to Amsterdam, en de keurige bloem versiering
van den beer Ballego (orctiieeön), alhier.
De „Leidsche Zwemclub" hield Zaterdag
avond een buitengewone algemeene vergade
ring. Het dool dezer vergadering was, aan
Petrus Brugman, die op 17 Januari 11. drie
jongens met levensgevaar uit het ijs redde,
een blijk van waardeering zijner zelfopoffering
te gevtn.
Toen Brugman te negen uren door den
secretaris werd binnengeleid, begroetten de,
in grooten getal 3 opgekomen leden hem met
gejuich; waarna de voorzitter, de heer C. J.
tLieadertz, hem nagenoeg aldus toesprak:
.ik vraag een oogenblik uwe aandacht,
Mflne Heeren, voor een buitengewoon feit, dat
tot heden eenig is in do geschiedenis der
„LriJsche Zwemclub". Het doei waarvoor wy
hier hedenavond zijn bijeengekomen, is u allen
bekend. De .Leidsche Zwemclub" zal nl. een
blijk van waardering geven aan Petrus Brug
man, den man die op 17 Januari jl. met ge
vaar van zijn eigen leven dat van drie zijner
medemenschen heeft gered. Het z|] mü ver
guod u deze gebeurtenis in korte trekken in
herinnering te trengen.
Op genoemden datum was Brugman des
voormiddags te twee uren bij ztjn familis, op
den Maredijk woonachtig, toen zijn schoon
zuster bleek en ontdaan de woning binnen
kwam en aan de aanwezigen mededeelde, dat
er drie jongens door het ijs waren gezakt.
Zondtr zich een oogenblik te bedenken, spoeat
Brugman zich naar de plaats des onhe:ls,
waar reeds meer dan honderd menschen aan
wezig waren, van welko echter geen enkele
de hand tot redding uitstak. Hier kwam zijn
oud soldatenhart boven. Dadelijk treodt bij
handelend op, begeeft zich op het broze ijs en
brengt dén drenkeling naar den wal. Onmid
dellijk daarop begeeft hij zich weer op het ijs,
doch dit breekt onder hem weg; toch hosft
h(j het geluk den tweedon drenkeling tegrij
pen en wil dien insgelijks aan wal in veilig
heid brengen, doch wordt daarin verhinderd
door den derden, die hem bi) de beenen
vasthoudt. Het gelukt hem echter zich los te
werken en nauwelijks is de tweede in veilig
heid of hij duikt om den derden te zo ken.
Hij vindt hem onder het ijs en brengt ook
dezen drenkeling naar den wal, waar zjjn
pogingen om de levensgeesten op te wokken,
met gunstigen uitslag worden bekroond.
BrugmaD, ik behoef je niet te zeggen, hoe
zeer die daad algemeen waarde ring vond.
Ge hebt een voorbeeld gegeven van trouwe
plichtsbetrachting en edele menschenmin. Ik
reken het mij dan ook tot 'n voorrecht om
je namens de .Leidsche Zwemclub" deze
medaille met inscriptie te mogen uitreiken,
als een blijk van waardeering voor een daad
van moed en zelfopoffering.
Bewaar ze als een herinnering aan den
17den Januari 1897. Op dien dag toch hebt
ge eeu feit verricht, waarop ge met recht-
matigen trots moogt terugzien; te meer,
omdat de laatste drenkeling, dien ge toen
behouden aan wal bracht, reeds de vijftiende
was, wien ge op die wjjze het leven hebt
gered."
Daarop bevestigde de voorzitter onder luide
toejuichingen Brugman de buitengewoon groote
zilveren medaille met rood-wit lint op de borst.
Wij wenschen Brugman geluk met de eer
door de .Leidsche Zwemclub" hem bewezen.
Men schrijft ons uit Zooterwoude: Naar
we vernemen, zijn eenige bewoners van het
burgerlijk aan Leiden getrokken gedeelte
dezer gemeente voornemens pogingen aan te
wenden om ook kerkelijk tot Leiden over te
gaan cn te gaan behooren tot de Ned.-Horv.
gemeente aldaar.
