IWEaaiidag ÜI5 Ma rdi feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. Feuilleton. Vijfhonderd pond belooning. N°. 11366 A0. "1897. IEIDSCH DAGBLAB. Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers PRIJS DEZER COUBAUT: k i i r t 1.10. 0.05. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grooter# letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten do stad wordt f 0.05 berekend. Jacht en Ylssehery. Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is bepaald: lo. dat de uitoefening der jachten op water wild, opgenoemd in art. 15, litt. d., f. en h., dor wet van den 13den Juni 1857, wordt ge sloten op Zaterdag den lOdon April aanstaande; 2o. dat de uitoefening van het weiepol van kwartelen met steekgaren of vliegnet (art. 15. litt. t. der bovengenoemde wet) is toegelaten van den 26sten April a. s. tot en met den 5den Juli d. a. v, doch dat het vliegnet in geen geval tot het tirasseeren van kwartelen mag worden gebruikt; 3o. dat de visschery in de binnenwateren, waaronder ook worden verstaan rivieren, door sluizen afgesloten, zal zjjn gesloten van den 15den Maart a. s. tot en met den 31sten Mei d. a. v., met uitzondering: a. van de visschery door middel van fuiken, aalscbaren, aalkorven, dobbers en door peuren naar aal en paling; b. van do visschery met de gebbe, om kleine vischj-s te scheppen tot aas voor dobbers; 4o. dat het visschen met kuilnetton, waar onder ook bebooren ankerkuilen en staalboomen, van den lsten April a. s. tot den 15den Juni d. a. v. is verboden; 5o. dat de kooilieden hunne kooieenden in dit jaar moeten opsluiten of ophokken van den 2den Juli tot de opening der jacht op waterwild. Het bouwen eener nieuwe school 3(le kl. aan de Heerenstraat.... of elders. Gelijk men weet, ie de behandeling door den Gemeenteraad van bovenstaand onderwerp, waarbij de gemeente-financ.ën in booge mate betrokken zijn, deze week uitgesteld geworden. Dit geeft ons aanleiding, nadat wij het uit voerig rapport van B. en Ws. hebben mede gedeeld, thans nog nader op het niet minder belangrijke advies der Plaatselijke School commissie terug te komen. By de beantwoording der vraag, welke plaats de meest wenscheiyke is voor de nieuw te bouwen school, die de ruimte moet verschaffen, welke thans te kort komt, ten gevolge van: lo. de vermeerdering der school bevolking met de 225 kinderen van de school Heerenstraat; £o. van de overbevolking der School No. 2 en ook van No. 1 (waarvan de Gymna:ti kzaal nog steeds voor schoolvertrek dient); 3o. van de vermeerdering, die in de eerste jir.n (zegge zeven jaren) te verwachten is, ty de beantwoording dier vraag komen, naar het inzien der Schoolcommissie, inzonder- heil de drie vo'gende punten ter sprake: I. De verdeeling der schoolweken II. Hot aantal kinderen op elke school; III. De vraag, aan welke zijde der stad de vermeerdering van lserlingen voor de scholen der minvera ogenden het meest te wachten is. I. Dj wffkveraeeling voor de scholen van minv rmogend9n, die thans geldende is, be antwoordt, volgens de Commissie, zoo goed mojilyk aan de eischen, die daaraan moeten gesteld worden, nameiyk, dat de school in hit midden (of althans niet te ver uit het midden) van het stadsdeel gelogen is, waaruit de leer lingen getrokken worden, zoodat do joDge kinderen (van 69 jaren) de school langs een korten en veiligen weg kunnen bereiken. Groot bezwaar toch heeft het in, wanneer die kinderen, welke niet gebracht of gehaald kunnen worden, lange afstanden moeten af leggen, of bruggen en 