N°. 11285.
Maandag; 7 December.
A0.1896
r ï.io.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
HF" euilleton.
PARAGRAAF XIII.
LEIDSCH
BAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco por postt
Afzondorlpke Nommers
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTEH7TIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootoro
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Financiëele Kroniek.
De bewering, dat de Beurs een barometer
is, waarop nimmer staat is te maken, is in
den loop dezer week opnieuw bewaarhoid
geworden. Aan afwisselende stroomingen der
markt is men natuuriyk gewoon, doch het
gebeurt ook meermalen, dat de markt in eene
stemming is gebracht, waarin, volgens het
algemeen oordeel, geen verandering kan wor
den verwacht vóór de een of andere in uit
zicht zijnde gebeurtenis heeft plaats gehad,
of andere invloeden hun kracht hebben dóen
gelden. Zoo was ook de toestand in het begin
dezer week. De voor Staatsfondsen reeds lang
heerscbende onverschilligheid bleef voortbe
staan, doch de Amerikaansche spoorwogmarkt
gaf, in aansluiting by de houding der vorige
week, weer niets dan zeer flauwe markten,
by achteruitgaande koersen. De oorzaak voor
de aanhoudende verzwakking der Amerikaan
sche markt werd toegeschreven aan de vrees,
dat by de zitting van het Congres in den loop
dezer week, door President Cleveland oen zeer
6cherpe houding tegenover de Cubaansche
aangelegenheden zou worden aangenomen, en
men zelfs op een crisis zou moeten worden
voorbereid. Dat ook in Spanje te dien opzichte
wel eenige vrees heeft bestaan, valt af to
leiden uit de opdracht dor regeering, aan
generaal Weyler gegeven, om ten koste van
alles, vóór de zitting van het Amerikaansche
Congres, een beslissend treffen met de op
standelingen te hebben uitgelokt. (ZoojIs reeds
bekend is, heeft de generaal deze opdracht
niet ten uitvoer kunnen brengen en voelt hy
zich meer dan ooit onzeker.)
De neerslachtigheid op de Amerikaansche
markt was dus voornamelyk terug te voeren
tot de onzekerheid omtrent eene eventueele in
menging tusschen de Spaansche en Cubaansche
oorlogspartijen. Maar geheel onverwacht kwam
ïn heb midden der week plotseling een geheel
andere geest over de geheele markt, zoowel
over staatsfondsen als -industrieels waarden,
en ni t het minst de Amerikaansche afdoeling.
"Waaraan deze zoo plotselinge ommekeer was
toe te schryven is Diot duideiyk geworden, de
grondtoon bleek ten slotte toch onvast te
zyn. Dit kwam reeds den volgenden dag
duilelyk te voorschyn, toen weer een vry
gevoelige reactie intrad, welke de reeds op
doemende optimistische stemming in éón slag
deed verdwynen en de Amerikanen opnieuw
deed afbrokkel n.
Hollandsche staatsfondsen werden
op de lagere noteeringen by flinke posten
van de markt genomen, waardoor een herstel
der koersen spoedig mogeiyk was.
In de K o 1 o n i a 1 o afdeeling was het vry
stil en ging er in de Cultuurwaarden
hoegenaamd niets om. De eenige handel be
perkte zich tot de Indische Bankinstellingen
en daarvan leden de aandeelen Koloniale
Bank een niet onbelangrijk verlies, ten ge
volge van het ter markt komen eener groote
party, welke slechts tegen terugloopende
koersen kon worden gerealiseerd.
Voor Tabakwaarden blyft de gun
stige stemming heerschen, hoewel de handel
ook hier van weinig bsteekenis was. De
L a n g k a t-soorten ondervonden de meeste
belangstelling in verband met do aanmerkeiyk
gunstige berichten omtrent den oogst, terwyi
ook Senembah's gezocht waren.
In dePotroleum-waarden was weer
veel handel en beweging, do ryzing der aan
deelen der Maatpy. tot Expl. van
Potroleumbronnen in Indiö werkte
op dezen boek zeer aanstekelyk. De buiten
gewone vergadering van aandeelhouders heeft
tot vergrooting van het kapitaal besloten.