Dit voornemen kan niet anders dan toege
juicht worden door het kerkbestuur alhier,
dat door eon beslissiDg in deze quaestie uit
veel onzekerheid zou geraken. Mocht toch
aan het verlangen der bedoelde bewoners
niet worden voldaan, dan zou overgegaan
kunnen worden tot het beroepen van een
prerikant, dat reeds te lang op zich heeft
moeten doen wachteD, tot voorziening in de
geestelijke behoeften van het .stadsgedeelte"
en tot herziening van het verouderde stelsel
van heffing van den kerkdijken boofdelijken
omslag, welke alsdan in de bedoeling van
kerkvoogden ligt. Mocht het verzoek worden
ingewilligd, dan zi.t het er met de Kerk der
Hervormden alhiir allesbehalve rooskleurig
uit; met een hulpprediker zou ze dan wel
licht een kwijnend bestaan kunnen voortslepen.
Maar nog eens: een beslissing, hoe ze ook
uitvalle, een spoedige beslissing zelfs, is zeer
gewenscht.
De hoofdelijke omslag over het vorige jaar
is slechts door weinigen niet voldaan. Binnen
kort zullen krachtige maatregelen tot inning
van het achterstallige genomen worden.
Wordt de kerkelijke overgang een feit, dan
zal van Leiden wel een beweging mogen
uitgaan om, ten einde den toestand op kerkelijk
gebied geheel zuiver te krijgeD, de burgerlijk
overgegane deelen van Leiderdorp en Oegst-
geest ook kerkelijk by zich gevoegd te zien.
De bewoners dier deelen toch zullen in dien
geest geen verzoek do3n, wantzij worden
daar met kerkelijke belasting niet lastig
gevallen.
Te Voorhout vergaderde in het stations
koffiehuis do kiesvereeniging .Eensgezindheid"
aldaar. Ofschoon het weer buitengewoon on
gunstig was, waren er toch 46l9den opgekomen.
In aansluiting met het reglement van de
Centrale Kiesvereeniging .Katwijk" moesten
eenige artikelen in haar reglement gewijzigd
worden. Besloten werd, ook de gehuwdo werk
lieden voor wie de jaarlijksche contributie van
60 ct te bezwarend was, als leden aan te nemen
tegen betaling van 26 ct.; 17 nieuwe leden
hebben zich terstond aangegeven.
Tot bestuurslid van do Csntr.Kiesvereeniging
„Katwijk" werd met 42 stemmen gekozen de
heer L. Prins Lz. Tot afgevaardigden de heeren
G. Th. Van der Hulst en J. Does. Tot plaats
vervangers de heeren J. J. Swolfs en Jac. Van
den Berg. De bestuursleden van .Eensgezind
heid" hadden zich niet beschikbaar gesteld,
omdat zij in hun qualiteit steeds toegang tot
do vergaderingen van .Katwijk" hebben.
In de vorige vergadering van de afd.
Wassenaar der Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur werd de vraag ter sprake
gebracht, of het niet noodlg was, het bestnnr
met eeDige leden te vermeerderen. De voor
naamste reden hiervoor was, dat het ledental
zeer was toegenomen. Nu werd besloten, het
bestuur met drie leden te vermeerderen. Tot
bestuursleden werden gekozen de hoeren J.
Kouwenhoren, C. Remmerswaal en L. Van
der Kley. In dezelfde vergadering werden tot
afgevaardigden voor de algemeene vergadering
in Haarlem gekozen de heeren J. Klooster
man en L. Van der Kley en tot plaatsver
vangende leden de heeren P. Vermin en C.
Remmers waal.
Bij de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen is benoemd tot surnumerair
bij den dien>t der exploitatie, H. Courlander,
t9 Leiden, ter standplaats Driden.
Uit Katwijk wordt gemeld, dat de ge
meenteraad aldaar zal vergaderen morgen,
Dinsdag, 9 Maart, des avonde te 6 uren.
Beroepen is by de Cbr.-Geref. gem. te
Zwolle ds. G. Bos, te A'orianderveen.
Voor de vervulling der betrekking van
directeur der Rotterdamsche Diergaarde ter
voorzieniDg in ide vacature, ontstaan door het
overlijden van-den heer A. A. Van Bemmelen,
habben zich 32 sollicitanten aangemeld.
H. M. de Koningin woonde gistervcor-
middag ta 's-Gravenhage de godsdienstoef.-
ning bij in de Kloosterkerk, waar Ds. Zeydner
voorging, terwijl H. M. de Koningin-Regentes
in de Waalsche Kerk tegenwoordig was,
onder gehoor van Ds. BourlLr.
