112/3 :o. geze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gen- en geestdagen, uitgegeven. feuilleton. Met Indische Vergift. N° landan- November, IEIDSCH BA&BIA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post B 1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. PBUS DER ADVERTENTEËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Oilleiëel© Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leidon brengen ter algemeene kennis, dat de Ministers van Binnoulaodsche Zaken en van Financiën met introkking hunner beschikkingen van 20 Mei 1895 en G Februari 1896, respectieve lijk opgenomen in de ,Nederlandsche Staatscou rant" van 22 Mei 1895, No. 119, en 1 Februari 1896, No. 32, voor zoovor deze betrekking hebben op den invoer uit België van rundvee en schapen, bestemd voor de slachtbank, daaronder begrepen de export-slachterijen, afwijking van de verbods bepalingen hebben toegestaan, vervat in het Koninklijk besluit van 8 December 1870 (Stsbl. No. 194), ten aanzien van den in- en doorvoer uit België van rundvee, schapen en geilen op de vol gende voorwaarden: A. bij invoer van rundvee, schapen en geiten, bestemd voor de fokkerij: 1°. dat aan het eerste kantoor worde overgelegd een ambtelijke verklaring van de overheid van de plaats van herkomst binnen de laatste 8 dageD afgegeven, ten bewijze: a. dat de dieren, waarvan de leeftijd «d bet signalement te vermelden zijn, gedurende do laatste 20 dagen te dier plaats* verblijf hebben gehouden; en b. dat to dier plaatse: wanneer het rundvee betreft, in de laatste 120 dagen geen besmettelijke longziekte en in de laatste 6 weken geen veepest en geen mond- en klauwzeer, wanneer het schapen betreft, in de laatste 6 ■weken geen veepest, geen mond en klauwzeor, geen schaapspokken en geen rotkreupel, wanneer liet geiten betreft, in de laatste 6 weken geen mond- en klauwzeer en geen schaaps pokken zijn voorgekomen; 2J. dat de dieren aan het eerste kantoor door den districtsveearts of een zijner plaatsvervangers worden gekeurd en gezond bevonden. Deze veearts ia bevoegd, wanneer eenige over weging van veterinairen aard hem daartoe aan leiding geeft, den invoer slechts toe te laten onder voorwaarde, dat de dieren zoo spoedig mogelijk, afgescheiden van ander vee naar de plaats van bestemming worden doorgevoerd, aldaar gedurende de 15 volgende dagen afgezonderd wordc-n gehouden en na dien termijn niet met ander vee in aanraking gebracht worden, dan na door den districtsveearts of een zijner plaatsver vangers opnieuw te zijn gekeuid en gezond be vonden B. bij invoer van rundvee, schapen en geiten, bestemd voor do slachtbank, daai onder begrepen de expoifslachtorijon: lu. sub A. 1 2'. dat de dieren, zoo spoedig mogelijk afge scheiden van ander vee, naar de plaats van be stemming worden doorgevoerd, por spoor, zonder overlading, in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagons; 3'. dat de ontzegeling der wagens op de plaats van bestemming niet geschiede, dan in tegen woordigheid van den districtsveearts ot een zijner plaatsvervangers; 4". dat de dieren, op de plaats van bestemming, onder politietoezicht, zoowel ontladen als ver voerd worden naar de slachtplaats, alwaar zij van ander vee afgezonderd zijn te houden en binnen 24 uren, mede onder politietoezicht, moeten worden geslacht; C. bij doorvoer van rundvee, schapen en geiten: dat do dieren, na aan het eerste kantoor door den districtsveeai ts of een zijner plaatsvervaDgors te zijn gekeurd en gezond bevonden, zoo spoedig mogelijk, afgescheiden van ander vee, worden doorgevoerd per spoor, zonder verdere overlading, in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagens. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeoster. 