N°. 11334 "Vrijdag 5 Februari. A». 1897 feze (gourant wordt dagelijks, mei uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LSIDSCH DAfrBIAÏÏ PBXJS PK7TKR OOUEAHTj Vbor Leiden per 3 maanden. 1.10, Franco per poat1.40. Ateooderl(jke Nommers0.05. PBIJS DEE ADVEE'l'EHTlËN; Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat Dit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 4 Februari. De conservator van het Stedeiyk Mnseum (de Lakenhal) bericht ons, dat gedurende enkele dagen de „portefeuille van den „Haag- schen Kunstkringin de Hartevelt-zaal ter bezichtiging is gesteld. Op drie lessenaars zyn aquarellen en teeke- ningen geëxposeerd van Paul Rink, Gunneweg, J. H. Ledcboor, Jordens, Mevrouw Lucie Ekker, E. Ekker, M. Noordewier, mevrouw Baukema-Philipse, Théophile De Bock, Hart Nibbrig, Van Andringa, Edzard en Arnold Ko ing, A. F. Gips, mevrouw Bildors-Van Bosse, Smissaert, Van der Haar en Jessurum de Mesquita. Bovendien zyn ln de portefeuille vertegen woordigd: C. Kuypers, Lapidoth, P. C. De Moor, v. Oosterzee, mej. Aletta Ruysch, Jan De Waardt, mejuffrouw C. v. d. Willigen, J. Zon en M. Kamerlingh Onnes. Alle teekeningen zyn te koop. By den con cierge van het museum ligt de pryslyst ter inzage. In de in het Nutsgebouw gehouden ver gadering van de Afdeeling Leiden en Omstre ken van den Nederlandschen Protestantenbond trad als spreker op de heer Van Loenen Martinet, van Amsterdam. Zijn onderwerp was: „het Christelijke in onzen tyd". Hy wilde nl. een onderzoekings tocht instellen, of in onzen tyd het christelijke te ontdekkea ia? Nu is dat niet gemakkelijk, omdat onder Christelijk zoo verschillende dingen worden verstaan, en aan het Christen dom wei eens iets is toegeschreven, wat niet christelijk is. We moeten al aanstonds beginnen met een onderscheid te raaken tusschen de christelijke wereldbeschouwing en levensopvatting. Met de eerste, zeide spr., hebben wy geheel ge broken. Maar de christelyke levensopvatting, welke is ze? Behalve toch, dat 't Christendom van den allereersten tyd een koninkrijk Gods buit n de wereld op 't oog hao, weten we er zoo weinig van vaak. En bovendien, nu komen er v agen op, die er toen öf niet waren öf waartegenover velen zich eenvoudig onver schillig verklaarden om de eenvoudige reaen, dat hun maar één vraag aanging, de vraag naar de redelyks gesteldheid van den menscb. Zy bomoehen zich met vragen naar rechts- of staatswezen niet, zy stonden er boven; zoo ook met andere punten, die ons belang inboe zemen, kunst, philantbropie, natuurweten schap, enz. Zeker, barmhartigheid gaat er van Jezus in overvloedige mate uit, maar onze tyd wil de bronnen van ellende opsporen en die dempen; en wat heeft men door de natuur wetenschap niet ontdekt, waarmee de oude christenen niet te maken hadden, omdat zy het met kenden. Velen hebben daardoor den indruk gekregen, zeide spr., alsof wy het mogen beschouwen, dat wy met 't Christenoom hebben afgedaan. Men teekent eon Christen vaak als een wereld schuwe. En tocb, dat is niet waar. Ten slotte zette spreker uiteen, welke de christelijke moraal is en waarom dus bet Christendom voor ons en voor onzen tyd zyn kracht heeft behouden. Hy wyst er op hoe er tweeërlei moraal is in de wereld, de uiteriyke en de lnneriyke, do zoogèn. burger lijke en christelyke deugd. Geen deugd in den ideëelen zin van het woord zonder godsdienst, en van dat diepe innige redeiyke leven is het Christendom de vertegenwoordiger. Nu komt 't