N°. 11307
Dinsdag 55 Januari.
A0. 1897
$eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
F'euilleton.
EHRENTRAUT.
IEIDSCÏÏ
DAG-BLAD.
ÏBUS DEZER COOSAPÏ»
Voor Leiden per 3 mawtitea- 1.10,
JYanco per post1.10.
■AfeonderHike Nummers n 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TJÜN
Van 1—6 regale f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. OrootsrS
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stal
wordt f 0.05 berekend.
Othciëele Kennlegeviugen.
Inschrijving voor de Nationale Mlllile.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Horzien do openbare kennisgeving omtrent de
verplichting tot het doen van aangifte voor de
Nationale Militie, in de maand Januari 1897, voor
hen, die op den laten Januari van dit jaar hun
19do jaar zgn ingetreden, en alzoo de porsomn,
geboren in het jaar 1878, alsmede voor hen, die
eerst na het intreden van hun 19de jaar, dooh vóór
hot volbrengen van hun 20ete ingezetenen zgn
geworden
Brengen ter algemcene kennis:
dat voor dezo inschrijving zitting zal worden gehouden
op hot Raadhuis, van des voormiddags halftien tot
dee namiddags drie uren,
op Woensdag 18 Januari, voor hen, wier geslachts
namen aanvangen met de letters A, B en O;
op Donderdag 14 Januari, voor hen, wier geslachts
namen aanvangen met de letters D, E, F en G;
op Vrijdag 15 Januari, voor hen, wier gealaohts-
namcn aanvangen mot de letters H, I, J n K;
op Zaterdag 18 Januari, voor hen, wier gealaohts-
namen aanvangen met de lettors L, M en N;
op Woensdag 20 Januari, voor hen, wier geslachts
namen a&nvaDgen m t de lottere O, F, Q en R;
op Donderdag 21 Januari, voor hen, wior geelaohts-
namen aanvangea met de letters 8, T en U;
op Vrijdag 22 Januari, voor hen, wier geslachts
namen aanvangen met de letters V, W, X, T on Z;
en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden
bij de inachrgving, onder opgave der woonplaats van
den ingeschrevone, behooren over te leggen, dagelgks,
den Zondag uitgezonderd, zgn te veikrggen ter
Seorctarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke
Stand), van dos voormiddags 16 tot des namiddags
3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zgn
geboren, aanvrage ter verkrijging van dis akten kan
worden gedaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemoester.
2 Jan. 1897. EIST, Seoretaris.
ZEEMILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gelet op art. 159 der wot van den 19den Angustua
1861 (Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Nationale
Militie, gewijzigd bij de wet van den Aden April
1892 (Staatsblad No. 66)}
Noodigea de lotelingon dezor gemeente, die ver
langen bij de Zeemilitie te dienen, nit, zich daartoe
aan te melden vóór den lsten Februari aanstaande,
op een der werkdagen, tnsschen dos voormiddags
tien en des Damiddags drie ur n, ter Beoretarie
dezer gemeente.
Zij herionoren voorts don belanghebbenden, dat
het overbodig ie, verzoeken om inlgring bg de Zeo-
militie tot het Departement van Marine to richten,
en dat zoodanige verzoeken buiton beschikking
wor'en gehouden; dat derhalve belanghebbenden,
van het verlangen om bg do Zeemilitio te worden
geplaatst, uitsluitend op do bovon aangegeven wijze
behooren te doen blijken.
Tevens Yeetigeö zg, in verband mot het voren
staande, de aandaoht der lotelingen op het voor-
aohrift ven art. 129 der Militiewet, zijnde van dezen
inhoud:
„De bij do militie to land ingelijfden worden niet
tot het aangaan van eene verbintenis voor de buiten-
landsohe zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke
toeatemmiDg vanwege onzen Minister van Oorlog.
Die toestemming wordt 6leohts vorleond aan do
lotelingen, die reeds vóór hunne inlijving bg de
militie hun beroep van de bnitonlandsche zeevaart
maakten en die zich overeenkomstig art. 150 voor de
Zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbg niet
hebben kunnen worden aangenomon".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
2 Jan. 1897. E. KIST, 8ecretaris,
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter kennis van belanghebbend m, dat ïngovolge art.
