N«. 11353
Zaterdag 27 Februari.
A«. 1697
feze gouranf wordt dagelijks, met uitzondering
ran (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
F eullleton.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
ÏEU3 DBZEB OOIJHAHTl
Voor Leiden per 3 maanden. l.lft
ïranco per poett.40.
Afeonderljjke Nommers 0.05.
PBUS DES ADVKHTKH TIËH
Van 1 8 regele f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooter®
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officlëele KeuuiHgeTlngen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezion art. 8, late alinea, der wet van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), zooals die is gewijzigd
en aangevuld by de wet van 4 September 1896
(Staatsblad No. 152) tot regeling van het toezicht
bij het oprichten van inriohtingen, welke gevaar,
sobade of hinder kunnen veroorzaken;
Brengen by deze ter algemeene kennia, dat door
hen op heden vergunning ie verleend aan J. II. G.
VAN DER WEIDE en rechtverkrijgenden tot het
plaatsen en ia werking-stellen van eene stoommachine
van 8 paardekracht in het perceel Uoogcwoerd No. 4.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgomeeater.
25 Febr. 1897. E. KIST, SecretariB.
Leiden, 26 Februari.
Omtrent de keuze-tentoonstelling van
Moderne Nederlandsche Kunstnijverheid, die
a. 8. Maandag 1 Maart in de Hartevelt-zaal
alhier geopend wordt, deelt men ons het
volgende mede:
De Deventer tapytfabriek zal eenige merk
waardige stalen inzenden, waaroncer vooral
twe 3 geknoopte tapijten, naar ontwerpen van
Bouhuys, de aandacht zullen trekken. Een
zeer groot tapijt van Colenbrander Amers
foort sche tapytfabriek) zal den achterwand van
de zaal vullen.
Van den architect Berlage zullen architec
tonische teekeningen en photographieën naar
diens werken worden geexposeerd, terwijl ook
de heeren De Bazel en Lauweriks een belang
rijke inzending toezegden.
De firma Amand zal affiche-kunst te zien
geven, uitsluitend voor ontwerpen van Van
Caspel.
Voorts cretonnes van de firma v. Vlissingen
(naar Duco Crop's ontwerpen), gebattikte doe
ken van Thorn Prikker, teekeningen van Van
Hoytema, enz.
Het behoeft geen betoog, dat op deze be
langrijke tentoonstelling voor een groot aan
tal onzer Leidsche nijveren zeer veel te Ieeren
zal >zfin.
Een druk bezoek mag voorspeld worden.
In de gemeenteraadszitting van gister
namiddag te halfvier waren tegenwoordig
17 leden.
Afwezig met kennisgeving waren de heeren
Siegenbeek van Heukelom, Hasselbach, Cock,
Drinker, Fockema Andreae, Kerstens, De Vries,
Van Dissel, Van Hamel en Kroon.
Ingekomen waren de volgende stukken:
Missive van Gedep. Staten, houdende mede-
deeling, dat by kon. besluit aan de eervol
ontslagen onderwijzeres mej. W. C. J. Hepp een
peneioen is toegekend van 430 'sjaars ten
laste van den Staat.
Verzoek van mevrouw C. Lichtenbelt, om
vrijstelling van de betaling van schoolgeld,
middelbaar en lager onderwijs, wegens vertrek
naar In did.
Missive van dr. J. W. Muller, houdende mede-
deeling, dat bjj genoodzaakt is ontslag te nemen
als lid der plaatselijke schoolcommissie.
Verzoek van het bestuur der Leidsche
Katoen maatschappij, om den eigendom van
een stukje gemeentegrond van het Waard-
kerkpb in.
Adres van bewoners van huizen, staande
aan het gedeelte van den Witten Singel van
den TrekvHet tot aan de Laatste Straat, hou
dende verzoek om de strook gronds tusschen
het trottoir en de naastbjjzljnde rt) hoornen
te doen bestraten en voor voldoende afwatering
te doen zorgen.
Nog werd medegedeeld, dat van de in pro
longatie belegde gelden ad 100,000 een be
drag van 25,000 is afgelost, zoodat nog in
prolongatie belegd blijft een som van f 75,000.