De luitenant ter zee 1ste klasse jhr.
Van der Staal, laatst lijk commandant van
het flotielje-vaartuig „Nias", is uit Oost-Indiö
te 's-Gravenhage teruggekeerd on zal weder
in zijne betrekking van adjudant van H. M.
de Koningin optreden.
Hr. Ms. kamerheer graaf Van Limburg
Stirum heeft zich dezen ochtend naar Lochem
begeven, ten ein ie de Koningin Regentes te
vertegenwoordigen bij de begrafenis van baro
nesse Van Nagell van Ampsen, dame du palais.
Ook baron Van Hardenbroek, opperkamerheer,
woonde de ter-aarde-bestelling bij.
Het stoomschip „Schiedam", van Amster
dam raar Nieuw-York, passeerde 6 Maart
Lizard; do „Agamemnon", van Amsterdam
naar Java, passeerde 6 Maart Dungenoss; de
„Amsterdam" vertrok 6 Maart van Niouw-
York naar Rotterdam; de „Jason", van
Amsterdam naar Java, vertrok 6 Maart van
Liverpool; de „Koningin-Regontes", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 7 Maart
te Southampton; de „Lawoe", van Rotter
dam naar Batavia, vertrok 8 Maart van Porim
de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia,
arriveerde 8 Maart te Padang; de „Telemachus"
arriveerde 8 Maart van Batavia te Amsterdam.
Do Stnds-bank-van-Leening.
Naar aanleiding van het in de gemeente
raadszitting van 25 Februari jl. verhandelde
in zake eene eventueele opheffiDg van de
Bank-van Leening, hebben B. en Ws. aan
Commissarissen der Bank verzocht hunne
meening daaromtrent kenbaar te maken.
B. en Ws. ontvingen daarop ondergaand
schrijven van Commissarissen, dd. 28 Februari
jl., met den inhoud waarvan B. 6n Ws. zich
vereenigen.
B. en Ws. meenen den gemeenteraad varder
te kunnen verwijzen naar de Verslagen van
Commissarissen dor Bank, opgenomen in de
Verslagen van den toestand der gemeente
ovc-r 1894 en 1895, waaruit blijkt, dat het
behoud zoowel van de Bank-van-Leening als
van de beide Hulpbanken door Commissarissen
noodzakelijk wordt geacht, welke zienswijze
door B. en Ws. wordt gedeeld.
Tevens leggen zij over eene door Com
missarissen ingediende alphabetisch gestelde
voordracht voor de beno3ming van oen con
troleur der Stads-Bank-van-Leening, met voor
stel alsnu tot benoeming over te gaan.
Het schrijven van Commissarissen der Bank
luidt aldus:
„In antwoord op bovenvermeld schrijven
hebben wi) de eer UE Achtb. te berichten,
dat het ons niet duidelijk is, welk verband
er zou kunnen bestaan tusschen de door den
thans ontslagen controleur geploegde onregel
matigheden en de vraag, of eene opheffing
van de Stads Bank-van-Leening in het belang
van do gemeente is te achten. De omstandig
heid dat die onregelmatigheden, ten deele
reeds gepleegd onder het beheer van den
vorigen controleur, gedurende eene reeks van
jaren voor de vroegere en de tegenwoordige
commissarissen verborgen konden blyven,
heeft ons wel de noodzakelijkheid van wijzi
gingen in de administratie en boekhouding
der Bank doen blijken en wy zijn dan ook
voornemens daartoe de noodige maatregelen
te treffen, doch meenen vooraf het verslag
der commissie van onderzoek te moeten
afwachten. De vraag echter, of het bestaan
eener Stads-Bank van-Leening in deze ge
meente wenschelijk is, heeft, onzos inziens,
met dat alles niets uitstaande, evenmin als
bijv. de Rijksregeering er aan zal denben de
Postery, de Telegraphie of eenigen anderen tak
van het Staatsbedrijf op te heffen, op grond
dat een daarbij dienstdoend ambtenaar zich
aan onregelmatigheden of oneerlijkheden heeft
schuldig gemaakt.
„Ten aanzien der vraag, of het behoud der
Bank ons wenscheiyk voorkomt, nemen wij
de vrijheid te verwijzen naar ons Rapport
van 3 Januari 1895.