Reeds langen tyd was dit voornemen van het
bestuur bekend, en tevens, dat het betrekkelyk
gering aantal nieuwe aandeelen zooveel moge
lijk aan de tegenwoordige aandeelhouders
zou worden toegewezen. De koers van
uitgifte der nieuwe aandeelen, welke reeds
vroeger als 440 pet. werd genoemd, is gehand
haafd, zoodat de tegenwoordige deelhebbers het
buitenkansje genieten van tegen 440 pet. een
aandeel t9 kunnen verkrygen, hetwelk zy mot
een winst van eenige honderden percenten
onmiddeliyk weer van de hand zouden kunnen
doen. Dit heeft natuurlijk aanleiding gegeven
tot belangrijken handel, zoowel tot verkoopon
door hen, die een koers van 900 pet. wel
geschikt achten om de op hun aandeelen be
haalde winst naar huis te nemen, als tot
aankoopen door hen, die thans de gelegenheid
schoon zien, om zich twee of meer aandeelen
te verschaffen tegen een gemiddeld voel lage-
ren prys dan zy in den laatsten tyd hebben
gegolden. De geheele vergrooting van het
kapitaal, waartoe het bestuur nu gemachtigd
is, is echter aanzienlyk en bedraagt /"2,700,000,
waardoor het tegenwoordig uitgegeven kapi
taal dus meer dan verdubbeld wordt. Wel is
waar worden voorloopig slechts 700 nieuwe
aandeelen uitgegeven, doch de overige zullen
binnen een niet lang tyds verloop eveneens
ter markt komen en din zal deze kapitaals-
vermeerdering niet zonder invloed blyven op
do dividenduitkeering. Binnen weinige jaren
zal het geheele kapitaal benoodigd zyn, en
dit wordt nu reeds als onvoldoende geacht
om al de werken tot stand te brengen, welke
de directie voor behoorlyke uitbreiding der
exploitatie noodig acht.
Da aandeelen der Maatschappij in
Galiciö vonden genade in het oog d r
speculatie en behaalden weer een belangryke
verbetering; de stemming voor de Nederl.
P e t r o 1 o u m-m aatschappy blyft echter
nog aarzelend. In den laatsten tyd is van
Verschillende zyden ernstig gewaarschuwd
tegen overdreven schatting der waarde
van nieuwe Petroleura-on iernemingen, en dit
heeft de speculatie wel wat bekoeld.
De Hollandsche industriëele onder
nemingen en spoorwegwaarden bieden als
gewooniyk niets belangryks ter vermelding,
hetgeen evenzoo het geval is met de buiten-
landsche waarden.
Wat de buitenlandsche Staatsfondsen aan
gaat,'hi^r wordt de aandacht op Italió
gevestigd gehouden. Voor Italiaansche fondsen
bestaat op de voornaamste markten een zeer
vaste houding, ten gevolge van de beschouwing,
door den minister van financiën over den toe
stand van het land gegeven, welke beschouwing
juist daarom te meer de aandacht trekt,
omdat deze minister niet gewoon is de zaken
van den rooskleurigen kant te bcoord9elen.
Voor do eerste maal, sedert vele jaren, zfin
voor do aanschaffing van voldoende middelen
in de schatkist, geen buitengewone crediet-
operatiën nooJig, aangezien do algemeene
financiëele toestand zich aanmerkeiyk heeft
verbeterd. Voornameiyk is het verkregen even
wicht te danken aan groote bezuinigingen,
welke door het sluiten van den vrede en de
veranderde koloniale politiek mogeiyk zyn
geworden.
Behalve deze overweging, welke op de
markt van grooten invloed was, werkten ook
tot de betere stemming mede de groote aan
koopen, voor Parysche rekening uitgevoerd,
welke in verband werden gebracht met een
gunstig verloop der onderhandelingen, en toe
naderingspogingen op handelsgebied tusschen
Italië en Frankryk.
Des te ongunstiger wordt de opioie over do
Turksche geldmiddelen, waarvan men wel
vermindering ziet, terwyi het zoo goed als
zeker is, cat de Porte geen nieuwe hulp zal
kunnen krygen. De aanzienlyke vermindering
der inkomsten uit de tabaksregie trekt de
aandacht, vooral, omdat hier onwil der regeo-
ring tot betere bescherming in het spel is.
