rt ra rt Praatjes over Kunst. Vlokken. LXXXVII. Irmenlo. De uitgave van een Nederlandschen histo rischen roman, met een waardeerende inlei ding van Frederik Van Eeden, mag stellig worden aangemerkt als een zeldzaam ver schijnsel aan ons letterkundig firmament. Met den aanhef van den schrijver van den „Kleinen Johannes" ben ik 't volkomen eens: „Het eerste werk van een onbekend talentvol man by het publiek in te leiden, bet mooie er van in 't licht te stellen en waardeering te vergemakkelijken, acht ik de dankbaarste en aangenaamste wijze van critiek." Met groote aandacht, en allengs stijgende belangstelling heb ik dit werk gelezen, en by *t wenden van de laatste bladzijden moest ik bekennen: een mooi, een goed boek. Er ligt een groot-gedragen dramatische kracht in deren arbeid opgetast, en de schrijver heeft beweren ('t jaartal Januari 1893 Mei 1895 legt er getuigenis van af), dat hy niet over één nacht ijs is gegaan. Het hoofdmotief is de strijd tusschen Chris tenen en Heidenen. Mooi volgehouden is het type van den Wodan-priester, van Woonfred, mooi ook die groote vrouwenfiguur, die met zoo zuivere lijnen is beschreven, de onbegrijpelijke en onbegrepen Gonda. En om deze beide groe- peeren zich Dornwelf en Marfa, Rodar en Piaddus, Karei de zegepralende keizer en Alkwert, de „ingeklemde, de ongelukkig ver brijzelde tusschen de twee groote machten". Ik acht 't goed b er een paar volzinnen en brokstukken in te lasschen, opdat, zij 't dan ook vaag, een denkbeeld kan worden ver kregen van schrijfwijze en inhoud. Blz. 16: „Dreigend hieven ze de armen op langs de fakkels, die vlamden en walmden en scha dawen, brokken van reuzen, langs de wanden vliegen deden." (h09 kernachtig uitge drukt!) Blz. 6 (2de deel) Woonfred's toespraak „„Hy wachtte een wijle. Gewoon in plech tige bijeenkomsten te spreken, zag hy rustig om zich heen en dan overlieerschte hy met een groot gebaar de maalstede, zyn rede aan heffend „Ik vraag u allen, gy, rechter, oldermans en ommestander8 Hoe lang zult ge nog luisteren naar woor dengeraaa van vet geluierde Christenpriesters? Hoe lang zult ge u nog verschuilen m kerken •n kapellen, en u rekken aan kruisen, waar de Christen-God als een lijfeigene stierf? Woud en Wouatempel zyn verlaten. De Wodan priester tandenknarst over 't volk, dat zich verlaagt tot bukkenden arbeid der vrouwen •n ïyfeigenen, dat slechts leeft om zyn tamme vruchten in vrede te eten. Eens zult ge, eveD als deze priester**), in pyen rondwandelen, om uw vrouwenarmen en uw vadsige buiken te verbergen. En dan zal de vreemdeling vragan: „Welk volk is dit, dat kruipt en knielt langs den weg, dat te lui en te log is, den beer en den ever te ontmoeten?" En dan zal de vreemdeling wederom vragen „Wolk volk is dit? Nog nimmer hoorde ik in verheven zangen van zijn daden gewagen." „Mannen van Irmenlo, spitst uwe ooronl De Christenen willen terugkeeren van hun leogenparady8, van hun leugenleven van vrede. Vrede? Stryd zeg ik u! Stryd is leven. Worden reeds de kinderen niet geboren onder stryd? Stryden Goden niet tegen reuzen en boomen niet tegen storm?" „Ook in my, den Wodanpriestar, is stryd en smart en schande over de schande van myn volk. Als ge de Christenen volgt, volgt }eal Maar geeft uw wapens overl Ik