Commissarissen der Stads-Bank van-Leening,
H. Van die Hoeven, voorzitter.
Q. H. Kokxhoobn, tod. secretaris
Ingevolge artikel 7 der VerordeniDg van
12 Juli/20 Nov. 1873, houdende Reglement
voor de Bank-ran Leening, bieden commis
sarissen ter vervulling van de vacante be
trekking van Controleur der Bank tevens de
navolgende alphabetisch gestelde voordracht
aan: P. J. C. Doe, bo.-khouder b|j de firma
Lisman Waller; P. Essers, kerkeiyk ont
vanger en boekhouder der Nederduitsch-
Hervormde gemeente; R.Pronk,hoofd-inspec-
teur van politie, allen te Leiden.
Do hoogleeraarsbenoeming te
Groningen.
De hoogleeraar in de verloskunde en de
leer der vrouwenziekten, aan de Amsterdam-
sche universiteit, dr. Hector Treub, heeft, naar
„Do Kroniek" mededeelt, Vrijdag zijne lessen
met de volgende toespraak geopend:
Mijne HeerenHet is niet mijne gowoonte,
dat weet gy, u by mijne lessen iets voor te
lezen. Wanneer ik dat dus heden doe, ver
moedt gü allicht dat daarvoor een bijzondere
reden moet bestaan. D it vermoeden is juist.
Die bijzondere reden i3 hierin gelegen, dat
ik eensdeels zoo diep treurig en anderdeels
zoozeer verontwaardigd ben over een Jofficiöel
bericht, dat sinds onz9 laatste bijeenkomst
in de „Staatscourant" gestaan heeft, dat ik
improviseerende allicht meer zoude zeggen
dan goed en rechtvaardig is.
Er is ook te Groningen tot hoogleeraar in
de faculteit der geneeskunde een vreemdeling
benoemd. Het feit zou betreurenswaardig zijn,
wanne:r daardoor bowez n werd dat Neder
land onder zijn eigen zonen geen enkele bezit,
voor den nu bezetten leerstoel geschikt.
Dit laatste echter mag noch kan iemand op
goede gronden beweren. Onder de Nederland-
sche geneeskundigen is er meer dan één aan
te wjjzen, die minstens oven geschikt is voor
het hoogleraarsambt als de nu benoemde
vreemdeling.
En daarom is de nu geschiede benoeming
niet alleen betreurenswaardig, maar zy is
bovendien in de hoogste mate onrechtvaardig.
Mocht ik u les dessous des cartes van deze
en dergelijke benoemingen doen zien, dan
zondt gij, die de ideale opvattingen der jeugd
nog hebt, u verbazen dat zoo iets mogelijk is.
Waarorn ik u dit zeg? vraagt gij.
Om u oen raad te geven, don raad van een
moedeloozen strijder voor het goed recht onzer
Nederlandsche medici
Weet wel, mijne heeren, dat wat gij ook
doen moogt, welke opofferingen gij u getroost
om onder de hier te lande ongunstige om
standigheden wetenschappelijk te arbeiden,
uw moeite vergeefsch zal zijn. Voor u is in
Nederland geen wetenschappelijke toekomst
weggelegd.
Immers, gij zijt slechts Nederlanders 1
Ik mag u dus geen anderen raad geven
dan dien van alle wetenschappelijke neigingen,
alle hoogere adspiraties te onderdrukken. Doot
gij dit niet, dan wacht u niets anders dan
teleurstelling.
Tenzij, dat gij kans ziet een ommekeer
teweeg te brengen. Gy kunt dat misschien.
Zorgt dat men wete, zorgt dat uwe ouders
weten, dat het hier niet geldt het belang van
dr. X of dr. Y, maar uw toekomst, de toe
komst van de zonen van Nederland, die nu
of later zich willen wijden aan de wetenschap.
Zorgt op die wijze dat op de tegenwoordig
zoo welig opschietende politieke programma's
dit punt geplaatst worde, waartegen geen
enkele party bezwaar kan hebben: dak voor
wetenschappeiyke betrekkingen de Nederlan
der niet voorbygegaan mag worden, omdat
hy Nederlander is.
Doch kunt gy dat niet teweegbrengen, ge3ft
u dan ook geen moeite iets andera te worden
dan datgene, waarvoor de Nederlandsche
medici ten onrechte officiéél verklaard wordeD,
nl. tweederangs medici Daarvoor zytgygoed
genoeg. Immers, ik herhaal het, gy zyt slechts
Nederlanders
Geveilde peroeelen.
