N°. 11272 Zaterdaa: 31 November, A0.1896. (§ezs Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven Feuilleton. LEIDSCI DA&BLAD. PRIJS DEZER CODRAiTTi Voor Leidon per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN 2 Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommei' bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 20 November. De Nuts-lezing van het departement Leiden werJ gisteravond vervuld door den heer E. "W. Moes, adjunct bibliothecaris te Amsterdam. Spreker had tot onderwerp gekozen ^Tyi Uilenspiegel", niet het Nederlandsche week blad van dien naam, maar den historischen Tijl, waaromtrent spreker allerlei mededee- liajen deed, ontleend aan de verbalen, die sedert vier ee.Lw n van Uil. nspiegel zijn gegeven, terwijl men op sommige boeken zelfs zijn wapen, een uil met een spi?gcl, ziet afgebecl 1. Het was een zeer belangrijke en doorwrochte studie, die de heer Moes er van gemaakt ha 1 en waarin werd mededeoling gedaan van de oudst bekende legenden omtrent dezen ge- fixeerden persoon, die als volksnar de oprol ger werd van den hofnar, toen deze had uit gediend. Verschillende in druk verschenen geschie denissen, zoowel hier te lande als van elders, werden door spr. vergeleken, waarbij hij op eigenaardige bijzonderheden wees, o. a. dat er verandoringen in voorkwamen naarmate de tijdsomstandigheden dit blijkbaar mee brachten. Enkele „geestigheden" van Uilenspiegel, van diens geboorte en leven tot zijn dood, had spr. in zijn lezing gevlochten, zoodat aan de geschiedenis, die de heer Moes van Uilen spiegels geschiedenissen gaf, behalve het wetenschappelijk ook oen humoiistisch ka rakter werd gegeven. De spreker werd met belangstelling gevolgd en meer.ualen dour de niet talrijke aanwezigen toegejuicht. Door htt prov. kerkbestuur van Overijsel zijn tot de evangelie-bediening toegelaten de heeren E. L. Nauta en B. Boers, candidaten aan de Ryks-universiteit te Leiden. In de Herv. gemeente van Voorschoten c. a. zfin herkozen tot ouderling de heeren C. De Ruyter en H. J. Balfoort; gekozen tot ouderling de heeren J. Steeooveld; herkozen tot diaken de heer P. Oskam. Het aandeel der gemeente Haarlemmer meer in de lichting 1897 der nationale militie bedraagt 43 man van de 178 ingeschrevenen. De Raad der gemeente Bonthuizen be noemde in zijne laatste vergadering tot ge meente-bode den beer L. Abelman. Bij de gisteren te Leiderdorp gehouden loting ter bepaling der volgorde ter levering van geschikt bovonden paarden voor den krijgsdienst vielen de nummers 1-8 resp. ten deel aan de paarden, in eigendom van de navolgende personenJ. J. Koning, P. Koning, W. Demmendal, N. Koot, C. Van Egmond, P. Koning, A. Van Leeuwen, J. W. Koning. Door de vier eerstgenoemde personen moet dus het contingent geleverd worden. De attaché hg de Russische legatie te 's-Gravenhage, de heer Sevastopoulo, is gis te/en naar Petersourg vertrokken. Aan don weleerw. zeergel. heer T. Tal, opperrabbijn by de Nederlandsche Israëlietische gemeente te 's Gravenbage, is door den kerke- raad dier gemeente verlof verleend om ook in 1897 als opperrabbijn ad interim van het ressort Utrecht te biyven fungeeren. De inwijding van de nieuwe Synagoge te Alfen is thans bepaald op Zondag 13 Decem ber. Als feestredenaar zal bij deze plechtigheid optreden genoemde weleerw. zeergel. heerT. Tal, terwijl de dienst opgeluisterd zal worden door het Kerkelijk zangkoor van Leiden. In plechtigen eenvoud werd gisteren