N». 11373
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
F euilleton.
De detective der groote wereld.
D nsdae S3 Maart.
Ao. 1897
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANTJ
Voor Lelden per 3 maanden. ..«■«»-»•
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommere 0.06.
PRIJS DER AD VERTENT IËN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Groots»
letters naar plaatsruimte. Voor hot Incasseoren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit uommsr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 22 Maart.
De Gemeente-Commissie van het Nederd.-
Hervormd Kerkgenootschap, alhier, heeft in
hare vergadering van Zaterdag 20 dezer her
benoemd tot ontvanger-boekhouder van voor
noemde Commissie den heer P. Essers, die
bezwa..r heeft gemaakt wegens de groote
verantwoordelijkheid in den tegenwoordigen
toestand derstadsbank-van-leening zyne benoe
ming tot controleur daarvan aan te nemen.
Het drietal aanbevolen candidaten voor
ontvanger boekhou .'er bestond uit de heeren
P. Essers, J. Bosch en D. Poptie.
Ingevolge het Raadsbesluit van 3 Decem
ber jl., waarbij gunstig werd beschikt op het
adres der taalleeraren aan de Hoogere Burger
school voor Jongens, dat hunne wedde van
1800 op 2000 zou worden gebracht, is eene
wijziging noodig van de Ytrordening van
4 Augustus—15 September 1879, regelende
het getal der leeraren, vertonden aan de
gemeente instellingen van Middelbaar Onder
wijs te Leiden, en het bedrag hunner jaar
wedden. Aangezien reeds door verschillende
Raadsbesluiten de feitelijke toestand op ver
schillende punten is gewijzigd, zonder dat de
Verordening zelve daarmede in overeenstem
ming was gebracht, hebben B. en Ws. boven
dien gemeend, na overleg met de Commissie
van Toezicht op de gemeente-instellingen van
Middelbaar Onderwijs, tot de algeheele her
ziening van deze Verordening over te moeten
gaan.
Zjj stellen dienovereenkomstig voor te be
sluiten tot vaststelling van de door hen voor
gestelde verordening, regelende het getal der
leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor
Jongens en het bedrag hunner jaarwedden.
Art. 1 daarvan luidt: De jaarwedden der
leeraren aan de Hoogore Burgerschool voor
Jongens worden vastgesteld als volgta. voor
den directeur op ƒ3400; 5. voor den leeraar
in de natuurkunde, op ƒ1900; c. voor twee
leeraren in de wiskunde en een leeraar in de
wiskunde, mechanica, cosmographie voor ieder
op 2000; d. voor den leeraar in de Neder-
landsche taal- en letterkunde, op ƒ2000; e.
voor den leeraar in de geschiedenis, op ƒ2000;
voor den leeraar in de aardrijkskunde, op
2000; g. voor drie leeraren in deFransche,
de Hoogduitscho en de Engelsche taal- en
letterkunde, voor ieder op 2000; h. voor
den leeraar in de natuurlijke historie, op 1100;
i. voor den leeraar in de staatswetenschappen,
op 1000; k. voor den leeraar in het boek
houden, op ƒ300; lvoor den leeraar in het
schoonschrijven, op ƒ100; m. voor den löeraar
in het rechtlijnig teekenen, op 600.
De bezoldiging en de verplichtingen der
leeraren in bet bandteekenen en de gymnastiek
worden bij afzonderlijke verordening geregeld.
Art. 2. De onder a tot en met i vermelde leer
aren genieten tweemaal eene verbooging van
jaarwedde, die telkens bedraagt 200 voor de
onder a tot en met g genoemde leeraren en
100 voor de onder h en vermelde.
De eerste verhooging gaat in, voor den
directeur, op den dag, waarop hy in dien
rang drie jaren, hetzij elders, hetzij Leiden,
-workzaam is geweest; voor de overige
leeraren: op den dag, waarop zy een drie
jarigen diensttijd aan eene hoogere burger
school met vijfjarigen cursus of aan een
gymnasium volbracht hebben.
De tweede verhoogiDg gaat in, voor den
directeur: op den dag, waarop hy in dien
raug zes jaren, betzy elders, hetzy te Leiden,
is werkzaam geweest; voor de overige
leeraren: op den dag, waarop zy een zes
jarigen diensttyd aan eene hoogere burger
school met vijfjarigen cursus of aan een
gymnasium volbracht hebben.
