N°. 11306 Maandao; 4 Januari. A". 1897 feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat nit DRIE Bladen. jF° euilleton. EHRENTRAUT. LEIDSCH MG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 3 maanden. Franco per post-i Afzonderlijke Nommers J dS-* 1 f 1.10. n 1-40. 0.05. PBLTS DER ADVERTÜN TJLËN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Officiëele NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouder® tan Leiden, Gelet op i rtikel 19 der Wet yao den 19den Augustus 1861 (Staatsb'ad No. 72), betrekkelgk da Nationale Militio, gewijzigd bjj de Wet yan den 4den April 1892 (Steatoblad No. 56); Herinneren huu, die op den laten JaDuari 1897 hnn 19do jaar zullen zijn iDgetrtden, en alzoo de geborenen in het jaar 1878, alsmede hun, die eerst na het intreden yan hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van bun 20eto, ingezetenen zgn geworden, de ver plichting tot het doen yan de aangifce voor de nationalo militie, in de maand Januari 1897. Zij ge^on daarbij kc-nnia: dat, w. moet vrorden ingeschreven en wie voor ingezeten wordt gehouden, omschreven .ia bij do artikelen 15 en 21) yan genoemde wet. Bij ongesteldheid, afwezigheid of octetontenie ie ego vader, of, ie deze overleden, zgne moeder, of, zgn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. Nog geven Burgemeester en Wothouders kennis; dat tot deze insohnjving zitting wordt gehouden op het R&adtiuis, van des voormiddags halftion tot des namiddags S uren, op Woensdag 13 Januari, voor heD, wier geslachts namen aauvangeu met de letters A, B en C; op Donderdag. 14 Januari, voor hen, wior geslachts namen aanrangeu met de letters D, E, F en G; op Vrijdag 15 Januari, voor heu, wier geslachts namen aanv&ngon met de letters H, I. J en K; op Zaterdag 16 Januari, voor hen, wier geslachts namen aanvangen met de letters L, M en N; op Woensdag 20 Januari, voor hen, wier geslachts- n-mon a.uvaugen m t de lettere O, P, Q en R; op Doi derdag 21 Januari, voor htn, wier geelaohts- n&mcu aanvangen met de letters 8, T tn op Vrijdag 22 Januari, voor hen, wier geslaohts- namon aanvaDgen met de letters V, W, X, Y en Z. Eindelijk, dat de geboorte-akteD, die de belangheb benden Lij de iuscbr.jving, ouder opgave der woon plaats van den iugesobrevene, beboeren over te leggen, dagelijks, do Zon- en feestdagen uitgezonderd, zgn te veikrijge ter Secretarie dezer gi-moaute (af- deeling Burgerlijke St.-nd), van des voormiddags 16 tot des i amidda ,s 3 uren, wanneer tevens voor hen, die bier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan worden gedaan. Burgemeestei en Wothondors voornoemd. Lelden, F. WAS, Burgemeester. 22 Doe. 1896. E. EIST, Secretarie. Burgemeester en Wethouders van Loidon; Gezien art. 6 der Verordening van don 25sten Januari 1894 (Gomeouteblad No. 5 van 1894); Brengen ter algemecne kennis, dat tot het doen iiischrijven van nieuwe leerlingeu voordeopen- bare scholen voor voorbereidend en voor meer Uitgebreid lager ouderwijs, gelegenheid zal gege ven wordén: voor dio voor voorbereidend meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens eu meisjes, in het schoolgebouw aan de Oude Vest; voor dio voor meer uitgebreid lager onderwijs: der 1ste klasse, yoor jongens, in hot schoolgebouw aan dc Aalmarkt; der lsto klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Boommarkt; der 2de klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan dc Ficterskerkstraat; der 2de- klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Brocutraat; en wel van don 14den tot en met den Staten