IWEaaiidag ÜI5 Ma rdi
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Feuilleton.
Vijfhonderd pond belooning.
N°. 11366
A0. "1897.
IEIDSCH
DAGBLAB.
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DEZER COUBAUT:
k i i r t 1.10.
0.05.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 J. Grooter#
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Jacht en Ylssehery.
Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
is bepaald:
lo. dat de uitoefening der jachten op water
wild, opgenoemd in art. 15, litt. d., f. en h.,
dor wet van den 13den Juni 1857, wordt ge
sloten op Zaterdag den lOdon April aanstaande;
2o. dat de uitoefening van het weiepol
van kwartelen met steekgaren of vliegnet
(art. 15. litt. t. der bovengenoemde wet) is
toegelaten van den 26sten April a. s. tot en
met den 5den Juli d. a. v, doch dat het
vliegnet in geen geval tot het tirasseeren van
kwartelen mag worden gebruikt;
3o. dat de visschery in de binnenwateren,
waaronder ook worden verstaan rivieren, door
sluizen afgesloten, zal zjjn gesloten van den
15den Maart a. s. tot en met den 31sten Mei
d. a. v., met uitzondering: a. van de visschery
door middel van fuiken, aalscbaren, aalkorven,
dobbers en door peuren naar aal en paling;
b. van do visschery met de gebbe, om kleine
vischj-s te scheppen tot aas voor dobbers;
4o. dat het visschen met kuilnetton, waar
onder ook bebooren ankerkuilen en staalboomen,
van den lsten April a. s. tot den 15den Juni
d. a. v. is verboden;
5o. dat de kooilieden hunne kooieenden in
dit jaar moeten opsluiten of ophokken van
den 2den Juli tot de opening der jacht op
waterwild.
Het bouwen eener nieuwe school 3(le kl.
aan de Heerenstraat.... of elders.
Gelijk men weet, ie de behandeling door
den Gemeenteraad van bovenstaand onderwerp,
waarbij de gemeente-financ.ën in booge mate
betrokken zijn, deze week uitgesteld geworden.
Dit geeft ons aanleiding, nadat wij het uit
voerig rapport van B. en Ws. hebben mede
gedeeld, thans nog nader op het niet minder
belangrijke advies der Plaatselijke School
commissie terug te komen.
By de beantwoording der vraag, welke
plaats de meest wenscheiyke is voor de nieuw
te bouwen school, die de ruimte moet
verschaffen, welke thans te kort komt, ten
gevolge van: lo. de vermeerdering der school
bevolking met de 225 kinderen van de school
Heerenstraat; £o. van de overbevolking der
School No. 2 en ook van No. 1 (waarvan de
Gymna:ti kzaal nog steeds voor schoolvertrek
dient); 3o. van de vermeerdering, die in de
eerste jir.n (zegge zeven jaren) te verwachten
is, ty de beantwoording dier vraag komen,
naar het inzien der Schoolcommissie, inzonder-
heil de drie vo'gende punten ter sprake:
I. De verdeeling der schoolweken
II. Hot aantal kinderen op elke school;
III. De vraag, aan welke zijde der stad de
vermeerdering van lserlingen voor de scholen
der minvera ogenden het meest te wachten is.
I. Dj wffkveraeeling voor de scholen van
minv rmogend9n, die thans geldende is, be
antwoordt, volgens de Commissie, zoo goed
mojilyk aan de eischen, die daaraan moeten
gesteld worden, nameiyk, dat de school in hit
midden (of althans niet te ver uit het midden)
van het stadsdeel gelogen is, waaruit de leer
lingen getrokken worden, zoodat do joDge
kinderen (van 69 jaren) de school langs
een korten en veiligen weg kunnen bereiken.
Groot bezwaar toch heeft het in, wanneer
die kinderen, welke niet gebracht of gehaald
kunnen worden, lange afstanden moeten af
leggen, of bruggen en 6traten moeten over-
en doorgaaa, waarop een druk verkeer van
wagens, tramwagens, enz., enz., plaats vindt.
By die wjjkverdeeling is tevens rekening
gehouden daarmede, dat de Rijn (Galgewater,
Ryn, Nieuwe Rijn en Oude Rijn) de stad
in een Noordelijk, een Zuideiyk en een
Oostelijk deol (het Hoogeland) verdeelt. Uit
de volgende bescbouwnig moge biyken, dat
de Ryn grenzen tusschen de schoolkwartieren
vormt, welke de grootste vooxdoelen aan
bieden.
