to Amsterdam, en de keurige bloem versiering van den beer Ballego (orctiieeön), alhier. De „Leidsche Zwemclub" hield Zaterdag avond een buitengewone algemeene vergade ring. Het dool dezer vergadering was, aan Petrus Brugman, die op 17 Januari 11. drie jongens met levensgevaar uit het ijs redde, een blijk van waardeering zijner zelfopoffering te gevtn. Toen Brugman te negen uren door den secretaris werd binnengeleid, begroetten de, in grooten getal 3 opgekomen leden hem met gejuich; waarna de voorzitter, de heer C. J. tLieadertz, hem nagenoeg aldus toesprak: .ik vraag een oogenblik uwe aandacht, Mflne Heeren, voor een buitengewoon feit, dat tot heden eenig is in do geschiedenis der „LriJsche Zwemclub". Het doei waarvoor wy hier hedenavond zijn bijeengekomen, is u allen bekend. De .Leidsche Zwemclub" zal nl. een blijk van waardering geven aan Petrus Brug man, den man die op 17 Januari jl. met ge vaar van zijn eigen leven dat van drie zijner medemenschen heeft gered. Het z|] mü ver guod u deze gebeurtenis in korte trekken in herinnering te trengen. Op genoemden datum was Brugman des voormiddags te twee uren bij ztjn familis, op den Maredijk woonachtig, toen zijn schoon zuster bleek en ontdaan de woning binnen kwam en aan de aanwezigen mededeelde, dat er drie jongens door het ijs waren gezakt. Zondtr zich een oogenblik te bedenken, spoeat Brugman zich naar de plaats des onhe:ls, waar reeds meer dan honderd menschen aan wezig waren, van welko echter geen enkele de hand tot redding uitstak. Hier kwam zijn oud soldatenhart boven. Dadelijk treodt bij handelend op, begeeft zich op het broze ijs en brengt dén drenkeling naar den wal. Onmid dellijk daarop begeeft hij zich weer op het ijs, doch dit breekt onder hem weg; toch hosft h(j het geluk den tweedon drenkeling tegrij pen en wil dien insgelijks aan wal in veilig heid brengen, doch wordt daarin verhinderd door den derden, die hem bi) de beenen vasthoudt. Het gelukt hem echter zich los te werken en nauwelijks is de tweede in veilig heid of hij duikt om den derden te zo ken. Hij vindt hem onder het ijs en brengt ook dezen drenkeling naar den wal, waar zjjn pogingen om de levensgeesten op te wokken, met gunstigen uitslag worden bekroond. BrugmaD, ik behoef je niet te zeggen, hoe zeer die daad algemeen waarde ring vond. Ge hebt een voorbeeld gegeven van trouwe plichtsbetrachting en edele menschenmin. Ik reken het mij dan ook tot 'n voorrecht om je namens de .Leidsche Zwemclub" deze medaille met inscriptie te mogen uitreiken, als een blijk van waardeering voor een daad van moed en zelfopoffering. Bewaar ze als een herinnering aan den 17den Januari 1897. Op dien dag toch hebt ge eeu feit verricht, waarop ge met recht- matigen trots moogt terugzien; te meer, omdat de laatste drenkeling, dien ge toen behouden aan wal bracht, reeds de vijftiende was, wien ge op die wjjze het leven hebt gered." Daarop bevestigde de voorzitter onder luide toejuichingen Brugman de buitengewoon groote zilveren medaille met rood-wit lint op de borst. Wij wenschen Brugman geluk met de eer door de .Leidsche Zwemclub" hem bewezen. Men schrijft ons uit Zooterwoude: Naar we vernemen, zijn eenige bewoners van het burgerlijk aan Leiden getrokken gedeelte dezer gemeente voornemens pogingen aan te wenden om ook kerkelijk tot Leiden over te gaan cn te gaan behooren tot de Ned.