rt
ra
rt
Praatjes over Kunst.
Vlokken.
LXXXVII.
Irmenlo.
De uitgave van een Nederlandschen histo
rischen roman, met een waardeerende inlei
ding van Frederik Van Eeden, mag stellig
worden aangemerkt als een zeldzaam ver
schijnsel aan ons letterkundig firmament.
Met den aanhef van den schrijver van den
„Kleinen Johannes" ben ik 't volkomen eens:
„Het eerste werk van een onbekend talentvol
man by het publiek in te leiden, bet mooie
er van in 't licht te stellen en waardeering
te vergemakkelijken, acht ik de dankbaarste
en aangenaamste wijze van critiek."
Met groote aandacht, en allengs stijgende
belangstelling heb ik dit werk gelezen, en by
*t wenden van de laatste bladzijden moest ik
bekennen: een mooi, een goed boek.
Er ligt een groot-gedragen dramatische kracht
in deren arbeid opgetast, en de schrijver heeft
beweren ('t jaartal Januari 1893 Mei 1895
legt er getuigenis van af), dat hy niet over
één nacht ijs is gegaan.
Het hoofdmotief is de strijd tusschen Chris
tenen en Heidenen.
Mooi volgehouden is het type van den
Wodan-priester, van Woonfred, mooi ook die
groote vrouwenfiguur, die met zoo zuivere
lijnen is beschreven, de onbegrijpelijke en
onbegrepen Gonda. En om deze beide groe-
peeren zich Dornwelf en Marfa, Rodar en
Piaddus, Karei de zegepralende keizer en
Alkwert, de „ingeklemde, de ongelukkig ver
brijzelde tusschen de twee groote machten".
Ik acht 't goed b er een paar volzinnen
en brokstukken in te lasschen, opdat, zij 't dan
ook vaag, een denkbeeld kan worden ver
kregen van schrijfwijze en inhoud. Blz. 16:
„Dreigend hieven ze de armen op langs de
fakkels, die vlamden en walmden en scha
dawen, brokken van reuzen, langs de wanden
vliegen deden." (h09 kernachtig uitge
drukt!) Blz. 6 (2de deel) Woonfred's toespraak
„„Hy wachtte een wijle. Gewoon in plech
tige bijeenkomsten te spreken, zag hy rustig
om zich heen en dan overlieerschte hy met
een groot gebaar de maalstede, zyn rede aan
heffend
„Ik vraag u allen, gy, rechter, oldermans
en ommestander8
Hoe lang zult ge nog luisteren naar woor
dengeraaa van vet geluierde Christenpriesters?
Hoe lang zult ge u nog verschuilen m kerken
•n kapellen, en u rekken aan kruisen, waar
de Christen-God als een lijfeigene stierf?
Woud en Wouatempel zyn verlaten. De Wodan
priester tandenknarst over 't volk, dat zich
verlaagt tot bukkenden arbeid der vrouwen
•n ïyfeigenen, dat slechts leeft om zyn tamme
vruchten in vrede te eten. Eens zult ge, eveD
als deze priester**), in pyen rondwandelen,
om uw vrouwenarmen en uw vadsige buiken
te verbergen. En dan zal de vreemdeling
vragan: „Welk volk is dit, dat kruipt en
knielt langs den weg, dat te lui en te log
is, den beer en den ever te ontmoeten?" En
dan zal de vreemdeling wederom vragen
„Wolk volk is dit? Nog nimmer hoorde ik
in verheven zangen van zijn daden gewagen."
„Mannen van Irmenlo, spitst uwe ooronl
De Christenen willen terugkeeren van hun
leogenparady8, van hun leugenleven van vrede.
Vrede? Stryd zeg ik u! Stryd is leven. Worden
reeds de kinderen niet geboren onder stryd?
Stryden Goden niet tegen reuzen en boomen
niet tegen storm?"
„Ook in my, den Wodanpriestar, is stryd
en smart en schande over de schande van
myn volk. Als ge de Christenen volgt, volgt
}eal Maar geeft uw wapens overl Ik zal
ze in den tempel bewaken als heilige teeke-
nen van een eertyds heilig volk."