Het aantal leerlingen, dat de 5 scholen der
3de klasse bezoekt, bedraagt volgens de
overgelegde staten 2668. Hiervan gaan op de
scholen Nos. 2 en 3, dus in bet Noordelyke
stadsdeel, te zamen 1327, dat is met een
zeer gering verschil de htlft van het geheele
aantal, terwyi de overige 1341 in het Zuide-
lyk deel tot de scholen N03. 1 en 4 en de
school aan de Heerens'raat be ooren.
De 1327 leerlingen der scholen Nos. 2 en 3
wonen by na allen ten Noorden van den Ryn,
Ouden Ryn en Haven, dus in het Noordelyk
deel der stad. De 1341 leerlingen der overige
scholen kunnen met betrekking tot hun ver-
biyf in 2 groepen verdeeld worden, nameiyk
in 1075, die ten Zuiden van den Ryn en
Nieuwen Ryn, d. i. in het Zuidelijk deel der
stad, wonen, en 266 in het Oostelijk deel of
Hoogeland.
Aan den Noordelijken rand van het Zuide
lijk deel vindt men een breede strook, gevormd
door straten, waarin de meer gegoede inge-
zetonen der stad wonen. Dit zyn: het Noordeiude,
de Breestraat en de Hoogewoerd en daaraan
evenwydig gelegen de Boom-, Bloem en Aal
markt, Apothekersdyk, Yisch- en Botermark',
Nieuwe Ryn en Utrechtsche veer. Zoo is dan
voor de bevolking der scholen 3de klasse van
het Noordelyk en het Zuideiyk deel eene
natuurlijke grensscheiding aangewezende
eene ten Noorden van de beschreven strook,
de andere ten Zuiden daarvan; ouders van
schoolgaande kinderen haasten zich dan ook,
volgens mededeeling der schoolhoofden, wan
neer zy van het eene deel naar het andere
verhuizen, overplaatsing der kinderen te ver
zoeken naar de school in de wyk, waarin zy
wonon.
Het Oosteiyk deel of Hoogeland neemt in
vergelyking met de twee ander® deelen eene
eigenaardige plaats in. Vooreerst behoort de
bevolking van de Hoogstraat tot de Hooi
gracht byna geheel tot de meergegoedenten
tweede staat in het deel van de Hooigracht
tot de Heerengracht eene byzondere school;
eindeiyk sluit het derde deel Oosteiyk van
de Heerengracht zich even gemakkelyk aan
het Noordelyk als aan het Zuideiyk deel aan.
Thans gaan al de leerlingen uit de Oosteiyk
deel op de scholen in het Zuiden; een gedeelte
zoude evengoed op de scholen in net Noorden
kunnen geplaatst worden.
De wykverdeeling alzoo, die 1889 tot stand
is gekomen, heeft de bezwaren, die het school
gaan bemo ilyken kunnen, zooveel mogeiyk
weggenomen.
IJ. Wat het tweede puDt betreft, de School
commissie gaat van de beschouwing uit, dat
op niet veel meer dan 550 leerlingen in
eene school mag gerekend worden. Immers
laat de wet op het Lager Onderwys geene
grootere scholen toe dan van 600 kinderen,
dus 600 plaatsen. Daar echter de hoogere
klassen zwakker bezet zyn dan de lagere,
kunnen geen 600 kinderen aanwezig zyn,
tenzü de lagere klassen sterker bezet zyn
dan de voorschriften op den bouw der scholen
of de onderwysregelen toelaten.
III. Wat de vermeerdering van de school
bevolking betreft, die is wel het moest aan
de Noordzyde te verwachten. Het is een in
het oog vallend feit, dat de Zuidzyde by
voorkeur in beslag genomen wordt voor do
woningen der meergegoeden (langs deu Zoe-
terwoudschen Singel, den Trekvliet, Vroewyk
met uilzondering van de Laatste Straat, den
Witten Singel, Ryn- en Schiekade) en dat
de ligging daarvan minder geschikt is voor
woonplaats der werklieden, dewyl die ver
van hunne werkplaats verwyderd is.
