TTWPTT
IJJdUIL
N°. 11380
Woensdag 31 Maart.
A«. 1897
>ze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
De detective der groote wereld.
DAfrBEAD.
PBUS DEZER COURANTJ
Voor Leidon per 8 maanden. c 11-10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijk o Nommors 0.06.
PRIJS DES ADYERTENTIËN
V&n 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter»
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren bui tea de stad
wordt 0.05 berekend.
Leiden, 30 Maart.
Door de juridische faculteit ran het
Leidsch Studentencorps is de volgende motie
toegezonden aan de juridische faculteit van
den academischer; senaat:
„De juridische faculteit van het Leidsch
Studentencorps, in hare vergadering van den
23sten Maart 1897, betuigt hare ingenomenheid
met de hernieuwde benoeming tot lector in
het Komein8ch recht van mr. P. A. Tichelaar,
en gaat over tot de orde van den dag, tevens
u verzoekende, bü uwe voordracht voor hoog
leeraar op hare motie te willen letten."
Voor bet examen in de nuttige hand
werken zijn geslaagd de dames: A. C. Ver-
brugge, J. E. Labreo en K. J. Knal, allen
van Leiden.
In de zaal van den beer Ephraim, aan
de Haarlemmerstraat alhier, gaf gisteravond
de „Leidsche Dilettantenclub" haar eerste
uitvoering met introductie in dit jaar. Hoewel
ni9t zoo talrijk als anders, was de opkomst
toch zeer goed te noemen. De zaal had een
recht feestelijk aanzien door twee kolossale
plantengroepen, waarboven tropeeën waren
aangebracht en voor eene waarvan de Club
banier een plaats had bekomen. Flinke muziek
verhoogde de gezelligheid van het bijeenzijn.
De voorzitter der Club, de heer F. J. De
Jong, opende vrjjwel op tijd de feestelijke ver
gadering, allen het welkom toeroepende, veel
genoegen wenschende en den raad gevende
bij een oordeel over het spel der dilettanten
de lijntjes niet te „streng" aan te halen, aan
gezien men te doen had met „geen vakman
nen van beroep".
Opgevoerd werd, zooals helaas maar al te
veel de gewoonte is onder het heirleger onzer
tooneelvereenigingen, een drama, en wel het
oorspronkelijk historisch volksdrama ia drie
afdeelingen of zes bedrijven door A. Wijnstok
„De HolUndsche Jongen", waarvan de eerste
afdeeling speelt in 1556» de tweede in 1573,
de derde in 1577.
We zullen de lijntjes niet streng aanhalen
en als gevolg daarvan kort zijn.
Er, werd vrij goed, maar ook, met enkele
loffelijke uitzonderingen, vrij saai gespeeld.
Er zat weinig gang in 't spel De enkele
loffelijke uitzonderingen zijn te danken aan
Willem Banning, diens zoon, Carlo en, nu ja,
hij 't kantje af, ook aan Govert. De laatste kan
echter veel beter spelen dan hij gisteravond
deed, al wil dit volstrekt niet zeggen, dat b\j
thans beneden het middelmatige bleef. Piet de
Rijmer moest o. i. saai spelen: h\J was uit
stekend in zijn rol, evenals Willem Willemsz.
Banning, wien we een pluimpje geven voor
zijn inderdaad flink spel en kordate houding.
Evenals Carlo droeg hg zijn niet-alledaagsch
kostuum zeer goed.
Over het spel der dames viel kortweg ge
zegd niet te roemen; ze waren allesbehalve
rolvast en de geest van saaiheid was over
haar in hevige mate vaardig. Voor den zang
van Clara evenwel een woord van hulde;
zang en voordracht waren heel goed; overigens
deed Clara ons het geheele stuk door al te
onnoozel, al te naïef. Of was ze bijzonder
groot voor heur jaren en te oud gekleed?
Machteld en Liesbeth misten ten eenenmale
alle zeggingskracht. Klaasje Gerrits sprak
heel deftig, maar voor kasteleines deugde
ze hoelemaal niet.
Totaal-indruk, met slappe lijntjes, een eer
volle vermelding voor het vry beschaafd
Nederlandach en de goede regie't Ging nogal.