aan 't licht wat het christelyke in onzen tyd nog te doen heeft. De leuzen, van verschillende zyden in vroeger en later tyd aangeheven, van: vryheid, gelykheid en broederschap kunnen in en door het Christendom eerst ten volle bewaarheid worden. Maar dan ook is het eene dwaasheid te vragenof we nog wel Christenen zullen zyn? maar veeleer om dringend de vraag voor te leggen of we al eenigszins Christenen zyn? Want zelfs de boogsten, de grootsten voelen zich tegenover de hooge levens- en liefdeëischen, die ons het Christendom stellen, klein, erbarmeiyk klein. Dan streven wy naar het hoogste geluk, anderen te vormen tot kinderen Gods en zoo zelf het te worden. Zooals men weet, komt de Nederlandsche Opera den lOden dezer Bizets meesterwerk „Carmen" alhier opvoereD. Terwyl mevr. Dirckx van de Weghe de titelrol speelt, treedt als „Micaela" op mevr. Engelen—Sewing, die op het feestconcert van „Sempre Crescendo" op 8 December zulk een uitbundig succes verwierf. Micaela is een harer mooisto en dankbaarste partyen, in 't byzonder de Cavatine uit de 3de acte. Als Toreador treedt op de heer Orelio, terwyi onzo vroegere stadgenoot Gottfried Mann het geheel leidt. Het zal zeker ▼tien, die hem gedurende 10 jaren alhier zoo tal- looze concerten zagen dirige*ren, intcresseeren hem ook als opera-dirigent aan het werk te zien. Gisternamiddag to vior uren word voor het front van de 2de afdeeling van het 2de reg. veld-art., alhier in garnizoen, door den luit.-kolouel afdeelings-commandant, geiyk wy reeds meldden, de zilveren medaille voor 24- jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den adjudant-onderofficier dd. officier, K. Hofkamp, der 5de battery. Zynboogedelge8tr. sprak daarby op echt militaire wyze en wees er op hoe deze onder officier steeds trouw is geweest in het be trachten van zyn plicht, en spoorde ieder aan dit voetspoor te volgen, hem daarby als voor beeld stellende. De muziek van het reg. was voor deze gelegenheid uit Den Haag overgekomen en liet gedurende de plechtigheid opgewekte marschen booren. E-nige oud-kameraden en vrienden waren eveneens tegenwoordig. Na afloop der eigeniyke plechtigheid werd, nadat den jubilaris door heeren officieren, collega's en minderen geluk gewenscht was, hem verzocht, in de setzaal der onderofficieren te komen, waar hem door zfin collega, nam.ns de onderofficieren der afdeeling, als biyk van erkenteiykheid b|j dit zilveren feest, een prachtige fauteuil werd aangeboden, waarby de wensch werd geuit, dat het hem gegeven mocht zyn, zyn verder leven, als hy de uniform voor de burgerkleeding zal verwisseld hebben (de adjudant zal den dienst eerst daags met pensioen verlaten) nog vele jaren in dezen stoel te rusten en terug te denken aan dien gulden tyd, doorgebracht mèt en onder zyn kameraden, de onderofficieren van de 2de afdeeling van het 2de reg. veld-art., in wier herinnering hy steeds zal biyven voortleven als een flink, humaan kameraad. Na deze woorden werd hem door den lsten luitenant-adjudant baron Röell hulde gebracht in een kernachtige toespraak. Zynwe edelgestr. toch is van deze afdeeliug de oudste officier, onder wien de adjudant Hofkamp elf en een half jaar heeft gediend. Het was hem een behoefte uiting te geven aan zyn gevoel van oprechte waardeering; by weDsche hem, bene vens zyn echtgenoote, ook in het vervolg veel voorspoed en geluk en verzocht hem te willen aannemen eene kleine zilveren medaille, be nevens het portret van den