zal ze in den tempel bewaken als heilige teeke- nen van een eertyds heilig volk." Heftig bewoog zyn baard zich tegen 't prieèterhemd, terwyi zyn arm met zware gebaren over den ommestand dreigde. Hy boog 't bovenljjf, alsof hy wierp met de speer; en dan zweeg hy, de lippen verschroeid van de hitte der woorden". BI. 153 (2de deel) Woonfred: „Ik wil niet geringelooid worden als een vrouw of een lyfeigene, wil niet beleend zyn met uw gunsten, opdat ik evenals de anderen met ïyfeigenen- gang en afgedragen woorden en hunkerende blikken naderen zal en buigen, buigen totdat myn nek een rustbank voor uw voeten worde. Ik wil geen nieuw gewaad van goud of wit- goud, om 't even. Goud haat ik als den goud- schyn uwer woorden. Ik wil geen krygssier- reden of sterren of wat meer ge geven wilt, want ik veracht uw kruis, gedoode hout uit myne wouden en uw omarming, die doods- omarming is." Krachtig beschreven Is ook 't offerfeest: (bL 39, 2de deel). „Wreed-bevallig zwaaiden se te offermessen. De dieren stortten. En de mesMn sneden en gleden, 't Rillen en lillen der darmen werd aandachtig gevolgd door Woonfred, die dankend de armen ophief, ter- wyi anderen de ingewanden uitsneden en op groene twygen naar den offersteen brachten, waar de vlammen als gouden lokken krulden door den rook. Eu de offeraars vielen neer, *t gelaat naar de aarde, de handen omhoog, angstig roepend en roepend, dat het offer Wodan welgevallig mocht zyn. Do priesters doopten wykwasten aan lange ■tokken In de bloodemmors. Ze besprenkelden 1 Wodanbeeld en de offeraars in gebed, die door 't bloed met Wodan vereenigd, 't hoofd ondor een bevend brullen tegen de aarde drukten. En de wykwasten kwyiden. 't Bloed regende over de gewaden, 't Nostelde zich in de haren en traande over gelaat en han den, die steeds omhoog staken, dorstig naar bloed. En dan stonden ze weifelend op in hun rood-gevlekte offerhemden. Met glinsterende oogen, alsof ze uit droomgezichten gewekt werden, naderden ze de offerdieren, die uit elkaar gesneden, over groote vuren gebraden werden, waarna ze naar de loofhutten gingen, terwyl vrouwen emmers bier en meed aan brachten." My dunkt, dat uit de hier aangehaalde passages blykt, dat de schryver Adriaan Yan Oordt over een ongemeene taalkracht beschikt. Met Yan Eeden heb ik tegen 't boek één enkele bedenking. Er klaagt door sommige bladzyden een moderne moeheidsstem, die onze stoere woud-bewonende voorvaderen niet zullen hebben gekend. (In de figuur van Gonda komt dit o. a. sterk uit). Maar dit vlekje (als 't een vlekje is) getuigt wellicht juist weer voor 't fijngevoeleu van den schryver, die door deze eersteling „Irmenlo" zoo helder bewezen heeft, dat „het scbynbaar voorgoed onmogelyk geworden genre van Yan Lennep en Felix Dahn" nog reden van bestaan heeft, als 't in windselen wordt gehuld, zooals de heer Van Oordt die ter zyner beschikking houdt. Het pas verschenen werk „Moderne Hol- land8cheEt8ers" door Philip Zilcken (Scheltema en Holkema's Boekhandel) is al te belangryk, om, zooals nu geschiedt, 't eenvoudig aan te kondigen. Ik hoop er de volgende week uitvoeriger -van te gewagen. maar d&n is 't reeds St.