H\ 11355
Dinsdag 2 Maart.
A«. 1897
feze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden. 1 Maart.
P1 euLilleton.
Een heldhaftige vrouw.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
i-
fEUS DEZER OOUEAOTl
Voor Lolden por 3 maanden.
(franco per poet
Afzonderlijke Nommers
fm
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TiÊN t
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootet®
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De voorloopig vastgestelde kiezerslijst alhier,
die gezonden is naar de verschillende instel
lingen van weldadigheid, bevat 4886 namen.
In de Stadszaal had gisteravond een
tweede opvoering plaats van „De Operette-
Koningin". Uit het feit, dat dit de 172ste
opvoering is door het Amsterdamsch gezel
schap van de heeren Van Lier, blijkt wel, dat
het in den geest van het publiek valt, want
gewoonlijk houden stukken zoo lang geen
6tand. Ook nu verschafte het veel genoegen
aan de aanwezigen, die in aanzienlijk grooter
getale waren opgekomen dan de vorige maal.
Aangezien er zelfs meer personen waren, die
het voor de tweede maal bewoonden, blijkt
ook daaruit, dat het in den geest was gevallen.
Do optredenden werden herhaaldelijk terugge
roepen en ook de vertoonde dansen vonden
ontzaglijk veel bijval.
De Leidsche tooneelvereeniging „1'Union
fait la Force" (opgericht 4 November 1894)
heeft den moed gehad of, om het nog anders
en o. i. beter uit te drukkeD, heeft de ver
metelheid gehad, om, ter gelegenheid van haar
zevende uitvoering met introductie en tegen
entree in het schouwburglokaal „Vondelho
ven" alhier, op te voeren. „Frou Frou",
het tooneelspel in vijf bedrijven, dat niet ge
schreven is met het doel om te worden vertolkt
door krachten als waarover de genoemde Ver
eeniging kan beschikken. We vreesden dan
ook voor haar, ondanks de lauweren, een
vorige maal geplukt, het ergste, toen we in
ons blad en op aanplakborden op helle
kleuren den volke verkondigd zagen wat de
Vereeniging voornemens was te gaan besteken.
Die vrees is evenwel allengs geweken na
het flinke openingswoord van den voorzitter
der Vereeniging tot de vele aanwezigen,
waarbij hy o. m. den werkenden leden dank
2.L voor hun vele bemoeiingen en hoopte,
dat deze avond andermaal zou mogen be-
hooren tot de onvergetelijke en dat men zich
na de uitvoering weer vergenoegd zou scharen
ten dans achter de banier, welke tc-rwyl hy
sprak nog rustig te midden van frisch groen
stond te pryken.
Inderdaad toch hebben, tegen veler ver
wachting in, zelfs naar ons bleek tegen de
verwachting van enkele ledea des bestuurs,
de dilettanten zich flink van hun taak gekweten,
vooropgesteld altyd, dat de keuze van het
stuk ten eenenmale verkeerd moet genoemd
worden. Den dames bovenal alle hulde l Niet
één der werkende leden vervulde zyn taak
slecht. Er zat gang in het spel, de mise-en scène
was goed, de grime heel goed, dank zy vooral
den mooien knevels, baarden en pruiken van
den heer Kouwenberg, uit de Morschstraat.
Er werd duidelyk en beschaafd gesproken,
ongelukjes als byv. voor myn ook, veels
te ernstig, de bewonderenste vrouw van de
wereld, ikzelfs, daargelaten. We vernamen,
dat zulke foutjes enkel voortkomen uit
zenuwachtigheid. Of we 't gelooven?
Het spel maakte diepen indruk. We zagen,
rondom ons ziende, by het slot van het vyfde
bedryf vele betraande vrouwenoogen. 't Is
waar, er werd ook gelachen by de roerendste
scènes, maar dat was, en we wenschen het
met nadruk te zeggen, niet de schuld der
vertolkers, want juist in die scènes waren ze
in hun kracht, zonder te overdryven. Het
applaus na „Frou-Frou" was dan ook wèl-
verdiond.
De heer H. J. Van L. maakte zich nog
zeer verdienstelyk met zyn voordrachten. Hy
oogstte er terecht veel by val mee in.
