvoarmiddelen en expedi teurs, behelzendo bericht, dat A of B, een minder goed bekend staand persoon, tracht goederen te bekomen. (De beheerders zullen dan afzenders kunnen waarschuwen in geval de leveringen niet op rembours of tegen con tante betaling geschieden). 2o. Het optreden van betrouwbare infor- matiebureaux. 3o. Het bekend maken van bedrog, zooals door meerdere bladen geschiedt. Ook „lysten van kooplieden, waarop de aandacht wordt gevestigd", zooals de Amstérdamsche politie uitgeeft, zyn nuttig. Zy kunnen echter slechts helpen, als zy.niet uit Amsterdam alleen worden verstrekt, doch byv. zyn opgemaakt door een centraal-bureau (aan het ministerie van justitie te 'a-Gravenhago?) en naar aan leiding van gegevens, verstrekt uit alle oorden des lands. 4o. De instelling van een handelsregister. Van dezen maatregel verwacht do commissie slechts weinig heil, in het minst niet al3 de inschryving niet verplichtend wordt gesteld. 5o. Zökor niet het minste: eene wetswy- ziging. In het Wetboek van Strafrecht moeten bepalingen komen, hetzy nieuwe, hetzij door wyziging van art. 326 en misschien ook van art. 340, 341 on 346, die den rechter machtigen tot het straffen van hen, die door onware voorstellingen of middelen iemand bewegen tot afgift9 of verkoop van eeDig goed, dus het strafbaar stellen van leugens, desnoods van éón leugen. (Een vereenvoudiging van art. 326). Hoe zullen nu de genoemde middelen wor den verkregen? Hiervoor heeft do commissi 3 geraadpleegd een aantal tot oordeelen bevoegden (officieren en substituut-officieren van justitie en hoofden van politie in die plaatsen, waar de flesschen trekkery het meest voorkwam, Kamerleden, expediteurs, enz.) Op éón na zyn zy, wier raad gevraagd werd, het er over eens, dat wets wyziging noodig is, en de enkele uitzon dering wenschte nog eene vrysie uitlegging der bestaande wet dan volgens het oordeel der jurisprudentie in bet algemeen mag. Immers, al is er eens een Hof, dat de wet vryer uitlegt, dan i3 dat nog tea gevolge eener opvatting van personen; eene opvatting, die vandaag of morgen kan vallen, kan ver anderen, byv. door wisseling der leden van het Hof. Eindigt eene klacht met vryspraak, dan is do rechtzitting slechts een gratis les geweest voor de toehoorders op de tribune, die er belang by hebben te weten boever men gaan kan, zonder zich eene veroordeeling op den bals te halen. "Wetswijziging is dus noodig. De commissie acht zich niet bevoegd om de verandering in bepaalde woorden aan te geveD, doch meent genoeg te doen door-aan te dringen opjeene wyziging, deze zelf aan li9t wys beleid der Regeering overlatende. De overleden Duitsche postmeester- generaal dr. Von Stephan was em vurig voorstander van de zuivering der taal. Alle vreemde, voor het meerendeel uit het Fransch overgenomen termen, verving hy door Duitsche, en wanneer hy somtyds niet de ware uitdruk king koa vinden, wendde hy zich, meldt het „Hbld.", tot.... den grooten Nederlandschen taalgeleerde, professor M. De Vries, te Leiden. Hy vroeg dezen den Hollandschen term en vond dan door do Nederlandsche taal den ge- wenschten Duitschen vorm. De heer L. H. Chrispyn, directeur der „Nederlandsche Tooneelvereeniging" te Am sterdam, is met ingang 1 September a. s. verbonden als regisseur aan het „Nederlandsch Tooneel." Da heer Louis Bouwmeester blyft als leider in spel en voordracht, do hoer W. C. De Leur als hoofdregisseur by het „Neder