Op dien grond zal het heel moeilyk worden,
zelfs met onderpand van een monopolie, om
den steun der financiëele wereld te verkrijgen,
wanneer zij ziet hoe weinig door de regeering
wordt verricht tot bescherming der door haar
verleende concessies.
De houding der Zuid Amerikaansche markt
was afwisselend. Voor Mexicanen bestond
uitgebreide vraag, vooral voor Duitsche reke
ning, terwyl ook de stemming voor Vene
zuela gunstig was, hoewel de handel daarin
hoogst beperkt bleef. Columbianen liepen
terug in verband met de wyzigiog, op bet
laatste oogenblik in de voorwaarden der
schuldregeling gebracht. De renteverhooging
ad Va pet., welke aanvankelyk om de twee
jaar zou plaats hebben, zal nu telkenmale
om de drie jaren geschieden. Volgens de
nieuwe regeling zullen nu voor elke 100 pd. st.
oude obligatiën, 143 pd. st. in de nieuwe
schuld worden uitgereikt, aanvankelyk ren
tende V/2 pet., ingaande Januari 1897, terwyl
de amortisatie dezer schuld met Januari 1900
zou beginnen. Aan het verlangen, om voor
zekerheil dezer nieuwe regeling bepaalde
inkomsten van het land aan te wyzen, heeft
de regeering niet willen voldoen.
De toestand der Amerikaansche
Spoorwegmarkt is reeds met een enkel
woerd in den aanhef aangeduid. Ten rechte
of ten onrechte wordt aan de Cubaansche
aangelegenheid veel waarde gehecht, hoewel
in zekeren zin de Amerikanen nog geheel
daarbuiten staan. "Wil de regeering evenwel
gehoor geven aan de luide stemmen der
Yankee?, om Cuba tot oorlogvoerende party
te verklaren, dan is het wel waarsctyniyk
dat rumoerigo dagen zullen aanbreken. De
Spoorwegontvangsten blyven nog steeds voor
de meeste lynen vermindering aantoonen,
doch de handelsbeweging in Amerika toont
meer vooruitgang aan en wordt hier en daar
zelfs gunstig genoemd, terwyl geld daar tegen
woordig weer ruim en goedkoop is. Obligatiën
Atlantic-Pacific hebben een belaDg-
ryken sprong voorwaarts genomen, in verband
met geruchten, dat door de Atchison eene
andere houding is aangenomen en door deze
maatschappy thans voordeeliger overnemings-
voorwaarden zyn aangeboden. Reeds eenigen
tyd geleden werd ook in deze kolommen
melding gemaakt van geruchten omtrent de
mogelykheid eener uitkeering van een klein
dividend op de aandeelen N.-York Ontirio
W., waarvan de waarschynlykheid echter
spoedig in twyfel werd getrokken. Volgens
berichten opnieuw uit Amerika ontvangen,
schynt toch de kans op eenige uitkeering
werkelyk te bestaan, hoewel daaromtrent
nog geen meerdere gegevens bekend zyn.
Iiijnlandsche Bank.
Gemeenteraad van Koudekerk.
Voorzitter: de Burgomeester.
Aanwezig de heeren Van Egmond, A. Dorre-
paal, Blonk, G. Dorrepaal, Oppelaar en de Voor
zitter.
Ingekomen; goedgekeurde gemeente-begroo-
ting, proces-verbaal van kasopneming van
den gemeente-ontvanger, aanwyzende een kas
saldo van f 790.09.
De vergadering gaat in gesloten zitting over.
Na heropening der openbare vergadering
wordt het suppletoir kohier van den hoofde-
lyken omslag dienst 1896 vastgesteld tot een
bedrag van f 36.25 en idem hondenbelasting
tot een bedrag van f 20.50.
Aan de orde is de vaststelling van de vyf-
jaarlyksche verordening, ingevolge art. 178
der Gemeentewet; houdende verklaring welke
verordeningen, tegen wier overtreding straf
is bedreigd, nog gelden.
De secretaris doet voorlezing dier veror
deningen, als: lo. verordening houdende politie
maatregelen op de brug over den Ryn tus
schen de gemeenten Hazerswoude en Koude
kerk; 2o. algemeen politie reglement; 3o. 7o.
aanvullingen der verordening sub 2o.
