MENGELWERK. maar wil men den candidaten niet don dwaDg omtrent de details opleggen, welke door de besluiten der „Unie" verlangd wordt. Dit is inderdaad de kern van het verschil, maar dit verschil i3 ernstig genoeg om de uittreding te rechtvaardigen. Het betreft immers de vraag, of de liberale party een groot aantal van hare bekwaamste staatslie den zal uitstooten, enkel omdat zy niet kun nen instemmen met alle onderdeelen van het algemeene en van het urgentie-program, zooals die door een betrekkeiyk geringe meerderheid in do laatste vergadering der „Liberale Unie" zgn vastgesteld. Het manifest der Amsterdamsche Kiesver- eenigingen „Burgerplicht" en „Amstels Bur- gerg" is breed genoeg gesteld om tot zulk een uitstooting geen aanleiding te geven, en het sluit zich tevens, wat de strekking betreft, aan by de programma's der „Liberale Unie". Het ware wel gewenscht, dat dit manifest tot onderwerp van behandoling werd genomen in de vele liberale kiesvereenigingen, die evenals de Leidscho met de besluiten der „Unie"-ver- gadering geen vrede kunnen hebben. Gemeenteraad van Oudslioorn* Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig alle leden. Voor kennisgeving aangenomen enkele sedert de vorige vergadering ingekomen stukken. Het ingekomen verzoek van mej. Bakker om eervol ontslag als onderwü'zeres zal na behandeling van punt 4 besproken worden. Met algemeene stemrmn werden herbenoemd tot leden van het burgeriyk armbestuur de hoeren G. J. Den Hertog en H. Niekerk. Mededeeling werd gedaan van de gehouden kasopnoming, aanwijzende een kassa-saldo van f 2796 47'/j. De Voorzitter deelt mede, dat het hem bekend was geworden, dat de onderwyzeres mej. Bakker onder No. 1 op de voordracht stond, om benoemd te worden tot onderwyzéres te Amsterdam, waarom B. en Vs., om zoo spoedig doenlijk in die vacature te kunnen voorzien, in twee vakbladen oproepingen hadden geplaatst naar de waarschyniyk alhier komende vacature van onderwijzeres aan de openbare lagere school, op een jaarwedde van 550, onder mededeeling, dat inzending der Eollicitatiestukken kan geschieden vóór 10 December 1806. Hierop zgn slechts twee sollicitatien ingekomen en wel lo. van mej. S. Brouwer, te Gorredyk, en 2o. van mej. Bos, to Ter-Aar. Mej. Bakker werd intusschen te Amsterdam benoemd, en omdat zich maar twee sollicitanten hebben aangemeld, kunnen B. en Ws. niet aan het vereischte der wet voldoen, Dl. om een voordracht op to maken van drio personen. Hierom zal dus een her- ba.1de oproeping moeten geschieden. De heor Wernink vraagt en verkrggt het woord, en geeft zgn bevreemding te kennen, dat B. en Ws. in deze zoo voorbarig zgn geweest. Men heeft sollicitanten opgeroepen nar.r eene betrekking, waarvan men nog niet zeker wist, dat zij vacant kwam. B. en Ws. wisten bovendien, dat sommige leden waren voor betere regeling der jaarwedden, met opklimming biervan na een bepaald aantal jaren, een regeling die in deze vergadering aan de orde is gesteld. Had men dus gewacht totdat deze regeling, was aangenomen, dan zouden waarschyniyk meer sollicitanten zich hebben voorgedaan. Da Voorzitter kan niet inzien, waarom B. en Ws. hier te voorbarig zyn geweest. B. en Ws. deden de oproeping, opdat de vacature, in htt belang van hot onderwys, spoedig zou worden vervuld. Dat in die publicatie, waarin melding werd gemaakt, dat do betrekking ver moedelijk vacant kwam, geon melding werd gemaakt van de nu aanbangigo regeling dsr jaarwedden, kon niet anders; men zou moeilijk een regeling, die nog niet door den Raa i is aangenomen, in de publicatie kunnen opnemen. De heer Wernink zegt lievc-r gezien to heb