N°. 11285. Maandag; 7 December. A0.1896 r ï.io. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. HF" euilleton. PARAGRAAF XIII. LEIDSCH BAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco por postt Afzondorlpke Nommers 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTEH7TIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootoro letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Financiëele Kroniek. De bewering, dat de Beurs een barometer is, waarop nimmer staat is te maken, is in den loop dezer week opnieuw bewaarhoid geworden. Aan afwisselende stroomingen der markt is men natuuriyk gewoon, doch het gebeurt ook meermalen, dat de markt in eene stemming is gebracht, waarin, volgens het algemeen oordeel, geen verandering kan wor den verwacht vóór de een of andere in uit zicht zijnde gebeurtenis heeft plaats gehad, of andere invloeden hun kracht hebben dóen gelden. Zoo was ook de toestand in het begin dezer week. De voor Staatsfondsen reeds lang heerscbende onverschilligheid bleef voortbe staan, doch de Amerikaansche spoorwogmarkt gaf, in aansluiting by de houding der vorige week, weer niets dan zeer flauwe markten, by achteruitgaande koersen. De oorzaak voor de aanhoudende verzwakking der Amerikaan sche markt werd toegeschreven aan de vrees, dat by de zitting van het Congres in den loop dezer week, door President Cleveland oen zeer 6cherpe houding tegenover de Cubaansche aangelegenheden zou worden aangenomen, en men zelfs op een crisis zou moeten worden voorbereid. Dat ook in Spanje te dien opzichte wel eenige vrees heeft bestaan, valt af to leiden uit de opdracht dor regeering, aan generaal Weyler gegeven, om ten koste van alles, vóór de zitting van het Amerikaansche Congres, een beslissend treffen met de op standelingen te hebben uitgelokt. (ZoojIs reeds bekend is, heeft de generaal deze opdracht niet ten uitvoer kunnen brengen en voelt hy zich meer dan ooit onzeker.) De neerslachtigheid op de Amerikaansche markt was dus voornamelyk terug te voeren tot de onzekerheid omtrent eene eventueele in menging tusschen de Spaansche en Cubaansche oorlogspartijen. Maar geheel onverwacht kwam ïn heb midden der week plotseling een geheel andere geest over de geheele markt, zoowel over staatsfondsen als -industrieels waarden, en ni t het minst de Amerikaansche afdoeling. "Waaraan deze zoo plotselinge ommekeer was toe te schryven is Diot duideiyk geworden, de grondtoon bleek ten slotte toch onvast te zyn. Dit kwam reeds den volgenden dag duilelyk te voorschyn, toen weer een vry gevoelige reactie intrad, welke de reeds op doemende optimistische stemming in éón slag deed verdwynen en de Amerikanen opnieuw deed afbrokkel n. Hollandsche staatsfondsen werden op de lagere noteeringen by flinke posten van de markt genomen, waardoor een herstel der koersen spoedig mogeiyk was. In de K o 1 o n i a 1 o afdeeling was het vry stil en ging er in de Cultuurwaarden hoegenaamd niets om. De eenige handel be perkte zich tot de Indische Bankinstellingen en daarvan leden de aandeelen Koloniale Bank een niet onbelangrijk verlies, ten ge volge van het ter markt komen eener groote party, welke slechts tegen terugloopende koersen kon worden gerealiseerd. Voor Tabakwaarden blyft de gun stige stemming heerschen, hoewel de handel ook hier van weinig bsteekenis was. De L a n g k a t-soorten ondervonden de meeste belangstelling in verband met do aanmerkeiyk gunstige berichten omtrent den oogst, terwyi ook Senembah's gezocht waren. In dePotroleum-waarden was weer veel handel en beweging, do ryzing der aan deelen der