(£?eze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 6 November.
Feuilleton.
"K11MC.
S^ateï'claj?; l5/ November#
AM8Ö6
IEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. j f 1.10.
Franco per post--»» r'„ 1.40.
Afzonderlijke Nommers i k„ 0.05.
PRIJS DEB. AD VER TENTEER
Van 1 6 rogels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17} Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Officiëele Konnisgevingen.
Burgemeester on Wethouders van Leideo,
Gozien het adree van P. YAN ES, houdende verzook
om vergunning tot oprichting van een smederij in
het peroeel 8t.-Jorieeteeg No. 7a;
Golet op do artt. 6 en 7 der vret van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95)
Geven bi} deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie
dezer gemeento tor visie gelegd isalsmede, dat op
Doudordag 19 Nov. a. s., 'e voormiddagB te elf uren.
op het Eaadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te breBgen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
5 Nov. 1896. E. EIST, Secretaris.
Van het gebouw der „Christelijke Wyk-
vereeniging" aan het Levendaal alhier wap
perde gisteren de vaderlandsc-he driekleur,
terwijl zeer velen tegen acht uren gister
avond derwaarts hun schreden richtten, zoodat
dan ook even na achten krachtig het
„Komt, laat ons samen Isrels Heer,
Den rotssteen van ons heil, met eer,
Met Godgewyden zang ontmoeten l"
ln 't kort- het eerate vors van Psalm 95,
door de ruime benedenzaal kon weerklinken.
De samenkomst, welke daar plaats had en
waarin ds. S. H. J. De Wolff voorging, gold
de wijding van het vernieuwde en aan
merkelijk vergroote gobouw, of beter gezegd
was een dank- en bedestond. Hiervoor toch,
daarvan waren voorzeker alle belangstellenden
bü hun opgang naar dit huis diep door
drongen, was dezen avond ten opzichte van
dit gebouw ruime stof. En in dat gevoel
werden allen ongetwyfeld niet weinig ver
sterkt, toen de voorganger, na een vurig
gebed en na allen in 't byzonder ouder
lingpn en diakenen en medebestuurders der
Wykvereeniging van harte welkom aan
die plaats te hebben geheeten, er, voorop
stellende, dat, „zoo de Heere het buis
niet bouwt, deszelfs bouwlieden daaraan
tevergeefs arbeiden" (Psalm 127 vers 1), met
nadruk op wees welke groote dingen God
de Heer aan dit wykgebouw heeft gedaanhoe
Hy het veelvuldige werk, daar verricht en
daarvan uitgaande, den arb6id van spr. zelf,
van zyn medebestuurders, van den godsdienst
on lerwyzer, van zuster Johanna, de diakones,
van den heer Rensink op de koffiemeetings,
gezegend heeft, ten zegen beeft doen zyn
voor zeer, zéér velen, voor malTfien en vrouwen,
voor jongedochters en jongelingen, voor
meisjes en knapen, voor kinderen, voor
kranken en lydenden; hoe Hy ook in dezen
wyngaard arbeiders heeft uitgestooten en hoe
Hy in den laatsten tyd bestuurderon in staat
heeft gesteld dit gebouw, waarin nu reeds
byna twee en twintig jaar tot heil van velen
wordt gearbeid, te doen vergrooten en ver
houwen tot wat het nu is: een gebouw nl.,
dat, méér nog dan vroeger kunnende beant
woorden aan zyn doel, een waardige plaats
mag innemen onder de publieke gebouwen
van Leiden; een gebouw, welks voor- en
achtergevel mag gezien, welks inwendige,
met veel ruimte en niet te vergeten meteen
badkamer, veilig mag geroemd en gezien
worden (al moet het „vry entree" ten allen
tyde van vroeger opgeheven worden), dank
zy vooral den architect den heer W. C. Mulder
door bezigheden thans niet aanwezig en wien
ds. De Wolff anders openlyk zyn dank zou
betuigd hebben den aannemer, den heer
Verhoog, met diens beide zonen, wien hulde
werd gebracht, den onderaannemers on den
werklieden.
