N°. 11306
Maandao; 4 Januari.
A". 1897
feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat nit DRIE
Bladen.
jF° euilleton.
EHRENTRAUT.
LEIDSCH
MG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 3 maanden.
Franco per post-i
Afzonderlijke Nommers
J dS-* 1
f 1.10.
n 1-40.
0.05.
PBLTS DER ADVERTÜN TJLËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officiëele
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouder® tan Leiden,
Gelet op i rtikel 19 der Wet yao den 19den
Augustus 1861 (Staatsb'ad No. 72), betrekkelgk da
Nationale Militio, gewijzigd bjj de Wet yan den
4den April 1892 (Steatoblad No. 56);
Herinneren huu, die op den laten JaDuari 1897 hnn
19do jaar zullen zijn iDgetrtden, en alzoo de geborenen
in het jaar 1878, alsmede hun, die eerst na het
intreden yan hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen
van bun 20eto, ingezetenen zgn geworden, de ver
plichting tot het doen yan de aangifce voor de
nationalo militie, in de maand Januari 1897.
Zij ge^on daarbij kc-nnia:
dat, w. moet vrorden ingeschreven en wie voor
ingezeten wordt gehouden, omschreven .ia bij do
artikelen 15 en 21) yan genoemde wet.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of octetontenie ie
ego vader, of, ie deze overleden, zgne moeder, of,
zgn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van
die aangifte verplicht.
Nog geven Burgemeester en Wothouders kennis;
dat tot deze insohnjving zitting wordt gehouden
op het R&adtiuis, van des voormiddags halftion tot
des namiddags S uren,
op Woensdag 13 Januari, voor heD, wier geslachts
namen aauvangeu met de letters A, B en C;
op Donderdag. 14 Januari, voor hen, wior geslachts
namen aanrangeu met de letters D, E, F en G;
op Vrijdag 15 Januari, voor heu, wier geslachts
namen aanv&ngon met de letters H, I. J en K;
op Zaterdag 16 Januari, voor hen, wier geslachts
namen aanvangen met de letters L, M en N;
op Woensdag 20 Januari, voor hen, wier geslachts-
n-mon a.uvaugen m t de lettere O, P, Q en R;
op Doi derdag 21 Januari, voor htn, wier geelaohts-
n&mcu aanvangen met de letters 8, T tn
op Vrijdag 22 Januari, voor hen, wier geslaohts-
namon aanvaDgen met de letters V, W, X, Y en Z.
Eindelijk, dat de geboorte-akteD, die de belangheb
benden Lij de iuscbr.jving, ouder opgave der woon
plaats van den iugesobrevene, beboeren over te
leggen, dagelijks, do Zon- en feestdagen uitgezonderd,
zgn te veikrijge ter Secretarie dezer gi-moaute (af-
deeling Burgerlijke St.-nd), van des voormiddags 16
tot des i amidda ,s 3 uren, wanneer tevens voor hen,
die bier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging
dier akten kan worden gedaan.
Burgemeestei en Wothondors voornoemd.
Lelden, F. WAS, Burgemeester.
22 Doe. 1896. E. EIST, Secretarie.
Burgemeester en Wethouders van Loidon;
Gezien art. 6 der Verordening van don 25sten
Januari 1894 (Gomeouteblad No. 5 van 1894);
Brengen ter algemecne kennis, dat tot het doen
iiischrijven van nieuwe leerlingeu voordeopen-
bare scholen voor voorbereidend en voor meer
Uitgebreid lager ouderwijs, gelegenheid zal gege
ven wordén:
voor dio voor voorbereidend meer uitgebreid lager
onderwijs voor jongens eu meisjes, in het schoolgebouw
aan de Oude Vest;
voor dio voor meer uitgebreid lager onderwijs:
der 1ste klasse, yoor jongens, in hot schoolgebouw
aan dc Aalmarkt;
der lsto klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw
aan de Boommarkt;
der 2de klasse, voor jongens, in het schoolgebouw
aan dc Ficterskerkstraat;
der 2de- klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw
aan de Brocutraat;
en wel van don 14den tot en met den Staten
Doe, e. k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd),
van des voormiddags lialfnegen tot negen uren,
en op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag boven
dien van half twee tot twee uren des namiddags.
Leiden, 2 Januari.
