Uit het Steiger te Rotterdam is opgevischt het lyk van een 60 jarig mans persoon, J. R. Zondag-avond 11. was hy in de Leuvehaven fovallen, doch onmiddellijk gered en op een politiebureau van droge kleederen voorzien. Gistermorgen vroeg had hy het bureau ver laten en is blijkbaar daarna wederom te water geraakt. Da „Verzekeringebode" bevat 'het volgende: „Ieta Dieuws onder de zonl Het gemeente bestuur van Kampen heeft aanbesteding (sic) ■itgeschreven voor de verzekering van het gemeente- ambtenaars- en bedienden personeel tegen ongelukken. Geen Kamper-ui!?" Drentsche zeden. Onder den landbouwersstand in Drente bestaat de ge woonte, dat jongelieden, die des avonds hunne meisjes bezoeken, vaak daarmede in de schuren, hier .delen" genoemd, vertoeven, en meestal w de vrijheid dan den bezoekers toegestaan, b(jna onbeperkt, zoodat er bij velen geen be zwaar bestaat om zells door de staldeuren binnen te dringen in de woniDgeD, waar zich eenige meisjes ophouden. Een paar verliefden joogen mannen te Dalen, die zich ook die vrijheid veroorloofden, zal dit misschien duur te staan komen. Nadat zy in een der avonden van de vorige week door eene wel gesloten, maar niet gegrendelde staldeur eene boerenwoning waren binnengeslopen, werd die deur eerst door de politie verzegeld en daarna den indringers aan gezegd, dat hun eene strafvervolging wachten zoo. W(jl zoodanige gerechtelijke vervolging in deze provincie misschien nooit te voren is inge steld, is men zeer nieuwsgierig naar de meening van den strafrechter omtrent deze door .zuivere üefde" gedreven zucht tot inbraak. Te Vianen doet zich een vreemd ziektegeval voor. Een 15-jarig meisje aldaar is overdag als eene krankzinnige. Ze lacht, danst, praat alles door elkander of is zeer ia zicbzelve gekeerd en neemt van niets notitie. Tegen 9 uren 's avonds evenwel komt er ver andering in haar toestand, dan wrflft ze zich de oogen uit en zegt: .Hè, wat heb ik weer 1 -ng geslapen." Het verdere gedeelte van den dag is z(j volkomen hel er en ook 's nachts slaapt ze ru3tig. Ontwaakt ze 's morgens, dan li ze weer als den vorigen dag. Deze treurige toestand duurt nu al 4 weken; de moeder is dood en de vader heeft nog 7 meest kleine kinderen te verzorgen. Uit een der Drentsche dorpen Bcfaryft men het volgende aan de „Ass. Ct.": B(j een onlangs gehouden avonddienst van een onzer drie predikanten bracht een vergis sing een ongewone verstoring in de voortzet ting van de godsdienstoefening. De preek, die zoo vlottend werd voorgedra gen en blikbaar indruk maakte op de eer biedig luisterende schare, werd plotseling afgebroken, terwijl een groote onrust zich van den boogen spreker meester maakte. Om tijd te winnen en eonigszios op verhaal te komen, werd aan de gemeente verzocht /een ellenlang gezang te zingen. De koster, ging orders halen op den preekstoel en snelde de kt-rk nit naar de pastorie; eindelijk komt terug met doodsbleek gelaat en knikkende knieën en brengt al stamelend uit: .Ik kan 't r.iet vinden, ik kan 't niet vinden, zelf moet n zoeken.1' Om de verbazing ten top te voeren, ver laat thans ook de predikant de kerk, de verbouwereerde gemeente aan de vreemd soortig^ gissingen ten prooi latende. Eindelijk, na lang wachten, komt de schare in bedaarder stemming door de terugkomst van den dominee, die met opgewekt gelaat zich weer de trappen opwerkt