MENGELWERK.
wsten, die er tegen toornden en er over
schimpten, schynen thans aan een nog meer
kwaadaardige dan gevaarlijke programziekte
fid labor eiren.
Inderdaad een belachelijke, meer dan
Jat: een ergerlijke vertooning."
Na een toepassing te hebben ingevoegd
aan 't adres der scheurmakende anti-revolu-
tionnairen, gaat Be Hollander voort:
„E r g e r 1 y k, zeggen we. "Waarom
Omdat nu eerst recht blijkt, van welk
oen verwoestenden invloed het individualisme
«5> het leven van het partijwezen is.
Een groot deel der liberalen stelde het
eerst voor, niets van de .Liberale Unie",
van organisatie derhalve, te willen
weteD, omdat die reorganisatie de gekozenen
hinden wilde aan programs.
En wat doen thans diezelfde lieden? Zy
komen de komedie schijnt onmogelijk, en
toch is het zoo zij komen met programs,
die heel weinig verschillen met het „Unïe"-
program.
Er moet dan ook naar een andere oor-
raak van de scheuring, van het machteloos
worden der eens zoo groote liberale party
gezocht worden. En deze oorzaak is geen
andere dan die Groens krachten versleet,
ham machteloos maakto en hem zoozeer
belemmerde in zyn arbeid tot heil voor zyn
volk. Het is het individualisme.
Men wil op zichzelven staan; het eigen
ik moet heerschen; men verkiest niet over
eo weer toe te geven; men haat leiding,
zoo die niet van het aangebeden „ïk" zelf
uitgaat
O zeker tot een groote party tebehooren,
daarin de lakens nit te deelen, den baas te
spelen dat wil ieder. Maar zich onder
leiding stellen, rekening houden met anderer
gevoelens, met de wenschen der party, den
band van saamhoorigheid versterken, zich
zelven aan tucht onderwerpen ho wat!
Dat wil meneer A. wèl van B. en C. en
D. en van ieder lid der party, maar meneer
A. wil dat niet voor zichzelf. H y moet onaf-
hankeiyk zyn; hy moet gekend worden;
hem mag geen band aangelegd worden.
En aangezien B., C. en D. en zoovelen meer
ook zóó rodeneeren spreekt het vanzelf,
dat het party wezen in duigen valt, het party-
leven Bterft en de beginselen, die men voor
staat, nooit zegevieren.
Ddfc is nu de geschiedenis van de liberale
?arty."
Onder het opschrift Tint verschil schryft
dr. Koyper in Be Standaard in een driestar:
Hot is opmerkeiyk, hoe het denkbeeld, om
hy de stembus niet langer met een blinde
kaart te spelen, in steeds broeder kring veld
wint
In den eersten tijd stonden wij, Anti-revo-
hrüonnairen, met onze stembus programmata
nagenoeg alleen.
Daarna W3agdo men van Rqorasche zyde,
au eenige jaren geledoü, een mislukte proeve,
om in gelijken geest te handelen. Toen kwam
de .Liberale Unie" mot haar eerste program.
Straks volgde een Radicaal program. En
thans zyn we reeds zoover, dat het opmaken
van zulk een program aan de orde van den
dag is; dat elke party, en elke groep, en
elke fractie met een eigen program voor den
dag komt; ja, dat er rosds esn bundelken
programma's op de politieke leestafel ligt,
nog eer het jaar, waarin de stembus zal
opengaan, is ingeluid.
Maar wat vooral de aandacht trekt, 13 het
niet te loochonen feit, dat de rondgedeelde
programma's voor een goed deel, wel verre
van een tegenstolling te vormen, by den
eersten oogopslag wonderwel op elkander ge
leken, en vaak niet dan in schakeering en
tint verschillen.
Dit nu wyst op een schior algemeen ge
worden opinie, dat er zeker aantal hervor
mingen zyn, die hoe eer hoe boter ter hand
moeten genomen worden.
Maar niet minder hierop, dat het ver
schillend inzicht van de pariyen niet zoozeer
achnilt in de hervormingen, die komen moeten,
maar in de wijze, waarop de algemeene denk
beelden zullen zyn uit te voeren.