landsch Tooneel" optreden. Aan het bestuur der liberale kiesver- eeniging „Vooruitgang", te Rotterdam, heeft mr. W. A. Viruly Verbrugge het volgende 8chryven gericht: „Nadat door my gedurende 34 jaren het lidmaatschap der Tweede Kamer van de Staten Generaal, ook door het herhaald ver trouwen uwer Kiesvereeniging, onafgebroken is bekleed, acht ik bet niet onwaarschijnlijk, dat my door uwe Vereeniging, wier begin selen ik volkomen deel, wederom de eer zal worden aangedaan by de aanstaande verkie zing opnieuw voor eene candidatuur in a n- merking te komen. „Na zoo langen parlementairen arbeid zoude het my thans echter aangenaam zyn eenige rust te nemen en wensch ik voor de Tweede Kamer geen candidatuur meer te aanvaarden." De „N. R. C.," dezen brief afdrukkend, voegt er een woord van oprechte waardeering by voor de trouwe behartiging van 's lands belangen, langer dan door een der tegen woordige leden, door den heer Viruly betoond. Het door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp op het zegelrecht strekt vooral om tusschen de verschillende soorten van effecten onderscheid te maken, en de fondsen, die een speculatief karakter dragen, zwaarder te belasten dan die, welke dit karakter niet hebben. Tegenwoordig wordt een uniform-recht ge- teven van een tiende pet. Dit zal wordea opgevoerd tot één pet. voor de bewijzen van aandeel in premieleeningen; drie tiende pet. voor de bewyzen van aandeel in hier te lande gevestigde maatschappyen of ondernemingen, en twee tiende pet. voor alle ir e e stuk ken, behalve pandbrieven van hier te lande gevestigde hypotheekbanken, welker bedryf is beperkt tot het geven van geld tegen hypo theek op goederen Lier te laude, en die biy ven op het bestaande tarief. Het lag niet in de bedoeling van het wets ontwerp, het zegelrecht van effecten, reeds eenmaal naar behooren van Nederlandsch zegel voorzien, te vtrhoogen. Dit zal zegt het „Hbl." zeker aanleiding geven, dat velo effecten, die tot dusver nog niet voor ver handeling ter beurze in aanmerking kwamen, nog vóór de invoering van het nieuwe tarief zullen worden gezegeld. Men heeft dan do zekerheid, deze stukken later niet aan het hoogere recht to moeten onderwerpen. De elfde jaarlyksche algemeene ver gadering van den Bood van Chr. Zangver- eenigingen in Nederland zal gehouden worden te Utrecht op Maandag lS^en Dinsdag 20 April a. s. De Regelingscommissie te dier stede, ge vormd uit verschillende Chr. Zangvereni gingen, bestaat uit de heeren ds. P. Groote, eere voorzitter, M. Bokhorst, voorzitter, J. C. Raatgever, vice voorzitter, A. J. Ouwejan Jr., lste secretaris, H.W. Ywema Jr., 2de secretaris, en D. Roosenschoon Jr., penningmeester. Het programma luidt: Maandag 19 April (2de Paaschdag), dei nam. 1 uur: Ontvangst van 't Bonds'oestuui enz. in 't Gebouw voor Kunsten en Weten schappen. 2 uren: Rijtoer naar Zeist. 4l/o urenDiner in de Nieuwe Sociëteit aldaar. 7'/2 uren: In de groote zaal van Tivoli, Uitvoering van de Chr. Zangvereeniging (met instrumentale begeleiding) „Utr. Vereen, van Kerkgezang", „do Lofstem", „Looft den Heere" en „Lauwerecht." Koor van 300 zangers en zangeressen. Dinsdag 20 April, voorm. 8V2 uren: Direc teuren- vergadeiing in 't Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Onderwerp: De Chevó- methode. Inleider de heer G. Kleyn, van Heemstede. 