gever. Onder al deze blyken van kameraadschap en hulde was het den adjutant by na. onmo geiyk te sproken; hy verzekerde dit alles niet te hebben verwacht en hieraoor niet in staat te wezen zijne gevoelens, zooals hy dat wel zou willen, uit te drukken. Harteiyk dankte hy zyn weledelgestr. en zyn collega voor de gesproken woorden en co blyken van waardeering, welke hy zoo ruimschoots mocht ondervinden. Ook voor het overige personeel van de af deeling was het feest,1 daar de muziek van het regiment in de cantine der manschappen eene uitvoering gaf, waar de jubilaris nut zyn echtgenoote verscheen en hem hechaal- deiyk het „lang zal hy leven 1" werd toege roepen. De heer L. F/Jpso, onderwyzer alhier, heeft bedankt voor de hem a&ngeooden be tr-kking als onderwyzer aan de Christelyke school te Almkerk aan den Nieuwendyk. Door den heer R. C. Keun van Hooger- woerd, gewezen consul-gen«raal der N*der landen te Bangkok, Siam, zyn aan 's Ryks Ethnographisch Museum ten geschenke gege ven drie groepen van beeldjes onder stolp, door Siameezen uit hout, klei, enz. vervaardigd, en voorstellende scènes uit volksverhalen en legendes. Door hunne kunstige bewerking zyn deze groepen ook van belang voor de kennis der kunstnyverheid in Siam, aangezien daardoor de bedrevenheid der inboorlingen in werk van dezen aard ten duideiykste wordt aangetoond. Geïnventariseerd als serie 1111. Aan den schenker is de dank der Regee ring betuigd. Sts.-Ct Nu haar ook uit andere gemeenten ken nisgevingen van burgemeesters onder de oogen kwamen, volgens welke do aangiften voor de kiezerslyst vóór 15 Februari zouden moeten geschieden, herhaalt de ,N. R. Ct." de op merking, dat, met het oog op het vallen van 14 Februari op een Zondag, volgens art. 159 der kieswet ook op Maandag, 15 Februari, nog gelegenheid tot het doen van aangifte moet gegeven worden. De heer A. A. Van Gils, gemeente secretaris en ontvanger te Zoeterwoude, heeft in drie verschillende gedeelten der gemeente eene lezing (uitlegging) over de nieuwe Kies wet gehouden. De heer H. A. Mastenbroek, onderwyzer aan de Christelijke school te Aalsmeer, is als zoodanig benoemd aan de school van den heer Emone, te Amsterdam, en heeft deze benoe ming aangenomen. Te Noordwykerhout Is tot lid van den gemeenteraad verkozen de heer Jan Warmer dam, met 72 van de 81 uitgebrachte stemmen. Slechts ongeveer de helft van de kiezers was opgekomen. Voor de nationale militie, lichting 1898, zyn te Valkenburg 8 jongelingen ingeschreven. Geen hunner heeft op dit oogenblik reden tot vry stelling* Te Warmond la een talryk bezochte ver gadering gehouden van R.-K. mannelyke leden der gemeente, daartoe uitgenoodigd door het plaatseiyk kiescomité, een onder-afdeeling der R.-K. Centrale Kiesvereeniging in het district Katwijk. De pastoor van Warmond voerde het woord. Er lieten xich 113 personen in- achryven als lid. De uitslag der verkiezing van een lid voor den gemeenteraad te Haarlemmermeer is als volgt: Aantal kiezers 1036. Ingeleverd 286 biljet ten, van onwaarde 10, geldige briefjes 276, volstrekto meerderheid 139. Gekozen de heer A. Stokman met 216 stemmen. De heer J. Kooy had er 42. Voorts verkregen: H. Ran, A. C. v. Nieuwen- huisen en D. Knibbe ieder 2 stemmenP. Srok- man, J. Biten, G. A. Gehrels, J. Verkuyl, C. Eyken, C Van der Laan, A. Den Breejen, D. Versluys, M. Van Splunter Sr., Mej. Janne tje Vellekoop, R. W. Lammerts en J. SamsoD leder 1 stem. Te Boekoop trad in bet hotel van den