op de begraafplaats „Eik-en-Duinen", bij 's Gra venbage, in het familiegraf nodergelaten het stoffelijk hulsel van den heer W. H. J. Van Idsinga, gewezen gouverneur der kolonie Suriname. Bedekt met bloemen en in tegenwoordig heid van vele belangstellenden, zonk de kist in de groeve, waarna de zoon van den ont slapene, mr. J. W. H. M. Van Idsinga, met een kort woord dank bracht voor de laatste eer, zijn betreurden vader bewezen. In den kring van hen, die op den dooden- akker aanwezig waren, merkte men op den oud-gouverneur van Suriname, jhr. mr. T. A. J. Van Asch vanWyck, de oud gouverneurs van CuraQxo Van den Brandhof en Wagner, do heeren W. G. Jeltes, oud districts commissaris, J. A. Jurriaanse, oud-chef van het bouwdepar teraent, en De Veer, oud administrateur van financiën, allen in West-Indië; voorts de heeren J. H. Elias, referendaris, chef der afdeeling West-Indische zaken aan het departement van koloniën, Eckstein, directeur van de Topo grafische Inrichting te 's-Gravenhage, den gep. generaal Egter Van Wlssekerke, den gep. vice- adm. Mac Leod, den gep. schout-by nacht v. d. Velde, baron Collot d'Escury, gep. zeeofficier, staatsraad mr. Huber, den oud-wethouder Lis man en nog tal van vrienden van den ont slapene en van diens betrekkingen. In de gisteren gehouden Raadszitting te Utrecht werd op voorstel van B. en Ws besloten tot de instelling van een tweede wekeiyksche veemarkt op Donderdag, ten einde de Belgische kooplieden in de gelegen heid te stellen vee op de Utrechtsche markt aan te koop9n en het tydig te kunnen uit voeren. Afwyzend werd beschikt op een adres van de afa. Utrecht van de Sociaal Democratische Arbeidersparty, verzoekende om van gemeente wege in de school aan behoeftige kinderen voedsel te verstrekken. Door de heeren Melvil van Lynden en Van Beuningen werd staande de vergadering een voorstel ingediend tot invoering van een riool belasting, ten einde te gemost te komen aan de bezwaren van die Raadsleden, welke meenden, dat door B. en Ws. by de vaststelling der begrooting niet genoegzaam wordt om gezien naar de middelen om de uitgaven te dekken. Zy stellen zich voor, dat hun ontwerp, wordt het door den Raad aanvaard, een jaar- ïyksche bydrago van f 40- a f 50,000 in de gemeentekas zal opleveren. In dio belasting zullen worden aangeslagen de eigenaars van huizen, to verdoelen in 8 klassen, waarvan de hoogste jaariyks f 25, de laagste jaarlijks f 2 zal betalen. Dit voorstel komt in een volgende vergadering in behandeling. Door den minister van waterstaat werd, geiyk bekend is, aan eenige gemeentebesturen van Noord-Holland een schryven gericht om trent het verkeer over den Ryksweg te Velsen De minister meent, dat twee oplossingen om by opheffing van de brug in het verkeer over den Ryksweg te voorzien, in aanmerking komen: lo. Het inrichten van de spoorweg brug te Velsen mede voor het gewone verkeor. 2o. Een stoompontveer ter plaatse van de bestaande draaibrug. By de eerste oplossing zou, volgens den Minister, de bestaande draaibrug in den spoor weg, die bovendien to weinig doorvaartruimte aanbiedt, door een nieuwe brug met grootere doorvaart-opening kunnen worden vervangen en zoowel voor het spoorwegverkeer, als voor dat van stoomtram, rfjtuigen en voetgangers worden dienstbaar gemaakt, terwyi op het tegenwoordige snypunt van den Ryksweg met het kanaal een pontveer voor voetgangers zou kunnen komen. By de tweede oplossing zou een op de best bekende