en tot aller voldoening de preek verder ongestoord ten einde brengt. Hansen te Londen. Ter eere van Fridtjof Nansen beeft de Royal Societies' Club een groot feestmaal gegeven in haar clubge bouw. Aan het einde der eetzaal stond een model van de „Fram" op een blok ijs, dat inwendig verlicht was door een electrisch gloeilampje. Het feest werd gepresideerd door air Clements Markham; onder de 200 aan- nttenden waren luitenant Scott Hansen, chef ▼au den wetenschappelijken staf der expeditie, en verscheiden generaals, admiraals, profes sor ^d, enz., o. a. lord Lister. In antwoord op oen warmen toost van den voorzitter, hield Nansen een aarnigen speech. Hij begon met lof toe te zwaaien aan de Engvlsche poolvaarders, wier onderzoekingen hom zijn taak zooveel verlicht hadden, en vertelde een en ander uit zijn ervaringen. Het was een vreemde gewaarwording voor hem, zich onder al deze aanzienlijke mannen te bevindeneen jaar geleden was het tooneel foheel .raders. Men zou hem wel gelooven als hy verzekerde, dat het een droefgeestig too neel was. (Gelach). Hij zat toen in een hut van 10 voet lang en 6 voet breed; tijd had iiy genoeg, maar niet om te lezen, want zijn eenige lectuur was een zeevaartkundige alma nak en een logarithmentafel. (Gelach). Den almanak kende hij van buiten, o. a. de voor schriften hoe in geval van nood te handelen. ^Gelach). Zy waren slechts met hun beiden an souden gaarne wat gezelschap hebben ge- bad, maar zij daclXten ovengena minder aan do menschen dan aan de manier hoe zij iets te eten moesten krjj^gen. Met Johanseu was hij altijd goede vriendevi geblevenalleen had hjj hem af en toe, als samen in den slaap zak lagen, een duw in dett rug moeten geven, omd..t h<j zoo snorkte. (QA*ch). Hy hoopte, dat de Engelsche natie nu weer do verken- Ding van de Noordpool op zicri zou nemen; hy was zoo beleefd geweest om nog drie graden over te laten voor haar om te onder zoeken. (Gelach). Er volgden nog verscheiden toosten en daarin was er receptie. Er heerscht groote ongerust heid te Duinkerken. Sedert Zaterdag bevindt zich op de reede aldaar een Engelsch stoom schip, de „Vulcan", komende van Bombay en geladen met graan. Aan boord ontbreken vyf manschappen. Het gerucht loopt, dat deze vyf mannen onderweg aan do pest zijn gestorven en In zee geworpen. De kapitein beweert evenwel, dat twee der mannon gedeserteerd zya; twee zyn tePort- Said aan land gezet en één is z:ek te Suez achtergelaten. Het atoomschip verlangde machtiging om de haven binnen te komen en zulks is, over eenkomstig een besluit van den ministerraad beslist geweigerd. De „Yulcan" is daarna naar Liverpool vertrokken. Te Marseille is het besluit, waarby bet aan land brengen van goederen, die uit Indië afkomstig zyn, wordt verboden, met groote voldoening ontvangen. "Wat de reeders van de „Persia" en de „Brank- somehall" voornemens zjjn, is nog niet bekend; maar het feit, dat er versche levensmiddelen en steenkool gevraagd zyn, scbynt aan te duiden, dat zy weer zee zullen kiezen. Omtrent de „Caledonia" zjjn de volgende beschikkingen genomen: de „Clyde," behoo- rende tot dezelfde maatscbappy, zal heden de 70 passagiers overnemen en naar Londen overbreügen; den llden Februari zal een extra trein uit Calais vertrekken met 140 Engelsche passagiers, die zich weer op de „Caledonia" zullen inschepen, welk schip dan terugkeert naar Indië, zonder zyn lading voor Marseille te hebben gelost. Dan heefc men nog de „Yarra," die eveneens Bombay heeft aangedaan en deze stad twee uren voor oe „Caledonia" heeft verlaten met de mail en 23 passagiers. De burgemeester van Marseille heeft den directeur van den gezondheidsdienst uitge- noodigd de brievenzakken in het lazaret te openen en de brieven één voor één te ont smetten. In de onderaardsche gangen van deo St.