-Horv. gemeente aldaar. Dit voornemen kan niet anders dan toege juicht worden door het kerkbestuur alhier, dat door eon beslissiDg in deze quaestie uit veel onzekerheid zou geraken. Mocht toch aan het verlangen der bedoelde bewoners niet worden voldaan, dan zou overgegaan kunnen worden tot het beroepen van een prerikant, dat reeds te lang op zich heeft moeten doen wachteD, tot voorziening in de geestelijke behoeften van het .stadsgedeelte" en tot herziening van het verouderde stelsel van heffing van den kerkdijken boofdelijken omslag, welke alsdan in de bedoeling van kerkvoogden ligt. Mocht het verzoek worden ingewilligd, dan zi.t het er met de Kerk der Hervormden alhiir allesbehalve rooskleurig uit; met een hulpprediker zou ze dan wel licht een kwijnend bestaan kunnen voortslepen. Maar nog eens: een beslissing, hoe ze ook uitvalle, een spoedige beslissing zelfs, is zeer gewenscht. De hoofdelijke omslag over het vorige jaar is slechts door weinigen niet voldaan. Binnen kort zullen krachtige maatregelen tot inning van het achterstallige genomen worden. Wordt de kerkelijke overgang een feit, dan zal van Leiden wel een beweging mogen uitgaan om, ten einde den toestand op kerkelijk gebied geheel zuiver te krijgeD, de burgerlijk overgegane deelen van Leiderdorp en Oegst- geest ook kerkelijk by zich gevoegd te zien. De bewoners dier deelen toch zullen in dien geest geen verzoek do3n, wantzij worden daar met kerkelijke belasting niet lastig gevallen. Te Voorhout vergaderde in het stations koffiehuis do kiesvereeniging .Eensgezindheid" aldaar. Ofschoon het weer buitengewoon on gunstig was, waren er toch 46l9den opgekomen. In aansluiting met het reglement van de Centrale Kiesvereeniging .Katwijk" moesten eenige artikelen in haar reglement gewijzigd worden. Besloten werd, ook de gehuwdo werk lieden voor wie de jaarlijksche contributie van 60 ct te bezwarend was, als leden aan te nemen tegen betaling van 26 ct.; 17 nieuwe leden hebben zich terstond aangegeven. Tot bestuurslid van do Csntr.Kiesvereeniging „Katwijk" werd met 42 stemmen gekozen de heer L. Prins Lz. Tot afgevaardigden de heeren G. Th. Van der Hulst en J. Does. Tot plaats vervangers de heeren J. J. Swolfs en Jac. Van den Berg. De bestuursleden van .Eensgezind heid" hadden zich niet beschikbaar gesteld, omdat zij in hun qualiteit steeds toegang tot do vergaderingen van .Katwijk" hebben. In de vorige vergadering van de afd. Wassenaar der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur werd de vraag ter sprake gebracht, of het niet noodlg was, het bestnnr met eeDige leden te vermeerderen. De voor naamste reden hiervoor was, dat het ledental zeer was toegenomen. Nu werd besloten, het bestuur met drie leden te vermeerderen. Tot bestuursleden werden gekozen de hoeren J. Kouwenhoren, C. Remmerswaal en L. Van der Kley. In dezelfde vergadering werden tot afgevaardigden voor de algemeene vergadering in Haarlem gekozen de heeren J. Klooster man en L. Van der Kley en tot plaatsver vangende leden de heeren P. Vermin en C. Remmers waal. Bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is benoemd tot surnumerair bij den dien>t der exploitatie, H. Courlander, t9 Leiden, ter standplaats Driden. Uit Katwijk wordt gemeld, dat de ge meenteraad aldaar zal vergaderen morgen, Dinsdag, 9 Maart, des avonde te 6 uren. Beroepen is by de Cbr.-Geref. gem. te Zwolle ds. G. Bos, te A'orianderveen. Voor de vervulling der betrekking van directeur der Rotterdamsche Diergaarde ter voorzieniDg in ide vacature, ontstaan door het overlijden van-den heer A. A. Van Bemmelen, habben zich 32 sollicitanten aangemeld. H. M. de Koningin woonde gistervcor- middag ta 's-Gravenhage de godsdienstoef.