-Nicolaas. Daarom voorloopig dit: Het is een mooi werk, in een keurigen band (door Wenckebach ontworpen) gestoken; een boek, dat in handen van veel kunstvrienden moet komen. De volgende artisten worden er in behandeld P. J. Arendzen, M. A. J. Bauer, B. J. Bloin- mers, E. Bosch, mej. Croiset v. d. Kop, C. L. Dake, P. Dupont, E. Fles, J. M. Graadt v. Roggen, H. J. Haverman, M. Heyl, mej. B. E. v. Houten, Icke, J. Israels, P. De Jos 8elin de Jong, Jongkind, J. Ei. Karssn, A. L. Koster, Legras, M. v. d. Maarel, J. Maris, M. Maris, A. Mauve, H. W. Mesdag, A. F. Reicher, E. Stark, W. Steelink, jhr. C. Storm v. '8 Gravesande, M. W. v. d. Yalk, Floris Verster, J. Yeth, Jan Vrolyk, mej. M. De Vries, H. J. v. d. Weele, W. Witsen, Ph. Zilcken en W. Do Zwart. Het „Winter"-nummer van „The Artist" is ditmaal buitengewoon belangryk. H'.-t bevat een „Consideration of the Art of Frederick Sandys" met talryke illustraties. Er valt o. m. een „Auto type" te bewonderen naar diens „Magda- lena." Er komt waariyk (al gaat 't langzaam) een mooier mode aan de orde in de kinder en dameskleedy. Zoo zag ik dezer dagen in een onzer mode- magazynen een allerliefst wit-donzen manteltje, met goudborduursel bestikt, 't welk zoozeer myn aandacht trok, dat ik parmantig den winkel binnen ben getreden, ten einde 't meer van naby te mogen bezien. En waariyk, by aandachtige beschouwing viel 't niet tegen 1 Byzonder artistiek bleek de lyn van 't bor duurwerk aangegeven, en mooi verkleinden zich dezelfde kunstvaardige motieven naar het halsgedeelte. Nog werd my een zwart-flu weelen mantel te zien gegeven, rykeiyk met gitten getooid, knaphandig bewerkt. Juist omdat ik den invloed, dien smaakvolle vrou- wenkleedy en fraaie dameshandwerken op de kunstontwikkeling van een volk kunnen uit oefenen, niet gering acht, moet ik ditmaal in m'n „vlokken" melding maken van schynbaar futiele voorwerpen. Byroegsel ran da Sehaakrnbriek Tan 30 NoTember 1896. Stand van de wedstrijd te Groningen Vrydag-avond. Int© &LA§IE. Groep A. Jhr. A. E. v. Foree8t. - D BleykmansO L. H. Deelman Jzn. O L. BenimaO R. Heeren a M m ei 1 o O O Groep B. H B. Yan Rhyn A. Bleykmans. H. Wier8ema M S. R. I. W. H. B. Meiner8. i O r? o3 a a CD -fl ia CD m a 5 a i 0 i 0 i 0 0 1 i Ude KLASSE, Gedurende de maand Januari zal er in de zaal Hartevelt van het Stedeiyk Museum een tentoonstelling worden gehouden van werken van den kunstschilder S. Moulyn. Thans zyn deze schilderyen, teekeningen en decoratieve ontwerpen geëxposeerd in „Maison dArt" te Brussel (Avenue de la Toison d'Or 56). Zy mochten reeds te Parys (Maison Bing) de welverdiende aandacht trekken. De aandachtige „Ylokken"-lezer8, die weten hoezeer ik de kunst van Moulyn waardeer, zullen begrypen, dat ik met deze toegezegde expositie hoogeiyk instem. C. V. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Verheven mr. Pieter Van den Brandelor, te 's-Gravenhage, mot al zyno wettige zoo mannelijke als vrouwelijke afstamme lingen, in den Nederlandschen adel, mot de prae- dicaten van jonkheer en jonkvrouw. Benoemd tot generaal-niajoor. de kolonel R. P. Verspyck, lid van het Hoog Militair-Gerechtshof. Benoemd bij bet personeoï van den geneeskun digen dienst der landmacht, tot officier van ge zondheid lste kl., de officier van gez. 2de kl. dr. A. Van Dorsten, van het personeel De gewone audiëntie van den minister