N». 11373 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. F euilleton. De detective der groote wereld. D nsdae S3 Maart. Ao. 1897 LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANTJ Voor Lelden per 3 maanden. ..«■«»-»• Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommere 0.06. PRIJS DER AD VERTENT IËN: Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Groots» letters naar plaatsruimte. Voor hot Incasseoren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit uommsr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 22 Maart. De Gemeente-Commissie van het Nederd.- Hervormd Kerkgenootschap, alhier, heeft in hare vergadering van Zaterdag 20 dezer her benoemd tot ontvanger-boekhouder van voor noemde Commissie den heer P. Essers, die bezwa..r heeft gemaakt wegens de groote verantwoordelijkheid in den tegenwoordigen toestand derstadsbank-van-leening zyne benoe ming tot controleur daarvan aan te nemen. Het drietal aanbevolen candidaten voor ontvanger boekhou .'er bestond uit de heeren P. Essers, J. Bosch en D. Poptie. Ingevolge het Raadsbesluit van 3 Decem ber jl., waarbij gunstig werd beschikt op het adres der taalleeraren aan de Hoogere Burger school voor Jongens, dat hunne wedde van 1800 op 2000 zou worden gebracht, is eene wijziging noodig van de Ytrordening van 4 Augustus—15 September 1879, regelende het getal der leeraren, vertonden aan de gemeente instellingen van Middelbaar Onder wijs te Leiden, en het bedrag hunner jaar wedden. Aangezien reeds door verschillende Raadsbesluiten de feitelijke toestand op ver schillende punten is gewijzigd, zonder dat de Verordening zelve daarmede in overeenstem ming was gebracht, hebben B. en Ws. boven dien gemeend, na overleg met de Commissie van Toezicht op de gemeente-instellingen van Middelbaar Onderwijs, tot de algeheele her ziening van deze Verordening over te moeten gaan. Zjj stellen dienovereenkomstig voor te be sluiten tot vaststelling van de door hen voor gestelde verordening, regelende het getal der leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en het bedrag hunner jaarwedden. Art. 1 daarvan luidt: De jaarwedden der leeraren aan de Hoogore Burgerschool voor Jongens worden vastgesteld als volgta. voor den directeur op ƒ3400; 5. voor den leeraar in de natuurkunde, op ƒ1900; c. voor twee leeraren in de wiskunde en een leeraar in de wiskunde, mechanica, cosmographie voor ieder op 2000; d. voor den leeraar in de Neder- landsche taal- en letterkunde, op ƒ2000; e. voor den leeraar in de geschiedenis, op ƒ2000; voor den leeraar in de aardrijkskunde, op 2000; g. voor drie leeraren in deFransche, de Hoogduitscho en de Engelsche taal- en letterkunde, voor ieder op 2000; h. voor den leeraar in de natuurlijke historie, op 1100; i. voor den leeraar in de staatswetenschappen, op 1000; k. voor den leeraar in het boek houden, op ƒ300; lvoor den leeraar in het schoonschrijven, op ƒ100; m. voor den löeraar in het rechtlijnig teekenen, op 600. De bezoldiging en de verplichtingen der leeraren in bet bandteekenen en de gymnastiek worden bij afzonderlijke verordening geregeld. Art. 2. De onder a tot en met i vermelde leer aren genieten tweemaal eene verbooging van jaarwedde, die telkens bedraagt 200 voor de onder a tot en met g genoemde leeraren en 100 voor de onder h en vermelde. De eerste verhooging gaat in, voor den directeur, op den dag, waarop hy in dien rang drie jaren, hetzij elders, hetzij Leiden, -workzaam is geweest; voor de overige leeraren: op den