Daarentegen Is hot Noordelyk dool der stad
by voorkeur de woonplaats der werklieden.
Langs de geheele Noordelyke lyn neemt de
arbeidersbevolking voortdurend toe.
Op grond van bovenstaande beschouwingen
meent de Schoolcommissie nu de volgende
bezwaren tegen het door B. en Ws. voorge
stelde plan te mog9n ontwikkelen:
In dat plan is de plaats voor de nieuwe
school in het Zuideiyk deel gekozen, en wel
aan den Zuidelyken rand daarvan (de Heeren
straat). Zoo zullen can drju scholen komen
in het Zuideiyk deel met 1075 Peilingen;
slechts twee scholen in het Noordelyk deel
met 1327 kinderen Deze verhoudii.g is al
zeer ongunstigte meer, omdat, zooals de Com
missie boven aanmerkte, de vermeerdering
van leerlingen juist het meest in het Noorden
te verwachten is.
Hr zal by herhaling eene verscbikking en
verschuiving van leerlingen van het N. naar
het Z. noodig zyn.
Ook is niet te bepal n, hoeveel leerlingen
uit de tegenwoordige bevolking van het Noor
delyk geannexeerde deel zich welJra by do
reeds opgenomenen zullen voegen. LeiJeraorp
en Oegstgeest hebben niet voorzien in de be
hoefte aan onderwys in het Stadsdeel. Langs
verschillende wegen hebben vele ouders ge
legenheid tot onderwijs voor hunne kinderen
gezocht, maar het laat zien verwachten, dat
zy weldra plaats op de. Gemeentescholen zullen
aanvragen, en zoodoende het aantal in het
Noordelyk gedeelte wonende leerlingen, die
naar de scholen in het Zuid6n moeten ver
wezen worden, vergreotea.
De kinderen uit he$ C«tolijk doel moeten ver
deeld worden.
De grootste bezwaren brengt h-.t door
B. en Ws. vo.rgostelde plan met zich, wat
betreft de nieuwe indeeling der schoolwyken.
De natuurlijke grenzen van Ryn, Ouden en
Nieuwen Ryn tusschen Noordelyk deel, Zui
delyk deel en Hoogeland, waarvan de Com
missie de werkeiyk onmisbare voordeden
boven heeft uiteengezet, gaan daarby grooten-
deels te loor. Immers wordt daarby het te
veel van ruim 200 leerlingen voor de twee
scholen in het Noordelyk deel vereffend door
300 leerlingen van de school No. 3 naar
No. 4 over te plaatsen en 100 leerlingen van
No. 1 naar No. 2. Er zullen dus 300 leer-
lingea van het Noordelyk naar hot Zuideiyk
deel gezonden worden 6n omgekeerd 100
leerlingen van het Zuideiyk naar het Noor
delijk deel.
De grenslyD tusschen het Noordelyk en
Zuidelyk deel verkrygt daardoor eengnlligen
vorm en loopt door den Stationsweg, de
Steenstraat en de Oude Vest, tot aan de Mare,
laDgs de Mare tot. aan de Hoogstraat, langs
den Ouden Ryn tot aan de Heerengracht,
langs de Heerengracht tot aan de Groenesteeg,
coor de 4de, 5de en 6de Groenesteeg tot aan
de begraafplaats, van waar zy, voortgaande,
in den Nieuwen Ryn terecht komt.
Kinderen uit de Haverzaklaan, met aan
grenzende straten, te zamen 127, uit de Morsch-
straat en omgeving 84, aan den Morschweg
24 (dus samen 235) zullen langs de Beesten
markt over de Blauwpoortsbrug met bet
drukke scheepvaart- en havenverkeer door de
Paardensteeg over de Borstelbrug en langs
het Kort-Rapenburg naar het Zuideinde van
de Langebrug moeten gaan, en dus op dezen
langen weg in sterke mate de bezwaren onder
vinden, die de Commissie boven beschreef, en
die bovendien het schoolverzuim zeer in de
hand zullen werken. Deze kinderen bereiken
thans langs de Aagtenstraat of Binnenvest-
gracht over de Lammermarkt in weinige
minuten de school No. 3 Ook c!e kinui-r n
van de 4de, 5de en 6de Groenestet-g, ui
volgens dat nieuwe plan naar de schoo No
de kinderen van den hoek Ou - n Run
Heerongracht, die naar do school No. 4 zou t;
verhuizen, moeten een lingeron v. cv .u
dan thans.