wyze ingericht stoompontveer, ter plaatse van de tegenwoordige draaibrug, zoo wel de stoomtram als voertuigen en voet gangers overbrengen. Vanwege het Neierlandsch Lanibouw- Comitó is aan verschillende besturen en per sonen hier te lande eene lyst van vragen ter beantwoording gezonden, in verband met het onderzo?k naar het kredietwezen voor den landbouwstand en de wyze en voorwaar den, waarop aan de landbouwers krediet wordt verleend. Voor kapelmeester by het reg. gren. en jagers komen in aanmerking de heeren Mann, vroeger kapelmeester by het 4de reg. inf., Bouwman en Bicknese, thans kapelmeesters by het 3de en 1ste reg. inf. Naar men verneemt, zal de 1ste luit. kwartm. J. Stroband, van htt 1ste bat. 4de reg. inf. te Delft, werkzaam worden gesteld by het dep. van oorlog. Te Curasao is in den ouderdom van 83 jaren overleden de heer S. Prince, gepension- neerd kolonel der genie, ridder in de Orde van de Eikekroon en gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis. Naar men verneemt, is door leden der Nod.-Herv. Gem. te Alkmaar eene klacht inge diend tegen ds. Guldenarm aldaar op grond dat hy wegens duizeligheid weigert van den kansel te spreken, en thans in een katheder staat, waardoor hy voor de gemeente zeer slecht verstaanbaar is. Door wyien mr. H. A L. Hamelberg is aan de vereeniging „Armenzorg" te Arnhem 1000 vermaakt. Door wylen mevr. H. S. Bargstein, wed. J. Rinkes, is onder bezwaar van vruchtgebruik aan de weesinrichting te Neerbosch f 2000, vry van rechteD, vermaakt. De minister van marine heeft den officier van administratie der 2de kl. J. M. Grullemans, uit Oost Iodiè in Nederland teruggekeerd, op non-activiteit gesteld. De heeren G. Smit, te Kruir.ingen, en A. Troelstra, te Woudsend, kweekelingen der Vereeniging ter bevordering van inwendige zending te Deutichem, bedoelende de opleiding van jongelingen tot predikanten in de Ned.- Herv. Kerk, zyn na afgelegd examen tot de evangelie bediening toegelaten. Het getal pre dikanten, die uit deze inrichting zyn voortge komen, is nu tot 132 gestegen. Met de nachtboot „Koningin Regentes" der Maatschappij „Zeeland" kwamen gister ochtend te Vlissingen van Londen aaD prins en prinses Albert en prinses Victoria van Anhalt, die met den aansluitenden sneltrein hunne reis naar Beriyn voortzetten. Men seint uit Rome aan do Daily News" „De Koningin van Nederland en haar moeder zullen Zaterdag te Milaan komen uit Aix les- Bains. Zy zullen het Italiaansche koniogspaar te Monza een bezoek brengen, waar dan alle leden van het huis van Savoye tegenwoordig zullen zyn. „Deze reis zal wel weer het gerucht in het leven roepen van een huweiyk tusschen de jonge Koningin cn een Italiaanschen graaf, hoewel dit gerucht in officiöele kringen al lang is tegengesproken." Het schyiit, dat ce Engelsche courant met dien graaf den graaf van Turyn, zoon van den hertog van Aosta en neef (oomzegger) van koning Umberto, bedoelt. Tot directeur der muziekschool en der zangvereer.iging van de afdeeling „Alkmaar" der Maatschappij tot bevordering van Toon kunst is benoemd de heer A. Tierie, leeraar der muziekschool te Amsterdam. De heer Leon C. Bouman, te Nymegen, is voornemens op het eerste der drie door hem te gevon kunstenaarsconcerten op 16 Dec. a. a., een orkestwerk (waarschyniyk de ouverture „Noviomagum") van wylen den heer J. C. Boers te doen uitvoeren. Zooals men weet, zag Boers te Nymegen het levenslicht. De correspondent te Batavia van