N°. 11282.
Dinsdag; ÏO November.
A0.1896
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van !§pn- en feestdagen, uitgegeven
Keuillöton.
De Stenrm den Godsdienst.
LEIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. ,j_t 1.10.
Franco per post. —s 1.40.
Afzonderlijke Nommers i 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels 1.05. Iedere rogel meer f 0.17J. - Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het ineasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 9 November.
De anti-revolutionnaire kiesvereeniging
„Nederland en Oranje" alhisr heeft vergaderd
ter bespreking van de nieuwe kieswet en ter
reorganisatie, zooveel noodig, van de Vereeni-
ging en hare taak, mot bet oog op de uit
breiding van de grenzen der gemeente en de
niouw te wachten kiezers.
De voorzitter en de heer Donnor, lid der
Tweede Kamer, zetten de voornaamste be-
[palingen der nieuwe wet voor de hoorders
uiteen.
Tot leden van 't bestuur uit de nieuw aan
Leiden toegevoegde deelen der aangrenzende
gemeenten werden gekozen de heeren: A. J.
Van Hoeken J.Jzn., G. T. Van Dorp, A.
Mulder, P. Van der Horst, R. Koekoek en
D. Kraay.
Vele aanwezigen traden tot de Vereeni-
ging toe.
Gereformeerde Kerken. Beroepen is
te Gouda ds. R. J. W. Rudolph, te Leiden.
De „N. R. C." ontving een verslag van
de eerste Gifford-lezing, door den Leidschen
hoogleeraar dr. C. P. Tiele verleden Donderdag
te Edinburg gehouden.
De correspondent heeft haar bijgewoond en
geeft er door zfin verslag een denkbeeld van
hoe daar zulk een plechtigheid toegaat want
eene plechtigheid was het, en hoe hartelijk
en eervol prof. Tiele in eene omgeving, die
hem reeds door zijne werken of door de faam
kent, ontvangen is.
Gonoemde correspondent schrijft dan o. a.
hst volgende: ,Van de stroefheid, die den
Schot zoo good als den Engelschman tegen
over vreemdelingen kenmerkt, ziet men elk
spoor verdwiinen, als men hem is voorgesteld.
En dan had prof. Tiele hier in zijn persoon
nog eene introJuctie, die hem de deuren der
Scbotsche gastvrijheid en voorkomende be
jegening wijd opende. Dat hebben hfi en zijne
echtgenoote, die hem vergezelt, do eerste
dagtn van hun verblijf in de wonderschoons
hoofdstad van Schotland reeds ondervonden.
Maar nu Donderdag met de eerste lezing.
Het begon met een klein misverstand. Men
h&d prof. Tiele verkeerd omtrent het uur
iDgolicht, en zoo hadden de hoorders eenigen
tijd op den Gifford Lecturer te wachten.
Maar dit verstoorde hun geduld en goed
humeur niet, en toen prof. Tiele de zaal
binnentrad, brak er een hartelijk applaus los,
dat geruimen tijd duurde. Maar ik moet u
eerst vertellen, hoe prof. Tiele aan het universi
teitsgebouw ontvangen werd.
Dit gobouw ligt in de bovenstad en is
opgetrokken in datzelfde grauwe graniet, dat
aan geheel Eiinburg zulk een deftig en
monumentaal aanzien geeft, een paleis der
wetenschap, deze universiteit, met haren
massalen dom hoog in de lucht en daarboven
een gouden figuur, een brandende toorts in de
Opgeheven hand. De open voorhof alleen is
wo ruim, dat bfiv. de Leidsche Academie er
zich oen goede staanpl ats kon uitkiezen.
Bij den ingang van den voorhof werd prof.
Tiele opgewacht door den Principal den
voor het leven benoemden vertegenwoordiger
der universiteit, tevens president-curator-
den vermaarden Arabist Sir William Muir,
en door een aantal professoren. Na eene korte
begroeting vormde zich de stoet en zette zich
in beweging. En toen wij daar want ook
uw verslaggever was uitgenoodigd in den
stoet plaats te nemen langzaam en statig
over het plein schreden, moest ik onwillekeurig
denken aan do weinig omslachtige en ongege
neerde manier, waarop bij ons te lande plechtig
heden worden behandeld.