Op al deze gronden moet de Conin i-, i
uitvoering van het voorgestelde pi .n wm J-s.
en Ws. ontraden. Daarentegen komthvtha.r
overwegend wenscheiyk voor, cat do nieuwe
school in het Noordelyk deel gebouwd worde.
De Commissie vestigt daarvoo', zooals we
reeds melddeD, het oog op het terrein van
de Kleedenkloppery aan de Ververstraat, dat
aan de Gemeente behoort en groot genoeg
is, dat op een deel daarvan de nieuwe school
kan verryzen. In het Noordelyk deel komen
dan drie scholen, en de Ryn (met Ouden en
Nieuwen Ryn) biyft de grensscheiding tusschen
üe Ncordelyke en de Zuideiyke schoolwyken.
Da voorgestelde plaats is gemakkelyk te
bereiken voor kinderen van den Heerensingel,
Oostelyk deel Langegracht, de omgeving van
de Haven en den Zylsingel, de straten by de
Heerengracht. Zy ligt in het stadsgedeelte,
waar de meeste uitbreiding der arb i Iers-
woningen is te verwachten.
Zij kan opnemen hot „te veel" van de leer
lingen der school No. 2 en ver-er de kinderen
uit het Oostelyk deel (Hoogeland), waarvan
thans 147 op school No 1 (de heer Van der
Harst) en 122 op school No 4 (do hoer Van
der Heyde) gaan. Wy verkrygon alzoo voor
de 3 scholen in het Noordelyk ceel een getal
van ongeveer 1600 leerlingen; dus op elke
532nl. van No. 3 592, van No. 2 735, van
No 1 147 en van No. 4 122, te zamen 1596
leerlingen van de drie scholen.
Dit laat een vermeerdering van meer dan
100 leerlingen toe, want het cyfer van 532
kan tot zt 570 opgevoerd worden. De school
No. 3 behoudt baar wyk; school No. 2 wordt
van de overbevolking verlost; doelmatige gren
zen tusschen No. 4 en No. 5 zyn gemakkelyk
te vinden. De kinderen uit het Oostelyk deel
(Hoogeland), die, zooals boven gezega, meest
allen Oostelyk van ;de Hooigracht wonen,
kunnen de school No. 5 en No. 2 langs een
veiligen weg bereiken, die korter ie dan wan
neer zy naar No. 4 of No. 5 moeten gaan.
Wat vervolgens het Zuidelyk deel betreft,
de scholen No. 1 en No. 4 kunnen daarvoor
voldoende geacht worden, als do kinderen uit
het Oostelyk deel afgetrokken worden.
No. 1 563 - 147 416
No. 4 553 - 122 431
School Heerenstraat 225
1072 leerlingen
voor de twee scholen, dus op elke school
536, hetgeen nog eene uitbreioing met
2 x 35 leerlingen toelaat.
limners, zoo-.ls de Commissie boven op
merkte, is oeno belangrijke vermeerdering van
scboulju'olkiog in hot Zuiden niet te ver
wachten. In het stads leel, waaruit de kinderen
van üe school tieerenstraat komen, is in
te-?.en«jve si-1 mg m-t de stadsgedeelten van
UeKS'üce t en L -iderdorp de toestand reeug
tent >3 i ii ger.-geld, zoodat het cyfer
v ii j i luiiwwuur is. Ook kan de school
No. i, v. .li riii.» nog h_t gymnastieklokaal
m h g i.omeii, nog iets vergroot
u a /.«ju ent ii.-uL.jg mocht blyken. Wat
Li - -o beide schoolwyken be-
ht.i. c. z - is g-makkelyk te vinden,
i o t v.j gunt de Schoolcommissie zich
<>n -z üpmoiking, al wil zy daaraan geen
t ycua u- eewicnt hechten, dat tydens den
lo .-v eeii< r nL-uvvu school op het door haar
voorg stel Ju terrein de school in do Heeren-
str.iat zoolang in werking kan biyven.
