N«. 11353 Zaterdag 27 Februari. A«. 1697 feze gouranf wordt dagelijks, met uitzondering ran (Zon- en feestdagen, uitgegeven. F eullleton. LEIDSCH DAG-BLAD. ÏEU3 DBZEB OOIJHAHTl Voor Leiden per 3 maanden. l.lft ïranco per poett.40. Afeonderljjke Nommers 0.05. PBUS DES ADVKHTKH TIËH Van 1 8 regele f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officlëele KeuuiHgeTlngen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezion art. 8, late alinea, der wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), zooals die is gewijzigd en aangevuld by de wet van 4 September 1896 (Staatsblad No. 152) tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inriohtingen, welke gevaar, sobade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen by deze ter algemeene kennia, dat door hen op heden vergunning ie verleend aan J. II. G. VAN DER WEIDE en rechtverkrijgenden tot het plaatsen en ia werking-stellen van eene stoommachine van 8 paardekracht in het perceel Uoogcwoerd No. 4. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgomeeater. 25 Febr. 1897. E. KIST, SecretariB. Leiden, 26 Februari. Omtrent de keuze-tentoonstelling van Moderne Nederlandsche Kunstnijverheid, die a. 8. Maandag 1 Maart in de Hartevelt-zaal alhier geopend wordt, deelt men ons het volgende mede: De Deventer tapytfabriek zal eenige merk waardige stalen inzenden, waaroncer vooral twe 3 geknoopte tapijten, naar ontwerpen van Bouhuys, de aandacht zullen trekken. Een zeer groot tapijt van Colenbrander Amers foort sche tapytfabriek) zal den achterwand van de zaal vullen. Van den architect Berlage zullen architec tonische teekeningen en photographieën naar diens werken worden geexposeerd, terwijl ook de heeren De Bazel en Lauweriks een belang rijke inzending toezegden. De firma Amand zal affiche-kunst te zien geven, uitsluitend voor ontwerpen van Van Caspel. Voorts cretonnes van de firma v. Vlissingen (naar Duco Crop's ontwerpen), gebattikte doe ken van Thorn Prikker, teekeningen van Van Hoytema, enz. Het behoeft geen betoog, dat op deze be langrijke tentoonstelling voor een groot aan tal onzer Leidsche nijveren zeer veel te Ieeren zal >zfin. Een druk bezoek mag voorspeld worden. In de gemeenteraadszitting van gister namiddag te halfvier waren tegenwoordig 17 leden. Afwezig met kennisgeving waren de heeren Siegenbeek van Heukelom, Hasselbach, Cock, Drinker, Fockema Andreae, Kerstens, De Vries, Van Dissel, Van Hamel en Kroon. Ingekomen waren de volgende stukken: Missive van Gedep. Staten, houdende mede- deeling, dat by kon. besluit aan de eervol ontslagen onderwijzeres mej. W. C. J. Hepp een peneioen is toegekend van 430 'sjaars ten laste van den Staat. Verzoek van mevrouw C. Lichtenbelt, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, middelbaar en lager onderwijs, wegens vertrek naar In did. Missive van dr. J. W. Muller, houdende mede- deeling, dat bjj genoodzaakt is ontslag te nemen als lid der plaatselijke schoolcommissie. Verzoek van het bestuur der Leidsche Katoen maatschappij, om den eigendom van een stukje gemeentegrond van het Waard- kerkpb in. Adres van bewoners van huizen, staande aan het gedeelte van den Witten Singel van den TrekvHet tot aan de Laatste Straat, hou dende verzoek om de strook gronds tusschen het trottoir en de naastbjjzljnde rt) hoornen te doen bestraten en voor voldoende afwatering te doen zorgen. Nog werd medegedeeld, dat van de in pro longatie belegde gelden ad 100,000 een be drag van 25,000 is afgelost, zoodat nog in prolongatie belegd blijft een som van f 75,000. Tot tijdelijke leeraressen in de Nederl. taal- en letterkunde aan de H. B.