van ustitie zal op Dinsdag 1 Dec a a niet plaats lebben. .Irmenlo" door Adriaan Van Oordt, W. Vor- Amsterdam 1896. PUcidas. Besmettelijke veeziekten. De Minister van Binnenl Zaken heeft blijkens tnededeeling in de ,Staats-Ct.": A. ÏDgaande 28 November 1896, met introkking zijner beschikking van 14 November 1896, be- troffonde het verbod van vervoer van herkauwende dieren en varkens uit een gedeelto der gemeente Amsterdam, het vervoer van herkauwende dieren en varkens verboden uit een kring, omvattende de gedeelten van de gemeenten Amsterdam en Oostzaan, gelogen in den Noord-IJpolder; B. bepaald, dat wanneer bijzondere redenen afwijking van het verbod van vervoer van her kauwende dieren en yarkons uit den in deze be schikking genoemden kring noodzakelijk ruakon, zoodanige afwyking kan worden toegestaan door de burgemeesters vaa Amsterdam on Oostzaan Groep A. A Ypes. H. Scheltema. M. Nanninga G. J. Beukema H. B. Zylstra J. Dykvela cï a CO exi g cfl 1 ré CD Cu *3 ca o a c <0 ■M a CQ N 0 1 1 1 1 1 0 0 - 0 0 0 1 1 0 1 0 1 i 0 B Groep C. eé i CD O 2 M a c Ctt) CD ca 73 a 0H 55 Q a Dr. N. W. Boerma 1 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 C. Halbertsma 0 1 0 Groep B. S Mevr. M. R Van Dam1 E. Wieling1 P D. Van Zeeburgh. J L Zuidema B. PakO Groep D. SS H. D. B. Meyer BultemaO J. SpornheyerO B. BruinsO L Renken T. P M. Baetens O X3 8 cö a cx dó c d -O cfl a d ca F C§ "O 3 N Pak. 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1 -. 1 1 0 1 i 1 0 0 0 m 1 i 0 1 O 1 1 0 1 - O 1 - Burgerlijke Stand. KATWIJK. Gehuwd- A. Van Dnyvenvoorde 54 j. en J. Varkevisser 46 j. Geboren: Tennis. Z. van K. Van Dijk en M. Van Rijn. Wilkelmina, D. van li. Hoek en K. Van der Plas. Willem, Z. van D. Van Duyven- bode en A. Harteveld. Gijsbertus Cornelis. Z. van N. Dea Dubbelden en G Lommerse. Jan, Z. van J. Van Beelen en K Vooys. Willemijntje, D van G. Van Duyn en J. Kromhout. Clasina Wilhelmiua. D. van J. J Van Paridon en C. M. Van dei Valk. Overleden: M C. Den Dubbeldam 1 j. LKIUKKDORP. Overl eden: S DeRoodeD 3m. L1SSE. Ondertrouwd W. De Jong jm. 25 j. en L Koelewijn jd. 23 j Gehuwd^ M. Vergunst en R. Baartse. D. Tibboel en A. A. Veldhoven. Geboren; Anna Alida, D. van J. Hoogervorst en G. Van der Lans Jan, Z. van C. J. Frerik» en D. Heemskerk. Gerardus, Z. van M. Van der Zon cn J. Zandbergen. NOORDWIJKLRHOUT. Overleden: J. Van der Slot, 51' j., echtg. van W. Heemskerk. RIJNSBURG. Geboren: Johanna Catharinaen Noeltje, D van J. Piius en N Molenaar. WOUBRUGGE. Geboren: Alida Theodora. D van F. Brouwor en M. Wortman Overleden: C. H. Van der Geest 2 mnd. D. van G. Van der Geest en P. Hoogenboom. STOMP WIJK. Bevallen- H. Van dor Kroft gob. do Wit D. Overleden: P. C. Van der Weijdon Z. 10 j. Waterleiding by worst. Wanneer de wintervorst zich in al hare gestrengheid doet gevoelen, hebben zy, wier woning vaneene waterleiding is voorzien, dikwyls heelwat getob. Het water in de leiding raakt dikwyls be vroren en men he=ft dagen laDg gebrek aan water. Begint het te dooien dan volgt daarop dikwyls eene overstrooming, doordat de lei ding op één of moer punten gebarsten is. Een algemeen verbreide meening is deze, dat de buizen barsten by hot ontdooien. Het tegendeel is echter waar. By het be vriezen zet het