Vat ce Commissie bo7enstaanjo beschou
wingen samen, dan is, naar haar o vertuiging,
thans maar óóne goede regeling voor de
scholen 3de kl. mogelyk: de verdeoling der
stad in een Noordelyk gedeelte met drie, en
oen Zuidelyk gedeelte met twee scholen,
waaraan door den bouw der Dieuwe school
op de door haar aangewezen plaats kan
voldaan worden.
Zy stelt er prys op mede te deelon, dat
haar denkbeelden gedeeld worden door alle
hoofden der scholen 3de klasse, die haar
eenstemmig als hunne meening te kennen
gaven, dat het stichten der 5de school 3d®
Naar het Duitsch.)
1)
Op een brandend-heeten namiddag in Juli
186* kwam de sneltrein van Londen naar
Dover het station London-Bridge-Terminus
snuivend binnenstoomen.
Onder de reizigers, die op het perron heen
en weer liepen en het teeken tot vertrekken
afwachtten, bevond zich ook een heer van ge
vorderden leeftyd, met een goedig uiteriyk en
eeuigszins grys wordend haar. Op zyn goed
gevuld vest slingerden in vry verwarde
kronkelingen de dikke schakels van een mas
sief gouden ketting, en wy willen hierby niet
verborgen houden, dat aan dezon ketting een
zeer kostbare chronometer van hetzelfde
metaal bevestigd was.
Deze heer - en dit is niets zeldzaams by
menschen, die reeds de grenzen van den man-
lyken leeftyd overschreden hebben scheen
in zulk een drukke en nieuwsgierige, overigens
echter zoo beminneiyke stemming te ver-
keeren, dat hy geen twee minuten op dezelfde
plaats bleef. Zyn eerste werk was het jongste
nummer van de „Times" te koopen; daarna
begaf hy zich naar het buffet, om zich tegen
de vermoeienissen der reis te sterken, en
doopte eenige beschuiten in een glas sherry,
om ze met den smaak van een kenner te
verorberen. Daarna zette hy zyn wandeling
op het perron voort.
Eensklaps stond hy stil en vestigde zyn
blikken op een groot biljet, dat, met reuzen
letters bedrukt, op de deur der wachtkamer
was aangeplakt. De oudachtigo heer haalde
zyn gouden pince-nez te voorschyn en las
de volgende bekendmaking:
„Vyfhonderd pond belooning zullen vanwege
H. M. de Koningin worden uitbetaald aan
hem, die inlichtingen kan verstrekken, welke
tot de arrestatie van Charles Wintringhaui
kunnen leiden. Deze wordt beschuldigd op
verschillende spoorbanen van het Vereenigd
Konlnkryk verscheidene moorden, gepaard
aan diefstal, te hebben bedreven. Genoemde
Ch. Wintringham is 22 jaar oud en van
middelmatige gestalte. Hy is blond, heeft groote
blauwe oegen en fraaie tanden. Verder heeft
hy even onder de kin een klein, zoogenaamd
8choonheidsmerk
„Ei, ei, wat een Adonis 1" sprak de heer
binnensmonds, nadat hy deze beschryving
gelezen had. „Hml" ging hy bezorgd voort,
„verscheidene moordeD om te stelen dat is
bedenkeiyk. Hei, conducteur 1"
De aldus toegeroepen beambte beyverde
zich zoo snel mogelyk naderby te komenhy
gevoelde reeds in het verschiet een zilverstuk.
„Conducteur, is het mogelyk my in den
waggon een coupé alleen te geven?"
„Er zyn veel reizigers, mynheer," ant
woordde de conducteur ontwykend. „Waar
heen reist u?"
„Naar Sandwich."
„In den Minstertrein een overstapwaggon
voor Sandwich en Deall" riep de conducteur,
alsof hy een signaal gaf.
„Ja, dat weet ik allemaal wel," zei de oude
heer ongeduldig, „maar ik vraag je nogmaals,
of ge my een coupé kunt geven, waarin ik
alleen kan blijven."
En tegelykertyd vóór do cogen des con
ducteurs een goudstuk doende blinken, maakte
hy een veelbelovend gebaar.
„Wil u my volgen was het antwoord op
het metalen argument. Den menschen batenden
reiziger werd een gereserveerde coupó aan
gewezen, die hy met welbehagen In beslag
nam, zich op de belofte van den braven
beambte en het geschonken goudstuk ver
latend. Zyn dagblad openvouwend, zocht by
de rubriek „Wisselkoersen" op en was weldra
geheel in zyn lectuur verdiept.