27 Nov. 1896. E. KIST, Secretaris. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt, naai aanleiding van een door hem ontvangen schrijven van den Heer Commissaris der Koningin in deze piovincie, tei kennis van belanghebbenden, dat de Franscho regeering, op grond van hel aan treffen van mond- cn klauwzeer bij uit Nederland ingevoerd vee, bij besluit van 19 November 1896 deu in en doorvoer van runderen, geiten, schapen en varkens, herkomstig uit Nederlaud, heeft ver boden. Gemengd Nieuws. Morgen zal op het Malieveld in Den Haag een voetbalwedstrijd gespeeld wor den tusschen „Ajax I" (van Leiden) en „H. G.-V." Daar belde vereenigingen van gelijke kracht zyn, belooft het een zeer spannende strijd te worden. Ook zal er morgen weer een wedstrijd ge speeld worden op het Leidsche voetbalterrein. Hier zullen „Ajax II" en „Hector II" (uit Den Haag) tegenover elkaar staan. Het lijk van den schipper v. d. Ham, die Dinsdag-avond nabij De Kaag ver dronk, is den volgenden nacht door middel eener zegen opgevischt en Donderdag-avond in de inmiddels vervaardigde kist per rjjtuig naar zijne woonplaats, Mijdrecht, vervoerd, om aldaar begraven te worden. De najaarsindustrie te Roelof- Arendsveen, het inzouten van Zeeuwsche uien, waaraan vele mensehen, en zelfs school kinderen, een aardig centje verdienen, is door de vroegtijdig ingevallen vorst moeten ge staakt worden. Algemeen wordt aldaar dan oók geweDscht, dat deze koude nog niet moge aanhouden. Het is er nog een maand te vroeg voor. Bij den veehouder J. De J., in de Achttien Kavels, onder de gemeente Nieuw koop, heeft zich een geval van miltvuur voor gedaan. Een wagen, met hout beladen, die gisteravond te Hillegom van de brug aan de Zanderij reed, kwam daarbij vrij onzacht in aanraking met een tentwageo, welke met groot geweld omver viel. Persoonlijke ongelukken vielen niet voor. Hoe noodzakelijk het is om bij het passeeren van overwegen op spoorwegen op alles voorbereid te zijn, ondervond dezer dagen de landbouwer P. Verdegaal Sz. te Noordwijkerhout. Met een zoogenaamd speelwagentje, waarop behalve hij nog 3 personen gezeten waren, de ovorwog by Delfweg willende passeeren, vond hy de afsluitboomen neergelaten. Na een kwartier wachtens ongeveer riep by aan de in de nabybeid zynde spoorwegambtenaren en een dezer liet hem door, maar vóór dat de tweede boom was gepasseerd, plofte deze weer neer, juist tusschen paard en rytuig met zooveel kracht, dat hy by het weer opsprin gen den voerman aebteroverwierp en zóó aan het hoofd kwetste, dat voor bet verlies van een der oogen wordt gevreesd. Gelukkig was het paard mak en had Verdegaal de tegen woordigheid van geest nog „bo!" te roepen, waarop het beest bleef staan. Anders was het ongeluk wellicht nog grooter geworden. "Wairom, zegt onze berichtgever, zoo'n haast werd gemaakt met het weder neerlaten der afsluitboomen is niet duidelyk, daar ln het eerste kwartier na het ongoval geen trein passeerde. Het is voor den schelper Arie Duivenvoorde te Noordwykerhout êen recht treurige week geweest. Het paard hem voor een paar jaar door de mildheid zyner mededor pelingen geschonken, is gestorven. Hoewel de man oud en kreupel is, was hy aan h.t strand als er wat te verdienen viel en met een paard kon hy in het onderhoud van zich en zyn vrouw voorzien. Men kan dus nagaan, dat zyn verlies groot is. Gelukkig heeft de burgemeester hem verlof gegeven nogmaals een beroep te doen op de milddadigheid zyner medeburgers en er valt niet aan te twyfelen of de oude Aai zal wel weder in het bezit komen van een viervoetigen kameraad. In den avond van 25 November jl. zijn door middel van braak en het open schuiven van een raam in de