(£?eze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 November. Feuilleton. "K11MC. S^ateï'claj?; l5/ November# AM8Ö6 IEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. j f 1.10. Franco per post--»» r'„ 1.40. Afzonderlijke Nommers i k„ 0.05. PRIJS DEB. AD VER TENTEER Van 1 6 rogels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17} Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Officiëele Konnisgevingen. Burgemeester on Wethouders van Leideo, Gozien het adree van P. YAN ES, houdende verzook om vergunning tot oprichting van een smederij in het peroeel 8t.-Jorieeteeg No. 7a; Golet op do artt. 6 en 7 der vret van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95) Geven bi} deze kennis aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeento tor visie gelegd isalsmede, dat op Doudordag 19 Nov. a. s., 'e voormiddagB te elf uren. op het Eaadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te breBgen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WA8, Burgemeester. 5 Nov. 1896. E. EIST, Secretaris. Van het gebouw der „Christelijke Wyk- vereeniging" aan het Levendaal alhier wap perde gisteren de vaderlandsc-he driekleur, terwijl zeer velen tegen acht uren gister avond derwaarts hun schreden richtten, zoodat dan ook even na achten krachtig het „Komt, laat ons samen Isrels Heer, Den rotssteen van ons heil, met eer, Met Godgewyden zang ontmoeten l" ln 't kort- het eerate vors van Psalm 95, door de ruime benedenzaal kon weerklinken. De samenkomst, welke daar plaats had en waarin ds. S. H. J. De Wolff voorging, gold de wijding van het vernieuwde en aan merkelijk vergroote gobouw, of beter gezegd was een dank- en bedestond. Hiervoor toch, daarvan waren voorzeker alle belangstellenden bü hun opgang naar dit huis diep door drongen, was dezen avond ten opzichte van dit gebouw ruime stof. En in dat gevoel werden allen ongetwyfeld niet weinig ver sterkt, toen de voorganger, na een vurig gebed en na allen in 't byzonder ouder lingpn en diakenen en medebestuurders der Wykvereeniging van harte welkom aan die plaats te hebben geheeten, er, voorop stellende, dat, „zoo de Heere het buis niet bouwt, deszelfs bouwlieden daaraan tevergeefs arbeiden" (Psalm 127 vers 1), met nadruk op wees welke groote dingen God de Heer aan dit wykgebouw heeft gedaanhoe Hy het veelvuldige werk, daar verricht en daarvan uitgaande, den arb6id van spr. zelf, van zyn medebestuurders, van den godsdienst on lerwyzer, van zuster Johanna, de diakones, van den heer Rensink op de koffiemeetings, gezegend heeft, ten zegen beeft doen zyn voor zeer, zéér velen, voor malTfien en vrouwen, voor jongedochters en jongelingen, voor meisjes en knapen, voor kinderen, voor kranken en lydenden; hoe Hy ook in dezen wyngaard arbeiders heeft uitgestooten en hoe Hy in den laatsten tyd bestuurderon in staat heeft gesteld dit gebouw, waarin nu reeds byna twee en twintig jaar tot heil van velen wordt gearbeid, te doen vergrooten en ver houwen tot wat het nu is: een gebouw nl., dat, méér nog dan vroeger kunnende beant woorden aan zyn doel, een waardige plaats mag innemen onder de publieke gebouwen van Leiden; een gebouw, welks voor- en achtergevel mag gezien, welks inwendige, met veel ruimte en niet te vergeten meteen badkamer, veilig mag geroemd en gezien worden (al moet het „vry entree" ten allen tyde van vroeger opgeheven worden), dank zy vooral den architect den heer W. C. Mulder door bezigheden thans niet aanwezig en wien ds. De Wolff anders openlyk zyn dank zou betuigd hebben den aannemer, den heer Verhoog, met diens beide zonen, wien hulde werd gebracht, den onderaannemers on den werklieden. Ook wat den stand der financiën der Ver- eenigiog betreft, den vroegeren en huidigen stand, on de daaruit voortgesproten aarzeling, waardoor niet reeds vroeger tot deze verbou wing kon besloten worden aangaande giften en schenkingen, rentelooze voorschotten en zelfs een Koninklyke gave naar aanleiding van welker vermelding spr. hoopte, dat hem nog eens een mooie buste van Koningin Wilhelmina voor het gebouw mocht geschonken worden deelde ds. De Wolff een en ander mede, terwyl hy voorts nog een beredeneerd verslag voorlas, dat eerstdaags verschynen zal en verspreid zA worden en waaruit we dan wellicht nog eenige byzondsrheden onder de aandacht onzer lezers, van