de „N. R. Ct." seint onder dagteekening van gisteren: Maiigan is wegens hoogverraad tot 20 jaren gevangenisstraf veroordeeld. De „N. R. Ct." had de Lombok-kruisen als smakeloos afgekeurd en gevraagd waarom de vervaardiging aan een particulier (den heer Yan Wielik) opgedragen was, en niet aan de Ryksmunt. Nu blykt echter, dat de heer Yan Wielik eigen maaksel verkoopt, maar dat het echte kruis aan 's Ryks munt geslagen van op den vyand veroverd geschut, zeer goed is. Gisteren wapperde van de kazernes der Koloniale Reserve te Nymegen en Zutfen de vlag halfstok ten teeken van rouw over den dood van den lsten luitenant O. W. Gobius en de fuseliers P. G. Ottings, H. J. Sneyder en L. C. Maljers, allen bahoorende tot de Koloniale Reserve, die, biykens een van de Inuische Regeering ontvaDgen telegram dd. 17 November wat de dria eersten betreft, in Atjeh zyn ge sneuveld, terwyi de laatste ten gevolge van bekomen gevaarlijke wonden is bezweken. Het stoomschip „Soembing", v. Rotterdam naar Batavia, vertrok 19 Nov. van Marseille; de „Amsterdam," van Rotterdam naar Nieuw- York, vertrok 19 isov, van Boulogne s/M. de „Gelderland," van Java naar Rotterdam arriveerde 19 Nov. te Suez; de „Utrecht,' van Java naar Rotterdam, passeerde 19 Nov. Dover. „Doctrina". Eene conférence van Mme. Thénard is zoo iets als een gezellig praatje onder een kopje thee. Als men daar zoo rustig in de comedie zit en op het kleine tooneeltje komt dio goedige, welgedane dame wat zitten keuvelen en vertellen, dan krggt men onwillekeurig een gevoel alsof men thuis is en onverwachts b9zoek heeft gekregen van een rype nicht of een geposeerde tante uit Parys, een aardig mensch, dat wy graag by ons hebben, omdat het wat leven en opgewektheid meebrengt en zoo leuk vertellen kan. Tante heeft eens eerst wat uitgeblazen en zich wat opgefrischt, zoodat ze al aardig op haar verhaal begint te komen, en dan is het haar spoedig aan te zien, dat ze nu ook wel eens een woordje in het midden wil brengen. Wy zien haar aan, zetten ons eens echt gemakkeiyk en knikken haar dan vriendeiyk-aanmoedigend toe, alsof dat zéggen moest: „Ziezoo, Tante, begin nu maar, als 't u blieft, wy luisteren." En tante begint. Zy heeft weer heelwat te vertellen, over alles en nog wat. Het gaat haar prettig af, het babbelen; altyd levendig en vrooiyk, bs- schouwingen afwisselend met een anekdote, die haar ineens te binnen schiet, zuiver en helder voorstellend met een aardige, rustige mimiek, nu eens dezen aanziende, dan weer tot een ander speciaal het woord richtende, zoo keuvelt zg door en redeneert honderd uit. Intusschen zitten wy genoegiyk te luisteren, knikken eens tevreden, glimlachen eens on denken by onszelven: „Het is toch wel ple zierig om weer oens mooi Fransch te hooren spreken door een beschaafde Parisienne; aar Jig volk, die Franschen, al zeg ik 't zelf." Is er nu een Nurks in de familie, dan zal hg zeggen: „Menschen, hoe kun jullie daar nu zóó naar zitten luisteren, met gezichten als katten, die over hun rug gestreken worden? Tante praat wel aardig, och ja, maar wèit ze zegt is toch eigeniyk niet veel zaaks." Ho, meneer, wacht evenl Daar zit 't hem nu juistI Dat verwachten wg ook heclemaal niet van Tante. Wat denkt u wel? Tante is geen professorom den dood nietl Tante is oenvoudig een aardig mensch, ontw.kkeld, g estig, een beetje artistiek on dat graag praat. Wütt ze zegt komt er ni9t zoozeer op aan. Daarom luisteren wy niet met zooveel genoegen; maar de manier, waarop ze vertelt, dat trekt ons altyd weer aan. En al wordt ze nu zoo zoetjes aan een dagje ouder, het is toch altyd de moeite waard dat causeeren tens aan te hooren, dm het eau- seeren en niet om den inhoud. Zoo was dan gisteravond ook Tante Tbónard weer eens tot ons gekomen en vertelde op haar eigenaardige, gemakkelyke wyze over Maiivaux (1688 1763). Het waren „anecdotes et rócits" en niet Betsy's verloving. 