Doe, e. k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd), van des voormiddags lialfnegen tot negen uren, en op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag boven dien van half twee tot twee uren des namiddags. Leiden, 2 Januari. De hoeren C. W. H. Verster, Will. C. Brouwer en J. A. Loebèr Jr. hebben als inrichters van de hier te houden keuzeten toonstelling van Nederlandsche Moderne Kunst nijverheid het volgende bekend gemaakt: L Doel. Het doel dezer tentoonstelling is het meer bekend maken van hetgeen de moderne kunstnijverheid in Nederland vermag voort te brengen. n. Tentoonstelling. De Tentoonstelling zal gehouden worden in de Harteveltzaal van het Steaelyk Museum te Leiden van 1 20 Maart 1897, volgens de voorwaarden, die voor het bezoek dezer instelling biQdend zyn. 111. Insetidingen. 1. Alléén zy, die door de inrichters uitgenoodigd worden, kunnen inzenden. De inrichters zy'n vry in het ge bruik maken van de voorwerpen, welke vóór den 23sten Februari moeten ingezonden worden. 2. Elke inzending moet vergezeld gaan van een geteekende verklaring, dat het ingezonden werk door Nederlanders is ontworpen en ver vaardigd. Alleen, indien dit het geval is, wordt het aangenomen. 3. De voorwerpen worden tegen brand schade verzekerd volgens de waarde, door de inzenders op te geven. 4. Indien motieven uit Flora of Fauna ge bruikt zijn, is het hoogst wenschelyk, dat de gebruikte studies by de voorwerpen of ont werpen gevoegd worden. 5. Het is den bezoekers der tentoonstelling streüg verboden schetsen of photo's te maken naar de tentoongestelde voorwerpen. 6. De deelneming aan de tentoonstelling is kosteloos, mits de voorwerpen gefrankeerd gezonden worden. 7. Den inzenders is geoorloofd, de pryzen by het geëxposeerde te voegen. 8. De ingezonden voorwerpen moeten een modern karakter dragen en vry zyn van na volging van andere stijlen. Toezeggiüg van inzending werd reeds ver kregen van de firma's Amand, Lankhout, de architecten De Basel en Lauweriks en Berlage, de tapütfabrieken van Deventer en Amersfoort, de boekbinders Smit te Haarlem, en Loebèr Jr. te Leiden, J. G. Ballego, Leiden (moderne bloemversienng), kunstnijverheids scholen te Haarlem en te Utrecht, en de Falencefabriek „Rozenburg". Van enkele andere wordt nog antwoord te gemoet gezien. Eigenlyk zou het overbodig kunnen worden beschouwd om over de opvoering door de Nederlandsche Opora, Dinsdag a. s., van „Het Gouden Kruis" en „Cavalleria" nog veel te z°ggen. Beide werken toch zjjn voor ons publiek oude kennissen. „Het Gouden Kruis" eene lieve idyllische opera, „Cavalleria" daarentegen een forsch, hartstochtelijk muziek drama. "Waarom wij echter nog even op „Het Gouden Kruis" terugkomen, is, omdat wy daarin thans den heer Joban Schmier de rol van Bombardou (de hoofdrol) zullen zien ver vullen. En wanneer wy dan met het oog daarop een extractje maken van al hetgeen over zjjn creatie in de verschillende Holland sche bladen is vermeld, dan moeten wy tot de conclusio komen, dat zyn optreden in deze rol een waar succes is. Ey moet zoo iets echt typisch geven, een stuk realisme, zooals hy met zyn bonhommie daarvan zoo goed de kunst verstaat, een echt type van den ge- moedeiyken, sympathieken, ouden snorrebaard. Maar niet alleen hy, het geheele corps kunstenaars moet uitstekend zyn in hunne rolvervullingen, en over h-vt muzikale gedeelte hoort m'n slechts één woord van lof. Het is echter voornamelyk het optreden van Johan Schmier als Bombardou, dat ons een groote aantrekkelijkheid toeschynt, vooral, omdat by in zyn spel