Heftig bewoog zyn baard zich tegen 't
prieèterhemd, terwyi zyn arm met zware
gebaren over den ommestand dreigde. Hy
boog 't bovenljjf, alsof hy wierp met de
speer; en dan zweeg hy, de lippen verschroeid
van de hitte der woorden".
BI. 153 (2de deel) Woonfred: „Ik wil niet
geringelooid worden als een vrouw of een
lyfeigene, wil niet beleend zyn met uw gunsten,
opdat ik evenals de anderen met ïyfeigenen-
gang en afgedragen woorden en hunkerende
blikken naderen zal en buigen, buigen totdat
myn nek een rustbank voor uw voeten worde.
Ik wil geen nieuw gewaad van goud of wit-
goud, om 't even. Goud haat ik als den goud-
schyn uwer woorden. Ik wil geen krygssier-
reden of sterren of wat meer ge geven wilt,
want ik veracht uw kruis, gedoode hout uit
myne wouden en uw omarming, die doods-
omarming is."
Krachtig beschreven Is ook 't offerfeest:
(bL 39, 2de deel). „Wreed-bevallig zwaaiden
se te offermessen. De dieren stortten. En de
mesMn sneden en gleden, 't Rillen en lillen
der darmen werd aandachtig gevolgd door
Woonfred, die dankend de armen ophief, ter-
wyi anderen de ingewanden uitsneden en op
groene twygen naar den offersteen brachten,
waar de vlammen als gouden lokken krulden
door den rook. Eu de offeraars vielen neer,
*t gelaat naar de aarde, de handen omhoog,
angstig roepend en roepend, dat het offer
Wodan welgevallig mocht zyn.
Do priesters doopten wykwasten aan lange
■tokken In de bloodemmors. Ze besprenkelden
1 Wodanbeeld en de offeraars in gebed, die
door 't bloed met Wodan vereenigd, 't hoofd
ondor een bevend brullen tegen de aarde
drukten. En de wykwasten kwyiden. 't Bloed
regende over de gewaden, 't Nostelde zich
in de haren en traande over gelaat en han
den, die steeds omhoog staken, dorstig naar
bloed.
En dan stonden ze weifelend op in hun
rood-gevlekte offerhemden. Met glinsterende
oogen, alsof ze uit droomgezichten gewekt
werden, naderden ze de offerdieren, die uit
elkaar gesneden, over groote vuren gebraden
werden, waarna ze naar de loofhutten gingen,
terwyl vrouwen emmers bier en meed aan
brachten."
My dunkt, dat uit de hier aangehaalde
passages blykt, dat de schryver Adriaan Yan
Oordt over een ongemeene taalkracht beschikt.
Met Yan Eeden heb ik tegen 't boek één
enkele bedenking. Er klaagt door sommige
bladzyden een moderne moeheidsstem, die
onze stoere woud-bewonende voorvaderen niet
zullen hebben gekend. (In de figuur van Gonda
komt dit o. a. sterk uit). Maar dit vlekje
(als 't een vlekje is) getuigt wellicht juist
weer voor 't fijngevoeleu van den schryver,
die door deze eersteling „Irmenlo" zoo helder
bewezen heeft, dat „het scbynbaar voorgoed
onmogelyk geworden genre van Yan Lennep
en Felix Dahn" nog reden van bestaan heeft,
als 't in windselen wordt gehuld, zooals de
heer Van Oordt die ter zyner beschikking
houdt.
Het pas verschenen werk „Moderne Hol-
land8cheEt8ers" door Philip Zilcken (Scheltema
en Holkema's Boekhandel) is al te belangryk,
om, zooals nu geschiedt, 't eenvoudig aan te
kondigen. Ik hoop er de volgende week
uitvoeriger -van te gewagen. maar d&n is
't reeds St.-Nicolaas. Daarom voorloopig dit:
Het is een mooi werk, in een keurigen band
(door Wenckebach ontworpen) gestoken; een
boek, dat in handen van veel kunstvrienden
moet komen.
De volgende artisten worden er in behandeld
P. J. Arendzen, M. A. J. Bauer, B. J. Bloin-
mers, E. Bosch, mej. Croiset v. d. Kop, C.