Voorop een deftige pedel, voerende den
zwaren zilveren staf van den Principaldaar
achter de Principal in zijn grijs zijden,
met blauw fluweel afgezetten mantel, e6n
zilveren keten om, een zwarten vierkanten
steek met zilveren kwast op die hoffelijk
den arm had geboden aan Mevrouw Tiele;
dan de Gifford-Lecturer, in zjjn zwarte
professoretoga, aan den arm van den emeritus
professor Campbell Eraser, de mooie kop met
den vollen grazen haardos en den langen
grijzen baard uitkomende boven de scharlaken
toga; daarachter hooggeleerden (o. a. prof.
Kirkpatrick to prof. Flint) in hun kleurige
gewaden, en uw onderdanige.
Toen wij de zaal binnentraden, daverde het
van de toejuichingen, die aanhielden tot wfi,
die met prof. Tiele waren modegeko.r en,
achter hem op het platform war-n gezeten.
De pedel legde den staf voor den Principal neer.
Het was een talrijk gehoor, dat voor ons op
de hoog opgaando banken verzameld was
het bestond uit studenten, vele prodikant n,
professoren van verschillende faculteiten
dr. Dods o. a. en nog een aantal belang
stellenden van gevorderden leeftijd; ook vele
dames.
Toen het stil was geworden, leidde Sir
William Muir met eenige hartelijke woorden
den spreker in. Hfi noemde prof. Tiele den
eminentsten vertegenwoordiger van de weten
schap, die hfi bohandelen ging, en herdacht
nog vriendschappelijk hoa hfi, Sir William,
getuige was, dat de universiteit van Boulogne
prof. Tiele tot doctor litterarum h. c. bevor
derde. Nogmaals applaus en toen begon prof.
Tiele te spreken.
De correspondent herinnert er aan, dat het
doel van deze lezingen is de beginselen van
de godsdienstwetenschap te ontvouwen, d. i.
te schetsen boe zfi arbvidt en welke algemeens
resultaten zij reeds verkregen heeft. Van
zelf wordt het onderwerp dan in twee deel n
gesplitst: een morfologisch, dat zich bezig
houdt met de wisselingen en vormverande
ringen, als gevolg van steeds voortgaande
ontwikke ing; en een ontologisch, gewfid aan
het onderzoek van het blijvende in bet wisse
lende, het wezen van den godsdienst en waaruit
hfi voortspruit. Het eerste deel zal in dit
jaar, het tweede in het volgende jaar behan
deld worden.
Met onverdeelde aandacht werd de rede
aangehoord, herhaaldelijk door applaus afge
broken, en in het eind door een lang aan
houdend geklap bsgroet. Ongetwijfeld was
daarvan vooral oorzaak de inhoud der rede, die
de klare en meesterlijke uite nzetting was
van een onderwerp, dat de geleerde spreker
ten volb beheerschte, de uitslag van vele
jaren met schitterende uitkomsten geleid on
derzoek; maar voor geen gering deel cok
boeiden de vloeiende en juiste uitspraak van
het Engelsch ik heb het uit den mond
van Schotten zelf en de voordracht van
prof. Tiele het gehoor.
Na afloop der lezing dankte Sir William
Muir den spreker, en nu ging het mot het
zelfde ceremoniëel weder terug, het plein
over naar de senaatskamer, een ruim en
statig vertrek maar lang niet deLeidsche
senaatskamer, zooals prof. Flint mfi zeide.
Hier kwamen verscheidene belangstellenden
prof. Tiele gelukwenschen.
De volgende lezingen zullen niet meer zoo
plechtstatig worden geopend. Alleen prof. Tiele
zal dan in toga zfin, op zfin wensch een
L idsche toga. Als Gifford-Lecturer van de
Edinburgsche universiteit had men hem daar
een Edinburgsche toga aangeboden.