veel doet herinneren aan Behrens, die vroeger deze rol zulk een buitengewoon sympathiek karakter wiet te geven. De pittige, aantrekkelyke inhoud' van „Cavalleria" is genoeg bekend; doch hun, die dit muziekdrama nog niet hebben genoten, roepen wij toe: gaat Dinsdagavond ter Schouw burg heen! Donderdag 7 Januari zal de heer C. Verster in de vergadering van Nyverheid (zie achterstaande advertentie) een voordracht houden „over Kunst". Tevens zal er een expositie van etsen van Nederlandsche meesters worden gehouden. Het bestuur verwacht dat de leden in grooten getale zullen opkomen, daar, zooals bekend is, do lezingen van den heer C. Verster zeer belangrijk kunnen genoemd worden. Op de 2de Kunstbeschouwing, van Dins dag 19 Januari a. s., zullen eenige schilderyen ter opluistering worden afgestaan. Nu r6eds kunnen de namen van Bakker Korff, Bastert en Haverman worden genoemd. De heer W. Christiaanse Azn. begon heden vóór 25 jaren zyno werkzaamheid aan de Maatschappy „Koninklyke Nederlandsche Grof3medery", en vervult er thans de betrek king van boekhouder. Die dag ging heden voor hem niet onop gemerkt voorby. Des morgens werd hy opgewacht door het gezamenlyk personeel van kantoor en teektn bureel en werden hem by monde van ütn heer directeur der Maatschappy kostbare geschenken aangeboden vanwege de directie en van het gezamenlyk kantoorpersoneel. Daarna had de aanbieding plaats van een geschenk der werkmeesters, een en ander onder harteiyke toespraken, die bewezen hoe zeer deelgenomen werd in den gewichtigea herinneringsdag van den jubilaris. De paardenarts 3de kl. J. Maas, van het 2de reg. huzaren te Venloo, wor t overge plaatst by het 2de reg. veld--rt. te Leiden. Beroepen is by de Ned.-Herv. gemeente te Gouda ds. Deur, te Zetten. Het provincia 1 ker estuur van Zuid- Holland heeft het voDnis van het classicaal bestuur van Gouda, wa irby ds. Hoevers, te Stohvyk, voor zes weken geschorst werd, be vestigd. Door den bezwaarde is by de synodale commissie vernietiging van het vonnis aan gevraagd. Graaf Ségur d'Aguessau, 1ste secretaris der Fransche legatie, te 's-Gravenhage, is heien uit bet buitonland in het „Hotel des Indes" teruggekeerd. Na een langdurig verlof buitenslands is ook Chokib Effendi, secretaris van legatie le klasse van Turkye, te dier stede teruggekeerd. Aan dr. H. De Zwaan te 's-Gravenhage werd heden, by gelegenheid van zyn 25-jarig ambtsfeest als heel- en verloskundige in het gemeente-ziekenhuis aldaar, door een com missie uit geneesheeren daar ter stede, namens een aantal collega's een huldebiyk aangeboden, bestaande in een fraai bronzen beeld voor stellende „David". By dit souvenir is een album gevoegd, bewerkt door den heer J. M. Lion, wapen schilder van den Hoogen Raad van Adel. Het titelblad bevat in het Latijn de opdracht. Op het tweede blad vindt men zeer getrouw weergegeven de voorzijde van het gemeente ziekenhuis (den nieuwen vleugel) en op de volgende pagina's de handteekeningen van een groot aantal doctoren, uit binnen- en buitenland, die hun vriend en collega deze biyken van waardeering hebben aangeboden. Met ingenomenheid maakt de redactie van het „Nod. Tuinbouwblad" melding vau het feit, dat H. M. de Koningin reeds te kennen heeft gegeven in 1898, als zijzelve de teugels der regeering in hinden neemt, als beschermvrouw der Nederlandsche Maatschap py voor Tuinbouw en Plantkunde te willen optreden. Da exploitatie van het overzetveer over bet IJ te Amsterdam is nu van de maatschappy Haven- en Stoombootdienst aan de gemeente overgegaan. De bemanning is