dag, waarop zy een drie jarigen diensttijd aan eene hoogere burger school met vijfjarigen cursus of aan een gymnasium volbracht hebben. De tweede verhoogiDg gaat in, voor den directeur: op den dag, waarop hy in dien raug zes jaren, betzy elders, hetzy te Leiden, is werkzaam geweest; voor de overige leeraren: op den dag, waarop zy een zes jarigen diensttyd aan eene hoogere burger school met vijfjarigen cursus of aan een gymnasium volbracht hebben. Art. 4. Zoodra het aantal wekeiyksche lesuren voor een leeraar, genoemd onder letter a tot en met g van artikel 1 boven 24 geklommen is, genieten zy voor ieder wekelyksch uur daar boven eene toelage van 100 's jaars. De leeraar in het boekhouden geDiet voor elk wekelyksch uur boven 2 eene toelage van ƒ100 '8 jaars, met dien verstande, dat het bedrag der gezameniyke jaarwedde en toelagen de som van 500 niet overschrijdt. De leeraar in het scboonscbryven geniet voor elk wekelyksch uur boven 2 eene toelage van 50 's jaars. Door curatoren van het Gymnasium is B. en Ws., onder overleging van eeD be trekkelijk 8chryven van den rector, in over weging gegeven om aan den Gemeenteraad voor te stellen dit jaar de Paaschvacantie met de |Pink!-tervacantie te vereenigen, in dier voege, dat de Paaschvacantie verlengd worde met den duur van de Pinkstervacantie. De Paaschvacantie zou dit jaar moeten zyn van 16—26 April en de Pinkstervacantie van 514 Juni. In de tweede helft van Juni volgt het eindexamen, terwyi in de week van 5—10 Juli de overgangs- en toelatingsexamens wor den gehouden. Het springt in het oog, dat de Pinkstervacan tie dit jaar, zoo zy volgens de bepaling der Verordening gegeven werd, aan den geregelden gang van het onderwys veel afbreuk zou doen. Tusschen de Kerstvacantie en de Paasch vacantie verloopen ruim 15 weken, van Paschen tot Pinksteren zyn 7 wekenvan Pinksteren tot de overgangsexamens zyn 4 weken, en deze weken zouden dan nog onderbroken worden niet alleen door de eindexamens, maar ook door een vacantieweek. Zich met het voorstel van curatoren geheel vereenigende, geven B. en Ws. den gemeente raad alzoo in overweging te besluiten, dat in dit jaar de Pinkstervacantie op het Gymnasium vervalt en de Paaschvacantie met ODgeveer een week wordt verlengd. Ten aanzien van de op den gemeente raad overgelegde lyst van reclames tegen het 2de suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1896, stellen B. en Ws. voor: te handhaven de aanslagen vanC. Van den Berg, A. Blansjaar, M. G. Blauw, J. Bolt, A. T. Boom, M. De Brander, P. Van den Broek, J. Bruning, D. Van den Burg, J. Dingjan, A. M. J. Dirkse Van Vuuren, C. Doomt os, H. M. Van Duuren, H. E. H. Fortanier, J. De Graaff, G. Groen, G. J. Gros, Wed. A. C. E. Hanozet Gordon, W. C. Van Heyningen, G. Van Herwynen, H. W. Hoo- geboom, L. T. Kurpersboek, J. Leutner, P. Van der Meer, W. Van der Meyden, A. Mid- derham, J. Midderham, C. Moerkerk, C. Mulió, A. D. Den Older, J. Van der Plas, J. H. C. Plesman, H. F. De Puy, W. Van der Reyden, W. Reykers, W. Ridderhof, C. Rieuyk, J. Roem, Th. Van Rooyen, H. Sasse, S. J. Sasse- Arentz, N. Van der Spek, H. M. Vallentgoed, S. Vallentgo9d, A. Verhoog, W. Vermeulen, H. A. F. De Vogel, J. S. De Waal, A. J. Wagtendonk, D. Warners, Wed. J. Van Weeren, K. P. Wiekhart, Wed. J. H. Winderoode; te verminderen de aanslagen vanJ. W. Van Beek met ƒ10.98, C. Boekee met ƒ6.46, J. Bogaards met ƒ2.91, wed. M. E. Bolleman van der Veen met 9.69, E. W. M. Cornelissen met ƒ2.26, N. Dfkker met 4.52, C. P. Dingjan