En hieruit nu dreigt het gevaar, dat de
kiezers er niet in slagen zullen, om dit zwakko
verschil in tint zóó scherp waar te nemen,
dat ze tot welbewuste keuze tusschon den
candidaat der óéne en der andere party in
zullen zyn.
Land bo uw.
IIL
De landbouw kan ook bevorderd worden
door nadeelige invloeden op te heffen. Onze
afgevaardigde in de Twoedo Kamer heeft ve--
leden week gewezen op den onhoudbaren toe
stand ten opzichte van don invoer van vet.
Terwyi hier by het slachten tien procent
aan accyns betaald most worden, is de vreem
deling daarvan bevrijd. Die invoer beteekent
nogal wat, daar ook een belaDgryke hoeveel
heid vet als bestanddeel van kunstboter wordt
aangevoerd. De minister van waterstaat hield
zich gereserveerd. Z.Exc. kon echter niet maar
zoo een middel scheppen, dat de drie millioen
▼aa het geslacht kon vervangen. Zou den
fiscus echter geen eenvoudiger middel ten
dienste staan, om dit onrecht te keeren? In
elk geval, aan zulk een achterstelling van in-
iandsche waar rcoat toch een einde komen!
Maar 't is ook waar, dat we ten opzichte
van ons belastingstelsel best voor de Chineezen
van Europa kunnen doorgaan. Hier zyn we
ten minste in onze eigen wetten gevangen.
Do Nederlandscho wetgever heeft in de
©srste plaats to zorgen, dat onze bronnen van
weivaart niet bezwaard worden met onnatuur-
lyke lasten. Door te antwoorden zooals de
minister van waterstaat deed, wordt licht het
geroep om beschermende rechten vergroot.
Velen, vooral flinke landbouwers in de provin
cie GroniDgen, anders helderziende manneD,
scharen zich in de gelederen der protectionism
ten. Het zyn meest landeigenaars. Maar overi
gens biyft de stand der partyon vrywel
onveranderd.
De meerderheid der kiezers van Nederland
wil den weg van protectie nog niet op. 't Is
ook een onnatuuriyk verdedigingsmiddel.
Daarenboven, ook handel en zeevaart zyn
middelen van bestaan.
De nieuwe commissie van statistiek zal ons
denkeiyk wel eens goede gegevens verschaffen
by het antwoord op de vraaghoe onze bron
nen van bestaan zich verhouden?
Al wil niemand Chineosche muren bouwen,
daarachter hebben de Japaaners weinig goeds
gevonden, laat ons dan ook geen dam op
werpen van ryk8daaldors, want daarachter
zou de achteruitgang licht de ondergang
worden.
't Is een zeer moefiyke tyd; misschien
hebben we het ergste al achter den rug. In
elk geval kan een huurder na het verstryken
der huurjaren beproeven om tot vermindering
van pacht te komen. Willen de eigenaar en
de huurder daarby gebruik maken van de
raadgevingen der pacht commissión, die hier
en daar zyn ingesteld, dit staat aan hen en
aan niemand anders. Menig huurder echter,
overtuigd van de welwillende gezindheid der
heeren eigenaars, heeft het liefst met Menheer
zeiven, alleen, te doen.
Maar, er is een groot struikelblok. Niet
alle eigenaars zyn, wat de Duitechers zeggen,
stdnreichOok zy kunnen dikwyis hunne
verplichtingen ten opzichte'van geldschieters
niet nakomen, als ze veel van de pachtpen-
ningen moesten missen. Maar dit is een moeiiyk-
heid, die misschien verholpen kon worden
door rentevermindering, wat tegenwoordig
ook al geen vreemde zaak is.
Het beste zal wel zyn, dat de landbouwers
in de eerste plaats zorgen hunne gronden zoo
productief mogeiyk te maken. Wo bedoelen
hier vooral geon roofbouw, want dit middel
ia orger dan de kwaal. Voor korten tyd kan
men daardoor geholpon worden, maar op den
duur delft de roof bouwer zyn eigen graf. Menige
schoone bezitting kan daardoor in enkele
jaren bedorven worden. Ook de zuinigheid by
het uitwinnen van uitgaven voor het wieden
kan tot groote schade aanleiding geven. Wie
zyn akker laat vervuilen, zit later tevergeefs
te zoeken in de naden van zyn buidel en
armoede is voor den boer een verschrikkelyke
kwaal, even erg als de kanker voor het
menscheiyk lichaam. Laat ons nimmer vergeten
de oude spreuk.Zuinigheid met viyt bouwt
huizen als kasteelen." T.
