Praatjes over Kuust. Vlokken. LXXXV. «Jonge Ranken", Sonnotten cn Verzen van ïletsj Juta, Llankonbcrg Co,, Leiden 1896). Vól bewondering heb ik dezen bundel ge dichten, die met een fijngevoeld voorwoord: „ter geleiding" de wereld ingaat, gelezen en, met genot hórlezen. Ik wensch dezen eerste lingen van mejuffrouw Juta (zéér typig „Jonge Banken" benoemd), een warm onthaal toe, zoowel in do pers, als in „meer-be- scbeiden" familiekring, en ik vertrouw, dat do dichteres te pessimistisch zal hebben ge dacht aan: „btt veelwyzig eischen van deez' tyd, die met scherp gewicht de waarde we^en zal; en zwaar doen zijn de onvol- menheid." Want, waarlik; er is zoo héél veel moois in deze verzen, die, naast soberheid van vorm, •en rijkheid aan gedachtoninhoud paren. Ook wat de „Ausstattung" betreft, neemt men dit deeltje by hernieuwing gaarne ter hand. 't Fraai gouden bandje, 't kleed, door Jan Toorop zoo kunstvaaraiglyk bewerkt, is ©en passende omlijsting voor deze dichtregelen, terecht op dat zware Oud Hollandsche papier gedrukt. Enkele gedichten zijn „Oude", doch goede bekonaen, zóó: „Anangké" (by de teekening van Roland Holst), stellig, voor my, een der schoonsce van deze Serie (in oit blad indertijd afgedrukt). Het vers, waarmede de bundel eindigt: „Een Sage", geeft oen voorbeeld, boe viymend- sarcasti8ch (doch terecht) de dichteres, de conventie geeselend, weet te hekelen. Men ooroeele: 't Begin luidt: Een vreemde sage La 't die ik u zeg. En 'k weet niet of gij mij begrijpen zult, Want JaDg geleön geschiedde 't... eeuwen wel... Of dagen of misschienmisschien Kan 'tnog geschieden.... Hoog op een berg in vreemden toovertuin, Waar nimmer menscbenhand nog werkzaam was, Bracht eens Nat uur een bloem voort, maar een bloem, Zooals nog nimmer bloeide uit haren schoot: Zacht-blank de blaad'ren als uit sneeuw geweven, Als sneouw omvattend het groot gouden hart; en 't slot luidt: Maar wat was hoog eens.... en bleef menseden vreemd?. Men vond de bloem, en wilde haar bezit, (Wat menschlijk is), doch niet om 't schoon vooral, Maar om te weten 't vreemde van haar wezen. Men groef haar uit den grond, en 'twas der bloem Een nieuw broed licht: de wereld die haar wachtte, Want wel eeDtonig wordt het eenzaam hoog-staan. Een burger bloemhof werd haar woning thans, Daar kwamen menschen, en men sprak van haar Met lof en met bewond'ring in veel woorden. Maar niet genoeg was voor hen geur en klenr: Men wilde weten, zoeken, kennen 't leven, Kn wat in 'thart de oorsprong was der geuren: Men tunrde door vergrootglas, microscoop, Betastte 't blanke blad met grove handen En priemde 't lijn lancetjc diep in 'thart Zoodat het wondde 't weefsel, en van wee De blaad'ren beefden en een schaamtegloed Bloed-rood doorvloeide de aüren van bet blanke. Dan lachten laid de menschen, en hun taal, Die alles naam geeft noemde deze bloem „Artiestenziel." Maar voornamelijk z(jn 't toch, dunkt my, Leed, gedragen zonder bitterheid, Liefdege geven met overtuigde toewijding, die aan deze verzon bezieling gaven. Ook aan hoog poetiteits-gevoel uiting gevend, zijn ©r bijdragen hoogelyk te waardeeren, zoo o. a. „Kerstnacht". En, dan plotseling komt weer èn het medeleden terug voor den onbe- gr pen artist, het mefedoogen met de men schen, die dien kuDstenaar niet kunnen be grijpen, naast den vlijmenden spot tegen hen, die, beter wetend, hem niet willen verstaan. Daaraan zullen, m. i., die aan Jan Toorop opgedragen regelen wel hun ontstaan te dan ken hebben. Betsy Juta heeft dat tijdperk (ook hier ter stede) medegemaakt, waarin, door „publiek" met de