N°. 11307 Dinsdag 55 Januari. A0. 1897 $eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. F'euilleton. EHRENTRAUT. IEIDSCÏÏ DAG-BLAD. ÏBUS DEZER COOSAPÏ» Voor Leiden per 3 mawtitea- 1.10, JYanco per post1.10. ■AfeonderHike Nummers n 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TJÜN Van 1—6 regale f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. OrootsrS letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stal wordt f 0.05 berekend. Othciëele Kennlegeviugen. Inschrijving voor de Nationale Mlllile. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Horzien do openbare kennisgeving omtrent de verplichting tot het doen van aangifte voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1897, voor hen, die op den laten Januari van dit jaar hun 19do jaar zgn ingetreden, en alzoo de porsomn, geboren in het jaar 1878, alsmede voor hen, die eerst na het intreden van hun 19de jaar, dooh vóór hot volbrengen van hun 20ete ingezetenen zgn geworden Brengen ter algemcene kennis: dat voor dezo inschrijving zitting zal worden gehouden op hot Raadhuis, van des voormiddags halftien tot dee namiddags drie uren, op Woensdag 18 Januari, voor hen, wier geslachts namen aanvangen met de letters A, B en O; op Donderdag 14 Januari, voor hen, wier geslachts namen aanvangen met de letters D, E, F en G; op Vrijdag 15 Januari, voor hen, wier gealaohts- namcn aanvangen mot de letters H, I, J n K; op Zaterdag 18 Januari, voor hen, wier gealaohts- namen aanvangen met de lettors L, M en N; op Woensdag 20 Januari, voor hen, wier geslachts namen a&nvaDgen m t de lottere O, F, Q en R; op Donderdag 21 Januari, voor hen, wior geelaohts- namen aanvangea met de letters 8, T en U; op Vrijdag 22 Januari, voor hen, wier geslachts namen aanvangen met de letters V, W, X, T on Z; en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de inachrgving, onder opgave der woonplaats van den ingeschrevone, behooren over te leggen, dagelgks, den Zondag uitgezonderd, zgn te veikrggen ter Seorctarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke Stand), van dos voormiddags 16 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zgn geboren, aanvrage ter verkrijging van dis akten kan worden gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemoester. 2 Jan. 1897. EIST, Seoretaris. ZEEMILITIE. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gelet op art. 159 der wot van den 19den Angustua 1861 (Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Nationale Militie, gewijzigd bij de wet van den Aden April 1892 (Staatsblad No. 66)} Noodigea de lotelingon dezor gemeente, die ver langen bij de Zeemilitie te dienen, nit, zich daartoe aan te melden vóór den lsten Februari aanstaande, op een der werkdagen, tnsschen dos voormiddags tien en des Damiddags drie ur n, ter Beoretarie dezer gemeente. Zij herionoren voorts don belanghebbenden, dat het overbodig ie, verzoeken om inlgring bg de Zeo- militie tot het Departement van Marine to richten, en dat zoodanige verzoeken buiton beschikking wor'en gehouden; dat derhalve belanghebbenden, van het verlangen om bg do Zeemilitio te worden geplaatst, uitsluitend op do bovon aangegeven wijze behooren te doen blijken. Tevens Yeetigeö zg, in verband mot het voren staande, de aandaoht der lotelingen op het voor- aohrift ven art. 129 der Militiewet, zijnde van dezen inhoud: „De bij do militie to land ingelijfden worden niet tot het aangaan van eene verbintenis voor de buiten- landsohe zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toeatemmiDg vanwege onzen Minister van Oorlog. Die toestemming wordt 6leohts vorleond aan do lotelingen, die reeds vóór hunne inlijving bg de militie hun beroep van de bnitonlandsche zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 150 voor de Zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbg niet hebben kunnen worden aangenomon". Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 2 Jan. 1897. E. KIST, 8ecretaris, Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis van belanghebbend m, dat ïngovolge art. 2 der Verordening. rogel.Ddo de invordering der plaatselijke belasting op de Honden, ieder honder van één of meer bonden, die aan die belasting onder hevig ziju, verplicht is daarvoor Jaarlijks vóór of op den SlBten Januari a. s. bij den Gemeente-Ontvanger aangifte te doen, door inlevering van een bohoorlgk ingevuld cn door den aangever ondertcekond biljet, en dat bedoelde inschrijviEgsbiljetten voor het dienst jaar 1897, kosteloos ten kantoro van den Gemeente- Ontvanger verkrijgbaar zijn. Leiden, 4 Januari. Op de tweede Kunstbeschouwing (19 Jan. a.s.) zuilen een lithograpbie van Bauer en oen ets van Ed. Karsen onder de damesleden worden verloot B(j de door de directie der marine te Amsterdam gehouden aanbesteding voor de levering van 1000 M. witto kardoessaai, waren inschrijvers de volgende firma's: P. Clos en Leembruggen 580, Van Hartrop en Zoon G80, J. en A. Le Poole 450, allen te Leiden. Uit het 808te jaarverslag van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst blijkt, dat over 1895 de baten hebben bedragen 82,138 OO'/a, waar onder 20,673.60 aan collecten. Aan 1812 deelgerechtigden werd 57.178.741/, aan gratificatiën uitgekeerd. Het Invalidenhuis te Leiden, met 49 verpleegden, kostte 17,094.15. Het aantal deelgerechtigden bedroeg op 31 December: 367 verminkten (waarvan 13 België) en 1526 infirmen (waarvan 709 België en 206 O.-Indiê). Nog 739 personen kwamen voor op den staat van sollicitanten. De 1ste luitenant M. J. L. Oudshoorn, van het 4de regiment infanterie, tot kapitein benoemd bij dat regiment, wordt belast met het bevel over de 4de compagnie van het 1ste bataljon, in garnizoen te Delft. De tot lsten luitenant benoemde 2de luite nant J. A. Westhof, van hetzelfde regimont, bljjft ingedeeld bij zjjn tegenwoordige com pagnie, nl. de 4de compagnie van het 1ste bataljon te Delft. Bedankt is voor Velzen door ds. A. J. Ruya, te Oegstgeest. De registers van den Burgerlijken Stand in de gemeente Alkemade over 1896 wijzen aan, dat in het register van geboorten zjjn ingeschreven 139 en in dat van overlijden 81 akten, terwijl er 39 huwelijken werden gesloten. In 1895 bedroegen deze cijfers respec tievelijk 168, 109 en 33. Tot oprichting eener R.-K. kiesvoreeni- ging te Alkemade zijn door het voorloopig comité de kiezers aldaar opgeroepen tot bij woning eener vergadering op Woensdag 6 Januari a. s., des avonds te halfzes, in het lokaal van den heer B. J. Marinkelle, te Roelof Arendsveen. In deze vergadering, waarin algemeene op komst en deelneming dringend verzocht wor den, zal als spreker optreden de heer A. C. A. Van Vuuren, te 's-Gravenhage. De kiezers in de gemeente Valkenburg z\jn tegen 12 Januari a. 8. opgeroepen om te voorzien in eene vacature ia den gemeenteraad, ontstaan door het overlijden van den heer Joh. Van der Nagel. De minister van waterstaat, handel en nijverheid heeft, naar aanleiding van een des betreffend verzoek van den gemeenteraad van Lisse, bepaald, dat trein 6 der Holl. IJzeren- Spoorweg-maatschappi), gedurende de tegen woordige wmterdienstrogeling, op ty dig verzoek, te Lisse voor het uitlaten en instappen van reizigers zal stoppen. By koninklijk besluit, opgenomen in de „Staatscourant" van 3/4 dezer, is op de voor dracht van den min. van w., h. en n. bepaald, dat voor de verbetering van den waterweg tusschen den IJsel en de Ringvaart van den Haarlemmermeerpolder ten algemeenen nutte