ben, dat B. en Ws. met oprooping haddon gewacht tot na de behandeling der regeling. Dc heer Piek vraagt of do heor Wernink jdkerheid had gehad, dat by oproeping na de vastgestelde jaarwedden-regeliug, meer sollici tanten zich zouden hebben voorgedaan. Spre ker juicht de handelwijze van B. en Ws. too. De heer Wernink zegt dit natuurlijk niet le kunDen verzeksron, maar dat het toch wel voor de hand ligt, dat by hoogere salariëering m-:er sollicitanten komen. De Voorzitter zegt, dat hy wel wist, dat eenige Raadsleden voor betero jaarwedde- regeling waren, doch hoe de Raad er over dacht, wist hy niet. De heer Wernink zegt by de behandeling der begrooting, dienst 1897, hot voornemen te hebben gehad oen voorstel te doen tot verboogiug der jaarwedden der onderwyzers na eenige dienstjaren, doch toen de Voorzitter hem opmerkzaam maakte, dat van de zyde van B. en Ws. zoodanig voorstel te wachten was, hy biorop niet is ingegaan. Niemand meer bi rover het woord verlan gen lo, zegt de Voorzitter, dat do minder goede regeling der jaarwedden van het onderwijzers personeel de oorza k is, dat onopboudeiyk do alhier zijnde onderwijzers solliciteeren naar vacanto betrekkingen in andere plaatsen, en voortdurend wijziging in dat personeel is waar te nemen. Dit kzn nimmer het onderwys ten goede komen, en daar ook vanwege de afo. Alfen en Omstreken oener onderwgzers-vereeniging op betero regeling der jaarwedden is aangedron gen, hebben B. en Ws. zich geroepen gevoeld hieromtrent het volgende voprstol to doen. De jaarvveddin van het onderwijzend perso neel worden als volgt geregeld; a. hco IPoer school minimum 1000 met vrije woning of vergoeding daarvoor, met zes 2-jaarlyksche verlioogingen van 50 tot een maximum yan f 1300; b. onderwijzers met hoofdakte (plaatsver vangend hoofd) minimum f 650, met vier 2- jaariykscbe verhoogingen van f 50 tot een maximum van f 850; c. onderwyzers en onderwyzeressqn, mini mum f500, maximum 700, met dien ver stande, dat na 1 jaar dienst 50 verhooging wordt toegekend, en daarna met tweejaarlgk- sche verhoogingen van 50 totdat het maximum is bereikt. By verkryging der hoofdakte wordt de jaar wedde met 50 verhoogd. Deze regeling komt dus op heden de ge meente te staan op: Hoofd der school f 1150, onderwyzer Krip f650, onderwyzer Bykerk ƒ650, onderwyzeres Bakker 50, totaal f3000, en over 2 jaar respectievelijk f1200, f650, f700, f600, totaal f3150, en wanneer voor allen het maximum is bereikt f1300, f700, f700, f700, totaal f3400. De Voorzitter voegt hieraan toe, dat wanneer het aantal leerlingen een zeker maximum heeft bereikt, een onderwyzer met hoofdakte (plaatsvervangend hoofd) verplichtend wordt; dit maximum is evenwel alhier nog niet be reikt. De heer Van Vliet vraagt of de jaren, in andore gemeenten doorgebracht, bierby ook moeten gelden, waarop de Voorzitter ontken nend antwoordt, terwijl op voorstel van den heer Van Vliet B. en Ws. het voorstel zoo danig wyzigen, dat het minimum van de jaar wedde van de onderwyzers van bystand wordt verhoogd van 500 tot f 550. De heer Wernink vraagt wanneer de rege ling zal ingaan, waarop de Voorzitter ant woordt met Januari a. s., waarom dan de begrooting zal moeten worden gewyzigd. Hierna wordt het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Aan mej. Bakker wordt op verzoek eervol ontslag verleend als onderwyzeres, alsmede aan den heer W. Van Egmond, mede op zyn verzoek, als gemeente-ontvanger, dit laatste met ingang van 1 Januari a. s. Hierna wordt de openbare vergadering na de gebruikelijke hoofdelyke omvraag en eene mededeeling van den Voorzitter aan den heer Den Hertog over