wèl-vreemde, doch toch zóó-éérlyk bedoelde kunst, op onverantwoordelijke, on barmhartige, voor beter bEdoelenden, pijn doende wjjze werd omgesprongen en gesold. En, immers: waar bedoeldo ironie aan één zyde gezaail werd, kon aan den anderen kant geen verdiend sarcasme, als oogst daaruit geboren, uitblijven. Doch, nu die periode gedragen en geleden Neen, het ging nietl Het noodlot moest beslissen. Het was een frissche, heerlijke morgen in het bo8cb. Op een open plek tusschen pijn- boomen en varenkruid stonden zy tegenover elkander. Op de gobruikelljke vraag van een der secondanten, of men zich verzoenen wilde, bad luitenant Erker beslist afwijzend ge aotwoord. Alleen voor den vorm vroeg men ook de tegenpartij. Luitenant Von Yliessheim zweeg een oogen- blik. Eensklaps zeide hij: „Jal" Het verraste hemzelven. „Gy verwondert u," ging hy voort, doch luister en breng mijn vooratellen aan myn tegenstander over. Hy kon niet toegeven, ik kan het wel, waut ik heb do minste kans te verliezen. Ik lju als pistoolschutter ge oefend, ik heb geen kinderen. Vraag myn tegenstander, of hy zich wel bewust is, waarom wy hier als doodsvyanden tegenover elkander staan. Om een hond. Hy moge aan zijn vrouw en aan zyn kind denken. Ik zal hem excuus vragen; moge hy hetzelfde doen." Luitenant Erker was verrast, geschokt. Zyn is, nu 't gebleken is, dat Jan Veth nog niet zoo héél ónzinnig van 't aangrijpende in Toorop's kunst heeft gewaagd en de laatste ook door waarlyk meer-conservatief-pezinden, om gewilde bydragen wordt verzocht, nü raken de „Wajangpop"-bedoopers wel lang zamerhand, maar zeker in den klèm by die onwelwillend gezinde, onwetende, onverkwik- keiyko achterhoede. Het Multatuliaansche gezegde: „Publiek, ik veracht u met groote innigheid" heeft deze dichteres wonderwel in deze verzen uitgezegd. Dat zy ook een mooien kyk op de natuur beeft, bewezen regels als de volgende, waar zy o. a. Muschjesbescbryft: De sombre morgen van een najaarsdag. Op 't glimmend hout der bladberoofde takken, Hard zwart afrondend tegen witte lacht, Wat maschjes zitten. Klein-grauwe hoopjes tusschen 't grauw getak. De veertjes, dik gezet om 't mager lii{je, Verwarmen ook de pootjes, vastgoklemd Om 't wieg'lend takje, wuivend in den wind, Den harden, guren najaarswind, die telkens Opknift de veertjes van het bolrond borstje. Mooi! niet waar? Of ik dan geen bemerkingen heb? Of ik dan alles maar voetstoots goed vind; aan neem. Neen, ik geloof kleine foutjes (doch zeker geen zinstorende) te kunnen signa- leeren. Maar, waar zóóveel goeds werd gegeven, dient gezwegen omtrent kleine feilen. De herinnering er aan doet al leeds genoeg. Ik wensch ten slotte, en dezo Jonge ranken" blyven er, m. i., een waarborg voor, dat het talent, het genie van Betsy Juta er „ryperen" zal doen geboren worden. En, niemand zal 't my kunnen euvel duiden, dat ik, der dichteres, diem „Gids" en „Hollandsche Lelie" zulko verkwikkende verzen schreef, er om meerdere vraag. Naschrift. Nu 'k dit gulden gedichtenboek, te midden van 't prachtige herfstgoud heb gelezen (misschien mag ik zeggen: „in my heb opgenomen"), nü rest my den dank te brengen aan de schryfster, want, onder hen, cie my vreugde in dit korte leven hebben g schonken, zullen dezo „Jonge Ranken" een der weinige eerste plaatsen bekleeden en, wat ik indertyd over Henriëtte Van der Schalk's gedichten schreef aebt ik ook op dozen bundel van toepassing: „Jonge ranken"is een boekje om te geven aan wie men zeer liefheeft. C. Verster. Cremen^d Nieuws. Yan het in aanbouw zijnde Pharmaceutisch Laboratorium in de Midden