N°. 11331 Dinsdag 3 Kebruari, Ao. 1697 Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. F E LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZES COTJSAOTi Voor Lolden por 3 maanden, f MO. franco per poat1.40 Afconderlpke Nommers o.06. PRUS DEE AD VERTEN T1ËN t Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseercn buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 1 Februari. De Commissie van Financiën heeft geen bedenkingen togen de voordracht van Regen ten van het Gerof. Minne- of Armo Oude Mannen- en Vrouwenhuis tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting dier instelling over 1896, ten bedrage van 448.095, en adviseert den gemeenteraad tot goedkeuring van den betrekkelyken staat. Dezelfde Commissie heeft evenmin beden kingen tegen de rekening en verantwoording van de Plaatselijke Schoolcommissie over het jaar 1896 en adviseert eveneens dio gosd te keurenin ontvangst en uitgaaf ad 50.02. Zooals aan den gemeenteraad is mede gedeeld, bestaat het voornemen een gedeelte van het gobelin behangsel, afkomstig van het kasteel „Endegeest", te gebruiken ten dienste van do Bestuurskamer der Commissie van bet Krankzinnigengesticht in het Kasteel. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat tegen dit plan geenerlei bezwaar bestaat en dat die gobelins geheel overeenkomen met den stijl, waarin di» kamer is gebouwd. De heer P. Van Driel Bz. heeft zich bereid verklaard dit werk te verrichten voor 175 a 200, welk bedrag B. en Ws. billijk voorkomt. Zij geven mitsdien in overweging hun col lege ter zake het noodig krediet te verleenen, ten einde tot de uitvoering te kunnen over gaan. Het overig van „Endegeest" afkoms ig gobelin kan vermoedelijk later o. a. gebruikt worden voor het behangen van de Trouw kamer op het Raadhuis, waaromtrent een nader voorstel aan den gemeenteraad zat wor den ingediend. Krachtens het Raadsbesluit, regelende de heffing van schoolgeld op de openbare lagere scholen, kan de gemeenteraad, op gemotiveerd verzoekschrift, aan ouders of die hen vervangen, welke tusschentyds de stad metterwoon ver laten of zich in de gemeente vestigen, gedeel telijke teruggave of kwijtschelding van school geld verleenen. Vermits bij adres door A. Parmentler terug betaling van schoolgeld wordt verzocht op grond, dat zijn zoon wegens ziekte verhinderd was de Jongensschool lste klasse te bezoeken, kan aan dit verzoek, als niet vallende in de termen van het aangehaalde Raadsbesluit, geen gunstig gevolg worden gegeven. B. en Ws. geven mitsdien in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. In de gemeenteraadszitting van 3 December jl. werd besloten tot aanvaarding van het door wijlen den heer D. Hartevelt aan het Stedelijk Museum de Lakenhal vermaakt legaat van 2000, onder bepaling dat, nadat het besluit tot aanvaarding door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zal zyn goedgekeurd, het zuiver bedrag van het legaat zal worden ingeschreven op een der Grootboeken der Nat. Werkel. Schuld ten name van de gemeente Leiden, ten behoeve van het Stedelijk Museum „de Lakenhal", ten einde uit do rente daarvan de collectiën van het Museum worden aangevuld. Dit btsluit werd goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten by beschikking van 15 December jl. Het zuivere bedrag van het legaat ad 1724 is thans in de gemeentekas gestort, zoodat tot de inschrijving op het 2*/i percent Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld kan worden overgegaan. B. en Ws. geven dientengevolge in over weging de gemeente-begrooting van dit jaar met genoemd bedrag van 1724 in ontvangst en uitgaaf te verhoogen door vaststelling van den overgelegden suppletoiren staat van be grooting, dienst 1897, in ontvangst van Yolgn. 