6traten moeten over- en doorgaaa, waarop een druk verkeer van wagens, tramwagens, enz., enz., plaats vindt. By die wjjkverdeeling is tevens rekening gehouden daarmede, dat de Rijn (Galgewater, Ryn, Nieuwe Rijn en Oude Rijn) de stad in een Noordelijk, een Zuideiyk en een Oostelijk deol (het Hoogeland) verdeelt. Uit de volgende bescbouwnig moge biyken, dat de Ryn grenzen tusschen de schoolkwartieren vormt, welke de grootste vooxdoelen aan bieden. Het aantal leerlingen, dat de 5 scholen der 3de klasse bezoekt, bedraagt volgens de overgelegde staten 2668. Hiervan gaan op de scholen Nos. 2 en 3, dus in bet Noordelyke stadsdeel, te zamen 1327, dat is met een zeer gering verschil de htlft van het geheele aantal, terwyi de overige 1341 in het Zuide- lyk deel tot de scholen N03. 1 en 4 en de school aan de Heerens'raat be ooren. De 1327 leerlingen der scholen Nos. 2 en 3 wonen by na allen ten Noorden van den Ryn, Ouden Ryn en Haven, dus in het Noordelyk deel der stad. De 1341 leerlingen der overige scholen kunnen met betrekking tot hun ver- biyf in 2 groepen verdeeld worden, nameiyk in 1075, die ten Zuiden van den Ryn en Nieuwen Ryn, d. i. in het Zuidelijk deel der stad, wonen, en 266 in het Oostelijk deel of Hoogeland. Aan den Noordelijken rand van het Zuide lijk deel vindt men een breede strook, gevormd door straten, waarin de meer gegoede inge- zetonen der stad wonen. Dit zyn: het Noordeiude, de Breestraat en de Hoogewoerd en daaraan evenwydig gelegen de Boom-, Bloem en Aal markt, Apothekersdyk, Yisch- en Botermark', Nieuwe Ryn en Utrechtsche veer. Zoo is dan voor de bevolking der scholen 3de klasse van het Noordelyk en het Zuideiyk deel eene natuurlijke grensscheiding aangewezende eene ten Noorden van de beschreven strook, de andere ten Zuiden daarvan; ouders van schoolgaande kinderen haasten zich dan ook, volgens mededeeling der schoolhoofden, wan neer zy van het eene deel naar het andere verhuizen, overplaatsing der kinderen te ver zoeken naar de school in de wyk, waarin zy wonon. Het Oosteiyk deel of Hoogeland neemt in vergelyking met de twee ander® deelen eene eigenaardige plaats in. Vooreerst behoort de bevolking van de Hoogstraat tot de Hooi gracht byna geheel tot de meergegoedenten tweede staat in het deel van de Hooigracht tot de Heerengracht eene byzondere school; eindeiyk sluit het derde deel Oosteiyk van de Heerengracht zich even gemakkelyk aan het Noordelyk als aan het Zuideiyk deel aan. Thans gaan al de leerlingen uit de Oosteiyk deel op de scholen in het Zuiden; een gedeelte zoude evengoed op de scholen in net Noorden kunnen geplaatst worden. De wykverdeeling alzoo, die 1889 tot stand is gekomen, heeft de bezwaren, die het school gaan bemo ilyken kunnen, zooveel mogeiyk weggenomen. IJ. Wat het tweede puDt betreft, de School commissie gaat van de beschouwing uit, dat op niet veel meer dan 550 leerlingen in eene school mag gerekend worden. Immers laat de wet op het Lager Onderwys geene grootere scholen toe dan van 600 kinderen, dus 600 plaatsen. Daar echter de hoogere klassen zwakker bezet zyn dan de lagere, kunnen geen 600 kinderen aanwezig zyn, tenzü de lagere klassen sterker bezet zyn dan de voorschriften op den bouw der scholen of de onderwysregelen toelaten. III. Wat de vermeerdering van de school bevolking betreft, die is wel het moest aan de Noordzyde te verwachten. Het is een in het oog vallend feit, dat de Zuidzyde by voorkeur in beslag genomen wordt voor do woningen der meergegoeden (langs deu Zoe- terwoudschen