Maatpy. tot Expl. van Potroleumbronnen in Indiö werkte op dezen boek zeer aanstekelyk. De buiten gewone vergadering van aandeelhouders heeft tot vergrooting van het kapitaal besloten. Reeds langen tyd was dit voornemen van het bestuur bekend, en tevens, dat het betrekkelyk gering aantal nieuwe aandeelen zooveel moge lijk aan de tegenwoordige aandeelhouders zou worden toegewezen. De koers van uitgifte der nieuwe aandeelen, welke reeds vroeger als 440 pet. werd genoemd, is gehand haafd, zoodat de tegenwoordige deelhebbers het buitenkansje genieten van tegen 440 pet. een aandeel t9 kunnen verkrygen, hetwelk zy mot een winst van eenige honderden percenten onmiddeliyk weer van de hand zouden kunnen doen. Dit heeft natuurlijk aanleiding gegeven tot belangrijken handel, zoowel tot verkoopon door hen, die een koers van 900 pet. wel geschikt achten om de op hun aandeelen be haalde winst naar huis te nemen, als tot aankoopen door hen, die thans de gelegenheid schoon zien, om zich twee of meer aandeelen te verschaffen tegen een gemiddeld voel lage- ren prys dan zy in den laatsten tyd hebben gegolden. De geheele vergrooting van het kapitaal, waartoe het bestuur nu gemachtigd is, is echter aanzienlyk en bedraagt /"2,700,000, waardoor het tegenwoordig uitgegeven kapi taal dus meer dan verdubbeld wordt. Wel is waar worden voorloopig slechts 700 nieuwe aandeelen uitgegeven, doch de overige zullen binnen een niet lang tyds verloop eveneens ter markt komen en din zal deze kapitaals- vermeerdering niet zonder invloed blyven op do dividenduitkeering. Binnen weinige jaren zal het geheele kapitaal benoodigd zyn, en dit wordt nu reeds als onvoldoende geacht om al de werken tot stand te brengen, welke de directie voor behoorlyke uitbreiding der exploitatie noodig acht. Da aandeelen der Maatschappij in Galiciö vonden genade in het oog d r speculatie en behaalden weer een belangryke verbetering; de stemming voor de Nederl. P e t r o 1 o u m-m aatschappy blyft echter nog aarzelend. In den laatsten tyd is van Verschillende zyden ernstig gewaarschuwd tegen overdreven schatting der waarde van nieuwe Petroleura-on iernemingen, en dit heeft de speculatie wel wat bekoeld. De Hollandsche industriëele onder nemingen en spoorwegwaarden bieden als gewooniyk niets belangryks ter vermelding, hetgeen evenzoo het geval is met de buiten- landsche waarden. Wat de buitenlandsche Staatsfondsen aan gaat,'hi^r wordt de aandacht op Italió gevestigd gehouden. Voor Italiaansche fondsen bestaat op de voornaamste markten een zeer vaste houding, ten gevolge van de beschouwing, door den minister van financiën over den toe stand van het land gegeven, welke beschouwing juist daarom te meer de aandacht trekt, omdat deze minister niet gewoon is de zaken van den rooskleurigen kant te bcoord9elen. Voor do eerste maal, sedert vele jaren, zfin voor do aanschaffing van voldoende middelen in de schatkist, geen buitengewone crediet- operatiën nooJig, aangezien do algemeene financiëele toestand zich aanmerkeiyk heeft verbeterd. Voornameiyk is het verkregen even wicht te danken aan groote bezuinigingen, welke door het sluiten van den vrede en de veranderde koloniale politiek mogeiyk zyn geworden. Behalve deze overweging, welke op de markt van grooten invloed was, werkten ook tot de betere stemming mede de groote aan koopen, voor Parysche rekening uitgevoerd, welke in verband werden gebracht met een gunstig verloop der onderhandelingen, en toe naderingspogingen op handelsgebied tusschen Italië en Frankryk. Des te ongunstiger wordt de opioie over do Turksche