-Pittersberg heeft sinds eeüigen tyd een zondtrliDg zyn intrek genomen. Deze holbewoner, zekere Louis "Wynands, 25 a 30 jaar oud, woont reeds sedert jaren in de gemeente St. Pieter, ofschoon tot voor korten tyd boven den grond. Verstandelijk abnormaal en ïydende aan toevallen als hy is, werd hy ongeschikt voor zyD werk by den boer, zoodat hy ontslagen werd. In een gedeelte van den berg heelt h(j zich een bedstode gemaakt en hy leeft daar nu rustig en ongestoord. Des daags gaat hy rond om voor eten en kleeren te zorgen, waaraan het hem dan ook niet ontoreekt. Indiingers duldt hy niet in zyn gebied; komen er vreemdelingen, dan weet hy ze spoedig te verjagen. Een brandend bosje stroo verspreidt zulk een verstikkenden rook, dat de nieuwsgierige overhaast de vlucht neemt. Daar het gedeelte der gangen, waar by ver- biyf houdt, privaat eigendom is van een grond bezitter, die den zonderling zyn leven niet misgunt, heeft men hier met een permanenten holbewoner te doen. De munt te Brussel heeft uit Rusland 10500 staven zilver, ter waarde van 1 500,000 fr.t ontvangen voor de aanmunting van zilveren roebels. Yolgens de „Evening Standard" is te Serpuckoff op drie uren sporens van Moskou een ernstige werkstaking in de spin neren uitgebroken. Twee duizend man hebben den arbeid neergelegd en bedreigen de fabri kanten. Dezen zyn naar Moskoa gevlucht. Het garnizoen van Serpuckoff is met 300 man versterkt, daar men voor uitbreiding van de beweging vreest. Het aanstaande carnaval van den „boeuf gras" of „vetten os" zal Parys van den heerschenden vreemaelingennoo J z-ker wel voor een korten tyd afhelpen, want wat tot nu toe van hot feest bekend is, is wel in staat, duizenden vreemdelingen naar Parijs te lokken. Niet minder dan 877 mannen, 144 meisjes, 50 kinderen en 300 muzikanten zullen aan het carnaval deelnemen, die van Zondag tot Dinsdag dagelyks van het industriepales uit, de straten en boulevards doortr kken. Aardig gegroepeerd ziet men by v. op een reus achtigen wagen byna 50 meisjes mot zonne schermen; op een gegeven teeken omhullen de schermen haar draagsters en de geheele wagen ia in een verrukkeude Chrysanthemum groep veranderd. Even grootsch wordt de voor st-Hing van den wervelstorm van verleden Juli Men ziet een stuk boulevard met boomen, grond, enz. voorgesteld, als plotseling de wer velstorm losbreekt en aUes overhoop werpt. Een politieman met een grooten witten staf geeft het toeken voor het vryhou ien van den weg voor voetgangers door de wagens en ver volgt dan in groote passen den vluchtenden wervelstorm. Kortom, het wordt zeer fraai en de vreemdelingen zullen als altyd in massa's aankomen. INGEZONDEN. Weled. Heer Redacteur Yergun my nog eens een klein plaatsje ter beantwoording van het ingezonden stukje van den heer J. J. EL K., in Uw blad van Zaterdag; ik kan kort zyn, omdat ZEd. myn schryven van 3 dezer in geenen deele heeft wec-rlegd. Op