wie velen in den wykarbeid van ds. De Wolff belangstellen, kunnen brengen. Eene aangename, gewaardeerde afwisseling in het spreken werd gebracht door de Christe- lyke zangvereniging „Zingt den Heer", welke op inderdaad verdienstelyke wyze eenige een voudige, maar schoone liederen ten gehoore en te genieten gaf. Den dank van ds De Wolff verdiende ze geheel. Na dankzegging, het zingen van Gezang 96 en het uitspreken van den zegen ging men gesticht en dankbaar uiteen, terwyl de zang- vereeniging zich nogmaals liet hooren en men even te voren in keunis was gesteld met een gelegenheidswensch, per brief door ds. Drost gezonden. Voegen we hier nog by, dat de verbouwing, mede door aankoop en aantrekking van een paar huizen, schoone resultaten heeft opge leverd; dat ds. De Wolff er in alle beschei denheid en zonder zelfverheffing en verheer- lyking van 't bestuur niets te veel ten goede vart heeft gezegd; dat vooral de groote zaal, waar het: „Zie, ik sta aan de deur en Ik klop", alsmede „Eere zy God in de hoogste Hemelen'* in gulden letteren den bezoeker van uit de hoogte uit bogen tegenstralen en waar de wanden, welke anders zoo ongezellig koud wit zouden zyn gebleven, met tal van schoone tekston zyn behangen en versierd, zeer gewonnen heeft in aanzien en in ruimte, terwyl er geen benauwende atmosfeer behoeft te heerschen, dank zy den ventilatiemiddelen. Veilig durven we 't hier uitspreken, dat de wykarbeid van ds. De Wolff en de instand houding van het wykgebouw aan het Leven daal by voortduring veel stoun verdient, en waar men ons zoo dikwijls voor een en ander een aanbeveling vraagt, kunnen we hier met alle vrymoedigbeid ongevraagd dezen arbeid, welke op zoo velerlei gebied, vooral op dat van zedelijkheid en godsdienst, zooveel nut sticht, en dit gebouw, als het middelpunt van dien arbeid te beschouwen, warm aanbevelen. De bloedverwant, die ds. R. Koopmans van Boekeren aan diens graf herdacht als huisvriend, letterkundige en Nutsredenaar, alvorens de oudste zoon bedankte, was de heer Bruinwold Riedel, te Amsterdam, alge meen secretaris der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De „Vryzinnige Kiesvereeniging" alhier hield gisteravond een ledenvergadering in het Nutsgebouw, onder voorzitterschap van prof. mr. S. J. Fockema Andreae Nadat als nieuwe bestuurderen waren gekozen de heeren S. A. De Graaff, mr P. M Von Baumhauer, dr. M. C. Dekhuyzen, J A. Van Dyk, dr C. L. Rümke, mr. G. G. Van der Hoeven en dr R Horst, en enkele andere huisboudelyke zaken waren afgehandeld, kwam aan de orde de volgende, door het bestuur gestelde motio naar aanlei ding van de twee programma's, door hot be stuur der „Liberale Unie" en aan de Kiesver eeniging toegezonden Bovenbedoelde motie deeldeo we vroeger reeds mede en luidt als volgt „De Vryzinnige Kiesvereeniging te Leiden, kennis genomen hebbende van het ontwerp hervormingsprogramma en van het daaraan ontleende programma van urgentie, door het bestuur der „Liberale Unie" ter goedkeuring aangeboden aan de kiesvereenigingen, leden der „Liberale Unie"; „Overwegende dat de groote uitvoerigheid van het ontwerp-hervormingsprogramma en de te scherpe formuleering van de in het urgentie programma opgesomde maatregelen het tot een onmogelyken eiscb maken, daar op de instemming „met volle overtuiging" der te stellen candidaten voor het lidmaat schap der volksvertegenwoordiging te eischen, daar deze eiscb noodwendig zou moeten voeren tot het afwyzen van ta'ryke, waarlik vry zinnige, voor hervorming warm gestemde candidaten, maar die terugdeinzen voor het afleggen van verklaringen, welker gevolgen zy niet volledig kunnen overzieD, of die zy niet zeker zyn te kunnen gestand doen; „Verklaart: „I. hare instemming te betuigen met de uit de o tvrorpen programma's sprekende grondgedachte, dat de liberale beginselen voor hare belyders den plicht medebrengen, niet slechts pal te blijven staan voor de handhaving van de constiiutioneele instellingen, vryheden en volksrechten, het opsnbaar onderwys en den vryen handel, maar daarenboven met kracht voort to arbeiden aan het tot stand brengen van wettelijke hervormingen, van de zoodanige bovenal, waardoor sociale rechtvaardigheid in wetgeving en bestuur wordt betracht en de maatschapp9iyk zwakken worden be3cbermd tegen het exploiteeren hunner economische