Nauwelyks echter had hy van het voor
hem zoo bel.#gryk artikel de eerste aan-
teekeningen gelezen, of zyn conducteur ver
toonde zich aan het portier, met een half
verlegen, half onderdanig g inilachje zeggende:
„Duizendmaal verschooning, myr.hoer! Hier
ia een dame geheel alleen die den trein
zou moeten missen. Zou mynheer zoo buiten
gewoon goed willen zyn
„Neen, neen, ik wil eten gentleman geens
zins lastig vallen; ik zal wachten tot
morgen de trein vertrek t," klonk oen oneindig
zoete stem, den conducteur in de redo
vallend.
„Maar toch niet, myladyl Ik zal my zeer
vereerd achten," riep de oudachtige heer, op
den welluidenden klank der stem ingaando;
„open vlug, conducteur, oa i&at de damo
binnen 1"
De beambte was ten hoogste verheugd over
deze oplossing der zaak en opende, niet
zonder dat hy een tweede beeltenis van
koningin Victoria in den zak had laten giyden,
de deur van do coupé, waarin een jong meisje
trad, met schuchtere bekoorlykheid dengene
begroetende, die zich jegens haar zoo ridderlyk
betoond had.
Een oogenblik later vertrok de trein met
vollen stoom naar Dover.
Achter zyn courant verborgen, wierp de
oude heer van tyd tot tyd een vluchtigen blik
op zyn reisgenoote. Zy was even élégant als
smaakvol gekleed; haar ryk toilet verhoogde
nog den glans harer schoonheid en deed
tevens de sierlyke vormen van haar slanke
en toch indrukwekkende gestalte raden. Haar
gelaatstrekken waren fijn en regelmatig, en
de volheid van heur donker haar stond in
eigenaardige tegenspraak met de doorzichtig
tintelende, heldere gelaatskleur en de blauwe
oogen.
„O, als ik dertig jaar wasl" dacht de
reiziger, terwyi hy heimeiyk die vrouwelyke
schoonheid bewonderde.
Spoedig evenwol, ten gevolge van onder
scheiden kleine oplettendheden, zooals wèl-
opgevoede reizigers die elkander plegen te
laten welgevallen, ontspon zich tusschen den
gentleman en de jonge dame een gesprek,
dat weldra zoo vertrouwelyk werd, alsof zy
elkander sinds jaren gekund hadden.
„Het is zeer aangenaam," verklaarde de
oude heer, „met den sneltrein te reizen,
„want behalve dat mon sneller rydt, is daarby
het schokken minder erg.
„Zeker, mynheer, en er komen ook by den
sneltrein gewoonlyk minder ongelukken voor."
„O, mylady, spreek my niet vau ongeluk
ken, bid ik u."
„Zyt gy zoo vreesachtig, mynheer?" vroeg
de jonge dame op spottenden toon.
„Ja maar, nu zyn er buiten de gewone
spoorwegongelukken toch nog andere, die
niet juist den trein zelf betreffen," hernam
de heer ernstig.
„Hoe meent u dat? Nu doet u my toch
werkeiyk schrikken 1"
„Maar, mylady, hebt ge dan niet op het
perron dat groote aanplakbiljet gelezen?"
riep de reiziger.
j,Ja, nu herinner ik het my, maar zulke
moordaanslagen kunnen toch altyd slechts by
uitzondering voorkomen," antwoordde de
jonge dame onverschillig.
„My wèl, maar wie staat er my voor in,
dat niet juist ik dat slachtoffer by uitzondering
ben, zoo goed als ieder ander het zyn kan?
Myn vrees in dit opzicht is dus niet geheel
ongegrond en voor een man op myn leeftyd
alleszins gerechtvaardigd."
„'t Is waar, ge hebt gelyk," moest de dame
eindeiyk toegeven, „en dat was dan ook zeker
de reden, waarom gy een coupó voor u alleen
wildet betrekken?"
„Ja zeker, myladyl"
„Welnu, mynheer, ik van myn kant ben
volstrekt niet vreesachtig. En boe zou ik ook
beangst kunnen zyn, nu ik in elk geval van
uw bescherming verzekerd bon?"
(SPo£ volgt.)