straat by den Trekvliet alhier waait de vlag, ten toeken, dat met de bekapping van dat groote Ryksgebouw een aanvang is gemaakt. By een bewoner van den Trek- vlitt, naby de Naakte Sluis, alhier, ontstond gisteravond een begin van brand, doordien door een onbekende oorzaak de ganglantaren in brand was geraakt, waardoor zich oen vry groote vlam in de gang vertoonde. De brug wachter K., in de nabyheid gestationneerd, ontdekte het onheil, spoedde zich naar de woning en het mocht hem gelukken, door do vlam te dempen, een ongeval te voorkomen, dat anders ernstige gevolgen had kunnen hebben. Geiyk uit de aankondiging is gebleken, zal de circus Renz te Amsterdam nog slechts eenige voorstellingen geven. Dan vertrekt het gezelschap weer Daar Berlyn. Voor de bewoners aan de stations tusschen Amsterdam en Den Haag, dus ook voor de L idenaars, wordt nog maar één gelegenheid aangeboden om van den extra nachttrein ge bruik te maken, en wel morgen, Zaterdag avond. Wy vestigen daarop de aandacht der liefhebbers van paardondressuur, want ook doze wordt er met onderscheiden nommers vertoond, en vooral van hen, die het thans gegeven wordend „kunsteuaarsfeest op Hel goland", en het daaraan verbonden water ballet, nog niet hebben gezien. Twee tafereelen spelen op het land, het eerste aan 't strand, het tweede op een Kurhausterras; eenig is de versiering hierby, guirlandes van groen vol arabesken van licht met een achtergrond van den meest weelde- rigen corridor en een perspectief van zuilen gangen waaruit feeën en nimfen in de meest wrok bekoelde. Maar zyn trots kon hy niet geheel bedwingen. Hy verlangde een schit terende voldoening. Von Vliessheim kon een glimlach nauwelyks onderdrukken. De ander verlangde een schit terende voldoening I Doch hy bleef kalm, en terwyi allen hem nieuwsgierig aankeken, wendde hy zich eensklaps op zy en schoot zyn pistool af. Een gejank. Daarop weder stilte. Flokje, dien zyn meester aan een boom vastgebonden had, lag dood. Het was een meesterschot. Toen Von Vliessheim zich omkeerde, stond Erker voor hem. Von Vliessheim zeide bedaard: „Gy wildet hem op de straat gooien; ik heb meer gedaan." „Gy' hebt een offer gebracht," bracht Erker met van ontroering heesche stem uit. „Ik deed het voor een kameraad." Zy gaven elkaar de hand en zagen elkander in de oogen. Voor de eerste maal ontdekten zy de sympathie voor elkaar, die hen in het latere leven vereenigde. Naast den grooten steen in hot woud, die er uitziet als een reusachtige schildpad en door het varenkruid byna bedekt wordt, ligt Flokje begraven. sprookjesachtige élégance van kleeding te voorschyn treden als uit een opaal van pracht, een schelp van weelde. Pakkend zyn de militaire optochten van de Duitsche kurassiers tot onze schuttery met vol orkest toe, dol-snoezig vorder het kinder concert en betooverend de poses en groepee ringen. In het zee-gedeelte met watorvallen en cas cades alles louter zilver; in het witte licht der reflectors dryft eon facade van groen, waarop een allegorische voorstelling der water godinnen en even later een byna mythologische „Lohengrin", door den karakteristieken zwaan getrokken, voortglydende over de wateren. Ten slotte een Chanbdis tempel, waarin de Scylla's haar syreneiizangen uitzenden langs de murmolende golfjes.... alles gedrenkt door fonteinen van water en vuur, dit laatste neer- vlammend vanuit den koepel. Als apothéose de vereeniging der vyandiga elementen, drup pels van vonkun en kiistal weerkaatsend in den waterspiegel. Het is prachtig! De besmettelijke ziekte rood vonk breidt zich te Nieuwkoop steeds uit. De R -K. parochiale school is reeds gesloten, omdat zich ook ten huize van het hoofd dier school een geval heeft voorgedaan. De verzending van Boskoopsche planten naar 't buitenland veroorzaakt veel drukte aan 't station Alfen Ouoshoom van 't S.