Men scbrfift ons uit Bodegraven:
In de Nederl.-Herv. kerk alhier, trad 6 Nov.,
daartoe uitgenoodigd door deafd. „Bodegraven"
van „Patrimonium" ds. Yan Gheel Gildemeester
voor eeno grooto schare belangstellenden op
met het onderwerp: „Wat is hot gelukkigste
huisgezin Dit had ook kunnen luiden„Onze
sociale verhoudingen." In eene keurige, geest
driftvolle rede sprak ZEw. over de verhoudin
gen van de meer gegoede standen tot den
vierden stand, toonde aan, dat deze verhou
dingen lang niet zijn, zooals ze behoorden,
wees de oorzaken daarvan aan en deed uit
komen, hoe noodzakelijk het is, dat daaria
verandering, verbetering komt. Spreker stond
stil bfi de gebreken, de tekortkomingen en de
zonden, waar te nsraen bfi den vierden stand,
maar niet minder bfi die van do hoogere
sb'.nden, en wees uitdrukkelijk op de o kunde,
die er bfi deze laatste betracht omtrent den
vierden stand Verder wees ZEw. op den weg
tot verbetering, nl. het Evangelie, dat de ge
wenschte verhoudingen predikt; de meDschen
moeten meer gaan handden naar de woorden:
„Wfi allen zfin broeders, kinderen van éénen
Vader."
Het bovenstaande geeft ongeveer den geest
weer, waarin ds. Van Gheel Gildemeester
zfine bezielde, indrukwekkende rede hield, die
daarenboven zoo begrijpelijk en aantrekkelijk
gemaakt werd door hot aanhalen en te pas
brengt van tal van voorbeelden, gegrepen
uit de rfike levenservaring van den spreker.
Zoo'n eenvoudige, doch tevens pikante rode-
voering moet nut stichten. We wenschen
„Patrimonium" daarom geluk met dezen avoDd.
Woensdag dun llden November k.,
des voormiddags te 10 uren, zal op het Raad.
buis te Benthuizen in het openbaar worden
gehouden de loting ter bepaling der volgorde,
waarin de in die gemeente voor den krijgs
dienst geschikt bevonden paarden eventueel
ter levering zullen moeten worden aangeboden.
In plaats van mevrouw Brandenberg,
geb. Balk, is tot directrice van het studen
tenhuis, Heerengracht 370 te Amsterdam
(van de vereeniging tot bevordering van in
wendige zending te Doetinchem), benoemd
mevrouw Rörik, geb. Franken.
Dezer dagen werd bericht, dat jhr. mr.
C. J. Den Tex, uit Amsterdam, benoemd zou
worden tot Regeerings-commissaris van Neder-
land bfi de tentoonstelling te Parfis in 1900.
Thans wordt medegedeeld, dat mr. Den Tex
zelf van deze benoeming niets bekend is.
Omtrent de kerkelfike quaestie te Erme-
loo meldt men ons: De zendingsgemeonte
van ds. Mooy heeft de hulp ingeroepen van
het Comité van den bond der vrfie gemeenten
in Nederland. Dit heeft eene commissie be
noemd om handelend op te treden. Deze com
missie heeft nu aan 't bestuur der Zendings-
stichting „Huizen van Barmhartigheid te
Ermeloo," waarvan mejonkvr. Yan Halteren
directrice en ds. Oorthuys te Katwijk aan
Zee voorzitter is, voorgesteld om arbiters te
benoemen in deze zaak. Dezen zouden dan
eene beslissing nemen, welke door beide
partfien moet geëerbiedigd worden. Het ant
woord wordt nog afgewacht. (U. D.)
De heer J. A. Mulock Houwer, gemeente
bouwmeester te Deventer, is bekroond voor
het door hem ingezonden antwoord op de
besloten prfisvraag voor het ontwerpen van
een paviljoen voor 100 mannelijke krankzin
nigen op het landgoed „Oud-Rozenburg", bfi
's-Gravenhage. Dezo prfisvraag was uitge
schreven door regenten van het geneeskundig
gesticht voor krankzinnigen te 's-Gravenhage.
Het voorloopig comité van de „Nod. Yer-
eeniging voor evenredige vertegenwoordiging"
bestaat uit de heerenmr. J. A. Van Gilse
to Rotterdam, voorzitter; C. E. Van Koetsveld
te Gots, secretarisprof. dr. H. W. Bakhuis
Roozeboom te Amsterdam, M. De Jonge Jz
te Goes, H W Kloppers te Vllssingen, mr.
J J Tilanus te Tiel, J H. De Waal Malefijt
te Westbroek, W E. P. Bertram te Assen,
B. J Gerretson te Rotterdam, mr. S. J. L.
Van Aalten te Rotterdam, prof. mr. J. De
Louter te Utrecht, mr. R. Macaloster Lonp,
mr A. Kerdfik, mr. J. D- Veegen6, mr. C. J.