De Vereeniging kan tevreden zyn over haar
zevende uitvoering, óók over de kindertjes,
die aanwezig waren en die het „Eendracht
maakt Macht" wat stemgeluid betreft geluk
kig niet in toepassing brachten.
Van beginnen om halfnegen was ook nu
weer geen sprakede musici, die zich overigens
goed van hun taak kweten, zaten toen nog
niet eens op hun plaatsendat „sluiting der
zaal om negen uren" ook niet was toegepast,
bleek telkens na dat uur uit nieuwen aanvoer
van belangstellenden, die het was hun aan
te zien - onmogeiyk door een sleutelgat kon
den gekropen zyn.
Een bal besloot de niet onnoodig lang ge
rekte, wèlgeslaagde uitvoering.
Naar aanleiding van de mededeeling des
Ministers, dat een der voordeelen van de be
noeming van den heer Waller tot onderdirec
teur van het Mauritshuis was, dat deze nu
te gelyk kon belast worden met het beheer
van het Prentenkabinet te Leiden, dat na
Van der Kellen's dood nog steeds geen directeur
bad, wordt van bevoegde zyde aan het „Vad."
medegedeeld, dat er wel iemand voor deze
betrekking beschikbaar was, veel beter op de
hoogte dan de heer Waller, te Leiden zelf
woonachtig en bereid de betrekking voor een
minieme tegemoetkoming waar te nemen.
Het „Nieuws- en Advertentieblad voor Epe,
Heerde, Wyhe, Olst en omstreken" (ook Oene)
geeft een portret van dr. H. J. Van Hengel,
die 4 Maart a. s. den dag herdenkt, dat hy
50 jaar geleden te Leiden als doctor in de
geneeskunde promoveerde. Men zal er op dien
dag zyn geliefden dokter niet vergeten.
Men schryft ons uit Noordwyk: De on
langs opgerichte R -K. kiesvereeniging „Kies
recht is Kiesplicht" telt than3 reeds ongoveer
250 leden. Het bestuur van de toen ontbon
den kiesvereeniging „Recht voor Allen" werd,
behoudens twee sedert lang bestaande vaca
tures en behalve den heer C. J. L. Van der
Meer, die, volgens het reglement, als lid van
den gemeenteraad geen deel van het bestuur
kan uitmaken unaniem herkozen (de heeren
J. Prins, W. N. Alkemade Cz., P. De Groot
Jacz. en L. J. Homan) en aangevuld met de
heeren A. Kervel, C. Van Reysen en P. T.
Rietmeyer, met welken laatste Noordwyk aan
Zee vertegenwoordigd is.
In de j. 1. Vrydag gehouden vergadering
werden tot leden van het Centraal Bestuur
(hoofdkiesdistrict Katwyk) namens en uit deze
afdeoling gekozen de heeren C. J. L. Van
der Meer en P. De Groot Jacz.
Den lsten Mei dezes jaars zal het 25
jaren geleden zyn, dat de heer F. J. De Groot,
onderwyzer te Bennebroek, door den Raad
der gemeente Alkemade benoemd werd tot
hoofd der school aan De Kaag, welke betrek
king hy steeds met veel yver en toewyding
vervuld heeft.
Naast het nu ongeveer een jaar bestaande
fanfarecorps „St.-Jeroen" is dezer dagen te
Noordwyk Binnen een harmoniegezolschap op
gericht, waarby zich reeds omstreeks 25 leden
hebben aangesloten.
Aan het postkantoor Warmond werd
gedurende de maand Febr. in de Rykspost-
spaarbank ingelegd f 4862.40, verdeeld over
53 inlagen; terugbetaald werd er f 1524.68,
verdeeld over 28 terugbetalingen.
Het laatste. door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 735.
Gedurende die maand werden door het
Rykstelephoonkantoor aldaar behandeld 81
telegrammen, t. w. 47 verzonden en 34 ont
vangen.
De in de afgeloopen week gehouden
diaconiecollecfce aan de huizen der leden van
de Ned.-Hervormde gemeente te Zoetermeer
en Zegwaard heeft opgebracht te Zegwaard
de som van f 198 en te Zoetermeer f 198.