- ning bij in de Kloosterkerk, waar Ds. Zeydner voorging, terwijl H. M. de Koningin-Regentes in de Waalsche Kerk tegenwoordig was, onder gehoor van Ds. BourlLr. De luitenant ter zee 1ste klasse jhr. Van der Staal, laatst lijk commandant van het flotielje-vaartuig „Nias", is uit Oost-Indiö te 's-Gravenhage teruggekeerd on zal weder in zijne betrekking van adjudant van H. M. de Koningin optreden. Hr. Ms. kamerheer graaf Van Limburg Stirum heeft zich dezen ochtend naar Lochem begeven, ten ein ie de Koningin Regentes te vertegenwoordigen bij de begrafenis van baro nesse Van Nagell van Ampsen, dame du palais. Ook baron Van Hardenbroek, opperkamerheer, woonde de ter-aarde-bestelling bij. Het stoomschip „Schiedam", van Amster dam raar Nieuw-York, passeerde 6 Maart Lizard; do „Agamemnon", van Amsterdam naar Java, passeerde 6 Maart Dungenoss; de „Amsterdam" vertrok 6 Maart van Niouw- York naar Rotterdam; de „Jason", van Amsterdam naar Java, vertrok 6 Maart van Liverpool; de „Koningin-Regontes", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 7 Maart te Southampton; de „Lawoe", van Rotter dam naar Batavia, vertrok 8 Maart van Porim de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 8 Maart te Padang; de „Telemachus" arriveerde 8 Maart van Batavia te Amsterdam. Do Stnds-bank-van-Leening. Naar aanleiding van het in de gemeente raadszitting van 25 Februari jl. verhandelde in zake eene eventueele opheffiDg van de Bank-van Leening, hebben B. en Ws. aan Commissarissen der Bank verzocht hunne meening daaromtrent kenbaar te maken. B. en Ws. ontvingen daarop ondergaand schrijven van Commissarissen, dd. 28 Februari jl., met den inhoud waarvan B. 6n Ws. zich vereenigen. B. en Ws. meenen den gemeenteraad varder te kunnen verwijzen naar de Verslagen van Commissarissen dor Bank, opgenomen in de Verslagen van den toestand der gemeente ovc-r 1894 en 1895, waaruit blijkt, dat het behoud zoowel van de Bank-van-Leening als van de beide Hulpbanken door Commissarissen noodzakelijk wordt geacht, welke zienswijze door B. en Ws. wordt gedeeld. Tevens leggen zij over eene door Com missarissen ingediende alphabetisch gestelde voordracht voor de beno3ming van oen con troleur der Stads-Bank-van-Leening, met voor stel alsnu tot benoeming over te gaan. Het schrijven van Commissarissen der Bank luidt aldus: „In antwoord op bovenvermeld schrijven hebben wi) de eer UE Achtb. te berichten, dat het ons niet duidelijk is, welk verband er zou kunnen bestaan tusschen de door den thans ontslagen controleur geploegde onregel matigheden en de vraag, of eene opheffing van de Stads Bank-van-Leening in het belang van do gemeente is te achten. De omstandig heid dat die onregelmatigheden, ten deele reeds gepleegd onder het beheer van den vorigen controleur, gedurende eene reeks van jaren voor de vroegere en de tegenwoordige commissarissen verborgen konden blyven, heeft ons wel de noodzakelijkheid van wijzi gingen in de administratie en boekhouding der Bank doen blijken en wy zijn dan ook voornemens daartoe de noodige maatregelen te treffen, doch meenen vooraf het verslag der commissie van onderzoek te moeten afwachten. De vraag echter, of het bestaan eener Stads-Bank van-Leening in deze ge meente wenschelijk is, heeft, onzos inziens, met dat alles niets uitstaande, evenmin als bijv. de Rijksregeering er aan zal denben de Postery, de Telegraphie of eenigen anderen tak van het Staatsbedrijf op te heffen, op grond dat een daarbij dienstdoend ambtenaar zich aan onregelmatigheden of oneerlijkheden heeft schuldig gemaakt. „Ten aanzien der vraag, of het behoud der Bank ons wenscheiyk voorkomt, nemen wij de vrijheid te verwijzen naar ons Rapport van 3 Januari 1895. Commissarissen der Stads-Bank van-Leening, H. Van die Hoeven, voorzitter. Q. H. Kokxhoobn, tod. secretaris Ingevolge artikel 7 der VerordeniDg van 12 Juli/20 Nov. 1873, houdende Reglement voor de Bank-ran Leening, bieden commis sarissen ter vervulling van de vacante be trekking van Controleur der Bank tevens de navolgende alphabetisch gestelde voordracht aan: P. J. C. Doe, bo.