geldmiddelen, waarvan men wel vermindering ziet, terwyi het zoo goed als zeker is, cat de Porte geen nieuwe hulp zal kunnen krygen. De aanzienlyke vermindering der inkomsten uit de tabaksregie trekt de aandacht, vooral, omdat hier onwil der regeo- ring tot betere bescherming in het spel is. Op dien grond zal het heel moeilyk worden, zelfs met onderpand van een monopolie, om den steun der financiëele wereld te verkrijgen, wanneer zij ziet hoe weinig door de regeering wordt verricht tot bescherming der door haar verleende concessies. De houding der Zuid Amerikaansche markt was afwisselend. Voor Mexicanen bestond uitgebreide vraag, vooral voor Duitsche reke ning, terwyl ook de stemming voor Vene zuela gunstig was, hoewel de handel daarin hoogst beperkt bleef. Columbianen liepen terug in verband met de wyzigiog, op bet laatste oogenblik in de voorwaarden der schuldregeling gebracht. De renteverhooging ad Va pet., welke aanvankelyk om de twee jaar zou plaats hebben, zal nu telkenmale om de drie jaren geschieden. Volgens de nieuwe regeling zullen nu voor elke 100 pd. st. oude obligatiën, 143 pd. st. in de nieuwe schuld worden uitgereikt, aanvankelyk ren tende V/2 pet., ingaande Januari 1897, terwyl de amortisatie dezer schuld met Januari 1900 zou beginnen. Aan het verlangen, om voor zekerheil dezer nieuwe regeling bepaalde inkomsten van het land aan te wyzen, heeft de regeering niet willen voldoen. De toestand der Amerikaansche Spoorwegmarkt is reeds met een enkel woerd in den aanhef aangeduid. Ten rechte of ten onrechte wordt aan de Cubaansche aangelegenheid veel waarde gehecht, hoewel in zekeren zin de Amerikanen nog geheel daarbuiten staan. "Wil de regeering evenwel gehoor geven aan de luide stemmen der Yankee?, om Cuba tot oorlogvoerende party te verklaren, dan is het wel waarsctyniyk dat rumoerigo dagen zullen aanbreken. De Spoorwegontvangsten blyven nog steeds voor de meeste lynen vermindering aantoonen, doch de handelsbeweging in Amerika toont meer vooruitgang aan en wordt hier en daar zelfs gunstig genoemd, terwyl geld daar tegen woordig weer ruim en goedkoop is. Obligatiën Atlantic-Pacific hebben een belaDg- ryken sprong voorwaarts genomen, in verband met geruchten, dat door de Atchison eene andere houding is aangenomen en door deze maatschappy thans voordeeliger overnemings- voorwaarden zyn aangeboden. Reeds eenigen tyd geleden werd ook in deze kolommen melding gemaakt van geruchten omtrent de mogelykheid eener uitkeering van een klein dividend op de aandeelen N.-York Ontirio W., waarvan de waarschynlykheid echter spoedig in twyfel werd getrokken. Volgens berichten opnieuw uit Amerika ontvangen, schynt toch de kans op eenige uitkeering werkelyk te bestaan, hoewel daaromtrent nog geen meerdere gegevens bekend zyn. Iiijnlandsche Bank. Gemeenteraad van Koudekerk. Voorzitter: de Burgomeester. Aanwezig de heeren Van Egmond, A. Dorre- paal, Blonk, G. Dorrepaal, Oppelaar en de Voor zitter. Ingekomen; goedgekeurde gemeente-begroo- ting, proces-verbaal van kasopneming van den gemeente-ontvanger, aanwyzende een kas saldo van f 790.09. De vergadering gaat in gesloten zitting over. Na heropening der openbare vergadering wordt het suppletoir kohier van den hoofde- lyken omslag dienst 1896 vastgesteld tot een bedrag van f 36.25 en idem hondenbelasting tot een bedrag van f 20.50. Aan de orde is de vaststelling van de vyf- jaarlyksche verordening, ingevolge art. 178 der Gemeentewet; houdende verklaring welke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, nog gelden. De secretaris doet voorlezing dier