met 2.26, D. Van Dissel met ƒ0.64, M. E. Van Duuren met 0.64, H. E. Falke met 2.78, Ph. A. Feltzer met 23.58, W. Van de Goorberg met 35.52, D. De Graaff met 12.92, S. A. De Graaff met 25.83, C. M. A. Hartman mot 6.20, H. M. Van der Heyden met ƒ2.91, F. Kaspar met 4.25, P. J. Koninga met 3.17, D. Kraay met 3.23, A. C. Kriest met 6.46, J. Van Leeuwen met 3.23, A. Musers met 3.55, W. Nieboer met ƒ0.64, C. J. Noll met 0.97, G. N. Noll met 0.64, J. Van de Pol met 0.97, W. Rank met 2.59, C. Van Santen met 3.23, J. H. Schouwman met 3.23, A. D. D. Schretlen met 21.18, F. Van der Steen met ƒ11.30, A. S. Straathof met 1.90, F. H. Verster met 4.52, B. H. Wolthuis met ƒ1.93, Wed. A. A. Wynnobel met 2.86; en te roieeren de aanslagen van: Wed. A. Blöte Grim, L. Noordeloos, F. Postma, A. ReDier, S. Ryko en Wed. J. Van Rynswou. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van den emer., predikant J. P. De Meyere, deelen B. en Ws. mede, dat de zo^n van adressant, J. L. F. De Meyere, sedert 1 Maart jl. de lessen der 4de klasse van het Gymnasium volgt. Zy geven mitsdien in over weging aan adressant vrystelling of terugbe taling van schoolgeld te verleenen voor zyn zoon, sedert 1 Maart jl. leerling van het Gym nasium, over de eerste twee kwartaleu van den cursus 1896/97. Tevens geven zy in overweging het school geld van de volgende leerlingen der Kweek school voor Onderwijzers, elders woonachtig, vast te stellen op het hierna vermeld bedrag: C. W. Paap, te Oegstgeest, minderjarige zoon van C. A. Paap, te Voorschoten, wiens inkomsten vallen tusschen ƒ1000 en ƒ2000, op 6 per kwartaal. H. De Noo, te Hazerswoude, minderjarige zoon van B. De Noo, te 's-Grevelduin Capelle, wiens inkomsten mede vallen tusschen 1000 en ƒ2000, op ƒ2 per vak en, C. De Klerk, te Hoogmade, wiens jaarlijksch inkomen minder bedraagt dan 600, van de betaling van schoolgeld vry te stellen. Ten aanzien van het verzoek van den heer J. Van Leeuwen Jr., deelen B. en Ws. mede, dat de dochter van adressant, Johanna Van Leeuwen, in Februari jl. de Hoogere Burger school voor Meisjes om gezondheidsredenen heeft verlaten. Zy geven mitsdien in over weging aan adressant vrystelling of terug betaling te verleenen van schoolgeld voor zyne dochter, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1896/97. Naar aanleiding van een verzoek van den heer P. De Carpentier Wildervanck, deelen B. en "W8. mede, dat de zoon van adressant, M. De Carpentier Wildervanck, op 1 Maart jl. de Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft verlaten, ten einde zich verder te bekwamen voor zyn aanstaand examen (admissie-examen tot de Universiteit), zooaat er termen bestaan om gunstig op het verzoek om ontheffing van de betaling van schoolgeld te beschikken. Zy geven mitsdien in overweging aan adres sant vrystelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zyn zoon, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1896/97. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het aftreden van dr. J. W. Muller als lid der Plaatselyke Schoolcommissie, heeft genoemde commissie den Raad het volgende dubbeltal voorgedragen: dr. J. C. Kluyver, hoogleeraar, en K. L. Van Schouwenburg, oud- directeur der Hooger<j Burgerschool te Sama- rang. Door de Commissie van Fabricage is aan B. en W8. overgelegd een lyst van verschil lende buiten gebruik gestelde voorwerpen, zich bevindende aan de Stads-timmerwerf, onder mededeeling, dat deze ten verkoop wor den voorgedragen Onder overlegging