en ten name van de provincie Zuid-Holland alsnog in hun geheel zullen worden onteigend de perceelen sectie B. Nos. 2165 en 2166 der gemeente Alfen, bi) hot kadaster bekend als boomgaard, ter grootte van respectievelijk 8 aren, 60 centiaren en 10 aren en 55 centiaren en ten name van H. De Knegt, zonder be roep, te Alfen, welke perceelen waren aange duid in het plan en de kaarten, die op de secretarie der gemeente Alfen ter inzage van een ieder hebben gelegen. Ten Hove werd Zaterdag-avond een luis terrijk gala-bal gegeven, waarop genoodigd waren en meerendeels verschenen, allen in groot kostuum: alle leden van het Civiele en Militaire Huis van Hare Majesteiten; de leden van het diplomatieke corps, te 's-Gra- venhage geaccrediteerd en voor zooverre in de residentie aanwezig; de hooge colleges van Staat; de leden der Staten Generaal, in de residentie wonende, de Gedeputeerde Staten, de gemeenteraad, leden van de rech terlijke macht, de hoofd- en andere ambte- naron der departementen van Algemeen Be stuur en een groot aantal officieren van de schutterij, de marine en het leger, in Den Haag verblijf houdende. In het geheel waren er ongeveer 1000 ge- noodigden, met inbegrip der dames, allen in prachtige balkleedij. Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin- Regentes maakten te 8 uren Haar intrede in de zaal voor de diplomatie, alwaar beide Vor stinnen tot ongeveer 9 uren cercle hebben gehouden. Daarna begaven de Koninginnen zich naar de groote zaal, waar HH. MM. een zetel innamen gedurende den eersten dans, waar aan echter door slechts weinige paren werd deelgenomen, wegens den grooten toevloed van bezoekers in deze ruimte. Vervolgens maakten de Koninginnen een wandeling door de salons, gedurende welke tal van personen aan HH. MM. zijn voor gesteld, ook velen, die niet op het onlangs gehouden Cour waren geweest. Tijdens die talrijke presentatiën werd dans muziek gespeeld door de Koninklijke Militaire kapel in de groote danszaal en door het orkest der schutterij in de kleine danszaal. Er werd echter niet gedanst. Toen H. M. en de Re gentes te halftien weer de zaal waren binnen getreden, werd een quadrille d'honneur de eenige op dezen avond gevormd, welke Koningin Wilhelmina danste met ridder De Struve, Russisch gezant, en waaraan verder werd deelgenomen door do gezanten van Oos tenrijk, Duitscbland, Spanje, België en Zweden en Noorwegen, alsmede door eenige groot- officieren, eenige dames der diplomatie en dames du palais. Het baltoilet van de jeugdige Koningin bestond uit een witte robe, geborduurd en doorweven met zilver, en de Regentes droeg een licht grijs balkleed. Zelden bewogen zich op een Hofbal in de groote zaal zoovele gasten als dezen avond, waardoor de gelegenheid tot dansen min of meer beperkt was. Buffetten waren in beide vleugels van het paleis ingericht. Het groote bal eindigde te elf uren en vóór middernacht waren de laatste rijtuigen met bezoekers vertrokken en had het Paleis, straks nog in alle zalen en gaDgen schitte rend verlicht, het gewone aanzien, daar met het oog op den invallenden ZoDdag alles vóór twaalf uren moest afgeloopen zijn. De voorzitter van de Gemengde Com missie voor de Stenographie uit de beide Kamers der Staten-Generaal brengt ter kennis van belanghebbenden: dat in het jaar 1897 een cursus van Steno graphie worat gehouden, waaraan, tot een beperkt getal, worden toegelaten mannelijke Nederlanders, die het eindexamen van het gymnasium of het daarmede gelijkgestelde Staatsexamen, of een ander examen, de waar borgen gevende van wetenschappelijke ont wikkeling te bezitten, met goed gevolg hebben afgelegd dat na afloop van den cursus aan hen, die eene voldoende vaardigheid in de stenographie verkregen