A Heydeorfick, dr. J. Menno Huizinga, allen
te 's-Gravenhage, mr W. Hdneken en mr.
M. W. F. Treub te Amsterdam en J. H. Ter
Veer te Groningen.
Uit de door do centrale commissie voor
de 8tati6tiek opgemaakte verzamelcfiftrs blfikt,
dat het aantal kiezers voor de Provinciale
Staten (nagenoeg overeenkomende met de nog
niet volledig verzamelde cfifers voor de Tweede
Kamer) van 81,497 in 1850 steog tot 134,380
in 1887, waarna, door de herziening der
Grondwet, het aantal klom tot 301,802 in
1896. Op elke 10,000 volwassen mannen be
droeg het kiezersaantal in de tienjarige tijd
vakken 1850 tot 1890 respectievelijk 1070,
1091, 1131, 1225 en 2673.
Voor de Gemeenteraden klom het getal van
137,709 in 1851 tot 221,682 in 1887 en
301,443 thans.
Door de toepassing der kieswet, die op 1
Jan. 1897 in werking treedt, zullen die cfifers
weldra geheel anders worden.
Bfi de 1ste compagnie 3de bataljon 7de
reg. infanterie is nu weder een ander model
hoofddeksel in beproeving. Het is een pet,
veel overeenkomende met de tegenwoordig
bfi het leger in gebruik zfiude pet van officieren
en onderofficieren; echter is de nieuwe aan
de achterzfide hooger dan van voreo; ver er
met smal rooden band en dito bies, ovaalvor
mige kokarde, waarin rood ook do hoofdkleur
vormt, en verlakt lederen stormband In groot
tenue komt boven de kokarde een klein rooi
pluimpje. De uniformpet der officieren is, wat
model betreft, geheel overeenkomstig; de
roode band is echter van goud galon, ttrwfii
een afhangende pluim van groene voeren
boven de kokarde komt. Het mo lel toont
veel overeenkomst met het hoofddeksel, bfi
het Oostenrfiksche leger in gebruik.
De Staatscommissie voor de werklieden-
pensioenverzekering is Zaterdag wederom in
vergadering bijeengekomen.
De wetenschappelijke balans van hot
pensioenfonds voor weduwen en weezen,
waarvan sprake is in artikel 20 der gewfizigde
wet van 9 Mei 1890 (Staatsblad No. 79), is
bfi het dep.rtoment van financiën ontvangen.
Zfin wfi wèl ingelicht, dan zou h t overschot
ettelfike millioenen bedragen. (N. R. C.)'
-- De nachtmailboot „Koningin Regentes",
der maatschappij „Zeeland," die te Glasgow
van nieuwe wielplanken is voorzien, kwam
gistermiddag te Vlissingen terug.
Het 6toomscbip „Bundesrath" vertrok
7 November van Amsterdam naar O.-Afrika;
de „Admiral", van Oost-Afrika naar Ham
burg, vertrok 6 November van Mozambique;
de „Courad", van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 7 Nov. Gibraltar; de „Kaiser" ver
trok 7 Nov. van Delagoabaai naar Vlissiogen
eD Hamburg; do „Reichstag" arriveerde 7
Nov. van Amsterdam en Hamburg via Zan
zibar te Mozambique; de „Sumatra", van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 8 Nov.
te Havre; de „Voeudam" arriveerde 8 Nov.
van Rotterdam te Nieuw-York; de „Werken
dam", van Rotterdam naar Nieuw-York, is
8 Nov. Prawlepoint gepasseerd.
TWEEDE KADER.
Successierecht.
Blfikens het Regeeringsantwoord op het
verslag der Tweede Kamer over het wets
ontwerp, houdende nadere regeling van het
recht van successie en van overgang bfi over-
lfiden, heeft de minister van financiën terug
genomen do daarin aanvankelijk voorgestelde
samensmelting van het recht van overgang
van effecten en rentegevende schulivorde-
ringen en het evenredig recht van registratie
op scheidingen met bet successierecht en de
verhooging van dit laatste recht. Deze laatste
verhooging is niet meer noodig als equivalent
voor de verminderde opbrengst van de perso
neels belasting of voor eenigen anderen regee-
ringsmaatregel. Dientengevolge vervalt ook
het voorstel van samensmelting van de opcenten
met de hoofdsom.