Art. 4. Zoodra het aantal wekeiyksche lesuren
voor een leeraar, genoemd onder letter a tot en
met g van artikel 1 boven 24 geklommen is,
genieten zy voor ieder wekelyksch uur daar
boven eene toelage van 100 's jaars.
De leeraar in het boekhouden geDiet voor
elk wekelyksch uur boven 2 eene toelage
van ƒ100 '8 jaars, met dien verstande, dat
het bedrag der gezameniyke jaarwedde en
toelagen de som van 500 niet overschrijdt.
De leeraar in het scboonscbryven geniet
voor elk wekelyksch uur boven 2 eene toelage
van 50 's jaars.
Door curatoren van het Gymnasium
is B. en Ws., onder overleging van eeD be
trekkelijk 8chryven van den rector, in over
weging gegeven om aan den Gemeenteraad
voor te stellen dit jaar de Paaschvacantie met
de |Pink!-tervacantie te vereenigen, in dier
voege, dat de Paaschvacantie verlengd worde
met den duur van de Pinkstervacantie.
De Paaschvacantie zou dit jaar moeten zyn
van 16—26 April en de Pinkstervacantie van
514 Juni.
In de tweede helft van Juni volgt het
eindexamen, terwyi in de week van 5—10
Juli de overgangs- en toelatingsexamens wor
den gehouden.
Het springt in het oog, dat de Pinkstervacan
tie dit jaar, zoo zy volgens de bepaling der
Verordening gegeven werd, aan den geregelden
gang van het onderwys veel afbreuk zou
doen. Tusschen de Kerstvacantie en de Paasch
vacantie verloopen ruim 15 weken, van Paschen
tot Pinksteren zyn 7 wekenvan Pinksteren
tot de overgangsexamens zyn 4 weken, en
deze weken zouden dan nog onderbroken
worden niet alleen door de eindexamens, maar
ook door een vacantieweek.
Zich met het voorstel van curatoren geheel
vereenigende, geven B. en Ws. den gemeente
raad alzoo in overweging te besluiten, dat in dit
jaar de Pinkstervacantie op het Gymnasium
vervalt en de Paaschvacantie met ODgeveer
een week wordt verlengd.
Ten aanzien van de op den gemeente
raad overgelegde lyst van reclames tegen
het 2de suppletoir kohier der Plaatselijke
Directe Belasting, dienst 1896, stellen B. en
Ws. voor:
te handhaven de aanslagen vanC.
Van den Berg, A. Blansjaar, M. G. Blauw,
J. Bolt, A. T. Boom, M. De Brander, P. Van
den Broek, J. Bruning, D. Van den Burg,
J. Dingjan, A. M. J. Dirkse Van Vuuren,
C. Doomt os, H. M. Van Duuren, H. E. H.
Fortanier, J. De Graaff, G. Groen, G. J. Gros,
Wed. A. C. E. Hanozet Gordon, W. C. Van
Heyningen, G. Van Herwynen, H. W. Hoo-
geboom, L. T. Kurpersboek, J. Leutner, P.
Van der Meer, W. Van der Meyden, A. Mid-
derham, J. Midderham, C. Moerkerk, C. Mulió,
A. D. Den Older, J. Van der Plas, J. H. C.
Plesman, H. F. De Puy, W. Van der Reyden,
W. Reykers, W. Ridderhof, C. Rieuyk, J.
Roem, Th. Van Rooyen, H. Sasse, S. J. Sasse-
Arentz, N. Van der Spek, H. M. Vallentgoed,
S. Vallentgo9d, A. Verhoog, W. Vermeulen,
H. A. F. De Vogel, J. S. De Waal, A. J.
Wagtendonk, D. Warners, Wed. J. Van Weeren,
K. P. Wiekhart, Wed. J. H. Winderoode;
te verminderen de aanslagen vanJ.
W. Van Beek met ƒ10.98, C. Boekee met
ƒ6.46, J. Bogaards met ƒ2.91, wed. M. E.
Bolleman van der Veen met 9.69, E. W. M.
Cornelissen met ƒ2.26, N. Dfkker met 4.52,
C. P. Dingjan met 2.26, D. Van Dissel met
ƒ0.64, M. E. Van Duuren met 0.64, H. E.