De heer Oppelaar zegt niet vóór deze ver
ordening te zullen stemmen, omdat hy be
zwaar maakt tegen de verordening sub 7o,
laatstelyk door den Raad vastgesteld, houdende
verbod om harder te ryden dan in gematigden
draf in het bebouwde gedeelte der gemeente.
Hy zoude in die verordening wenschen op
genomen te zien eene bepaling, houdende het
maximum van een zeker aantal meters, in
een bepaald tydstip af te leggen. Zooals de
verordening thans luidt, in gematigden draf,
is men altyd overgelaten aan het oordeel van
een publiek ambtenaar. Het eene paard loopt
veel sneller dau het andere, en de een noemt
het gematigde draf, een ander hardryden;
bovendien gelooft hy, dat de kantonrechter
op zulk een verordening nimmer zal veroor-
deelen.
De Voorzitter is dit niet met spreker eens.
Het kan zeer goed worden uitgemaakt wat
gematigde draf en wat rennen is. De verorde
ning is in het leven geroepen om aan het
rennen, dat in de bebouwde kom dikwyis werd
gedaan, een einde te makenalleen langs da
baan is tydsbepaling voor het af te leggen
aantal meters mogelyk. Bovendien ter hoogte
van de villa des Burgemeesters |is het rennen
niet verboden en daar kan het dus veilig
geschieden.
De heer Van Egmond zegt, dat de kanton
rechter den eersten ke&r den besten op een be
keuring op de onderwerpelyke verordening
veroordeeling heeft laten volgenhy zegt, dat
de verordening in het belang van den min
deren man is. Dikwyis heeft spreker geysd
van het harde ryden, dat in de bebouwde kom
werd gedaan, en nog van tyd tot tyd gebeurt.
De heer A. Dorrepaal zegt, dat men den heer
Oppelaar niet zal bekeuren, want zyn paard
kan niet hard genoeg loopen, doch wel zyn
zoon en den heer Van der Lee, die met hard
dravers ryden. Wanneer de veldwachter De
Jong hier nog was geweest, waren er wellicht
&0 verbalen wegens overtreding der ver
ordening opgemaakt.
De heer G. Dorrepaal zegt, dat de veiligheid
werd bedreigd en dat hiervoor moet worden
gewaakt.
De heer Oppelaar blyft aandringen op op
neming oener tydsbepaling, evenals dit by
stoombooten is voorgeschreven; hy stelt daar
om voor, dusdanige bepaling in het polder
reglement op te nemen.
De Voorzitter brengt dit voorstel in stem
ming. Op de vraag of de heer Van Egmond
vóór of tegen het voorstel is, antwoordt deze
Mag over het voorstel gestemd worden?
Het is niet aan de orde; de voorsteller zal
eerst een schriftelyk voorstel in moeten dienen.
De Voorzitter acht het wenschelyker ter be
spoediging en afdoening der zaken, dat toch
maar wordt gestemd, waarna het voorstel-
Oppelaar m6t 5 tegen 1 stem wordt verworpen.
Hierna wordt met 5 tegen 1 stem (die van den
heer Oppelaar) de verordening, bedoeld in art.
178 der Gemeentewet, aangenomen.
Niets meer aan de orde zynde, sluit de Voor
zitter de vergadering.
Men s c h r y f t ons: 't Is nu hooge
ernst met de bewaking van een erf met
mond- en klauwzeer. Die 't niet gelooft, ga
maar kyken to Noordwykerhoul, waar 't
uitbrak by den eersten wethouder, natuuriyk
by zyn vee. 's Mans ambt brengt mee, dat
hy nogal eens aanloop krygt, vooral als de
burgemeester niet op de plaats woont. De
postbode byv. komt er dagelyks, geeft dan
zyn zaakjes aan de deur af en wenscht zoo
gauw mogelyk te vertrekker, en zie hier wat
er dan gebeurt. Op de scheijing van het erf
gekomen, worden hem door den bewaker
netjes de schoenzolen gereinigd en wordt hy
uitgonoodigd de handen to wasschen in chloor-
water, carbool of ander lekkers, 't Is me niet
bekend of het met de koude is verwarmd en
of „die volgt" weer een schoonen handdoek
krygt, maar het bezoek van een dusdanig
gedesinfecteerd persoon moet kolossaal ge
ruststellend zyn.