Het gewfizigd wetsontwerp bepaalt zich
dus nu tot de regeling van het recht van
overgang van de onroerende goederen, nage
laten door niet ingezetenen, en voorts tot maat
regelen om de ontduiking tegen te gaan, die
nu een te grooten omvang heeft gekregen en
steeds dreigt toe te nemen.
De wfiziging der bestaande wet brengt mede
i)
Het was in het laatst van den herfst des
jaara 1789, dat iu het huis van den heer
De G., een achtenswaardig koopman te A.,
het volgend voorval plaats had. Op zekeren
avond begaf zich het huisgezin als naar ge
woonte op het bepa ilde uur ter ruste. Men
had dien avond, zonder dat er iets buiten
gewoons voorviel, goed en rustig doorgebracht
en was na den avondcnaaltfid nog een geruime
poos bfi elkander blfiven zitten praten. Toen
de klok eindelfik elf uren sloeg, stond men
op, terwfil elk zich naar zfin slaapkamer ter
ruste begaf. Zoodoende was het bfina midder
nacht geworden, eer de dienstboden, na de
tafel afgenomen en in do keuken het een
en ander aan kant gebracht te hebben, naar
bed kwamen.
Nauwelfiks was het huisgezin een half uur
te bed geweest, of de echtgenoote van den
heer De G., die, daar zfi don slaap niet goed
kon vatten, nog wakker was, boorde boven
haar slaapkamer een deur opengaan, welke
zfi aan de gewone beweging, door dit open
gaan veroorzaakt, herkende voor de deur van
een hangkast, welke zich daar op een gang
portaal bevond en tot berging van kleederen
diende. Niet wetende, of som3 een harer
dochters, wier slaapkamer op dat gangportaal
uitkwam, zich nog op de been bevond en deze
Deweging veroorzaakt had, riep zfi met een
slechts even verstaanbare stem, daar het zeer
gehoorig was: „Is er nog iemand op, kin
deren?" Dan, geen antwoord bekomende en
verder niets meer hoorende, dacht zfi, dat
wellicht de deur zou hebben aangestaan en
door den tocht zfin opengewaaidzfi staakte
derhalve haar onderzoek en beproefde opnieuw
in slaap te komen, doch tevergeefs, daar zfi,
na ruim een half uur te hebben getracht
den slaap te vatten, nog even klaar wakker
was als te voren.
De ratelwacht van één uur was even de
straat uit, toen mevrouw De G. andermaal
oen gestommel boven haar hoofd meende te
hooren. Zfi ontgaf het zich echter, toen eens
klaps alles weder stil werd, denkende, dat
het verbeelding of wel gerucht bfi een buur
man zou zfin, alwaar een heer woonde, die
wel eens meer na middernacht eerst uit zfin
koffiehuis terugkeerde en dan, bestoven thuis
komende, de gewoonte had bfister veel gerucht
te maken. Weinige oogenblikken daarna bleek
het, dat haar verbeelding haar niet misleid
had, daar het gerucht zich bfi herhaling ver
nieuwde, en zfi op den met matten belegden
gangvloer duidelfik het schuren der voet
stappen onderscheidde van iemand, diezacht-
kens op zfin kousen scheen voort te sluipen.
In het eerst, toen zfi ontwaarde, dat zfi maar
al te wèl gehoord had, begon haar hart
geweldig te kloppen bfi de gedachte, dat er
wellicht een of ander nachtzwerver zou zfin
in huis geslopen. Zfi wilde dus haar echt
genoot wekken, maar de vrees, dat haar man,
die buitendien een weinig ongesteld was te
bed gegaan, door haar ontsteltenis verschrikt
ontwaken mocht, deed haar vooreerst zich
stilhouden en afluisteren welke richting het
gerucht zou nemen, daar het dan altfid, dacht
haar, nog tfids genoeg was om haar man te
doen ontwaken.
Nadat het wederom een poos doodstil was
geweest, hoorde zfi op het onverwachtst de
voetstappen merkelfik verwfiderd tot aan de
trap genaderd en, door het kraken der droge
treden, langs deze duidelfik iemand naar
beneden komen. Nu maakte zfi voorzichtig
haar man wakker, die op dat onverwacht
gerucht weldra geheel ontwaakt was en het
zelfde gedruisch, dat intusschen de trap af tot
in de gang gekomen was, duidelfik onder
scheidde en evenals zfin vrouw daarin de
voetstappen van eeD menscb herkende.