het aanbrengen van palen aan den aanslag, gesloten en gaat de verga dering over in geheime zitting. X>e zoon. dei* weduwe. Uit hel Fransch van A. Theuriet, Het huis, dat bewoond werd door de weduwe Jacobé, stond op den hoek van twee straten, vlak by het station van den spoorweg. Het was een klein, nieuwgebouwd huisj9, door een tuintje omgeven en stond eemgszins ver wijderd van de andere huizen in do straat, daar 't het laatst gezet was. Eerst in Juli 187. was de weduwe er komen wonen, na hot uitbreken van den oorlog, die ook haar jongsten zoon Aristide had opgeëischt. Ze had deze woning gekozen, omdat die vlak bg het station was gelegen. Het was haar of ze zoo dichter by haar kind was en als hu eens thuis mocht komen, had hy maar enk h schreden af te leggen. Ze hield het meest van Aristide; haar oudste zoon was in Parus tegen den zin zgner moeder getrouwd, het geen maakte dat ze elkaar slechts zelden zagen. Al b.vir liefdo had ze nu op den jongsten overgebracht en nu was ook deze van haar opge-ischt gewordeu. Onder vele tranen had ze hem laten vertrekken; van haar schamel inkomentjj had ze hem nog allerlei provisie meegegovon. Op g« regelde tyden had ze tot haargroote vr-ugdG, telkens lange I rievcn van hem ont vangen; doch ilotteling was alle connnuni- catio gesta kt, doordat de Duitschers het stadje belegerd en ingenomen hadden. Twee Bcitrsche regimenten haddon er zich in ge- nc-stald en alle brieven werden zorgvuldig onderschept. Nu en dan had haar nog eens con schrijvtn van don geliefden afwezige beieikf, h-imtlijk medegebracht door den een of anderen marskramer, doch ook dit was te gewaagd om dikwijls to herhalen. Den 30sten Augustus had ze den laatsten brief ontvangen, door haar zoon in Sedan ge schreven; daarna had ze niets meer van hem gehoord. Was hy gevangengenomen en kwam hy om in een ellendige gevangenis of zou ze hem misschien met esn verlof van eenige dagen vandaag of morgen terugzien? Beido was mogelijk en de arme vrouw leed ontzettend onder die onzekerheid. Nergens kon zo inlich tingen inwinnen; als eonige zekerheid dat hy nog leefde, kon zo aannemen, dat men haar vanwege het ministerie nog geen doodsbericht gezonden had. Ze wilde echter niet gelooven, dat zg haar jongsten, meest geliefden zoon wellicht nimmer meer terug zou zien. Natuur- luk was hy ergens in een Duitsch fort op gesloten, van waaruit hy haar onmogelyk scbrgven kon en zoodra die verschrikkelijke oorlog maar voorbg was, zou ze hem stellig terugzien. Zoo wachtte zo hem, van den eenen dag op den anderen, zonder moede of onge duldig te worden. II. Na de gevechten kwam de lange wiüter, waarin Parys nog belegerd werd, en het duurde maanden, eer het zich eindelijk over gaf en er over de vredesvoorwaarden kon onderhandeld worden. De arme moeder hoopte nu nog sterker haar zoon terug te zien; de gevangenen zouden nu immers de vryheid terugkrggen en dadelgk op marsch gaan. Enkelen uit de stad waren reeds terug gekomen^ Bleek, de kleederen aan flarden gescheurd, met scherpe lynen in 't gelaat, veroorzaakt door harden arbeid en gebrek, holle oogen en vermagerde handen, stapten ze langzaam alsof iedere beweging bun moeite kostte, uit den trein. Aan iederen trein, die uit Duitschland kwam, stond de weduwe Jacobé te wachten. Met een kloppend hart zag ze alle soldaten, die uitgestapt waren, voorby haar gaan. Enkelen zelfs, die er vriendolyk of goedhartig uitzagen, sprak ze aan, om naar tgding van Aristide te vragen, doch niemand had eenig bericht van hem vernomen. Na do capitulatie van Sedan had men hom niet meer gezien. Toch sprak men haar moed in; hy zou nog wel