water met kracht uit en is er nu geen ruimte genosg voor die uitzetting, dan zal de buis, waarin het water bevat is, barsten. Dat de buis gesprongen is, wordt dan niet gemerkt, omdat hy dan gevuld is met ys. Verandert dat by het ontdooien in water, dan eerst wordt men op onaangename wyze gewaar dat er een lek is ontstaan. Om nu het bevriezen van het water der leiding binnensbuis te voorkomen, laat men de leiding togen den avond leegloopen. Toch is dikwyls, niettegenstaande deze voorzorg, den volgenden morgen de leiding bevroren. De reden daarvan is, dat men niet goed gewerkt heeft. Het aftappen dient als volgt te geschieden De hoofdkraan wordt gesloten en het aftapkraantje, dat zich daarby bevindt, ge opend.' Bovendien moeten echter al de kraantjes, die zich in de leiding binnenshuis bevinden, geopend worden, opdat daardoor de lucht kan toetreden cn boven op het water drukken. Doet men dit niet, dan zal de lucht alleen by het aftapkraantje kunnen drukken, en daar nu door den luchtdruk een waterzuil van circa 10 meter hoogte kan worden opgehouden (wanneer namelyk boven het water geen lucht is), zal het water uit de leiding niet geheel kunnen wegloopen cd by strenge koude bevriezen. Kerkelijke Berichte». Leiderdorp: Hervormde Kerk Zondag voormiddag te 10 uren de heer C. J. "Warners, theol. cand. te Leiden. Verder geen dienst. Ter Aar: De intrede van den beroepen predikant naar de Hervormde gemeente van Ter-Aar, ds. P. J. Wauters van Rozenburg, is bepaald op Zondag 6 December a. s., des namiddags te 2 uren. Als bevestiger hoopt op te treden de con sulent ds. Willebrands, predikant te Aarlan derveen, des voorm. te 9 uren. Cholera in Indië. Het „Rott. Nieuwsblad" meldt het volgende Een heden ontvangen particulier telegram uit Soerabaia meldt, dat aldaar hevige regens vallen en de cholera er minder wordt. Geraenjd Nieuws. Hedenmorgen omstreeks zes uren kwam aan het politiebureel een jongen, genaamd J. Z., die een briefje bracht, dat hy dic&t by zyn buis aan den walkant gevonden bad, met een mes tusschen de steenen vast gestoken. Op het briefje stond vermeld„zy maken bet my op straat zoo benauwd." Onmiddellyk wcr een onderzoek ter plaatse ingesteld en haalde men van onder de yskorst het lyk van eene vrouw Op haar werd eenig geld bevon den, terwyl haar zak met een zakdoek was dichtgebonden. Door M. H. F. werd vervolgens het lyk, dat inmiddels naar het drenkelingenhuisje was overgebracht, herkend als te zyn van zyne stiefzuster J. v. d. B., 41 jaar oud, die den laatsten tyd lydende was aan vervolgings waanzin. Aangezien door omwoners van de plaats, waar de vrouw gevonden werd, hedennacht omstreeks twaaf uren een gil gehoord is, ver moedt men dat zy op dat oogenblik te water gesprongen zal zyn, daar alles wjjst op zelf moord. By de politie te dezer stede kwam aangifte van een melkslyter, dat 's mid dags by hem de toonbanklade, inhoudende ongeveer f 3, gelicht was, vermoedelyk door een paar opgeschoten jongens, die evea te voren een glas melk gebruikt hadden. Tevens werd gisteren aangifte gedaan van ontvreemding van een zak lompen van een wagen, die onbeheerd was biyven staan. De vermoedelyke dader is echter reeds door de politie opgespoord en aangehouden. Eenige dagen geloden is een