D© onschuld gestraft.
De geheimzinnige moord.
TJü het Engelsch van G. HALKETT.
.Een dame voor u, mynheer," kwam myn
knecht Symonds zeggen. JarenJaDg was by
reeds ia myn dienst en al dien tyd had hy
zich een wonder van zelfbedwang en snug
gerheid betoond. Ho* tegenstrijdig dikwyis de
orders, die ik gaf, ook waren, telkens weer
wist hy er zich handig door te slaan.
Terwyl hy de woorden uitsprak, meende
ik eeDigo aarzeling in zyn houding op te
merkoD, doch ik dacht er verder niet aan,
daar de dame in quaestie, een nieuwe patiënt,
zooals ik by den eersten oogopslag zag,
binnentrad.
Ze was lang, zag er nog heel jong uit en
was gehuld in weduwenrouw. Haar zoontje,
een kind van een jaar of vier, hield ze by
de hand.
Op een wenk van my zette zy zich neer
en ik merkte op, dat haar handen beefden.
.Dokter," begon zy eindelyk, na een onge
woon lange pauze. Meestal beginnen do men-
schtn reeds met het opsommen hunner
kwalen, eer ze nog gezeten zyn. Als ze kon
den, zouden ze 't my buiten de deur al in
de ooren schreeuwen.
„Wel?" vroeg ik met een bemoedigend
knikje en door myn brilleglazen keek ik haar
glimlachend aan.
.Dokter, men heeft gezegd, dat u veel
zenuwpatiënten met sueces behandeld hebt."
„Die reputatie heb ik," antwoordde ik Z9dig.
Ik maakte minstens f 12,000 per jaar, door
dat ik G9n en ander van de mensehelyke
natuur afwist, en wat medicynen opschreef
voor de zenuwen; de zenuwen notabenel
„Ik geloof, dat ln onze eeuw ieder gevoelt,
dat hy zenuwen heeft en 't verbaast my, dat
er nog niet meer specialiteiten in dat deel
van ons vak zyn. Maar om nu ter zike te
komen, wat is er aan de hand met uw
zenuwen
„Ik heet Cynthia Grey," begon z*y, na my
eerst eens goed opgenomen te hebben. Vyf
jaar geleden trouwde ik met kapitein Grey
van het 1ste regiment. Verleden jaar is
hy gestorven."
Ze sprak heel zacht, alsof het vermelden
van dat feit haar pyn deed.
„"We hadden twee kinderen, een jongen
en een meisje; deze is de eenige, die ik nog
over hsb; myn dochtertje
Zy bedekt3 het gelaat met de handen en
plotseling moed vattend, zeide zy duidelyk:
„Myn dochtertje is vermoord."
„Vermoord 1" riep ik ontzet.
„Ja, en ze was nog maar vier jaar. Wat
voor kwaad had dat arme kind nu gedaan
om zoo wreedaardig om te moeten komen?
Somtyds," en hier leunde ze dicht naar my
over, „denk ik, dat ik het zelf gedaan heb."
Er was zulk een woeste blik in haar
schitterende zwarte oogen, dat ik een oogen-
blik geloofde een krankzinnige voor te hebben.
„Ik weet het wel, ge denkt, dat ik gek
ben," vervolgde zy -. „ik wou, dat ik 't was,
dan zou ik dien ontzettenden angst en twy fel,
die my steeds foltert, niet behoeven uit te
staan. Krankzinnigen zyn niet altyd bezig
met het verleden zoo3ls ik. Nacht en dag
vervolgt het my; daarom ben ik ook een
van de ongelukkigste vrouwen in heel Enge
land."
„Kunt ge my ook een meer gedetailleerd
verslag geven van den tyd, waarop de moord
voorviel, en van de wyze, waarop die werd
ten uitvoer gebracht? Ik zou dan een bet.r
idéé krygen van den aard van dezen vreese
lyken angst, die u steads schynt te vervolgen."