2 der Verordening. rogel.Ddo de invordering der
plaatselijke belasting op de Honden, ieder honder
van één of meer bonden, die aan die belasting onder
hevig ziju, verplicht is daarvoor Jaarlijks vóór of op
den SlBten Januari a. s. bij den Gemeente-Ontvanger
aangifte te doen, door inlevering van een bohoorlgk
ingevuld cn door den aangever ondertcekond biljet,
en dat bedoelde inschrijviEgsbiljetten voor het dienst
jaar 1897, kosteloos ten kantoro van den Gemeente-
Ontvanger verkrijgbaar zijn.
Leiden, 4 Januari.
Op de tweede Kunstbeschouwing (19 Jan. a.s.)
zuilen een lithograpbie van Bauer en oen ets
van Ed. Karsen onder de damesleden worden
verloot
B(j de door de directie der marine te
Amsterdam gehouden aanbesteding voor de
levering van 1000 M. witto kardoessaai, waren
inschrijvers de volgende firma's: P. Clos en
Leembruggen 580, Van Hartrop en Zoon
G80, J. en A. Le Poole 450, allen te Leiden.
Uit het 808te jaarverslag van het Fonds
ter aanmoediging en ondersteuning van den
gewapenden dienst blijkt, dat over 1895 de
baten hebben bedragen 82,138 OO'/a, waar
onder 20,673.60 aan collecten. Aan 1812
deelgerechtigden werd 57.178.741/, aan
gratificatiën uitgekeerd. Het Invalidenhuis te
Leiden, met 49 verpleegden, kostte 17,094.15.
Het aantal deelgerechtigden bedroeg op 31
December: 367 verminkten (waarvan 13 België)
en 1526 infirmen (waarvan 709 België en
206 O.-Indiê). Nog 739 personen kwamen voor
op den staat van sollicitanten.
De 1ste luitenant M. J. L. Oudshoorn,
van het 4de regiment infanterie, tot kapitein
benoemd bij dat regiment, wordt belast met
het bevel over de 4de compagnie van het 1ste
bataljon, in garnizoen te Delft.
De tot lsten luitenant benoemde 2de luite
nant J. A. Westhof, van hetzelfde regimont,
bljjft ingedeeld bij zjjn tegenwoordige com
pagnie, nl. de 4de compagnie van het 1ste
bataljon te Delft.
Bedankt is voor Velzen door ds. A. J.
Ruya, te Oegstgeest.
De registers van den Burgerlijken Stand
in de gemeente Alkemade over 1896 wijzen
aan, dat in het register van geboorten zjjn
ingeschreven 139 en in dat van overlijden
81 akten, terwijl er 39 huwelijken werden
gesloten. In 1895 bedroegen deze cijfers respec
tievelijk 168, 109 en 33.
Tot oprichting eener R.-K. kiesvoreeni-
ging te Alkemade zijn door het voorloopig
comité de kiezers aldaar opgeroepen tot bij
woning eener vergadering op Woensdag 6
Januari a. s., des avonds te halfzes, in het
lokaal van den heer B. J. Marinkelle, te
Roelof Arendsveen.
In deze vergadering, waarin algemeene op
komst en deelneming dringend verzocht wor
den, zal als spreker optreden de heer A. C.
A. Van Vuuren, te 's-Gravenhage.
De kiezers in de gemeente Valkenburg
z\jn tegen 12 Januari a. 8. opgeroepen om te
voorzien in eene vacature ia den gemeenteraad,
ontstaan door het overlijden van den heer Joh.
Van der Nagel.
De minister van waterstaat, handel en
nijverheid heeft, naar aanleiding van een des
betreffend verzoek van den gemeenteraad van
Lisse, bepaald, dat trein 6 der Holl. IJzeren-
Spoorweg-maatschappi), gedurende de tegen
woordige wmterdienstrogeling, op ty dig verzoek,
te Lisse voor het uitlaten en instappen van
reizigers zal stoppen.
By koninklijk besluit, opgenomen in de
„Staatscourant" van 3/4 dezer, is op de voor
dracht van den min. van w., h. en n. bepaald,
dat voor de verbetering van den waterweg
tusschen den IJsel en de Ringvaart van den
Haarlemmermeerpolder ten algemeenen nutte
en ten name van de provincie Zuid-Holland
alsnog in hun geheel zullen worden onteigend
de perceelen sectie B. Nos. 2165 en 2166 der
gemeente Alfen, bi) hot kadaster bekend als
boomgaard, ter grootte van respectievelijk 8
aren, 60 centiaren en 10 aren en 55 centiaren
en ten name van H. De Knegt, zonder be
roep, te Alfen, welke perceelen waren aange
duid in het plan en de kaarten, die op de
secretarie der gemeente Alfen ter inzage van
een ieder hebben gelegen.