Tot tijdelijke leeraressen in de Nederl.
taal- en letterkunde aan de H. B.-S. voor
Meisjes te Leiden zijn benoemdde dames A.
Nassau Noordewier, doctoranda in de Ned.
letteren to Groningen, en A. O. Gerdes Oos
terbeek, thans te Scheveningen.
Bij de door het departement van koloniën
gehouden aanbesteding was door de firma
Gebrs. Van Wijk Co., alhier, het minst
ingeschreven voor delevering van 2000 wollen
dekens ad 6520 en 2002 idem ad ƒ6446.40.
Eenige weken geleden werd de heer
A. Van Loon, onderwijzer te Leimuiden, uit
zijne betrekking ontslagen, op grond hiervan,
dat het getal leerlingen der openbare school
op 15 Jan. 90 bedroeg, één minder dus dan
het door de wet vereischte getal voor drie
onderwijskrachten. By den ontslagene rees
twijfel omtrent de juistheid van de telling
der leerlingen en weldra verschenen te Lei
muiden twee leden van het hoofdbestuur van
dey Bond van Nederlandsche Onderwijzers,
die do zaak nader onderzochten. Uit dat
onderzoek bleek, dat men verzuimd had één
naam op de officiëele lijst te plaatsen, zoodat
de vereischte 91 leerlingen aanwezig waren
Het hoofdbestuur van den Bond heeft zich
toen gewend tot Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland, met het verzoek het ontslag
van den heer Van Loon als onwettig niet
goed te keuren.
Te Utrecht slaagde voor het examen in
de nuttige handwerken mej. F. J. Cremer,
ieerling der normaalschool te Lisse.
Het getal schoolgaande kinderen boven
de 6 en beneden de 12 jaren in de gemeente
Voorschoten bedraagt 187 j. en 180 m. Geen
onderwijs genieten 11 j. en 11 m.; 4 j. en
5 m. biervan gaan nog op de bewaarschool.
Het getal verzonden telegrammen op het
rykstekgraafkantoor te Voorschoten gedurende
de laatste 5 maanden van 1896 bedraagt 550.
Ontvangen zijn 44 internationale tele
grammen.
Naar dien maatstaf bedraagt de vergoeding
aan het Rijk 155.13.
Wegens de samenstelling van de opga
ven aan de burgemeesters voor het opmaken
der kiezerslijsten en van die aan Gedeputeerde
Staten voor het opmaken van de lijsten der
hoogstaangeslagenen, een en ander ter voor
bereiding der v. rkiezingen voor 1897 en vol
gende jaren, wordt aan de ontvangers der
directe belastingen, invoerrechten en accijnzen
jaarlijks eene vergoeoing toegekend, berekend
tegen een halv^n cent per artikel van de
kohieren, waaruit de opgaven zijn getrokken.
Een wijziging der bezoldiging van de
hoofd-verificateurs en verificateurs der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen stelt
vast: het traktement van de hoofd-verifica-
teurs voor den actieven dienst op ten minste
2580 en ten hoogste 2780 'sjaars; het
traktement van de verificateurs voor de lste
categorie op 1800; 2de categorie ƒ1620;
3de categorie ƒ1380 'sjaars.
Deze regeling treedt in werking 1 Maart a. s.
Bij aanschrijving aan do Militaire Sport-
vereeniglng van het Departement van Oorlog
beeft de minister bepaald, dat voortaan aan
de officieren, die deelnemen aan jachtritten
of andere oefeniügen te paard, uitgeschreven
door de Militaire Sportvereeniging, of door
de commandeerende officieren van bereden
wapens, vergund wordt de ko3ten van het
spoorwegvervoer voor zichzelven, voor hunne
paarden en voor hunne oppassers aan bet
Rijk in rekening te brengen, ook al diogen
zy niet mede naar uitgeloofde prijzen en al
zijn geen pryzen daarby uitgeloofd.
De minister van bultenlandsche zaken
zal 2 Maart een gastmaal geven, waaraan
de voorzitter en verschillende van de oudste
leden van de Tweede Kamer genoodigd zijn.
De minister-resident van Japan te
's-Gravenhage heeft uitnoodigingen doen uit
gaan tot eene soiróe ten zynen huize op
9 Maart, ook aan verschillende leden der
Staten-Generaal.