„Ik zal het probeeren," zeide ze een
voudig. „Het was in Juni, dat ik voor een
paar dagon naar Londen kwam, voornameiyk
om boodschappen te doen, meest voor myn
dochtertje, want don laatsten tyd was ze
uit alles gegroeid. Op een dier dagen was
ik vry laat nog op straat en daar ik altyd
angstig ben in donker, waar dan ook, haastte
ik my, zoo gauw mogeiyk thuis te komen.
Het was een stille straat en ik was vlak
by de kamers, die ik voor die enkele dagen
gehuurd had. Eensklaps hoorde ik zware,
dreunende stappen achter my en onwille
keurig keek ik om. Het was een lange man
van een donker uitzicht en by nam Elsie
met nauwkeurige belangstelling op. Nu weet
ik wel, dat alle moeders haar uiltjes voor
valken aanzien, maar myn Elsie was wer
kelijk een builengowoon mooi kind en ik
dacht, dat hy dat ook vond en daarom zoo
naar haar keek. Het volgend oogenblik stond
ik voor de deur en toen de meid ons open,
deed, ging ik dadeiyk naar binnen, Elsie
nog steeds by de hand houdend.
In onze gezellige kamer gekomen, waar
't licht reeds brandde en de thee klaarstond,
deed ik eerst myn gosd af en toen ik daarna
het kind wilde helpen, zag ik tot myn schrik-
dat de lange, zwarte man my tot in de kamer
gevolgd was.
„Mag ik vragen mynheer", vroeg ik zeer
uit de hoogte, „welke reden u kunt opgev n
voor deze brutale indringing?" Mair, we:ke-
ïyk, dokter, als ik voortga met vertellen, zult
u me voor gek verklaren."
„D t zal ik zeker niet."
„Hoe het is gekomen, weet ik niet, maar
plotseling merkte ik, dat ik niet meer midden
in de kamer stond, maar op een laag stoeltje
by den haard zat. De vreemde man stond
voor my en maakte allerlei wonderlyke be
wegingen met zijn handen. "Daarna weet ik
niets meer; het eerste wat ik zag, was myn
kind, dat dood op den grond lag. Een blauwe
zakdoek met oen oraDje rand lag op den grond,
daarmede was de daad zeker gepleegd."
„Oranje, met een blauwen rand, waar heb
ik zoo'n zakdoek meer gezien", antwoordde
ik peinzend, doch ik kon het me niet herin
neren, al had 't my myn leven gekost.
„Ik riep om hulp en de monschen uit het
huis kwamen toesnellen. Ieder hield natuurlek
den langen, zwarten man-voor den moordenaar,
doch wie hij was, waar hy vandaan kwam,
en waar hy gebleven is zyn vragen, die tot
heden onbeantwoord zyn gebleven. "Weet ge,
wat ik geloof, dokter? Dat ik 't zelf gedaan
heb."
„Kom, kom, ge zyt zenuwachtig en geeft
er aan toe. Verandering van lucht en omgeving
zal u goed doen. Dat is myn recept voor uw
kwaal."
„Dan heb ik nog een manie", zeide zy:
„ik verbeeld my altyd en overal, dat ik dien
man zie, in een tram, in de komedie, op straat,
zelfs vandaag meen ik hem weer gezien te
Jiebben/'
„Waar dan?" vroeg ik.
„Hier in huis."
„Hier in huisl" herhaalde ik. „De eenige,
die hier lang en zwart is, is myn kfiecht
Symonds, een zeer verlrouwd persoon, die
al jaren by mij in dienst is."
„Ja, daar twy fel ik niet aan," antwoordde
mevrouw Grey haastig „U moet het my
maar niet kwalyk nemen, doch als ik u alles
mo.st iueedeelen, wilde ik dit niet achter
wege laten. Ik zal u echter niet langer op
houden; uw raad zal ik opvolgen. Ik ben
tamelyk gezegend met aardscbo goederen,
dus heb ik ook een menigte vrienden, die
my wel wat zullen willen helpen om ver
strooiing te zoeken."
„Ge moogt niet zoo cynisch zyn op uw
hefty d."
„Dat komt zeker, omdat ik alles in een
donker wa-is zie."
Ze stond op om heen te gaan.
Ik schreef haar een kalmeerend drankje
voor, want daar myn wachtkamer vol patiënten
zat, kon ik haar onmogelyk meer tyd geven.