Ook wat den stand der financiën der Ver-
eenigiog betreft, den vroegeren en huidigen
stand, on de daaruit voortgesproten aarzeling,
waardoor niet reeds vroeger tot deze verbou
wing kon besloten worden aangaande giften en
schenkingen, rentelooze voorschotten en zelfs
een Koninklyke gave naar aanleiding van
welker vermelding spr. hoopte, dat hem nog
eens een mooie buste van Koningin Wilhelmina
voor het gebouw mocht geschonken worden
deelde ds. De Wolff een en ander mede,
terwyl hy voorts nog een beredeneerd verslag
voorlas, dat eerstdaags verschynen zal en
verspreid zA worden en waaruit we dan
wellicht nog eenige byzondsrheden onder de
aandacht onzer lezers, van wie velen in den
wykarbeid van ds. De Wolff belangstellen,
kunnen brengen.
Eene aangename, gewaardeerde afwisseling
in het spreken werd gebracht door de Christe-
lyke zangvereniging „Zingt den Heer", welke
op inderdaad verdienstelyke wyze eenige een
voudige, maar schoone liederen ten gehoore
en te genieten gaf. Den dank van ds De Wolff
verdiende ze geheel.
Na dankzegging, het zingen van Gezang 96
en het uitspreken van den zegen ging men
gesticht en dankbaar uiteen, terwyl de zang-
vereeniging zich nogmaals liet hooren en men
even te voren in keunis was gesteld met een
gelegenheidswensch, per brief door ds. Drost
gezonden.
Voegen we hier nog by, dat de verbouwing,
mede door aankoop en aantrekking van een
paar huizen, schoone resultaten heeft opge
leverd; dat ds. De Wolff er in alle beschei
denheid en zonder zelfverheffing en verheer-
lyking van 't bestuur niets te veel ten goede
vart heeft gezegd; dat vooral de groote zaal,
waar het: „Zie, ik sta aan de deur en Ik
klop", alsmede „Eere zy God in de hoogste
Hemelen'* in gulden letteren den bezoeker
van uit de hoogte uit bogen tegenstralen en
waar de wanden, welke anders zoo ongezellig
koud wit zouden zyn gebleven, met tal van
schoone tekston zyn behangen en versierd,
zeer gewonnen heeft in aanzien en in ruimte,
terwyl er geen benauwende atmosfeer behoeft
te heerschen, dank zy den ventilatiemiddelen.
Veilig durven we 't hier uitspreken, dat de
wykarbeid van ds. De Wolff en de instand
houding van het wykgebouw aan het Leven
daal by voortduring veel stoun verdient, en
waar men ons zoo dikwijls voor een en ander
een aanbeveling vraagt, kunnen we hier met
alle vrymoedigbeid ongevraagd dezen arbeid,
welke op zoo velerlei gebied, vooral op dat
van zedelijkheid en godsdienst, zooveel nut
sticht, en dit gebouw, als het middelpunt van
dien arbeid te beschouwen, warm aanbevelen.
De bloedverwant, die ds. R. Koopmans
van Boekeren aan diens graf herdacht als
huisvriend, letterkundige en Nutsredenaar,
alvorens de oudste zoon bedankte, was de
heer Bruinwold Riedel, te Amsterdam, alge
meen secretaris der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen.
De „Vryzinnige Kiesvereeniging" alhier
hield gisteravond een ledenvergadering in het
Nutsgebouw, onder voorzitterschap van prof.
mr. S. J. Fockema Andreae Nadat als nieuwe
bestuurderen waren gekozen de heeren S. A.
De Graaff, mr P. M Von Baumhauer, dr. M.