-S. voor Meisjes te Leiden zijn benoemdde dames A. Nassau Noordewier, doctoranda in de Ned. letteren to Groningen, en A. O. Gerdes Oos terbeek, thans te Scheveningen. Bij de door het departement van koloniën gehouden aanbesteding was door de firma Gebrs. Van Wijk Co., alhier, het minst ingeschreven voor delevering van 2000 wollen dekens ad 6520 en 2002 idem ad ƒ6446.40. Eenige weken geleden werd de heer A. Van Loon, onderwijzer te Leimuiden, uit zijne betrekking ontslagen, op grond hiervan, dat het getal leerlingen der openbare school op 15 Jan. 90 bedroeg, één minder dus dan het door de wet vereischte getal voor drie onderwijskrachten. By den ontslagene rees twijfel omtrent de juistheid van de telling der leerlingen en weldra verschenen te Lei muiden twee leden van het hoofdbestuur van dey Bond van Nederlandsche Onderwijzers, die do zaak nader onderzochten. Uit dat onderzoek bleek, dat men verzuimd had één naam op de officiëele lijst te plaatsen, zoodat de vereischte 91 leerlingen aanwezig waren Het hoofdbestuur van den Bond heeft zich toen gewend tot Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, met het verzoek het ontslag van den heer Van Loon als onwettig niet goed te keuren. Te Utrecht slaagde voor het examen in de nuttige handwerken mej. F. J. Cremer, ieerling der normaalschool te Lisse. Het getal schoolgaande kinderen boven de 6 en beneden de 12 jaren in de gemeente Voorschoten bedraagt 187 j. en 180 m. Geen onderwijs genieten 11 j. en 11 m.; 4 j. en 5 m. biervan gaan nog op de bewaarschool. Het getal verzonden telegrammen op het rykstekgraafkantoor te Voorschoten gedurende de laatste 5 maanden van 1896 bedraagt 550. Ontvangen zijn 44 internationale tele grammen. Naar dien maatstaf bedraagt de vergoeding aan het Rijk 155.13. Wegens de samenstelling van de opga ven aan de burgemeesters voor het opmaken der kiezerslijsten en van die aan Gedeputeerde Staten voor het opmaken van de lijsten der hoogstaangeslagenen, een en ander ter voor bereiding der v. rkiezingen voor 1897 en vol gende jaren, wordt aan de ontvangers der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen jaarlijks eene vergoeoing toegekend, berekend tegen een halv^n cent per artikel van de kohieren, waaruit de opgaven zijn getrokken. Een wijziging der bezoldiging van de hoofd-verificateurs en verificateurs der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen stelt vast: het traktement van de hoofd-verifica- teurs voor den actieven dienst op ten minste 2580 en ten hoogste 2780 'sjaars; het traktement van de verificateurs voor de lste categorie op 1800; 2de categorie ƒ1620; 3de categorie ƒ1380 'sjaars. Deze regeling treedt in werking 1 Maart a. s. Bij aanschrijving aan do Militaire Sport- vereeniglng van het Departement van Oorlog beeft de minister bepaald, dat voortaan aan de officieren, die deelnemen aan jachtritten of andere oefeniügen te paard, uitgeschreven door de Militaire Sportvereeniging, of door de commandeerende officieren van bereden wapens, vergund wordt de ko3ten van het spoorwegvervoer voor zichzelven, voor hunne paarden en voor hunne oppassers aan bet Rijk in rekening te brengen, ook al diogen zy niet mede naar uitgeloofde prijzen en al zijn geen pryzen daarby uitgeloofd. De minister van bultenlandsche zaken zal 2 Maart een gastmaal geven, waaraan de voorzitter en verschillende van de oudste leden van de Tweede Kamer genoodigd zijn. De minister-resident van Japan te 's-Gravenhage heeft uitnoodigingen doen uit gaan