zjjne aanhalingen onder al wat ZEd. gelooft en niet gelooft, kan ik dus volstaan met hetgoen ik reeds heb gozegdl Dat ZEd. het nog niet eens is met het L'iidsche publiek, komt zeker wel, ornaat ZE nog steeds onder den machtigen indruk is van den gehoorden kreet: 0Wee, wee,Neder land! Wee!" Moet het verlangen van ZEd. opgaan, dan mogen wjl voortaan zeker wel verwachten, dat, wanneer ons carillon een vaderlanisch lied doet hooren by feestelijke gelegenheden, allen, die het front van het Stadhuis of de Yischmarkt passeeren, eene gepaste reverenz zullen maken, byv. door het hoofd zoolang ongedekt te houden; hetzelfde kan dan ook gelden by muziekuitvoeringen op Korenbeurs en Beestenmarkt! Ziet ZEd. het aanbevelenswaardige van het „Wien Neerlandsch Bloed" niet in en kan ZEd. maar niet begrijpen, hoe zich dit lied, hetwelk zich in geen enkel opzicht als volks lied kenmerkt, zoolang heeft kunnen hand haven dit blyft voor zyne porsooniyke meening, welke my geheel onverschillig is; even oaverschillig als ray ook is zyne ver keerde uitlegging, waarmede hy het woord „Nederlandsch" als eene verandering, als eene vinding van my wil doen voorkomen. Dat men langzamerhand bet „Wilhelmus" meer hoort spelen of aanheffen, stem ik myn geachten tegenstander toe, maar zou de reden daarvoor niet gelogen zyn in het streven van muziok-corporatïes, om hunne abonnés of bezoekers met de oude toonzetting kennis te doen maken ?Dj „Dubbel-Kwartet-vereeniging" had het verleden week voor het eerst op haar program. Aanhalingen als van het Ylaggelied en Liederenboek van het „Nut" zyn er nog veel meer by te brengen, maar dienen ter zake slechts als ballast aan boord en hiermede „basta." Afgescheiden van het vorenstaande, wil ik nog gaarne by dezen zeggen, dat het te be jammeren is, dat men zoo weinig volksliederen door het volk hoort zingen; aan schoone liederen i3 waarlyk geen gebrek en men hoort langs 's heeren wegen, by weinig uitzondering, niets dan walglijke, ergerlyke galmeryen! Mocht daarin toch verandering ten goede komen 1 U, Weled. Heer Redacteur, nogmaals vr. dankend, teeken ik, Hoogachtend, Lkibbn, UEü Dw. Dr., 6 Febr. 1897. K. mishandeling Tan dieren. Mijnheer de Hoofdredacteur I Sta my toe, naar aanleiding van bet afschu- welyk bericht betreffende dat ongelukkige paard, hetwelk door den kleerenbleeker B. (de man is dus bekend) onder Diemen, den gan- schen nacht in het ijs gelaten is, eenig opmer kingen te maken. Door myne liefde voor dieren heb ik nogal eene daarover gelezen en las ik ook wel eens de artikelen 254 en 455 van het Wetboek van Strafrecht. Naar myne meeDiog valt bet bovenstaande feit toch zeker wel onder één van die twee artikelen, welk artikel weet ik niet, want ik ben maar een leek. Zeker weet ik toch, dat die B. zya paard op af*chuwelyke wyza heeft mishandeld (mishandelen is toch slecht behandelen). Of zou zooals ik ook wel eens gehoord heb men weer willen of kunnen uitmaken, dat opzet tot mishandelen hier niet gebleken is? My dunkt, dat zou even afschuwelijk zyn en niet in aanmerking mogen komen, want, door een streng voor beeld te stellen, maakt men andere onver schilligen wakker en nadenkend over hetgeen zy do?n en niet doen mogen hunne dieren betreffende. U dankzeggend voor de opname van dit stukje in Uw veelgelezen blad, Mynheer de Hoofdredacteur, Uw Dotv. M. CORRESPONDENTIE. Een paar ingezon den stukken moesten tot een volgend nommer biyven liggen. Burgerlijke Stand. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: Q. L. Doeswijk en M. T. Jansen. Gehuwd: J. Yan Nieuwenhuijzen en A. Spaar garen. A. Zorge en H- Broertjes. Bevallen: G. Stokhof geb. Van Geilswijk D. C. W. Van Tilburg geb. Hobo Z. M. E. Bakker geb. Maaskant Z. J. Kolle geb- Wes tendorp D. J. Van Schie geb. Otten Z. J. Van den Heuvel geb. Van den Heuvel D. M. Yer- bragge geb- Van Es D. D Klein geb. Stroosma Z. A. De 11 om geb. Knik Z. B. Koolhaas geb. Den Hollander D. J. Mesman geb. Vervloed 'L E. A. Van Gameren geb. Goudswaard Z. M. Van Bentem geb. Stokman D. M. Wam- steeker geb. Oosterom Z C. Groen geb. Pa- lingdood Z. J. Strijd geb. Luobteubnrg Z. M. A. K. De Vries geb. Uijthoven Z. M. A. Dui venvoorden geb. Van Dongen (levenl. Z.) Overleden: D. De Koter, 60 j. C. H. Van Staveren, 8 w. C. Vaandering, 8 mud. C. Van Tatenbove, 50 j. H. C. Van der Maas, 48 j. P. Van tierven, 63 j. C. Jongkiud, 84 j. WARMOND. Geboren: Antbom'us Johannes Maria, Z. van H. Meskers en M. Van Wieringen. Anthonie Elisabeth, D. van N. P. Beugolsdjjk en M, J. Bader. Ondertrouwd: A. Van Winsen jm. 28 j. en C. Duivenvoorden j'd. 28 j. Overleden: A. G. Heemskerk 5 j. ZEGWAARD. Overleden! A. Van der Lugt 72 j., huisvr. van J. W aarsenburg. D Ploeg 73 j., wedr. van N. Rietkerk. Jacob, Z. van J. Van den Hoek en A. J. Dogterora. J. Van der Plas 36 j., buisvr. van J. F. Stolk. ZOETERMEER. Geboren: Pietje, D. van J. Kolisvaart en N. Roodenbtxrg. Jobs. Adrs., Z. van N. Beukers en C. AL Overleden: Adriaan 7 m., Z. van O- Van der Vorm en P. Lamens. Antonia Cornelia 24 j., D. van N. Boonekamp en C. Rijueveen. Cath. Marg. Bis, D. van J. C. Vleggeert en Corn. Van der Sluis. Kerkeiyke BerlohU» Rynsburg: Geref. Kerk. Woensdag avond 10 Februari, te Z6ven uren, prof. Blester- veld, van Kampen. Wou brugge: Ned. Herv. Kerk. Donderdag avond halfzeven, ds. T. G. C. Rappard, pred. te Waarder en L mgeruigeweide. Zondag, 's voorm. to halfiien, ds. C. Hart- wigsen, pred. te Leiden. 's Nam. te 2 uren, ds. R. B. Bolt, pred. te Zwammerdam. KOLONIËN. BATAVIA, 912 Januari. (Nederlandsche mail.) Aangaande de expeditie naar Kloeang bevat een regeeringstelegram uit Buitenzorg van 9 Jan. de volgende byzonderheden By een tocht, den 7den dezer door twee compagnieën onder majoor Beets naar Gle Broee en Poeding ondernomen, werden onze troepen tuaachen genoemd© plaatsen door een bende van ongeveer 200 man beschoten. Een hevig gevecht volgde, waarby de vyand herhaaldeiyk met de bajonet moest worden teruggedreven en enkelen met het kapmes moesten worden afgemaakt. Na de stelling van den vyand genomen te hebben, werd deze in oosteiyke richting ver dreven. Toekoe Oemar en zyn volgelingen trokken af in zuidoostelyke richting van het gevechts terrein. Onze terugtocht werd niet bemoeilykt. Geiyk reeds per telegram bekend werd, is de majoor Beets daarby overleden ten gevolge van een zonnesteek, is gesneuveld de luite nant H. J. Van Hennekeler en werden zeven tien minderen gewoed, waarvan drie zwaar. Het „Bat. Nbld." schryft: „De cholera heeft te Soerabaia, vermoadeiyk ten gevolge van het niet voldoende doorkomen der regens en de byzondere hitte der laatste dagen, weer haar intrede gedaan; het aantal gevallen is gelukkig nog klein. „Behalve door cholera wordt de plaats ook nog onveilig gemaakt door koortsen van een buitengewoon kwaadaardig karakter, een ge volg van de slechte hygiënische toestanden. Volgens het „Soer. Hand." kwamen 9 Jan. vyf gevallen voor." Goedgekeurd is, dat door den civielen en militairen gouverneur van Atjeh in de IV Moekims van de sagi der XXV Moekims wordt gelegerd een troepenmacht van twee com pagnieën infanterie en een detachement artil lerie met eenig geneeskundig en administratie- personeel en trein. (U.