komen, misschien zat by nog ergens opgesloten, wie weet hoe spoedig ze hem terug zou zien. En de arme vrouw schreef naar het Duitsche ministerie van oorlog, zich angstig vast klampend aan deze laatste, zwakke hoop. Iederen avond zetto zy in het kleine eet- kamertja een koud avondmaal neer en eon flesch ouden wyn, alles netjes uitgediend op een wit tafellaken, dan zette ze zich neer om naar het scherpe, schrille fluiten der treinen te hooren, die langs haar huisje dreunden en zuchtten. Telkens werd buiten alles voor een poosje stil en hoorde ze het kletteren van den regen tegen de ramen, om eensklaps te worden opgeschrikt door de locomotief van den laatstc-n trein, die hggend en groote, grgze rookwolken uitblazend, kwam aandreunen. Hl. Op een zekeren donkeren, natton avond kwam de laatste trein uit Straatsburg het perron binnenstoomen. Daar dit het eind station was, stapten alle reizigers uit. Lang zaam, alsof al zyn leden hom pyn deien, stapte een jeugdige soldaat uiteen derroupé's derde klasse. Bg het flikkerend gaslicht op het perron kon men zgn bleek gelaa1", ge bogen schouders en strompelenden gang op merken. Hg vroeg naar oen herberg ergen3 in de buurt, daar bg eerst morgen de reis verder zou kunnen voortzetten, en men wees hem er eene, even voor'og het station. Hy was de laatste der pasrs.igi.rs, cie door het tourniquet ging. D© andere reizigers hadden zich reeds over den duisteren weg verspreid, als was hun allen de weg naar co stad goed bekend. De vermoeide voeten van don armen, zieken soldaat weigerden telkens bun dienst- h?t was hem byna niet mogelyk zgn gewond en r.og ma r hall genezen been verder voort te slep-n door do modder. I-ader oogen; lik stru keldo lig ovc-r iets, wat op o'enwoglag, en hoorde men zgn wapen tegen de loege veld'flesch kletteren. En itlgk ontdekte hg een klein huis, dat eemgszins afgezonderd van de overige in een tuintje Lag. Het s'bgnsel eenc-r lamp ver lichtte vroolgk het smalle paacjs tusschen de p rk]es. Dit was Z9ker het logement» dat men bom aangeduid had, dacht hg, al tastend in de duisternis bg de voordeur n ar da bel, die hy eindeiyk vpnd en hard overhaalde. Een venster boven werd opengeworpen een vrouwenhoofd bukte zich oml iag en een stc-m, schor van aandoening, riep: „Mgn l(eve jongen, zgt ge daar eindelijk!" Haastige stappen weerklonk n nu op de trap en door do gang; de grendels werden V3n öe deur geschoven en de sol laat stond tegenover een oude dame met grgs haar, die bem met verbazing by de lamp, dis zg in 06 hoogte hiel 1, beschouwde. „Hg is het niet, hg is het ni-.t!" kreunde zg. „Neem rag ni-.t k walgk, mevrouw," begon de soldaat, die ineens den toestand begreep: „ik zie, dat ik verkeerd ben, men heeft mg van een logement gesproken, dat hier vlak bg moot zyn, en nu heb ik mg in bot huis vergist. Ik ben zoo moo en ziek, dat ik niet opmerkte, boe ik mg vergiste." Mevrouw Jacobé zag den jongen man, die van dez.l'de grootte en denzelfden leeftyd was als haar eigen zoon, met raoederlgke teoderheid aan en medelgdend zeide ze, ter- wyi de tranen haar over de wangen liepen: „'t Do;t or niet toe; kom toch maar binnen. Het is geen woer om iemand buiten te laten staan. "Wie weet of myn arme jongen op dit oogenblik ook niet by vreemden huisvesting zoekt." Zo liet hem binnengaan en nam hem zgn ransel en opgerolde jas af, waarna ze hem zich te goed liet doen aan het maal, dat voor Aristide bestemd was. Eigenhandig be diende ze hem en wees zo hem de kamer, waar hg dien nacht kon vertoeven, de eigen kamer van haar zoon. Den volgenden morgen zette ze hem een overvloedig ontbijt voor, en terwyi ze boter