-khouder b|j de firma Lisman Waller; P. Essers, kerkeiyk ont vanger en boekhouder der Nederduitsch- Hervormde gemeente; R.Pronk,hoofd-inspec- teur van politie, allen te Leiden. Do hoogleeraarsbenoeming te Groningen. De hoogleeraar in de verloskunde en de leer der vrouwenziekten, aan de Amsterdam- sche universiteit, dr. Hector Treub, heeft, naar „Do Kroniek" mededeelt, Vrijdag zijne lessen met de volgende toespraak geopend: Mijne HeerenHet is niet mijne gowoonte, dat weet gy, u by mijne lessen iets voor te lezen. Wanneer ik dat dus heden doe, ver moedt gü allicht dat daarvoor een bijzondere reden moet bestaan. D it vermoeden is juist. Die bijzondere reden i3 hierin gelegen, dat ik eensdeels zoo diep treurig en anderdeels zoozeer verontwaardigd ben over een Jofficiöel bericht, dat sinds onz9 laatste bijeenkomst in de „Staatscourant" gestaan heeft, dat ik improviseerende allicht meer zoude zeggen dan goed en rechtvaardig is. Er is ook te Groningen tot hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde een vreemdeling benoemd. Het feit zou betreurenswaardig zijn, wanne:r daardoor bowez n werd dat Neder land onder zijn eigen zonen geen enkele bezit, voor den nu bezetten leerstoel geschikt. Dit laatste echter mag noch kan iemand op goede gronden beweren. Onder de Nederland- sche geneeskundigen is er meer dan één aan te wjjzen, die minstens oven geschikt is voor het hoogleraarsambt als de nu benoemde vreemdeling. En daarom is de nu geschiede benoeming niet alleen betreurenswaardig, maar zy is bovendien in de hoogste mate onrechtvaardig. Mocht ik u les dessous des cartes van deze en dergelijke benoemingen doen zien, dan zondt gij, die de ideale opvattingen der jeugd nog hebt, u verbazen dat zoo iets mogelijk is. Waarorn ik u dit zeg? vraagt gij. Om u oen raad te geven, don raad van een moedeloozen strijder voor het goed recht onzer Nederlandsche medici Weet wel, mijne heeren, dat wat gij ook doen moogt, welke opofferingen gij u getroost om onder de hier te lande ongunstige om standigheden wetenschappelijk te arbeiden, uw moeite vergeefsch zal zijn. Voor u is in Nederland geen wetenschappelijke toekomst weggelegd. Immers, gij zijt slechts Nederlanders 1 Ik mag u dus geen anderen raad geven dan dien van alle wetenschappelijke neigingen, alle hoogere adspiraties te onderdrukken. Doot gij dit niet, dan wacht u niets anders dan teleurstelling. Tenzij, dat gij kans ziet een ommekeer teweeg te brengen. Gy kunt dat misschien. Zorgt dat men wete, zorgt dat uwe ouders weten, dat het hier niet geldt het belang van dr. X of dr. Y, maar uw toekomst, de toe komst van de zonen van Nederland, die nu of later zich willen wijden aan de wetenschap. Zorgt op die wijze dat op de tegenwoordig zoo welig opschietende politieke programma's dit punt geplaatst worde, waartegen geen enkele party bezwaar kan hebben: dak voor wetenschappeiyke betrekkingen de Nederlan der niet voorbygegaan mag worden, omdat hy Nederlander is. Doch kunt gy dat niet teweegbrengen, ge3ft u dan ook geen moeite iets andera te worden dan datgene, waarvoor de Nederlandsche medici ten onrechte officiéél verklaard wordeD, nl. tweederangs medici