4)
„Ik dank u zeer," hernam de Prins, „gy
zyt altyd bereid, in myn belang werkzaam
te zyn."
Le Grand woonde in een hotel in de buurt
van het postkantoor; ik ging dus dien weg
op. Als ik het kon vermyden, wilde ik hem
geen bezoek brengenik wilde hem veel
liever by toeval ontmoeten en met hem aan
bet praten komen. Ik was dus recht in myn
schik, toen ik dicht by het postkantoor den
persoon, dien ik zocht, voor my uit zag
loopen. Ik kon my niet vergissen in zyn
kolossale figuur en zyn eigenaardigen gang.
Als by ingeving scheen hy te bomerken,
dat iemand hem van achteren in het oog
bic ldplotseling keek hy om, zag my en kwam
my te gemoet.
„Ah!" zeide hy op zyn blufferige manier,
„gy gaat zeker naar de post? Dat i3 het
echte brandpunt dor beschaving."
Ik hield het voor het beste, my by hem
aan te sluiten en vertelde dus maar, dat ik
postzegels ging koopen.
"Wy gingen samen het postkantoor binnen.
Lo Grand wilde een telegram schry ven. Toen
hy zyn jas losmaakte om zyn eigen potlood,
een vorstelyk geschenk, voor den dag to
haleD, zag ik uit zyn binnenborstzak een
puntj9 van een blauwe dienst enveloppe
kyken; gaarne had ik willen weten of
het ontwerp van het verdrag daarin zat.
Toen zyn telegram klaar was, kwam hy
naar my toe, terwyl hy er mede heen en
weer wuifde, en zeide:
„Eigeniyk is het maar heel goed, dat wy,
verslaggevers, niet het minste nieuws te
sturen hebbeü, want de censuur is heel streng.
Zoolang het congres zitting houdt, wordt er
geen cijfertelegram aangenomen en de gewone
draadberichten worden ingehouden of ver
minkt, al Daar dat de heeren dit verkiezen.
Ook twyfel ik er niet aan of het zwarte
kabinet is weer aan het werk en maakt
brieven open. "Wanneer men echter niets
nieuws te melden heeft, komt dat er weinig
op aan. Tegen een telegram als dit zal toch,
duükt my, geen bezwaar zyn?"
Hy reikte my het telegram over. Het was
slechts kort en aan de redactie van zyn blad
te Londen gericht:
„Halte es unmöglich, trotz endloser
Bemühungen rücksichtlich interessanter
Neuigkeiten genauere Einzelnheiten vor-
wegzunehmen."
Ik heb een buitengewoon goed geheugen,
en deed myn best om onder het lezen het
telegram woordelyk te onthouden. Ik gaf het
Le Grand terug en deze overhandigde het
den telegrafist, die het zonder eenig bezwaar
aannam.
Ik had gehoopt nu een gesprek mot den
grooten man te kunnen aanknoopen, doch
zag my ia myn verwachting bedrogen: zoodra
wy het postkantoor uit waren, nam by
afscheid van my, wenkte een droschke en
liet zich naar zyn hotel terugbrengen. Er
bleef my niets over dan ook naar myn hotel
te gaan, doch eerst haalde ik myn portefeuille
uit en schreef woord voor woord zyn telegram
op. Een paar dingen waren my verdacht voor
gekomen. Ten eerste had hy blykbaar gewild,
dat ik het lezen zou. Dat kwam my al vreemd
voor, want Le Grand deed zelden iets zonder
een bepaald doel. Ten tweede, waarom
telegrafeerde hy eigeniyk, als hy toch niets
te berichten had? Eq ten derde waren de
woorden van het telegram, al scheen dit nog
zoo ondubbelzinnig, toch een beetje vreemd
gekozen. "Waarom telegrafeerde hy niet een
voudig: „Niets nieuws?"
Over het geheel vond ik dit telegram niet
in den haak, en daarom begon ik het als ge
heimschrift te beschouwen. Nu is de sleutel
van zulk alledaagsch geheimschrift meestal
zeer eenvoudig. Als er niet, zooals hier, een
reden tot argwaan bestaat, kan een zeer ge-
makkeiyk geheimschrift den zin der woorden
voldoende verbergen. Ik zette my aan het werk
en weldra ontcyferde ik de ware beteekenis
van Le Grands telegram, of had althaDS de
moreele overtuiging, dat ik die gevonden had.
