N°. 11330 Maandag X Februari. A». 1897 (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegevenw Dit nommer bestaat uit DELE Bladen. Eersle Blad. Feuilleton. F ES IC. LEIDSCI DAGBLAD. f SUS DEZES OOUSAHT1 Voor Leiden per 3 maanden. 1.10» t"ranco per post1.40. Aftonderlpke Nommers 0.05. PWT.TR DES ATWKRTKN'I')tëw? Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootara letters naar plaatsruimte. Voor hot incaaseeren bulten de stad '\7ordt f 0.05 berekend. Officieel® Hennisgevingen. Burgemeester en Wethouders ran Leidon; Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 3den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bg het oprichten van innohtingen, welke gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken, zoo&ls die ia aaDgevuld eu gewijzigd laatstelijk bij de wet van 4 September 1896 (Staatsblad No. 152); Brengen bg deze ter algemeone kennis, dat door hen op heden vergunning ia verleend aan C. E. BERNARD en rechtverkrijgenden tot het plaateen en in-werking-etellen van een gasmotor van 1 paardekracht en tot de opriohting van eene smederij in het peroeel Middelweg No. 27. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 28 Jan. 1897. E. KIST, Secretaris. Leiden, 30 Januari. Omtrent de lezing van Wilhelm Liebknecht in de kleine zaal van de Stadszaal deelt men ons, van betrouwbare zijde, het volgende mede: Een vri) groot, aandachtig gehoor, voor 't meerendeel uit studenten bestaande, woonde de interessante voordracht by. De „dagelyksche huisvriend van Karl Marx," óók de man, die „door vriend en vijand dient te worden geëerd voor „een halve eeuw" van toewijding aan een innige en uiepe over tuiging" (zooals de heer Tak terecht in „de jongste Kroniek" rcnr if) stond daar op 't po dium, als kleine gesulte, met weinig gebaar, doch met een groote overredingskracht. Een mooie, interessante kopl Liebknecht's rede had tot titel: „Die Noth- wendigkeit des Socialismus". Door de vele toehoorders, waaronder wü de hoogleeraren Oort en Oppenheim opmerkten, zal de hoofd inhoud van de voordracht o. i. wel verder worden verbreid. Een dagbladverslag kan, door de kortheid, slechts een verkeerde voorstelling ▼an do lezing geven. Aan 't einde ontstond eerder een woorden wisseling dan een geregeld debat. Aangezien de heer Liebknecht, die heden in Groningen moet spreken, gisteravond nog per trein naar Utrecht vertrekken moest, achtte de heer Wibaut (voorzitter) het wenscheiyk 't debat te bekorten. Niet èlzoo twee der recalcitrante tegenwoordigen. De heer Frans Van der Goes hakte den Gor- diaanschen knoop manmoedig door, zich bereid verklarend (omdat by 't in alle punten met den heer Liebknecht, ééns was) den debater zóó lang te woord te willen staan, tot zóólang er anderen naar zouden willen blijven luisteren. Wellicht, dat er nu nog een tweede vergadering op volgt. Uit de veeleischendheid van deze jeug digen, blijkt, dat zi) weinig respect bezitten voor zulk een jong-ouderen als Liebknecht is, die „in 1848 den aanloop in Duitschland'1 meemaakte. Men zou geneigd zijn te vragen: „Waar waren die schetterende jongeren toen In do Statiszaal alhier zal a. s. Donder dag een concert gegeven worden door het beroemde „Böhmischo Streichquartett." Reeds in andore plaatsen is ait viertal opgetreden en overal bevatten de bladen de meest gun stige beoordeelingen. Ten bewijze welk genot onzen kunstminnenden stadgenooten te wach ten staat, laten wij hier slechts één dier beschouwingen, uit de Amsterdamsche pers, volgen „Er is één sterk verlangen in ons, terwijl we wat zeggen willen van dezen avond in den