veror deningen, als: lo. verordening houdende politie maatregelen op de brug over den Ryn tus schen de gemeenten Hazerswoude en Koude kerk; 2o. algemeen politie reglement; 3o. 7o. aanvullingen der verordening sub 2o. De heer Oppelaar zegt niet vóór deze ver ordening te zullen stemmen, omdat hy be zwaar maakt tegen de verordening sub 7o, laatstelyk door den Raad vastgesteld, houdende verbod om harder te ryden dan in gematigden draf in het bebouwde gedeelte der gemeente. Hy zoude in die verordening wenschen op genomen te zien eene bepaling, houdende het maximum van een zeker aantal meters, in een bepaald tydstip af te leggen. Zooals de verordening thans luidt, in gematigden draf, is men altyd overgelaten aan het oordeel van een publiek ambtenaar. Het eene paard loopt veel sneller dau het andere, en de een noemt het gematigde draf, een ander hardryden; bovendien gelooft hy, dat de kantonrechter op zulk een verordening nimmer zal veroor- deelen. De Voorzitter is dit niet met spreker eens. Het kan zeer goed worden uitgemaakt wat gematigde draf en wat rennen is. De verorde ning is in het leven geroepen om aan het rennen, dat in de bebouwde kom dikwyis werd gedaan, een einde te makenalleen langs da baan is tydsbepaling voor het af te leggen aantal meters mogelyk. Bovendien ter hoogte van de villa des Burgemeesters |is het rennen niet verboden en daar kan het dus veilig geschieden. De heer Van Egmond zegt, dat de kanton rechter den eersten ke&r den besten op een be keuring op de onderwerpelyke verordening veroordeeling heeft laten volgenhy zegt, dat de verordening in het belang van den min deren man is. Dikwyis heeft spreker geysd van het harde ryden, dat in de bebouwde kom werd gedaan, en nog van tyd tot tyd gebeurt. De heer A. Dorrepaal zegt, dat men den heer Oppelaar niet zal bekeuren, want zyn paard kan niet hard genoeg loopen, doch wel zyn zoon en den heer Van der Lee, die met hard dravers ryden. Wanneer de veldwachter De Jong hier nog was geweest, waren er wellicht &0 verbalen wegens overtreding der ver ordening opgemaakt. De heer G. Dorrepaal zegt, dat de veiligheid werd bedreigd en dat hiervoor moet worden gewaakt. De heer Oppelaar blyft aandringen op op neming oener tydsbepaling, evenals dit by stoombooten is voorgeschreven; hy stelt daar om voor, dusdanige bepaling in het polder reglement op te nemen. De Voorzitter brengt dit voorstel in stem ming. Op de vraag of de heer Van Egmond vóór of tegen het voorstel is, antwoordt deze Mag over het voorstel gestemd worden? Het is niet aan de orde; de voorsteller zal eerst een schriftelyk voorstel in moeten dienen. De Voorzitter acht het wenschelyker ter be spoediging en afdoening der zaken, dat toch maar wordt gestemd, waarna het voorstel- Oppelaar m6t 5 tegen 1 stem wordt verworpen. Hierna wordt met 5 tegen 1 stem (die van den heer Oppelaar) de verordening, bedoeld in art. 178 der Gemeentewet, aangenomen. Niets meer aan de orde zynde, sluit de Voor zitter de vergadering. Men s c h r y f t ons: 't Is nu hooge ernst met de bewaking van een erf met mond- en klauwzeer. Die 't niet gelooft, ga maar kyken to Noordwykerhoul, waar 't uitbrak by den eersten wethouder, natuuriyk by zyn vee. 