tot eene soiróe ten zynen huize op 9 Maart, ook aan verschillende leden der Staten-Generaal. Door het Dageiyksch Bestuur van Rot terdam is by den gemeenteraad aldaar een voorstel ingediend, strekkende, om, ln af wachting, dat van de nieuw ontworpen haven gebruik kan worden gemaakt, in de behoefte aan meerdere ligplaatsen voor zeeschepen te voorzien. Men wil te dien einde aan het departement van waterstaat de toestemming vragen om tijdelijk tusschen de Parkhaven en den Schiemond langs den noordelyken rivieroever een tweede ry van 16 meerboeien te mogen neerleggen. Wordt toestemming verleend, dan dient de rivier daar ter plaatse op de vereiachte diepte orden gehecht, waarvoor 825,000 stère moeten worden uit gebaggerd. De te winnen specie zal eensdeels tot ophoogiDg van verschillende terreinen gebruikt worden, andersdeels voor het dempen van de Goudsche Vest worden aangewend. De koeten van baggeren en het vervoer der specie worden op 190,000 geraamd en de aanschaffingskosten van boeien op ƒ20,000, een aanzienlijk cijfer voor een tydelyken maatregel, dat echter naar het oordeel van het Dageiyksch Bestuur ter wille van het scheepvaartbelang moet worden uitgegeven. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghobbenden, dat jhr mr. J. E. De Sturler, benoemd consul- generaal te Bangkok, aan zyn departement te spreken zal zijn op Dinsdag 2 Maart e. k., van 1 tot 4 uren 's namiddags. De Koninginnen woonden gisteravond de operavoorstelling van „Mignon" by en bleven tot ruim halfelf, nadat het laatste bedryf be gonnen was. Door het overlyden van den Staatsraad mr. Swart is mr. C. J. A. Heydenrijck thans het oudste lid naar tyd van benoeming van den Raad van State en treedt hy volgens de voogdy- wet op als lid van den Raad van Voogdy over H. M. de Koningin. De heer A. P. Staalman zal het dage- ïyksch bestuur van Den Helder interpelleeren over het feit, dat door een aannemer van gemeentewerken een te laag loon aan een schildersknecht zou zyn betaald. Met ingang van 1 Maart a. s, worden door de Staatsspoorweg-maatschappy, zooals reeds ls medegedeeld, kilometers-boekjes 3de klasse voor 500 kilometers ingevoerd, geldig gedurende zes maanden. De prys dezer boekjes is 7.50; de waarborgsom bedraagt 2.50. Door alle stations der Staats- en Centraal- 8poorwegen worden abonnementskaarten der drie klassen afgegeven, geldig gedurende 15 dagen op alle lynen dor Belgische Staats spoorwegen. De pryzen dezer kaarten bedragen: voor de lste klasse 50 ft., voor de 2de klasse 38 fr. en voor de 3de klasse 25 fr., vermeerderd met den prijs van een retourkaart van het station van afgifte naar Esschen. Bovendien moet voor elke kaart een waarborgsom van 2.50 worden gestort. Aan bet Centraalbureau der exploitatie- maatschappij te Utrecht had gisteren de ver pachting plaats van de bediening der buffetten op het station Gouda. Er waren ingekomen 9 inscbry vingen. Hoogste in8chryver was de heer R. J. Van Kuiken, te Amsterdam, voor de som van 3216 per jaar. De kapitein J. W. P. Van Hoogstraten, van het lste reg. veld-artillerie, wordt dit jaar toegevoegd aan de commissie voor aankoop van paarden in Engeland en Ierland, ten einde met die commissie eene reis naar genoemde landen mede te maken. Nu er in Duitschland niet ten onrechte zooveel werk wordt gemaakt van de plechtige herdenking op 22 Maart a. s. van den ge boortedag van wyien Keizer "Wilhelm I, mogen wU, Nederlanders,. niet achterblijven in de herinnering van een dergeiyken datum, in 's lands historie niet minder belangryk. Het zal namelyk den 28sten