C. Dekhuyzen, J A. Van Dyk, dr C. L. Rümke,
mr. G. G. Van der Hoeven en dr R Horst,
en enkele andere huisboudelyke zaken waren
afgehandeld, kwam aan de orde de volgende,
door het bestuur gestelde motio naar aanlei
ding van de twee programma's, door hot be
stuur der „Liberale Unie" en aan de Kiesver
eeniging toegezonden
Bovenbedoelde motie deeldeo we vroeger
reeds mede en luidt als volgt
„De Vryzinnige Kiesvereeniging te Leiden,
kennis genomen hebbende van het ontwerp
hervormingsprogramma en van het daaraan
ontleende programma van urgentie, door het
bestuur der „Liberale Unie" ter goedkeuring
aangeboden aan de kiesvereenigingen, leden
der „Liberale Unie";
„Overwegende dat de groote uitvoerigheid
van het ontwerp-hervormingsprogramma en
de te scherpe formuleering van de in het
urgentie programma opgesomde maatregelen
het tot een onmogelyken eiscb maken, daar
op de instemming „met volle overtuiging"
der te stellen candidaten voor het lidmaat
schap der volksvertegenwoordiging te eischen,
daar deze eiscb noodwendig zou moeten voeren
tot het afwyzen van ta'ryke, waarlik vry
zinnige, voor hervorming warm gestemde
candidaten, maar die terugdeinzen voor het
afleggen van verklaringen, welker gevolgen
zy niet volledig kunnen overzieD, of die zy
niet zeker zyn te kunnen gestand doen;
„Verklaart:
„I. hare instemming te betuigen met de
uit de o tvrorpen programma's sprekende
grondgedachte, dat de liberale beginselen voor
hare belyders den plicht medebrengen, niet
slechts pal te blijven staan voor de handhaving
van de constiiutioneele instellingen, vryheden
en volksrechten, het opsnbaar onderwys en
den vryen handel, maar daarenboven met kracht
voort to arbeiden aan het tot stand brengen
van wettelijke hervormingen, van de zoodanige
bovenal, waardoor sociale rechtvaardigheid in
wetgeving en bestuur wordt betracht en de
maatschapp9iyk zwakken worden be3cbermd
tegen het exploiteeren hunner economische
afhankelykheid
„II. hare instemming te betuigen met het
op den voorgrond stellen der in het programma
van urgentie opgesomde vraagstukken."
Na eenige toelichting van den voorzitter,
prof. mr. S. J. Fockema Andreae, werden de
verschillende deelen der motie in behandeling
gebracht. De verklaring sub I werd zonder
hoofdeiyke stemmi-ig goedgekeurd.
Na uitvoerig debat werden vervolgens de
verklaringen I en II by acclamatie goedge
keurd, waarop de „Overweging" in behandeling
kwam, welke na langdurige bespreking werd
aangenomen met algeraeene stemmen op vier
na, terwyl wat de geheele motie betreft, drie
stemmen tegen waren
Op voorstel van den voorzitter werd besloten
de afgevaardigden ter Unie-vergadering door
het bestuur te doen benoemen
Op een vraag van mr J H Goudsmit, wat
er gedaan zal worden door de afgevaardigden
als de motie verworpen wordt, en als beide
programma's van het bestuur der „Libe
rale Unie" met 1 van het hervormings
program, dat voor spreker beslist onaanneme-
lyk is, antwoordde de voorzitter, dat naar
oud gebruik de afgevaardigden volkomen vry-
gelaten zullen worden, eD dat de motie niet
in db Unie vergadering wordt voorgesteld,
docb slechts uiting van een meening is
Mr Goudsmit 2eid dat hy zal voorstellen
van de Unie te scheiden, wanneer 1 wordt
goedgekeurd.
De door de liberale kiesvereeniging te
Goes aangenomen motis luidt als volgt:
„De vergadering oer liberale kiesvereeniging
„Goes", gehouden 'e Goes den 2den Nov.
1896, kennis genomen hebbende van het
door het bestuur der „Liberale Unie" ont
worpen „hervormings program" met daaraan
toegevoegd programma van „urgentie" en
verschillende „overwegingc-n"
van raeening, dat het vaststellen van een
zoo uitvoerig hervormingsprogramma moet
leideD tot scheiding in den boezem der vry
zinnigen, wat dient vermeden te worden;
van oordeel, dat het eischen eener ver
klaring van instemming met het ontworpen
hervormingsprogramma in zyn geheel do
keuze van candidaten ongewenscht zal blyken
te bsperken;
spreekt de wenscheiykbeid uit om genoegen
te nemen met de vaststelling van het pro
gramma van „urgentie" met opheffing of
althans wyziging der voorafgaande over
w-gingen; en
2de by eventueele vaststelling niettemin
van het „hervormingsprogramma" spreekt
de wtnscheiykheid uit in de aan het pro
gram ma van urgentie voorafgaande overweging,
tusschen de woorden „zy" en „eindstemming"
in te lasschen de woorden: „in hoofdzaak."