hebben, de vergunning kan worden gegeven, om zich, onder voorwaarden, door de commissie te stellen, verder voor het vak van stenograaf te bekwamen by de stenographische inrichting der Staten-Generaal; dat b(j voorkomende vacatures in die ia- richting, aan de daartoe geschikten onder degenen, die daarbij zijn opgeleid, bij voorkeur •ene plaats als stenograaf wordt verleend, waaraan eene jaarlijksche bezoldiging is ver bonden, klimmende van 1500 tot ƒ3000, met recht op pensioen, en met de vrijheid, om, zooveel bestaanbaar is met den dienst «er Staten-Generaïl, de rechtspraktijk uit te oefenen of zich met letterkundigen of weten- scbappsiyken arbeid bezig te houden. De aangifte tot het bijwonen van den cursus wordt, in de maand Februari, in persoon ge- daau b\j den directeur van de Stenographische Inrichting, C. A. Steger, Do-Ruyter-straat 50, te 's-Gravenhage, dagelijks van 1 tot 3 uren des namiddags. Schriftelijke inlichtingen wor den niet gegeven. [Sts.-Ct.) De eerste oplaag der programma's voor do Nationale Tentoonstelling van Nijverheid en Kunst, uitgeschreven door de Vereemging „Voor Vak en Kunst" in Juni, Juli en Augus tus 1897 te Dordrecht, uitgeput zijnde, ver scheen een tweede, waarbij de termijn van inschrijving verlengd is tot 15 Januari a. s. Het uitvoerend comité besloot hiertoe met het oog op do drukte, die in do moeste zaken heerscht juist in de laatste weken van het jaar. Toch zyn de contracten, voor plaats ruimte afgesloten, reeds legio, vooral voor de beschikbare ruimte op de terreinen. Met de plan-teekeningen voor Oud-Dordt is men bijna gereed. Inzonderheid wordt er Daar gestreefd, zoo getrouw mogelijk het Dordrecht der 17de eeuw, met zijne schilderachtige hoekjes en zijne historische gebouwen, weer te geven. Zoo worden behalve het oude Stad huis o. a. gebouwd de Kloveniersdoelen, waar de Synode gehouden werd, en het huis Sam son, waar Aelbert Cuyp gewoond heeft, enz. Spoedig zal dan ook tot aanbesteding van den bouw kunnen worden overgegaan, evenals van de verpachting der restaurants en buffetten. Met de oefeningen van het Vendel is reeds een begin gemaakt. De heer P. H. J. Van der Drift, stations chef te Wormerveer, zal worden geplaatst aan het station Bentheim (Duitschland) nabjj de Hollandsche grens. Jhr. C. Van Citters, burgemeester van Purmerend, is te Oosthuizen candidaat ge steld voor het lidmaatschap der Staten van Noord-Holland, ter vervanging van wijlen mr. L. C. Van Bommel. Te Wyk-by-Duuratede zal een gasfabriek worden opgericht. Do aanvraag om concessie van een gasleiding, door de stad aan te leggen, is reeds by den Raad ingediend. Het hoofdbestuur van het „Ned. Onder wijzers-Genootschap" is voor 1897 samen gesteld als volgt: G. Kappen burg Pz., voorz., Amsterdam, Raamstraat 12; G. J. Ligthart, vice-voorz., te 's-Gravenhage; P. De Geus, 1ste secr. Binnen kant 38, AmsterdamJ. W. Teepe, 2de secr., 2de Jan-Steen-straat 75; A. Stokvis, 1ste penningm., Potgieterstraat 17; G. M^yer, 2de penningm. en archivaris, en A. J. Staat- man, te Amsterdam; L. Gerhardt, te Utrecht, commissaris der paedagogische bibliotheek, W. F. Hildebrand, te Garmerwolde. De lste luit. der inf. van het Oost- Indisch leger C. Korfmacher, die te Lamtih door een schildwacht is vermoord, was nog een jong officier. Hy genoot zyn opleiding aan de Kon. Mil. Academie, werd 3 Aug. 1891 benoemd tot 2den luit. der inf. by ge noemd leger en vertrok nog in datzelfde jaar naar Indië, waar hy 28 Februari 1895 werd bevorderd tot lsten luit. Hy bereikte den leef- tyd van ruim 25 jaren. Den SOsten Januari zal van Rotterdam, per stoomschip „Merapi", een detachement suppletietroepen naar Indië vertrekken, ter sterkte van 3 onderofficieren en 50 korporaals en