hammen sneed, vertelde ze hem van Aristide, hoe ze hem zelf een wollen bouffante gebreid had, „om om te doen, zi;t ge, als h6t koud was, want met oostenwind leed bg altyd zoo aan kiespijn," vertelde de arme moeder. Do soldaat scheen plotseling geen honger meer to hebben; iets in zUn keel maakte 't hem onmogelyk nog iets te eten. Plotseling herinnerde hg zich, hoe by het gevecht vóór Sedan, een jonge man, beant woordend aan de beschryving van de oude dame, en met een wollen bouffante om, naast hem, was in elkaar gezonken. Hy stond op nog geen twintig pas afstand van een heining en de schildwacht, die op hem aanlegde zonder dat Aristide het opmerkte, schoot liem den kopi van 't hoofd. Akelig wit had het gelaat van den doode afgestoken "by de hard blauwe bouffante er onder, waar men hem zoo dikwgls om had uitgelachen. De soldaat stond op, om een haastig af scheid van de gastvrye weduwe te nemen, haar harteiyk dankend voor de goedheden, waarmede ze hem overladen had. Ze moest maar blyven hopen, stotterde hg, en zich vermannend, voegde hy er kalm aan toe, opdat ze niets merken zou: „Er komen nog zooveel Franschen terug, zelfs die men geheel verloren waande; natuur- ïyk zou Aristide ook terugkomen." Daarna nam hg zyn ransel en verwgderde zich haastig. Buiten gekomen, veegde hy met de hand langs de oogen. Hg wist wel, dat de arme moeder haar zoon nimmer weer zou zien. Gemeenteraad van Noordwjjh. Zitting van Vrijdagavond. Voorzitter de burgemeester, jhr. mr. J. H. J. Quarles van Ufford. Afwezig de heeren A. W. Alkemade en C. Ammeraal. Eén vacature wegens het overlgden van den heer G. Van Eeden. De secretaris leest de notulen der vorige vergadering, welke door den Raad zonder op- of aanmerkingen worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten goedgekeurd hebben de gemeente-begrooting voor 1897. Tot onderwgzer te Noordwgk aan Zee wordt met algemeene of acht stemmen benoemd de heer S. De Vries, den datum voor de in-functie- treding, zoo spoedig mogelgk, te bepalen door Burg. en Ws. Tot weeshuismeester wordt uit de voor dracht: J. De Groot Sr. (aftredend) en G. Van den Berg Sr. met algemeene stemmen beno9md ds heer Da Groot; tot gasthuismeester uit de voordracht: A. Van Raai van Konynenburg (aftredend) en J. Homan, de heer Van Raai van Kongnenburg. Alsnu kwam aan de orde het punt der agenda, dat aanleiding zou geven tot een breedvoerige discussie en dat dezo zitting geruimen tgd (tot even halfticn) zou doen duren, nl. de voorgestelde wijziging van bot Reglement voor de Spaarbank voor Noordwgk en Omstreken, welke wgzig.ng onderzocht was door een commissie uit don Raad en wier rapport thans door den secretaris werd voorgelezen. Na die voorlezing maakte de heer Van Konijnenburg de opmerking, lof brengende en alle vertrouwon schenktnde aan do Spaar- bankeommissarirsen, dat door deze wgziging z. i. de lust dezer hoeren zeker niet toe nemen zal en dat de Raad z. i. wel in het oog te houden heeft commissarissen niet tot hun ondergeschikten te maken. Ü3 beer Van der Wöyden achtte meerdere verscherping van het Reglement Diet noodig en zou ale verdere beteugeling en meerdcro besnoeiing van commissarissen der Spaarbank ontraden, waarop do heer Parlevliet als lid der Raadscommissie meende te moeten in 't midden brengen, dat besnoeiing hier de bedoeling niet is geweest; no gemeenteraad moet haar aandeel in het bestuur der Spaar bank echter behouden, vooral, daar door com missarissen niet altgd aan het Reglement werd vastgehouden, getuige het beleggen in buiten- landscho fondsen, onregleraentarisch to.h gedaan. Dj heer C. Alkemade was het eens met den heer Parlevlitt. 