-S. Er is echter by het Staatsspoor een zoo groot gebrek aan wagens, dat aan de aan vragen op tyd geen gevolg kan worden ge geven en vele kweekers met bélangryke ver hooging van kosten genoopt zyn van Alfen naar Leiden door te varen en per H. S.-M. te verzenden. Gevorderd werd in de gisteren ge houden zitting der rechtbank te's Gravonhage tegen een gewezen beambte der N. B T.-My. aldaar, die naar by |beweerde door zware huiselijke zorgen gedreven zich schuldig maakte aan verduistering van een bedrag van ruim f 600, vier maanden; voor een koop -.nan uit Smildo, die een persoon uit Loosduinen een steek met een mes gaf, omdat dezo hem een klip had gegeven, toen hy hem op 6 April op den Loosduinschen weg nariep „een fiets getlescht by1 maand. By den secretaris van de Haag- sche A. C. „Hoilandia" is een uitdaging ont vangen voor den „Ned. Brassard", voor den winner den heer W. Overkleeft, van den heer Jansen, to Rotterdam. Deze match zal Zondag 22 Nov. plaats hebben of met goedvinden van den heer Overkleeft, Zondag 15 Nov. De afst-nd, waarop deze armsjerp is ingesteld, bedraagt 25 K.M. en de sjerp moet steeds in Den Haag onder controle der Haagsche athl.-club „Hoilandia" verreden worden. De 31 jarige A. W. Büller, werkzaam in de brandtry van den heer H. P. Van der Drift, te Schiedam, had eerglsfcer morgen het ongeluk, by het nazien van de temperatuur van het beslag in den beslagbak, uit te giyden en in dezen bak (gevuld met kokend maisbeslag) te vallen. Over het geheele lichaam met brandwonden bedekt, werd hy naar zyne woning vervoerd. Men meldt uit Amsterdam, dd. 12 November: In de algemeene vergadering van den diaraantbewerkersbond van gisteravond is een „beweging" der cbipswerkers aangekondigd. Hedenavond is in „Plancius" de campagne vastgesteld. De cbipsslypers zullen verhooging van bun loon met 10 pet. vragen; voor de 8ny'ders zal geëischt worden eene verhooging met 10 pet. voor partytjes 20/4 tot 40/4 en geleidelyk opklimmend 25 pet. verhooging voor partytjes 81/4 tot 100/4 met univer- 8eele afschaffing van huiswerk. Aan het bestuur van den bond is de leiding dezer beweging toevertrouwd. Nogmaals werd de verzekering geszevcn, dat het doel bereikt zou worden zonder werkstaking. Verscheidene sprekers voerden het woord, om allerlei grieven kenbaar te maken. Schering en inslag was nu ovenals gisteravond de waarschuwing, dat de elypers toch vooral geen beter of wel meer tydroovend werk zouden gaan leveren voor het hooger loon. Men weet nu wat dit beteekent. Het „N. v. d. D." verneemt omtrent de vermissing van bankbiljetten, dat hier van vermoedeiyke ontvreemding sprake is. De postzak, waarin o. m. geldswaarden in aangeteekende brieven aanwezig waren, is nameiyk, Yermoedeiyk. op het traject Amster- dam-Halfweg, door den met de overbrenging belasten postbeambte zoek gemaakt. De man kan nameiyk niet opgeven waar zak en inhoud gebleven zyn en beweert tydens het verloren geraken daarvan beschonken te zyn geweest. Hy bevindt zich op het oogenblik in hechtenis. Door de politie is de geheele weg langs de spoorlyn tusschen Amsterdam en Halfweg afgezocht, zonder dat ook maar een spoor van het vermiste gevonden is. Dit ver sterkt haar in het vermoeden, dat hier wel degeiyk misdryf in het spel is. De commissaris van politiein de 5de sectie te Amsterdam verzoekt te wor den bekend gemaakt met de verblyfplaats van Ph. Leemput, 41 jaren. Hy heeft vermoodeiyk in gezelschap van een© vrouw den 31sten Oct. jl. zyne woning in de Oosterparkstraat 83 te Amsterdam verlaten en wordt verdacht van verduistering van f 450. Het „N. v. d. D." deelt nader mede, dat do gemelde verduistering aan de Bank van Leening te Amsterdam gepleegd is door den overleden ambtenaar J. C. S. Te S a s-v a n-G ont is uit een sloot het lyk opgehaald van zekeren Pikkaart, ge- ponsionneerd O.