Ds. A. D. Wempe, Evang.-Luthersch
predikant te Alkmaar, heeft het op hem
uitgebrachte beroep naar Haarlem nog niet
aangenomen, al werd dit reeds gemeld.
Onder toevloed van vele belangstellen
den Is Zaterdag te 's-Gravenhage het stoffe
lyk overschot van generaal Booms ter aarde
besteld.
Onder de aanwezigen op het kerkhof noemen
wy slechts den minister van oorlog, generaal
Schneider, den oud minister Seyffardt, oene
deputatie van officieren van den generalen
staf, bestaande uit generaal Kool, kolonel
Snyders en kapitein Pop; eene deputatie van
het 4de reg. infanterie (waarvan de over
ledene chef is geweest), bestaande uit kolonel
Langguth, majoor Koolemans Beynen en kapt.
Moerbeek; eene deputatie van de Vereeniging
tot Beoefening der Krygsw6-.enscbap, bestaande
uit generaal Netscher en de majoors Rouveroy
en Vmkhuizen, eene deputatie van de ver
eeniging van gepensionneerde officieren, be
staande uit kolonel Stoop, generaal Holtius
en kapt. Hissink; een deputatie van de ver
eeniging van oud-onderofficieren, waarvan de
overledene eere-voorzitter was, met hunnen
algemeenen voorzitter, den heer Zeiler, aan
het hoofd. Officieel waren verder vertegen
woordigd de verschillende wapens van het
garnizoen door hunne chefs, zoomede de onder
scbeidene dienstvakken, terwyl verder een zeer
groot getal opper- en subalterne officieren,
vrienden ol kameraden van den ontslapene
hem hun militairen groet bracht.
Aan de groeve werd het woord gevoerd
door generaal Netscher namens de Vereeniging
voor Krygswetenschap, door generaal Kool
namens de officieren van den generalen staf
en door generaal Van Bel als vriend. Generaal
Van Hasselt dankte namens de familie.
Aan de groeve spraken generaal Netscher,
die namens de officieren van den generalen
staf herinnerde wat Booms gedaan heeft tot
aanvulling van in 1870 gebleken leemten van
het krygswezen, generaal Van Bel als vriend
en generaal Kool, die namens de Vereeniging
voor Krygswetenschap een krans nederlegde.
Generaal Van Hasselt bedankte namens de
familie voor de laatste hulde, den overledene
bewezen. Vele kransen dekten de ïykbaar.
Door Hare Majesteiten de Koningin en
de Koningin Regentes is aan het voorloopig
bestuur der Protestantsche Vereeniging tot
verpleging van lepra-iyders in de kolonie
Suriname eene gift geschonken ten bedrage
van 500 gulden als bydrage. ten behoeve van
de stichtingskosten van de door genoemde
vereeniging gewenschte inrichtingen.
In den ouderdom van btfna 88 jaar is to
Andyk overleden de oud-Burgemeester R
Kooyman; de overledene had nog zitting in de
Provinciale Staten van Noord-Holland en heeft
ook tal van jaren gewichtige ambten bekleed
in waterschapsbesturen.
De Minister van Buitenl. Zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de beer
E Th. Van Delden, benoemd consul te
Djeddah, aan zyn Departement te spreken
zal zyn op Woensdag 3 Maart e. k., van half
drie tot vier uren des namiddags.
By het toezicht op de spoorwegdiensten
en het stoomwezen in Nederlandsch Indiê is
vacant de betrekking van inspecteur der derde
klasse, waaraan i3 verbonden eene bezoldiging
van f 3900 's jaars.
Aanmelding vóór 1 April 1897, by geze
geld adres, by het departement van koloniën.
Belanghebbenden verwyzen wy voor nadere
byzonüerheden naar de St.-Ct No. 50.
Naar wy vernemen, wordt te Utrecht
door cie vereeniging „Voor de Kunst" eene
tentoonstelling voorbereid van Oud Nederland-
sche Prentkunst vóór anno 1600. Deze zal
bevatten zeer voornaam werk van de oudste
plaatsnyders, die de Nederlanden hebben voort
gebracht. Hiertoe worden gerekend de makers
van xylograpbische drukken en de verluchters
van incunabelen, zoowel als degenen, die
door afzonderiyke prenton de gunst van het
publiek wisten te verwerven. Vooral Lucas
van Leiden, de ovenknie van Albrecht Dürer, en
Hendrik Goltzius, de veelzy-iigste kunstenaar
der 16de eeuw, zullen hier met hunne meester
werken op den voorgrond treden. De tentoon
stelling zal worden gehouden gedurende de
maand Maart en komt tot stand door de
welwillende medewerking, welke sommige
eigenaars van belangryke prentenverzamelio-
gen en eenige beheerders van openbare biblio
theken aan net bestuur der vereeniging hebben
verleend.