Een bal volgde, nadat door den voorzitter de
werkende leden bedankt waren, een vrouwelijk
werkend lid een souvenir was aangeboden en
een kunstzuster het insigne van lid van ver
dienste was op de borst gespeld, en niet te
vergeten nadat vele bijvalsbetuigingen in de zaal
van den heer Ephraim hadden weerklonken.
De opperkamerheer van H. IL baron
Van Hardenbroek van Bergambacht is Zondag
ochtend naar Weimar vertrokken met Hr. Ms.
kamerheer H. W. J. E. baron Taeta van
Amerongen, laatstgemelde ter vervanging van
den vroeger aangewezen kamerheer E. L.
graaf Van Limburg Stirum, die ten gevolge
van een ziektegeval in zijn gezin verhinderd
werd als mede-vertegenwoordiger van HH.
MM. bij dt begrafenis der groothertogin te
vertrekken.
In de gisteren gehouden vergadering
van aandeelhouders der Haagsche Brood
fabriek werd door den directeur dr. J. Boeters
van Lennep verslag uitgebracht, waaruit bleek,
dat over het jaar 1896 eene winst werd
gemaakt van f 12,653. Hiervan werd f 7500
aangewezen voor afschrijving; f 839 gereser
veerd voor diverse hoofden van rekening; zal
3 pCt. aan aandeelhouders worden uitgekeerd
en wordt ƒ8.11 op de rekening van 1897
overgebracht.
De Nederlandsche Regeering zal op het
geneeskundig congres, dezen zomer te Moskou
te houden, vertegenwoordigd worden door
den voorzitter der Nederl. Maatschappij ter be
vordering der Geneeskunde, prof. R, H. Saltet
Tot directrice van het Wilhelmina-Zieken-
huis te Nfimogen ie benoemd mevrouw do
wed. Scheffer geb. Bool, die de betrekking
heeft aangenomen.
Gisteren werd te Haarlem, onder voor
zitterschap van den heer J. H. Kersten, de
90ste algemeene vergadering gehouden van
de Algemeene Vereeniging voor bloembollen
cultuur. (De voorzitter, de heer Krelage, was
door ongesteldheid verhinderd).
Vertegenwoordigd waren 22 afdeelingen.
Met inbegrip van een saldo van f 4724.12,
bedroegen de ontvangsten een som van
f 9617.89!/j, terwyi werd uitgegeven ƒ3835.14,
zoodat er een voordeelig saldo van 6682.75'/^
bestaat.
Het ledental der Vereeniging is in 't afge-
loopen jaar iets verminderd. De afdeeling Sand-
poort werd opgeheven en de afdeelingen Noord-
wykerhout en Voorhout en omstreken werden
opgericht Over het algemeen was de toestand
gunstig te noemen.
Tot leden van het hoofdbestuur werden ge
kozen de heeren C. Blokhuis eu G. Vlasveld.
Aan de orde was thans het voorstel van
de afdeeling Overveen-Bloemendaal tot het
oprichten van een pensioenfonds voor bloemist
knechts. Het hoofdbestuur stelt hieromtrent
voor, om dat voorstel nog in handen van het
hoofdbestuur te laten, ten einde bet nog nader
te onderzoeken, om, rekening houdende met
al hetgeen op dit gebied verder bekend zal
worden, op het oogenblik, dat het hoofdbe
stuur daartoe het meest geschikt acht, nadere
vooratellen te doen aan do algemeene ver
gadering.
Dit voorstel werd zonder hoofdelyke stem
ming aangenomen.
Door een lid der afd. Noordwjjk werd de
aandacht van het hoofdbestuur gevestigd op
het tegenwoordig veelvuldig voorkomen van
zoogenaamde kwade plekken. De voorzitter
beloofde dit punt by het hoofdbestuur ter
sprake te zullen brengen.
Daarna deed de voorzitter eenige rnede-
dee'ingen ter zake de tarieven voor het
vervoer van bloemistknecht3 op de H. IJ.-S.-M.,
waaruit bleek, dat een verminderd tarief in
uitzicht is.