Februari a. s. 100 jaren geleden zyn, dat de boezemvriend van Wilhelm I, wyien Prins Frederik der Neder landen, te Beriyn geboren werd. Alleen reeds het roemryk aandeel, dat prins Frederik nam aan de veldslagen van Quatre- Bras en Waterloo, glorieryke dagen, die nog onlangs door kolonel F. De Bas in zyn belangrijk werk „Prins Frederik der Neder landen en zyn tyd" (25ste en 26sta afl uitvoerig beschreven werden, maakt het voor de Nederlandsche natie tot oen plicht der dankbaarheid, om den aanstaanden gedenkdag niet ongemerkt voorby te laten gaan. (H. D.) Het stoomschip „Priases Marie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 24 Febr. van Suez; de „Prins Willem III", van West- Indio naar Amsterdam, arriveerde 25 Febr. te Havre, de „Weikendam", van Rotterdam naar Nieuw York, passeerde 25 Febr. Prawle- point; de „Schiedam," van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 25 Febr. Dover; de „Java," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 25 Febr. van Port Said de „Prins Alexander," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25 Febr. Kaap St.-Vincent. XDe Weenerinnen. Ternauwernood doemde gisteravond de zon nige verschijning van den heer Gothov-Gruneke, „ex-orche8tmee8ter van het Keiz.-Kon. Carls- Theater te Weenen", op in het orkest, of het feest begon. Een luidruchtig applaus bewees hem, dat hy welkom was in Leiden, hy, maar vooral het bekoorlyke troepje, dat aan zijns hoede is toevertrouwd. Onmiddellyk daarop kwamen de heldinnen van den avond. zy zagen er flink gezond uit, het vermoeiende leven scbynt vooralsnog op deze jolige schep seltjes geen nadeeligen invloed uit te oefenen. Het waren nog echte „fesche "Wienerinnen." Trouwens, ze zingen het immers zelf: Das reis en durch die Welt, O, wie Uns das geftllt! en zoo trekken ze dan gansch Duitschland, Oostenrijk en Holland door, brengen den zomer in Carlsbad of Mariènbad door en gaan na wellicht naar Rusland. Weer stonden ze na, na al dat reizen en trekken, voor ons (er waren by het achttal twee nieuwe gezichtjes) en weer klonk het ons tegen: So singt mein Oesterreich, So siDgt mein Heimatland! en, het moet gezegd, als alles in Oostenrijk zéé was als d&t, het zou een ideaal-land zyn. We zullen niet herhalen al wat we ver leden jaar voor goeds en Ioffeiyks over do Weenerinnen gezegd hebben; genoeg zy het te verklareD, dat ik dat alles nóg meen en nóg zou kunnen zeggen. Wel was er, onder wat wy te zien en te hooren kregen, voel, dat wy het vorige jaar ook al genoten hadden, maar dat doet er niets toe, 't was toch aardig. Yan de vier verschillende kostumes, waarin de dames optraden, waren er twee nieuw, n.l. bet Fantaisle-kostuum en het élégante, zwarte Pierrette-kostuum. In beide zag het achttal er uit ravir". De arbeid is tamelyk geiykmatig verdeeld, zoodat wy, op ééne uitzonderiog na, van geene der dames iets byzonders behoeven te zeggen. Die ééne uitzondering is Frl. Schneider, de kleinste van de acht, die met veel humoren eeu „riesiges" succes de tragische geschiedenis van Beppo voordroeg. Dat was uitstekend. Het meewarige: O Beppo, o Beppo, weile nicht so lange I was al even vermakeiyk als lat6r de onrree doogende spot met Beppo's ongeluk. Het bleek duideiyk, dat Z6 met hun achten volstrekt geen medeiyden met Beppo hadden, omdat het zyn eigen schuld was. Het daarop gevolgde voorstel tot schaking van dezelfde zangeres weri ook daverend toegejuicht Evenals het vorige jaar had ook nu do Studenten-commissie de attentie aan elk der dames een bouquet aan te bieden, hetwelk vroo- lyk en dankbaar aanvaard werd. Want, al zingea zy nu: Was liegt denn una dran? Da liegt uns gar nichts dran, Das ist, auf jedem Fall, uns „tout égal"t dat meenen zy niet, en slaat in geen geval op een ontvangst als hun in Leiden te beurt Een heldhaftige vrouw. 