40: „Andere ontvangsten niet tot do voren staande beboorende" en in uitgaaf van Volgn. 169: „Aankoop van inschrijving op het Groot boek der Nationale Werkelijke Schuld." Bij de commissie van financiën bestaan tegen dit voorstel geen bedenkingen. Door de Nederlandscbe Buffet-Maat schappij, pacht8ter van de buffetteü der Ge hoorzaal, is de aandacht van B. en Ws. ge vestigd op de ondoelmatige constructie van de stoelen in de Gehoorzaal, ten gevolge waar van herbaalde reparatiën noodig worden en eenige versterking van de stoelen zeer ge- wenscht wordt geacht. Uit een ingesteld onderzoek is B. en Ws. gebleken dat de opmerking van de Buffet- Maatschappij gegrond is en dat er alleszins termen bestaan om de bedoelde versterking aan de stoelen aan te brengen, daarin be staande dat de klossen worden losgemaakt en opnieuw worden gelijmd en deze klossen met schroeven aan de stoelen worden ver bonden, zoodat de pooten niet heen en weer kunnen gaan. De kosten aan dit werk verbonden worden geraamd op 0.30 per stoel en in het geheel op 350. B. en Ws. geven den gemeenteraad in over weging hun college het' vereischt krediet te verleenen, ten einde tot de voorgestelde ver sterking van de stoelen kunne worden over gegaan. Zy geven tevens in overweging het school geld van Gerrit Mul te Boskoop, minderj rigen zoon van Mul te Zevenhuizen, leerling der Kweekschool voor onderwijzers alhier, vast te stellen op 1.25 per kwartaal, vermits uit ingekomen inlichtingen is gebleken dat de In komsten van den vader vallen tusschen 600 en ƒ1000. Evenmin als by het hoofd der school bestaat er bfi B. en Ws. bezwaar tegen ue inwilliging van het verzoek van mejuffr. C. M. Van der Heyde, om ontslag uit de betrekking van derde onderwyzeres aan de school 3de klasse No. 2. Zy geven derhalve in overweging haar dat ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Maart e. k. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van L. J. M. Van Yelzen, te 's Graven- hage, deelen B. en Ws. mede, dat de zoon van adressant, A. A. N. M. Van Velzen, de Hoogere Burgerschool voor Jongens vóór de Kerst- vacantie heeft verlaten, ten einde voor zijne aanstaande carrière te worden opgeleid. Zy geven mitsaien in overweging aan adres sant vrystelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zyn zoon, vroeger leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1896/97. Ook stellen zy voor het schoolgeld van Arie Van Dam, wonende te Aarhnderveen, meerder jarig, leerling der Kweekschool voor onder- wyzers, vast te stellen op f 1.25 per kwartaal, zynde uit bekomen inlichtingen gebleken, dat het inkomen van genoemden Van Dam valt in de klasse van 600 -ƒ1000. Door Dykgraaf en Hoogheemraden van Rynland is ten gemeenlandshuize aanbesteed en waren daarvoor de minste inschrijvers de na te noemen personen tot het bedrag achter hunne namen vermeld; t. w.: Het onderhoud van a. De Gouwesluis en wachterswoning, Ph. Stapper, te Alfan, 328 40. b. De Zwietersluis in den Weipnortschen Vliet, P Van Groeningen, te Leider -oi p, f 42.40. c. 