Ook omtrent de quaestie der Amerikaansche
tarieven, waarop een lid der afdeeling Lisse
de aandacht vestigde, deelde de waarnemende
voorzitter mede, dat daaromtrent reeds door
den heer Krelage een uitgebreide memorie is
opgemaakt en aan den minister is ingediend,
zoodat men verwachten kan, daarvan spoedig
nadere bijzonderheden te vernemen.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Te Haarlem had gisteren de tweede ver
gadering plaats van den bond van bloemisten
tot 't tegengaan van den handel in afgesneden
bloemen.
Aan de orde was het voorstel om den
bond te ontbinden, als hebbende geon resultaten
opgeleverd. Na discussie werd echter met 13
tegen 11 stemmen besloten, den bond te
laten bestaan.
Door de Koningin-Regentes is voor de
Nationale Tentoonstelling te Dordrecht, afdee
ling oude nyverheid en kunst, tydeiyk afge
staan eene serie Delftsche maandborden, eene
serie Delftsche wapenborden en twee zilveren
candelabers styi Lodewyk XVI. De toezeg
gingen, voor deze afdeeling van verschillende
zyden ontvangen, maken het waarschyniyk,
dat de collectie oude nyverheid en kunst een
der belangrykste van de geheele tentoon
stelling zal worden.
Mr. P. J. Troelstra, te Utrecht, heeft
de hem door de arbeiders-kiesvereenigingen
te Leeuwarden aangeboden candidatuur voor
de Tweede Kamer in het district Leeuwarden
aangenomen.
Door het bestuur der Vereeniging tot
bevordering van de vakopleiding voor hand
werkslieden in Nederland zyn de volgende
heeren uitgenoodigd deel uit te maken eener
commissie, welke zich ten doel stelt, eene
pensioenregeling voor leeraren van ambachts
scholen en aroind toekenscholen tot stand te
brengen: jhr. mr. W. C. A. Alberda van
Ekenstein te Groningen, Ankersmit te Am
sterdam, mr. A. Bloembergen Ez. te Leeu
warden, C. J. Canters te Alkmaar, mr. H.
Goemaa Borgesius te 's-Gravenhage, Tb. Van
Harderwijk te Amsterdam, mr. A. Kerdyk
te 's-Gravenhage, J. Korevaar te Leiden,
Lamer8 te Breda, G. L. Van Lennep te
Haarlem, H. Van der Linden te Rotterdam,
Joh. Luteyn te Middelburg, Mesdag te Zwolle,
H. P. Priester te Leeuwarden, mr. H. Smeenge
te Hoogeveen, jhr. mr. V. E. L. De Stuers
te 's-Gravenhage, C. Van Straaten te Utrecht,
baron Verschuer te Arnhem, H. W. Veth te
Dordrecht.
Voorzitter is de heer P. D. Van der Bilt,
leeraar aan de Academie van beeldende kun
sten en teekeningen te Rotterdam.
Het stoomschip „Buluwayo", van Amster
dam en Londen naar Kaapstad, vertrok 27
Maart van Dartmouth; de „Prinses Amalia",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 29
Maart van Port-Said; de „Prins Hendrik'
arriveerde 29 Maart van Amsterdam te Batavia;
de „Ardjoeno", van Rotterdam Daar Batavia,
arriveerde 29 Maart te Southampton; de „Prins
Willem II" arriveerde 29 Maart van West-
Indiê te Nieuw-York; de „Spaarndam" arri
veerde 29 Maart van Rotterdam te Nieuw-
York; de „Werkendam", van Nieuw-York naar
Rotterdam, passeerde 29 Maart Prawlepolnt.
R o e 1 o f-A rendsveen: Eenige bloem-
kweekers te Roelof-Arendsveen zyn weer bezig
met het maken van toebereidselen voor de
verzending van afgesneden bloemen voor de
Engelsche markten. Weldra zullen in deze
plaats weder velden en akkers prijken met de
levendige en schitterende kleuren van narcis
sen, jonquillen en tulpen, wat voor menigen
vreemdeling aanleiding zal geven om zijn oogen
aan die kleurenpracht te komen vergasten.
Hier en daar hebben in de tulpenbedden
de ratten, die onvermoeide knagers, aanzien
lijke schade gedaan. By voorkeur zoeken zij
de fijnste soorten op. Een sterk voorbeeld
hiervan kan men ontmoeten by den heer T.