Gehouden verkooping in het Notarishuis
aan Don Burg, alhier, op Vrydag 5 Maart
1897, ten overstaan van mr. J. A. F. Coebergh,
notaris te Leiden:
De bouwmanswoning c. a. in dea Ouden
Gelderwoudschen Polder, in do Weipoort,
onder Zoeterwoude, met diverse perceelen
wei- of hooiland, samen groot 13-69-65
hectaren, in bod f 20,200, kooper de heer
J. Dompeling qq. Eenige perceelen wei- of
hooiland, gelegen als voren en in den West-
broekpolder, samen groot 5 69 07 hectaren,
in bod f 8800, kooper de heer J. A. De Ridder,
voor f 8604.
Zaterdag, 6 Maart 1897, ten overstaan van
L. I. C. A Gordon, notaris te Leiden:
Het huis, Langebrug 44, in bod 2000,
kooper de heer A. Christiaanse. Het huis,
Oranjegracht 33, in bod f 1360, koopers de
heeren M. H. Fontein c. s.
J. T. Meiners, notaris te Leiden:
Het heerenhuis met tuin, Stationsweg 1,
niet gegund. Het huis, Rapenburg 98, in bod
f 3250, kooper de heer N. Zwart qq., voor
f 3285. Het huis, Heerengracht 73, in bod
f 2000, kooper de heer Zwart qq. voornoemd,
voor f 2025. Een perceel bouwterrein aan
den Rynsburgereingel, in bod f 1290, kooper
de heer J. v. d. Steen.
INGEZONDEN.
Geachte Redacteur
Volgens een paar regels in „Vlokken",
wacht C. V. op een versbg van D. over
de kunstny verheids tentoonstelling in de
Lakenhal. In uw blad werd over cie tentoon
stelling echter reeds een verslag opgenomen,
waaronder stond„Slot volgt."
Hoe vleiend het afwachten van C. V. voor
v. D. ook moge wezen, het zou zeker minstens
onbeleefd van v. D. zyn den (hem onbekenden)
verslaggever in de rede te vallen.
Uw Dienstwillige
L. 6. 3. '97. v. D.
A bat to I rSlach t plaats.
Ons gemeentebestuur heeft een begin van
uitvoering gegeven aan zyn gewaardeerd plan
tot stichting van een gebouw, waar al het
slachtvee, dat in Leiden aan den baak moet
komen, gedood, gereinigd en gekenrd zal
worden.
In den eersten tyd zal deze stichting zeker
vaak een onderwerp van beraadslaging en van
gesprek zyn.
Ik acht daarom nu den J;yd geschikt, om
B. en Ws. te verzoeken alle taalminnaars van
Nederland aan zich te willen verplichten, door
het bewuste gebouw, ook by de besprekingen
in den gemeenteraad en in openbare stukkeD,
met den goeden, „beataanden" Nederlandschen
naam van slachtplaats te willen noemen.
Me dunkt, het zou de regeering van onze
eerste universiteitsstad tot eer verstrekken in
dit opzicht aan Nederland een goed voorbeeld
te hebben gegeven.
Ik vertrouw, dat het bestuur eener stad,
die mannen als Kern, Cosyn en Verdam onder
hare burgers mag tellen en waar de redactiën
van het Nederlandsch Woordenboek en van
het Middelnedorland8ch Woordenboek zyn
gevestigd, gaarne de gelegenheid zal aangry-
pen om onze moedertaal van een volstrekt
overbodig vreemd woord af te helpen.
W. Dbaaijer.
Gemeenteraad van Voorscholen.
Tegenwoordig de Voorzitter en alle leden.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter doet mededeeling van de
volgende ingekomen stukken:
lo. Een brief van B. en Ws. van Zoeter
woude, houdende mededeeling, dat de Raad
dier gemeente beeft besloten door eigen mid
delen in de behoefte aan brandbluschmicldelen
to voorzien.
2o. Een kennisgeving van den directeur-
generaal der posteryen en telegraphie, dat
de gemeente aan hot Ryk is verschuldigd
eenè som van f 155.13 wegens kosten voor
het telegraafkantoor over de laatste 5 maanden
van 1896.