Door het Dageiyksch Bestuur van Rot
terdam is by den gemeenteraad aldaar een
voorstel ingediend, strekkende, om, ln af
wachting, dat van de nieuw ontworpen haven
gebruik kan worden gemaakt, in de behoefte
aan meerdere ligplaatsen voor zeeschepen te
voorzien. Men wil te dien einde aan het
departement van waterstaat de toestemming
vragen om tijdelijk tusschen de Parkhaven
en den Schiemond langs den noordelyken
rivieroever een tweede ry van 16 meerboeien
te mogen neerleggen. Wordt toestemming
verleend, dan dient de rivier daar ter plaatse
op de vereiachte diepte orden gehecht,
waarvoor 825,000 stère moeten worden uit
gebaggerd. De te winnen specie zal eensdeels
tot ophoogiDg van verschillende terreinen
gebruikt worden, andersdeels voor het dempen
van de Goudsche Vest worden aangewend.
De koeten van baggeren en het vervoer
der specie worden op 190,000 geraamd en
de aanschaffingskosten van boeien op ƒ20,000,
een aanzienlijk cijfer voor een tydelyken
maatregel, dat echter naar het oordeel van
het Dageiyksch Bestuur ter wille van het
scheepvaartbelang moet worden uitgegeven.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghobbenden, dat
jhr mr. J. E. De Sturler, benoemd consul-
generaal te Bangkok, aan zyn departement
te spreken zal zijn op Dinsdag 2 Maart e. k.,
van 1 tot 4 uren 's namiddags.
De Koninginnen woonden gisteravond de
operavoorstelling van „Mignon" by en bleven
tot ruim halfelf, nadat het laatste bedryf be
gonnen was.
Door het overlyden van den Staatsraad mr.
Swart is mr. C. J. A. Heydenrijck thans het
oudste lid naar tyd van benoeming van den
Raad van State en treedt hy volgens de voogdy-
wet op als lid van den Raad van Voogdy over
H. M. de Koningin.
De heer A. P. Staalman zal het dage-
ïyksch bestuur van Den Helder interpelleeren
over het feit, dat door een aannemer van
gemeentewerken een te laag loon aan een
schildersknecht zou zyn betaald.
Met ingang van 1 Maart a. s, worden
door de Staatsspoorweg-maatschappy, zooals
reeds ls medegedeeld, kilometers-boekjes 3de
klasse voor 500 kilometers ingevoerd, geldig
gedurende zes maanden. De prys dezer boekjes
is 7.50; de waarborgsom bedraagt 2.50.
Door alle stations der Staats- en Centraal-
8poorwegen worden abonnementskaarten der
drie klassen afgegeven, geldig gedurende 15
dagen op alle lynen dor Belgische Staats
spoorwegen.
De pryzen dezer kaarten bedragen: voor
de lste klasse 50 ft., voor de 2de klasse 38 fr.
en voor de 3de klasse 25 fr., vermeerderd met
den prijs van een retourkaart van het station
van afgifte naar Esschen. Bovendien moet
voor elke kaart een waarborgsom van 2.50
worden gestort.
Aan bet Centraalbureau der exploitatie-
maatschappij te Utrecht had gisteren de ver
pachting plaats van de bediening der buffetten
op het station Gouda.
Er waren ingekomen 9 inscbry vingen.
Hoogste in8chryver was de heer R. J. Van
Kuiken, te Amsterdam, voor de som van 3216
per jaar.
De kapitein J. W. P. Van Hoogstraten,
van het lste reg. veld-artillerie, wordt dit jaar
toegevoegd aan de commissie voor aankoop
van paarden in Engeland en Ierland, ten einde
met die commissie eene reis naar genoemde
landen mede te maken.
Nu er in Duitschland niet ten onrechte
zooveel werk wordt gemaakt van de plechtige
herdenking op 22 Maart a. s. van den ge
boortedag van wyien Keizer "Wilhelm I, mogen
wU, Nederlanders,. niet achterblijven in de
herinnering van een dergeiyken datum, in
's lands historie niet minder belangryk. Het
zal namelyk den 28sten Februari a. s. 100
jaren geleden zyn, dat de boezemvriend van
Wilhelm I, wyien Prins Frederik der Neder
landen, te Beriyn geboren werd.