heer J. Klaassen als spreker op voor de libe rale kies-vereeniginf de heer B. H. Heldt, lid der Tweede Kamer. De groofco zaal was gebed bezet. Door den heer Heldt werd de kieswet besproken en duidelijk verklaard. Ofschoon er aangekondigd was, dat er geen debat zou wezen, maar alleen aan i n g e z e- t en e n desverlangd inlichtingen zouden ver strekt worden, vroeg de heer Hermans, een niet-ingezetene, het woord. Het werd hem geweigerd. Toen hy toch begon te spreken en xich niet ontzag beleedigende woorden tegen d--n heer Heldt te bezigen, werd hy, met een zes tal geestverwanten, onder het ziDgen van het Volkslied buiten de zaal gedrongen. Ongeveer veertig personen lieten zich als lid der kiesvereeniging inschryven. In de gisteren gehouden openbare verga dering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, waren weder twee koninklyke besluiten ingekomen, waaroy wordt beslist, dat de stuiting eener collecte voor eene liefdadige instelling ten onrechte geschiedde, nl. lo. in zake hot bestuur der Vereeniging voor kleeding van minvermogende kinderen van alle religiën, gevestigd te Amster- dam, welke Vereeniging eene collecte wildo doen houden te Zwolle, waartegen bet ge meentebestuur aldaar bezwaar maakte; en 2o. in zake de Vereeniging „Hulp voer min vermogende weezen", te Amsterdam, welke te 's-Gravenhage eene inzameling van gelden deed houden, die door B. en W». aldaar werd verhinderd. Het aan het „Vad." ontleende bericht betreffende de benoeming van luit.-kol. Buys tot commandant der gendarmerie op Creta, wordt in de „N. R. C." voorbarig genoemd, daar oene beslissing nog niet genomen is. Wel heeft hy zich onder zekere voorwaarden geneigd verklaard, zoo hy van de Koningin- Regentes toestemming kan krygen, om zich in vreemde krygsdienst te begeven. Het trakte ment, aan bedoelde betrekking verbonden, is 18,000 fr. per jaar. De heer Buys is 54 jaar. In 1863 werd hy 2de luit., in 1867 1ste luit."{en in Sept. 1880 kapitein, terwyi hy in 1892 tot hoofdofficier werd bevorderd. In 1867 nam hy deel aan den beroemden tocht van de Engelschen onder lord Napier van Magdala naar Abessinië. In Atjeh heeft hy met succes gestreden. Hy nam deel aan de eerste expeditie 1873/74, maar ook aan de volgende, zoodat hy het eereteeken voor belangryke krygsbedryven in Atjeh 1873 90 draagt. Het ridderkruis van de Militaire Willemsorde werd door hem ver worven, terwyi hem mede de eeresabel werd toegekend. De heer Buys is voorts ridder 2de kl. van de Russische Stanislausorde, terwyi hy n<»tuur- ïyk ook uraagt de medaille voor h-t by wonen der expeditie van Abessinië (Groot Britanniö en Ierland.) De Japanscho gezant by ons Hof, de heer Akabané, vertrok gisteren naar Brussel. De nieuwbenoemde vice-president van den Raad van State, jbr mr. Schorer, die Dins dag in de algemeene vergadering van dien Raad zyn ambt aanvaardde, heelt in de giste ren gehouden openbare vergadering van do afdeeling voor de geschillen van bestuur voor het eerst het voorzitterschap waargenomen. Mr. J. D. Yeegens, die als gemachtigue in oen der te behandelen zaken optiad, wenschte hem hartelyk geluk met de aanvaarding zyner ge wichtige betrekking en hoopte, dat by r nog lang in goede gezondheid zon mogen vervullen. Spreker meende hiermede te handelen in den geest der Haagsche balie, wier leden steeds groote welwillendheid van de afdeeling mochten ondervinden, zoo dikwyls zy in haro vergaderingen als gevolmachtigden optraden. En hy hield zich overtuigd, dat ook onder leioing van den nieuw benoemden vice-presi dent der balie dezelfde welwillendheid van den Raad zou ondervonden worden. Het Boheemsch strykkwartet had gister avond te Haarlem een welverdiend succes. Door het publiek werd den kunstenairs een warme ovatie gebracht. 