Ten Hove werd Zaterdag-avond een luis
terrijk gala-bal gegeven, waarop genoodigd
waren en meerendeels verschenen, allen in
groot kostuum: alle leden van het Civiele
en Militaire Huis van Hare Majesteiten; de
leden van het diplomatieke corps, te 's-Gra-
venhage geaccrediteerd en voor zooverre in
de residentie aanwezig; de hooge colleges
van Staat; de leden der Staten Generaal, in
de residentie wonende, de Gedeputeerde
Staten, de gemeenteraad, leden van de rech
terlijke macht, de hoofd- en andere ambte-
naron der departementen van Algemeen Be
stuur en een groot aantal officieren van de
schutterij, de marine en het leger, in Den
Haag verblijf houdende.
In het geheel waren er ongeveer 1000 ge-
noodigden, met inbegrip der dames, allen in
prachtige balkleedij.
Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-
Regentes maakten te 8 uren Haar intrede in
de zaal voor de diplomatie, alwaar beide Vor
stinnen tot ongeveer 9 uren cercle hebben
gehouden.
Daarna begaven de Koninginnen zich naar
de groote zaal, waar HH. MM. een zetel
innamen gedurende den eersten dans, waar
aan echter door slechts weinige paren werd
deelgenomen, wegens den grooten toevloed
van bezoekers in deze ruimte.
Vervolgens maakten de Koninginnen een
wandeling door de salons, gedurende welke
tal van personen aan HH. MM. zijn voor
gesteld, ook velen, die niet op het onlangs
gehouden Cour waren geweest.
Tijdens die talrijke presentatiën werd dans
muziek gespeeld door de Koninklijke Militaire
kapel in de groote danszaal en door het orkest
der schutterij in de kleine danszaal. Er werd
echter niet gedanst. Toen H. M. en de Re
gentes te halftien weer de zaal waren binnen
getreden, werd een quadrille d'honneur de
eenige op dezen avond gevormd, welke
Koningin Wilhelmina danste met ridder De
Struve, Russisch gezant, en waaraan verder
werd deelgenomen door do gezanten van Oos
tenrijk, Duitscbland, Spanje, België en Zweden
en Noorwegen, alsmede door eenige groot-
officieren, eenige dames der diplomatie en
dames du palais.
Het baltoilet van de jeugdige Koningin
bestond uit een witte robe, geborduurd en
doorweven met zilver, en de Regentes droeg
een licht grijs balkleed.
Zelden bewogen zich op een Hofbal in de
groote zaal zoovele gasten als dezen avond,
waardoor de gelegenheid tot dansen min of
meer beperkt was.
Buffetten waren in beide vleugels van het
paleis ingericht.
Het groote bal eindigde te elf uren en
vóór middernacht waren de laatste rijtuigen
met bezoekers vertrokken en had het Paleis,
straks nog in alle zalen en gaDgen schitte
rend verlicht, het gewone aanzien, daar met
het oog op den invallenden ZoDdag alles
vóór twaalf uren moest afgeloopen zijn.
De voorzitter van de Gemengde Com
missie voor de Stenographie uit de beide
Kamers der Staten-Generaal brengt ter kennis
van belanghebbenden:
dat in het jaar 1897 een cursus van Steno
graphie worat gehouden, waaraan, tot een
beperkt getal, worden toegelaten mannelijke
Nederlanders, die het eindexamen van het
gymnasium of het daarmede gelijkgestelde
Staatsexamen, of een ander examen, de waar
borgen gevende van wetenschappelijke ont
wikkeling te bezitten, met goed gevolg hebben
afgelegd
dat na afloop van den cursus aan hen, die
eene voldoende vaardigheid in de stenographie
verkregen hebben, de vergunning kan worden
gegeven, om zich, onder voorwaarden, door de
commissie te stellen, verder voor het vak van
stenograaf te bekwamen by de stenographische
inrichting der Staten-Generaal;
dat b(j voorkomende vacatures in die ia-
richting, aan de daartoe geschikten onder
degenen, die daarbij zijn opgeleid, bij voorkeur
•ene plaats als stenograaf wordt verleend,
waaraan eene jaarlijksche bezoldiging is ver
bonden, klimmende van 1500 tot ƒ3000,
met recht op pensioen, en met de vrijheid,
om, zooveel bestaanbaar is met den dienst
«er Staten-Generaïl, de rechtspraktijk uit te
oefenen of zich met letterkundigen of weten-
scbappsiyken arbeid bezig te houden.