's Mans ambt brengt mee, dat hy nogal eens aanloop krygt, vooral als de burgemeester niet op de plaats woont. De postbode byv. komt er dagelyks, geeft dan zyn zaakjes aan de deur af en wenscht zoo gauw mogelyk te vertrekker, en zie hier wat er dan gebeurt. Op de scheijing van het erf gekomen, worden hem door den bewaker netjes de schoenzolen gereinigd en wordt hy uitgonoodigd de handen to wasschen in chloor- water, carbool of ander lekkers, 't Is me niet bekend of het met de koude is verwarmd en of „die volgt" weer een schoonen handdoek krygt, maar het bezoek van een dusdanig gedesinfecteerd persoon moet kolossaal ge ruststellend zyn. 4) „Ik dank u zeer," hernam de Prins, „gy zyt altyd bereid, in myn belang werkzaam te zyn." Le Grand woonde in een hotel in de buurt van het postkantoor; ik ging dus dien weg op. Als ik het kon vermyden, wilde ik hem geen bezoek brengenik wilde hem veel liever by toeval ontmoeten en met hem aan bet praten komen. Ik was dus recht in myn schik, toen ik dicht by het postkantoor den persoon, dien ik zocht, voor my uit zag loopen. Ik kon my niet vergissen in zyn kolossale figuur en zyn eigenaardigen gang. Als by ingeving scheen hy te bomerken, dat iemand hem van achteren in het oog bic ldplotseling keek hy om, zag my en kwam my te gemoet. „Ah!" zeide hy op zyn blufferige manier, „gy gaat zeker naar de post? Dat i3 het echte brandpunt dor beschaving." Ik hield het voor het beste, my by hem aan te sluiten en vertelde dus maar, dat ik postzegels ging koopen. "Wy gingen samen het postkantoor binnen. Lo Grand wilde een telegram schry ven. Toen hy zyn jas losmaakte om zyn eigen potlood, een vorstelyk geschenk, voor den dag to haleD, zag ik uit zyn binnenborstzak een puntj9 van een blauwe dienst enveloppe kyken; gaarne had ik willen weten of het ontwerp van het verdrag daarin zat. Toen zyn telegram klaar was, kwam hy naar my toe, terwyl hy er mede heen en weer wuifde, en zeide: „Eigeniyk is het maar heel goed, dat wy, verslaggevers, niet het minste nieuws te sturen hebbeü, want de censuur is heel streng. Zoolang het congres zitting houdt, wordt er geen cijfertelegram aangenomen en de gewone draadberichten worden ingehouden of ver minkt, al Daar dat de heeren dit verkiezen. Ook twyfel ik er niet aan of het zwarte kabinet is weer aan het werk en maakt brieven open. "Wanneer men echter niets nieuws te melden heeft, komt dat er weinig op aan. Tegen een telegram als dit zal toch, duükt my, geen bezwaar zyn?" Hy reikte my het telegram over. Het was slechts kort en aan de redactie van zyn blad te Londen gericht: „Halte es unmöglich, trotz endloser Bemühungen rücksichtlich interessanter Neuigkeiten genauere Einzelnheiten vor- wegzunehmen." Ik heb een buitengewoon goed geheugen, en deed myn best om onder het lezen het telegram woordelyk te onthouden. Ik gaf het Le Grand terug en deze overhandigde het den telegrafist, die het zonder eenig bezwaar aannam. Ik had gehoopt nu een gesprek mot den grooten man te kunnen aanknoopen, doch zag my ia myn verwachting bedrogen: zoodra wy het postkantoor uit waren, nam by afscheid van my, wenkte een droschke en liet zich naar zyn hotel terugbrengen. Er bleef my niets over dan ook naar myn hotel te gaan, doch eerst haalde ik myn portefeuille uit en schreef woord voor woord zyn telegram op. Een paar dingen waren my verdacht voor gekomen. Ten eerste had hy blykbaar gewild, dat ik het lezen zou. Dat kwam my al vreemd voor, want Le Grand deed zelden iets zonder een bepaald doel. Ten tweede, waarom telegrafeerde hy eigeniyk, als hy toch niets te berichten had? Eq ten derde waren de woorden van het telegram, al scheen dit nog zoo ondubbelzinnig, toch een beetje vreemd gekozen. "Waarom telegrafeerde hy niet een voudig: „Niets nieuws?" Over het geheel vond ik dit telegram niet in den haak, en daarom begon ik het als ge heimschrift te beschouwen. Nu is de sleutel van zulk alledaagsch geheimschrift meestal zeer eenvoudig. Als er