Singel, den Trekvliet, Vroewyk met uilzondering van de Laatste Straat, den Witten Singel, Ryn- en Schiekade) en dat de ligging daarvan minder geschikt is voor woonplaats der werklieden, dewyl die ver van hunne werkplaats verwyderd is. Daarentegen Is hot Noordelyk dool der stad by voorkeur de woonplaats der werklieden. Langs de geheele Noordelyke lyn neemt de arbeidersbevolking voortdurend toe. Op grond van bovenstaande beschouwingen meent de Schoolcommissie nu de volgende bezwaren tegen het door B. en Ws. voorge stelde plan te mog9n ontwikkelen: In dat plan is de plaats voor de nieuwe school in het Zuideiyk deel gekozen, en wel aan den Zuidelyken rand daarvan (de Heeren straat). Zoo zullen can drju scholen komen in het Zuideiyk deel met 1075 Peilingen; slechts twee scholen in het Noordelyk deel met 1327 kinderen Deze verhoudii.g is al zeer ongunstigte meer, omdat, zooals de Com missie boven aanmerkte, de vermeerdering van leerlingen juist het meest in het Noorden te verwachten is. Hr zal by herhaling eene verscbikking en verschuiving van leerlingen van het N. naar het Z. noodig zyn. Ook is niet te bepal n, hoeveel leerlingen uit de tegenwoordige bevolking van het Noor delyk geannexeerde deel zich welJra by do reeds opgenomenen zullen voegen. LeiJeraorp en Oegstgeest hebben niet voorzien in de be hoefte aan onderwys in het Stadsdeel. Langs verschillende wegen hebben vele ouders ge legenheid tot onderwijs voor hunne kinderen gezocht, maar het laat zien verwachten, dat zy weldra plaats op de. Gemeentescholen zullen aanvragen, en zoodoende het aantal in het Noordelyk gedeelte wonende leerlingen, die naar de scholen in het Zuid6n moeten ver wezen worden, vergreotea. De kinderen uit he$ C«tolijk doel moeten ver deeld worden. De grootste bezwaren brengt h-.t door B. en Ws. vo.rgostelde plan met zich, wat betreft de nieuwe indeeling der schoolwyken. De natuurlijke grenzen van Ryn, Ouden en Nieuwen Ryn tusschen Noordelyk deel, Zui delyk deel en Hoogeland, waarvan de Com missie de werkeiyk onmisbare voordeden boven heeft uiteengezet, gaan daarby grooten- deels te loor. Immers wordt daarby het te veel van ruim 200 leerlingen voor de twee scholen in het Noordelyk deel vereffend door 300 leerlingen van de school No. 3 naar No. 4 over te plaatsen en 100 leerlingen van No. 1 naar No. 2. Er zullen dus 300 leer- lingea van het Noordelyk naar hot Zuideiyk deel gezonden worden 6n omgekeerd 100 leerlingen van het Zuideiyk naar het Noor delijk deel. De grenslyD tusschen het Noordelyk en Zuidelyk deel verkrygt daardoor eengnlligen vorm en loopt door den Stationsweg, de Steenstraat en de Oude Vest, tot aan de Mare, laDgs de Mare tot. aan de Hoogstraat, langs den Ouden Ryn tot aan de Heerengracht, langs de Heerengracht tot aan de Groenesteeg, coor de 4de, 5de en 6de Groenesteeg tot aan de begraafplaats, van waar zy, voortgaande, in den Nieuwen Ryn terecht komt. Kinderen uit de Haverzaklaan, met aan grenzende straten, te zamen 127, uit de Morsch- straat en omgeving 84, aan den Morschweg 24 (dus samen 235) zullen langs de Beesten markt over de Blauwpoortsbrug met bet drukke scheepvaart- en havenverkeer door de Paardensteeg over de Borstelbrug en langs het Kort-Rapenburg naar het Zuideinde van de Langebrug moeten gaan, en dus op dezen langen weg in sterke mate de bezwaren onder vinden, die de Commissie boven beschreef, en die bovendien het schoolverzuim zeer in de hand zullen werken. Deze kinderen bereiken thans langs de Aagtenstraat of Binnenvest- gracht over