Weimarstraat te 's Gravenhage ontvreemd een gouden ring, waarop 17 juweelen steenen, een gouden damesring, geheel in het rond bezet met groene vierkante turkooizen; een gouden dames- cylinder-horloge, aan beide zyden omzet met een dubbelo ry paarlen en met een ster van zeven paarlen op 't email en een gouden heeren-ketting. De politie te Rotterdam vond in den nacht van Donderdag op Vrydag op het Goudscheplein een kantoorbediende, die op weg huiswaarts daar ineengezakt was, vermoedeiyk door de strenge koude bevangen. To n men hem naar het politie bureel in de Meermansstraat vervoerde, was zyn toestand bedenkeiyk en in den ochtendstond overleed hy daar. Aan het lokaal van deo Nieuwen Nederlandscben Bootwerkersbond te Rotter dam is het volgende aangeplakt omtrent de werkstaking te Hamburg: Er staken 12;000 man bootwerkers en ook de zeelieeen hebben de werkstaking gepro clameerd. Er zyn stoombooten uit Hamburg leeg vertrokken naar Antwerpen en Rotter dam. Het stakingscomité vertrouwt, dat deze booten niet bearbeid zuil n worden. Van de Engelsche zeelieden werkt niemand in de lading. Per draagbaar is van Amster- dam naar het IsraelietisSh ziekenhuis in de Rapenburgerstraat vervoerd een 52 j rige man, dio by het laden van steenkolen in een stoom schip, liggende in het IJ by de Rietlanden, in het ruim was gevallen en daardoor inwendig zwaar gekneusd werd. De man is in gemeld gesticht overleden. Een boerdorjj in „de P urm er", onder Edam, voor p. m. 20 jaar gekocht voor 85 mille (behalve de kosten ad 10 pet.) is geveild, en de kooper van toen kreeg nu f 37,000. De plaats is groot 19 hectaren en van uitstekende hoedanigheid. Niet te betwijfelen is het, dat de wintjr zyn intocht in ons land heeft ge daan. Uit Monnikendam schrijft men, dat zoover het oog reikt de Gouwzee reeds dicht ligt. De postschuit van Marken kan de haven niet binnen komen en lanct nu onder Kat- woude. Eenige Marker visschers, van do haringvangst op de Noordzee terugkeerende, moesten zich per ysvlet een doortocht naar hun in volle zee gelegen botters banen. De gepensionneerde O.-I. militair Kuyton, te Oosterbont, tegen wien het O M. by de arrond. rechtbank te Breda, wegens poging tot moord op zyn meisje, door op deze eenige schoten uit een revolver te lossen, eene gevangenisstraf van 5 jaren eischte, werd Donderdag vrygesproken. Door bet O. M. is tegen dit vonnis appèl aangeteekend. Te Slagharen, gem. Ambt-Har denberg, is het mond- en klauwzeer uitge broken. Daar ook in de Pruisische gemeente Laar, onmiddelyk aan do grens, de ziekte heersebt, is door den burgemeester van Grams- borgon oen detachoment van 7 2 militairen aangevraagd om de grenzen der gemeente te bewaken. Hoewel aan alle zydeo door de ziekte in gesloten. heeft zicb in de gemeente Grams bergen tot heden nog geen enkel geval voor gedaan Ook door Koevorden is militaire macht aangevraagd, terwyl Deaemsvaart een achttal tydelyke onbezoldigde rijksveldwachters heeft verzocht. De pub 1 i ea verkoop van het wegens mond en klauwzeer afgemaakt vee van den landbouwer T Houdyker. te Bode graven, heeft opgebracht f 1840.80 Er waren vele kooplustigen opgekomen, wat natuuriyk van veel invloed geweest ia op de pryzen. By een koe vao den landbouwer H. H. Hoogeveen, te Noordwykerhout, heeft zicb onder hevig ïyden een geval van „kop zieKte" voorgedaan Het dier ia er aan ge storven. De Cbineescbs muziek beeft met hare achrille toneD en gillende tamtams voor Europeesche ooren niets aantrekkelijks Niet tegenstaande dit alles, hebben de Chineezen het verstaan, zicb met behulp der duiven een soort sferenmuziek te verschaffen Zulke muzikale duiven leerde de Russische reiziger W. ObrutschefF nader by zyne aanwezigheid in