Falke met 2.78, Ph. A. Feltzer met 23.58,
W. Van de Goorberg met 35.52, D. De
Graaff met 12.92, S. A. De Graaff met
25.83, C. M. A. Hartman mot 6.20, H. M.
Van der Heyden met ƒ2.91, F. Kaspar met
4.25, P. J. Koninga met 3.17, D. Kraay
met 3.23, A. C. Kriest met 6.46, J. Van
Leeuwen met 3.23, A. Musers met 3.55,
W. Nieboer met ƒ0.64, C. J. Noll met 0.97,
G. N. Noll met 0.64, J. Van de Pol met
0.97, W. Rank met 2.59, C. Van Santen
met 3.23, J. H. Schouwman met 3.23,
A. D. D. Schretlen met 21.18, F. Van der
Steen met ƒ11.30, A. S. Straathof met 1.90,
F. H. Verster met 4.52, B. H. Wolthuis
met ƒ1.93, Wed. A. A. Wynnobel met 2.86;
en te roieeren de aanslagen van: Wed. A.
Blöte Grim, L. Noordeloos, F. Postma, A.
ReDier, S. Ryko en Wed. J. Van Rynswou.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van den emer., predikant J. P. De
Meyere, deelen B. en Ws. mede, dat de zo^n
van adressant, J. L. F. De Meyere, sedert 1
Maart jl. de lessen der 4de klasse van het
Gymnasium volgt. Zy geven mitsdien in over
weging aan adressant vrystelling of terugbe
taling van schoolgeld te verleenen voor zyn
zoon, sedert 1 Maart jl. leerling van het Gym
nasium, over de eerste twee kwartaleu van
den cursus 1896/97.
Tevens geven zy in overweging het school
geld van de volgende leerlingen der Kweek
school voor Onderwijzers, elders woonachtig,
vast te stellen op het hierna vermeld bedrag:
C. W. Paap, te Oegstgeest, minderjarige
zoon van C. A. Paap, te Voorschoten, wiens
inkomsten vallen tusschen ƒ1000 en ƒ2000,
op 6 per kwartaal.
H. De Noo, te Hazerswoude, minderjarige
zoon van B. De Noo, te 's-Grevelduin Capelle,
wiens inkomsten mede vallen tusschen 1000
en ƒ2000, op ƒ2 per vak en, C. De Klerk, te
Hoogmade, wiens jaarlijksch inkomen minder
bedraagt dan 600, van de betaling van
schoolgeld vry te stellen.
Ten aanzien van het verzoek van den heer
J. Van Leeuwen Jr., deelen B. en Ws. mede,
dat de dochter van adressant, Johanna Van
Leeuwen, in Februari jl. de Hoogere Burger
school voor Meisjes om gezondheidsredenen
heeft verlaten. Zy geven mitsdien in over
weging aan adressant vrystelling of terug
betaling te verleenen van schoolgeld voor zyne
dochter, over de laatste twee kwartalen van
den cursus 1896/97.
Naar aanleiding van een verzoek van den
heer P. De Carpentier Wildervanck, deelen
B. en "W8. mede, dat de zoon van adressant,
M. De Carpentier Wildervanck, op 1 Maart jl.
de Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft
verlaten, ten einde zich verder te bekwamen
voor zyn aanstaand examen (admissie-examen
tot de Universiteit), zooaat er termen bestaan
om gunstig op het verzoek om ontheffing
van de betaling van schoolgeld te beschikken.
Zy geven mitsdien in overweging aan adres
sant vrystelling of terugbetaling te verleenen
van schoolgeld voor zyn zoon, over de laatste
twee kwartalen van den cursus 1896/97.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het aftreden van dr. J. W. Muller als
lid der Plaatselyke Schoolcommissie, heeft
genoemde commissie den Raad het volgende
dubbeltal voorgedragen: dr. J. C. Kluyver,
hoogleeraar, en K. L. Van Schouwenburg, oud-
directeur der Hooger<j Burgerschool te Sama-
rang.