12) „Nu weet ik dus, tante, waarom ge haar altyd zoo acbterhieldt en w|j van haar be zoeken by u niets mochten bemerken!" sprak de prins op eenigszins verwytenden toon. „ZekerI" antwoordde de prinses kalm, terwyl zy haar neef vast in de oogen zag. „En gy schynt my de bevestiging te willen geven, dat ik wèl gedaan heb." De priD3 kleurde even, doch nam liefdevol de hand zyncr tante. „Wees toegevend, lieve tante l" smeekte hy. „Ge hebt immers van oudshor steeds getoond jonge harten zoo goed te begrypen en het myne in 't byzonder." En haar hand in de zyne houdend, sprak hy tot haar over Feodora, sprak van den onbeschryflyken, onuitwischbaren indruk, dien zy terstond de eerste maal op hem had gemaakt; over zyn gevoelens, die hy, naar hy geloofde, nimmer uit zyn hart zou kunnen rukken. Het was immers niet haar uitwendig voorkomen, niet haar zeldzame schoonheid alleen, die deze gevoelens te voorschyn hadden geroepen; het was de aantrekkingskracht der zielen, die hy zoo diep ondervonden en waaraan ook zy in haar kinderiyken aard uitdrukking gegeven had. De verstandige priüses hoorde hem ten einde toe zwygend aan, totdat hy, welspre kend, zooals zy hem nooit had gehoord, wan)- wa«- maakt welsnrekender dan de liefde? zyn geheele hart, al zyn gedachten en overwegingen voor haar had uitgestort en als uitgeput in zyn stoel nederviel. Ook thans zweog zy nog eenige oogen- blikken, als gevoelde zy behoefte baar zinnen te verzamelen; vervolgens echter hield zy hem in krachtige en toch welwillende be woordingen de dwaasheid van deze zoo plotseling ontwaakte neiging voor oogen en ei8chte van hem als zyn manneiyken plicht, die uit zyn hart te rukken. En toen hy opstuivend in bittere woorden de omstandigheden aanklaagde, die, wat anders zooveel geluk aanbrengt, voor hem tot een onmogelykheid, tot iets onbereikbaars gemaakt hadden, toen vermaande zy hem ernstig te bedenken, Wie het is, Die ook zulke uitwendige zaken door Zyn wysheid bestiert en bepaalt, en dat een verzet daartegen even veel beteekent als een verzet tegen HemI De klok had reeds het uur voor het ontbyt aangekondigd; nog steeds scheen het onder houd geen einde te willen nemen. „Ik beloof u, tante, de poging te doen, te overwinnen en te versterven 1" riep prins Ernst eindelyk uit; „maar voor den uitslag kan ik u niet instaan. En wilt ge haar niet nog éénmaal een groet van my overbrengen, aan de kleine Fee?" „Zeer zeker niet!" antwoordde de prinses beslist, terwyl zy opstond en den aangeboden arm van haar neef nam. „Ge zyt nog nooit zoo hard tegen my geweest, lieve tantel" sprak hy treurig; maar by zag, hoe de tranen haar in de oogen stonden. IV. De verloving van prinses Olga met den oudsten zoon van een regeerenden hertog deed in den loop van den volgenden winter veel van zich spreken. Door alle bevriende familiên en hen, die slechts eenigszins in de omstandigheden waren ingewyd, werd de verdienste van deze vooi het vorsteiyk huis zoo blyde gebeurtenis aaü de vorstin moeder toegekend. Zy was hei eigeniyk, die den erfprins, welke uitgiog om een bruid te zoeken, door de toovermacht van haar wezen ingenomen had, en, geiyk het zoo vaak voorkomt, uit de