N°. 11282. Dinsdag; ÏO November. A0.1896 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van !§pn- en feestdagen, uitgegeven Keuillöton. De Stenrm den Godsdienst. LEIDSCÏÏ PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. ,j_t 1.10. Franco per post. —s 1.40. Afzonderlijke Nommers i 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere rogel meer f 0.17J. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ineasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 9 November. De anti-revolutionnaire kiesvereeniging „Nederland en Oranje" alhisr heeft vergaderd ter bespreking van de nieuwe kieswet en ter reorganisatie, zooveel noodig, van de Vereeni- ging en hare taak, mot bet oog op de uit breiding van de grenzen der gemeente en de niouw te wachten kiezers. De voorzitter en de heer Donnor, lid der Tweede Kamer, zetten de voornaamste be- [palingen der nieuwe wet voor de hoorders uiteen. Tot leden van 't bestuur uit de nieuw aan Leiden toegevoegde deelen der aangrenzende gemeenten werden gekozen de heeren: A. J. Van Hoeken J.Jzn., G. T. Van Dorp, A. Mulder, P. Van der Horst, R. Koekoek en D. Kraay. Vele aanwezigen traden tot de Vereeni- ging toe. Gereformeerde Kerken. Beroepen is te Gouda ds. R. J. W. Rudolph, te Leiden. De „N. R. C." ontving een verslag van de eerste Gifford-lezing, door den Leidschen hoogleeraar dr. C. P. Tiele verleden Donderdag te Edinburg gehouden. De correspondent heeft haar bijgewoond en geeft er door zfin verslag een denkbeeld van hoe daar zulk een plechtigheid toegaat want eene plechtigheid was het, en hoe hartelijk en eervol prof. Tiele in eene omgeving, die hem reeds door zijne werken of door de faam kent, ontvangen is. Gonoemde correspondent schrijft dan o. a. hst volgende: ,Van de stroefheid, die den Schot zoo good als den Engelschman tegen over vreemdelingen kenmerkt, ziet men elk spoor verdwiinen, als men hem is voorgesteld. En dan had prof. Tiele hier in zijn persoon nog eene introJuctie, die hem de deuren der Scbotsche gastvrijheid en voorkomende be jegening wijd opende. Dat hebben hfi en zijne echtgenoote, die hem vergezelt, do eerste dagtn van hun verblijf in de wonderschoons hoofdstad van Schotland reeds ondervonden. Maar nu Donderdag met de eerste lezing. Het begon met een klein misverstand. Men h&d prof. Tiele verkeerd omtrent het uur iDgolicht, en zoo hadden de hoorders eenigen tijd op den Gifford Lecturer te wachten. Maar dit verstoorde hun geduld en goed humeur niet, en toen prof. Tiele de zaal binnentrad, brak er een hartelijk applaus los, dat geruimen tijd duurde. Maar ik moet u eerst vertellen, hoe prof. Tiele aan het universi teitsgebouw ontvangen werd. Dit gobouw ligt in de bovenstad en is opgetrokken in datzelfde grauwe graniet, dat aan geheel Eiinburg zulk een deftig en monumentaal aanzien geeft, een paleis der wetenschap, deze universiteit, met haren massalen dom hoog in de lucht en daarboven een gouden figuur, een brandende toorts in de Opgeheven hand. De open voorhof alleen is wo ruim, dat bfiv. de Leidsche Academie er zich oen goede staanpl ats kon uitkiezen. Bij den ingang van den voorhof werd prof. Tiele opgewacht door den Principal den voor het leven benoemden vertegenwoordiger der universiteit, tevens president-curator- den vermaarden Arabist Sir William Muir, en door een aantal professoren. Na eene korte begroeting vormde zich de stoet en zette zich in beweging. En toen wij daar want ook uw verslaggever was uitgenoodigd in den stoet plaats te nemen langzaam en statig over het plein schreden, moest ik onwillekeurig denken aan do weinig omslachtige en ongege neerde manier, waarop bij ons te lande plechtig heden worden