Door de Commissie van Fabricage is aan
B. en W8. overgelegd een lyst van verschil
lende buiten gebruik gestelde voorwerpen,
zich bevindende aan de Stads-timmerwerf,
onder mededeeling, dat deze ten verkoop wor
den voorgedragen
Onder overlegging van de betrekkelyke
stukken, geven B. en Ws. den gemeenteraad
in overweging tot don openbaren verkoop van
bedoelde voorwerpen te beslu.ten.
In verband met dit voorstel tot vast
stelling van eene gewyzigdo Verordening,
regelende hot getal der leeraren aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens en het bedrag
hunner jaarwedden, deelen B. en Ws. tevens
mede, dat, by het overleg daaromtrent met
de Commissie van Toezicht op de scholen
voor Middelbaar Onderwys hunne aandacht was
gevallen op het feit, dat de leeraar in de
natuuriyke historie die, volgens de Verordening
regelende het getal der leeraren, verbonden
aan het Gymnasium, en het bedrag hunner
jaarwedden, eene jaarwedde van 900, met
twee driejaarlyksche verboogingen van 200
geniet, slechts óóne verbooging van 200
ontvangt ten laste van het Gymnasium, zynde
de andere verhooging ten laste van de Hoogere
Burgerschool voor Jongens op de begrooting
uitgetrokken.
B. en Ws. achten het noodig de beide
Verordeningen in overeenstemming te brengen
met deze sedert twaalf jaren bestaande
administratieve regeling, en het komt hun het
regelmatigst voor op beide inrichtingen twee
driejaarlyksche verhoogingen van ƒ100 toe
te kennen. Van deze gelegenheid wenschen
zy gebruik te maken, om de thans geldends
Verordening van h»t Gymnasium van 5 Juni
1879 (Gem.-bla'i No. 6 -an dat jaar), die
twoemalen is gewyzigd by Raadsbesluit van
25 Augustus 1887 (Gem.-^lad No. 9 ra t dat
jaar) en by Raadsbesluit van 12/26 Oktober
1893 (Gem.-blad No. 16 van un jaar), in ta
trekken en geheel te herzien, onder opneming
van de beide laatstgenoemde verordeningen
en van de boven voorgestelde bepaling omtrent
de jaarwedde van den leeraar in de natuuriyke
historie.
Tevens wordt medegedeeld, dat by Raadsbe
sluit van 18 Maart 1886, goedgekeurd door
den Minister van Binnenlandsche Zaken by
beschikking van 19 April d. a. v., de jaar
wedden van de leeraren in bet Fransch en
het Hoogduitsch zyn vastgesteld op 1400.
Na overleg met curatoren van het Gymna
sium is alsnu eene Verordening ontworpen,
welke den Raad wordt overgelegd, terwyi ia
overweging wordt gegeven tot de vaststel
ling daarvan over te gaan.
Volgens art. 1 worden de jaarwedden der
1 leraren, verbonden aan het Gymnasium, vast
gesteld als volgt: a. voor den rector op
ƒ3400; b. voor den conrector op 2400; c
voor twee leeraren in de oude talen voor
ieder op f 2000; d. voor twee leer* i en in
Nöuerlandscho taal- en letterkunde, ge chit-
denis en aardrykskunde, voor ieder op 2000
e. voor twee ot drie leeraren in deFransche,
Hoogduitsche en de Engelsche taal, voor de
Fransche en Hoogduitsche talen, elk op ƒ1400;
en voor de Engelsche op 1200; vooreen
leeraar in de wiskunde op 2200; g. voor
een leeraar in de natuuriyke historie, op
ƒ900; h. voor een leeraar in de natuurkunde,
wanneer het onderwys in dat vak geduren Je
4 uren 's weeks gegeven wordt, op 500;
voor elk wekelyksch losuur méér ƒ100; voor
den leeraar in de soheikunde voor elk weke
lyksch lesuur 100; i. voor don leeraar in
de Hebreouwsche taal op 200.
De bezoldiging van den leeraar in de gym
nastiek wordt afzonderiyk geregeld.