's Molena rsbrug en woning, J. Van Lok horst, te Alfen, 595. d. De Zwammerdarasche brug en woning, G. Van der Wal, te Oud«hoorn, 190. e. Bruggen over 't sluisje n*ast het kanaal te Alf^n, G. Van der Wal, »e Ou ishoorn, 64. Gebouw voor waarnemingen te Oude- Wi-teriDg en telegraaflijn tusschen Oude-Wete- ring en Roelof-Arendsveeo, C. Zoet, te Oude Wetering, 68. g. Sluizen in de Room- en Meerburger watering, P. Van Groeningen, 45.88. h. Bruggen over de Lnidsche vaart by Rynzaterwoude en Langeraar, G. Reyneveld, te Zoet»rwoude. 165.45 (Minste insc' ryver was P. Van der Lyn, te Oude-Wetering, 164 1 Brug over den Ryn tusschen Alf^n en Aarlanderveen, G. Van der Wal, 723 De levering van: A, Houtwaren in 5 perceel^n. lste perceel. H F Van der Eerden, te Bokstel, 1371. 2 e perceel D. Loos en Zoon, te Blokzyi, /"897 30. 3ae perceel. K. Van der Torren Wzn., te Waddingsveen, 82.25. 4de perceel. Dezelfde, fi 96. 5 :e perceel. L. Eindhoven, te Zwolle, f 822.18. B. Weg- en dykmaterialen in 7 perceelen. 6 ie perceel. H. W. De Vries, te Haarlem- merhede, ƒ544. 7de perceel. Dezelfde, f 730. 8ste perceel. J. F. Swets, te Hardingsveld, 266.50. 9 je perceel. P. Van Vliet, te Leiden, ƒ139.80. 10de perceel. C. Van der Valk, te Leiden, 218. 11de perceel. Niet ingeschreven. 12de perceel. G. Jonkman, te Oude-Wete ring, 249 60. Onderhoud en levering werd aan de boven genoemde personen gegund. Het studenten-weekblad „Minerva" schryft- „Vóór de Kerstvacantie is de juridische collegezaal te klein geileken, om alltn te bevatten, die naar prof. Bolland kwamen luisteren. „Velen werden alleen door nieuwsgierigheid daarheen gedreven, maar ook velen zyn de philosoph8iehe colleges trouw biyven volgen. Prof. Bolland tracht zyn lessen dan ook zoo aangenaam en zoo interessant mogeiyk te maken. Nu, na de Kerstvacantie, begint hy met de lezing en verklaring van Kant. „Zy, die werk' lyk iets meer van de academie willen meenemen dan hetgeen in hun speciaal vak gedoceerd wordt, zullen de gelegenheid om zulk een schryver te hooren behandelen niet laten voorbygaan. Het is trouwens geheel de bedoeling van den professor, dat studenten van alle faculteiten deze colleges zullen vol gen; van daar, dat ze zonder te veel moeite en studie voor een ieder begrypeiyk zyn. „Maar prof. Bolland wil nog meer doen. Voortaan zal hy Donderdags-avonds om 7 uren een specialen cursus houden over Goethe's Faust." Dinsdag 2 Febr zal te Wassenaar een vergadering der R.-K. plaatselyke kiesvereeni- ging worden gehouden in 't lokaal van den heer J Kuypers aan den „Nieuwen Deyl." Tot deze vergadering zullen wor len uitge- noodigd alle katholieke mannen, dn den leeftijd van 25 jaren bereikt hebben Een der eerw. heeren geestelyken zal de vergadering leiden; ook zal de kieswet worden verklaard. Een gelyke vergadering zal den 3 Jen Febr. g-houden worden aan 't Boschhek in 't lokaal van den heer Van der Meer. Op de eerste verga lering wordt toegang verleend aan de bewon re van de kom der gemeente en die van oen Leidschen weg. De verga-lering aan het Boschhek is hoofdzak'-iyk belegd voor de bewoners van den Haagkant eu de Waals- dorperlaan en omstreken. De lyst der stemgerechtigde ingelanden van den Drooggemaakt n Veender en Lijk r- polder te Alkemade, zooala d(-ze laatst^iyk is herzien, ligt van 2 15 Februari 1897 t^r inzage van ingelanden ten kantore van den secr-taris des polders te Roelof-Arendsveen. De anti-revolutionnaire kiesvereeniging te Hillegom z«l op Woensdag 3 Februari a. s. eene vergadering houden, ten doel hobbendo: reorganisatie der vereeniging. Vanwege het Nederlandsch Jongelings verbond (ring 's-Gravenhage) zal op Donder dag 18 Febr. a. 8. in het Evangelisatie gebouw in de Meerlaan te Hillegom eene openbare vergadering gehouden worden, welke bestaan zal uit: reciteeren, het houden van voordrach ten, samenspraken, enz. Een en ander zal worden begeleid door orgel-, piano- en violoncel- muziek. De piino zal bespeeld worden door den heer J. Boom, uit Leiden, terwyl de heer J. Eerbeek, van 's-Gravenhage, de violoncel zal bespelen. Aan het postkantoor Warmond werd gedurende de maand JaD. in de Rykspost- spaarbank ingelegd 5780.65, verdeeld over 85 inlagen; terugbetaald werd er ƒ2175.40, verdeeld over 27 terugbetalingen. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje oraagt het nummer 778. Gedurende die maand werden door het Rykstelephoonkantoor aldaar behandeld 65 telegrammen, t. w. 44 verzonden en 21 ont vangen. In een openbare vergadering v«n ao kiesvereeniging „Vooruitgang," op Dinsdag 9 Febr. a. s., in het Nutsgebouw, zal mr H. Goeman Borgesius de programs der „Liberale Unie" nader toelichten. Ook zal vanwege deze kiesvereeniging in hetzelfde gebouw een com missie van deskundigen inlichtingen ver schaffen omtrent het verkrygen van kiesrecht. Dn 31sten December 1895 bedroeg de bevolking te Zegwaard 766 mann. en 734 vrouw., alzoo 1500 personen. In het jaar 1896 werden geboren 60 kinderen, als 29 raann. en 31 vrouw. Binnen de gemeente vestigden zich 86 mann. en 75 vrouw., te zamen 161 personen. Overleden zyn 16 mann. en 16 vrouw, personen, to zamen 32, uit de gemeente vertrokken 73 mannen en 57 vrouwen, te zamen 130, zoodat op den 3l8ten December 1896 de bevolking bestond uit 792 mann. en 767 vrouw, personen, to zamen 1559 personen. De bevolking is dus vermeerderd met 59 personen. Het aantal gesloten huwelijken bedraagt 10. Op den 3lsten December 1895 bedroeg de bevolking te Zostermeer 1223 personen. In het jaar 1896 werden geboren 48 kinderen. Overleden zyn 20 personen. Binnen de ge meente vestigden zich 117 prsoaen. Uit de gemeente vertrokken 150 personen, zoodat op 31 December de bevolking bestood uit 1218 person-n. Aldus is ue bevolking ver minderd met 5 personen. Het aantal gesloten buwelyken bedraagt 8. Voor de R. K. kiezers te Noordwykc. a. zal a 8. Donderdag-avond optredea de «eer eer w. heer pastoor Van Halen, van Noord- wykerbout. Het is heden, 1 Februari, 50 jaren ge leden dat de heer J H. Kottmann, hortulanus van den 's Graventuagschen planten- en die re tuin, voor het eerst zich aan deo tuinbouw wydde. V n 1867 '81 was de heer Kottmann tuin baas op het schoone buitengoed Voilenboven" te De Bilt, waar nog vele planten aanwezig zyn, waarvan de cultuur door den jubilaris werd ondernomen. Kottmann was een uitstekend practicus en verwierf op zyno uitmuntende cultuurplanten, zoowel in 't buitenland als hier te lanae, hon derden medailles. UD). Door jonk vrouwe A. A. J. PIojs van Amstel, overleden te 's-Gravenbage op 1 Nov. 1896, zyn o. a. by testament de volgende legaten vermaakt, als aan: de Ned.-Herv. gemeente te 's Gravenhage, voor hare scholen ƒ2000; de Evangelisch Protestantsche Ver eeniging te 's Gravenhage 3000; de M rtha- stichting te Alfen aan den Ryn ƒ2000; de Nnuerlandsche Zondagsschool-vereenigiug te Amsterdam 500; de diaconie der Ned.-HtTv. gam. te 's-GraveDbage 500; de diaconie der Ned. Herv. gemeente te 's Gravenland 500; de gemeente 's-Gravenland ƒ500. Alles vry van successierechten. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben g handhaafd het besluit van Dykgraaf en Hoogheemraden van Rynland, dd. 5 Sept. jl., wa irby aan B. W. Graswinckel, fabrikant v n rurhtensappen, te Alfen, als eigenaar 7) „Nu, ik behoef u niet te zeggen, dat het zoo niet bedoeld was," hernam de neef. „Maar my dunkt, een behaagiyk verkeer behoort toch tot de grootste aangenaamheden des levens, hoe weinig sympathie, geiyk be kend is, ik ook gevoel voor een slechts oppervlakkige gezelligheid." „Aan verkeer, dat my aanstond, heeft het my ook niet ontbroken," zei de prinses. „Ge weet misschien niet, Ernst, dat tante Charlotte met haar kinderen geruimen tyd hier is geweest," merkte de vorstin aan, vluchtig van de inmiddels aangekomen brieven opziende. Prinses Olga lachte, en de vorst sprak ironisch: „Ik zou veeleer meonen, dat Ernst het wel wist, en vind zyn bewering van het bestaan dier verveling hierdoor voldoende verklaard." Prinses Ulrike schudde het hoofd. „Kinderen, kinderen!" zei zij, „gü hebt er volstrekt geen vermoeden van hoe verdraagzaam men wordt op hoogeren leeftyd. Dan wenscht men niets dan zyn overige levensdagen in vrede te mogen slyten, en dat men van tante Charlotte geen gewelddadige aanvallen noch op 't gemoed, noch op 't verstand, noch op de zenuwen behoeft te verwachten, acht ik reeds alle waardeering waard." „Men zou gaan meenen, dat ge een oude vrouw waart, tante 1" zei prins Ernst vroolyk, „en in plaats, dat het zoo is, is er nog geen enkel grys haartje op uw schedel te zienl" „Dat beteekent Diets," hernam zy, „geiyk ge by uw moeder zien kunt, die, veel jonger dan ik, er genoeg heeft aan te wyzen." „Doch een verklaring van hetgeen ge onder een behaagiyk verkeer verstaat, zijt ge ons nog schuldig, tante l" bleef prins Ernst aan dringen. „Zooals ge ziet, wil Ernsts degeiykheid onze voortreffeiyke tante Charlotte nu een maal niet als ophelderenden tekst uwer be wering laten gelden," voegde de vorst er by. „De aangelegenheid schynt my dus te zyn uitgebreid tot de vraag: Wat verstaat tante UJrike onder een behaagiyk verkeer? Tante Charlotte is daarby, dat spreekt vanzelf, als slechts door negatieve deugden schitterend, van de discussie uitgesloten." Prinses Ulrike glimlachte. „Myn verklaring van een behaagiyk verkeer," zeide ze vervol gens, „luidt, dat het er een ia, hetwelk niet op eenzijdigheid berust, doch waarin het geven en nemen gelykmatig verdeeld wordt en door bestendige afwisseling tot wederzydsche aan vulling leidt." „Uitstekend I" merkte de vorstin aan, die, haar brieven ter zyde leggend, eerst thans op het gesprek opmerkzaam scheen te worden. De oude grondregel van de eene hand, die de andere wascht," meende de vorst. „En wie is in dit geval de gelukkige ge weest, die aan deze eischen myner tante heeft kunnen voldoen?" vroeg prins Ernst. „Een jong meisje." Een algemeen 01 volgde op deze woorden. „Uw Hoogheid schynt zich de verdienste eener ontdekking verworven te hebben," meende hofraad Von Pergast. „Jonge meisjes bebooren tot de zeldzaamheden van onzen tyd; voor zoover ik weet, zyn er tegenwoor dig slechts jonge dames." „Het zal toch, hoop ik, Bertha Grube niet zyn," riep prinses Olga, het hoofd schuddend. „Die nu juist niet," antwoordde haar tante glimlachend; maar de pleegdochter haars vaders, het kind „Dat de handelaraad op den grooten weg gevonden heeft," voltooide de vorst lachend. „Waarlyk, ma tante, dat is origineel genoegt" „Hoe lief van u, beste Ulrike, u het kind wat aan te trekken I" zei de vorstin op dien toon van schier vormiyke beleefdheid, welken zy steeds jegens haar schoonzuster aannam. „Volstrekt nietl" antwoordde de prinsos droog, „geiyk ik straks reeds zeide, sluit oen wederkeerige aanvulling, zooals een waarlyk behaagiyke