behandeld. Voorop een deftige pedel, voerende den zwaren zilveren staf van den Principaldaar achter de Principal in zijn grijs zijden, met blauw fluweel afgezetten mantel, e6n zilveren keten om, een zwarten vierkanten steek met zilveren kwast op die hoffelijk den arm had geboden aan Mevrouw Tiele; dan de Gifford-Lecturer, in zjjn zwarte professoretoga, aan den arm van den emeritus professor Campbell Eraser, de mooie kop met den vollen grazen haardos en den langen grijzen baard uitkomende boven de scharlaken toga; daarachter hooggeleerden (o. a. prof. Kirkpatrick to prof. Flint) in hun kleurige gewaden, en uw onderdanige. Toen wij de zaal binnentraden, daverde het van de toejuichingen, die aanhielden tot wfi, die met prof. Tiele waren modegeko.r en, achter hem op het platform war-n gezeten. De pedel legde den staf voor den Principal neer. Het was een talrijk gehoor, dat voor ons op de hoog opgaando banken verzameld was het bestond uit studenten, vele prodikant n, professoren van verschillende faculteiten dr. Dods o. a. en nog een aantal belang stellenden van gevorderden leeftijd; ook vele dames. Toen het stil was geworden, leidde Sir William Muir met eenige hartelijke woorden den spreker in. Hfi noemde prof. Tiele den eminentsten vertegenwoordiger van de weten schap, die hfi bohandelen ging, en herdacht nog vriendschappelijk hoa hfi, Sir William, getuige was, dat de universiteit van Boulogne prof. Tiele tot doctor litterarum h. c. bevor derde. Nogmaals applaus en toen begon prof. Tiele te spreken. De correspondent herinnert er aan, dat het doel van deze lezingen is de beginselen van de godsdienstwetenschap te ontvouwen, d. i. te schetsen boe zfi arbvidt en welke algemeens resultaten zij reeds verkregen heeft. Van zelf wordt het onderwerp dan in twee deel n gesplitst: een morfologisch, dat zich bezig houdt met de wisselingen en vormverande ringen, als gevolg van steeds voortgaande ontwikke ing; en een ontologisch, gewfid aan het onderzoek van het blijvende in bet wisse lende, het wezen van den godsdienst en waaruit hfi voortspruit. Het eerste deel zal in dit jaar, het tweede in het volgende jaar behan deld worden. Met onverdeelde aandacht werd de rede aangehoord, herhaaldelijk door applaus afge broken, en in het eind door een lang aan houdend geklap bsgroet. Ongetwijfeld was daarvan vooral oorzaak de inhoud der rede, die de klare en meesterlijke uite nzetting was van een onderwerp, dat de geleerde spreker ten volb beheerschte, de uitslag van vele jaren met schitterende uitkomsten geleid on derzoek; maar voor geen gering deel cok boeiden de vloeiende en juiste uitspraak van het Engelsch ik heb het uit den mond van Schotten zelf en de voordracht van prof. Tiele het gehoor. Na afloop der lezing dankte Sir William Muir den spreker, en nu ging het mot het zelfde ceremoniëel weder terug, het plein over naar de senaatskamer, een ruim en statig vertrek maar lang niet deLeidsche senaatskamer, zooals prof. Flint mfi zeide. Hier kwamen verscheidene belangstellenden prof. Tiele gelukwenschen. De volgende lezingen zullen niet meer zoo plechtstatig worden geopend. Alleen prof. Tiele zal dan in toga zfin, op zfin wensch een L idsche toga. Als Gifford-Lecturer van de Edinburgsche universiteit had men hem daar een Edinburgsche toga aangeboden. Men scbrfift ons uit Bodegraven: In de Nederl.