de Lammermarkt in weinige minuten de school No. 3 Ook c!e kinui-r n van de 4de, 5de en 6de Groenestet-g, ui volgens dat nieuwe plan naar de schoo No de kinderen van den hoek Ou - n Run Heerongracht, die naar do school No. 4 zou t; verhuizen, moeten een lingeron v. cv .u dan thans. Op al deze gronden moet de Conin i-, i uitvoering van het voorgestelde pi .n wm J-s. en Ws. ontraden. Daarentegen komthvtha.r overwegend wenscheiyk voor, cat do nieuwe school in het Noordelyk deel gebouwd worde. De Commissie vestigt daarvoo', zooals we reeds melddeD, het oog op het terrein van de Kleedenkloppery aan de Ververstraat, dat aan de Gemeente behoort en groot genoeg is, dat op een deel daarvan de nieuwe school kan verryzen. In het Noordelyk deel komen dan drie scholen, en de Ryn (met Ouden en Nieuwen Ryn) biyft de grensscheiding tusschen üe Ncordelyke en de Zuideiyke schoolwyken. Da voorgestelde plaats is gemakkelyk te bereiken voor kinderen van den Heerensingel, Oostelyk deel Langegracht, de omgeving van de Haven en den Zylsingel, de straten by de Heerengracht. Zy ligt in het stadsgedeelte, waar de meeste uitbreiding der arb i Iers- woningen is te verwachten. Zij kan opnemen hot „te veel" van de leer lingen der school No. 2 en ver-er de kinderen uit het Oostelyk deel (Hoogeland), waarvan thans 147 op school No 1 (de heer Van der Harst) en 122 op school No 4 (do hoer Van der Heyde) gaan. Wy verkrygon alzoo voor de 3 scholen in het Noordelyk ceel een getal van ongeveer 1600 leerlingen; dus op elke 532nl. van No. 3 592, van No. 2 735, van No 1 147 en van No. 4 122, te zamen 1596 leerlingen van de drie scholen. Dit laat een vermeerdering van meer dan 100 leerlingen toe, want het cyfer van 532 kan tot zt 570 opgevoerd worden. De school No. 3 behoudt baar wyk; school No. 2 wordt van de overbevolking verlost; doelmatige gren zen tusschen No. 4 en No. 5 zyn gemakkelyk te vinden. De kinderen uit het Oostelyk deel (Hoogeland), die, zooals boven gezega, meest allen Oostelyk van ;de Hooigracht wonen, kunnen de school No. 5 en No. 2 langs een veiligen weg bereiken, die korter ie dan wan neer zy naar No. 4 of No. 5 moeten gaan. Wat vervolgens het Zuidelyk deel betreft, de scholen No. 1 en No. 4 kunnen daarvoor voldoende geacht worden, als do kinderen uit het Oostelyk deel afgetrokken worden. No. 1 563 - 147 416 No. 4 553 - 122 431 School Heerenstraat 225 1072 leerlingen voor de twee scholen, dus op elke school 536, hetgeen nog eene uitbreioing met 2 x 35 leerlingen toelaat. limners, zoo-.ls de Commissie boven op merkte, is oeno belangrijke vermeerdering van scboulju'olkiog in hot Zuiden niet te ver wachten. In het stads leel, waaruit de kinderen van üe school tieerenstraat komen, is in te-?.en«jve si-1 mg m-t de stadsgedeelten van UeKS'üce t en L -iderdorp de toestand reeug tent >3 i ii ger.-geld, zoodat het cyfer v ii j i luiiwwuur is. Ook kan de school No. i, v. .li riii.» nog h_t gymnastieklokaal m h g i.omeii, nog iets vergroot u a /.«ju ent ii.-uL.jg mocht blyken. Wat Li - -o beide schoolwyken be- ht.i. c. z - is g-makkelyk te vinden, i o t v.j gunt de Schoolcommissie zich <>n -z üpmoiking, al wil zy daaraan geen t ycua u- eewicnt hechten, dat tydens den lo .