(Door deze inlassching wordt van de candi
daten alleen verlangd instemming mot de
hoofdpunten van het hervormings-programma
en niet met de volledige lyst van punten.)
In de te Nieuwveen gehouden Raads
vergadering werd de begrooting van inkom
sten en uitgaven der gemeente voor 1894
vastgesteld aan ontvangsten en uitgaven op
f 8242.94'/,.
By de te Oudahoorn gehouden verkiezing
van twee notabelen van de Ned.-Herv. Kerk
aldaar, zyn de aftredende heeren M. Kloot en
J. H. Van den Berg al6 zoodanig herkozen.
Op de voordrachten te Amsterdam staan
voor een derden onderwyzer aan de o. 1. s.
lste kl. No. 57 H. Jansen, onderwyzer te
Alfen a/d. Ryn; W. Hoekstra, idem te Wor
m rveerA. Westbroek, idem te Zevenhuizen.
Voor eene derde onderwyzeres aan de o. 1. 3.
2de kl Lr. M.Mej. B. Rauh, onderwyzeres
te Midden Beemster; me). G. Bakker, idem
te Oudshoorn, mej M. J. Huber, idem te
Amsterdam.
- Aan het jaarverslag van de Kwartgulden-
Vereeniging voor hei.e-ontginning ontleenen
wy het volgende:
De belangen der Vereeniging werden in het
afgeloopen jaar m 45 steden en dorpen vaD
Nederland bevorderd door do bestuurderessen
van 27 kring-coraité's en 18 correspondent
schappen Aan giften en jaarlyksche bydragen
werd (na aftrek van onkosten) de som van
M008.14'/t ontvangen, terwyl het ledental
van 4196 tot 6604 steeg. De vooruitgang in
de bestaande kring-comitó's mag zeer bevre
digend genoemd worden; 's-Gravenhage telt
1396 leden met een ontvangst van 1029.65
ua aftrek van onkosten voor drukwerken,
porto's, advr-rtentiên, enz. en van een klein
reserve-kapitaal.
Sedert haar ontstaan in Juli 1894 werd door
de Kwartgulden-Vereeniging ruim 8000 ont
vangen Door middel van dit becryfskapitaal
i3 bet bestuur van den Oranjebond van Orde
in staat gesteldterrein aan to koopen voor
de Erica stichtingvoor f 500 deel te nemen
in het kapitaal der kolonisatie maatscbappy
„Eigen Haard" van den „Bond van Orde door
Hervorming" te Groningen; zich grond aan
te schaffen op het Hofveld en h t Hattemsche-
veld voor de cultuur van de Lathyrus Wagneri,
en op de Erica-stichting voor den aanlog van
grasland, flinke, breede verkeerswegen op do
drie stichtingen te laten maken en beplanten,
evenals door beplantingen op de stichtingen
eenige verfraaiingen te doen aanbrengen, on
eindelyk een flink terrein te doen aaokoopen
voor de nieuwb stichting „Huis en Hof" nary
Amersfoort. Ter voltooiing van „Ons Huis"
op het Hofveld werd eene subsidie van f 400
geschonken Het bedryfskapitaal moet ver
volgens. zoo noodig, voorzien in de verplich
tingen van den Bond in zake rentebetaling
voor het kapitaal der Erica-stichting en
voor de uitgaven betreffende gedeelteiyken
aanleg, veeaankoop en exploitatiekosten ten
behoeve van hare proef boerdery „Heide-hoeve".
- De afgetreden nuntius aan ons Hof,
mgr. Lorenzelli, heeft gisterochtend definitief
de residentie verlaten, ten einde, na eenko:t
verbjyf te Rome, zyr. nieuwen post te Münch< n
te aanvaarden
Dat er aan het Staatsspoorstation geen leden
van het corps diplomatique en andere auto
riteiten aanwezig waren om den vertegenwoor
diger van den Paus uitgeleide te doen, kwam,
naar men ons uit Den Haag meldt, geheel
overeen met het verzoek van den gezant om
hem oy zyn vertrek geen afscheidsgroeten te
brengen.