't Is, zon ier aanzien des pe soons, te toen om een goed reglement, niet enkel voor nu, onder deze commissarissen, maar ook voor het vervolg. Tot later moet men dit niet uitstellen; dan is het misschien te laat. Het is te doen om een reglement, dat waarborgt tegen misbruiken. De heeren Smit en Van Konijnenburg gaven nog te kennen, dat het hun aangenaam ware geweest, indien over deze wijziging van ge dachten had kunnen worden gewisseld al vorens ze in den Raad ten sprake werd gebracht. Da heer Van der Weyden vroeg of er geen verslag of zoo iets van de" Raadscommissie was ingekomen, waarop de Voorzitter er hem opmerkzaam op maakte, dat haar rappoit zoo juist door den secretaris gelezen was en dat de aanhangige bespreking dat rapport betrof. Het gaat niet aan bier weer te geven het vele, dat by de artikelsgewyze behandeling van het Spaarbank reglement werd gesproken, maar aangezien de heer Parlevliet er voor vreesde, dat do publiciteit van het gesprokene, hieraan door „onzen verslaggever" te geven, sehadelgk zou kunnen zyn voor de Spaarbank, indien daarop een verkeerd licht zoude ge worpen worden, zy hier vermeld, dat al het door de Raadsleden gesprokene geschiedde in het belang van die inrichting en dat jegens de tegenwoordige commissarissen alle lof en vertrouwen herbaaldeiyk werd uitgesproken. Vermelden we hier nog slechts, dat in het Reglement zal worden uitgedrukt, dat de Spaarbank wordt bestuurd door „ten minste" vyf commissarissen; dat ieder jaar een lid af treedt „volgens bestaand rooster"dat de voor- drachtaan den Raad moet bestaan uit „drio"psr- sonen; dat beperking van commissarissen leden van den Raad werd afgekeurd, ovenals het vo rstel, om de benoeming van den boekhouder aan den Raad te onderworpen; dat omtrent het onderwerpen van het bedrag van de toelage des boekhouders aan de goedkeuring des Raads de stemmen staakten, doch des heeren Parlevliets voorstel, na deze stemming, om ze aan commissarissen te laten, werd aangenomen". Voorts, dat op voorstel van den heer De Groot worit goedgevonden, dat niet meer dan de helft der in effecten te beleggen gelden wordt belegd in buitenlandsche fondsen, nadat de heer C. Alkemade zich, aan de hand van het Reglement der Leidsche Spaarbank, voorstan der had betoond van belegging in Nederland- sche fondsen, waartegen de heer Van Konynen- berg zich meende te moeten verklaren, in aanmerking genomen, dat het beter is niet alles op dezelfde wgze te beleggen en ook met het oog op het rentecyfer van 4 der Noord- wyksche Spaarbank; dat onder goedkeuring van den Raad de rente wordt bepaald en dat, op voorstel van don heer Van Kongnenburg, na veel wryving van gedachten, de Raad een vaste commissie zal benoemen tot nazien der Spaarbankbescheiden. Bg dit punt werd in den breede stilgestaan bg de geheimhouding, welke velen in het belang der inleggers en daardoor in dat der Spaarbank achtten, vooral met het oog op het bestaan der Rgkspost- spaarbank; andere leden meenden, dat men uit den aard der zaak voor schending dier geheimhouding niet beducht behoefde te zgn. Bg ae gebruikelgke rondvraag des Voor zitters wees de heer Hoogeveen op den toe stand van den Achterweg, vragende wanneef daarin verbetering zou komen. De Voorzitter steldo spoedige verbetering in uitzicht, onder opmerking, dat niet alles te geiyk of ineens kan geschie:en. Daarop werd de vergadering gesloten. Gemengd Nieuws. Schouwburgbranden. Sedert 't verbranden van het Ringthoater to "Weenen werd do kroniek der branden en panieken in schouwburgen en ontspanningslokalen met elf vermeerderd. Dit jaar valt er, zooals de