De hoeren C. W. H. Verster, Will. C.
Brouwer en J. A. Loebèr Jr. hebben als
inrichters van de hier te houden keuzeten
toonstelling van Nederlandsche Moderne Kunst
nijverheid het volgende bekend gemaakt:
L Doel. Het doel dezer tentoonstelling
is het meer bekend maken van hetgeen de
moderne kunstnijverheid in Nederland vermag
voort te brengen.
n. Tentoonstelling. De Tentoonstelling
zal gehouden worden in de Harteveltzaal van
het Steaelyk Museum te Leiden van 1 20
Maart 1897, volgens de voorwaarden, die voor
het bezoek dezer instelling biQdend zyn.
111. Insetidingen. 1. Alléén zy, die door
de inrichters uitgenoodigd worden, kunnen
inzenden. De inrichters zy'n vry in het ge
bruik maken van de voorwerpen, welke vóór
den 23sten Februari moeten ingezonden worden.
2. Elke inzending moet vergezeld gaan van
een geteekende verklaring, dat het ingezonden
werk door Nederlanders is ontworpen en ver
vaardigd. Alleen, indien dit het geval is, wordt
het aangenomen.
3. De voorwerpen worden tegen brand
schade verzekerd volgens de waarde, door
de inzenders op te geven.
4. Indien motieven uit Flora of Fauna ge
bruikt zijn, is het hoogst wenschelyk, dat de
gebruikte studies by de voorwerpen of ont
werpen gevoegd worden.
5. Het is den bezoekers der tentoonstelling
streüg verboden schetsen of photo's te maken
naar de tentoongestelde voorwerpen.
6. De deelneming aan de tentoonstelling is
kosteloos, mits de voorwerpen gefrankeerd
gezonden worden.
7. Den inzenders is geoorloofd, de pryzen
by het geëxposeerde te voegen.
8. De ingezonden voorwerpen moeten een
modern karakter dragen en vry zyn van na
volging van andere stijlen.
Toezeggiüg van inzending werd reeds ver
kregen van de firma's Amand, Lankhout,
de architecten De Basel en Lauweriks en
Berlage, de tapütfabrieken van Deventer en
Amersfoort, de boekbinders Smit te Haarlem,
en Loebèr Jr. te Leiden, J. G. Ballego, Leiden
(moderne bloemversienng), kunstnijverheids
scholen te Haarlem en te Utrecht, en de
Falencefabriek „Rozenburg". Van enkele andere
wordt nog antwoord te gemoet gezien.
Eigenlyk zou het overbodig kunnen
worden beschouwd om over de opvoering
door de Nederlandsche Opora, Dinsdag a. s.,
van „Het Gouden Kruis" en „Cavalleria" nog
veel te z°ggen. Beide werken toch zjjn voor
ons publiek oude kennissen. „Het Gouden
Kruis" eene lieve idyllische opera, „Cavalleria"
daarentegen een forsch, hartstochtelijk muziek
drama. "Waarom wij echter nog even op „Het
Gouden Kruis" terugkomen, is, omdat wy
daarin thans den heer Joban Schmier de rol
van Bombardou (de hoofdrol) zullen zien ver
vullen. En wanneer wy dan met het oog
daarop een extractje maken van al hetgeen
over zjjn creatie in de verschillende Holland
sche bladen is vermeld, dan moeten wy tot
de conclusio komen, dat zyn optreden in deze
rol een waar succes is. Ey moet zoo iets echt
typisch geven, een stuk realisme, zooals hy
met zyn bonhommie daarvan zoo goed de
kunst verstaat, een echt type van den ge-
moedeiyken, sympathieken, ouden snorrebaard.
Maar niet alleen hy, het geheele corps
kunstenaars moet uitstekend zyn in hunne
rolvervullingen, en over h-vt muzikale gedeelte
hoort m'n slechts één woord van lof. Het is
echter voornamelyk het optreden van Johan
Schmier als Bombardou, dat ons een groote
aantrekkelijkheid toeschynt, vooral, omdat by
in zyn spel veel doet herinneren aan Behrens,
die vroeger deze rol zulk een buitengewoon
sympathiek karakter wiet te geven.