Kunstkring, een groot verlangen om nög eens te hooren de heeren Carl Hoffmann, Josef Suk, Oscar Nedbal en prof. Hanus Wihan het Boheemsch Stryk-Quar- tetl Want zulk een uitvoering van werken, geschreven in den hoogen kunstvorm, te be leven, is een geluk dat men vastklemmen zou willen, een genieting waarvan de diepte en de heerlijkheid eerst ten volle door ons worden beseft, als ze voorby is. „Er was hier veel verwachting, maar we kunnen verzekeren dat ze verre is overtroffen. En zooals Hollanders hun warmte van binnen laten blijken, door een druk applaus bobben de leden van den Kring hun opgetogenheid geuit over het wonder, dat in onze Nutszaal verschoen met dit.... onovertroffen Strijk Quartet." Op Maandag 15 Februari a. s. zal voor „Patrimonium" te dez r stede optreden ds. Wagenaar, predikant bij de Ned.-Herv. gemeente te Leeuwarden, met het onderwerp: „Christus en de Arbeid." Nader zullen tyd en plaats van het optreden van dtzen bekenden kampioen voor „Patrimoniums" beginselen bekend wor den gemaakt. Men schrijft ons uit Zoeterwoude: Den 2den Februari a. s. zal het vijftig jaren ge leden zijn, dat S. Hogeveen als lid van bet R K. Armbestuur, later het Parochiaal Arm bestuur, optrad. De nog krasse vijf-en-tachtig jarige jubilaris neemt nog met lust en toe wijding zijne bediening als armmeester waar. Iedere maand kan men hem laDgs de huizen van vele ingezetenen zien gaan, om voor zijne armen te collecteeren. De jubilaris heelt ge meend zijn feest niet beter te kunnen vieren dan door ook niet alleen al de armen, maar ook al de arbeiders en werklieden der Parochie, bij wie het gewoonlijk in dazen tijd des jaara geen „vetpot" is, met eene zeer ruime gilt in geld te verrassen. De goede God zegene den edelen weldoener der armen 1 Men schrijft ons uit Noord wijkerhout: Don derdag avond vergaderde in het „Café Brama", te Noordwykerhout, de Katholieke Kiesver- eeniging „Recht en Orde" alhier. De verga dering was zeer druk bezocht. Nadat de no tulen der vorige vergadering waren gelezen en goedgekeurd, deed de penningmeester ver slag van het gehouden beheer in het afge loopen jaar; hieruit bleek, dat het reserve fonds met een batig saldo kon worden ver groot. De heeren Bulten en Van der Zalm, met het nazien der rekening belast, adviseer den, na een aanmerking, die op een verschil van opvatting scheen te berusten, tot goed keuring. Vervolgens was aan de orde het stellen van een candidaat voor een lid van den gemeenteraad. De voorzitter de heer B. C. Vos zeide, dat hoewel ieder lid volkomen vrijheid haeft een ander te stellen, het be stuur de heeren Jan Warmerdam en Hein Warmerdam voorstelde. Beiden zijn naar de meening van bet bestuur mannen wien de zorg der gemeente-belangen gerust kan wor den toevertrouwd. Wat spreker persoonlijk aangaat moest hjj den heer Jan Warmerdam met warmte aanbevelen. Zonder aan de ver diensten van den beer Hein Warmerdam uit de Zilk iets te willen afdingen of Iets tegen hem te hebben, meent hij dat de Zilk vol doende in den Raad vertegenwoordigd is. Het gedeelte waar zijn candidaat woont is zulks niet, wat toch vooral in het houden van toe zicht op de wegen van zeor veel gewicht is. Bjj de stemming bleek, dat de vergadering het gevoelen van haren voorzitter deelde. Zijn candidaat verkreeg 32 stemmen, de heeren H. Warmerdam en P. Heemskerk res- pectievelyk 6 en 2. Alzoo werd de heer Jan Warmerdam tot candidaat der Kiesvi reeniging geproclameerd. De heer J. Van Scbie vroeg of hst bestuur ook bekend is dat de gekozene de candidatuur zal aanvaarden, waarop de voorzitter bevesti