Ik had slechts de beginletters der woorden
naast elkander te zetten, om het volgende te
krygen
„Heute bringe V."
„V." beteekonde natuuriyk „Vertrag."
Dit was niet alleen nieuws, maar het nieuws,
dat te wachten was. Want als Le Grand
werkelyk een afschrift van het verdrag had
weten machtig te worden, dan zou natuuriyk
zyn eerste zorg zyn, dit onmiddeliyk naar
Locden te zenden. Maar hoe? Per telegraaf,
dat was onmogelyk. Cyfertelegrammen werden
niet aangenomen en elk ander telegram, al
was het ook nog zoo geniaal opgesteld, had
zich noodzakelyk moeten verraden door de
eigennamen van personen en landen, zonder
welke het verdrag niets zou beteekend hebben.
Ik kon evenmin denkeD, dat Le Grand zulk
een gewichtig geheim aan de post zou toe
vertrouwen, daar hy genoeg op de hoogte
was van de handelingen van het zwarte
kabinet. Er bleef Le Grand dus slechts één
middel over, dat even gemakkelyk uitvoer
baar als goed gekozen was, nameiyk zelf het
verdrag naar Londen te brengen. Als by met
den posttrein vertrok, was hy er even gauw
als een brief en kon bovendien zeker zyn van
een goede ontvangst.
Ik zag op myn horloge; het was reeds
zeven uur. De trein vertrok om acht uur. Ik
beval myn bediende myn valies te pakken
en er wat dlenstpapier en enveloppen in te
doen. Daarop reed ik naar het station. Eerst
zag ik Le Grand niet. Ik ging op het perron,
in de hoop hem te zien verscbynen, doch
tevergeefs. Eindeiyk, vier minuten vóór
achten, kwam ik plotseling op den inval den
trein eens nauwkeurig te onderzoeken. Dat
was myn geluk, want daar zat myn Le Grand,
met zyn reismuts over het gezicht getrokken
en den kraag van zyn jas hoog opgezet, in
den hoek van een coupé eerste klasse; hy
scheen er reeds lang gezeten te hebben. Hy
had zyn best gedaan om zich onkenbaar te
maken, maar zyn groote gestalte kon hy niet
verbergen. Le Grand begreep dadeiyk, dathy
onmogelyk zyn incognito kon bewaren. Hy
maakte dus van den nood een deugd en zeide
„Zoo, gaat gy op reis?"
„Ja, voor een paar dagen," antwoordde ik.
„Precies als ik. Ik moet een beetje afwis
seling hebben, en eigenlijk dient het ook
nergens toe, het congres als een hondje na^
te loopen. Zulk een gezelschap van stommen
heb ik nog nooit by gewoond."
Als ik er nog aan getwyfeld had, of Le
Grand werkelyk het kostbare bericht bezat,
dan was ik nu toch overtuigd geweest. Geen
andere reden had hem aanleiding kunnen
geven om te vertrekken, terwyl de beraad
slagingen van het congres nog in vollen gang
wareD. Ik besloot, in do nabyheid van Lo
Grand to blyven, in de hoop, iets zekers to
vernemen. Gedurende de reis sprak hy echter
niet veel, en eerst toea wy aan boord der
stoomboot waren, die ons naar Dover zou
brengen, behaalde zyn aangeboren praalzucht^
de overwinning op zyn voorzichtigheid. Nu
hy meende buiten alle gevaar te zyn, haaldo
hy den blauwen dienstbrief te voorschyn, dio
reeds vroeger myn aandacht getrokken had,
en zeide met een triomfantelyk lacbje:
„Dit is een van die kleinigheden, waarmee
ik soms de wereld verras."
„Toch waar?" antwoordde ik, „on hoeveel
is de inhoud waard?'
„Misschien wel een kroon," hernam hy.
Hy borg de enveloppe weer weg, maar ik
had reeds gezien, dat er buitenop niets gef
schreven stond, en dat zy gesloten was.
(Wordt vervolgd.)