-v eeii< r nL-uvvu school op het door haar voorg stel Ju terrein de school in do Heeren- str.iat zoolang in werking kan biyven. Vat ce Commissie bo7enstaanjo beschou wingen samen, dan is, naar haar o vertuiging, thans maar óóne goede regeling voor de scholen 3de kl. mogelyk: de verdeoling der stad in een Noordelyk gedeelte met drie, en oen Zuidelyk gedeelte met twee scholen, waaraan door den bouw der Dieuwe school op de door haar aangewezen plaats kan voldaan worden. Zy stelt er prys op mede te deelon, dat haar denkbeelden gedeeld worden door alle hoofden der scholen 3de klasse, die haar eenstemmig als hunne meening te kennen gaven, dat het stichten der 5de school 3d® Naar het Duitsch.) 1) Op een brandend-heeten namiddag in Juli 186* kwam de sneltrein van Londen naar Dover het station London-Bridge-Terminus snuivend binnenstoomen. Onder de reizigers, die op het perron heen en weer liepen en het teeken tot vertrekken afwachtten, bevond zich ook een heer van ge vorderden leeftyd, met een goedig uiteriyk en eeuigszins grys wordend haar. Op zyn goed gevuld vest slingerden in vry verwarde kronkelingen de dikke schakels van een mas sief gouden ketting, en wy willen hierby niet verborgen houden, dat aan dezon ketting een zeer kostbare chronometer van hetzelfde metaal bevestigd was. Deze heer - en dit is niets zeldzaams by menschen, die reeds de grenzen van den man- lyken leeftyd overschreden hebben scheen in zulk een drukke en nieuwsgierige, overigens echter zoo beminneiyke stemming te ver- keeren, dat hy geen twee minuten op dezelfde plaats bleef. Zyn eerste werk was het jongste nummer van de „Times" te koopen; daarna begaf hy zich naar het buffet, om zich tegen de vermoeienissen der reis te sterken, en doopte eenige beschuiten in een glas sherry, om ze met den smaak van een kenner te verorberen. Daarna zette hy zyn wandeling op het perron voort. Eensklaps stond hy stil en vestigde zyn blikken op een groot biljet, dat, met reuzen letters bedrukt, op de deur der wachtkamer was aangeplakt. De oudachtigo heer haalde zyn gouden pince-nez te voorschyn en las de volgende bekendmaking: „Vyfhonderd pond belooning zullen vanwege H. M. de Koningin worden uitbetaald aan hem, die inlichtingen kan verstrekken, welke tot de arrestatie van Charles Wintringhaui kunnen leiden. Deze wordt beschuldigd op verschillende spoorbanen van het Vereenigd Konlnkryk verscheidene moorden, gepaard aan diefstal, te hebben bedreven. Genoemde Ch. Wintringham is 22 jaar oud en van middelmatige gestalte. Hy is blond, heeft groote blauwe oegen en fraaie tanden. Verder heeft hy even onder de kin een klein, zoogenaamd 8choonheidsmerk „Ei, ei, wat een Adonis 1" sprak de heer binnensmonds, nadat hy deze beschryving gelezen had. „Hml" ging hy bezorgd voort, „verscheidene moordeD om te stelen dat is bedenkeiyk. Hei, conducteur 1" De aldus toegeroepen beambte beyverde zich zoo snel mogelyk naderby te komenhy gevoelde reeds in het verschiet een zilverstuk. „Conducteur, is het mogelyk my in den waggon een coupé alleen te geven?" „Er zyn veel reizigers, mynheer," ant woordde de conducteur ontwykend. „Waar heen reist u?" „Naar Sandwich." „In den Minstertrein een overstapwaggon voor Sandwich en Deall" riep de conducteur, alsof hy een signaal gaf. „Ja, dat weet ik allemaal wel," zei de oude heer ongeduldig, „maar ik vraag je nogmaals, of ge my een coupé kunt geven, waarin ik alleen kan blijven." En tegelykertyd vóór do cogen des con ducteurs een goudstuk doende blinken, maakte hy een veelbelovend gebaar. „Wil u my volgen was het antwoord op het metalen argument. Den menschen batenden reiziger werd een gereserveerde coupó aan gewezen, die hy met welbehagen In beslag nam, zich op de belofte van den braven beambte en het geschonken goudstuk ver latend. Zyn dagblad openvouwend, zocht by de rubriek „Wisselkoersen" op en was weldra geheel in zyn lectuur verdiept. Nauwelyks echter had hy van het voor hem zoo bel.