Peking kennen Als wy na de bezichtiging van den tempel" zoo verhaalt hy in zyn verzamelde reisindrukken „Uit China" (Leipzig, Dunker en Humblot) - „weder naar de resi dentie toereden, liet zich over ons in de lucht de lieflijkste snarenmuziek hooren, die zich nu eens versterkte, dan weer scheen weg te sterven, al naarmate een zwerm duiven naderde of zicb verwydorde Jk bad reeds vroeger van deze origineele muzikantenkoren in het Hemelsche Ryk gehoord, echter het ontzettende straatrumoer dezer stad verdoofde het oor zoo, dat de zachte tonen verloren moesten gaan. De tonen dezer duivenmuziek zyn zacht en week, weemoedig stemmend, als een concert van Aeolusharpen. En kltine Aeolusharpen zyn die instrumenten inderdaad Er worden nameiyk troepen duiven, kleine pypen van lichte stof, als bamboe, en van verschillende grootte onder de vleugels gebonden; stygt de vogel dan op, dan ontstaat door den sterken luchtdruk by een snelle vlucht de heerlijkste muziek. De Chineezen schynen veel van deze luchtconcerten te houden, want waar men ook heengaan mag in de om streken der keizerstad, overal ziet men de gevleugelde muzikanten met hunne harpen over zich zweven." Van de wreedheid der insurgenten op de Philippynen geeft een Spaansch blad het volgende verbaal: „Een treurige gebeurtenis bewyst, boe onzeker de toestanden zelfs in de nabyheid der hoofdstad zyn. De heer Chofre, teekenaar van het blad „L'Illustration", be zocht iQ gezelschap van zyn vriend, den heer Morris, een neef van den directeur der spoorwegmaatscbappy van Barcelona, een voor stad van Manilla, om e?nige schetsen te maken. Zonder het te weten, hadden zy ondoor dacht de linie overschreden, en zagen zy zich plotseling door een troep insurgenten omsin geld. Chofre werd door hen verwond en stierf kort daarop Morris vluchtte in een nabyge- legen dorp De rebellen vervolgden hem en doorzochten alle buizen, in welke zy konden denken, dat hy was verborgen Uit woede, dat ty hem niet konden vinden, staken zy 36 hulzen in brand. Io een vaD die brandende gebouwen bevond Morris zich inderdaad. Daar by den rook en de vlammen niet meer verdragen kon. kwam by, met brandwonden overdekt, te voorschyn Nauwelyke echter hadden de insur genten hem ontdekt, ol rQ reten hem met wild gehui! in stukkea. De bakker Lacroix, te Narbonne, begaf zicb. oa 6en twist met zyn scboonmoe der, naar zyn bakkerij en kroop in den glorien- oen oven Een werkman, die kort daarna bin nenkwam. trok er zyn meester onmiddeliyk uit, maar hy bad reeds zulke hevige brand wonden bekomen, dat by in hopeloozen toe stand naar bet gasthuis gebracht werd. Te Buda Pesth is een geneesheer, dr. Kootnat. die lid van den gemeenteraad was gearresteerd. Hy wordt beschuldig 1 zich bei aanzienlijk vermogen van een 75 jarige patiénte te hebben toegeëigend, onmiadeliyk toen ze gestorven was. Haar woning is ge- oleken geheel door hem te zyn leeg geplun derd De gearresteerde stond bekend om zyne weelderige levenswijze. Te Rilland-Batb b ad een vrou w h et ongeluk onder het eten van soep een beentje in te slikken Ondot een hevig lyden is zy eenigen tyd daarna, niettegenstaande bet beentje verwyderd word, aan de gevolgen bezweken. Financiëele Kroniek. Er kan niet gezegd worden, dat de houding der effectenmarkt aanleiding tot tevredenheid heeft gegeven voor byna alle soorten heerschte eene ongenoeglyke stemming, zoowel door de zwakke houding van het binnenland als door de berichten der buitenlandsche Beurzen, welke zonder onderscheid allen van een flauwe tendenz melding maken Het publiek heeft ten opzichte van den fondsenhandel weer eene neerslachtige houding aangenomen, welke hetzelfde karakter van moedeloosheid en wantrouwen vertoont als vóór de