manschappen, onder bevel van den van verlof terugkeerenden lsten luit. der inf. van het Indische leger R. E. Van Dyk en het medegeleide van de voor dat leger bestemde 2de luits. J. F. E. Ten Klooster en P. J. De Ruyter. Door den minister van oorlog is een circulaire gezonden aau de Commissarissen der Koningin in de onderscheidene provinciën, waarin wordt medegedeeld, dat de minister in het belang van ingelyfden by de militie te land, die de buitenlandsche zeevaart uit oefenen, de bevoegdheid tot het verleenon van de toestemming tot uitoefening der buiten landsche zeevaart wenscht uit te breiden, in dien ziD, dat zy zich uitstrekke over alle verlofgangers der militie te land, dat die toe stemming in sommige gevallen voor meer dan één reis kan worden verleend, en dat de verlofganger gehouden zy by terugkomst zich aan te melden, niet by den Commissaris der Koningin, geiyk tot dusver, doch by den burgemeester zyner woonplaats. 34) „Weineen, myn liefste. Ge zyt myn bruid, myn prinses, myn lieve Ehrentraut I De liefde maakt alles gelykl Wilt ge my nu niet het geriDge recht laten, dat ik als erfheer der Carolaths verplichtingen heb hoe hooger de stand, hoe meer de verplichtingen, myn lief bruidje. Moet ik dan eerst den sluier van myn familiebetrekkingen opheffen, om u te laten zien, wat ik liefst voor u verborgen hield?" „Neen, ik hoorde reeds, dat ge een ryke vrouw moet hebben; juist daarom wil en kan ik de uwe niet worden." „De afschuw van geld is byna een ziekte van u. Go zyt zoo rechtschapen, dat de minste aanraking van aardsche goederen u mishaagt. O, ik ken u te goed in uw onschuldigen aard en kinderiyke zoetheid. Daarom zal myn Ehrentraut zich de reine lippen niet meer met dergeiyke quaesties bevlekken, maarmy laten begaan en my vertrouwen." „Neen." Ehrentraut was teruggeweken, haar handen grepen naar haar hals, donker rood spreidde zich over haar schoon gelaat; zy hijgde naar lucht. „Wees kalm, myn lieve." Doodeiyk ver schrikt stond prins Allain voor haar. „Het is een vreeselyke afschuw, ik zie het, wees rustig. Misschien wordt do zaak wel op gelost." „Ja, AllaiD, laten wy liever onze verbintenis verbreken." „Geen scheiding l Zeg het nimmer meer, Ehrentraut, dat woord doet my pyn, onuitspre- keiyk pyn. Zyn wy daarom eenige dagen ge leden voor de eeuwigheid verloofd, om ons vandaag weder te scheiden Ach, Ehrentraut, onze liefde moest dat woord „scheiden" in het geheel niet kennen. Zie, ik ben niet boos op u, omdat gy het 't eerst hebt uitgesproken, maar ik bid u, vergeet die woorden, welke ik tot myn oom sprak in goede bedoeling; ik wilde allen tevreden stellen in hun verschil lende aanspraken, ik wilde u den weg effenen, n in alle opzichten begeerenswaardig maken, en zoo ieder geven, wat hy vorderde. Nu eerst weet ik hoe diep ik u gekrenkt hebl Ik weet nog geen weg, dien wy te zamen kunnen gaan, om niet met het geld te maken te hebbeD, maar ik weet alleen met onomstoo- telyke zekerheid, dat ik u nimmer prys geef, nimmer l En nu herinner ik u aan uw woord, Ehrentraut Wedding l" „Gun my tijd, ik kan slechts onder voor waarde myn woord houden." „Onder voorwaarde?" onderbrak haar de prins met bitterheid. „Eu ik zweer u, wat het ook is, ik zal alles vervullen." „Nu niet, gun my een korten tyd, ik moet eerst een weinig tot myzelve komen." „Ge moet dadelyk tot een besluit komen; bedenk, hoe die tyd my zal martelen." „Ik kan niet, Allain; laat my een uurtje overleggen." De erfprins dacht een oogenblik na. „Het zy zool Ook dit uur zal voorbygaanIk zal u daarna aan de marmeren bank by den vy ver zien." Bedremmeld keek Carolath de witte, slanke gestalte na, totdat zy in het park der Wed dings verdween. Zyn oogen werden beneveld, als ontbrak hun het licht; een