L. Dake, P. Dupont, E. Fles, J. M. Graadt
v. Roggen, H. J. Haverman, M. Heyl, mej.
B. E. v. Houten, Icke, J. Israels, P. De Jos
8elin de Jong, Jongkind, J. Ei. Karssn, A.
L. Koster, Legras, M. v. d. Maarel, J. Maris,
M. Maris, A. Mauve, H. W. Mesdag, A. F.
Reicher, E. Stark, W. Steelink, jhr. C. Storm
v. '8 Gravesande, M. W. v. d. Yalk, Floris
Verster, J. Yeth, Jan Vrolyk, mej. M. De Vries,
H. J. v. d. Weele, W. Witsen, Ph. Zilcken
en W. Do Zwart.
Het „Winter"-nummer van „The Artist" is
ditmaal buitengewoon belangryk. H'.-t bevat een
„Consideration of the Art of Frederick Sandys"
met talryke illustraties. Er valt o. m. een
„Auto type" te bewonderen naar diens „Magda-
lena."
Er komt waariyk (al gaat 't langzaam)
een mooier mode aan de orde in de kinder
en dameskleedy.
Zoo zag ik dezer dagen in een onzer mode-
magazynen een allerliefst wit-donzen manteltje,
met goudborduursel bestikt, 't welk zoozeer
myn aandacht trok, dat ik parmantig den
winkel binnen ben getreden, ten einde 't meer
van naby te mogen bezien. En waariyk, by
aandachtige beschouwing viel 't niet tegen 1
Byzonder artistiek bleek de lyn van 't bor
duurwerk aangegeven, en mooi verkleinden
zich dezelfde kunstvaardige motieven naar het
halsgedeelte. Nog werd my een zwart-flu
weelen mantel te zien gegeven, rykeiyk met
gitten getooid, knaphandig bewerkt. Juist
omdat ik den invloed, dien smaakvolle vrou-
wenkleedy en fraaie dameshandwerken op de
kunstontwikkeling van een volk kunnen uit
oefenen, niet gering acht, moet ik ditmaal in
m'n „vlokken" melding maken van schynbaar
futiele voorwerpen.
Byroegsel ran da Sehaakrnbriek Tan 30 NoTember 1896.
Stand van de wedstrijd te Groningen Vrydag-avond.
Int© &LA§IE.
Groep A.
Jhr. A. E. v. Foree8t. -
D BleykmansO
L. H. Deelman Jzn. O
L. BenimaO
R. Heeren
a
M
m
ei
1
o
O
O
Groep B.
H B. Yan Rhyn
A. Bleykmans.
H. Wier8ema
M S. R. I.
W. H. B. Meiner8.
i
O
r?
o3
a
a
CD
-fl
ia
CD
m
a
5
a
i
0
i
0
i
0
0
1
i
Ude KLASSE,
Gedurende de maand Januari zal er in de
zaal Hartevelt van het Stedeiyk Museum een
tentoonstelling worden gehouden van werken
van den kunstschilder S. Moulyn. Thans zyn
deze schilderyen, teekeningen en decoratieve
ontwerpen geëxposeerd in „Maison dArt" te
Brussel (Avenue de la Toison d'Or 56). Zy
mochten reeds te Parys (Maison Bing) de
welverdiende aandacht trekken.
De aandachtige „Ylokken"-lezer8, die weten
hoezeer ik de kunst van Moulyn waardeer,
zullen begrypen, dat ik met deze toegezegde
expositie hoogeiyk instem. C. V.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Verheven mr. Pieter Van
den Brandelor, te 's-Gravenhage, mot al zyno
wettige zoo mannelijke als vrouwelijke afstamme
lingen, in den Nederlandschen adel, mot de prae-
dicaten van jonkheer en jonkvrouw.
Benoemd tot generaal-niajoor. de kolonel R. P.
Verspyck, lid van het Hoog Militair-Gerechtshof.
Benoemd bij bet personeoï van den geneeskun
digen dienst der landmacht, tot officier van ge
zondheid lste kl., de officier van gez. 2de kl.
dr. A. Van Dorsten, van het personeel
De gewone audiëntie van den minister van
ustitie zal op Dinsdag 1 Dec a a niet plaats
lebben.