In een kamer, zwaar vol van antiqui
teiten, staat de heer Jan Striening, te Rot
terdam, te schilderen Een kamer, met iets
van een museum door de veelheid van voor
werpen, maar een atelier van een artist door
de fijngevoelde schikking van al die oude
kunst: aardewerk, gedreven koper, wapenen,
schilden, harnassen, stijgbeugels, snywerk in
hout en in ivoor, antieke meubelen, brokken
ornament in steen en in hout, smeedwerk,
glaswerk, boekbanden, spiegels, sloten, aarden
pypennoem maar op een tak van oude
kuDstnyverheid, en Striening zal er u dingen
van te voorschyn halen, ze teer houdend in
de handen als ©an bloem, u wijzend op de
mooie vormpjes, op 'n kleine onvastheid in
de lyn, een onbeduidende incorrectheid in do
symmetrie; streelend met zyn vingers en
met zyn kyken langs die ornamentjes, die
innige versierinkjes, zal er op zyn gelaat en
in zyn stem zyn van de liefde, die de artisans
in vorige eeuwen hadden voor het vak, voor
de stof, voor den vorm.
In die kamer is een stemming van rustige
voornaamheid, niettegenstaande de onnoeme-
lyke variëteit van gewrochten, van tinten,
en lynen, niettegenstaande het gestoei van
glaasjes en glimlachjes, het gewirwar van
schaduwen; dat komt door h«t stemmige
fond, door het donkergroen langs de muren,
het gedempte m kleur van gordynen en
draperieën en tapyt en tafelkleed, door het
egale bovenlicht uit het Noorden; maar ook;
omdat de mooie dingen, die onze voorvaderen
maakten, zoo stil ernstig zyn.
Daar werkt Striening in alle uren, die hy
vry heeft. Te midden van die ware oude
kunst voelt hy zich veilig thuis voor het
drukke gedoe van een moderne handelsstad.
Hy, een der meest in het oog vallende
persoonlykheden van Rotterdam, de schilder,
tevens sedert 29 Januari 1881 hoofdleeraar
aan de Academie van beeldende kunsten en
technische wetenschappen, vierde gisteren zyn
70sten verjaardag. Te zynereer wapperde van
het gebouw de driekleur en de velen, die als
leerling of anderszins met Striening ia aan
raking zyn geweest, hebben er voor gezorgd,
dat deze feestdag voor den nog zoo jeugdig
uitzienden man niet onopgemerkt voorby
ging.
Regende het den ganschen dag als 't ware
kaartjes en bloemen, tegen 2 uren was de
heer Striening in de gemelde Academie aan
deCoolvest genoodigd, waarin de groototeeken
zaal leerlingen, autoriteiten, collega's en vrien
den zich vureenigd hadden.
De heer J. Hudig, voorzitter van de com
missie, welke hem deze ontvangst bereid had,
heette hem en zyn gade hartelyk welkom en
bood hem namens de academie twee etsen
aan van Mauve en israëls.
Toen sprak de heer A Nolen, directeur der
inrichting, om den leeraar Striening geluk te
wenschen. Hoewel nog slechts kort aan het
hoofd der academie staande, had hy toch de
werkzaamheid van den jubilaris reeds weten
te waardeeren. Namens de leeraren schonk hy
hem een oud Perzisch kleed, zyn liefde voor
oude kunst kennende.
Vervolgens nam de heer Alex Van Maasdyk
het woord namens oud leerlingen, vrienden en
schilders Allen, namens wie de heer Van Maas
dyk sprak, hadden een schets gemaakt, die,
in een portefeuille byeengebracht, den meester
werd aangeboden.
Nog een aantal toespraken volgden, alle
vergezeld van bewyzen van achting en eerbied.