van de betrekkelyke stukken, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging tot don openbaren verkoop van bedoelde voorwerpen te beslu.ten. In verband met dit voorstel tot vast stelling van eene gewyzigdo Verordening, regelende hot getal der leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en het bedrag hunner jaarwedden, deelen B. en Ws. tevens mede, dat, by het overleg daaromtrent met de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwys hunne aandacht was gevallen op het feit, dat de leeraar in de natuuriyke historie die, volgens de Verordening regelende het getal der leeraren, verbonden aan het Gymnasium, en het bedrag hunner jaarwedden, eene jaarwedde van 900, met twee driejaarlyksche verboogingen van 200 geniet, slechts óóne verbooging van 200 ontvangt ten laste van het Gymnasium, zynde de andere verhooging ten laste van de Hoogere Burgerschool voor Jongens op de begrooting uitgetrokken. B. en Ws. achten het noodig de beide Verordeningen in overeenstemming te brengen met deze sedert twaalf jaren bestaande administratieve regeling, en het komt hun het regelmatigst voor op beide inrichtingen twee driejaarlyksche verhoogingen van ƒ100 toe te kennen. Van deze gelegenheid wenschen zy gebruik te maken, om de thans geldends Verordening van h»t Gymnasium van 5 Juni 1879 (Gem.-bla'i No. 6 -an dat jaar), die twoemalen is gewyzigd by Raadsbesluit van 25 Augustus 1887 (Gem.-^lad No. 9 ra t dat jaar) en by Raadsbesluit van 12/26 Oktober 1893 (Gem.-blad No. 16 van un jaar), in ta trekken en geheel te herzien, onder opneming van de beide laatstgenoemde verordeningen en van de boven voorgestelde bepaling omtrent de jaarwedde van den leeraar in de natuuriyke historie. Tevens wordt medegedeeld, dat by Raadsbe sluit van 18 Maart 1886, goedgekeurd door den Minister van Binnenlandsche Zaken by beschikking van 19 April d. a. v., de jaar wedden van de leeraren in bet Fransch en het Hoogduitsch zyn vastgesteld op 1400. Na overleg met curatoren van het Gymna sium is alsnu eene Verordening ontworpen, welke den Raad wordt overgelegd, terwyi ia overweging wordt gegeven tot de vaststel ling daarvan over te gaan. Volgens art. 1 worden de jaarwedden der 1 leraren, verbonden aan het Gymnasium, vast gesteld als volgt: a. voor den rector op ƒ3400; b. voor den conrector op 2400; c voor twee leeraren in de oude talen voor ieder op f 2000; d. voor twee leer* i en in Nöuerlandscho taal- en letterkunde, ge chit- denis en aardrykskunde, voor ieder op 2000 e. voor twee ot drie leeraren in deFransche, Hoogduitsche en de Engelsche taal, voor de Fransche en Hoogduitsche talen, elk op ƒ1400; en voor de Engelsche op 1200; vooreen leeraar in de wiskunde op 2200; g. voor een leeraar in de natuuriyke historie, op ƒ900; h. voor een leeraar in de natuurkunde, wanneer het onderwys in dat vak geduren Je 4 uren 's weeks gegeven wordt, op 500; voor elk wekelyksch losuur méér ƒ100; voor den leeraar in de soheikunde voor elk weke lyksch lesuur 100; i. voor don leeraar in de Hebreouwsche taal op 200. De bezoldiging van den leeraar in de gym nastiek wordt afzonderiyk geregeld. By de behandeling van de gemeente- begrooting voor dit jaar werd door den heer Van Kempen de wenscheiykheii te kennen gegeven om het schoolgeld voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes met 50% te ver- hoogen, waarop door den voorzitter werd medegedeeld dat die zaak nogmaals zou worden overwogen; dat wanneer, na verhoor van de Commissie van Toezicht op de