niet, zooals hier, een reden tot argwaan bestaat, kan een zeer ge- makkeiyk geheimschrift den zin der woorden voldoende verbergen. Ik zette my aan het werk en weldra ontcyferde ik de ware beteekenis van Le Grands telegram, of had althaDS de moreele overtuiging, dat ik die gevonden had. Ik had slechts de beginletters der woorden naast elkander te zetten, om het volgende te krygen „Heute bringe V." „V." beteekonde natuuriyk „Vertrag." Dit was niet alleen nieuws, maar het nieuws, dat te wachten was. Want als Le Grand werkelyk een afschrift van het verdrag had weten machtig te worden, dan zou natuuriyk zyn eerste zorg zyn, dit onmiddeliyk naar Locden te zenden. Maar hoe? Per telegraaf, dat was onmogelyk. Cyfertelegrammen werden niet aangenomen en elk ander telegram, al was het ook nog zoo geniaal opgesteld, had zich noodzakelyk moeten verraden door de eigennamen van personen en landen, zonder welke het verdrag niets zou beteekend hebben. Ik kon evenmin denkeD, dat Le Grand zulk een gewichtig geheim aan de post zou toe vertrouwen, daar hy genoeg op de hoogte was van de handelingen van het zwarte kabinet. Er bleef Le Grand dus slechts één middel over, dat even gemakkelyk uitvoer baar als goed gekozen was, nameiyk zelf het verdrag naar Londen te brengen. Als by met den posttrein vertrok, was hy er even gauw als een brief en kon bovendien zeker zyn van een goede ontvangst. Ik zag op myn horloge; het was reeds zeven uur. De trein vertrok om acht uur. Ik beval myn bediende myn valies te pakken en er wat dlenstpapier en enveloppen in te doen. Daarop reed ik naar het station. Eerst zag ik Le Grand niet. Ik ging op het perron, in de hoop hem te zien verscbynen, doch tevergeefs. Eindeiyk, vier minuten vóór achten, kwam ik plotseling op den inval den trein eens nauwkeurig te onderzoeken. Dat was myn geluk, want daar zat myn Le Grand, met zyn reismuts over het gezicht getrokken en den kraag van zyn jas hoog opgezet, in den hoek van een coupé eerste klasse; hy scheen er reeds lang gezeten te hebben. Hy had zyn best gedaan om zich onkenbaar te maken, maar zyn groote gestalte kon hy niet verbergen. Le Grand begreep dadeiyk, dathy onmogelyk zyn incognito kon bewaren. Hy maakte dus van den nood een deugd en zeide „Zoo, gaat gy op reis?" „Ja, voor een paar dagen," antwoordde ik. „Precies als ik. Ik moet een beetje afwis seling hebben, en eigenlijk dient het ook nergens toe, het congres als een hondje na^ te loopen. Zulk een gezelschap van stommen heb ik nog nooit by gewoond." Als ik er nog aan getwyfeld had, of Le Grand werkelyk het kostbare bericht bezat, dan was ik nu toch overtuigd geweest. Geen andere reden had hem aanleiding kunnen geven om te vertrekken, terwyl de beraad slagingen van het congres nog in vollen gang wareD. Ik besloot, in do nabyheid van Lo Grand to blyven, in de hoop, iets zekers to vernemen. Gedurende de reis sprak hy echter niet veel, en eerst toea wy aan boord der stoomboot waren, die ons naar Dover zou brengen, behaalde zyn aangeboren praalzucht^ de overwinning op zyn voorzichtigheid. Nu hy meende buiten alle gevaar te zyn, haaldo hy den blauwen dienstbrief te voorschyn, dio reeds vroeger myn aandacht getrokken had, en zeide met een triomfantelyk lacbje: „Dit is een van die kleinigheden, waarmee ik soms de wereld verras." „Toch waar?" antwoordde ik, „on hoeveel is de inhoud waard?' „Misschien wel een kroon," hernam hy. Hy borg de enveloppe weer weg, maar ik had reeds gezien, dat er buitenop niets gef schreven stond, en dat zy gesloten was. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 9