De pittige, aantrekkelyke inhoud' van
„Cavalleria" is genoeg bekend; doch hun, die
dit muziekdrama nog niet hebben genoten,
roepen wij toe: gaat Dinsdagavond ter Schouw
burg heen!
Donderdag 7 Januari zal de heer C.
Verster in de vergadering van Nyverheid (zie
achterstaande advertentie) een voordracht
houden „over Kunst".
Tevens zal er een expositie van etsen van
Nederlandsche meesters worden gehouden.
Het bestuur verwacht dat de leden in grooten
getale zullen opkomen, daar, zooals bekend
is, do lezingen van den heer C. Verster zeer
belangrijk kunnen genoemd worden.
Op de 2de Kunstbeschouwing, van Dins
dag 19 Januari a. s., zullen eenige schilderyen
ter opluistering worden afgestaan. Nu r6eds
kunnen de namen van Bakker Korff, Bastert
en Haverman worden genoemd.
De heer W. Christiaanse Azn. begon
heden vóór 25 jaren zyno werkzaamheid aan
de Maatschappy „Koninklyke Nederlandsche
Grof3medery", en vervult er thans de betrek
king van boekhouder.
Die dag ging heden voor hem niet onop
gemerkt voorby.
Des morgens werd hy opgewacht door het
gezamenlyk personeel van kantoor en teektn
bureel en werden hem by monde van ütn
heer directeur der Maatschappy kostbare
geschenken aangeboden vanwege de directie
en van het gezamenlyk kantoorpersoneel.
Daarna had de aanbieding plaats van een
geschenk der werkmeesters, een en ander
onder harteiyke toespraken, die bewezen hoe
zeer deelgenomen werd in den gewichtigea
herinneringsdag van den jubilaris.
De paardenarts 3de kl. J. Maas, van het
2de reg. huzaren te Venloo, wor t overge
plaatst by het 2de reg. veld--rt. te Leiden.
Beroepen is by de Ned.-Herv. gemeente
te Gouda ds. Deur, te Zetten.
Het provincia 1 ker estuur van Zuid-
Holland heeft het voDnis van het classicaal
bestuur van Gouda, wa irby ds. Hoevers, te
Stohvyk, voor zes weken geschorst werd, be
vestigd. Door den bezwaarde is by de synodale
commissie vernietiging van het vonnis aan
gevraagd.
Graaf Ségur d'Aguessau, 1ste secretaris
der Fransche legatie, te 's-Gravenhage, is
heien uit bet buitonland in het „Hotel des
Indes" teruggekeerd.
Na een langdurig verlof buitenslands is ook
Chokib Effendi, secretaris van legatie le klasse
van Turkye, te dier stede teruggekeerd.
Aan dr. H. De Zwaan te 's-Gravenhage
werd heden, by gelegenheid van zyn 25-jarig
ambtsfeest als heel- en verloskundige in het
gemeente-ziekenhuis aldaar, door een com
missie uit geneesheeren daar ter stede, namens
een aantal collega's een huldebiyk aangeboden,
bestaande in een fraai bronzen beeld voor
stellende „David".
By dit souvenir is een album gevoegd,
bewerkt door den heer J. M. Lion, wapen
schilder van den Hoogen Raad van Adel.
Het titelblad bevat in het Latijn de opdracht.
Op het tweede blad vindt men zeer getrouw
weergegeven de voorzijde van het gemeente
ziekenhuis (den nieuwen vleugel) en op de
volgende pagina's de handteekeningen van
een groot aantal doctoren, uit binnen- en
buitenland, die hun vriend en collega deze
biyken van waardeering hebben aangeboden.
Met ingenomenheid maakt de redactie
van het „Nod. Tuinbouwblad" melding vau
het feit, dat H. M. de Koningin reeds te
kennen heeft gegeven in 1898, als zijzelve de
teugels der regeering in hinden neemt, als
beschermvrouw der Nederlandsche Maatschap
py voor Tuinbouw en Plantkunde te willen
optreden.
Da exploitatie van het overzetveer over
bet IJ te Amsterdam is nu van de maatschappy
Haven- en Stoombootdienst aan de gemeente
overgegaan. De bemanning is in stedelyke uni
form gestoken. De groote kettingboot gaat
nu niet meer om h6t kwartier, doch met
oponthoud van slechts enkele minuten geregeld
heen en weer.