4) De adjunct werd nu in ernst ongerust. „U wil toch niet, dat. „Ja zeker!" De burgemeester sloeg met de vuist op tafel en zag den adjunct streng, maar tegelyk zegevierend aan. „Maar.maar.stamelde deze; „ik kan toch niet trouwen. „Zonder iemand te hebben om mee te trouwen I" viel de burgemeester hem in de rede. „Neen, maar er is er wel een.daar heb ik voor gezorgd.kun je niet raden wie?" De adjunct zag wanhopig zyn beschermer aan. Zgn hoofd duizelde. „Wel, niemand anders dan.en na een korte pauze, triumfeerend„Betsyl" En tevreden met de uitwerking van dien naam, vervolgde hy: „Ik heb er al lang over loopen peinzen wat hy volstrekt niet gedaan had maar )9röt in den laatsten tyd is 't mg recht dui- oeiyk geworden, dat gy juist de geschikte man voor haar zyt. Zie je, dan kom je hier natuurlgk inwonen.... eiken morgen ga je naar je winkel en 's namiddags drinken we dan hier als vanouds ons grogje. Wat zegje er van?" En na deze schildering van echteiyk geluk, zweeg hy welvoldaan. Hy beschouwde de zaak reeds als klaar en zat nu te genieten van des adjuncten groote verrassing. Hg was inderdaad overweldigd. Zoo iets had hy nooit kunnen droomen en hy kreeg tranen van dankbaarheid in de oogen. En terwgl hij den burgemeester zoo aankeek, voor wien geen twgfel scheen te bestaan, geloofde hg ook, dat alles reeds in orde was. Doch daarna dacht hg aan Betsy en nu op eens schoen het hem onmogeiyk. „Maar zg zal mg niet willen hebbent" „Gekheid! Waarom zou zg Je niet willen hebben „Ik ben te oud!" 'e Burgemeesters gezicht vertrok zich, alsof men hem op zgn likdoorns getrapt had. „Ocb, wat een gezanik! 't Is juist op uw leeftyd, dat wy het gevaariykst zyn. Ed heb je dan heelemaal niet gemerkt, hoe zy naar je kykt?" De adjunct kreeg weer een kleur en wilde protesteeren, maar de burgemeester viel hem driftig in de rede: „Je kuDt my gelooven, ik heb verstand van die dingen. En voor 't overige, waarom zou zy jou niet willen hebben, je bent in 't beste van je jaren, je ziet er heel goed uit ja, zeg ik, voor jouw doen, en je kunt best wat met haar praten over maneschyn en zulke dingen, waar zy nu eenmaal van houden. Je kunt overigens gerust zyn, ik zal de zaak wel voor je in orde brengen; je be hoeft er geen vinger voor uit te stekeD." En de burgemeester sprak en betoogde, dreigde en vermaande zoo lang, tot het den adjunct recht duideiyk was, dat hy met Betsy moest trouwen, of hg wilde of niet. Maar hy geloofde graag, dat hy wel wilde, en met dio overtuiging nam hy dien avond afscheid. Maar hy liep een heel eind om, ten einde Betsy niet tegen te komen op haar wandeling. II. De burgemeester had beloofd nog dien zelfden avond de zaak op het tapyt te brengen en den volgenden dag den afloop te komen berichten. Maar de geheele dag verliep, zonder dat de adjunct iets vernam. Toen werd hy door een vreeseiyke onrust aangegrepen. Het ging hem tegenwoordig misschien al te goed hy begon onvergenoegd te worden. Hoe meer hy over trouwen nadacht, in hoe schooner kleuren hy