goud- en zilver-kashouder alhier do dupe ge worden van een behendigen oplichter. Onder overgifte van een briefje, geteekend door eene weduwe uit Noordwyk, wist hy eenige gouden horloges en kettingen mede te krygen, waarna het bleek dat bedoelde weduwe van niets wist. De zaak is in handen der politie gesteld. Naar wj) vernemen, wordt het erf van Zwetsloot aan de Haarlemmertrekvaart, alwaar mond- en klauwzeer heerscht, behalve door de politie ook door militairen bewaakt. Daartoe is de wacht der politie voor de mili tairen aangewezen, van waar de posten wor den afgelost. Omtrent bet specialiteiten gezelschap van den heer Stroober, dat morgen avond in de Stadszaal alhier optreedt, hebben o. a. de bladen te Groningen, waar het reeds meermalen voorstellingen gaf, gunstige beoor deelingen gegeven. De 7 0 - j a r i g e m ol en aa r s k n e c h t K., te Sassenheim, kwam gisternamiddag om streeks vier uren met een geladen wagen, bespannen met twee paarden, naar Katwyk, toen hy op de Rynsburgsche brug door een onvoorzien toeval het stuur kwyt raakte en de bruintjes er van door gingen. De koetsier raakte weldra op den grond, terwijl de paarden nog een kleinen afstand onbeheerd aflegden, doch welira, toen do wagen uit elkaar was gereden, stilstonden. Hoewel in den beginne aan een ernstig onge luk gedacht werd, kon de inmiddels ont- boion geneesheer dr. A. J. Van Walsem con* sUteeren, dat, hoewel het been van den koet sier gewond werd, toch niets gebroken was. Na dan ook verbonden te zyn, kon de man met een ander voortuig weder naar Sassen heim terug worden gebracht. Gisteravond liep in het Voor. hout te 's Gravenhago een dronken korporaal "**r jagers met zyn sabel te zwaaien. Hot wapen vloog hem ongelukkig uit de hand en trof een voorbyganger in het been, gelukkig was de wond niet ernstig. Ten vervolge op de berichten betreffende den brand fn de rywielenfabriek „Wilhelmina" der firma Adler Van den Brink te Zeist meldt men aan de „Tel." nog: De gang der fabriek is gelukkig niet door de ramp belemmerd. Al de werklieden kun nen in de overgebleven werkplaatsen hun! werk horvatten en andere fabrikanten te Zeist, vooral de heer Van Ginkel, stoommetaalwa- ^renfabriek, hebben hunne machines beschik* baar gesteld om genoemde firma in de gele-, genheid te stellen, door te kunnen werken, zoodat de fabriek de „Wilhelmina" in staat is om aan alle opdrachten te biyven voldoen. Verder wordt gemeld: Van de gebouwen is niets over dan de naakte muren. Het terrein is een tooneel van verwoes ting. Te midden van binten en balken liggen velgen en vorken, spaken en naven, trapassen en raderen, alles door de vlammen verwron gen en verbogen Hier en daar doet een half gesmolten frame tusschen puin en steenen den toeschouwer de verzuchting slaken: „wat zonde van die mooie karretjes I" Aan de achtorzydo staat nog do stoomketel en een gedeelte van de vernikkel-inrichting, vreeseiyk door 't vuur gehavend. Den geheelen nacht bleef de brandweer op de smeulend» massa water geven; eerst ongeveer half vier,1 van morgen, kon zy inrukken, terwyl één slang der waterleiding nog den geheelen morgen werkziam bleef. De belendende per- ceelen hebben begrypeiykerwyze nogal brand en waterschade. Vooral het woonhuis vaD den heer Va* den