diepe zucht welde uit zyn borst op. „Prins Carolath l" Mevrouw Wedding schudde zachtjes zyn arm. Half verschrikt keek hy om. Had hy haar aanwezigheid niet bemerkt of geheel vergeten? „Prins Carolath, sta my toe den bruidsschat van Ehrentraut zonder haar medeweten te regeleD. Een onuit- sprekeiyk smeeken lag er in haar oogen, een pynlyke zucht in haar laatste woorden. Carolath schudde ontkennend hot hoofd. „Gelooft u, dat ik gevaar zou willen loopen, Ehrentrauts liefde te verliezen? Zonder haar weten, zonder haar wil zal ik niet het minste ondernemen, een handeling van deze soort nimmer begaan. Ehrentraut zou my verachten, als zy oen vernedering in my zag." „Wat wilt u dan doen?" vroeg de ryke weduwe. „Ik weet het nog niet; wat Ehrentraut ook beslist, ik zal volgen, volgen hetgeen zy wenscht, maar van een scheiding, daar komt niets van. Sta my toe, beste mevrouw, dat ik u verlaat." „Gal" Groote verwondering sprak uit de droge vrouwenoogen, die zonder ophouden den flinken officier nastaarden. Met gebogen hoofd ging hy den tuin zyns vaders in. Herzberg stond op van die houten bank naast het yzeren hek. Hy had hier op den erfprins gewacht en liep nu snel op hem toe, terwyl de erfprins al verder den tuin inliep. „Ik heb Uw Hoogheid al sinds een uur gezocht," begon hy eindeiyk, de sombere gedachten van Carolath storend. „My waarom?" „Ik wil my veroorloven, Uw Hoogheid eeDig nieuws mede te deelen, dat u zonder twyfel interesseeren zal. Het betreft „Ik ben niet in de stemming, om nieuwtjes te hooren. Op een anderen keer, beste Herzberg." „Het betreft de Weddings, Hoogheid." Als kende hy het too verwoord, waarmede hy den prins kon boeien, had Herzberg het juiste woord gekozen. „Wat is daarmee?" „Uw Hoogheid herinnert zich nog dat ge sprek van laatst, over Darling en diens zoon?" „Ja, verder l" „Ik heb naar dezen zoon geïnformeerd. De weduwe Wedding heeft het vermogen van Darling voor zich behouden en den kleinen Darling als naamloos aan een knecht ter opvoeding gegeven. Ik ben goed ingelicht ik heb zelfs naar Mangelore en Goa ge schreven; hier zyn de papieren, wil Uw Hoogheid ze misschien eens zien?" „Ik geloof geen jota van het onrecht der Weddings." D9 erfprins strekte afwerend de hand uit. „Waarom legt ge zoo'n buitenge wone belangstelling voor Darling aan den dag?" „Niet voor Darling, maar voor de Weddings 1 Ik haat die geheele familie en zal ze ten gronde richten. Hier is het bewys in myn handen." „Geef hierl" Carolath veranderde reeds van kleur by de van haat gloeiende woorden van den rentmeester. Hy doorlas de papieren; toen hy ze na eenige minuten terug gaf, zeide hy koeltjes: „Ik kan er toch niet aan gelooven." „Uw Hoogheid zeide zelf, dat Darling do gewichtige legitimatie-bewyzen ia de kleeren van den knaap verborgen had." „Dat weet ik wel, ik betwyfel slechts, wanneer deze knaap bestaat, of hyo* hy Darlings zoon is." „En als ik Uw Hoogheid de kleeding en de betreffende papieren laat zien?" Een oogenblik aarzelde de prins; toen zeide hy: „Doe datl Beproef alles, om de identiteit- van den knaap vast te stellen; niemand zal u daarvoor dankbaarder zyn dan de weduwe Wedding, omdat daarmede eindeiyk dat leeiyke gerucht verstomme. Vergeet echter niet, dat jonkvrouw Wedding myn bruid is, en ik niet geneigd bon een onzekere ver klaring, die haar tot schande strekt, voor goede munt aan te nemen." „Uw bruid...uw bruid, Hoogheid? Niet tegenstaande dat alles?" De administrateur was van verwondering buiten zicbzolven. „Niettegenstaande dat alles," zeide prins Allain, op de papieren in Herzbergs hand wyzend. De laatste stond nog altyd met open mond en keek den prins na, die zich vf-rwfiderde. O

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1