het zich voorstelde en hoe betooverender Betsy's beeld voor hem stond. En nu was er misschien iets in den weg gekomen en zou er niets van komen I De eetlust komt al etende, zegt men, en het voorproefje van geluk, dat hy gehad had, deed hem hongeren naar meer. Hy bracht een onrustigen nacht door en werd den volgenden ochtend zoo mistroostig wakker, als hy dat in zyn droevigste dagen niet geweest was. Maar eindeiyk, in den voormiddag nog, kwam de burgemeester. De adjunct ontving hem met een angstig vragenden blik, maar durfde niets zeggen. De burgemeester ging zitten, droogde zich het voorhoofd af en blies eens uit na de wandeling. De adjunct stond voor hem en trachtte de tyding van zyn gezicht af te lezen, maar tevergeefs. Toen de bezoeker eindeiyk wat op adem gekomen was, viel hy volgens zya gewoonte dadeiyk met de deur in huis. „Hot is in ord9l" zeide hy. Er viel den adjunct een pak van het hart. „Maar," ging de burgemeester voort, en dat eene woord deed het gezicht van den adjunct reeds weer betrekken „maar ik heb er nog eens over nagedacht, on daarom kwam ik gisteren niet het lykt my beter, dat het geen publieke verloving wordt vóór den herfst. Dan kunt ge binnen een paar maanden trouwen ik houd niet van lange verlovingen, weet jel" Dit geheele verhaal was niet weinig bezyden de waarheid. Deze was namelgk, dat de zaak afgestuit was op een onverwachten, beslisten tegenstand by Betsy, hetwelk don vorigen dag tot hevige tooneelen tusschen vader en dochter aanleiding gegeven had. Met heel veel moeite had hg het ten minste tot dit uitstel gebracht, waardoor zy althans tyd won. „Maar natuuriyk ben je dan nu zoo goed als in 't geheim verloofd, begryp je? Je kunt elkaar by den naam noemen en moogt haar ook kussen, als je wilt." Dit was een vrgheid, die de burgemeester op eigen houtje verleende, steik in zgn overtuiging, dat de adjunct veel te verlegen was om er gebruik van te maken. Onder het spreken had hy den adjunct niet aangezien, maar toen hy het nu deed, werd hy eensklaps vuurrood in 't gezicht en sprong driftig op van zyn stoel. „Geloof je misschien niet? "Wil je, dat ik er op zweer, dat gy vóór nieuwjaar ge trouwd zult zyn? Nu?" En hy had den mond reeds geopend voor een zyner krachtigste eeden, toen de adjunct hem tegenhield met de plechtige verzekering, dat hg goen oogenblik twgfelde. En 't zelf bewuste optrodon van den burgemeester had ook reeds zyn gewone uitwerking gedaan, het vertrouwen op diens almacht wakker geroepen bg den aojunct. Toen zy afscheid nameD, verzocht do bur gemeester hem 's avonds als gewooniyk te komen, maar niets te laten bemerken, „'t Moet zyn tyd hebben, ze moet eerst wat wennen aan het idee zóó zyn de meisjes tegenwoordig." Dat beloofde de adjunct van heeler harte, en de avond ging als gewooniyk voorby, met dit kleine verschil, dat de burgemeester, toen Betsy met de waterkan by hen kwam, voorstelde, dat zy en „Jonas" eens samen klinken zouden, wat geschiedde met veel verlegenheid van des adjuncten en groote koelheid van Betsy's kant. Hl. Op deze wyze geraakten do adjunct en Betsy heimeiyk verloofd met elkander. De adjunct was overgelukkig op zyn wyze en door de ongewoonte van dat gevoel er zoo geheel door in beslag genomen, dat hy er nooit aan dacht, in hoever Betsy het was. Maar al had hy daarover gepeinsd, dan zo hy nog niet heel vor gekomon zyn, wan* psychologie was zyn „fort" niet. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1