„Als 't my niet helpt, dokter, kom ik nog
eens terug," zeide zy.
„Kom in ieder geval nog eens terug; ik
heb zult kinderen en uw verhaal heeft my
zeer getroffen. Ik hoop hartelyk, dat ge spoedig
w t st.rker zult worden; dan zullen die
akelige gedachten, die u nu zoo plagen, ook
wel wyken."
„Ik hoop het en dank u, dat u me zoo
geduldig aangehoord hebt; ik heb u veel te
lajig opgehouden."
Ik liet haar zelf uit en hielp haar in het
rytuig, want ik vond het onnoodig, dat ze
Symonds weer zou zien. Haar zenuwgestel
was al genoeg van streek.
Eenige weken verliepen en ik hoorde ni9ts
me.r van mevrouw Grey. Ik was vast be
sloten het raadsel op te Iossod, waar de
handigste en slimste detectives tevergeefs
naar getracht hadden.
Op een zekeren avond kwam Symonds my
vragen of by uit mocht gaan.
„AI3 Hannah thuis blyft om open te doen,"
antwoordde ik.
Hy haalde zyn zakdoek uit om zyn voor
hoofd af te vegen, want het was in Juli en
plotseling voelde ik een duizeligheid in bet
hoofd by het zien van de buitengewone kleur
oranje met een lichtblauwen rand.
Ik zeide niets, maar wachtte tot ik Symonds
het hek zag doorgaan; toen liep ik zoo gauw
ik kon naaT beneden en Hannah toeroepend,
dat ik uitging, begon ik hem te volgen. Hy
liep haastig en ik was bly, toen hy voor ec-n
huis in Leinster Square stilhield.
„Ik moet mevrouw Grey spreken, ze wacht
my, laat my dus dadelijk naar boven gaan,"
zeide hy.
Een oogenblik later belde ik aan en snauwde
ik do dienstbode toe:
„Laat my onmiddellijk by uw meesteres,"
en toen zy tegenwerpingen maakte, liet ik
er met nadruk op volgen„Hoo durft gij den
eersten den besten vreemde binnen te laten?
Die man is een zeer verdacht persoon, ik
ben inspecteur van politie en het kan nog
leeiyk voor u afloopen."
By het woord politie was het meisje reeds
achteruitgeweken. Ik vloog de trap op en
trad de eerste deur iu, die ik zag. Het was
de eetkamer en er was niemand, het licht
brandde er laag. Ik spoedde my nog een
trap op en kwam juist bytyds in het salon
om een einde te maken aan een ontzettend
tooneel.
Mevrouw Grey, gehypnotiseerd door Sy-»
monds, had juist den zakdoek genomen, dien
ze met zenuwachtige gebaren tot een knoo^
maakte. Zy liep de kamer door tot waai?
haar kleine jongen stond. Het kind keek op9
toen zy hem naderde.
„Wat doet u vreemd, mama, waarom kykt
u my zoo strak aan?" vroeg hy: „en wat
hebt ge daar in uw hand?"
Mevrouw Grey gaf geen blyken, dat zy
iets van de woorden van het kind verstond
en was ik niet met een sprong nader y
gekomen, dan had de vreeselyke tragedie
oen aanvang genomen. Ik trok haar den
zakdoek uit de handen en bond er na een
korte worsteling, Symonds mede. Daarna
zond ïk om de politie en een half uur later
was Symonds in veilige bewaring en had ik
de 'meid van mévAmw. Grey gezegd, hoe za
haar te behandelen had, wanneer ze ontwaakte.
Ik wilde niet, dat de arme vrouw my zien
zou, waardoor zo wellicht weder oen nieuwe
reden zou vinden om te tobben. De waarheid
zou zy nu nooit te weten komen, want de
meid zou ongetwijfeld vertellen, dat ik iemand
van de politie was.
Symonds werd niet naar de gevangenis ge
bracht, maar naar een krankzinnigengesticht.
Twee van myn collega's en ik onderteeken
den de aanvrage om plaatsing, op grond dat
hy een moeder in hypnotisehen slaap bracht
en dan dwong haar eenig kind te worgen.