80. en 4o. Missives van Ged. StateD, hou
dende mededeeling van de som, over 1895
door het Ryk aan de gemeente voldaan wegens
kosteD van het lager onderwijs zynde f 1922 643
en houdende vrü3telling van de verplichting
tot het geven van lager onderwys in de
vrye- en orde oefeningen der gymnastiek tot
1 Januari 1902.
Al deze stukken worden aangenomen voor
kennisgeving.
Met algemeene stemmen wórden vervolgons
na toelichting door don Voorzitter aangenomen
de volgende voorstellen van B. en Ws.
lo. Tot het verleenen van eervol ontslag
aan den onderwyzer W. J. Van Nieuwenhuyzsn
op zyn daartoe gedaan verzoek mot ingang
van 1 Mei a. s.
2o. Tot het wyzigen der betrekkelyke Ver
ordening zoodanig, dat met ingang van 1 Mei
a. 8. aan de school in het dorp in plaats van
2 onderwijzers met akte Fransch ieder op
f 650 Jaarwedde zullen werkzaam zyn 1 onder
wijzer ,met en 1 zonder die akte resp. op
f 650 en f 550 jaarwedde en zulks in verband
met eene wyziging in de regeling der Fransche
lessen, waardoor dit onderwys thans ook
gedeelteiyk wordt gegeven door het plaats
vervangend hoofd met akte voor de Fransche
taal De heer Van Kempen vraagt of f 550
niet te weinig is. De Voorzitter antwoordt:
in verhouding tot de jaarwedden van de andere
onderwyzers is f 550 z. i. voldoende.
3o. Tot het wijzigen der instructie voor
het onderwijzend personeel, zoodat dit in
plaats van 6 weken, 2 maanden vóór het
tydstip vaD ingang van ontslag dit moet
aanvragen.
4o. Tot het verleeDen van gratificaties aan
den gemeente-veldwachter C. Van Meurs en
den gemeente-werkman A. ZuiderduiD, wegens
het waarnemen der betrekking van den nacht
waker P. A. Van Leeuwen gedurende diens
ziekte resp. ad f 15 en f 7.50.
60. Tot het verleenen van een krediet ad
f 80 aan B. en W. voor het aanschaffen van
een nieuwe zuigbuis voor een der brand
spuiten.
60. Tot het assureeren van verschillende
gemeente-eigendommen als brandspuiten, lan
taarns, gereedschappen enz., te zamen getax
eerd op een waarde van ƒ6000.
lo. Tot het voldoen van eene som van
f 60 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven
dienst 1896 als verplegicgskosten van eene
gebrekkige vrouw.
Niets meer aan de orde zijnde en geen der
leden het woord verlangende, werd de vorga-
dering door den Voorzitter gesloten,
koloniën.
BATAVIA, 6—9 Febr.
(Nedtrlandsche mail.)
Met het sa. „Prinsen Amalia" vertrekt
morgen van hier na een 26-jarig verbiyf in
de tropen de heer C. Van Amstel, die als
administrateur van het land Peroawatie lan
gen tyd op de Engelsche theemarkt de hoogste
pryzen voor Java thee heeft behaald. De nieuwe
ondernemingen hebben meest allo Perbawatie
tot model genomen. Den heer Van Amstri zjj
een welverdiond genot van zyn verbiyf in het
Westtn toegewenscht. (B. jy.)
Uit Semarang vertrekken volgens „De
Loc naar Europa in April de kapt. R. Van
Hengel van het vyfde en J. Hildering van het
achtste bataljon met het stoomschip „Prinses
Marie;" in Mei do eerste luitenants J. F. H.
Bontenakel, adjunct van den gewostelyken
staf on J. P. Kreischer van de zevende com
pagnie artillerie met het stoomschip „Koningin»
Regentes."
De kapitein der inf. P. N. Jielof is weer
voor allo militaire ciensten geschikt verklaard.
Hij werd voor eenigen tyd van Atjeh geöva-
cueerd en is dezer dagen van verlof naar
So.kaboemio teruggekeerd.
De hoofdinspecteur by den post- en
telegraafdienst D. Göllner zal met ingang van
1 Juni a. s. den dienst verlaten met pensioen.
Ingetrokken is de overplaatsing van
Hr. Ms. flotieljsvaartuig „Nias" op Hr. Ms.
wachtschip „Gedeh" van den luitenant ter zea
lste klasse jhr. J. A. G. Van der Staal, adjudant
in gewonen dienst van H. M. de Koningin.