Namens oud-leerlingen een tapytje, van enkele
jonge dames een beeld van reflet métallique,
van de boetseerklasse een beeld, van vrienden
Perzische vazen, van oud leerlingen een porte
feuille met teekeningen, etsen en pastelwerk,
van zyn vriend Gabriel een teekening enz. enz.
Nadat de toesprakeö en aanbieding oer
r~
17)
Ja, kapitein," hoorde hy haar zeggen,
„hy is myn gevangene. Hy is een dapper
officier; dat verzeker ik u. Hy beschermde
my tegen de roovers. Ik ben graaf Mnizek,
van Poniatowski's lanciers. Stel hem als een
persoonlyke gunst in vryh6id."
Maar juist terwyl ze sprak, werd Pahlen
door de wacht omringd en hy gaf zyn
w»pen3 af. Hy kon 2yn antwoord van den
officier hooren.
Het zou my zeer aangenaam zyn, graaf,
aan uw verzoek te voldoen, maar het is
helaas onmogelyk."
Toen hy weggebracht werd, zag hy in het
maanlicht, dat ze erg bleek was.
U zult vele landgenooten ontmoeten,"
merkte de kapitein op, nadat hy gevraagd
had, hoe Pahlen heette. „We hebben de Russen
den geheelen dag achterna gezeten." Dit be
richt was geheel overbodig; Pahlen gaf geen
antwoord; zyn houding was afgemeten en
kalm. Maar in zyn binnenste was het alles
behalve kalm; hy voelde, dat hy met het
meisje moest spreken.
De wacht reed terug naar den voorpost, waar
Halka en hy aan de zorg van een sergeant
werden toevertrouwd, die hun den weg wees
naar het kamp. Daar worden zy ontvangen
door een officier, die aan Halka vertelde, dat
het corps uit drie duizend man paardenvolk
bestond, die onder Murat van den vroegen
morgen af de Russen vervolgd had, en dat
de keizer, die persoonlijk de voorhoede aan
voerde, zich voor den volgenden avond met
een groote massa troepen by hen zou voegen.
Ik wensch met de gevangenen te spre
ken", zeide ze met een matte stem, ze was
flauw van den hoDger en door vermoeienis
geheel uitgeput.
Hoe kon zoo'n jonge man als u een
van de officieren van de lyfwacht van den
Czaar gevangennemen?" vroeg de officier.
Myn soldaten brachten hem een wond
toe", antwoordde zytoen zy van haar paard
steeg, waggelde ze, zoodat ze zich even aan
het zadel moest vasthouden. Pahlen had het
bevel ontvangen om af to stygen. Hy was
benieuwd, wat ze zou zeggen.
Dadelyk ging ze dichter naar hem toe en
zeide snel in het Russisch: „Het spyt my,
dat u gevangengenomen zyt. U beschermde
my tegen de roovers. Voor een lafaard zyt
gy zeer dapper. Goeden dag".
Voordat u weggaat", zeide Pahlen, „zou
ik u willen zeggen"Hy hield stil. Het
tooneel in de kapel kwam hem weer voor
den geest. Zy stonden alweer tegenover elkaar,
maar de omstandigheden waren geheel ver
anderd. Hy veroordeelde nu en niet zy.
Zy was op het punt van weg te gaan,
omdat hy nog altyd zweeg, maar zy werd
toen door zyn stem teruggehouden.
Het spelletje is nu uit", zeide hy, „ten
minste wat my betreft. Weet u wat uw lot
zal zyn?"
Wat?"
Als er vrouwelyk bloed door uw aderen
stroomt, zult u sterven of krankzinnig wor
den dat is te zeggen, als onze manschappen
u niet vóór dien tyd vermoorden."
Qy zag, dat ze schrikte en diep adem haalde.
Het geraas van het kamp scheen zich in éón
geluid op te lossen gedurendo het zwygen,
dat op zyn woorden volgde.
O, dan weet u het!" zeide zy verschrikt;
maar vóór hy antwoord kon geven, voegde
de Fransche officier zich by hen. Het was
een fatterige, jonge huzaar, die zyn met bont
gevoerdeD mantel zwierig over zyn schouders
had hangen.