Scholen voor Middelbaar Onderwys, Burgemeester en Wethouders overtuigd mochten worden dat eenlge verhooging van schoolgeld biliyk moet worden geacht en zonder schade voor die onderwysinstelling kan plaats hebben, een voorstel tot wyziging van de betrekkelyke verordening zou worden ingediend, terwyl, wanneer Burgemeester en Wethouders niet tot dit resultaat mochten komen, een voorstel tot verbooging door den heer Van Kempen of ieder ander lid van den Raad kon worden ingediend Sedert heeft deze schoolgeldquaestie nog maals een punt van overweging by het College van B. en Ws. uitgemaakt. De Commissie 6) „Hebt gy eenige aanwyzing kunnen vinden in deze geheimzinnige zaak?" vroeg Thorald, hem geheel verslagen aankykend. „Nog niet, maar ik hoop er op. Voor u, myn vriend, heb ik geen geheimen. Weet ge wat de heer Manhattan heeft gedaan?Om twee detec tives getelepboneerd aan het commissariaat van politie. Ik heb ze echter beiden terug gezonden, omdat ik de zaak zelf in handeD wil nemeD. Vertrouw n dus aan my toe, en dan zullen we ongetwyfeld samen den onzicht- baren vyand opsporén. „Wat raadt ge my, Archie?" „Niet handelend op te treden, maar een voudig af te wachten. Geloof my, de hand, die u eens heeft trachten zedelyk te ver nietigen, zal ten tweedenmale daartoe uit gestoken worden, nu zy ziet, dat 't haar niet gelukt is. Woedend over het mislukken van ha^r boosaardig plan, zal zy het niet opgeien en een nieuw bedenken, nog slimmer overlegd." Thorald keek om zich heen; vele gasten waren reeds vertrokken. Er werd druk ge praat over den diefstal, een heerlyk nieuwtje, om de eerste acht dagen nog eens in geuren en kleuren besproken te worden. Eensklaps voelde hy zich by de mouw trekken, en de oude heer Manhattan keek hem dreigend aan, t9rwyl hy zeide: „Uw diefstal i8 ontdekt, mynheer; verdere vertooning van onschuld is dus onnoodig." „Wat bedoelt gy?" vroeg Thorald zeer verbaasd. „Dat het halssnoer gevonden is," zeide de oude heer, zóó luid, dat ieder nieuwsgierig opkeek om te weten wie de dader zou zyn. „Waar?" „In den zak van Thorald Cliffes overjas. Een half uur geleden heeft de knecht hem in de kleedkamer zien gaan. Diezelfde man heeft het halssnoer in de jas gevonden." Een doodeiyke stilte volgde op deze ver- 8cbrikkeJyke woorden. Blikken vol afschuw en verachting werden op Thorald gevestigd, die roerloos als een beeld in het midden van het vertrek stond. Geneviève stond op kleinen afstand van hem en zy wilde juist naar hem toegaaD, toen Arcbie Syndon haar tegenhield. „Zeg er geen woord van, laat alles aan my over," fluisterde hy haar in. Geneviève knikte toestemmend. Thorald had eindeiyk zyn stem teruggekregen en riep: „Ik ben onschuldig, het is niet in my opgekomen het halssnoer weg te nemen. De een of andere onbekende vyand. heeft my een streek willen spelen, hetgeen hem volkomen gelukt is. Als de juweelen in myn overjas gevonden zyn, heb ik ze er zeker niet in verstopt." Een hoonend gelach beantwoordde deze kleine toespraak, want Thorald Cliffe was in aristocratische kringen nooit populair ge weest, ten eerste, omdat hy arm was, en in de tweede plaats kon hy niet van die galante leugentjes zeggen, die toch door sommige menschen zoo volgaarne gehoord worden. Niemand geloofde hem, behalve Natica De Charlemont. Alles om zich heen ver getend om den man, dien zy liefhad, snelde ze naar hem toe, terwyl ze uitriep: „Mynheer Cliffe kan zich niet tot zoo iets verlaagd hebben 1 Men moet hem op zyn woord gelooven." „Een verdenking