-Herv. kerk alhier, trad 6 Nov., daartoe uitgenoodigd door deafd. „Bodegraven" van „Patrimonium" ds. Yan Gheel Gildemeester voor eeno grooto schare belangstellenden op met het onderwerp: „Wat is hot gelukkigste huisgezin Dit had ook kunnen luiden„Onze sociale verhoudingen." In eene keurige, geest driftvolle rede sprak ZEw. over de verhoudin gen van de meer gegoede standen tot den vierden stand, toonde aan, dat deze verhou dingen lang niet zijn, zooals ze behoorden, wees de oorzaken daarvan aan en deed uit komen, hoe noodzakelijk het is, dat daaria verandering, verbetering komt. Spreker stond stil bfi de gebreken, de tekortkomingen en de zonden, waar te nsraen bfi den vierden stand, maar niet minder bfi die van do hoogere sb'.nden, en wees uitdrukkelijk op de o kunde, die er bfi deze laatste betracht omtrent den vierden stand Verder wees ZEw. op den weg tot verbetering, nl. het Evangelie, dat de ge wenschte verhoudingen predikt; de meDschen moeten meer gaan handden naar de woorden: „Wfi allen zfin broeders, kinderen van éénen Vader." Het bovenstaande geeft ongeveer den geest weer, waarin ds. Van Gheel Gildemeester zfine bezielde, indrukwekkende rede hield, die daarenboven zoo begrijpelijk en aantrekkelijk gemaakt werd door hot aanhalen en te pas brengt van tal van voorbeelden, gegrepen uit de rfike levenservaring van den spreker. Zoo'n eenvoudige, doch tevens pikante rode- voering moet nut stichten. We wenschen „Patrimonium" daarom geluk met dezen avoDd. Woensdag dun llden November k., des voormiddags te 10 uren, zal op het Raad. buis te Benthuizen in het openbaar worden gehouden de loting ter bepaling der volgorde, waarin de in die gemeente voor den krijgs dienst geschikt bevonden paarden eventueel ter levering zullen moeten worden aangeboden. In plaats van mevrouw Brandenberg, geb. Balk, is tot directrice van het studen tenhuis, Heerengracht 370 te Amsterdam (van de vereeniging tot bevordering van in wendige zending te Doetinchem), benoemd mevrouw Rörik, geb. Franken. Dezer dagen werd bericht, dat jhr. mr. C. J. Den Tex, uit Amsterdam, benoemd zou worden tot Regeerings-commissaris van Neder- land bfi de tentoonstelling te Parfis in 1900. Thans wordt medegedeeld, dat mr. Den Tex zelf van deze benoeming niets bekend is. Omtrent de kerkelfike quaestie te Erme- loo meldt men ons: De zendingsgemeonte van ds. Mooy heeft de hulp ingeroepen van het Comité van den bond der vrfie gemeenten in Nederland. Dit heeft eene commissie be noemd om handelend op te treden. Deze com missie heeft nu aan 't bestuur der Zendings- stichting „Huizen van Barmhartigheid te Ermeloo," waarvan mejonkvr. Yan Halteren directrice en ds. Oorthuys te Katwijk aan Zee voorzitter is, voorgesteld om arbiters te benoemen in deze zaak. Dezen zouden dan eene beslissing nemen, welke door beide partfien moet geëerbiedigd worden. Het ant woord wordt nog afgewacht. (U. D.) De heer J. A. Mulock Houwer, gemeente bouwmeester te Deventer, is bekroond voor het door hem ingezonden antwoord op de besloten prfisvraag voor het ontwerpen van een paviljoen voor 100 mannelijke krankzin nigen op het landgoed „Oud-Rozenburg", bfi 's-Gravenhage. Dezo prfisvraag was uitge schreven door regenten van het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te 's-Gravenhage. Het voorloopig comité van de „Nod. Yer- eeniging voor evenredige vertegenwoordiging" bestaat uit de heerenmr. J. A. Van Gilse to Rotterdam, voorzitter; C. E. Van Koetsveld te Gots, secretarisprof. dr. H. W. Bakhuis Roozeboom te Amsterdam, M. De Jonge Jz te Goes, H W Kloppers te Vllssingen, mr. J J Tilanus te Tiel, J H. De Waal Malefijt te Westbroek, W E. P. Bertram te Assen, B. J Gerretson te Rotterdam, mr. S. J. L. Van Aalten te Rotterdam, prof. mr. J. De Louter te Utrecht, mr. R. Macaloster Lonp, mr A. Kerdfik, mr. J. D- Veegen6, mr. C. J. A Heydeorfick, dr. J. Menno Huizinga, allen te 's-Gravenhage, mr W. Hdneken en mr. M. W. F. Treub te Amsterdam en J. H. Ter Veer te Groningen. Uit