De aangifte tot het bijwonen van den cursus
wordt, in de maand Februari, in persoon ge-
daau b\j den directeur van de Stenographische
Inrichting, C. A. Steger, Do-Ruyter-straat 50,
te 's-Gravenhage, dagelijks van 1 tot 3 uren
des namiddags. Schriftelijke inlichtingen wor
den niet gegeven. [Sts.-Ct.)
De eerste oplaag der programma's voor
do Nationale Tentoonstelling van Nijverheid
en Kunst, uitgeschreven door de Vereemging
„Voor Vak en Kunst" in Juni, Juli en Augus
tus 1897 te Dordrecht, uitgeput zijnde, ver
scheen een tweede, waarbij de termijn van
inschrijving verlengd is tot 15 Januari a. s.
Het uitvoerend comité besloot hiertoe met
het oog op do drukte, die in do moeste zaken
heerscht juist in de laatste weken van het
jaar. Toch zyn de contracten, voor plaats
ruimte afgesloten, reeds legio, vooral voor de
beschikbare ruimte op de terreinen.
Met de plan-teekeningen voor Oud-Dordt is
men bijna gereed. Inzonderheid wordt er Daar
gestreefd, zoo getrouw mogelijk het Dordrecht
der 17de eeuw, met zijne schilderachtige
hoekjes en zijne historische gebouwen, weer
te geven. Zoo worden behalve het oude Stad
huis o. a. gebouwd de Kloveniersdoelen, waar
de Synode gehouden werd, en het huis Sam
son, waar Aelbert Cuyp gewoond heeft, enz.
Spoedig zal dan ook tot aanbesteding van den
bouw kunnen worden overgegaan, evenals van
de verpachting der restaurants en buffetten.
Met de oefeningen van het Vendel is reeds
een begin gemaakt.
De heer P. H. J. Van der Drift, stations
chef te Wormerveer, zal worden geplaatst
aan het station Bentheim (Duitschland) nabjj
de Hollandsche grens.
Jhr. C. Van Citters, burgemeester van
Purmerend, is te Oosthuizen candidaat ge
steld voor het lidmaatschap der Staten van
Noord-Holland, ter vervanging van wijlen mr.
L. C. Van Bommel.
Te Wyk-by-Duuratede zal een gasfabriek
worden opgericht. Do aanvraag om concessie
van een gasleiding, door de stad aan te leggen,
is reeds by den Raad ingediend.
Het hoofdbestuur van het „Ned. Onder
wijzers-Genootschap" is voor 1897 samen
gesteld als volgt:
G. Kappen burg Pz., voorz., Amsterdam,
Raamstraat 12; G. J. Ligthart, vice-voorz., te
's-Gravenhage; P. De Geus, 1ste secr. Binnen
kant 38, AmsterdamJ. W. Teepe, 2de secr.,
2de Jan-Steen-straat 75; A. Stokvis, 1ste
penningm., Potgieterstraat 17; G. M^yer,
2de penningm. en archivaris, en A. J. Staat-
man, te Amsterdam; L. Gerhardt, te Utrecht,
commissaris der paedagogische bibliotheek,
W. F. Hildebrand, te Garmerwolde.
De lste luit. der inf. van het Oost-
Indisch leger C. Korfmacher, die te Lamtih
door een schildwacht is vermoord, was nog
een jong officier. Hy genoot zyn opleiding
aan de Kon. Mil. Academie, werd 3 Aug.
1891 benoemd tot 2den luit. der inf. by ge
noemd leger en vertrok nog in datzelfde jaar
naar Indië, waar hy 28 Februari 1895 werd
bevorderd tot lsten luit. Hy bereikte den leef-
tyd van ruim 25 jaren.
Den SOsten Januari zal van Rotterdam,
per stoomschip „Merapi", een detachement
suppletietroepen naar Indië vertrekken, ter
sterkte van 3 onderofficieren en 50 korporaals
en manschappen, onder bevel van den van
verlof terugkeerenden lsten luit. der inf. van
het Indische leger R. E. Van Dyk en het
medegeleide van de voor dat leger bestemde
2de luits. J. F. E. Ten Klooster en P. J. De
Ruyter.