.Irmenlo" door Adriaan Van Oordt, W. Vor-
Amsterdam 1896.
PUcidas.
Besmettelijke veeziekten.
De Minister van Binnenl Zaken heeft blijkens
tnededeeling in de ,Staats-Ct.":
A. ÏDgaande 28 November 1896, met introkking
zijner beschikking van 14 November 1896, be-
troffonde het verbod van vervoer van herkauwende
dieren en varkens uit een gedeelto der gemeente
Amsterdam, het vervoer van herkauwende dieren
en varkens verboden uit een kring, omvattende
de gedeelten van de gemeenten Amsterdam en
Oostzaan, gelogen in den Noord-IJpolder;
B. bepaald, dat wanneer bijzondere redenen
afwijking van het verbod van vervoer van her
kauwende dieren en yarkons uit den in deze be
schikking genoemden kring noodzakelijk ruakon,
zoodanige afwyking kan worden toegestaan door
de burgemeesters vaa Amsterdam on Oostzaan
Groep A.
A Ypes.
H. Scheltema.
M. Nanninga
G. J. Beukema
H. B. Zylstra
J. Dykvela
cï
a
CO
exi
g
cfl
1
ré
CD
Cu
*3
ca
o
a
c
<0
■M
a
CQ
N
0
1
1
1
1
1
0
0
-
0
0
0
1
1
0
1
0
1
i
0
B
Groep C.
eé
i
CD
O
2
M
a
c
Ctt)
CD
ca
73
a
0H
55
Q
a
Dr. N. W. Boerma
1
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
C. Halbertsma
0
1
0
Groep B. S
Mevr. M.
R Van Dam1
E. Wieling1
P D. Van Zeeburgh. J
L Zuidema
B. PakO
Groep D.
SS
H. D. B. Meyer
BultemaO
J. SpornheyerO
B. BruinsO
L Renken
T. P M. Baetens O
X3
8
cö
a
cx
dó
c
d
-O
cfl
a
d
ca
F
C§
"O
3
N
Pak.
0
0
1
1
0
1
0
0
1
1
-.
1
1
0
1
i
1
0
0
0
m
1
i
0
1
O
1 1
0 1
- O
1 -
Burgerlijke Stand.
KATWIJK. Gehuwd- A. Van Dnyvenvoorde
54 j. en J. Varkevisser 46 j.
Geboren: Tennis. Z. van K. Van Dijk en M.
Van Rijn. Wilkelmina, D. van li. Hoek en K.
Van der Plas. Willem, Z. van D. Van Duyven-
bode en A. Harteveld. Gijsbertus Cornelis. Z.
van N. Dea Dubbelden en G Lommerse. Jan,
Z. van J. Van Beelen en K Vooys. Willemijntje,
D van G. Van Duyn en J. Kromhout. Clasina
Wilhelmiua. D. van J. J Van Paridon en C. M.
Van dei Valk.
Overleden: M C. Den Dubbeldam 1 j.
LKIUKKDORP. Overl eden: S DeRoodeD 3m.
L1SSE. Ondertrouwd W. De Jong jm. 25 j.
en L Koelewijn jd. 23 j
Gehuwd^ M. Vergunst en R. Baartse. D.
Tibboel en A. A. Veldhoven.
Geboren; Anna Alida, D. van J. Hoogervorst
en G. Van der Lans Jan, Z. van C. J. Frerik»
en D. Heemskerk. Gerardus, Z. van M. Van der
Zon cn J. Zandbergen.
NOORDWIJKLRHOUT. Overleden: J. Van
der Slot, 51' j., echtg. van W. Heemskerk.
RIJNSBURG. Geboren: Johanna Catharinaen
Noeltje, D van J. Piius en N Molenaar.
WOUBRUGGE. Geboren: Alida Theodora.
D van F. Brouwor en M. Wortman
Overleden: C. H. Van der Geest 2 mnd. D.
van G. Van der Geest en P. Hoogenboom.
STOMP WIJK. Bevallen- H. Van dor Kroft
gob. do Wit D.