Vanwege het dep. van oorlog is in
druk verschenen de „Tamboers- en Hoorn-
blazsrsschool," welk voorschrift voortaan by
de landmacht zil worden gevolgd.
De 1ste luit. P. J. G. Schott, van de
Cadettenschool, is door den M. v. O. aange
wezen vooi den dienst by het Reservekader
te Alkmaar, ter vervanging van den lsten
luit. A. J. P. A. De Vries, die tot kapitein
is bevorderd. Laatstgenoemde officier wordt
in zyn betrekking by de Cadettenschool ver
vangen door den lsten luit. C. F. Musschart,
van bet 8ste reg. inf. te Utrecht.
Do 1ste luit.-kwartiermeester G. G. De
Blauw, van het 4de reg. inf. te Gouda, is
overgeplaatst by het 1ste bat. van zyn corps,
te Delft in garnizoen, en zulks ter vervanging
van den lsten luit.-kwartm. J. Stroband, van
het 3de reg. inf., die met de administratie
van gezegd bataljon was belast, doch naar
Den Haag is verplaatst en werkzaam gesteld
by het departement van oorlog aldaar.
De „Staatscourant" van 1/2 Jan. bevat
een tarief van zet- en drukloonen voor de
Algemeene Landsdrukkery, vastgesteld by
koninklijk besluit van 23 Dec. jl. (Stsbl. 227).
Daarmede ia vervallen het tarief, dat werd
vastgesteld by koninkiyk besluit van 9 Juli
1876 (Stsbl. 72).
Te Nymegen is telegraphisch bericht
ontvangen, dat de lste luit. der artillerie
C. Korfmacher in Indiö door een inlandsch
militair is vermoord.
De lste luit. C. Korfmacher werd geboren
in 1870 en den 28sten Februari 1895 tot
lsten luitenant bevorderd.
In de zitting van den gemeenteraad van
Amsterdam was ingekomen een adres van de
timmerliedenvereeniging „Door eendracht Ver
betering" e. a., om zonder verwyi middelen
te beramen en tot uitvoering te brengen, om
in den nood der werkloozen te voorzien. Hierop
werd na langdurig debat besloten B. eD Ws.
uit te noodigen eene commissie te benoemen,
bestaande uit raadsleden, patroons en werk
lieden, ten einde B. on Ws. te advi3eeren tot
leniging van de ge 1 wongen werkeloosheid en
haar gevolgen, (voorstel-Gerritsen).
Hierna werd de behandeling der nienwe
politieverordening voortgezet, maar by ait. 98
kwam er zulk een stroom van amendementen,
dat werd besloten, dat de raadsleien alle
amendementen op de verschillende artikelen
schriftelyk voor den 10 Jan. a. s. zouden in
dienen, waarna deze gedrukt en aan de com
missie voor de strafverordeningen zullen wor
den toegezonden.
Men meldt uit Den Haag:
In een opzettelyk daartoe gehouden buiten
gewone vergadering van bet college van Gede
puteerde Staten der provincie Zuid Holland
werd iu den namiddag van Oudejaar ten
gouvernementshuize de heer L. C. G. Verhulst,
commiea-chef der eerste afdeeling ter griffie,
door den voorzitter van genoemd college, den
commissaris der Koningin mr. C. Fock, geluk-
gewenscht met de op 1 Januari invallende
herdenking van het feit, dat genoemde ambte
naar gedurende 25 jaren in bedoelde functie
werkzaam was.
Den jubilaris werd medegedeeld dat het
college bem een keurige hanglamp in zyn
woning als aandenken aan de 25-jarige ambts
vervulling had vereerd.
Namens de Regeering mocht de commis
saris er nog de mededeeling aan toevoegen,
dat de heer Verbuist, geiyk reeds elders ge
meld is, door H. M. de Koningin-Regentes
benoemd was tot Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
Ook gisteren, 1 Januari, mocht de heer
Verhulst talryke biyken van waardeering ont
vangen.
Namens de leden der Prov. Staten van
Zuid-Holland werd den jubilaris hulde gebracht
door een tiental afgevaardigden, die hem in
het lokaal van het prov. bestuur kwamen
gelukwenschen en hem namens de Staten een
geschenk aanboden.