Door den minister van oorlog is een
circulaire gezonden aau de Commissarissen
der Koningin in de onderscheidene provinciën,
waarin wordt medegedeeld, dat de minister
in het belang van ingelyfden by de militie
te land, die de buitenlandsche zeevaart uit
oefenen, de bevoegdheid tot het verleenon
van de toestemming tot uitoefening der buiten
landsche zeevaart wenscht uit te breiden, in
dien ziD, dat zy zich uitstrekke over alle
verlofgangers der militie te land, dat die toe
stemming in sommige gevallen voor meer
dan één reis kan worden verleend, en dat de
verlofganger gehouden zy by terugkomst zich
aan te melden, niet by den Commissaris der
Koningin, geiyk tot dusver, doch by den
burgemeester zyner woonplaats.
34)
„Weineen, myn liefste. Ge zyt myn bruid,
myn prinses, myn lieve Ehrentraut I De liefde
maakt alles gelykl Wilt ge my nu niet het
geriDge recht laten, dat ik als erfheer der
Carolaths verplichtingen heb hoe hooger
de stand, hoe meer de verplichtingen, myn
lief bruidje. Moet ik dan eerst den sluier van
myn familiebetrekkingen opheffen, om u te
laten zien, wat ik liefst voor u verborgen
hield?"
„Neen, ik hoorde reeds, dat ge een ryke
vrouw moet hebben; juist daarom wil en
kan ik de uwe niet worden."
„De afschuw van geld is byna een ziekte
van u. Go zyt zoo rechtschapen, dat de minste
aanraking van aardsche goederen u mishaagt.
O, ik ken u te goed in uw onschuldigen
aard en kinderiyke zoetheid. Daarom zal myn
Ehrentraut zich de reine lippen niet meer
met dergeiyke quaesties bevlekken, maarmy
laten begaan en my vertrouwen."
„Neen." Ehrentraut was teruggeweken, haar
handen grepen naar haar hals, donker
rood spreidde zich over haar schoon gelaat;
zy hijgde naar lucht.
„Wees kalm, myn lieve." Doodeiyk ver
schrikt stond prins Allain voor haar. „Het
is een vreeselyke afschuw, ik zie het, wees
rustig. Misschien wordt do zaak wel op
gelost."
„Ja, AllaiD, laten wy liever onze verbintenis
verbreken."
„Geen scheiding l Zeg het nimmer meer,
Ehrentraut, dat woord doet my pyn, onuitspre-
keiyk pyn. Zyn wy daarom eenige dagen ge
leden voor de eeuwigheid verloofd, om ons
vandaag weder te scheiden Ach, Ehrentraut,
onze liefde moest dat woord „scheiden" in
het geheel niet kennen. Zie, ik ben niet boos
op u, omdat gy het 't eerst hebt uitgesproken,
maar ik bid u, vergeet die woorden, welke
ik tot myn oom sprak in goede bedoeling;
ik wilde allen tevreden stellen in hun verschil
lende aanspraken, ik wilde u den weg effenen,
n in alle opzichten begeerenswaardig maken,
en zoo ieder geven, wat hy vorderde. Nu
eerst weet ik hoe diep ik u gekrenkt hebl
Ik weet nog geen weg, dien wy te zamen
kunnen gaan, om niet met het geld te maken
te hebbeD, maar ik weet alleen met onomstoo-
telyke zekerheid, dat ik u nimmer prys geef,
nimmer l En nu herinner ik u aan uw woord,
Ehrentraut Wedding l"
„Gun my tijd, ik kan slechts onder voor
waarde myn woord houden."
„Onder voorwaarde?" onderbrak haar de
prins met bitterheid. „Eu ik zweer u, wat
het ook is, ik zal alles vervullen."
„Nu niet, gun my een korten tyd, ik moet
eerst een weinig tot myzelve komen."
„Ge moet dadelyk tot een besluit komen;
bedenk, hoe die tyd my zal martelen."
„Ik kan niet, Allain; laat my een uurtje
overleggen."
De erfprins dacht een oogenblik na. „Het
zy zool Ook dit uur zal voorbygaanIk
zal u daarna aan de marmeren bank by den
vy ver zien."
Bedremmeld keek Carolath de witte, slanke
gestalte na, totdat zy in het park der Wed
dings verdween. Zyn oogen werden beneveld,
als ontbrak hun het licht; een diepe zucht
welde uit zyn borst op.