-I. militair, die sedert Zondag uit die gemeente werd vermist. Hot O. M. by den Hoogen Raad concludeerde gisteren tot verwerping van het cassitio-beroep van den gewezen hoofdinspec teur van politie te Groningen tegen het hem door den burgemeester dier gemeente gegeven ontslag. Uitspraak 11 December. De verklaring van het zonder linge feit, dat er na den dood van koning Willem III nog voortdurend nieuwe munt biljetten van 50 met zyn portret worden uitgegeven, is, naar de „Haagsche Ct." ver noemt, deze: dat de teekening van de munt biljetten, vastgesteld by kon. besluit, in het Staatsblad moet worden opgenomen en men het tot dusver niet noodig achtte de moeite en kosten te maken van een nieuwe gravure. Voor den Hoogen Raad is gepleit over de al of niet rechtmatigheid van de heffing door den Staat van den z.g. vyfden penning tegenover de Woudrichemsche vis- 8cbers. Sedert eeuwen (krachtens een privilegie van graaf Willem van Holland in de 16de eeuw) hadden de Woudrichemmers een uitsluitend vischrecht tegen betaling van één vyfde van de opbrengst der gevangen visch. Hefc recht tot heffing van dezen vyfden penning ging later van den landheer over op den Staat, doch deze maakte nu sinds menschenheuge- nis, althans gedurende meer dan dertig jaren, geen gebruik van het heffingsrecht. Toen hy evenwel nu onlaDgs zyn recht tegenover een Woudricheraschen visscher deed gelden, beriep dezo zich op verjaring. Het Hof te 's-H<.rtogenbosch nam evenwel die verjaring ni.t aan. o. a. op grond, dat hier vaD geen zakelyk, maar van een persoon- lyk recht geen sprake was. Voor den visscher trad op mr. B. M. Vlie- lander Hein en voor den Staat mr. W. Thor- becke. De conclusie van het O. M. wordt later medegedeeld. De directie van den Kon. West- Ind. Maildienst deelt bet volgende mede: Door het Nedtrl. stoomschip „Prins Willem I" werd den 30sten October jl. op 33 gr. 45 min. N. en 74 gr. 26 min. W., aangetroffen het driemast schoeoer-schip „Frank O Dame", van Philadelphia. Het schip, beladen mot hout, was vol water en dryvende op de lading en door het volk verlaten. Een onderzoek, aan boord ingesteld, toonde aan, dat zich niemand op het schip bevond en er ook geen scheeps papieren aanwezig waren. De jongen, die de vorige week terecht stond wegens diefstal van een som van pl. m f 700 ten nadeele zyner groot ouders, zoomede de drie jongens (waaronder twee matrozen), die hem daarby hielpen door de oude menschen aan den praat te houden, werden gisteren door de rechtbank te Amster dam ieder tot een jaar gevangenisstraf ver oordeeld. Gisteravond begaf zich de justitie uit Almeloo naar het naburige Wierden, alwaar het gerucht ging, dat eene vrouw zóó zou zyn mishandeld, dat zy aan de gevolgen was bezweken. By onderzoek bleek, dat zy in dronkenschap over een ketel was gevallen en dood was blyven liggen. Volgens de Volkstribuun0 ont vingen de Maastrichtsche stakers in de 30 weken, dat de staking duurde, 14,000 onder steuning. Waarmee iemand, die niet veel omhanden heeft, meent de posteryen te mogen lastig vallen, biykt uit het