9 urenWandeling door Utrecht, bezich tiging van enkele bezienswaardigheden. lO'/i uren: Algemeene vergadering in de groote zaal van 't Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Verkiezing van twee bestuursleden voor de heeren E. L. Van Ruy ten berg, te 's-Gravon- hage, en ds. J. Brummi lkamp, te Amsterdam. Verschillende voorstellen en bespreking van vele onderwerpen. To Groningen zal door do R.-K. gemeente een groot ziekenhuis gesticht worden, waar voor in de St.-Jans-straat, tegenover het Kinderziekenhuis „W. A. Scholten", een blok huizen voor ƒ35000 is aangekocht. 7) Neen," zei Giuseppins, .dat is te roman tisch! Verbeeld je, dat papa zoo iets zou toestaan Wy zaten er nog lang over te praten; eindelek, werd besloten, dat de nichtjes ons den eeraten Zondag den beaten zouden komen afhalen voor een wandeling in de .allee" op het uur van do muziek. En toen ik een lang gezicht trok, voorziende, dat moeder .neen" zou zeggon om het kind, zei Maria: En als ja moeder „neen" zegt om het kind, zal Titina, die er nooit voor hoeft te zorgen, wel willen thuisblijven om op hem te passen, nietwaar Titina? Voor een keer JU hebt niele te zien. En als Denza eenmaal getrouwd is, ziet het er voor jou ook beter uit. Ik zal je eiken dag komen afhalen om te wandelen Titioa, die zich eerst geurgard had over het Faustidee, was geëindigd met er voor te voelen; en wy spraken er over ala eon mogeitJke, ja waarschijnlijke oplossing van onza positie. Titina zei heel edelmoedig tegen m(j, alsof het geheel van haar afhing: „'t Kan mi) niets schelen, dat je eerst trouwt, al ben je de jongste. Trouw gerust. Verboeld je, dat ik jouw geluk ia den weg zou staan!" Jk aprak liefst over hem. En ik dacht bi) mijzelf, zonder het Titina te durven zeggen, dat hi) verliefd op mij was. Ik was verliefd op hem, onbekend als hjj m(j was. Ik vond het heerlijk een minnaar te hebben; bet maakte mi) belangrijk in mijn eigen oogen. Ik kon dus even goed verloofd worden als de élégante dametjes, die op de kostschool waren geweest. De nichtjes kwamen in 't midden van de week, met de bewuste uitnoodiging voor da Zondagswandeling, en moeder maakte niet de bezwaren, die wy voorzien haddendio paar uren zou zy wel op het kind passen. „Amu seert je maar, dat komt do jeugd toe; ik begrup best, dat je 't prettig vindt eens uit te gaan" Wy namen de toestemming en de betrach tingen er by met een onverschillig gezicht aan; maar nauwelyks buitpn de keuken, vlogen wy elkaar verrukt om den hals. Wat heeriykt Allebei 1 Wat heeriyk! Nu zal jy hem ook zien, Titina,"dat leek my een groot voorrecht voor Titina. Maar toen wy elkaar omhelsd hadden, stonden wy verlegen tegenover elkaar, want dergelyke gelegenhéidsbetuigingen waren onze gewoonte niet. Wy kusten elkaar op beide wangen, by ons vertrek en by onze terugkomst, als het ge beurde, dat een van ons beiden Novara verliet. Zoolang wy ons herinnerden, was dit twee- of driemaal voorgekomen, om een bezoek af te leggen by een zuster van vader, die te Borgomanero woonde. Wy schaamden ons over de drukte, die wy gemaakt hadden. Om my een houding te geven, deed ik de kleerkast open en keek er met de grootste attentie in, alsof er heelwat viel te kiezen. Al de tekortkomingen van myn garderobe drongen zicb weer by my op en ik betreurde de schamelheid van myn toilet, 't Overige van de week bleven wy er aan houdend over spreken en waren wy in 't geheim druk bezig, nu aan het uitleggen, aan het rekken, aan het styven en atryken, dan aan het naaien, om door een