„Prins Carolath l" Mevrouw Wedding
schudde zachtjes zyn arm. Half verschrikt
keek hy om. Had hy haar aanwezigheid niet
bemerkt of geheel vergeten? „Prins Carolath,
sta my toe den bruidsschat van Ehrentraut
zonder haar medeweten te regeleD. Een onuit-
sprekeiyk smeeken lag er in haar oogen, een
pynlyke zucht in haar laatste woorden.
Carolath schudde ontkennend hot hoofd.
„Gelooft u, dat ik gevaar zou willen loopen,
Ehrentrauts liefde te verliezen? Zonder haar
weten, zonder haar wil zal ik niet het minste
ondernemen, een handeling van deze soort
nimmer begaan. Ehrentraut zou my verachten,
als zy oen vernedering in my zag."
„Wat wilt u dan doen?" vroeg de ryke
weduwe.
„Ik weet het nog niet; wat Ehrentraut
ook beslist, ik zal volgen, volgen hetgeen zy
wenscht, maar van een scheiding, daar komt
niets van. Sta my toe, beste mevrouw, dat
ik u verlaat."
„Gal"
Groote verwondering sprak uit de droge
vrouwenoogen, die zonder ophouden den
flinken officier nastaarden. Met gebogen hoofd
ging hy den tuin zyns vaders in.
Herzberg stond op van die houten bank
naast het yzeren hek. Hy had hier op den
erfprins gewacht en liep nu snel op hem toe,
terwyl de erfprins al verder den tuin inliep.
„Ik heb Uw Hoogheid al sinds een uur
gezocht," begon hy eindeiyk, de sombere
gedachten van Carolath storend.
„My waarom?"
„Ik wil my veroorloven, Uw Hoogheid
eeDig nieuws mede te deelen, dat u zonder
twyfel interesseeren zal. Het betreft
„Ik ben niet in de stemming, om nieuwtjes
te hooren. Op een anderen keer, beste
Herzberg."
„Het betreft de Weddings, Hoogheid."
Als kende hy het too verwoord, waarmede
hy den prins kon boeien, had Herzberg het
juiste woord gekozen.
„Wat is daarmee?"
„Uw Hoogheid herinnert zich nog dat ge
sprek van laatst, over Darling en diens zoon?"
„Ja, verder l"
„Ik heb naar dezen zoon geïnformeerd. De
weduwe Wedding heeft het vermogen van
Darling voor zich behouden en den kleinen
Darling als naamloos aan een knecht ter
opvoeding gegeven. Ik ben goed ingelicht
ik heb zelfs naar Mangelore en Goa ge
schreven; hier zyn de papieren, wil Uw
Hoogheid ze misschien eens zien?"
„Ik geloof geen jota van het onrecht der
Weddings." D9 erfprins strekte afwerend de
hand uit. „Waarom legt ge zoo'n buitenge
wone belangstelling voor Darling aan den dag?"
„Niet voor Darling, maar voor de Weddings 1
Ik haat die geheele familie en zal ze ten
gronde richten. Hier is het bewys in myn
handen."
„Geef hierl" Carolath veranderde reeds van
kleur by de van haat gloeiende woorden van
den rentmeester. Hy doorlas de papieren;
toen hy ze na eenige minuten terug gaf, zeide
hy koeltjes: „Ik kan er toch niet aan gelooven."
„Uw Hoogheid zeide zelf, dat Darling do
gewichtige legitimatie-bewyzen ia de kleeren
van den knaap verborgen had."
„Dat weet ik wel, ik betwyfel slechts,
wanneer deze knaap bestaat, of hyo*
hy Darlings zoon is."
„En als ik Uw Hoogheid de kleeding en
de betreffende papieren laat zien?"
Een oogenblik aarzelde de prins; toen
zeide hy:
„Doe datl Beproef alles, om de identiteit-
van den knaap vast te stellen; niemand
zal u daarvoor dankbaarder zyn dan de
weduwe Wedding, omdat daarmede eindeiyk
dat leeiyke gerucht verstomme. Vergeet echter
niet, dat jonkvrouw Wedding myn bruid is,
en ik niet geneigd bon een onzekere ver
klaring, die haar tot schande strekt, voor
goede munt aan te nemen."
„Uw bruid...uw bruid, Hoogheid? Niet
tegenstaande dat alles?" De administrateur
was van verwondering buiten zicbzolven.
„Niettegenstaande dat alles," zeide prins
Allain, op de papieren in Herzbergs hand
wyzend.
De laatste stond nog altyd met open mond
en keek den prins na, die zich vf-rwfiderde.
O