Aan velerlei bewyzen van hoogachting heeft
't hem overigens by zyn aftreden niet ont
broken.
Na de afscheidsdiners van deze week werd
nog den dag vóór zyn afreis een gastmaal
ter zyner eero gegeven door den heer Van
Tienhoven, oud-minister van buitenlandsche
zaken.
liet verdwenen Rywiel.
8)
De angst voor haar wiel snoerde haar
byna de keel dicht. Was in de couranten
niet dikwijls verteld van diefstallen, waarby
brutale spitsboeven rywielen gestolen hadden,
om er voor altyd mee te verdwyoen? Schan-
deiyk gespuis, die langvingersl Niet eens het
eigendom van een jong meisje te ontzien!
En juist nu, op dezen gewichtigen dagl Het
was om zich dood te weenen.
In tranen badende stormde zy dan ook de
woonkamer binnen, zich niet bekommerende
om de angstige vermaning van haar moeder,
om zich stil te houden. Wat kon haar papa's
middagslaapje schelen, waar het een zoo ver-
echrikkelyk feit gold?
„Wat is er gaande?" donderde papa
Schwalbo eensklaps.
„Papa, papa, myn wiel is gestolen I" riep
zy snikkend.
„Nou, dat zou wat moois zynantwoordde
de oude en stond van de sofa op.
„Ik heb het zooeven uit de schuur genomen
en in de gang gezet. En toen ik de koffie
klaar had en weg wilde, was het verdwenen I"
klaagde Nelly.
„Waarom heb je 't niet zoo lang in de
schuur^ gelaten?" vroeg de moeder.
„Ja, uit de onvoorzichtigheid komt alle
onheil voort!" berispte de vader. „Gééfgauw
myn laarzen, ik wil naar de politie. Misschien
grijpen wy den kerel nog!... Waar zyn de
jongens?"
Al lang naar school 1" verklaarde de moeder.
„Het is al over tweeën.
„Ja. Die kunnen het dus niet hebben 1"
„Ik zal nog eens zoeken 1" meende de
moeder en verliet de kamer, terwyl haar
man naar de politie snelde.
Een half uur later waren alle dienaren
van den heiligen Hermandad voorzien van
instructies in verband met het verdwenen
rywiel. „Damesrywiel; directe verbinding tus
schen zadel en stuurstang niet aanwezig;
merk „Aurora", luidde het signalement, en
daar de heer Schwalbe een belooning van
tien mark uitgeloofd had voor hem, die paard
en ruiter greep, kon men de Brauweiler
politie-agenten met de donkerste rimpels in
het voorhoofd op wielryders zien loeren. Ook
de heer Schwalbe doolde rusteloos rond, in
de hoop, den dief zelf te vatten en daardoor
de uitgeloofde premie te sparenmoeder
Schwalbe evenwel zat met droevig gezicht
voor het venster te mazen, zonder veel te
vorderen met haar werk, en Nelly lag met
rood geschreide oogen in een hoek der canapé
over de lagen van het onbarmhartige noodlot
te peiDzen. Alleen de beide bewerkers van al
dit onheil waren in de beste stemming.
Heinrich Baumann, de provisor in de
apotheek te Ellerode, was direct na het
middageten van huis gegaan, om zyn vryen
namiddag zoo goed mogeiyk te kunnen ge
nieten. Natuuriyk was hy ook wielryder en
dus zagen zyn medeburgers hem tegen
twee uren in zeer élégante houding uitryden.
De uitstekende stemming, waarin hy ver
keerde, kreeg een knakje, toen hy kort voor
het doel over een hoefyzer reed, dat den
luchtband van het voorwiel stuk sneed. Tegen
wil en dank moest by afatygen en de
vélocipède by de hand meevoeren. Onderweg
ontbrak het niet aan boosaardige opmerkingen
van hem ontmoetende handwerkslieden.
Nadat hy zorgvuldig rondgekeken had en
van de geliefde Nelly nog geen spoor had
kunnen ontdekken, koos by eeD plaatsje uit.
dat tegen al te drieste blikken bescherming
verleende en hem toch het uitzicht over de
landstraat vaD Brauweiler vry liet Hier dronk
hy koffie, zonder de oogeD van de straat af
te wenden. Helaas liet de gewachte zich nog
altyd niet zien.