#gryk artikel de eerste aan- teekeningen gelezen, of zyn conducteur ver toonde zich aan het portier, met een half verlegen, half onderdanig g inilachje zeggende: „Duizendmaal verschooning, myr.hoer! Hier ia een dame geheel alleen die den trein zou moeten missen. Zou mynheer zoo buiten gewoon goed willen zyn „Neen, neen, ik wil eten gentleman geens zins lastig vallen; ik zal wachten tot morgen de trein vertrek t," klonk oen oneindig zoete stem, den conducteur in de redo vallend. „Maar toch niet, myladyl Ik zal my zeer vereerd achten," riep de oudachtige heer, op den welluidenden klank der stem ingaando; „open vlug, conducteur, oa i&at de damo binnen 1" De beambte was ten hoogste verheugd over deze oplossing der zaak en opende, niet zonder dat hy een tweede beeltenis van koningin Victoria in den zak had laten giyden, de deur van do coupé, waarin een jong meisje trad, met schuchtere bekoorlykheid dengene begroetende, die zich jegens haar zoo ridderlyk betoond had. Een oogenblik later vertrok de trein met vollen stoom naar Dover. Achter zyn courant verborgen, wierp de oude heer van tyd tot tyd een vluchtigen blik op zyn reisgenoote. Zy was even élégant als smaakvol gekleed; haar ryk toilet verhoogde nog den glans harer schoonheid en deed tevens de sierlyke vormen van haar slanke en toch indrukwekkende gestalte raden. Haar gelaatstrekken waren fijn en regelmatig, en de volheid van heur donker haar stond in eigenaardige tegenspraak met de doorzichtig tintelende, heldere gelaatskleur en de blauwe oogen. „O, als ik dertig jaar wasl" dacht de reiziger, terwyi hy heimeiyk die vrouwelyke schoonheid bewonderde. Spoedig evenwol, ten gevolge van onder scheiden kleine oplettendheden, zooals wèl- opgevoede reizigers die elkander plegen te laten welgevallen, ontspon zich tusschen den gentleman en de jonge dame een gesprek, dat weldra zoo vertrouwelyk werd, alsof zy elkander sinds jaren gekund hadden. „Het is zeer aangenaam," verklaarde de oude heer, „met den sneltrein te reizen, „want behalve dat mon sneller rydt, is daarby het schokken minder erg. „Zeker, mynheer, en er komen ook by den sneltrein gewoonlyk minder ongelukken voor." „O, mylady, spreek my niet vau ongeluk ken, bid ik u." „Zyt gy zoo vreesachtig, mynheer?" vroeg de jonge dame op spottenden toon. „Ja maar, nu zyn er buiten de gewone spoorwegongelukken toch nog andere, die niet juist den trein zelf betreffen," hernam de heer ernstig. „Hoe meent u dat? Nu doet u my toch werkeiyk schrikken 1" „Maar, mylady, hebt ge dan niet op het perron dat groote aanplakbiljet gelezen?" riep de reiziger. j,Ja, nu herinner ik het my, maar zulke moordaanslagen kunnen toch altyd slechts by uitzondering voorkomen," antwoordde de jonge dame onverschillig. „My wèl, maar wie staat er my voor in, dat niet juist ik dat slachtoffer by uitzondering ben, zoo goed als ieder ander het zyn kan? Myn vrees in dit opzicht is dus niet geheel ongegrond en voor een man op myn leeftyd alleszins gerechtvaardigd." „'t Is waar, ge hebt gelyk," moest de dame eindeiyk toegeven, „en dat was dan ook zeker de reden, waarom gy een coupó voor u alleen wildet betrekken?" „Ja zeker, myladyl" „Welnu, mynheer, ik van myn kant ben volstrekt niet vreesachtig. En boe zou ik ook beangst kunnen zyn, nu ik in elk geval van uw bescherming verzekerd bon?" (SPo£ volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 11