de door do centrale commissie voor de 8tati6tiek opgemaakte verzamelcfiftrs blfikt, dat het aantal kiezers voor de Provinciale Staten (nagenoeg overeenkomende met de nog niet volledig verzamelde cfifers voor de Tweede Kamer) van 81,497 in 1850 steog tot 134,380 in 1887, waarna, door de herziening der Grondwet, het aantal klom tot 301,802 in 1896. Op elke 10,000 volwassen mannen be droeg het kiezersaantal in de tienjarige tijd vakken 1850 tot 1890 respectievelijk 1070, 1091, 1131, 1225 en 2673. Voor de Gemeenteraden klom het getal van 137,709 in 1851 tot 221,682 in 1887 en 301,443 thans. Door de toepassing der kieswet, die op 1 Jan. 1897 in werking treedt, zullen die cfifers weldra geheel anders worden. Bfi de 1ste compagnie 3de bataljon 7de reg. infanterie is nu weder een ander model hoofddeksel in beproeving. Het is een pet, veel overeenkomende met de tegenwoordig bfi het leger in gebruik zfiude pet van officieren en onderofficieren; echter is de nieuwe aan de achterzfide hooger dan van voreo; ver er met smal rooden band en dito bies, ovaalvor mige kokarde, waarin rood ook do hoofdkleur vormt, en verlakt lederen stormband In groot tenue komt boven de kokarde een klein rooi pluimpje. De uniformpet der officieren is, wat model betreft, geheel overeenkomstig; de roode band is echter van goud galon, ttrwfii een afhangende pluim van groene voeren boven de kokarde komt. Het mo lel toont veel overeenkomst met het hoofddeksel, bfi het Oostenrfiksche leger in gebruik. De Staatscommissie voor de werklieden- pensioenverzekering is Zaterdag wederom in vergadering bijeengekomen. De wetenschappelijke balans van hot pensioenfonds voor weduwen en weezen, waarvan sprake is in artikel 20 der gewfizigde wet van 9 Mei 1890 (Staatsblad No. 79), is bfi het dep.rtoment van financiën ontvangen. Zfin wfi wèl ingelicht, dan zou h t overschot ettelfike millioenen bedragen. (N. R. C.)' -- De nachtmailboot „Koningin Regentes", der maatschappij „Zeeland," die te Glasgow van nieuwe wielplanken is voorzien, kwam gistermiddag te Vlissingen terug. Het 6toomscbip „Bundesrath" vertrok 7 November van Amsterdam naar O.-Afrika; de „Admiral", van Oost-Afrika naar Ham burg, vertrok 6 November van Mozambique; de „Courad", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 7 Nov. Gibraltar; de „Kaiser" ver trok 7 Nov. van Delagoabaai naar Vlissiogen eD Hamburg; do „Reichstag" arriveerde 7 Nov. van Amsterdam en Hamburg via Zan zibar te Mozambique; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 8 Nov. te Havre; de „Voeudam" arriveerde 8 Nov. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Werken dam", van Rotterdam naar Nieuw-York, is 8 Nov. Prawlepoint gepasseerd. TWEEDE KADER. Successierecht. Blfikens het Regeeringsantwoord op het verslag der Tweede Kamer over het wets ontwerp, houdende nadere regeling van het recht van successie en van overgang bfi over- lfiden, heeft de minister van financiën terug genomen do daarin aanvankelijk voorgestelde samensmelting van het recht van overgang van effecten en rentegevende schulivorde- ringen en het evenredig recht van registratie op scheidingen met bet successierecht en de verhooging van dit laatste recht. Deze laatste verhooging is niet meer noodig als equivalent voor de verminderde opbrengst van de perso neels belasting of voor eenigen anderen regee- ringsmaatregel. Dientengevolge vervalt ook het voorstel van samensmelting van de opcenten met de hoofdsom. Het gewfizigd wetsontwerp bepaalt zich dus nu tot de regeling van het recht van overgang van de onroerende goederen, nage laten door niet ingezetenen, en voorts tot maat regelen om de ontduiking tegen te gaan, die nu