Daarvoor zytgygoed genoeg. Immers, ik herhaal het, gy zyt slechts Nederlanders Geveilde peroeelen. Gehouden verkooping in het Notarishuis aan Don Burg, alhier, op Vrydag 5 Maart 1897, ten overstaan van mr. J. A. F. Coebergh, notaris te Leiden: De bouwmanswoning c. a. in dea Ouden Gelderwoudschen Polder, in do Weipoort, onder Zoeterwoude, met diverse perceelen wei- of hooiland, samen groot 13-69-65 hectaren, in bod f 20,200, kooper de heer J. Dompeling qq. Eenige perceelen wei- of hooiland, gelegen als voren en in den West- broekpolder, samen groot 5 69 07 hectaren, in bod f 8800, kooper de heer J. A. De Ridder, voor f 8604. Zaterdag, 6 Maart 1897, ten overstaan van L. I. C. A Gordon, notaris te Leiden: Het huis, Langebrug 44, in bod 2000, kooper de heer A. Christiaanse. Het huis, Oranjegracht 33, in bod f 1360, koopers de heeren M. H. Fontein c. s. J. T. Meiners, notaris te Leiden: Het heerenhuis met tuin, Stationsweg 1, niet gegund. Het huis, Rapenburg 98, in bod f 3250, kooper de heer N. Zwart qq., voor f 3285. Het huis, Heerengracht 73, in bod f 2000, kooper de heer Zwart qq. voornoemd, voor f 2025. Een perceel bouwterrein aan den Rynsburgereingel, in bod f 1290, kooper de heer J. v. d. Steen. INGEZONDEN. Geachte Redacteur Volgens een paar regels in „Vlokken", wacht C. V. op een versbg van D. over de kunstny verheids tentoonstelling in de Lakenhal. In uw blad werd over cie tentoon stelling echter reeds een verslag opgenomen, waaronder stond„Slot volgt." Hoe vleiend het afwachten van C. V. voor v. D. ook moge wezen, het zou zeker minstens onbeleefd van v. D. zyn den (hem onbekenden) verslaggever in de rede te vallen. Uw Dienstwillige L. 6. 3. '97. v. D. A bat to I rSlach t plaats. Ons gemeentebestuur heeft een begin van uitvoering gegeven aan zyn gewaardeerd plan tot stichting van een gebouw, waar al het slachtvee, dat in Leiden aan den baak moet komen, gedood, gereinigd en gekenrd zal worden. In den eersten tyd zal deze stichting zeker vaak een onderwerp van beraadslaging en van gesprek zyn. Ik acht daarom nu den J;yd geschikt, om B. en Ws. te verzoeken alle taalminnaars van Nederland aan zich te willen verplichten, door het bewuste gebouw, ook by de besprekingen in den gemeenteraad en in openbare stukkeD, met den goeden, „beataanden" Nederlandschen naam van slachtplaats te willen noemen. Me dunkt, het zou de regeering van onze eerste universiteitsstad tot eer verstrekken in dit opzicht aan Nederland een goed voorbeeld te hebben gegeven. Ik vertrouw, dat het bestuur eener stad, die mannen als Kern, Cosyn en Verdam onder hare burgers mag tellen en waar de redactiën van het Nederlandsch Woordenboek en van het Middelnedorland8ch Woordenboek zyn gevestigd, gaarne de gelegenheid zal aangry- pen om onze moedertaal van een volstrekt overbodig vreemd woord af te helpen. W. Dbaaijer. Gemeenteraad van Voorscholen. Tegenwoordig de Voorzitter en alle leden. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter doet mededeeling van de volgende ingekomen stukken: lo. Een brief van B. en Ws. van Zoeter woude, houdende mededeeling, dat de Raad dier gemeente beeft besloten door eigen mid delen in de behoefte aan brandbluschmicldelen to voorzien. 2o. Een kennisgeving van den directeur- generaal der posteryen en telegraphie, dat de gemeente aan hot Ryk is verschuldigd eenè som van f 155.13 wegens kosten voor het telegraafkantoor over de laatste 5 maanden van 1896. 