By de behandeling van de gemeente-
begrooting voor dit jaar werd door den heer
Van Kempen de wenscheiykheii te kennen
gegeven om het schoolgeld voor de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes met 50% te ver-
hoogen, waarop door den voorzitter werd
medegedeeld dat die zaak nogmaals zou
worden overwogen; dat wanneer, na verhoor
van de Commissie van Toezicht op de Scholen
voor Middelbaar Onderwys, Burgemeester en
Wethouders overtuigd mochten worden dat
eenlge verhooging van schoolgeld biliyk moet
worden geacht en zonder schade voor die
onderwysinstelling kan plaats hebben, een
voorstel tot wyziging van de betrekkelyke
verordening zou worden ingediend, terwyl,
wanneer Burgemeester en Wethouders niet
tot dit resultaat mochten komen, een voorstel
tot verbooging door den heer Van Kempen
of ieder ander lid van den Raad kon worden
ingediend
Sedert heeft deze schoolgeldquaestie nog
maals een punt van overweging by het College
van B. en Ws. uitgemaakt. De Commissie
6)
„Hebt gy eenige aanwyzing kunnen vinden
in deze geheimzinnige zaak?" vroeg Thorald,
hem geheel verslagen aankykend.
„Nog niet, maar ik hoop er op. Voor u, myn
vriend, heb ik geen geheimen. Weet ge wat de
heer Manhattan heeft gedaan?Om twee detec
tives getelepboneerd aan het commissariaat
van politie. Ik heb ze echter beiden terug
gezonden, omdat ik de zaak zelf in handeD
wil nemeD. Vertrouw n dus aan my toe, en
dan zullen we ongetwyfeld samen den onzicht-
baren vyand opsporén.
„Wat raadt ge my, Archie?"
„Niet handelend op te treden, maar een
voudig af te wachten. Geloof my, de hand,
die u eens heeft trachten zedelyk te ver
nietigen, zal ten tweedenmale daartoe uit
gestoken worden, nu zy ziet, dat 't haar
niet gelukt is. Woedend over het mislukken
van ha^r boosaardig plan, zal zy het niet
opgeien en een nieuw bedenken, nog slimmer
overlegd."
Thorald keek om zich heen; vele gasten
waren reeds vertrokken. Er werd druk ge
praat over den diefstal, een heerlyk nieuwtje,
om de eerste acht dagen nog eens in geuren
en kleuren besproken te worden. Eensklaps
voelde hy zich by de mouw trekken, en de
oude heer Manhattan keek hem dreigend aan,
t9rwyl hy zeide:
„Uw diefstal i8 ontdekt, mynheer; verdere
vertooning van onschuld is dus onnoodig."
„Wat bedoelt gy?" vroeg Thorald zeer
verbaasd.
„Dat het halssnoer gevonden is," zeide de
oude heer, zóó luid, dat ieder nieuwsgierig
opkeek om te weten wie de dader zou zyn.
„Waar?"
„In den zak van Thorald Cliffes overjas.
Een half uur geleden heeft de knecht hem
in de kleedkamer zien gaan. Diezelfde man
heeft het halssnoer in de jas gevonden."
Een doodeiyke stilte volgde op deze ver-
8cbrikkeJyke woorden. Blikken vol afschuw
en verachting werden op Thorald gevestigd,
die roerloos als een beeld in het midden van
het vertrek stond.
Geneviève stond op kleinen afstand van
hem en zy wilde juist naar hem toegaaD,
toen Arcbie Syndon haar tegenhield.
„Zeg er geen woord van, laat alles aan
my over," fluisterde hy haar in.
Geneviève knikte toestemmend. Thorald
had eindeiyk zyn stem teruggekregen en
riep: „Ik ben onschuldig, het is niet in my
opgekomen het halssnoer weg te nemen. De
een of andere onbekende vyand. heeft my een
streek willen spelen, hetgeen hem volkomen
gelukt is. Als de juweelen in myn overjas
gevonden zyn, heb ik ze er zeker niet in
verstopt."
Een hoonend gelach beantwoordde deze
kleine toespraak, want Thorald Cliffe was
in aristocratische kringen nooit populair ge
weest, ten eerste, omdat hy arm was, en
in de tweede plaats kon hy niet van die
galante leugentjes zeggen, die toch door
sommige menschen zoo volgaarne gehoord
worden. Niemand geloofde hem, behalve
Natica De Charlemont. Alles om zich heen ver
getend om den man, dien zy liefhad, snelde
ze naar hem toe, terwyl ze uitriep:
„Mynheer Cliffe kan zich niet tot zoo iets
verlaagd hebben 1 Men moet hem op zyn woord
gelooven."