Alleen reeds het roemryk aandeel, dat prins
Frederik nam aan de veldslagen van Quatre-
Bras en Waterloo, glorieryke dagen, die nog
onlangs door kolonel F. De Bas in zyn
belangrijk werk „Prins Frederik der Neder
landen en zyn tyd" (25ste en 26sta afl
uitvoerig beschreven werden, maakt het voor
de Nederlandsche natie tot oen plicht der
dankbaarheid, om den aanstaanden gedenkdag
niet ongemerkt voorby te laten gaan. (H. D.)
Het stoomschip „Priases Marie", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 24 Febr.
van Suez; de „Prins Willem III", van West-
Indio naar Amsterdam, arriveerde 25 Febr.
te Havre, de „Weikendam", van Rotterdam
naar Nieuw York, passeerde 25 Febr. Prawle-
point; de „Schiedam," van Nieuw-York naar
Amsterdam, passeerde 25 Febr. Dover; de
„Java," van Batavia naar Amsterdam, vertrok
25 Febr. van Port Said de „Prins Alexander,"
van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25
Febr. Kaap St.-Vincent.
XDe Weenerinnen.
Ternauwernood doemde gisteravond de zon
nige verschijning van den heer Gothov-Gruneke,
„ex-orche8tmee8ter van het Keiz.-Kon. Carls-
Theater te Weenen", op in het orkest, of het
feest begon. Een luidruchtig applaus bewees
hem, dat hy welkom was in Leiden, hy, maar
vooral het bekoorlyke troepje, dat aan zijns
hoede is toevertrouwd. Onmiddellyk daarop
kwamen de heldinnen van den avond. zy
zagen er flink gezond uit, het vermoeiende
leven scbynt vooralsnog op deze jolige schep
seltjes geen nadeeligen invloed uit te oefenen.
Het waren nog echte „fesche "Wienerinnen."
Trouwens, ze zingen het immers zelf:
Das reis en durch die Welt,
O, wie Uns das geftllt!
en zoo trekken ze dan gansch Duitschland,
Oostenrijk en Holland door, brengen den zomer
in Carlsbad of Mariènbad door en gaan na
wellicht naar Rusland. Weer stonden ze na,
na al dat reizen en trekken, voor ons (er
waren by het achttal twee nieuwe gezichtjes)
en weer klonk het ons tegen:
So singt mein Oesterreich,
So siDgt mein Heimatland!
en, het moet gezegd, als alles in Oostenrijk
zéé was als d&t, het zou een ideaal-land zyn.
We zullen niet herhalen al wat we ver
leden jaar voor goeds en Ioffeiyks over do
Weenerinnen gezegd hebben; genoeg zy het
te verklareD, dat ik dat alles nóg meen en
nóg zou kunnen zeggen. Wel was er, onder
wat wy te zien en te hooren kregen, voel,
dat wy het vorige jaar ook al genoten hadden,
maar dat doet er niets toe, 't was toch aardig.
Yan de vier verschillende kostumes, waarin
de dames optraden, waren er twee nieuw,
n.l. bet Fantaisle-kostuum en het élégante,
zwarte Pierrette-kostuum. In beide zag het
achttal er uit ravir".
De arbeid is tamelyk geiykmatig verdeeld,
zoodat wy, op ééne uitzonderiog na, van geene
der dames iets byzonders behoeven te zeggen.
Die ééne uitzondering is Frl. Schneider, de
kleinste van de acht, die met veel humoren
eeu „riesiges" succes de tragische geschiedenis
van Beppo voordroeg. Dat was uitstekend.
Het meewarige:
O Beppo, o Beppo, weile nicht so lange I
was al even vermakeiyk als lat6r de onrree
doogende spot met Beppo's ongeluk. Het bleek
duideiyk, dat Z6 met hun achten volstrekt
geen medeiyden met Beppo hadden, omdat
het zyn eigen schuld was. Het daarop gevolgde
voorstel tot schaking van dezelfde zangeres
weri ook daverend toegejuicht
Evenals het vorige jaar had ook nu do
Studenten-commissie de attentie aan elk der
dames een bouquet aan te bieden, hetwelk vroo-
lyk en dankbaar aanvaard werd. Want, al zingea
zy nu:
Was liegt denn una dran?