Brink had gevaar te duchten, wyi daar heen juist de wind was. In den beginne vreesde men dan ook 't ergste voor dit gebouw, want de felle wind voerde massa's vonken tot op grooten afstand. Te midden der vlammen bleef de stoom machine steeds doorwerken, wat een geluk mag heeten, daar nu al de stoom verwerkt werd en springen werd voorkomen. Een pakschuur van de firma Wees en Wya mede verbrand, evenals eenige rywielen van particulieren, die ter reparatie in d« fabriek aanwezig waren en eenige fietsen van werklieden die op hunne wielen van uit Utrecht hier kwamen werken. Die wielen waren helaas niet verzekerd. Ook van ver schillende werklieden der firma Van den Brink en Harmsen zyn de gereedschappen een prooi der vlammen geworden. Het totaal be irag der verzekering bedraagt f 68,000. Een nieuw gebit. By de r e c h t« bank te Amsterdam is, naar de „Amst. Ct." mededeelt, de volgende rochtsvordering aan hangig: By de firma Gebr. Schmeinck op de Spui straat was men bezig een rol zeildoek to hyseben. Terwyl de rol byna boven was, gli te er een stuk doek ter grootte van een tafellaken uit, dat terecht kwam op het hoofd van den heer Nauta Peters, die viel en daarby een hoofdwond en een paar tanden brak. De heer Peters begaf zich onmiddellyk naar de heeren Schmeinck, die hem hun excuus aanboden en zich bereid verklaarden de kosten van den dokter te betalen. Hy liet zich ver binden en de heeren Schmeinck betaalden da rekcDÏDg. Een gebroken lorgnet wilden zy ook vergoeden. Doch nu kwam de heer Peters met een rekening van den tandart9, die een nieuw gebit noodig oordeelde. Op die wyze voortgaande, meenden de heeren Schmeinck, sou er geen einde komen aan de rekeningen, en zy weigerden verder te betalen. De heer Peters stelde daarop een eisch tegen de heeren Schmeinck in, en koos ala raadsman mr. Worst, terwyl de heer Schmeinck mr. Kappeyne van de Coppallo als hun ver dediger kozen. H t getuigenverhoor heeft plaats gehad, het tegenverhoor is bepaald op 23 Dec. a. s. Door de rechtbank te Arnhem uitspraak gedaan in het proces van do gemeente Arnhem tegen de Luiksche Water- leidingmaatschappy, die daar de drinkwater leiding exploiteert. De rechtbank heeft vor- klaard, dat de Mau\«chappy ten onrechte da door haar te betalen bedryfsbelasting onder de exploitatiekosten heeft gebracht. De eisch der gemeente om uitkeering van f 5,567.07'/, als haar aandeel in de winst ever 1894 i* toagewezen. Uit Kampen meldt men,datdé scheepvaart van daar naar Zwolle langs de kanalen en op de zytakken naar Hasselt en Genemuiden door de ingevallen vorst ge stremd is Gisterochtend is eenvaartuig (hengst) van Verseke, dat met suikerbieten beladen was, op de Yerseksche bank omverge- slageD, doordat de opperlast te zwaar was. De suikerbieten zyn verloren en de mast ia gebroken, maar de opvaren Jen zyn gered. Naar men verneemt is de zoo* van dr. V., te Bergen op Zoom, wiens opspo ring door den commissaris van politie aldaar werd verzocht, in de ouderlyke woning terug gekeerd. Beursbericht. Amsterdam, 28 November. Integralen flauw 88T/a, Obligatiön 97*/%, Certif. 973/8, Portugal flauw 237/si -Balt. 611/* vast, Amerik. Sporen beter gestemd, weinig handeL Prolongatie 3y%-4.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2