Overleden: P. C. Van der Weijdon Z. 10 j.
Waterleiding by worst.
Wanneer de wintervorst zich in al hare
gestrengheid doet gevoelen, hebben zy, wier
woning vaneene waterleiding is voorzien,
dikwyls heelwat getob.
Het water in de leiding raakt dikwyls be
vroren en men he=ft dagen laDg gebrek aan
water.
Begint het te dooien dan volgt daarop
dikwyls eene overstrooming, doordat de lei
ding op één of moer punten gebarsten is.
Een algemeen verbreide meening is deze,
dat de buizen barsten by hot ontdooien.
Het tegendeel is echter waar. By het be
vriezen zet het water met kracht uit en is
er nu geen ruimte genosg voor die uitzetting,
dan zal de buis, waarin het water bevat is,
barsten.
Dat de buis gesprongen is, wordt dan niet
gemerkt, omdat hy dan gevuld is met ys.
Verandert dat by het ontdooien in water,
dan eerst wordt men op onaangename wyze
gewaar dat er een lek is ontstaan.
Om nu het bevriezen van het water der
leiding binnensbuis te voorkomen, laat men
de leiding togen den avond leegloopen.
Toch is dikwyls, niettegenstaande deze
voorzorg, den volgenden morgen de leiding
bevroren.
De reden daarvan is, dat men niet goed
gewerkt heeft.
Het aftappen dient als volgt te geschieden
De hoofdkraan wordt gesloten en het
aftapkraantje, dat zich daarby bevindt, ge
opend.' Bovendien moeten echter al de kraantjes,
die zich in de leiding binnenshuis bevinden,
geopend worden, opdat daardoor de lucht kan
toetreden cn boven op het water drukken.
Doet men dit niet, dan zal de lucht alleen by
het aftapkraantje kunnen drukken, en daar
nu door den luchtdruk een waterzuil van
circa 10 meter hoogte kan worden opgehouden
(wanneer namelyk boven het water geen
lucht is), zal het water uit de leiding niet
geheel kunnen wegloopen cd by strenge
koude bevriezen.
Kerkelijke Berichte».
Leiderdorp: Hervormde Kerk Zondag
voormiddag te 10 uren de heer C. J. "Warners,
theol. cand. te Leiden. Verder geen dienst.
Ter Aar: De intrede van den beroepen
predikant naar de Hervormde gemeente van
Ter-Aar, ds. P. J. Wauters van Rozenburg,
is bepaald op Zondag 6 December a. s., des
namiddags te 2 uren.
Als bevestiger hoopt op te treden de con
sulent ds. Willebrands, predikant te Aarlan
derveen, des voorm. te 9 uren.
Cholera in Indië.
Het „Rott. Nieuwsblad" meldt het
volgende
Een heden ontvangen particulier
telegram uit Soerabaia meldt, dat
aldaar hevige regens vallen en de
cholera er minder wordt.
Geraenjd Nieuws.
Hedenmorgen omstreeks zes
uren kwam aan het politiebureel een jongen,
genaamd J. Z., die een briefje bracht, dat hy
dic&t by zyn buis aan den walkant gevonden
bad, met een mes tusschen de steenen vast
gestoken.
Op het briefje stond vermeld„zy maken
bet my op straat zoo benauwd." Onmiddellyk
wcr een onderzoek ter plaatse ingesteld en
haalde men van onder de yskorst het lyk van
eene vrouw Op haar werd eenig geld bevon
den, terwyl haar zak met een zakdoek was
dichtgebonden.
Door M. H. F. werd vervolgens het lyk,
dat inmiddels naar het drenkelingenhuisje was
overgebracht, herkend als te zyn van zyne
stiefzuster J. v. d. B., 41 jaar oud, die den
laatsten tyd lydende was aan vervolgings
waanzin.
Aangezien door omwoners van de plaats,
waar de vrouw gevonden werd, hedennacht
omstreeks twaaf uren een gil gehoord is, ver
moedt men dat zy op dat oogenblik te water
gesprongen zal zyn, daar alles wjjst op zelf
moord.