nieuwen boord en opslagen myn japon een zekere élégance te geven. Ik deed ook nog eeu opnaaisei uit myn rok, om hem wat langer te maken. Maar toen ik by het uitgaan de gang doorging, begonnen allen te lacheD, want myn beonen schenen door de dunne stof van myn kleedje, waar onder ik een korten rok droeg. Wy moesten de wandeliDg een half uur uit stellen om het losgetornde opnaaisei weer te naaien, en ik was boos op myzelf om het gekke figuur, dat ik had gemaakt tegenover myn nichtjes en den heer Bonelli. Eindeiyk vertrokken wy twee aan twee, Maria en ik voorop, do zusters achter one en eindeiyk de vaders. De nichtjes waren in gala, met een laken- sche japon, mof en bontkraag; de voile van den hoed hadden zy strak over het gezicht getrokken en zy brachten een heerlyken geur van viooltjes mee. Ik stapte zeer verstoord, met de voeten een eind uit den rok, met polsen rood van kou, die tusschen de mouwen en de bandschoenen uitkwamen, zonder mantel, zonder mof, met de handen in elkaar naast Maria voort. Eerst durfde ik niet3 zeggen; ik dacht: „Maria schaamt zich zeker, met my in 't publiek ts komen," want zy zei niets en was zoo uit do hoogte, wat ik nooit by haar had opgemerkt. Maar hoe langer ik zweeg, hoe ellendiger ik my voelde, en ik begreep, dat ik er steeds leelyker begon uit te zien met myn boos en rood gezicht zwygsnd voortstappend naast die mooie jonge dame, die myn meesteres geleek. En toen wy ds „allee" zouden inslaan, vatte ik moed. Maria, Giuseppina zei Zondag: „Marru- chetti en zyn drie vrienden waren er ook." Wio zyn dat?" O, dat zyn de Rossi en Rigamonti. Zy zyn altyd samen, 't Zyn „Les trois moueque- taires." .Ik had in de verste verte geen idee, wat d»t beteekende, en zohÜër my'in't minst daar over te schamen, zei ik, heef verwonderd: Hél wat zyn dat?" Sst.l" zei Maria. Daarop antwoordde zy, met de handen in de mof, en heel zacht, zooals wèlopgévoede menschen op straat doen, zonder my aan te kyken: Fraat niet zoo luid. „Les trois mousque- taires" zyn personen uit een Franschen roman. Die jongelui hebben hun namen aangenomen en noemen elkaar zoo onder vrienden." Myn natuurlyk gezond verstand, vermeer derd onder de leiding van moeder, verzette zich tegen dit denkbeeld. Ten toppunt van verbazing riep ik uit, veTgetende zacht te Bpreken: Myn hemel! maar waarom Dio verheffing van stem haaldo my een dubbele berisping op den hals van Maria en van haar zustdr, die achter ons, ook fluisterde „sst, est." Maria antwoordde: Ik weet niet waarom, maar zy hebbon dien roman gelezen c-n de porsonen bewon derd. Cuzio i3 er ook by, dio officier; hy hoeft eerst afgewacht, wat d'Artagnan deed." En wat doet die?" d'Artagnan? Die is ook mousquetaire.'* Zyn or dan vier?" Ja!" maar men zegt: „Les trois, da drie." Zy zei dit heel zacht en bedaard, de lippen nauwelyks bewegende, zonder do minste ver bazing, alsof zy het natuurlykete feit ter wereld vertelde. Dit meisje bezat de gava alles te weten en zich nergens over te ver wonderen. Wat my betreft, ik was zoo ver bluft, dat ik opgaf het te begritpen. Maar ik was wat ongerust over heml Hoo zouden wy elkaar begrypen? En hy, welken naam heeft by aan genomen?" Portos, omdat hy zoo dik isDaar is hy, maar kyk niet; doe, alsof je niets merkt." Niet kyken.... Terwyl ik was uitgegaan om hem te zien! Ik draaide het hoofd naai alle kanten. Waar is hy? Waar is hy?" {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9