scbrgver der kroniek van zulke branden, do heer Franz Gilardone, te Hagenau, vertelt, een bgzonder groot aantal menschenlevens te betreuren en verscheiden branden werden door het groote aantal slachtoffers ware catastrophen. In den nacht van 4 op 5 December van het vorige jaar i3 het voor eenige jaren nieuw gebouwde „Theatre lirique" te Bucharest te gelgk met het vroegere rechtsgebouw in do asch gelegd. Tot middernacht had de voor stelling van een Fransch operette gezelschap geduurd en om halftwee des morgpns werd de brand ontdekt. Slechts de muren zjia big ven staan. Op 28 December van het vorige jaar ontstond in hot Front Street theatre te Baltimore een ontzettende paniek, doordat een der schouw burgbedienden een gasvlam aanstak. Een bezoeker riep: „Brand!" en alles dróngnum wilde vlucht naar de uitgangen. Vier en twintig personen, mannen, vrouwen en kinderen, moest Poolsche Joden, vonden den dood; meer dan het dubbele aantal werd gewond. Op 2Q Januari jl. verbrandde de schouwe burg te Jekaterinoslaff; 78 personen kwamen om. In den nacht van 17 op 18 Februari ont stond brand in de garderobo van den nationalen schouwburg te Kieff; in vgftien minuten was het gebouw één vuurzee; den ganschen nacht woedden de vlammen, menschenlevens vielen niet te betreuren. Op 28 Januari, des voormiddags, brandde de Cambridge-Music Hall in het Oosteinde van Londen geheel af; twee personen kwamen in de vlammen om. Op 23 Maart brandde te Buenos-Ayres na de avond-voorstelling de Cervantes-schouw- burg af. Het publiek had kort te voren het gebouw verlaten. Op 7 Maart brak in den schouwburg te Kortrgk een brand uit, welke een paniek ten gevolge had, waarbg verscheidene personefc. gewond werden. Op 6 September verbrandde het operagebouw te Bentonelf brandweermannen werden door een neerstortenden muur gedood. Op 18 September ontstond door brand esn paniek in het Theater Constanzi te Rome; veel vrouwen verloren het bewustzgn; ernstige ongelukken vielen niet voor. Op 30 September brak in People's Palace Variety Theater te Aberdeen (Engeland), een half uur nadat het publiek was binnengelaten, een brand uit, die het gebouw in een oog wenk in puin had gelegd. Tien personen werden gedood, veertig gewond. Als een curiositeit werd aan don „Berliner Börsen-Courier" een courant uit Londen gezonden, waarin voor eene annonce bladzijde in de eerste drie Novemberdagen 250 pd. st. (f 3000) door de adverteerders betaald werden. Het waren de drie Nansen- nummers der „Daily Chronicle". Er werd 69n oplaag van V* millioen afgedrukt, en zelfs daarna werd er Dog tot een nieuwen druk overgegaan. De openbaarmaking van het oor spronkelijke bericht van don Noorweegscben Noordpoolreiziger, werd voorafgegaan door een proces tusschen de „Daily Chronicle" en den uitgever van Nansena-berichten in boekformaat, dat reeds door do groote sommen, die er in betaald werden, niet weinig tot de reclame bijdroeg. Voor een telegram van 1500 woor den verkreeg Nansen van de „Daily Chro nicle" 1000 pd. st. (f 12,000), voor een ar tikel van 15000 woorden 4000 pd. st. (f 48,000), voor het boek verkreeg hg van den uitgever 10,000 pd. st. f 120,000) en te zamen met de Ycrtahngs contracten zullen de honoraria van den heer Nansen in het geheel 30,000 pd. st. (f 360,000) bedragen hebben. Dat een scbrgver per woord 14 shillings (f 3 40) be taald krggt, zal wel nog niet voorgekomen zgn. En zelfs waren hem 5000 pd. st. 60,000) voor de depeche toegekend, voor het geval hg de Noordpool bereikt had. Alfred Nobel, de uitvinder van het dynamiet, is te San-Remo overleden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6