Het personeel der ambtenaren en beambten
ter griffie vertolkten mede m stoffeiyke be-
wyzen van herinnering aan de aangename
verhouding, die tusschen den heer Verhulst
en hen bestaat, zyn gevoelens van belang
stelling en achting.
Door Z. M. den Koning van Portugal
zyn de kapiteins ter zee W. J. P. Van Waning
en R. C. A. L. Jansen van Afiferden benoemd
tot commandeur in de Orde Sao Bento d'Aviz,
de heer C. L. Loder, directeur voor scheeps
bouw, tot commandeur van de Orde der
Heilige Maagd of der Ontvangenis van Villa
Vicosa, en de luitenant ter zee der lste klasse
33)
De ochtend was beeriyk, vooral daar op
't veld, dat aan het park grensde. Het schoone
grastapyt bloeide van ontelbare madeliefjes,
en tallooze iosecten vlogen glinsterend en
snorrend er over heen.
Onder den reuzeneik stond een eenvoudig
marmeren kruis, met den naam van George
Wedding en den datum van zyn dood er in
gebeiteld. By dezen gedenksteen verwyide
Ehrentraut in haar vlekkeloos wit gewaad,
de rouwsjerp over de borst. Stralend geluk,
onuit8prekeiyke zaligheid tg op haar schoon
aangezicht. Onafgewend keek zy door het
yzeron hek in het Aorsteiyk park, als zagzy
den geliefde, wien zy verzocht had hier te
mogen wachten, daar hy 's morgens vroeg
reeds van de residentie zou komen, om haar
gewichtige mededeelingen te doen.
Daar.was dat niet zyn stem, die zy
hier duidelyk hoorde? Zachtjes naderde zy
de yzeron deur. Ongetwijfeld, het was Allains
stemHot slot, dat door de roest geheel was
uitgevreten, hield haar niet meer tegen; zy
6tond in het paik. Zou het erg zyn, als zy
verder ging, slechts enkele schreden? Het
dichte kreupelhout verborg haar. Zy dacht
er nauwelyks over na. De stem lokte haar
zoo aan.
„Ik kan niet zonder haar leven," zeide de
prins luid en standvastig.
Een onbekende mannenstem sprak er tus
schen door:
„Het is de wensch van uw vader, dat gy
een huwelyk aangaat, hetwelk past voor uw
stand. Ge weet, er zyn in die richting reeds
schreden gedaan by de hertogin Langenstein."
„Praat daar niet van, oom. Ik heb gekozen
en zal er my nimmer van laten afbrengen."
„Dat zullen wy ook Diet beproeven; wy
willen u slechts doen verstaan, dat ge ver
plichtingen tegenover uw familie hebt. Let
vóór alle dingen eens op het geldl Prinses
Clémentine is de eenige erfgename van groote
goederen."
„Wat dat betreft, oom, mijn Ehrentraut is
ook eenige erfgename, en het vermogen der
Weddings wordt op millioenen geschat."
Ehrentraut luisterde niet verder. Zy greep
met haar handen in de doornstruiken, om
niet te vallenHet geld I Legden er zich
niet twee koude handen om haar hals, die
haar de keel toeknepen? Een lichte zucht
kwam over haar lippen; duizelig ging zy
naar den uitgang. Omdat zy geld bezat, kon
zy prinses worden, maar anders
Plotseling stond de hooge gestalte van
prins Carolath-Wolfegg voor baar, die haar
by een kromming van den weg ontmoette.
Verwonderd keek hy op by die ongewone
verschyning van het meisje.
„Excuus," stamelde zy ontsteld. „Ik ben
zonder verlof dezen tuin binnengegaan."
Hy boog beleefd en keek haar ondervragend
aan; een pynlyke onzekerheid lag er in zyn
trekken. Zy ging reeds naar de poort, toen
zy zich nog eens omkeerde.
„Is u prins Carolatb?" vroeg zy hem aan
ziend.
„Die ben ik."
„Nu, ik ben Ehrentraut Wedding." Zonder
den vorst tyd to gunnen, zyn bewondering
te uiten, liet zy snel volgen: „Het zal u wel
bekend zyn, dat ik de verloofde van den
erfprins ben?"
„Myn zoon heeft er my kennis van gegeven."