gend antwoordde. Daartoe de gelegenheid gegeven, vroeg de heer Van der Zalm of het waar is, dat in plaats van de eertijds door de Vereeniging benoemde gedelegeerden naar de vergadering der Centrale Kiesvereeniging, twee andtre heeren zijn gezonden, waarop de voorzitter antwoordde, dat dit wel zoo schijnt, maar niet zoo i6 en ook na de inlichting n van den heer H. Oostdam bleek dat er geen sprake mag zijn van een terzijdestelling van de ge delegeerden der Vereeniging. Bij de verloting, die by vergaderingen even traditioneel schijnt te worden als de diners, waren de gelukkige winnaars de heeren P. Van Eeden, L. v. d. Burg, P. Warmerdam, J. Busman en P. Hedders. Na rondvraag sloot do voorzitter de verga dering na au leden te hebben bedankt voor bun trouwe opkomst. Men SLhrylt ons uit Bodegraven: Deze week trad alhier vanwege de R. K. Centrale KiesvereenUi g „Recht voor Allen" op ue zeereerwaarde hooggeleerde heer H. Ermann, met het onderwerp: „De nieuwe Kieswet." Zew. oelende geen critiek uit op deze wet, doch gaf aan, wie er al zoo kiezer zou zyo, en wekte krachtig op tot aaneensluiting en tot trouwe opkomst ter stembus. In de op 28 Januari gehouden Nuts vergadering werd met algemeene stemmen afwijzend beschikt op een verzoek van den heer Spelberg, hoofd der openbare school te Nieuwvec-u, om in oone vergadering der af deeling te mogen spreken over: De Geheel onthouding. Verder werd goedgekeurd de overgelegde rekening over het jaar 1896 van de bewaar school, welke rekening sluit met f 1250.695 io ontvangst en f 1196.625 iu uitgaaf, batig saldo f 54.07. De begrooting voor 1897 be draagt f 1252 15. Tot leden van de commissi - voor het nazien der rekening van de Spaar bank werden benoemd de heeren Van Lith r.e Jeude en dr. Dekker. Als commissarissen voor de Spaarbank werden herbenoemd de heeren D. Eikelenboom en L. Boer, als idem voor de bewaarschool de heeren ds. De Meijere en H. Goebelals idem voor de volksbibliotheek de heeren Van Ramshorst en Gheesel Groothe. Uitgeloot werden 2 aandeelen, Nos. 39 en 40, van de geldleening ten behoeve der bewaar school. Dinsdag 2 Februari, 's avonds te 7 uren, zal in Hotel Van Haaf ten vanwege de liberale kiesvereeniging alhier optreden de heer dr. Roessingh, van Leiden, met het onderwerp „de nieuwe Kieswet." In het afgeloopen najaar werd door de afdeeling Leiden van de „Nederlandsche Maat schappij 7oor Tuinbouw en Plantkunde" aan de algemeene vergadering voorgesteld, by de Regeering stappen te doen tot herziening en verscherping van de wet ter bescherming van diersoorten, nuttig voor landbouw en houtteelt. Nadat die vergadering zich met dat voorstel had vereenigd, werd de afdeeling gemachtigd zelve daartoe de noodige stappen te doen en werd de steun van het hoofd bestuur verzekerd. Thans wordt gemeld, dat genoemde afdeeling gisteren aan den minister van waterstaat een desbetreffend verzoek met voorstel en memorie van toelichting heeft gezonden. Men schryft ons uit Oude-"Wetering: Iq het aangenaam verwarmde en goed verlichte kerkgebouw der Remonstrantsche gemeente te O.-Wetering werd Donderdagavond eene vergadering gehouden van de Nieuwveensch9 Vereeniging tot drankbestrijding, onder voor zitterschap van ds. A. De Koe. Een honderd tal belangstellenden volgde met onverdeelde aandacht de uiteenzetting van het doel, de verklariog van het beginsel, en de argumen tatie voor de noodzakelijkheid der drankbe- stry dog, welke achtereenvolgens door een vyftal sprekers meer df minder welsprekend werden ten beste gegeven. Vooral de heeren W. L. Schram, van Haarlem, en N. C. Srher- merhorn, pred. te N.