12) H(j stond op, stak z\jn hand uit en trok haar toen weer terug. Zy stond weer rechtop haar gezicht was bleek, maar kalm, ofschoon er eenige tranen aan haar wimpers hingen. Volg het spoor van de paarden," zeide hy, toen zy de deur bereikt hadden. „Kuntu uzelf verdedigen?" Zy wierp snel een verontwaardigden blik op hem. „U vergeet, mynheer, dat u een officier voor u hebtl" riep ze uit en met ge trokken sabel ging ze vooraan. - Ik zal haar moeten dooden, als zy ons de baas blijven," dacht hy, terwyi hy haar volgde; hy liep in haar voetspoor, om baar door zjjn persoon te verbergen, voor 't geval, dat men hen uit het een of andere raam mocht zien. Maar er floot geen kogel achter hen aan en in een oogenblik hadden zy den uitersten rand van het bosch bereikt. Hier verloren zy het spoor van de rooversiedere deserteur had zyn deel van de paarden langs een ander pad door de hoornen geleid. Halka hield stil; zy was het niet met zichzelf eens, welk pad ze zou volgen, en Pahlen ging vóór. Hy keek om en zag, hoe ze stond te hygen, met haar hand tegen haar zyde gedrukt. Ofschoon zyn gedachten hoofdzakeiyk gevestigd waren op het in-bezit-nemen van do paarden, was hy weer even verbaasd als toen hy haar wakker maakte. In zyn angst was hy zich bewust, dat er iets buitengewoons was gebeurd, en hy wist, dat, wanneer hy de mannen gedood en de dieren verkregen had en tyd zou hebben om te denken, zyn verbazing dan nog grooter zou worden. Het kreupelhout werd dichter naarmate zy vorder gingen. Het spoor der mannen was moeilyk te volgen, daar zy altyd door do open plekken in 't bosch gegaan waren. De in elkaar verwarde takken van den berk en van den jongen beuk strooiden stukken kristal over de beide vervolgers uit. Af en toe keek Pahlen om, ten einde er zeker van te zyn, dat Halka achter hem was. Somtyds zag hy, hoe zy met opgeheven arm een tak ophield, en somtyds kwam haar gezicht, gekleurd door de inspanning, plotseling te voorschyn uit het netwerk van de slanke zilveren berken. Plotseling hoorden zy stemmen voor zich uit. Hy hief zyn hand op, om haar te waar schuwen, en kroop rond het lage#hout, tot hy op een afstand van eenige schreden van de mannen verwyderd was. Zy waren naar een open plek in het bosch getrokken en iedere man hield zyn groep van drie paarden op eenige meters afstands van den anderen. De deserteur Antoine was aan het woord en by elk woord, dat hy sprak, rolden zyn oogen door zyn hoofd. Ik heb genoeg van kapitein Stockput en van zyn vervloekt leven,"' zeide hy met ver achting. „Een waarzegster in Warschau ver telde my iets. Ja, al draai je haar den hals om, ze heeft het toch gezegd. Ze keek my aan met haar duivelsche kattenoogen. Ik hoor haar nog gillen; zy zei, dat een kameraad my moest vermoorden, maar zy loog; zy loog. Gepasseerden nacht voelde ik den strop om myn hals. Ik wil dat niet voor een tweeden keer voelen. Zeg, ga je mee naar Murat?" Loop naar den duivelt" schreeuwde de andere man. „Waarom wil je doodgeschoten worden door de Russen en opgegeten worden door de wolven? Laten ze me maar ophangen, als ze me kunnen krygen! Stockput is goed genoeg voor my." Je zult wel anders piepen, als de strop om je nek vastgemaakt wordt," antwoordde zyn kameraad. „Maar ik ga weg. Ik ben geen verrader. Ik zal mjjn eed aan Stockput ge trouw