-H.) De 1ste luitenant der infanterie J. F. Van Kesteren, die door zonnesteek werd ge troffen, is gelukkig aan de beterhand. (B. N.) De Prodjonzaak. De „Java-Bode" meldt: Het omgaand ge recht te Sampang, voorgezeten door mr. E. Ryke, heeft dz eene zitting, die 20 dagen ge duurd heeft en waarop 109 getuigen gehoord zyn, den 5den Januari jl. uitspraak gedaan in de bekende Proljonzaak, de fanatieke bewe ging, waaraan door den resident van Madura met geweld van wapenen een einde is ge maakt. Van de 16 beklaagden zyn er 12 schuldig verklaard en veroordeeld; de hoofd beklaagde, Kiai Samantri, kreeg 15 jaar dwang arbeid in den ketting wegens opruiing tot ver zet tegen het openbaar gezag, een dessaboofd 10 jaar en een ander 8 jaar; van de overigen werden 1 tot 3 jaar, 6 tot 2 jaar en 3 tot 1 jaar dwangarbeid buiten den ketting ver oordeeld. BalL Uit Boeleleng wordt aan de „Soerabaia- Courant" geschreven: Het observatiecorps is thans van Boeleleng vertrokken; naar veler overtuiging, waaronder deskundigen, veel te vroeg. Het is voor hen, die bier eenigszins op de hoogte zyn, een bekend feit, dat zich te Karang-Asem twee partyen bevinden, die scherp tegenover elkander staan. De eene party is die van Goesti Djilantik, de andere, waartoe zelfs zoons van dezen bebooren en voomamelyk bestaande uit de hoogste waardigheidsbe- kleeders, ia tegen den Goesti gericht, voor nameiyk, naar men beweert, uit wrok, dat door zyn houding op het kritieke oogenblik op Lombok en zyn vlucht van daar, het Ned.- Ind. gouvernement over het Balisch vorsten huis heeft kunnen zegevieren. Da party tegen Goesti Djilantik is natuuriyk ook. die, welke alles in het werk stelt om het gouvernement tegen dezen in het harnas te jagen, wel wetende, dat, wanneer door een overval van Boeleleng of door eene andere éclatante daad bet gouvernement gedwongen mocht worden tot eene expeditie, het met Goesti DjiLntik, die dan geforceerd zal worden door de bevolking tot tegenweer, met eene sterke tegenparty onder de poenggawa's, per se gedaan is. Dat intusschen ook de Karang- Assemmer8 goed gewapend en op alles voor bereid zyn, vernam men door een weggelóopen fuselier, die na 6 maanden desertie terugkwam, omdat hy voor weinig loon te hard moest werken. Hy had nameiyk een magazyn, waarin 1500 repeteergeweren waren opgeborgen, schoon te houden en kreeg daarvoor 40 kep- pengs per dag. Als loon voor zyn verraad scheen hem dat te weinig. ATJEH. Ofschoon de voorloopige uitslag van den tocht naar Lohong reeds bekend is, zyn onder staande byzonderheden, welke in een schryven uit Kotta-Radja van 3 Jan. aan het „Bat. Nieuwsblad" omtrent de toebereidselen tot dien tocht voorkomen, niet van belang ontbloot. „Het doel van de beweging is natuurlek in de eerste plaats Toekoe Oemar te vangen en daar dit alleen by verrassing kan geschieden, zal ook de landing 's