volgende: Iemand te Heelsura zond een brief naar Tiel, evenwel zonder er een adres op te ver melden, doch in plaats daarvan had de afzen der op de enveloppe de rivieren de Waal en de Ryn geteekend, met de plaatsen Heelsum en Tiel er aan; laatstgenoemde pla ts was evenwel slecbt6 door een stip aangeduid, terwyi by eerstgenoemde de naam vermeld stond en van daar een pyltje naar die zwarte stip wees. Bovendien was het huis van degene, voor wien de brief bestemd was, op de enveloppe geteekend. Na eerst te Arnhem geweest te zyn, waar men de woorden „zie Tiel" er op geplaatst had, is de brief in handen van den geadres seerde gekomen. Een kenschetsond geval van preventieve hechtenis heeft zich volgens de „Arnb. Ct." te Rotterdam voorgedaan. In de vorige maand viel een man van de trap en bekwam een schedelbreuk en verder inwen dig letsel, zoodat hy in höt ziekenhuis moest worden opgenomen. Onder verdenking den man van de trap geworpen te hebben, word daarop gearresteerd C. P. Punt. Men voerde hem geboeid naar de cellulaire gevangenis, ofschoon de mishandelde zelf nog geen be trouwbare verklaring had afgelegd. Van 25 October tot 7 November bleef Punt in voorarrest en in dien tyd werd hy geen enkele maal in verhoor genomen. Inmiddels is de mishandelde hersteld, of althans zyn leven buiten gevaar. Op den 7den Nov. werd Punt aangezegd, dat hy kon vertrekken en by kreeg, als ver diend in die 12 dagen, uitbetaald 38 centen. Zyn eerste gang was naar den kruidenier, waar hy sedert jaren als winkelbedionde in betrekking is, maar zyn patroon had reeds een ander in zyn plaats genomen en kon dien nu niet weer ontslaan. Door een mis verstand van politie of justitie is de man dus reeds als een misdadiger behandeld, in het openbaar vernederd en bovendien broodeloos gemaakt. Te Roermojnd heeft een vecht- party tusschen boeren en huzaren plaats gehad. Vier huzaren werden door messteken verwond; twee van hen werden naar het hospitaal te Venloo overgebracht. Een stukadoor te Velp <Gel$ heeft het schaudeiyke feit gepleegd om me geweld een jongen van 12-jarlgen leeftyd zooveel sterken drank toe te dienen, dat de knaap spoedig daarna in bewusteloozan tcg» stand verkeerde. Dö zaak is in handen van do politie. Een kindje ran anderhalf jaar van zekeren v. W., te Huizen, had het ongeluk, al schommelende van zyn hobbelpaardje fee vallen. Toen er bloed uit den monJ kwam, werd terstond de dokter gehaald; by onderzoek bleek het borstbeen gebroken. Eenige uren later was het kind bezweken. Te Groningen zal do commissie voor de spysuitdeeling, welke reeds 94 jaren bestaat, dezen winter 44 uitdeelingen houden van runder en erwtensoep, aanvangende 8 Dec. en eindigende 23 Maart. De aandeelen ad f 8.25 geven recht op 44 portiën zeer voedzame apys. Veehandel. - Ten eindeBelgischa kooplieden in de gelegenheid te stellen, te Utrecht hun vee te ko <pen en nog dlezelfdo week naar België te kunnen uitvoeren, stelt de Nederlandsche Maatschappy tot exploitatie van veestallen en veetransporten hare terreinen te Utrecht aan den Leidscben weg tegenover de veelading van het Centraal station, voor- loopig eiken Donderdag beschikbaar tot het houden van een veemarkt. Deze dag is ook ddlrom zoo geschikt, omdat het niet verkochte vee des Vrydags te Zwolle of des Zaterdags op het Vreeburg to Utrecht kan worden gemarkt, terwyl tevens de Israëlietische marktbezoekers des Donderdags een meer werkzaam aandeel aan den veehandel kunnen nemen. Uitgebreide stalling, een veewaag, enz. zyn ten dienste der veekoopors, terwyl ook het marktgeld zeer billyk is ge