„Ik weet, dat onze verloving niet uw volle
goedkeuring wegdraagt en hoorde daareven
Allain zeggen, dat hy slechts een ryke vrouw
mocht trouwen. Ik haat het geld en zal
nimmer om het geld willen trouwen! Zeg
hem dat, als het u belieft, en
„Myn best kind, gy schynt Allains karakter
te onderschatten. Hy zal zich door deze ver
klaring door my nimmer van zyn plan laten
afbrengen, hy geeft zoo spoedig zyn meening
niet op. Ik wil my voor niets ter wereld
in die zaak mengen! Zyn geluk gaat my
boven alles. Daarom zullen wy voor het
oogenblik met uw ydelheid, sta toe, dat ik
het zoo noem, geen rekenschap houden."
Ernstige welwillendheid lag in de woorden
van den prins.
„Uw Hoogheid dwaalt, als u my ydelheid
toedicht. O, als u eens wi9t, hoe ik het
geld sinds myn vroegste jeugd vei acht."
„Stil, kind, spreek daar met Allain over,"
zeide de gryze prins.
Intusschen had de weduwe Wedding op
de bank onder het groene lommer plaats
genomen.
„Ik ben je gevolgd, Ehrentraut 1" riep zy
haar dochter toe, die haar langzaam over
het gras nadorde. „Het is heerlyk weer en
ik b d reeds vroeg opgestaan. Ik heb Chris-
toffel en den kleinen Willy een mand vol
verfrisschingen gezonden, en wilde den laatste
mede naar buiten nemen, maar wat ziet
ge er uit, zyt ge niet wel?"
„Mama, ik was daarginds en heb Allain
met zyn oom beluisterd. Ik heb ook den
prins gesproken. Zy zullen de verbintenis
inwilligen, omdat ik ryk en de eenige erfge
name van vele millioenen ben!" Een biiir
glimlach volgde op deze woorden.
Over het afgetobde, matte gelaat der weduwe
Wedding toog een treurige schaduw. Het geld
was het vreeseiyke spook, dat Richards
leven had vernietigd, dat het geluk van
Ehrentraut en van haar bedreigde! Zy liet
het gryze hoofd op de borst zinken.
„Ehrentraut, myn Ehrentraut!" Erfprins
Carolath kwam met vluggen tred recht over
het grasveld aan.
Ehrentraut ontroerde by het hooren van
die geliefde stem. Licht bevend wendde zy
haar gelaat naar den erfprins.
„Wat Is er gebeurd, myn lieve? Ge kykt
my zoo vreemd aan! Ik sidderde by de
gedachte, dat uw liefde inbreuk geleden heeft.
Dat is niet mogeiyk; spreek, Ehrentraut,
zeg, dat ge my bemint, ik kan het niet
genoeg hooren."
„Ik bemin u nu, zooals altyd, maar ik kan
uw vrouw niet worden, Allain!"
Hy was zeer bleek geworden en legde
krampachtig zyn arm op haar schouder.
„Och, scherts niet, niet op dit gebied,
Ehrentraut."
„Ik scherts niet, hetjfcmy ernst, geloof my."
„God beware my daarvoor, dat ik ooit zoo
iets zou gelooven. Ik heb een veel betere,
veel boogere meening van Weddings Ehren
traut I Ge hebt u voor eeuwig met my ver
loofd. Zie, dat is iets, wat ik my niet laat ODt-
nemen; dat is een vergoeding voor dreigende
gevaren, in nood en dood!"
„Maar ge zult en kunt my niet trouwen,
als ik geen vermogen bezit, en ik zal
geen penning, verstaat ge my, geen penning
van het Wedding-goed nemen."
Een licht rood kwam in de plaats van de
bleekheid op het gelaat van den erfprins.
„Hoe komt go daaraan?"
„Ach, daareven hoorde ik u, toen gy zeidet
tegen uw oom, dat ik de erfgename van
millioenen ben."
„Dat hoordet gy? Dus ddaroml Ehren
traut, spreek, denkt ge van my, dat ik
daarom eene verbintenis met u heb aange
gaan? Wilt ge u niet liever met my verheu
gen, dat deze byzaken, ofschoon zy toch ook
wel van gewicht zijn, zoover geregeld zyn,
dat het my, den prinaenzoon, mogeiyk wordt
u aan myn hart te drukken?"
„Den prinsenzoonl Vernedert ge u?.'
{Wordt vervola**