Presidents verkiezing. In de verwachting eener spoedige verbetering eer Amerikaansche Spoorwegmarkt is het deerlijk teleurgesteld, en zy, aie ge hoopt had-Jen zich met winst van een groot deol hunner Amerikaansche fondsen te kunnen ontdoen, zien niet alleen hun hoop nog niet verwezenlijkt, doch hebben het vooruitzicht, De jonge vrouw richtte zich op en nam üe handen van 't gelaat. Lang had ze voor over aan de tafol gezeten met de ellebogen onder 't hoofd en 't gezichtje verborgen achter de slanke vingers, waar de tranen tusschen door druppelden. Nu wischte ze langzaam oogen en wangen af. Neen, ze wilde niet meer schreien, het haatte immers niets? *t Was waar hoe dikwijls had ze dat al gezegd! En toch overweldigde haar soms opnieuw eon zóó onuitsprekelyke, troostelooze droefheid, dat ze vergeefs de tranen trachtte te weerhouden, die toch haar geheim verdriet niet lenigen konden. Ja, wanneer ze in zulke uren het hoofd aan een trouwe borst had kunnen leunen en daar alles uitspreken, wat haar zoo rampzalig maakte, dat had haar misschien goed gedaan Maar dat kon ze niet; ze kende niemand, met •wien ze zóó vertrouwelijk was. Er zyn niet veel menschen, aan wie een ongelukkige zyn hart kan uitstorten met de vaste overtuiging hun niet lastig te zyn en begrepen te worden. En zelfs dan! Welke echte vrouw zou zich zoo willen vernederen over haar ongelukkig huwelyk te spreken tegen een derde, die er niets mee heeft te maken, die ondanks alle vriondschap toch alleen dan haar zou kunnen begrijpen, als ze al de duizend kleine byzonderheden bloot legde, die men zelf zich slechts met tegenzin en bitterheid herinnert en waardoor die andere dan den man, dien men toch eens zoo grenzen- loo8 heeft liefgehad, ten strengste zou ver- oordeelen? Dat niet o neen, dat niet! Hoe hy haar ook griefde, vreemden mochten geen steen op hem werpen. Ze moest bet alleen dragen, met zichzelf uitmaken hoe rampzalig ze was. Ja, dèt was zei Nog eens sloeg ze de handen voor 't gelaat, maar slechts vooreen oogenblik. Toen streek ze 't golvende, blonde haar, dat ze eenvoudig gescheiden droeg en waarvan een paar vlokjes losgeraakt waren, van 't voorhoofd, rilde even alsof ze 't koud had, haalde diep adem en stond op, de sieriyke, tengere gestalte als met een ruk omhoog richtend. De laatste lichtstraal, die de korte Novemoer- dag had te schenken, viel in de gezellige huiskamer, die, zonder overdreven élégaoce, toch zoo behaaglijk was ingericht als alleen de hand van een fijngevoelige vrouw dat kan. Iets eigenaardig aristocratisch kwam iemand in dat vertrek tegen, ofschoon het niets buitengewoon kostbaars bevatte. En in die omgeving paste de verschyning der jonge vrouw, die nu met rusteloozen lichten tred in de schemering op en neer liep. Haar ge zichtje, ofschoon bleek en beschreid, had iets zeldzaam innemends, waaraan zelfs gesn afbreuk gedaan word door den bitteren trek om den fijnbesneden mond, dien de natuur daar zeker niet had gewild. Het leven echter had niet gevraagd naar de bedoeling der natuur, en nu had die biltere trek zeker recht van bestaan. Het huwelyk, dat ze nauweiyks drie jaar geleden had gesloten en waarvan ze alle mogeiyk geluk gehoopt had, had haar zoo goed als enkel hartzeer gebracht, althans zoo meende ze, nu op dien tyd terugziende. Hoe grenzenloos, hoe benydenswaardig gelukkig had ze zich in 't begin gewaand 1 Den man, dien ze volgde, had ze lief met hart en ziel, en hy ja, hy zou haar, het onbemiddelde meisje, toch zeker niet tot vrouw hebben gekozen, als hy haar niet had liefgehad. De eerste maanden van dat nieuwe leven schenen haar ook nu nog een schoone droom. Maar toen kwam er een tyd, dat hetteere jonge vrouwtje zich wat in acht moest