-Niedorp, hielden boeiende voordrachten, vol gloed en overtuiging. Treffend was de bekeDtenis van een spreker, J. Daniels te Nieuwveen, dat hy van een hartstochtelyken dronkaard in een geheel onthouder was veranderd, en de ellende, die hy vroeger over zich en de zynen gebracht had, thans in rust, vrede en geluk was omgezet. In het debat, waarvoor de voorzitter na het einde der verschillende redevoeringen ge legenheid gaf, bestreed de heer Ny bakker, van Hillegom, handelaar in wynen en gedistilleerd en gewezen geheel-onthouder, op sarcastische wyze en met veel radheid van tong het nut der geheel-onthouding. De heer De Jong, pred. der Rem. Gemeente, metnde by al zyne waardeering voor het doel en Het pogen der Vereeniging, in haar streven overdriving te bespeur n. ZEw. vond o. a. alcohol niet zulk een vreeseiyk vergift als door de geheel onthouders steeds werd beweerd. De beer Kimmel, geneesheer, bestreed op dit punt oen heer De Jong, en beweerde op medisch gezag, dat de alcohol op den duur •Je beste organen van den mensch zoo niet geheel, dan toch wel voor drie vierden verwoest en ze alzoo buiten functie stelt. Nadat de verschillende debattanten door de heeren Schram en Schermerhom beantwoord waren en de discussiën zich nog eene wyi ook van den kant van den Voorzitter hadden voortgezet, sprak deze laatste een kort en kernachtig slotwoord over de ellende, die de drank in de maatscbappy brengt, en spoorde met alle kracht de vergaderden aan, om tot de Vereeniging toe te treden, hoewel hy zich niet in een oogenblikkelyk succes mocht verheugen; niemand toch bleek voor alsnog geneigd zyn naam te teekenen op de lyst der drankbestryders. Omstreeks 11 uren werd de vergadering gesloten. A. 8. Donderdag zal te Noordwykerhout in het café „Het Wapen van Noordwykerhout" eene vergadering plaats hebben van Roomsch- Katholieke kiezers, waarin, naar wy ver nemen, de zeereerwaarde heer Van Halen, pastoor aldaar, als spreker zal optreden. De zang- en tooneelvereeniging „Door oefening beter", te Rypwetering, gaf Donder dagavond in het goed bezette lokaal van den heer Zoetemelk eene openbare uitvoering. Gezongen werd door het zangkoor „Hollands Glorie" van R. Hol. Opgevoerd werden het blyspel „Eene Raadsvergadering te Koekamp" van P. Fransen Jz. en het kluchtspel „Een nacht op straat" van H. A. M. Van Hoogheem. Men amuseerde zich, er werd goed gespeeld; alles liep geregeld en reeds vóór middernacht van stapel. Het aantal verrichte vaccinatiën in de gemeente Lisse bedroeg in het afgeloopen jaar 103, verdeeld als volgt: beneden het jaar 3, van 1—3 jaar 36; van 3—6 jaar 47; var 6—12 jaar 16; boven de 12 jaar 1. In 1895 bedroeg uit aantal 99. In ae gemeente Lisse zyn voor de nationale militie, lichting 1898, ingeschreven 36 jonge lingen, die, met uitzondering van één, allen lezen en schrijven kunnen. To Warmond bedraagt het aantal inge schrevenen voor de Nationale Militie 1898 12. De heer H. I. Schapes, van Delft, zal Dinsdag-avond te halfzeven, in het koffiehuis „De Zwaan" te Benthuizen, eene openbare uitvo.ring geven van luimige voordrachten. Deze zullen echter worden afgewisseld met piano muziek, uit te voeron door den he9 Hoek, pianist te Delft. Het aantal ingeschrevenen voor de national militie, lichting 1898, bedraagt te Alkemade 52, wat, vorgeloken by het vorige jaar, zeer veel is. Voor de nationale militie, lichting 1898, zyn voor de gemeente Stompwyk 27 lotelingen ingeschreven, waarvan 7 vry6telling wegens broederdbnst of als zynde eenige wettigo zoon kunnen doen gelden. Te Veur werden 