En toch zou ik met myn loven hebben willen
instaan voor het gezond verstand van myn
knecht, dien ik zooveel jaren dagelijks had
kunnen gadeslaan!
Mevronw Cynthia Grey beleefde het nog,
dat haar zood, die was opgegroeid tot een
knap, verstandig jonkman, den rang behaalde,
dien zyn vader in bet leger bekleed had. Ge
lukkig is 't nooit in haar opgekomen, dat zy
hem dien avond in Juli by na verworgd had.
txeinengd Nieuws.
Do hoor J. S. Biebericher, van
Groningen, 24 jaar oud, 3de officier aan boord
van het stoomschip „Prins Alexander," op
reis vsd Amsterdam Daar Batavia, is op de
Spaansche kust by stormachtig weer over
boord geslagen en verdronkeo.
To Antwerpen is in den leeftyd
van 72 jaren overleden Constance Teichman,
bekend onder den naam van: „de Engel van
Antwerpen' of: „de Engel van het werk
manskind," die haar gansche levtn aan armen
en lyJenden gewijd heeft en door Conscience
geschilderJ weri iu zijn: „Wat eene moeder
lydon kan."' Zy was de dochter van een
vroegerin gouverneur der stad en had eene
uitmuntende opvoeding gehad. Ook was zy
Z9er muzikaal en öiiigeerde meer dan eens
dcor haarzelvo op touw gezette weldadigheids-
concerten. Hoe groot hare heldhaftige zelfver
loochening was, bleek dertig jaar geleden,
toen zy ondanks de strenge quarantaine een
voor Antwerpen liggend schip met cholera-
ïydexs wist te bereiken en er de matrozen
on vermoei 1 verzorgde. Toen later de ziekte
zich in de stad uitbreidde, zag men haar overal,
waar zy helpen kon, en in 't oorlogsjaar
ging zy in Lotharingen de gewonden op 't
slagveld verplegen.
De deze week reeds versnelde
ontploffing te Aschaffenburg, die aan 17men-
schen het leven kostte, moet veroorzaakt zijn
door het ontbranden van buskruit. Het was
in de „Electrische Zündsiofffabrikvan den
heer Krom er, die zich op den <lag der ramp
op reis bevond, doch vermoedelyk vervolgd
zal worden wegens het bewaren van een te
grooten voorraad buskruit. Het massieve
fabrieksgebouw was in een oogwenk in een
puinhoop verkeerd, waaruit groote vlammen
sloegen. Brandweer en andere hulp was onmid-
dtllyk ter plaatse, maar kon niets andera
doen dan de dooden en doodelyk gekwetsten
te voorscbyn brengen.
Een hoogst geheimzinnige moord
heeft onlangs te Parijs in de in het Quartier
Latin gelegen Rue MoDgo plaats gehad. Tegen
acht uur 's morgens helde een armzalig ge
kleed individu aan huis No. 66 van deze
straat en vroeg den portier of de rentenier
Trinquet, een der bewoners van het huis, in
zyn woning was. Op het bevestigend antwoord
van den portier steeg de onbekende naar boven
en schelde aan de woning van den rentenier.
De heer Trinquet, dio zich geheel alleen in
z n woning bevond, opende en vroeg den on
bekende, wat hy wenschte. Deze haalde daarop
een brief nit zijn zak te voorschyn, die het
adres van den heer Trinquet droeg, en gaf
hem den rentenier met de boodschap, dathy
op antwoord moest wachten. De heer Trinquet
liet hem daarop binnen komen. Terwyl by
naar een papiermes zocht, om den brief te
openen, trok het individu een slagersmes te
voorschyn, stortte zich op den rentenier en
bracht hem twee vreeselyke steken toe. De
hoer Trinquet viel luid om hulp roependa
neder. Do buren snelden toe en overmeesterden
den moordenaar, die zyn offer geheel wilde
dooden. De onbekende werd daarop aan tweo
nachtwachts overgegeven, die hom naar het
naaste politiebureel brachten, waar men hem
terstond een verhoor deed ondergaan. D3
moordenaar weigerde echter iedere opgaveen
verklaarde, dat het onnoodig was vragen aan
hem te richten, daar hij noch zyne nationali
teit, noch de beweeggronden van z"(jn wraak
zou mededeelen. De toestand van den heer
Trinquet is hopeloos.