in stedelyke uni form gestoken. De groote kettingboot gaat nu niet meer om h6t kwartier, doch met oponthoud van slechts enkele minuten geregeld heen en weer. Vanwege het dep. van oorlog is in druk verschenen de „Tamboers- en Hoorn- blazsrsschool," welk voorschrift voortaan by de landmacht zil worden gevolgd. De 1ste luit. P. J. G. Schott, van de Cadettenschool, is door den M. v. O. aange wezen vooi den dienst by het Reservekader te Alkmaar, ter vervanging van den lsten luit. A. J. P. A. De Vries, die tot kapitein is bevorderd. Laatstgenoemde officier wordt in zyn betrekking by de Cadettenschool ver vangen door den lsten luit. C. F. Musschart, van bet 8ste reg. inf. te Utrecht. Do 1ste luit.-kwartiermeester G. G. De Blauw, van het 4de reg. inf. te Gouda, is overgeplaatst by het 1ste bat. van zyn corps, te Delft in garnizoen, en zulks ter vervanging van den lsten luit.-kwartm. J. Stroband, van het 3de reg. inf., die met de administratie van gezegd bataljon was belast, doch naar Den Haag is verplaatst en werkzaam gesteld by het departement van oorlog aldaar. De „Staatscourant" van 1/2 Jan. bevat een tarief van zet- en drukloonen voor de Algemeene Landsdrukkery, vastgesteld by koninklijk besluit van 23 Dec. jl. (Stsbl. 227). Daarmede ia vervallen het tarief, dat werd vastgesteld by koninkiyk besluit van 9 Juli 1876 (Stsbl. 72). Te Nymegen is telegraphisch bericht ontvangen, dat de lste luit. der artillerie C. Korfmacher in Indiö door een inlandsch militair is vermoord. De lste luit. C. Korfmacher werd geboren in 1870 en den 28sten Februari 1895 tot lsten luitenant bevorderd. In de zitting van den gemeenteraad van Amsterdam was ingekomen een adres van de timmerliedenvereeniging „Door eendracht Ver betering" e. a., om zonder verwyi middelen te beramen en tot uitvoering te brengen, om in den nood der werkloozen te voorzien. Hierop werd na langdurig debat besloten B. eD Ws. uit te noodigen eene commissie te benoemen, bestaande uit raadsleden, patroons en werk lieden, ten einde B. on Ws. te advi3eeren tot leniging van de ge 1 wongen werkeloosheid en haar gevolgen, (voorstel-Gerritsen). Hierna werd de behandeling der nienwe politieverordening voortgezet, maar by ait. 98 kwam er zulk een stroom van amendementen, dat werd besloten, dat de raadsleien alle amendementen op de verschillende artikelen schriftelyk voor den 10 Jan. a. s. zouden in dienen, waarna deze gedrukt en aan de com missie voor de strafverordeningen zullen wor den toegezonden. Men meldt uit Den Haag: In een opzettelyk daartoe gehouden buiten gewone vergadering van bet college van Gede puteerde Staten der provincie Zuid Holland werd iu den namiddag van Oudejaar ten gouvernementshuize de heer L. C. G. Verhulst, commiea-chef der eerste afdeeling ter griffie, door den voorzitter van genoemd college, den commissaris der Koningin mr. C. Fock, geluk- gewenscht met de op 1 Januari invallende herdenking van het feit, dat genoemde ambte naar gedurende 25 jaren in bedoelde functie werkzaam was. Den jubilaris werd medegedeeld dat het college bem een keurige hanglamp in zyn woning als aandenken aan de 25-jarige ambts vervulling had vereerd. Namens de Regeering mocht de commis saris er nog de mededeeling aan toevoegen, dat de heer Verbuist, geiyk reeds elders ge meld is, door H. M. de Koningin-Regentes benoemd was tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ook gisteren, 1 Januari, mocht de heer Verhulst talryke biyken van waardeering ont vangen. Namens de leden der Prov. Staten van Zuid-Holland werd den jubilaris hulde