De Jong alhier, by wien ze uit een perk van
verschillende tulpensoorten de Nelly's hebben
gekaapt, terwyi ze eenige mindere soorten,
dien zy moesten voorbygaao, ongerept hebben
gelaten. De bloemisten toonen zich over die
ongepaste vrypostigheid in 't geheel niet ge
sticht, en vervolgen deze dieven op alle moge-
lyke wyzen.
TWEEDE KAMER.
GemeenteFinanciën
Op de regeling der gemeente-financiön heeft
de heer Goeman Borgesius een amendement
voorgesteld, dat, zich bewegende in de richting
van het Regeringsvoorstel, hetwelk onbe
perkte progressie der gemeentelyke heffingen
niet toelaat en slechts een matige progressieve
belasting veroorlooft, echter zekerheid wil
geven in welke mate progressie veroorloofd is.
Daarom stelt hy voor, dat in de wet de
grenzen worden aangewezen, waarbinnen men
zich by de toepassing van progressie zal mogen
bewegen. De ei6chen, aan welke een deigeiyke
grensbepaling moet voldoen, zijn naar 's voor
stellers meening de volgende:
lo dat alleen eene matige progressie ge
oorloofd zy;
2o. dat de grondbepaling zoo worde gesteld,
dat eene gemeente niet genoodzaakt wordt
om, zooals dit by vele bestaande regelingen
het geval is, van de aangroeiing van een ia-
komen meer belasting te heffen, waar het
kleine dan waar het grooto inkomens geldt
en dat tevens onregelmatigheden in deprogres-
sieschaal zooveel mogeiyk worden vermeden;
3o. dat niet onder den schyn van matigs
progressie hooge inkomens toch buitengewoon
zwaar belast kunnen worden
4o. dat by de in te voeren progressie be
houden blyve de grondslag van het ïoogenaaa»
de Benthamsche stelsel (aftrek voor levens»
onderhoud voor alle aanslagen).
Hy hoopt, dat de in het amendement gt»
geven formule aan al deze eischen voldoet, en
licht deze elk in het byzonder Dog nader toe.
De uitvaart Tan Prinses Sophie.
De dag liet zich te Weimar gistermorgen
zeer ongunstig aanzien; er hing een zware»
grijze lucht en elk oogenblik dreigde er een
regenbui. Zoo nu on dan klaarde het eventjeo
op, doch dan vielen er weer dikke regendroppels.
De menigte liet zich daardoor evenwel niet
afschrikken; in de straten stonden de be
woners van Weimar en een aantal belang
stellenden van buiten in dichte drommen
geschaard; velen waaronder een groot aantal
dames droegen rouwbanden om den ara
of den hoed.
De stad zag er somber uit, geheel in over
eenstemming met de treurige plechtigheid;
en nog somberder werd de aanblik door de
tallooze rouwwimpels, welke in byoa alle
straten slap- neerhingen van de gevels der
huizen.
De standbeelden van Goetbe en Schiller,
welke groote dichters door de overledene zoo
warm werden vereerd, waren met rouwfloen
behangen, terwijl aan den voet kransen wa
ren neergelegd met oranje-linten. Ook do
huizen, waaria vroeger Schiller en Goetho
woondeD, waren in rouwfloers gehuld.
De studenten hadden zich niet onbetuigd
gelaten. Met do met zwart krip omhuld#
vaandeis voorop, schreden zy in optocht door
de straten, waar overal een gedrukte stoas-
ming hoersclite.
Onder hen, die door hun tegenwoordigheid
de laatste eer wilden bewyzen aan de over
ledene, merkte men o. a. op professor Vaa
't Hoff en professor Dubois, benevens tea
deputatie van Hollanders uit Berlijn, die oaa
krans, met linten van rood, wit, blauw ea
oranje, op de baar kwam leggen.
Het Nederlandsche gezantschap te Bezitfa
was vertegenwoordigd door den gezant jhr.
mr. D. A. W. Van Tets van Goudriaan sa
mr. W. B. R. Van Weideren baron Rongen,
secretaris van legatie.
Tegen elf uren kwam do Dnltsche Keizer
te Weimar aan. Z. M. word aan het statioa
ontvangen door den Groothertog en de Prinsen.