Hem is vergunning verleend om per Engelsche
mail via Penang naar Nederland terug ta
keeren.
De heer Rhemrev, tolk voor de inland»
sche talen by den raad van justitie te Batavia,
heeft volgens „De Loc." wegens langdurigen
dienst een éénjarig verlof naar Europa aan
gevraagd.
Ook de heer H. W. De Vriendt, onder»
wyzer aan de school te Semarang, heeft een
dergelyk verlof aangevraagd met ingang van
2 April a. s. (J.B.)
ATJEI.
Men schrijft van Kotta-Radja, dd. 27 Jan.J
aan de „Java-BocJe":
Zondagmiddag den 24sten verspreidde zich
het gerucht, dat de marechaussees een aar-
digeo slag in het gebergte by Bilool zouden
geslagen hebben, waarby van vyands zyde
Toekoe Rajo>t zou gesneuveld zijn. Nu, dat
zou me een vangst zyn, want op dien kerel
is al vier jaar geloerd en voor hem is al.
menig keer in het hollo van den nacht uit
gerukt geworden. By de opheffing van da
post«n in April van het vorig jaar en by den.
afval van Oemar heeft hy het onzen posten.
Biloel en Lamkoenjit wat benauwd gemaakt-,
Hy is de broeder van het voormalig hoofd
van de III moekims Daroe en ons al jaren
vfjandig.
Z(jn schuilplaats was het gebergte ten zuf
den van Biloel, waarin hy nu eens bier dan
daar zyn logies opsloeg en onze coloroes
bleef beschieten.
Het hoezee-geroep van de marechaussee^
toen de trein hen van Ketapan-Doewa onzo
„ststie" binnenbracht, lokte my spoedig naar
het perron en ja wel, het gerucht bleek waar
te zyn Toekoe Rajoet DaroeJ„was niet meer
met hem waren nog gesneuveld Toekoe Gliöng
en Tengko3 Joesoef, benevens zes volgelingen,
terwyl acht achterlaadgeweren 8n een repe»
teerkarabyn in onze handen waren gevallen.
Die Toekoe Kling, eigenlyk Toekoe Gliêng
uit Lamkrak, is een broer van Toekoe Rajoet^
terwyl Tengkoe Joesoef een geestelyk hoofd is*
Laat ik u nu eons vertellen hoe alles ip
zijn werk gegaan is.
Eenige dagen geleden vervoegde zich oen,
Atjeher by onzen wakkeren controleur Lorcb,,
Hy vertelde tot de bende van Rajoet te be
hooren, maar er geroeg van te hebben, en
om dit te staven had hy zyn achterlaadge-
weer dan ook maar meteen medegebracht.
Onze controleur ook niet dom begreep
nu den man te hebben, die ons de juiste
verbiyfplaats van Toekoe Rajoet en anderen
kon aanwyzen.
In overleg met den commandant der mare*
cbaussees werd besloten met de marechaussees
naar de heuvels op te rukken, waarby de over»
looper de rol van gids zou vervullen.
Om niet in het oog te valltn by de bevolking
buiten de linie en om niet door zyne ex-vriandep
van de bende herkend te worden, zou hy alq
marechaussee gekleed de verrassing mede^
maken.
Zoo gezegd, zoo gedaan en Zaterdagnacht
tegen 1 uur ging het corps op marsch over
Tjot Goó naar Biloel en verder door den gida
geleid het gebergte in naar de schuilplaats.
De gids had verteld, dat op eenigen afstand
een wachtpost was uitgezet, waarop deluite»
nant Wagener, die de marechaussees comman
deerde, besloot eerst dezen vriend naar betera
gewesten te doen verhuizen, waartoe hy hem,
door eenige marechaussees zou doen overvallen.
Tegen 5 uren in den morgen werd de wacht-»
post bereikt, de overval gelukte, doch de post
kon ontsnappen, maar zag zich den weg naar
het gebergte afgesneden, zoodat Rajoet doojj
hem niet meer gewaarschuwd kon worden.
Met spoed werd nu naar bet huis van Rsjoet
opgerukt, waarin eenig licht brandde en dq
bowoner3 wakker schenen.
Spoedig was het omsingeld en daar de moge*
ïykheid bestond, dat er zich vrouwen eo kin
deren in konden bevinden, werd gewaarschuwd
het huis te verlaten en zich over te geven,
ten einde het leven van vrouwen en kinderen