Zonder af te wachten wat verder gebeuren
zou, wilde hfi zich dadelfik verzekeren wat
hiervan was. Dus sprong hfi uit het ledikant,
schoot, om geen hinder van de nachtkoude
te hebben, slechts even zfin huisjas aan en
haastte zich ter kamer uit, om het gerucht
naar beneden te volgen Toen hfi met dat
voornemen de deur der slaapkamer inderhaast
een weinig forsch opentrok, woel door d9n
tocht zfin nachtkaars uit, waardoor hfi zich
eensklaps in een volslagen duisternis ver
plaatst vond. Half gemelfik over dit toeval,
dat hem in het voortzetten der voorgenomen
verkenning merkelfik ophield, wilde hfi juist
de keuken, gaan bereiken om het nachtlicht
weder te ontsteken, toen hfi eensklaps den
ketting, waarmede de huisdeur gewoonlfik
gesloten was, van den haak hoorde rukken,
slot en grendels opengaan en tegelfik iemand
de deur uitsnellen, die ze met een hevigen
slag achter zich dichtwierp. IJlings wilde de
heer De G. den vluchteling nazetten; dan,
daar het hem even vruchteloos als onraad
zaam voorkwam, deze in het duister op straat
te achtervolgen, bedacht hfi zich, schelde
de dienstboden op en stelde inmiddels alle
pogingen in het work, om zfin ontstelde echt
genoote tot bedaren te brengen.
D-3 dienstboden, die het buitengewoon ge
rucht van den beginne af gehoord hadden,
waren reeds ten bedde uit, en do overige
huisgenooten door het hevig toeslaan der
huisdeur uit hun slaap ontwaakt; binnen
weinige oogenblikken was het gansche huis
gezin op de been. Zoodra men van den eersten
schrik een weinig bekomen was en een licht
ontstoken had, was de eerste gang naar de
huisdeur, om te. zien of ook de sleutel, welke
des nachts gewoonlfik aan een haak daar
achter hing, door den vluchteling was mede
genomen. De sleutel stak echter van binnen
in het slot. Noch aan de deur zel7e, noch
aan het slot of de grendels waren blfiken van
gepleegd geweld te ontdekken. Nadat men
weder dubbel gesloten en zich verzekerd had,
dat ook de tuindeur op het nachtslot wes,
ging men naar boven op het bewuste gang
portaal, waar men het ontfidlg gerucht het
eerst ontdekt had, terwfil een paar dienst
boden voor de zekerheid zoolang beneden de
wacht bleven houden.
Ook hier werd alles in de beste orde en
op zfin plaats gevonden, zonder dat men het
minste spoor van onraad kon ontdekken. Do
eene deur der hangkast evenwel stond nog
wagenwfid open; daarin hingen niet alleen
al de kleederen in dezelfde orde als men ge
woon was die aan den kapstok op te hangen,
maar zelfs werd al hetgeen bfi het bergen
er van in de zakken gebleven was, en daar
onder een zilveren tabaksdoos, een zakdoek
en andere voorwerpen, behoorlfik daarin ge
vonden.
Men was evenwel niet gerust, voordat ook
de overige vertrekken waren doorzocht. Ner
gens echter deed zich eenig spoor van onraad
op. Reeds wilde men het onderzoek opgeven,
toen men, aan een klein kabinet komende,
waarin het dagelfiks gebruikt wordende tafel
zilver en andere voorwerpen van waarde
werden bewaard, de deur er van tegen ge
woonte vond aanstaan. Men ontstelde hier
over ln den beginne, duchtende, dat er soms
nog vreemd volk in huis was achtergebleven,
dat zich hier verborgen kon hebben. "Weldra
bleek echter deze vrees ongegrond te zfin.
In plaats van het geringste te ontdekken,
dat verdacht kon voorkomen of niet recht
pluis was, vond men alles in de volmaaktste
orde, het zilver onaangeroerd op het buffet
staan, alle laden en kistjes gesloten en geen
enkel voorwerp van zfin plaats; alleen vond
men in een hoek van het vertrek een papie
ren buidel met tabak, benevens een koperen
tondeldoos, op den grond liggen, welke voor
werpen de vreemde, dacht men, hier voor
zeker uit den zak verloren zou bobben.
(Wordt vervolgd.)