blyven. Ik zal de fuiven en de pret onthouden, die we hebben gehad. Ik zal niet vertellen, wat ik van jou en hem en den troep weet. Als men my om getuigen vraagt, zal ik myn eed gestand doen. O, dat zal ik zeker 1" Hy deed de paarden zwenken, torwyi hy een donkeren, achterdochtigen blik op zyn kameraad wierp, die nog in het zadel zat, terwyi hy een leidsel goed vast hield en zyn oogen naar den grond richtte. Hy keek om en nog eens om, maar toen hy de hoornen bereikt had, begon hy op een ruwe manier te zingen, alsof zyn vrees verdwenen was. Op dat oogenblik bracht de andere man zyn geweer aan zyn schouder en vuurde; het gezang veranderde in een schorren kreet en terwyi hy er aan den eenen kant afviel, bleef zyn voet nog in den stygbeugel hangen en werd hy eenige meters met het paard, I dat negon te galoppeeren, meegesleept. De andere roover sprong uit het zadel en nadat hy zyn teugels om een boomtak geslingerd had, boog hy zich over het lichaam. Op het zelfde oogenblik kwam Pahlen uit zyn schuil plaats aanloopen en vuurde met dezelfde opwinding en belangstelling, die hy gevoeld zou hebben, als hy een wolf gedood had. De man sprong op, terwyi het goud, dat hy uit den zak van zyn kameraad had gehaald, als een stortregen op de sneeuw viel; toen stortte hy met een zwaren zucht voorover ter aarde. Pahlen maakte zich meester van de paarden. Toen hy zich omdraaide, zag hy Halka op eenigen afstand staan, met een blik van afschuw in haar oogen. De andere paarden hadden zich vry gemaakt en liepen door het bosch in de richting van de boerdery. Hy maakte een van de dieren los en bracht dat naar haar toe. Zy ging achteruit, terwyi zy een weisprekenden blik, vol verwyt en afschuw, op hem wierp. Pahlen begon de stygbeugels vast te maken, om haar tyd te geven tot zichzelf te komen. Toen by weer naar haar keek, hield zy haar mouwen voor haar oogen. De paarden zyn naar de boerdery gegaan," zeide by snel. Zy keek plotseling op en hy duwde haar toen de teugels in de hand. Toen sprong hy op den rug van zyn paard, en keek, in 't zadel gezeten, ter sluiks naar haar, terwyl ze met de gemakkeiykheid van een jongen te paard steeg. Hy reed weg, in de meening, dat zy hem volgde, maar toen hy omkeek, bleek het, dat hy zich vergist had. Het meisje reed over de open plek in het bosch in tegengestelds richting van hem. Hy draaide zich om en galoppeerde naar haar toe. U moet met me meegaan," zeide hy op een toon van gezag. „Langs dezen weg komt u dieper het bosch in." Ik wilde u verlaten," antwoordde zy, haar oogen van hem afwendende. Die in zyn witte jas zal ons in een oogenblik op het spoor zyn," antwoordde hy, terwyl hy zyn ongeduld trachtte te bedwingen. „Hy kent geen genade. U rydt naar zyn hoL U zag dien moordenaar? Zoo iets en nog iets ergers zal ons lot zyn." Ik wil niet met u samen ryden." Haar stem trilde van hartstooht U moet, totdat u buiten gevaar bent" zyn toon was beleefd, maar zeer beslist „tenzy u wenscht te sterven" „en het zou geen spoedige dood zyn," voegde by er aan toe. Haar toorn verdween, toen hy zoo sprak. In een plotselinge opwelling draaide zy haai paard om en zy reden zondor een woord te spreken over de open plaats terug. Al maar tusschen de boom en door gingen zy voort, totdat zy de boerdery op een flinke» afstand achter zich hadden; toen waagden zy zich in de open vlakte. Onmiddeliyk hoor den zy opgewonden kreten achter zich. Ds deserteurs hadden de buitgemaakte paarden bestegen en galoppeerden hun achterna. {Wordt vei-volgde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1