omgang die meebrengt, elkeeeu- zydigheid buiten; er kan dus in zulk een verhouding ook g~èen sprake zyn van de een- zydigheid van een vriendendienst." „Ge bedoelt daarmee toch niet, dat er een wisselwerking van den een of anderen aard tusschen u en dit meisje van den grooten weg bestaan kan, tante?" vroeg prinses Olga. „En zoo ik nu toch eens de stoutmoedig heid bezat zulks te beweren vroeg de oudere prinses terug, met een schalksche opflikkering in haar geestige oogen. „Dan zal Olga het zeker beneden haar waardigheid achten, in de verhouding, waarin zy tot dusverre als nicht tot u stond, voortaan te biyven," riep de prins met een zyner komiscb ernstige grimassen uit. „Ik maak er u dus opmerkzaam op, dat gy, by het hard nekkig volhouden van deze uw uitspraak, een ontheffing van uw ambten en waardigheden als tante kunt verwachten, waartoe ik, als hoofd van 't gezin Wie lacht daar? Gy toch met, heer hofraad? myn toestemming niet zal weigeren." „O, Alexl" riep de vorstin half lachend, half ODgeduldig. „Zoo ge toch zwygen kondetl" „Dat kan ik nu eenmaal niet, mama," was het antwoord, „want ik heb uw bespraakt heid geërfd." „Maar, tante," meDgde prins Ernst zich weer in 't gesprek, „nu hebt ge ons werkelyk nieuwsgierig gemaakt; laat ons verder hooren 1" „Welnu, het kwam eenvoudig zoo. Op zekeren dag ontmoette ik het jonge meisje, toen zü- met haar pleegvader wandelde. Naar het schynt, vergezelt zy hem veel op zyn wandelingen door het veld, hetgeen het fijne schoeisel van juffrouw Bertha deze niet ver oorlooft. Ik werd getroffen door haar wonder baar lieflyke verschyning; ik denk, dat hetu eveneens gegaan was, Helene, niet waar?" „Ik zag haar een enkele maal en vond haar zeer mooi, buitengewoon mooi," hernam de vorstin; de woorden klonken eenigszins koel. „Nog veel meer echter," ging de prinses voort, „werd ik door heur aard aangetrokken Ik noodigde den handelsraad uit, haar by my te brengen, de man bevalt my, hy is zoo geheel en al zonder eigenwaan en volkomen vry van vooroordeelen. Nu, hy bracht my de kluirie, ik noem ha^r zoo, ofschoon zy minstens een hoofd grooter is dan ik, het had hem moeite gekost, bekende by my later, en hy had al zyn vaderiyk gezag moeten aanwenden, want zy is een echte mimosa, schuw als een ree. Nadat echter de eerste schrede gezet was, scheen zy vertrouwen ia mij op te vatten, en sinds heb ik haar veel by my. Haar begaafdheid van geest en hart staat in geen enkel opzicht, gelyk ik later schier dagelyks gelegenheid )tsti te »uder- vinden, by haar uiteriyk voorkomen achter." „Ik verheug my zeer, lieve Ulrike, dat ge dit nieuwe voorwerp van belangstelling hebt, en ik hoop, dat ge u op geenerlei wyze in uw nieuwe beschermelinge bedrogen moogt vinden," zei de vorstin. Misschien wist prinses Ulrike dio „vreugde en hoop" harer schoonzuster op de volle waarde te schatten, want zy glimlachte eenigszins ongeloovig. „En wanneer denkt ge ons deze nieuwo zeldzaamheid voor te stellen, ma tanteT' vroeg de vorst. „Ik kan betuigeD, dat wy zeer verlangend zyn, kennis met haar to maken." „Dan moot ik u aanraden, u niet te zeer daarop te spitsen," antwoordde de prinses, „want ik ben volstrekt niet van plan, myn vondst tot gemeengoed te maken. Bovendien weet ik kwaiyk, hoe ik myn schuchter vriendinnetje zal overhalen my op te zoeken, nu zy weet, dat het slot weer bewoond is; ik zal wel oppassen, haar door nieuwe kennis makingen geheel en al voortvluchtig te doen worden." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1