By de politie te dezer stede
kwam aangifte van een melkslyter, dat 's mid
dags by hem de toonbanklade, inhoudende
ongeveer f 3, gelicht was, vermoedelyk door
een paar opgeschoten jongens, die evea te
voren een glas melk gebruikt hadden.
Tevens werd gisteren aangifte gedaan van
ontvreemding van een zak lompen van een
wagen, die onbeheerd was biyven staan. De
vermoedelyke dader is echter reeds door de
politie opgespoord en aangehouden.
Eenige dagen geloden is een
goud- en zilver-kashouder alhier do dupe ge
worden van een behendigen oplichter.
Onder overgifte van een briefje, geteekend
door eene weduwe uit Noordwyk, wist hy
eenige gouden horloges en kettingen mede
te krygen, waarna het bleek dat bedoelde
weduwe van niets wist. De zaak is in handen
der politie gesteld.
Naar wj) vernemen, wordt het
erf van Zwetsloot aan de Haarlemmertrekvaart,
alwaar mond- en klauwzeer heerscht, behalve
door de politie ook door militairen bewaakt.
Daartoe is de wacht der politie voor de mili
tairen aangewezen, van waar de posten wor
den afgelost.
Omtrent bet specialiteiten
gezelschap van den heer Stroober, dat morgen
avond in de Stadszaal alhier optreedt, hebben
o. a. de bladen te Groningen, waar het reeds
meermalen voorstellingen gaf, gunstige beoor
deelingen gegeven.
De 7 0 - j a r i g e m ol en aa r s k n e c h t
K., te Sassenheim, kwam gisternamiddag om
streeks vier uren met een geladen wagen,
bespannen met twee paarden, naar Katwyk,
toen hy op de Rynsburgsche brug door een
onvoorzien toeval het stuur kwyt raakte en
de bruintjes er van door gingen.
De koetsier raakte weldra op den grond,
terwijl de paarden nog een kleinen afstand
onbeheerd aflegden, doch welira, toen do
wagen uit elkaar was gereden, stilstonden.
Hoewel in den beginne aan een ernstig onge
luk gedacht werd, kon de inmiddels ont-
boion geneesheer dr. A. J. Van Walsem con*
sUteeren, dat, hoewel het been van den koet
sier gewond werd, toch niets gebroken was.
Na dan ook verbonden te zyn, kon de man
met een ander voortuig weder naar Sassen
heim terug worden gebracht.
Gisteravond liep in het Voor.
hout te 's Gravenhago een dronken korporaal
"**r jagers met zyn sabel te zwaaien. Hot
wapen vloog hem ongelukkig uit de hand en
trof een voorbyganger in het been, gelukkig
was de wond niet ernstig.
Ten vervolge op de berichten
betreffende den brand fn de rywielenfabriek
„Wilhelmina" der firma Adler Van den
Brink te Zeist meldt men aan de „Tel." nog:
De gang der fabriek is gelukkig niet door
de ramp belemmerd. Al de werklieden kun
nen in de overgebleven werkplaatsen hun!
werk horvatten en andere fabrikanten te Zeist,
vooral de heer Van Ginkel, stoommetaalwa-
^renfabriek, hebben hunne machines beschik*
baar gesteld om genoemde firma in de gele-,
genheid te stellen, door te kunnen werken,
zoodat de fabriek de „Wilhelmina" in staat
is om aan alle opdrachten te biyven voldoen.
Verder wordt gemeld:
Van de gebouwen is niets over dan de naakte
muren. Het terrein is een tooneel van verwoes
ting. Te midden van binten en balken liggen
velgen en vorken, spaken en naven, trapassen
en raderen, alles door de vlammen verwron
gen en verbogen Hier en daar doet een half
gesmolten frame tusschen puin en steenen
den toeschouwer de verzuchting slaken: „wat
zonde van die mooie karretjes I"
Aan de achtorzydo staat nog do stoomketel
en een gedeelte van de vernikkel-inrichting,
vreeseiyk door 't vuur gehavend. Den geheelen
nacht bleef de brandweer op de smeulend»
massa water geven; eerst ongeveer half vier,1
van morgen, kon zy inrukken, terwyl één
slang der waterleiding nog den geheelen
morgen werkziam bleef. De belendende per-
ceelen hebben begrypeiykerwyze nogal brand
en waterschade.