als deze, antwoordde de heer Pemberley, „is pynlyk voor ons allen. De heer Cliffe kan zich alleen zuiveren vao de blaam, hem aangewreven, door te be- wyzen, dat hy onschuldig is, en dat nog wel voor de rechtbank." Thorald was doodsbleek en stond met de armen over elkaar geslagen. Kalm keek hy naar de verschillende gezichten om hem heeD, die geen van alle hem genegen schenen. „Ik ben bereid myn onschuld te verdedigen voor oen rechtbank," zeide hy. „Ik stem toe, dat de feiten tegen my getuigen, doch myn onschuld zal vroeger of later bewezen worden." Op eon teeken van den heer Manhattan kwam een politie-agent in burgerkleeding naderby. „Gy wordt verzocht met my mede te gaan, mynheer." Thorald huiverde, doch boog stilzwygend, ten teeken van toestemming. Arcbie was intusschen uit de kamer verdwenen zonder dat iemand dit opgemerkt had. Hy wilde Thorald de schande van een verbiyf in de gevangenis besparen en zyn werkzaam brein zou op een geschikt middel om dit te voor komen. De muzikanten speelden nog steeds ver borgen achter de groene heesters en palmen, en Synton stak bedaard een lucifer aan, waar mede hy een zeer dun scherm, vlak by de muzikanten, in brand stak. Dadelyk hoorde men een geroep van „brand 1 brand!" Arcbie wist zeer goed wat hy gedaan had, en ook, dat or niet het minste gevaar was te vreezen. De vlam zou spoedig genoeg ge- bluscht zyn. In eenige seconden drong de menigte zich door de ruime vestibule, daar de rook belette te zien of de brand werkeiyk zoo hevig was als hy zich liet aanzien. Thorald voelde zich plotseling by den arm vatten. Het was Archie, die hem influisterde: „Kom mede, ik deed het om je te redden. Laten we ons voorzichtig door de menigte dringen." Archie voerde Thorald mede naar Third- Avenue, telkens omziende of iemand hun ook soms volgde. Toen hy zag, dat dit niet het geval was, begaf hy zich huiswaarts. Het vuur was gebluscht in mynheer Man hattans huis en de gasten hadden ingezien, dat hun vrees minstens voorbarig was ge weest. De agent kwam den gastheer zeggen, dat Thorald Cliffe te midden der verwarring ontsnapt was. „Nu, in ieder geval is het halssnoer terecht, en dat is het voornaamste. De man is voor altijd zyn naam kwyt en zal nimmer het hoofd meer vry durven opsteken, en dat ia op zichzelf al straf genoeg." „Vader, laat ons naar huis gp.an," zeide Geneviève, die tot haar onuitsprekelyke vt dich ting deze woorden gehoord had; „of breng my ten minste naar het rytuig, want tante Cavendish zie ik niet." „Beste Geneviève, hier ben ik al," zeide do vriendelyke oude dame, die juist kwam aanzetten. „Ik zal met u naar huis gaan, indien uw vader nog wat hier wil biyven." Kort nadat zyn zuster en zyn dochter weggereden waren, begaf Roy Pemberley zich te voet naar huis. Met gebogen hoofd, biyfc- baar vervuld met de een of andere gedachte, liep hy voort. Hy verheugde zich over de nederlaag van Cliffe, dien by baatte om de liefde, die deze zyn eenig kind toedroeg. Hy had juist zyn prachtige woning bereikt, toen een opzichtige equipage voor zyn deur stilhield. De voordeur werd haastig geopend en een vrouw, in wie hy Natica Do Charlemont her kende, trad binnen. „Mevrouw De Charlemont!" riep Pemberley ten hoogste verbaasd. „Ja, ik," zeide Natica kalm en eenigszina uit de hoogte. „Ik zag u heengaan en beval myn koetsier u te volgen. Gy hebt het hals snoer in Thorald Cliffes overjas gestoken." Roy Pemberley zag de spreekster vol ont zetting aan. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1