moeder de dochter afleidend, of veeleer, wyi gene onbe reikbaar was, had hy om de hand der prinses aanzoek gedaan en terstond de toestemming ontvangen. Ondanks haar jeugd en geringe begaafdheid van geest, was prinses Olga het reeds moede, in de machtige, alles beheirschende tegen woordigheid der vorstin slechts als toegift op den koop te worden genomen. Zy behoorde tot de meD8chen, die zonder het minste spoor van hoogere geestesgaven door het leven wandelen en wien daardoor veel kommer bespaard biyft, hoewel ook veel vreugde. „Ik weet heel goed, dat Frans op mama verliefd was en my Deemt, omdat hy haar niet kan krygen," bekende zy openhartig. „Alex heeft het wel voorspeld, dat het zoo met my gaan zou, en by heeft goiyk; maar zyn wy eenmaal getrouwd, Frans en ik, en weg van hier, dan zal hy haar wel vergeten, en dan ben ik toch ook zyn vrouw." Onder degenen, die met de blyde gebeurtenis kwamen geluk wenscbeD, bevond zich ook de vrouw van den handelsraad. Zy veront schuldigde haar echtgenoot, die door een hevige verkoudheid in huis werd gehouden, en daar zy de vorstin alleen aantrof, ver trouwde zy haar toe, dat ook zy op 't oogen blik door een familiegebeurtenis ten zeerste werd bezig gehouden. Haar man, zoo verhaalde zy, had haar den vorigen dag meegedeeld, dat hy zyn zoon op diens herhaald aandringen to38temming had gegeven, Feodora zyn hand aan to bieden. Mevrouw Grube sprak die woorden fluis terend, terwyl zy haar oogen ternauwernood naar de vorstin opsloeg. „Men kan 't haast niet begrypen, wat men zooal beleven mo6tI" eindigde zy op haar bekenden pathefischen toon. Doch het gelaat der vorstin straalde van meer dan gewone innemendheid. „Maar, lieve Hermine," riep zy, „klaagt gy nog? Wel, ik vind het een uiterst gelukkige keus van uw stiefzoon, en de handelsraad geeft biyk van zyn gewoon beleid en door zicht, door geen hinderpalen in den weg te leggen. Ik wensch u van ganscher harte geluk!" „Maar, Uw Hoogheid," stamelde de vrouw van den handelsraad verrast, „gy vergeet de uitwendige omstandigheden van het meisje, de duisternis, die over haar geboorte ligt, over 't geheel „Wel, lieve Hermine," hernam de vorstin vroolyk, „dan moet ik bekennen, dat ik in zulke dingen veel vryzinniger en verdraag zamer deDk dan gyi Wat doet het ter zake, of men de bekoorlijke Fee geen voornamen stamboom kan toekennen of dat zy baar man geen schitterenden bruidsschat aanbrengt? Het laatste is in uw huis waarlyk niet ooodig, en wat het eerste betreft wie weet, ho* dat nog eens opgehelderd wordt? Het meisje heeft iets van een prinses uit een sprookje, en al ware alles ook niet zoo, al ware zij een kind uit het volk, gy weet, hoezeer ik het volk hoogacht en dies adel van dei k- wyze, welke tot in zyn onderste lagen zoo dikwyls dien der geboorte vervangt." „Uw Hoogheid vermoedt echtei volstrekt niet, welke nieuwe tweespalt hierdoor in onze huishouding ontstaat! Bertha by voorbeeld is dermate vertoornd, dat zy zelfs baar vader met toespreekt, sedert zy vernomen hoeft, dat hy zijn toestemming beeft gegeven." „Dat zal slechts de eerste opwelling zyn en zich mettertyd wel weer schikken, als z|j ziet, dat zy met haar verzet niets bereikt. Maar hoe nam de jonge bruid zelve het bericht van haar geluk op?" „Fee?" vroeg de vrouw van den handels raad eenigszins verstrooid. „O, zy weet het nog in 't geheel niet." „Weet zy het niet? Dus zyn zy nog niet verloofd Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1