„Een verdenking als deze, antwoordde de
heer Pemberley, „is pynlyk voor ons allen.
De heer Cliffe kan zich alleen zuiveren vao
de blaam, hem aangewreven, door te be-
wyzen, dat hy onschuldig is, en dat nog wel
voor de rechtbank."
Thorald was doodsbleek en stond met de
armen over elkaar geslagen. Kalm keek hy
naar de verschillende gezichten om hem heeD,
die geen van alle hem genegen schenen.
„Ik ben bereid myn onschuld te verdedigen
voor oen rechtbank," zeide hy. „Ik stem toe,
dat de feiten tegen my getuigen, doch myn
onschuld zal vroeger of later bewezen worden."
Op eon teeken van den heer Manhattan
kwam een politie-agent in burgerkleeding
naderby.
„Gy wordt verzocht met my mede te gaan,
mynheer."
Thorald huiverde, doch boog stilzwygend,
ten teeken van toestemming. Arcbie was
intusschen uit de kamer verdwenen zonder
dat iemand dit opgemerkt had. Hy wilde
Thorald de schande van een verbiyf in de
gevangenis besparen en zyn werkzaam brein
zou op een geschikt middel om dit te voor
komen.
De muzikanten speelden nog steeds ver
borgen achter de groene heesters en palmen,
en Synton stak bedaard een lucifer aan, waar
mede hy een zeer dun scherm, vlak by de
muzikanten, in brand stak.
Dadelyk hoorde men een geroep van „brand 1
brand!"
Arcbie wist zeer goed wat hy gedaan had,
en ook, dat or niet het minste gevaar was
te vreezen. De vlam zou spoedig genoeg ge-
bluscht zyn.
In eenige seconden drong de menigte zich
door de ruime vestibule, daar de rook belette
te zien of de brand werkeiyk zoo hevig was
als hy zich liet aanzien.
Thorald voelde zich plotseling by den arm
vatten.
Het was Archie, die hem influisterde: „Kom
mede, ik deed het om je te redden. Laten we
ons voorzichtig door de menigte dringen."
Archie voerde Thorald mede naar Third-
Avenue, telkens omziende of iemand hun
ook soms volgde. Toen hy zag, dat dit niet
het geval was, begaf hy zich huiswaarts.
Het vuur was gebluscht in mynheer Man
hattans huis en de gasten hadden ingezien,
dat hun vrees minstens voorbarig was ge
weest.
De agent kwam den gastheer zeggen, dat
Thorald Cliffe te midden der verwarring
ontsnapt was.
„Nu, in ieder geval is het halssnoer terecht,
en dat is het voornaamste. De man is voor
altijd zyn naam kwyt en zal nimmer het
hoofd meer vry durven opsteken, en dat ia
op zichzelf al straf genoeg."
„Vader, laat ons naar huis gp.an," zeide
Geneviève, die tot haar onuitsprekelyke vt dich
ting deze woorden gehoord had; „of breng
my ten minste naar het rytuig, want tante
Cavendish zie ik niet."
„Beste Geneviève, hier ben ik al," zeide
do vriendelyke oude dame, die juist kwam
aanzetten. „Ik zal met u naar huis gaan,
indien uw vader nog wat hier wil biyven."
Kort nadat zyn zuster en zyn dochter
weggereden waren, begaf Roy Pemberley zich
te voet naar huis. Met gebogen hoofd, biyfc-
baar vervuld met de een of andere gedachte,
liep hy voort.
Hy verheugde zich over de nederlaag van
Cliffe, dien by baatte om de liefde, die deze
zyn eenig kind toedroeg.
Hy had juist zyn prachtige woning bereikt,
toen een opzichtige equipage voor zyn deur
stilhield.
De voordeur werd haastig geopend en een
vrouw, in wie hy Natica Do Charlemont her
kende, trad binnen.
„Mevrouw De Charlemont!" riep Pemberley
ten hoogste verbaasd.
„Ja, ik," zeide Natica kalm en eenigszina
uit de hoogte. „Ik zag u heengaan en beval
myn koetsier u te volgen. Gy hebt het hals
snoer in Thorald Cliffes overjas gestoken."
Roy Pemberley zag de spreekster vol ont
zetting aan.
(Wordt vervolgd.)