Allerlei onrustige gedachten kwamen by
hem op. Was het meisje ziek geworden? Of
had men den ouders het pas bloeiende,
teedere geheim der dochter verraden?
Misschien was zy door een dom toeval
verhinderd; misschien ook had zy geen geloof
waardig voorwendsel gevonden, om van huis
te komen, hoewel verliefden in dit opzicht
anders vindingryker moeten zijn dan wyien
Odysseus. Maar kon zy ook niet tot andere
gedachten gekomen zyn en hem door haar
wegblyven de eerste bittere mare daarvan
willen geven?
Steeds smartelyker werden zyn overwegin
gen, steeds troosteloozer werd zyn verlaten
heid. Als zyn rywiel maar niet stuk geweest
was! Dan zou hy, zonder zich te bedenken,
Brauweiler opgezocht en op de een of andere
wyze uitgevoracht hebben, wat er mot Nelly
gaande wa3 Maar de scheur in den luchtband
was door geen gummipleister weer te heelen
de plek was te dun en de wonde te lang,
daarvan had hy zich reeds lang overtuigd.
Als hy des avond9 niet een wagen tegen
kwam, die hem meenam, was hy gedwongen,
zyn paard by de hand naar huis te leiden.
Een lang niet verbiydend vooruitzicht!
Zeer ontstemd stond hy op en wandelde
door den tuin, om een blik over de van de
huisdeur uit nog verder zichtbare landstraat
te werpen Daarby ontmoette hy Else, de
dochter van den kastelein, die er al lang
achter gekomen was, dat de provisor uit
Ellerode zich levendig voor haar vriendin
Nelly interesseerde
Gp zyn meJancholi8Chen groet bleef zy
staan en zeide ,Wat kykt gy bedroefd,
meneer 1"
,0," stotterde hy. „kan men my dat heusch
aanzien
„Wel op twintig myien 1" schertste zy. Als
juffrouw Schwalbe u zoo zagl"
„Hoezoo juffrouw Schwalbe?" vroeg hy
verlegen.
„Ontken nu maar niet!" lachte zy. „Ik
heb toch oogen in het hoofd!"
„Onder andere omstandigheden had Heinrich
de gelegenheid om een compliment te maken
zich stellig niet laten ontgaan, afgezien
hiervan, dat de oogen van juffrouw Else
wezeniyk zeer mooi waren en van ondeugen-
den overmoed blonken Vandaag echter was
hy te slecht gestemd, om complimenten te
maken. Daarom bepaalde hy zich er toe op
te merken. „Als gij dan toch ingewyd zyt,
weet gy misschien ook waar jufLouw
Schwalbe vandaag blyft?"
„Wou zy komen?" vroeg Else verwonderd,
maar direct voegde zy er by „Wat 'n domme
vraag!... Waartoe zoudt gy anders in de
Buchenmühle zyn I"
„Om drie ureD wou ze hier wezen!" zuchtte
de apotheker. „Ed nu is het al over vyvenl
Ik maak my bezorgd, juffrouw 1"
„Maar waarom rydt gy niet eenvoudig door
naar Brauweiler?" vroeg zy.
„Myn machine is stuk!" zuchtte hy. „De
luchtband van het voorwiel is totaal kapot.
Een scheur van drie vingers breedte. Niet te
herstellen
„O weel" zeide zy. „Dan inderdaad!...
Maar weet gy wat? Neem myn fiets! Zy
loopt heel goedl"
„Gy zyt zeer vriendeiyk, juffrouw Elsel"
antwoordde de provisor gelukkig. „Zoudt g(J
werkeiyk
„Kom maar meel Ik zal u haar direct
geven. En ik houd uw wiel hier op pand,
opdat gij er met myn „Aurora" niet van
door gaatl"
„Ik weet niet, hoe ik u danken zal l"
stamelde Heinrich en zat weldra op Else's fiets.
„Dat doe ik ter wille van myn lieve Nelly I"
zeide het lieve meisje. „Groet haar recht
hartelyk van myi"
„Als ik haar maar te zien krygl" meende
de provisor twyfelend.
(Wordt vervolgd.)