gebracht door een tiental afgevaardigden, die hem in het lokaal van het prov. bestuur kwamen gelukwenschen en hem namens de Staten een geschenk aanboden. Het personeel der ambtenaren en beambten ter griffie vertolkten mede m stoffeiyke be- wyzen van herinnering aan de aangename verhouding, die tusschen den heer Verhulst en hen bestaat, zyn gevoelens van belang stelling en achting. Door Z. M. den Koning van Portugal zyn de kapiteins ter zee W. J. P. Van Waning en R. C. A. L. Jansen van Afiferden benoemd tot commandeur in de Orde Sao Bento d'Aviz, de heer C. L. Loder, directeur voor scheeps bouw, tot commandeur van de Orde der Heilige Maagd of der Ontvangenis van Villa Vicosa, en de luitenant ter zee der lste klasse 33) De ochtend was beeriyk, vooral daar op 't veld, dat aan het park grensde. Het schoone grastapyt bloeide van ontelbare madeliefjes, en tallooze iosecten vlogen glinsterend en snorrend er over heen. Onder den reuzeneik stond een eenvoudig marmeren kruis, met den naam van George Wedding en den datum van zyn dood er in gebeiteld. By dezen gedenksteen verwyide Ehrentraut in haar vlekkeloos wit gewaad, de rouwsjerp over de borst. Stralend geluk, onuit8prekeiyke zaligheid tg op haar schoon aangezicht. Onafgewend keek zy door het yzeron hek in het Aorsteiyk park, als zagzy den geliefde, wien zy verzocht had hier te mogen wachten, daar hy 's morgens vroeg reeds van de residentie zou komen, om haar gewichtige mededeelingen te doen. Daar.was dat niet zyn stem, die zy hier duidelyk hoorde? Zachtjes naderde zy de yzeron deur. Ongetwijfeld, het was Allains stemHot slot, dat door de roest geheel was uitgevreten, hield haar niet meer tegen; zy 6tond in het paik. Zou het erg zyn, als zy verder ging, slechts enkele schreden? Het dichte kreupelhout verborg haar. Zy dacht er nauwelyks over na. De stem lokte haar zoo aan. „Ik kan niet zonder haar leven," zeide de prins luid en standvastig. Een onbekende mannenstem sprak er tus schen door: „Het is de wensch van uw vader, dat gy een huwelyk aangaat, hetwelk past voor uw stand. Ge weet, er zyn in die richting reeds schreden gedaan by de hertogin Langenstein." „Praat daar niet van, oom. Ik heb gekozen en zal er my nimmer van laten afbrengen." „Dat zullen wy ook Diet beproeven; wy willen u slechts doen verstaan, dat ge ver plichtingen tegenover uw familie hebt. Let vóór alle dingen eens op het geldl Prinses Clémentine is de eenige erfgename van groote goederen." „Wat dat betreft, oom, mijn Ehrentraut is ook eenige erfgename, en het vermogen der Weddings wordt op millioenen geschat." Ehrentraut luisterde niet verder. Zy greep met haar handen in de doornstruiken, om niet te vallenHet geld I Legden er zich niet twee koude handen om haar hals, die haar de keel toeknepen? Een lichte zucht kwam over haar lippen; duizelig ging zy naar den uitgang. Omdat zy geld bezat, kon zy prinses worden, maar anders Plotseling stond de hooge gestalte van prins Carolath-Wolfegg voor baar, die haar by een kromming van den weg ontmoette. Verwonderd keek hy op by die ongewone verschyning van het meisje. „Excuus," stamelde zy ontsteld. „Ik ben zonder verlof dezen tuin binnengegaan." Hy boog beleefd en keek haar ondervragend aan; een pynlyke onzekerheid lag er in zyn trekken. Zy ging reeds naar de poort, toen zy zich nog eens omkeerde. „Is u prins Carolatb?" vroeg zy hem aan ziend. „Die ben ik." „Nu, ik ben Ehrentraut Wedding." Zonder den vorst tyd to gunnen, zyn bewondering te uiten, liet zy snel volgen: „Het zal u wel bekend zyn, dat ik de verloofde van den