nemen ze moest kalm en rustig leven, mocht geen gezelschappen bezoeken, noch veel gasten by zich zien en moest 's avonds vroeg naar bed. En bet had niet lang geduurd of de levens lustige man had behoefte aan verstrooiing gekregen en het ondraagiyk gevonden na een dag van werken thuis alleen by de lamp te zitten. Eerst had ze hem zelf verzocht toch af en toe 90D8 uit te gaan, wel is waar met de stille hoop, dat hy het toch Diet doen zou. Maar hy had het gedaan. En zoo was 't van lieverlede als vanzelf gekomen, dat hy eindeiyk avond aan avond uitging, ook dan, als ze hem zeer goed thuis had kunnen gezelschap houden. Er waren verscheidene dagen geweest, waarop ze hem enkel op etenstyd zag; 't was haast alsof hy weer geheel tot zyn jong- gezellenleven terug was gekeerd. Hy had haar gegriefd tot in 't diepst van haar ziel, maar ze had gezwegen. Zoolang haar heugde, was 't altyd een eigenaardigheid van haar geweest niet om iets te kunnen vragen, dat haar van rechtswege toekwam en dat men haar toch onthield. Nooit had ze dat gekend, bet allerminste als liefde het haar had moeten schenken. Als hy het natuuriyk vond haar alleen te laten in een tyd, dat ze juist dubbel behoefte had aan hartelijkheid en liefdevolle zorgen als hy dat doen konwelnu, dar. mocht hy het doen! Ze deed hem geen verwijten; dat zou haar de diepste vernedering hebben toe geschenen. Maar als hy 's avonds met een vluchtigen groet welgemoed was uitgegaan, nadat hy in den loop van den dag voor haar op zfjn best een half uurtje tyd had gevonden, dan schreide ze bitter, 9n in baar binnenste sloop icgenover hem een hard gevoel, waaraan ze geen naam kon geven. Ze deed hem geen verwijten, noen, maar dat óéne kon ze niet beletten, dat ze nu koeler 9n terughoudender tegen bem sprak dan vroeger. Er was iets tusschen hen go- komen. En by bad schuld daaraan; hy alleen. Wakker lag ze in bed tot ze hem laat boorde thuiskomen. Maar als hy dan zacht en voorzichtig binnentrad, om haar niet te storen, deed ze de oogen dicht alsof ze sliep. Wat behoefde hy te weten, dat ze naar hem verlangd bad! Toon kwam er een dag, dat men de jonge moeder een kindje in de armen legde, eon teer, klein schepseltje, dat ze met naamlooze verrukking aan 't hart drukte - „mijn kind mijn kindl" Ze had vroeger gehoopt, dat die dag haar beur man zou teruggeven en alles weer worden zou als voorheen. En zeker, geluk en vadertrots straalden hem uit de oogen, toen men hem zyn dochtertje voorhield en hy het witte bundeltje voorzichtig en on handig in de armen nam. Zeker, hy kuste zyn vrouw en streelde haar de wangen, maar zooals vroeger werd het toch niet meer. Neen, neen, ze kon niet narekenen hoe alles zoo was gekomen. Schrede voor schrede was het gegaan, 't Was waar, haar eigen gezondheid moest nog lang worden ontzien; ze bleef aan huis en kamer gebonden; het kind vereischte daarenboven aanhoudende zorgen, moer nog dan andere kinderen op dien jeugdigen leeftijd, en het was stellig thuis nog met altyd opwekkend voor een man, maar toch maar toch, zoo geheel, zoo vol komen had hy zyn genot niet buitenshuis behoeven te zoeken. Hy leefde voor zich en zyn plezier, zy voor haar kind. Weldra waren ze als tweo partyen, hy aan de eene, zy met het kind aaD de andere zyde. O, en toen voelde ze het nog nauweiyks. Haar kind nam tyd, gedachten en hart zoo volledig in beslag, eD by had er haar immers vroeger al aan gewend zonder hem to leven l „Myn kind - mfjD kind!" Ja, dat kleine, teere, zoo geheel van haar afhankelijke wezentje, dat behoorde haar toe, en haar eigendom, haar eemgo bezitting zou het zyn en biyven, wanneer ty bet buiten vrouw en t :n$ kon stellen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 9