nachts in de diepste stilte plaats grypen en zullen de schepen zonder licht varen. Maar vooral heeft men er voor gezorgd, dat ieder 2 dagen van te voren wist, waar de troepen naar toe zouden gaan, zoodst Toekoe (Lmar allang van onze plannen op de hoogte kan zyn, ten minste als hy een eenigszins goed ingericht spionnenstelsel heeft, en uaar vale w 1 ni t aaD te twijfelen. "Waarow niet alles geheim gehouden tot alles aa? boord was en daar do plannen medegedeeld,' of een ander doel opgegeven, byv. Pedir? Op het oogenblik zou (it wel wat onwaar- schyniyk klinken, maar de groote menigte slikt dit wel. „Toekoe Oemar houdt op het oogenblik V6rbiyf in kampong Geuten, gelegen aan een riviertje, dat ongeveer 1000 M. meer westelyk by kampong Blang Méj in zee valt „Tusschen de beide kampongs ligt een soort missigit; ten noorden van Genten ligt een heu vel, waarop zich een benting bevindt, die door pl. m. 40 man moet bezet ztyn. Om de kam pongs bevinden zich sawah's, waarop de ryat al hoog staat. Het plan is nu het volgende: 's Nachts om 11 uren landen de marechaussees en de late compagnie van het 3de bataljon by een klappertuin, ODgeveer 3 a 4- K.M. noord-westelyk van Genten. Daarna wordt aangemarcheerd op Genten met vermyding van Blang Méj en zoo mogeiyk ook van dc missigit. Voor Genten splitst de colonne zich in tweeën en omsingelt de geheele kampong, terwyi een peloton in observatie biyft liggen voor de heuvelbentïng. Als het licht wordt, rukt alles op om Oemar te phéla, zoo ver z\jn we nog niet. 's Ochtends om zea uren landt het 12de bataljon bij Blang Méj. De overige compagnieën van het 3de bataljon liggen gereed om uit te rukken, indien Oemar soms naar het noorden mocht afwyken, om hem aldaar den pas af te snyden. „Het 6de bataljon te Kroeng Raba kreeg in opdracht het gebergte te bezetten en to beletten, dat menschen uit IV Moekims zich naar Lepong begaven." In hetzelfde schryven leest men Dinsdag jl. had alhier de plechtige ter-aarde- bestelling plaats van den lsten luitenant der inf. Korfmacher, postcommandant van Lamtih, did viel als het slachtoffer van een laffen sluipmoord. De dader was een inlandsch kanon nier, wiens vrouw kort te voren van den post was verwyderd geworden. Gebruik makende van de omstandigheid, dat hy, op post staan de, een geladen geweer in handen had, schoot hy den postcommandant overhoop. By ieder, die Korfmacher kende, was hy bemind wegens zyn goedhartigheid en hulpvaardigheid. Het is te betreuren, dat hier op Atjeh geen krygsraad te velde bestaat. Nu duurt het mis schien wel een half jaar, voordat de dader zyn straf ondergaat, terwyl vooral by derge- lyke gevallen een spoedige executie zeer ge- wensebt is, te meer, omdat dit een op zich zelf staand feit is. Het is waar, de menschen zyn hier gemakkeiyk in de gelegenheid, oaar zy steeds in het bezit zyn van scherpe pa tronen, maar dit kan nu eenmaal niet auders. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Met ingang respectievelgk van 12 Januari en 5 Februari 1887 op verzoek eervol oifc 's lands dienst de assis tent-resident van Lematang Oeloe en llir, Kikim en do Pasoemahlanden (Palembang) D. P. Farret Jentink en de griffier van den landraad te Muntok (Banka) W. R. J. Schonten; met ingang van 31 Januari 1897, op verzoek- wegens expiratie van ziin dienstverband, eervol uit zjjn betrekking de tijdelijke houtvester der 3de klasse bij het boschwezen op Java en Madoera, L R. Nitzschke. Benoemd: Tot commies op het bureau vae den assistent-resident van Bengkalis (Oostkust van Sumatra) de klerk bij den magistraat te fiindjei (Oostkust van Sumatra) W. Van Ommen; met ingang van 12 Januari 1897 tot assistent- resident van Lematang Oeloe en llir, Kikim en de Pasoemahlanden de ambtenaar op non-activiteit L. F. Wesly, laatst assistent-resident van Gorontalo (Menado); met ingang van 5 Februari 1897 tot griffier van den landraad te Muntok (Banka) de ambtenaar op wachtgeld E. V. De Scheemaker, laatst W. translateor voor de Maleische taal tc Batavia, to voreo griffier van de landraden te Padang en Priaman (Sumatra's Westkust); tot werktuigkundige bg den dienst van het mijn wezen de t ij del gke werktuigkundige hg dien dienst R. F. L. Ronkes; tot griffier van de landraden te Sindjai, Kadjang, Bikeroe, Boelekomba en Saleijer (Celebes en Onder- boorigheden) de ambtenaar op wachtgeld X E. R. Calbo, laatst ter beschikking gesteld yan dea voorzitter der landraden te Moljokerto en Djombang. Met ingang van 1 Februari 1897: tot hoofdingenieur, chef van den spoorwegdienst en tevens van den dienst der kolenontginning ter Sumatra's Westkust, Th. A. H. Rurja. thana belast met de waarneming der aan die betrekking ver bonden functiën; met bepaling, dat hij tevens werk zaam zal blijven als chef der exploitatie en chef van de tweede afdeeling van bedoelden spoorweg, zoomede, dat hij ook zal optreden als chef dei vierde afdeeling van dien spoorweg. Bij de exploitatie van den Staatsspoorweg ter Sumatra's Westkust: Benoemd: Tot chef der derde afdeeling D. L Graadt van Roggen, thans tijdelijk als zoodanig ■werkzaam, met bepaling, dat hg voorloopig tevens met het beheer der werkplaatsen belast blijft; tot adjunct-chef der tweede afdeeling de bouw kundige ambtenaar 2de kl. bij den aanleg van Staatsspoor wegen, tijdelijk belast met de vervulling der aan hooier genoemde betrekking verbonden functiën, L. K. Lindhout; tot secretaris-boekhonder, tevens chef der contröle H. G. Scholton, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam; tot magazijnmeester de 2de commies bij de exploitatie van Staatsspoorwegen op Java, Ch. A Guldanaar; tot stationschef 2de kl. F. Z. Ermerms, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam; tot eersten commies de tijdelijk lste commies bij den aanleg van Staatsspoorwegen H. C Ledebur; tot opzichter 2de kl. L. W. A. Le Fèbre, th» tijdelijk als zoodanig werkzaam tot opzichter-machinist 2de kl. J. B. Logeman thans werkzaam als tijdelijk machinist lste kl.- tot opzichter van de werkplaatsen 2de kl. C. Van Houtrijve, thans tijdelijk als zoodanig werk zaam tot instrumentmaker J. H. Oblenroth, thans werk zaam als tijdelijk telegTaafondoropzichter. Belast: Met de waarneming der betrekking van adjunct-chef der vierde afdeeling A. F. Van Beek Jr.. thans tijdelijk werkzaam ale chef der vierde afdeeling; tot 3den commies op het residentiekantoor te Batavia de lste klerk bij den landraad der stad en voorsteden van Batavia, A. L. C. Van Halle; tot advocaat en procureur bij don raad van justitie te Soerabaia mr. J. W. D- Francken. Gesteld: Ter beschikking van den directem van binnenlandsch bostuur, om werkzaam te worde gesteld:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 2