80. en 4o. Missives van Ged. StateD, hou dende mededeeling van de som, over 1895 door het Ryk aan de gemeente voldaan wegens kosteD van het lager onderwijs zynde f 1922 643 en houdende vrü3telling van de verplichting tot het geven van lager onderwys in de vrye- en orde oefeningen der gymnastiek tot 1 Januari 1902. Al deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving. Met algemeene stemmen wórden vervolgons na toelichting door don Voorzitter aangenomen de volgende voorstellen van B. en Ws. lo. Tot het verleenen van eervol ontslag aan den onderwyzer W. J. Van Nieuwenhuyzsn op zyn daartoe gedaan verzoek mot ingang van 1 Mei a. s. 2o. Tot het wyzigen der betrekkelyke Ver ordening zoodanig, dat met ingang van 1 Mei a. 8. aan de school in het dorp in plaats van 2 onderwijzers met akte Fransch ieder op f 650 Jaarwedde zullen werkzaam zyn 1 onder wijzer ,met en 1 zonder die akte resp. op f 650 en f 550 jaarwedde en zulks in verband met eene wyziging in de regeling der Fransche lessen, waardoor dit onderwys thans ook gedeelteiyk wordt gegeven door het plaats vervangend hoofd met akte voor de Fransche taal De heer Van Kempen vraagt of f 550 niet te weinig is. De Voorzitter antwoordt: in verhouding tot de jaarwedden van de andere onderwyzers is f 550 z. i. voldoende. 3o. Tot het wijzigen der instructie voor het onderwijzend personeel, zoodat dit in plaats van 6 weken, 2 maanden vóór het tydstip vaD ingang van ontslag dit moet aanvragen. 4o. Tot het verleeDen van gratificaties aan den gemeente-veldwachter C. Van Meurs en den gemeente-werkman A. ZuiderduiD, wegens het waarnemen der betrekking van den nacht waker P. A. Van Leeuwen gedurende diens ziekte resp. ad f 15 en f 7.50. 60. Tot het verleenen van een krediet ad f 80 aan B. en W. voor het aanschaffen van een nieuwe zuigbuis voor een der brand spuiten. 60. Tot het assureeren van verschillende gemeente-eigendommen als brandspuiten, lan taarns, gereedschappen enz., te zamen getax eerd op een waarde van ƒ6000. lo. Tot het voldoen van eene som van f 60 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven dienst 1896 als verplegicgskosten van eene gebrekkige vrouw. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden het woord verlangende, werd de vorga- dering door den Voorzitter gesloten, koloniën. BATAVIA, 6—9 Febr. (Nedtrlandsche mail.) Met het sa. „Prinsen Amalia" vertrekt morgen van hier na een 26-jarig verbiyf in de tropen de heer C. Van Amstel, die als administrateur van het land Peroawatie lan gen tyd op de Engelsche theemarkt de hoogste pryzen voor Java thee heeft behaald. De nieuwe ondernemingen hebben meest allo Perbawatie tot model genomen. Den heer Van Amstri zjj een welverdiond genot van zyn verbiyf in het Westtn toegewenscht. (B. jy.) Uit Semarang vertrekken volgens „De Loc naar Europa in April de kapt. R. Van Hengel van het vyfde en J. Hildering van het achtste bataljon met het stoomschip „Prinses Marie;" in Mei do eerste luitenants J. F. H. Bontenakel, adjunct van den gewostelyken staf on J. P. Kreischer van de zevende com pagnie artillerie met het stoomschip „Koningin» Regentes." De kapitein der inf. P. N. Jielof is weer voor allo militaire ciensten geschikt verklaard. Hij werd voor eenigen tyd van Atjeh geöva- cueerd en is dezer dagen van verlof naar So.kaboemio teruggekeerd. De hoofdinspecteur by den post- en telegraafdienst D. Göllner zal met ingang van 1 Juni a. s. den dienst verlaten met pensioen. Ingetrokken is de overplaatsing van Hr. Ms. flotieljsvaartuig „Nias" op Hr. Ms. wachtschip „Gedeh" van den luitenant ter zea lste klasse jhr. J. A. G. Van der Staal, adjudant in gewonen dienst van H. M. de Koningin. Hem is vergunning verleend om per Engelsche