Vooral het woonhuis vaD den heer Va*
den Brink had gevaar te duchten, wyi daar
heen juist de wind was. In den beginne vreesde
men dan ook 't ergste voor dit gebouw, want
de felle wind voerde massa's vonken tot op
grooten afstand.
Te midden der vlammen bleef de stoom
machine steeds doorwerken, wat een geluk
mag heeten, daar nu al de stoom verwerkt
werd en springen werd voorkomen.
Een pakschuur van de firma Wees en Wya
mede verbrand, evenals eenige rywielen
van particulieren, die ter reparatie in d«
fabriek aanwezig waren en eenige fietsen van
werklieden die op hunne wielen van uit
Utrecht hier kwamen werken. Die wielen
waren helaas niet verzekerd. Ook van ver
schillende werklieden der firma Van den Brink
en Harmsen zyn de gereedschappen een prooi
der vlammen geworden.
Het totaal be irag der verzekering bedraagt
f 68,000.
Een nieuw gebit. By de r e c h t«
bank te Amsterdam is, naar de „Amst. Ct."
mededeelt, de volgende rochtsvordering aan
hangig:
By de firma Gebr. Schmeinck op de Spui
straat was men bezig een rol zeildoek to
hyseben. Terwyl de rol byna boven was,
gli te er een stuk doek ter grootte van een
tafellaken uit, dat terecht kwam op het hoofd
van den heer Nauta Peters, die viel en daarby
een hoofdwond en een paar tanden brak.
De heer Peters begaf zich onmiddellyk naar
de heeren Schmeinck, die hem hun excuus
aanboden en zich bereid verklaarden de kosten
van den dokter te betalen. Hy liet zich ver
binden en de heeren Schmeinck betaalden da
rekcDÏDg. Een gebroken lorgnet wilden zy
ook vergoeden. Doch nu kwam de heer Peters
met een rekening van den tandart9, die een
nieuw gebit noodig oordeelde. Op die wyze
voortgaande, meenden de heeren Schmeinck,
sou er geen einde komen aan de rekeningen,
en zy weigerden verder te betalen.
De heer Peters stelde daarop een eisch
tegen de heeren Schmeinck in, en koos ala
raadsman mr. Worst, terwyl de heer Schmeinck
mr. Kappeyne van de Coppallo als hun ver
dediger kozen.
H t getuigenverhoor heeft plaats gehad,
het tegenverhoor is bepaald op 23 Dec. a. s.
Door de rechtbank te Arnhem
uitspraak gedaan in het proces van do
gemeente Arnhem tegen de Luiksche Water-
leidingmaatschappy, die daar de drinkwater
leiding exploiteert. De rechtbank heeft vor-
klaard, dat de Mau\«chappy ten onrechte da
door haar te betalen bedryfsbelasting onder
de exploitatiekosten heeft gebracht. De eisch
der gemeente om uitkeering van f 5,567.07'/,
als haar aandeel in de winst ever 1894 i*
toagewezen.
Uit Kampen meldt men,datdé
scheepvaart van daar naar Zwolle langs de
kanalen en op de zytakken naar Hasselt en
Genemuiden door de ingevallen vorst ge
stremd is
Gisterochtend is eenvaartuig
(hengst) van Verseke, dat met suikerbieten
beladen was, op de Yerseksche bank omverge-
slageD, doordat de opperlast te zwaar was.
De suikerbieten zyn verloren en de mast ia
gebroken, maar de opvaren Jen zyn gered.
Naar men verneemt is de zoo*
van dr. V., te Bergen op Zoom, wiens opspo
ring door den commissaris van politie aldaar
werd verzocht, in de ouderlyke woning terug
gekeerd.
Beursbericht. Amsterdam, 28 November.
Integralen flauw 88T/a, Obligatiön 97*/%, Certif.
973/8, Portugal flauw 237/si -Balt. 611/* vast,
Amerik. Sporen beter gestemd, weinig handeL
Prolongatie 3y%-4.