Da liegt uns gar nichts dran,
Das ist, auf jedem Fall, uns „tout égal"t
dat meenen zy niet, en slaat in geen geval
op een ontvangst als hun in Leiden te beurt
Een heldhaftige vrouw.
12)
H(j stond op, stak z\jn hand uit en trok
haar toen weer terug. Zy stond weer rechtop
haar gezicht was bleek, maar kalm, ofschoon
er eenige tranen aan haar wimpers hingen.
Volg het spoor van de paarden," zeide
hy, toen zy de deur bereikt hadden. „Kuntu
uzelf verdedigen?"
Zy wierp snel een verontwaardigden blik
op hem. „U vergeet, mynheer, dat u een
officier voor u hebtl" riep ze uit en met ge
trokken sabel ging ze vooraan.
- Ik zal haar moeten dooden, als zy ons
de baas blijven," dacht hy, terwyi hy haar
volgde; hy liep in haar voetspoor, om baar
door zjjn persoon te verbergen, voor 't geval,
dat men hen uit het een of andere raam
mocht zien.
Maar er floot geen kogel achter hen aan en
in een oogenblik hadden zy den uitersten rand
van het bosch bereikt. Hier verloren zy het
spoor van de rooversiedere deserteur had zyn
deel van de paarden langs een ander pad
door de hoornen geleid. Halka hield stil; zy
was het niet met zichzelf eens, welk pad ze
zou volgen, en Pahlen ging vóór. Hy keek
om en zag, hoe ze stond te hygen, met haar
hand tegen haar zyde gedrukt. Ofschoon zyn
gedachten hoofdzakeiyk gevestigd waren op
het in-bezit-nemen van do paarden, was hy
weer even verbaasd als toen hy haar wakker
maakte. In zyn angst was hy zich bewust,
dat er iets buitengewoons was gebeurd, en
hy wist, dat, wanneer hy de mannen gedood
en de dieren verkregen had en tyd zou hebben
om te denken, zyn verbazing dan nog grooter
zou worden.
Het kreupelhout werd dichter naarmate zy
vorder gingen. Het spoor der mannen was
moeilyk te volgen, daar zy altyd door do
open plekken in 't bosch gegaan waren. De
in elkaar verwarde takken van den berk en
van den jongen beuk strooiden stukken kristal
over de beide vervolgers uit.
Af en toe keek Pahlen om, ten einde er
zeker van te zyn, dat Halka achter hem was.
Somtyds zag hy, hoe zy met opgeheven arm
een tak ophield, en somtyds kwam haar
gezicht, gekleurd door de inspanning, plotseling
te voorschyn uit het netwerk van de slanke
zilveren berken.
Plotseling hoorden zy stemmen voor zich
uit. Hy hief zyn hand op, om haar te waar
schuwen, en kroop rond het lage#hout, tot
hy op een afstand van eenige schreden van
de mannen verwyderd was. Zy waren naar
een open plek in het bosch getrokken en iedere
man hield zyn groep van drie paarden op
eenige meters afstands van den anderen. De
deserteur Antoine was aan het woord en by
elk woord, dat hy sprak, rolden zyn oogen
door zyn hoofd.
Ik heb genoeg van kapitein Stockput en
van zyn vervloekt leven,"' zeide hy met ver
achting. „Een waarzegster in Warschau ver
telde my iets. Ja, al draai je haar den hals
om, ze heeft het toch gezegd. Ze keek my aan
met haar duivelsche kattenoogen. Ik hoor
haar nog gillen; zy zei, dat een kameraad
my moest vermoorden, maar zy loog; zy
loog. Gepasseerden nacht voelde ik den strop
om myn hals. Ik wil dat niet voor een tweeden
keer voelen. Zeg, ga je mee naar Murat?"
Loop naar den duivelt" schreeuwde de
andere man. „Waarom wil je doodgeschoten
worden door de Russen en opgegeten worden
door de wolven? Laten ze me maar ophangen,
als ze me kunnen krygen! Stockput is goed
genoeg voor my."