Ga mee, graaf," zeide hy beleefd. „Myn
oppasser heeft een eendvogel en een flesch
wyn voor ons gehaald."
Basil Va8siliévitch," zeide Halka op
denzelfden angatigen toon in het Russisch,
„zyt ge van plan om het aan die mannen
te vertellen?"
Terwyl hy sprak, beval de Bergeant hem
voort te loopen,
Neen," antwoordde hy, zonder naar haar
te kykeD„en ik zal nu moeten boeten voor
myn zwygen."
Sergeant, deze officier is gewond,"
bracht ze met moeite uit. „Stuur onmiddeliyk
om den chirurgyn."
Pahlen keek om, maar zy had zich zoo
spoedig omgedraaid, dat zyn oogen haar niet
meer konden vinden te midden van de zich
voortbewegende figuren.
Welja, nog een heelmeester ook!" bromde
de sergeant, die naa3t hem liep. „Ergere
wonden dan de uwe hebben moeten wachten.
We hebben zóó snel gemarcheerd, dat er aan
geen heelmeesters te denken viel. Morgen zal
ik er voor zorgen. Wat heeft die Pool een
drukte op zyn lyfl"
Hy bracht hem naar een boerenerf in het
dorp, waar do militairen, die dien dag ge
vangengenomen waren, opgesloten werden. Er
was geen andere beschutting dan een kleimuur.
De wachten hadden een groot vuur gemaakt,
waaromheen de Russen door elkaar gelegerd
waren. Velen van hen waren gewond, maar
er was niemand, die hen verzorgde. Eenige
Russische officieren vormden een afzonderiyke
groepzy groetten Pahlen, die hen geen van
allen kende. Deze gevangenen zouden den vol
gendon dag de achterhoede vormen, maar het
was zeer waarschyniyk, dat velen van hen
door het zich ophouden onder den blooten
hemel en aan hun ernstige wonden zouden
sterven, voordat zy Warschau bereikt hadden.
De weinige hutten van het dorp waren door
Murat en diens staf ingenomen, alle anderen
moesten in de open lucht kampeeren.
Pahlen stond eenige oogenblikken by de
officieren; hy hoorde hen spreken, maar
luisterde niet naar hetgeen zy zeiden. Zyn
gedachten waren by Haika. Soms had hy
gewén8cht, dat ze dood mocht zyn, en nu
had hy zyn leven voor haar in de waagschaal
gesteld en zyn vryheid voor haar opgeofferd l
Hy legde zich na eenige oogenblikken ter
ruste en lag toen op de vuile, vertrapte
sneeuw.
Boven hem waren de zilveren sterren en
groote, zwarte, voortdry vende wolken. Op een
ander erf dan dat, waar hy lag, dansten
regens van gele vonken over de sneeuw,
waartusschen de rook zich als guirlande
heenkronkelde. By de flikkerlichten waren de
gezichten van de gevangenen te onder
scheiden het waren voor het meerendeel
volwassen mannen, die hun lot met geduld
droegen, maar hier od daar zag men een
jongen man, die ongeduldig de groep rond
keek. Over den muur kwam bet leven en
het geraas van het kamp, hoorde men het
gehinnik van do vastgebonden paarden, het
geklink van wapenen, waar de manschappen
bezig waren hun geweren schoon te maken,
en het geluid vaD stemmen, gevloek en
gezang. Terwyl hy zoo lag te staren en te
luisteren, terwyl zyn wond hem hevige pyn
deed en het bloed als een gloeiende stroom
door zyn aderen bruiste, voedde hy opnieuw
de zwartste gedachten.
Hy was er nu zeker van, dat het met zjjn
zielsrust gedaan zou zyn, als ze mocht
sterven, of als men haar ongelukkig maakte.
Het Damocles-zwaard, dat boven zyn hoofd
had gehangen, was weggenomen. Het was
gemakkeiyk genoeg om haar ten gronde te
richten. Als het bekend werd, dat zy wapenen
had gedragen, dat zy in het Fransche leger
kamp vertoefd had, zou hy scheiding kunnen
aanvragen. Als zy wat zy zonder twyfel
zou doen zyn levensgeschiedenis zou ver
tellen, zou niemand haar gelooven.
(Wordt vervolgd