14 lotelingen ingeschreven, waarvan 2 met vrystelling. Mevrouw de wed. Van ArkGeelkerken, dezer dagen t9 Utrecht overleden, hoeft ver maakt aan de Vrye Universiteit te Amster dam f 3000 en aan de armen der geref. kerk te Utrecht f 1000. a» De heer Grube was niet thuis; de vorstin moest dus in het onbeduidend gesprek der twee dames deelen. De vrouw van den handelsraad, met haar gewonen hoogdravenden styl, wist zoowel aan het prachtige bouwwerk van het huis, dat de vorstin roemde, aan de sierlyke inrichting van binnen, de nieuwe, heerlyko broeikassen, als over 't geheel aan alles, wat haar omgaf, tot de kleinste gebreken te berispen, en juffrouw Bertha trachtte door geveinsde onverschilligheid op de vorstin indruk to maken. Doch dit gelukte haar slecht. Een paar flinke, hoewel glimlachend toe gebrachte zedelyke zweepslagen der geestige vrouw deden de overmoedige jonge dame weldra verstommen, in het vernederende ge voel, ondank3 haar ruiscbende zyden japon naast deze vrouw in het eenvoudige zwarte morgengowaad, geen zeer gelukkige rol te spelen. „Zult gy uw pleegdochter hier eveneens in de gezelschappen binnenleiden?" vroeg de vorstin aan de vrouw van den handelsraad, terwyl zy opstond. „Uw Hoogheid meent Fee? O neen, dat zou toch slöcht gaan!" antwoordde de andere. „Dat zou papa toch niet van my kunnen vergen 1" flapte Bertha uit, alle terecht- wyzingen vergeten! pFee is ook nog zoo jong en verlangt zelve volstrekt niet in de wereld te komen," ging mevrouw Grube voort, „en ofschoon zy wel dezelfde opvoeding als Bertha heelt genoten, is toch haar afkomstUw Hoogheid weet immers, dat „Papa haar op den grooten weg gevonden heeft," voltooide Bertha weer. „Ik weet in 't geheel niets, juffrouw Grube, en wil ook verder niets weten," hernam de vorstin met nadruk, ik kan alleen maar zeggen, dat ik zelden een bekoorlyker schepsel heb aangetroffen. Uw man en u geef ik echter gelyk, lieve Hermine," ging zy voort, zich tot deze wendend; „het meisje is veel te jong en te schoon, om haar aan de gevaren der groote wereld bloot te stellen." En daarmee eindigde het bezoek. Het verkeer tusschen het slot en de naubrige familie was voorshands niet druk. De handels raad, een eenvoudig, eenzaam, hoewel een- züdig gevormd man, had zich, om zoo te zeggen van meet af, zyn thans zoo schit terend bestaan zelf geschapen. Er werd zelfs verteld, dat hy, de zoon van arme ouders, in de groote fabrieksstad, waar dezen nood druftig hun brood verdienden, in zyn jeugd blootsvoets geloopen en zyn latere opkomst te daüken had aan de weldadigheid van een ryken koopman, die den vooruitstrevenden knaap de middelen had verschaft, zich naar Amerika den weg te banen. Of dit de ware toedracht der zaken was of een uitstrooisel der vindingryke wereld, voor wie het wonderbare nog altyd niet wonderbaar genoeg is, zullen wo onbeslist laten. Men ontzag zich zelfs niet, het eeriyk verkregen bezit van den algemeen geachten man met den menscbonteerenden slavenhandel in verband te brengen, tot dit van invloedryke zyde de belasterde zelf verwierp de gedachte aan eigen rechtvaardiging verontwaardigd weerlegd werd. Terwyl hy zich aan het hoofd plaatste van groote gelaeiyke ondernemingen in zyn vader land on de regeering in moeilyke omstandig heden met wyze raadgevingen en aanzien- lyke geldmiddelen ter zyde 6tond, werd de positie van den handelsraad weldra zeer aanzieniyk, en uit dien tyd dagteekende ook zyn kennismaking met den over leden vorst. Als simpel vakman, een kind uit het volk en trotsch er op dit te zyn, had hy toch, gelyk alle mannen, in den