Om twaalf uren begonnen alle klokken to
luiden.
In de Hofkerk werd de kist met het stof»
feiyk overschot der Groothertogin door vier
kamerheeren en eenige hofdienaren door het
portaal naar den ïykwagen gedragen.
Terstond daarna stelde zich do stoet in
beweging, langzaam onder het beieren der
klokken voortschrijdend tusschen de menigte,
die eerbiedig het hoofd ontblootte.
18)
Hü had nu haar pols losgelaten. Ze was
doodsbleek en wankelde naar een zetel.
Met de armen over de borst gekruist, bleef
by haar aanzien.
„Twee weken geleden werd myn argwaan
opgewekt door een rekening, die u werd aan
geboden en die door u werd geweigerd. Niet
zonder eenige moeilijkheid hoorde ik wie uw
zaakwaarnemer was
„Die ellendige verrader 1"
„Het beeft mi) heelwat geld gekost, om
—John Abernethy tot die bekentenis te brengen.
Hi) beeft me echter allee verteld en ook, dat
Roy Pemberley, de man, die u liefheeft, op
den rand van z|)n ondergang is."
„John Pemberley heeft mi) nooit van liefde
gesproken."
De graaf lachte spottend.
„Omdat hij weet, dat gt) Thorald Cliffe
liefbebt."
„Graaf De Champcey, ik wensch verder van
dergelijke onthullingen verschoond te blijven."
Thorald, die ieder woord verstaan had,
trad nu op beiden toe.
„Gij hebt in mijn belang gesproken en ik
dank u daarvoor," zeide h(j tot De Champcey.
„Mijnheer Cliffe," antwoordde deze, „ik
heb u nog iets te zeggen: Roy Pemberley
wensebte u onmogelijk te maken en zoodoende
het huwelijk tusschen u en z(jn dochter t3
voorkomen; daarom stal hi] hot halssnoer.
Hoe het komt, dat het hem niet gelukt is,
zou ik u niet kunnen zeggen. Ik heb hem
laten bespieden, daar ik hem verdacht, en
den volgonden dag zag men mevrouw De
Charlemont en Roy Pemberley b|] Tiffany
binnentreden."
„Dan heeft men ook gezien, dat ik niets
geBtolen heb!" riep Natica in wanhoop uit.
„Ik zweer hetu, graaf De Champcey; hy deed
het, ik niet."
„Ge beschuldigt dus uzelf; mjjn spion heeft
niets zekers gezien; daartoe ie de diefstal te
handig gepleegd."
„Wat heb ik gezegd 7" vroeg z(j verschrikt.
„Genoeg, om ons te doon zien hoe diep
gij gezonken zjjt."
„Gfl zyt nog op vrye voeten," aldus wendde
hy zich nu tot Thorald; verwijder u dus van
hier zoo ongemerkt mogelyk. Yan deze dwaze
vrouw hebt ge niets te vreezendaarvoor
sta ik in. Ik neem tevens op my uw naam van
elke smet te nuiveren. In uw schuilplaats
zal het u zelfs ter ooren komen, want heel
Nieuw-York zal vol zyn van het nieuwe
schandaal."
Natica'a tanden klapperden.
„Graaf De Champcey," zeide Thorald, „ik
weet, dat ge een edel man zyt, en ik waar
deer ten zeerste uw goeden wil, maar om
Geneviève Pemberley verzoek ik u de zaken
te laten zooals zy zijn, tot ik met myn vriend
Arcble Syndon beraadslaagd heb, wat ons
to doen staat."
Zooals gij wilt; ik eerbiedig uw redenen
geheel en bewonder uw zelfopoffering. Ik
beloof u niets openbaar te zullen maken tot
ik bericht van u krijg." Mjjn adres zal ik u
doen toekomen."
Thorald drukte den Franschman de hand
en verliet daarna, zonder Natica ook maar
één blik te gunnen, de serre.
„Hebt gy geen medelijden met my?" vroeg
zy, zoodra ze alleen waren.
„Ja, omdat Cliffe het rnjj verzocht heeft;
gy verdient het niet en ik was ook niet van
plan geweest het u te betoonen."