erfprins ben?" „Myn zoon heeft er my kennis van gegeven." „Ik weet, dat onze verloving niet uw volle goedkeuring wegdraagt en hoorde daareven Allain zeggen, dat hy slechts een ryke vrouw mocht trouwen. Ik haat het geld en zal nimmer om het geld willen trouwen! Zeg hem dat, als het u belieft, en „Myn best kind, gy schynt Allains karakter te onderschatten. Hy zal zich door deze ver klaring door my nimmer van zyn plan laten afbrengen, hy geeft zoo spoedig zyn meening niet op. Ik wil my voor niets ter wereld in die zaak mengen! Zyn geluk gaat my boven alles. Daarom zullen wy voor het oogenblik met uw ydelheid, sta toe, dat ik het zoo noem, geen rekenschap houden." Ernstige welwillendheid lag in de woorden van den prins. „Uw Hoogheid dwaalt, als u my ydelheid toedicht. O, als u eens wi9t, hoe ik het geld sinds myn vroegste jeugd vei acht." „Stil, kind, spreek daar met Allain over," zeide de gryze prins. Intusschen had de weduwe Wedding op de bank onder het groene lommer plaats genomen. „Ik ben je gevolgd, Ehrentraut 1" riep zy haar dochter toe, die haar langzaam over het gras nadorde. „Het is heerlyk weer en ik b d reeds vroeg opgestaan. Ik heb Chris- toffel en den kleinen Willy een mand vol verfrisschingen gezonden, en wilde den laatste mede naar buiten nemen, maar wat ziet ge er uit, zyt ge niet wel?" „Mama, ik was daarginds en heb Allain met zyn oom beluisterd. Ik heb ook den prins gesproken. Zy zullen de verbintenis inwilligen, omdat ik ryk en de eenige erfge name van vele millioenen ben!" Een biiir glimlach volgde op deze woorden. Over het afgetobde, matte gelaat der weduwe Wedding toog een treurige schaduw. Het geld was het vreeseiyke spook, dat Richards leven had vernietigd, dat het geluk van Ehrentraut en van haar bedreigde! Zy liet het gryze hoofd op de borst zinken. „Ehrentraut, myn Ehrentraut!" Erfprins Carolath kwam met vluggen tred recht over het grasveld aan. Ehrentraut ontroerde by het hooren van die geliefde stem. Licht bevend wendde zy haar gelaat naar den erfprins. „Wat Is er gebeurd, myn lieve? Ge kykt my zoo vreemd aan! Ik sidderde by de gedachte, dat uw liefde inbreuk geleden heeft. Dat is niet mogeiyk; spreek, Ehrentraut, zeg, dat ge my bemint, ik kan het niet genoeg hooren." „Ik bemin u nu, zooals altyd, maar ik kan uw vrouw niet worden, Allain!" Hy was zeer bleek geworden en legde krampachtig zyn arm op haar schouder. „Och, scherts niet, niet op dit gebied, Ehrentraut." „Ik scherts niet, hetjfcmy ernst, geloof my." „God beware my daarvoor, dat ik ooit zoo iets zou gelooven. Ik heb een veel betere, veel boogere meening van Weddings Ehren traut I Ge hebt u voor eeuwig met my ver loofd. Zie, dat is iets, wat ik my niet laat ODt- nemen; dat is een vergoeding voor dreigende gevaren, in nood en dood!" „Maar ge zult en kunt my niet trouwen, als ik geen vermogen bezit, en ik zal geen penning, verstaat ge my, geen penning van het Wedding-goed nemen." Een licht rood kwam in de plaats van de bleekheid op het gelaat van den erfprins. „Hoe komt go daaraan?" „Ach, daareven hoorde ik u, toen gy zeidet tegen uw oom, dat ik de erfgename van millioenen ben." „Dat hoordet gy? Dus ddaroml Ehren traut, spreek, denkt ge van my, dat ik daarom eene verbintenis met u heb aange gaan? Wilt ge u niet liever met my verheu gen, dat deze byzaken, ofschoon zy toch ook wel van gewicht zijn, zoover geregeld zyn, dat het my, den prinaenzoon, mogeiyk wordt u aan myn hart te drukken?" „Den prinsenzoonl Vernedert ge u?.' {Wordt vervola**

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1