een te grooten omvang heeft gekregen en steeds dreigt toe te nemen. De wfiziging der bestaande wet brengt mede i) Het was in het laatst van den herfst des jaara 1789, dat iu het huis van den heer De G., een achtenswaardig koopman te A., het volgend voorval plaats had. Op zekeren avond begaf zich het huisgezin als naar ge woonte op het bepa ilde uur ter ruste. Men had dien avond, zonder dat er iets buiten gewoons voorviel, goed en rustig doorgebracht en was na den avondcnaaltfid nog een geruime poos bfi elkander blfiven zitten praten. Toen de klok eindelfik elf uren sloeg, stond men op, terwfil elk zich naar zfin slaapkamer ter ruste begaf. Zoodoende was het bfina midder nacht geworden, eer de dienstboden, na de tafel afgenomen en in do keuken het een en ander aan kant gebracht te hebben, naar bed kwamen. Nauwelfiks was het huisgezin een half uur te bed geweest, of de echtgenoote van den heer De G., die, daar zfi don slaap niet goed kon vatten, nog wakker was, boorde boven haar slaapkamer een deur opengaan, welke zfi aan de gewone beweging, door dit open gaan veroorzaakt, herkende voor de deur van een hangkast, welke zich daar op een gang portaal bevond en tot berging van kleederen diende. Niet wetende, of som3 een harer dochters, wier slaapkamer op dat gangportaal uitkwam, zich nog op de been bevond en deze Deweging veroorzaakt had, riep zfi met een slechts even verstaanbare stem, daar het zeer gehoorig was: „Is er nog iemand op, kin deren?" Dan, geen antwoord bekomende en verder niets meer hoorende, dacht zfi, dat wellicht de deur zou hebben aangestaan en door den tocht zfin opengewaaidzfi staakte derhalve haar onderzoek en beproefde opnieuw in slaap te komen, doch tevergeefs, daar zfi, na ruim een half uur te hebben getracht den slaap te vatten, nog even klaar wakker was als te voren. De ratelwacht van één uur was even de straat uit, toen mevrouw De G. andermaal oen gestommel boven haar hoofd meende te hooren. Zfi ontgaf het zich echter, toen eens klaps alles weder stil werd, denkende, dat het verbeelding of wel gerucht bfi een buur man zou zfin, alwaar een heer woonde, die wel eens meer na middernacht eerst uit zfin koffiehuis terugkeerde en dan, bestoven thuis komende, de gewoonte had bfister veel gerucht te maken. Weinige oogenblikken daarna bleek het, dat haar verbeelding haar niet misleid had, daar het gerucht zich bfi herhaling ver nieuwde, en zfi op den met matten belegden gangvloer duidelfik het schuren der voet stappen onderscheidde van iemand, diezacht- kens op zfin kousen scheen voort te sluipen. In het eerst, toen zfi ontwaarde, dat zfi maar al te wèl gehoord had, begon haar hart geweldig te kloppen bfi de gedachte, dat er wellicht een of ander nachtzwerver zou zfin in huis geslopen. Zfi wilde dus haar echt genoot wekken, maar de vrees, dat haar man, die buitendien een weinig ongesteld was te bed gegaan, door haar ontsteltenis verschrikt ontwaken mocht, deed haar vooreerst zich stilhouden en afluisteren welke richting het gerucht zou nemen, daar het dan altfid, dacht haar, nog tfids genoeg was om haar man te doen ontwaken. Nadat het wederom een poos doodstil was geweest, hoorde zfi op het onverwachtst de voetstappen merkelfik verwfiderd tot aan de trap genaderd en, door het kraken der droge treden, langs deze duidelfik iemand naar beneden komen. Nu maakte zfi voorzichtig haar man wakker, die op dat onverwacht gerucht weldra geheel ontwaakt was en het zelfde gedruisch, dat intusschen de trap af tot in de gang gekomen was, duidelfik onder scheidde en evenals zfin vrouw daarin de voetstappen van eeD menscb herkende. Zonder af te wachten wat verder gebeuren zou, wilde hfi