Hjj keerde zich half van haar af, een oogen
blik had hy zyn liefde overmeesterd gevoeld
door zyn verachting, doch toen hy haar daar
zoo zag zitten, nederig om genade smeekend,
werd het oude gevoel weer by hem wakker.
„Gaspard," zeide zy met flauwe stem, „gy
hebt dikwyis gezegd, dat go my liefbebt,
en toch zoudt go nu armoede en schande
over my willen brengen?"
„Ik heb u ook liefgehad met myn ganeche
hart, maar daarom ben ik nog niet blind
voor uw slechte handelwyze."
Zy kwam dicht by hem etaanhaar oogen
gloeiden als kolen vuure.
„Gaspard, ik ben schuldig, maar gy kunt
my redden! Gy zyt onmetelyk ryk, dus kunt
gy my voor echande bewaren; wilt ge dat?"
Hu greep beide haar handen.
„Wilt gy dan myn vrouw worden, Natica,
als ik u help?"
„Ja, dat zweer ik u; gy kunt vanavond
nog onze verloving publiek maken."
„Genoeg; ik ben uw slaaf en dat weet gy."
Zy trok zich terug uit zyn omhelzing.
Ze had haar oude macht weer over
hem verkregen en dat was haar voldoende.
„Gy hebt Cliffe uw hulp toegezegd; toch
kunt ge niet hem en my genegen zyn, kies
dus één van ons beiden."
„Gy hebt Cliffe lief; ik heb't je zelf hooren
zeggen."
Zy balde de kleine handen tot een vuist,
haar oogen echoten vonken; ze scheen plot
seling een tygerin gelyk.
„Ik haat hemi Even hartstochteiyk als ik
hem eerst heb liefgehad, haat ik hem nu. Mis
schien vindt ge dit vreemd, doch ik zeg u,
dat daareven, toen hy mU zoo uiterst koel
bejegeDde, myn liefde voor hem veranderd ie
in haat."
Ze sprak de waarheid en hy zag het. En
tegeiyk wist zy, dat ze hem weer geheel in
haar macht had.
„Wat wilt gy, dat ik doen zal, Natica?"
„My helpen om Cliffe ten ondergang te
brengen. Als belooning bied ik u myzelve
tot vrouw. Ga in de balzaal vertelleD, dat
wy verloofd zyn; stemt ge toe, Gaspard?"
„Ja," antwoordde hy.
Hy nam haar handen en bedekte ze met
kussen; zicbzelve verachtend en toch toe
gevend. Hy wiat, dat hy haar slaaf was en
zy verhief er zich op.
XV.
Onderwyi reed het rytuig, waarin Archie
en de inspecteur van politie waren gezeten,
in snellen draf verder.
„Ik zal verder geen moeite doen, om u
over te halen," zeide Archie; „ik zie, dat
ge geen greintje meDScheiyk gevoel hebt."
„Ik blyf by myn weigering," wa» het
hatolyk antwoord, „omdat ik zeker geloof,
dat gy schuldig zyt, en omdat ik my niet
aan een berisping voor plichtsverzuim wil
blootstellen."
Archie gaf geen antwoord; hg had thans
alle hoop laten varen.
Eensklaps slingerde het rytuig hevig. Archie
keek er uit en zag, dat ze onder de viaduct
van den spoorweg reden. Daar dezelyneeret
kort geleden in Nieuw-York wai aangelegd,
schrikten de meeste paarden er telkens nog
van. In wilden ren bolden de weldoorvoeds
rossen van den heer Fullerton door, het
rytuig helde telkens over en de toestand dar
beide heeren was verre van henydenswaard.
De koetsier had alle bestuur over de dieren
verloren; in blinde vaart vlogon zy over da
weg. Één der portieren wal reeds losgeraakt
en spoedig door het gedurig schokken gehesl
van het rytuig afgeraakt.
„We zyn odb einde nabyi" jammerde
Archies metgezel, meteen een beweging
makend alsof hy op straat wilde springen.
„Ge wilt er toch niet uit springen?" vroeg
Arcbie verbaasd.
„Alles in beter dan tegen de etsenen vee*
bryzeld te worden."
„Betert Maar, man, zóó loopt ge zeker da
dood in de armen."
Wordt vervolgd)