Je zult wel anders piepen, als de strop
om je nek vastgemaakt wordt," antwoordde
zyn kameraad. „Maar ik ga weg. Ik ben geen
verrader. Ik zal mjjn eed aan Stockput ge
trouw blyven. Ik zal de fuiven en de pret
onthouden, die we hebben gehad. Ik zal niet
vertellen, wat ik van jou en hem en den troep
weet. Als men my om getuigen vraagt, zal ik
myn eed gestand doen. O, dat zal ik zeker 1"
Hy deed de paarden zwenken, torwyi hy
een donkeren, achterdochtigen blik op zyn
kameraad wierp, die nog in het zadel zat,
terwyi hy een leidsel goed vast hield en zyn
oogen naar den grond richtte. Hy keek om
en nog eens om, maar toen hy de hoornen
bereikt had, begon hy op een ruwe manier
te zingen, alsof zyn vrees verdwenen was.
Op dat oogenblik bracht de andere man zyn
geweer aan zyn schouder en vuurde; het
gezang veranderde in een schorren kreet en
terwyi hy er aan den eenen kant afviel,
bleef zyn voet nog in den stygbeugel hangen
en werd hy eenige meters met het paard,
I dat negon te galoppeeren, meegesleept. De
andere roover sprong uit het zadel en nadat
hy zyn teugels om een boomtak geslingerd
had, boog hy zich over het lichaam. Op het
zelfde oogenblik kwam Pahlen uit zyn schuil
plaats aanloopen en vuurde met dezelfde
opwinding en belangstelling, die hy gevoeld
zou hebben, als hy een wolf gedood had. De
man sprong op, terwyi het goud, dat hy uit
den zak van zyn kameraad had gehaald, als
een stortregen op de sneeuw viel; toen
stortte hy met een zwaren zucht voorover
ter aarde.
Pahlen maakte zich meester van de paarden.
Toen hy zich omdraaide, zag hy Halka op
eenigen afstand staan, met een blik van
afschuw in haar oogen. De andere paarden
hadden zich vry gemaakt en liepen door het
bosch in de richting van de boerdery.
Hy maakte een van de dieren los en bracht
dat naar haar toe. Zy ging achteruit, terwyi
zy een weisprekenden blik, vol verwyt en
afschuw, op hem wierp. Pahlen begon de
stygbeugels vast te maken, om haar tyd te
geven tot zichzelf te komen. Toen by weer
naar haar keek, hield zy haar mouwen voor
haar oogen.
De paarden zyn naar de boerdery gegaan,"
zeide by snel.
Zy keek plotseling op en hy duwde haar
toen de teugels in de hand. Toen sprong hy
op den rug van zyn paard, en keek, in 't zadel
gezeten, ter sluiks naar haar, terwyl ze met
de gemakkeiykheid van een jongen te paard
steeg.
Hy reed weg, in de meening, dat zy hem
volgde, maar toen hy omkeek, bleek het, dat
hy zich vergist had. Het meisje reed over
de open plek in het bosch in tegengestelds
richting van hem. Hy draaide zich om en
galoppeerde naar haar toe.
U moet met me meegaan," zeide hy op
een toon van gezag. „Langs dezen weg komt
u dieper het bosch in."
Ik wilde u verlaten," antwoordde zy,
haar oogen van hem afwendende.
Die in zyn witte jas zal ons in een
oogenblik op het spoor zyn," antwoordde hy,
terwyl hy zyn ongeduld trachtte te bedwingen.
„Hy kent geen genade. U rydt naar zyn hoL
U zag dien moordenaar? Zoo iets en nog iets
ergers zal ons lot zyn."
Ik wil niet met u samen ryden." Haar
stem trilde van hartstooht
U moet, totdat u buiten gevaar bent"
zyn toon was beleefd, maar zeer beslist
„tenzy u wenscht te sterven" „en het
zou geen spoedige dood zyn," voegde by
er aan toe.
Haar toorn verdween, toen hy zoo sprak.
In een plotselinge opwelling draaide zy haai
paard om en zy reden zondor een woord te
spreken over de open plaats terug.
Al maar tusschen de boom en door gingen
zy voort, totdat zy de boerdery op een flinke»
afstand achter zich hadden; toen waagden
zy zich in de open vlakte. Onmiddeliyk hoor
den zy opgewonden kreten achter zich. Ds
deserteurs hadden de buitgemaakte paarden
bestegen en galoppeerden hun achterna.
{Wordt vei-volgde