steld. (U. D.) Een v o n n i s d o o r d e telephoon. Een Amerikaansch blad deelt bet volgende verhaal mee. Hugh Gallagher, koopman te Montclair, moest voor eenigen tijd terechtstaan wegens overtreding van de wet, waarby het aan koop lieden verboden is de trottoirs te versperren. De heer Gallagher is een der rykste inge zetenen van de stad, en was bovenalen candi- daat by een der jongste verkiezingen. Zyn drukke zaken stonden bem dan ook niet toe zelf voor den rechter te verscbynen. Maar toen zyn zaak voorkwam, is de beer Gallagher in zyn winkel aan de telephoon gaan staan en heeft den rechter opgescheld: „Hallo, mynheer de rechter, ik erken schuldig te zyn." „Tien dollars boete", antwoordde de rechter. „In orde," hernam Gallagher, „'t Spyt my u het geld niet door de telephoon te kunnen zenden: maar ik zend het u dadelyk door een bediende. Adieu." Zoo heeft de Amerikaansche rechter eon vonnis door de telephoon uitgesproken. De by zonderheden van een moord die onlangs te Parys op een der buiten boule vards gepleegd werd, toonen, dat ook in de boosdoeners wereld misbruik van vertrouwen zwaar gestraft worct. EeD zekere Ploquet, die pas uit de gevangenis ontslagen was ge worden, wendde zich als lid eener geheime dievenbende tot zyne makkers om ondersteu ning, en kreeg van den hoofdman der bende, Nougat genaamd, 50 franken toegewezen. Een jong lid van de bende, Perque, bekwam de opdracht, de 50 fr. aan Ploquet te overhan digen, maar behield deze voor eigen gebruik. Daar Nougat kennis van deze daad bekomen had, riep hy de leden der bende byeen tot een zitting, waarin tot den dood van Perque besloten werd. Daar er geen zich vry willig ter uitvoering van dezen moord aanmeldde, werd door het lot beslist. Den avond daarop werd de jong6 Perquo in een hinderlaag ge lokt, vastgehouden en door den by het lot aangewezen Francois Toucher door een mes steek tusschen de schouders zoodanig gewond, dat by korten tyd daarna stierf. De dader werd den daarop volgenden dag aangehouden. De lichtgeloovigheid van som mige menschen is eenvoudig ongelooflyk. Voor een der Londensche rechtbanken stond Woens dag een zekere Owen terecht, beschuldigd van het verkrygen van geld onder valsche voorwendsels. Hy had iemand wy3gemaakt, dat hem door lord Salisbury was opgedragen naar Konstantinopel te gaan en den Sultan te arresteeren; als dat lukte, zou hy tot con sul benoemd worden te Algiers op een salaris van 10,000 pd. st. per jaar. Maar voorloopig was hy wat slecht by kas, en daarom vroeg hy aan den ander hem 30 pd. st. voor te schieten, onder belofte, dat hy hem voor dezen dienst later tot zyn particulieren secretaris zou maken op een salaris van 600 pd. st.; de lichtgeloovige vriend had dit alles voor goede munt aangenomen en hem de gevraagde som geleend. De bedrieger kreeg van den rechter drie maanden dwangarbeid en do aanklager een standje over zyn onnoozelheid. De heer Holland, de myndirecteur uit Liverpool, die onlangs in zyn kantoor werd aangevallen door een vroeger liefje, is in het hospitaal aan zyn wonden bezweken. De voorloopige proefnemingen met eene telefoonverbinding tusschen Ber lyn en Londen over Emden hadden voor loopig niet de gewenschte uitkomsten. Wanneer enkele onvolkomenheden, als onduidelykbeid over langere afstanden, inductiestroomiogen en het vaak hinderlyk contact, opgeheven zullen zyn, gelooft hot „Berliner Tageblatt," zal het beter worden. ^Russische tarwe voor Indië. Prins Obolensky, een autoriteit op het gebie< van landbouwzaken, schryft uit Kazan wf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2