omgang met de vorstin zich niet tegen de betoovering kunnen verzetten, welke zy op allen, die haar naderden, uitoefende. onf Onder baar gelyken in stand de vorstelykste der vorstinnen, indruk makend door ver- schynmg en werkelykbeid, in de kringen van kunstenaars en geletterden zich met ieder vak vertrouwd toonend, door mannen der weten schap als evenknie begroet, jegens armen en geringen minzaam en voorkomend, steeds volkomen datgene, wat zy scheen, had zy ook in het verkeer met den handelsraad zulk een helderheid van begrip in zakelyko aan gelegenheden, zooveel scherpte van blik en speculatiegeest aan den dag gelegd, dat deze, die tot dusverre het vrouwelijk geslacht als een tamelyk onbruikbaar weelde artikel bad beschouwd, verbaasd verklaarde, dat in deze vrouw een groot man van zaken verloren was gegaan. Dat hy zelf deze waardeering met een belangryk zedelyk fiasco boette en aan het eind der onderhandelingen als de minst ge slepens in de val liep en tegen zyn beter inzicht in uit de handen der hooge vrouw de tot overlast geworden hofdame aannam, dat was een dier fouten, welke verstandiger manDen nog dan hy. vóór en na hem, begaan hebben. Het feit, te laat ingezien en betreurd, bevestigde wel is waar slechts zyn meening betreffende do vorstelyke speculante, gelyk de overwonnen strydor de meerderheid zyns tegenstanders erkent, maar vergeten kon hy het toch niet, dat hy misleid was geworden. Toen hy nu by de nadering van den ouden dag er hoe langer hoe meer behoefte aan gevoelde om zich uit de zaken terug te trek ken en aan zy'n liefde voor het landleveD, die hy van zyn jeugd af als een lang heim wee met zich had omgedragen, te voldoen, kon hy eerst lang niet tot den aankoop van dat grooto samenstel van landeryen besluiten, die overigens in alle opzichten met zyn eischen overeenkwamen, juist wegen3 de naby- heid der vorstelyke residentie. Andere plannen vielon in duigen; het was nu eenmaal, alsof het zóó moest zyn, en de handelsraad troostte zich met de overweging, dat de terugkeer in de oude omgevifig voor zyn vrouw een aan gename opvrooiyking, ja misschien een aflei ding voor haar onophoudelyke ontevredenheid wezen zou, terwyl hy zelf, buiten het aller noodzakelijkste vormelyke verkeer, zich door zijn leeftyd en met het oog op zyn gezond heid van allen naderen omgang met het kleine hof ontslagen mocht achten. De vorstin zelve scheen dit zeer begrypelyk te vinden en niet anders te wenschen. Ook ging zy dezen zomer met haar dochter voor geruimen tjjd op reis, zoodat van herhaaldo bezoeken geen sprake kon zyn. Het was reeds herfstachtig, toen de vorste lyke reizigsters terugkeerden, te gelyk met den vorst en zyn broeder, die een gedeelte der vacantie in het vaderiyk huis wildt-n doorbrengen, alvorens de eerste tot het vol brengen van zyn dienstplicht naar Beriyn vertrekken, de laatste voor de voltooiing zyner studiën naar de hoogeschool terug- keeren zou. Tegen haar gewoonte bleef prinses Ulrike dezen avond langer aui de theetafel. Zy deed dit meermalen, wanneer haar lieveling, prins Ernst, tegenwoordig was; by een gelegenheid als deze, na een lange scheiding van alle bloedverwanten, was het des te begrjjpeiyker. „Zyt ge workeiyk den geheelen zomer hier gebleven, lieve tante?" vroeg prins Ernst. „Is de tyd u niet zeer eenzaam en vervelend voorgekomen „Zooals go weet, houd ik van de een zaamheid," was het antwoord, „en het i eigeniyk een slecht compliment, dat ge my daar maakt, zoo ge meent, dat ik mijn eigen gezelschap vervelend zou vinden." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1