zich dadelfik verzekeren wat hiervan was. Dus sprong hfi uit het ledikant, schoot, om geen hinder van de nachtkoude te hebben, slechts even zfin huisjas aan en haastte zich ter kamer uit, om het gerucht naar beneden te volgen Toen hfi met dat voornemen de deur der slaapkamer inderhaast een weinig forsch opentrok, woel door d9n tocht zfin nachtkaars uit, waardoor hfi zich eensklaps in een volslagen duisternis ver plaatst vond. Half gemelfik over dit toeval, dat hem in het voortzetten der voorgenomen verkenning merkelfik ophield, wilde hfi juist de keuken, gaan bereiken om het nachtlicht weder te ontsteken, toen hfi eensklaps den ketting, waarmede de huisdeur gewoonlfik gesloten was, van den haak hoorde rukken, slot en grendels opengaan en tegelfik iemand de deur uitsnellen, die ze met een hevigen slag achter zich dichtwierp. IJlings wilde de heer De G. den vluchteling nazetten; dan, daar het hem even vruchteloos als onraad zaam voorkwam, deze in het duister op straat te achtervolgen, bedacht hfi zich, schelde de dienstboden op en stelde inmiddels alle pogingen in het work, om zfin ontstelde echt genoote tot bedaren te brengen. D-3 dienstboden, die het buitengewoon ge rucht van den beginne af gehoord hadden, waren reeds ten bedde uit, en do overige huisgenooten door het hevig toeslaan der huisdeur uit hun slaap ontwaakt; binnen weinige oogenblikken was het gansche huis gezin op de been. Zoodra men van den eersten schrik een weinig bekomen was en een licht ontstoken had, was de eerste gang naar de huisdeur, om te. zien of ook de sleutel, welke des nachts gewoonlfik aan een haak daar achter hing, door den vluchteling was mede genomen. De sleutel stak echter van binnen in het slot. Noch aan de deur zel7e, noch aan het slot of de grendels waren blfiken van gepleegd geweld te ontdekken. Nadat men weder dubbel gesloten en zich verzekerd had, dat ook de tuindeur op het nachtslot wes, ging men naar boven op het bewuste gang portaal, waar men het ontfidlg gerucht het eerst ontdekt had, terwfil een paar dienst boden voor de zekerheid zoolang beneden de wacht bleven houden. Ook hier werd alles in de beste orde en op zfin plaats gevonden, zonder dat men het minste spoor van onraad kon ontdekken. Do eene deur der hangkast evenwel stond nog wagenwfid open; daarin hingen niet alleen al de kleederen in dezelfde orde als men ge woon was die aan den kapstok op te hangen, maar zelfs werd al hetgeen bfi het bergen er van in de zakken gebleven was, en daar onder een zilveren tabaksdoos, een zakdoek en andere voorwerpen, behoorlfik daarin ge vonden. Men was evenwel niet gerust, voordat ook de overige vertrekken waren doorzocht. Ner gens echter deed zich eenig spoor van onraad op. Reeds wilde men het onderzoek opgeven, toen men, aan een klein kabinet komende, waarin het dagelfiks gebruikt wordende tafel zilver en andere voorwerpen van waarde werden bewaard, de deur er van tegen ge woonte vond aanstaan. Men ontstelde hier over ln den beginne, duchtende, dat er soms nog vreemd volk in huis was achtergebleven, dat zich hier verborgen kon hebben. "Weldra bleek echter deze vrees ongegrond te zfin. In plaats van het geringste te ontdekken, dat verdacht kon voorkomen of niet recht pluis was, vond men alles in de volmaaktste orde, het zilver onaangeroerd op het buffet staan, alle laden en kistjes gesloten en geen enkel voorwerp van zfin plaats; alleen vond men in een hoek van het vertrek een papie ren buidel met tabak, benevens een koperen tondeldoos, op den grond liggen, welke voor werpen de vreemde, dacht men, hier voor zeker uit den zak verloren zou bobben. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1