mail via Penang naar Nederland terug ta keeren. De heer Rhemrev, tolk voor de inland» sche talen by den raad van justitie te Batavia, heeft volgens „De Loc." wegens langdurigen dienst een éénjarig verlof naar Europa aan gevraagd. Ook de heer H. W. De Vriendt, onder» wyzer aan de school te Semarang, heeft een dergelyk verlof aangevraagd met ingang van 2 April a. s. (J.B.) ATJEI. Men schrijft van Kotta-Radja, dd. 27 Jan.J aan de „Java-BocJe": Zondagmiddag den 24sten verspreidde zich het gerucht, dat de marechaussees een aar- digeo slag in het gebergte by Bilool zouden geslagen hebben, waarby van vyands zyde Toekoe Rajo>t zou gesneuveld zijn. Nu, dat zou me een vangst zyn, want op dien kerel is al vier jaar geloerd en voor hem is al. menig keer in het hollo van den nacht uit gerukt geworden. By de opheffing van da post«n in April van het vorig jaar en by den. afval van Oemar heeft hy het onzen posten. Biloel en Lamkoenjit wat benauwd gemaakt-, Hy is de broeder van het voormalig hoofd van de III moekims Daroe en ons al jaren vfjandig. Z(jn schuilplaats was het gebergte ten zuf den van Biloel, waarin hy nu eens bier dan daar zyn logies opsloeg en onze coloroes bleef beschieten. Het hoezee-geroep van de marechaussee^ toen de trein hen van Ketapan-Doewa onzo „ststie" binnenbracht, lokte my spoedig naar het perron en ja wel, het gerucht bleek waar te zyn Toekoe Rajoet DaroeJ„was niet meer met hem waren nog gesneuveld Toekoe Gliöng en Tengko3 Joesoef, benevens zes volgelingen, terwyl acht achterlaadgeweren 8n een repe» teerkarabyn in onze handen waren gevallen. Die Toekoe Kling, eigenlyk Toekoe Gliêng uit Lamkrak, is een broer van Toekoe Rajoet^ terwyl Tengkoe Joesoef een geestelyk hoofd is* Laat ik u nu eons vertellen hoe alles ip zijn werk gegaan is. Eenige dagen geleden vervoegde zich oen, Atjeher by onzen wakkeren controleur Lorcb,, Hy vertelde tot de bende van Rajoet te be hooren, maar er geroeg van te hebben, en om dit te staven had hy zyn achterlaadge- weer dan ook maar meteen medegebracht. Onze controleur ook niet dom begreep nu den man te hebben, die ons de juiste verbiyfplaats van Toekoe Rajoet en anderen kon aanwyzen. In overleg met den commandant der mare* cbaussees werd besloten met de marechaussees naar de heuvels op te rukken, waarby de over» looper de rol van gids zou vervullen. Om niet in het oog te valltn by de bevolking buiten de linie en om niet door zyne ex-vriandep van de bende herkend te worden, zou hy alq marechaussee gekleed de verrassing mede^ maken. Zoo gezegd, zoo gedaan en Zaterdagnacht tegen 1 uur ging het corps op marsch over Tjot Goó naar Biloel en verder door den gida geleid het gebergte in naar de schuilplaats. De gids had verteld, dat op eenigen afstand een wachtpost was uitgezet, waarop deluite» nant Wagener, die de marechaussees comman deerde, besloot eerst dezen vriend naar betera gewesten te doen verhuizen, waartoe hy hem, door eenige marechaussees zou doen overvallen. Tegen 5 uren in den morgen werd de wacht-» post bereikt, de overval gelukte, doch de post kon ontsnappen, maar zag zich den weg naar het gebergte afgesneden, zoodat Rajoet doojj hem niet meer gewaarschuwd kon worden. Met spoed werd nu naar bet huis van Rsjoet opgerukt, waarin eenig licht brandde en dq bowoner3 wakker schenen. Spoedig was het omsingeld en daar de moge* ïykheid bestond, dat er zich vrouwen eo kin deren in konden bevinden, werd gewaarschuwd het huis te verlaten en zich over te geven, ten einde het leven van vrouwen en kinderen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 2