afhankelykheid „II. hare instemming te betuigen met het op den voorgrond stellen der in het programma van urgentie opgesomde vraagstukken." Na eenige toelichting van den voorzitter, prof. mr. S. J. Fockema Andreae, werden de verschillende deelen der motie in behandeling gebracht. De verklaring sub I werd zonder hoofdeiyke stemmi-ig goedgekeurd. Na uitvoerig debat werden vervolgens de verklaringen I en II by acclamatie goedge keurd, waarop de „Overweging" in behandeling kwam, welke na langdurige bespreking werd aangenomen met algeraeene stemmen op vier na, terwyl wat de geheele motie betreft, drie stemmen tegen waren Op voorstel van den voorzitter werd besloten de afgevaardigden ter Unie-vergadering door het bestuur te doen benoemen Op een vraag van mr J H Goudsmit, wat er gedaan zal worden door de afgevaardigden als de motie verworpen wordt, en als beide programma's van het bestuur der „Libe rale Unie" met 1 van het hervormings program, dat voor spreker beslist onaanneme- lyk is, antwoordde de voorzitter, dat naar oud gebruik de afgevaardigden volkomen vry- gelaten zullen worden, eD dat de motie niet in db Unie vergadering wordt voorgesteld, docb slechts uiting van een meening is Mr Goudsmit 2eid dat hy zal voorstellen van de Unie te scheiden, wanneer 1 wordt goedgekeurd. De door de liberale kiesvereeniging te Goes aangenomen motis luidt als volgt: „De vergadering oer liberale kiesvereeniging „Goes", gehouden 'e Goes den 2den Nov. 1896, kennis genomen hebbende van het door het bestuur der „Liberale Unie" ont worpen „hervormings program" met daaraan toegevoegd programma van „urgentie" en verschillende „overwegingc-n" van raeening, dat het vaststellen van een zoo uitvoerig hervormingsprogramma moet leideD tot scheiding in den boezem der vry zinnigen, wat dient vermeden te worden; van oordeel, dat het eischen eener ver klaring van instemming met het ontworpen hervormingsprogramma in zyn geheel do keuze van candidaten ongewenscht zal blyken te bsperken; spreekt de wenscheiykbeid uit om genoegen te nemen met de vaststelling van het pro gramma van „urgentie" met opheffing of althans wyziging der voorafgaande over w-gingen; en 2de by eventueele vaststelling niettemin van het „hervormingsprogramma" spreekt de wtnscheiykheid uit in de aan het pro gram ma van urgentie voorafgaande overweging, tusschen de woorden „zy" en „eindstemming" in te lasschen de woorden: „in hoofdzaak." (Door deze inlassching wordt van de candi daten alleen verlangd instemming mot de hoofdpunten van het hervormings-programma en niet met de volledige lyst van punten.) In de te Nieuwveen gehouden Raads vergadering werd de begrooting van inkom sten en uitgaven der gemeente voor 1894 vastgesteld aan ontvangsten en uitgaven op f 8242.94'/,. By de te Oudahoorn gehouden verkiezing van twee notabelen van de Ned.-Herv. Kerk aldaar, zyn de aftredende heeren M. Kloot en J. H. Van den Berg al6 zoodanig herkozen. Op de voordrachten te Amsterdam staan voor een derden onderwyzer aan de o. 1. s. lste kl. No. 57 H. Jansen, onderwyzer te Alfen a/d. Ryn; W. Hoekstra, idem te Wor m rveerA. Westbroek, idem te Zevenhuizen. Voor eene derde onderwyzeres aan de o. 1. 3. 2de kl Lr. M.Mej. B. Rauh, onderwyzeres te Midden Beemster; me). G. Bakker, idem te Oudshoorn, mej M. J. Huber, idem te Amsterdam. - Aan het jaarverslag van de Kwartgulden- Vereeniging voor hei.e-ontginning ontleenen wy het volgende: De belangen der Vereeniging werden in het afgeloopen jaar m 45 steden en dorpen vaD Nederland bevorderd door do bestuurderessen van 27 kring-coraité's en 18 correspondent schappen Aan giften en jaarlyksche bydragen werd (na aftrek van onkosten) de som van M008.14'/t ontvangen, terwyl het ledental van 4196 tot 6604 steeg. De vooruitgang in de bestaande kring-comitó's mag zeer bevre digend genoemd worden; 's-Gravenhage telt 1396 leden met een ontvangst van 1029.65 ua aftrek van onkosten voor drukwerken, porto's, advr-rtentiên, enz. en van een klein reserve-kapitaal. Sedert haar ontstaan in Juli 1894 werd door de Kwartgulden-Vereeniging ruim 8000 ont vangen Door middel van dit becryfskapitaal i3 bet bestuur van den Oranjebond van Orde in staat gesteldterrein aan to koopen voor de Erica stichtingvoor f 500 deel te nemen in het kapitaal der kolonisatie maatscbappy „Eigen Haard" van den „Bond van Orde door Hervorming" te Groningen; zich grond aan te schaffen op het Hofveld en h t Hattemsche- veld voor de cultuur van de Lathyrus Wagneri, en op de Erica-stichting voor den aanlog van grasland, flinke, breede verkeerswegen op do drie stichtingen te laten maken en beplanten, evenals door beplantingen op de stichtingen eenige verfraaiingen te doen aanbrengen, on eindelyk een flink terrein te doen aaokoopen voor de nieuwb stichting „Huis en Hof" nary Amersfoort. Ter voltooiing van „Ons Huis" op het Hofveld werd eene subsidie van f 400 geschonken Het bedryfskapitaal moet ver volgens. zoo noodig, voorzien in de verplich tingen van den Bond in zake rentebetaling voor het kapitaal der Erica-stichting en voor de uitgaven betreffende gedeelteiyken aanleg, veeaankoop en exploitatiekosten ten behoeve van hare proef boerdery „Heide-hoeve". - De afgetreden nuntius aan ons Hof, mgr. Lorenzelli, heeft gisterochtend definitief de residentie verlaten, ten einde, na eenko:t verbjyf te Rome, zyr. nieuwen post te Münch< n te aanvaarden Dat er aan het Staatsspoorstation geen leden van het corps diplomatique en andere auto riteiten aanwezig waren om den vertegenwoor diger van den Paus uitgeleide te doen, kwam, naar men ons uit Den Haag meldt, geheel overeen met het verzoek van den gezant om hem oy zyn vertrek geen afscheidsgroeten te brengen. Aan velerlei bewyzen van hoogachting heeft 't hem overigens by zyn aftreden niet ont broken. Na de afscheidsdiners van deze week werd nog den dag vóór zyn afreis een gastmaal ter zyner eero gegeven door den heer Van Tienhoven, oud-minister van buitenlandsche zaken. liet verdwenen Rywiel. 8) De angst voor haar wiel snoerde haar byna de keel dicht. Was in de couranten niet dikwijls verteld van diefstallen, waarby brutale spitsboeven rywielen gestolen hadden, om er voor altyd mee te verdwyoen? Schan- deiyk gespuis, die langvingersl Niet eens het eigendom van een jong meisje te ontzien! En juist nu, op dezen gewichtigen dagl Het was om zich dood te weenen. In tranen badende stormde zy dan ook de woonkamer binnen, zich niet bekommerende om de angstige vermaning van haar moeder, om zich stil te houden. Wat kon haar papa's middagslaapje schelen, waar het een zoo ver- echrikkelyk feit gold? „Wat is er gaande?" donderde papa Schwalbo eensklaps. „Papa, papa, myn wiel is gestolen I" riep zy snikkend. „Nou, dat zou wat moois zynantwoordde de oude en stond van de sofa op. „Ik heb het zooeven uit de schuur genomen en in de gang gezet. En toen ik de koffie klaar had en weg wilde, was het verdwenen I" klaagde Nelly. „Waarom heb je 't niet zoo lang in de schuur^ gelaten?" vroeg de moeder. „Ja, uit de onvoorzichtigheid komt alle onheil voort!" berispte de vader. „Gééfgauw myn laarzen, ik wil naar de politie. Misschien grijpen wy den kerel nog!... Waar zyn de jongens?" Al lang naar school 1" verklaarde de moeder. „Het is al over tweeën. „Ja. Die kunnen het dus niet hebben 1" „Ik zal nog eens zoeken 1" meende de moeder en verliet de kamer, terwyl haar man naar de politie snelde. Een half uur later waren alle dienaren van den heiligen Hermandad voorzien van instructies in verband met het verdwenen rywiel. „Damesrywiel; directe verbinding tus schen zadel en stuurstang niet aanwezig; merk „Aurora", luidde het signalement, en daar de heer Schwalbe een belooning van tien mark uitgeloofd had voor hem, die paard en ruiter greep, kon men de Brauweiler politie-agenten met de donkerste rimpels in het voorhoofd op wielryders zien loeren. Ook de heer Schwalbe doolde rusteloos rond, in de hoop, den dief zelf te vatten en daardoor de uitgeloofde premie te sparenmoeder Schwalbe evenwel zat met droevig gezicht voor het venster te mazen, zonder veel te vorderen met haar werk, en Nelly lag met rood geschreide oogen in een hoek der canapé over de lagen van het onbarmhartige noodlot te peiDzen. Alleen de beide bewerkers van al dit onheil waren in de beste stemming. Heinrich Baumann, de provisor in de apotheek te Ellerode, was direct na het middageten van huis gegaan, om zyn vryen namiddag zoo goed mogeiyk te kunnen ge nieten. Natuuriyk was hy ook wielryder en dus zagen zyn medeburgers hem tegen twee uren in zeer élégante houding uitryden. De uitstekende stemming, waarin hy ver keerde, kreeg een knakje, toen hy kort voor het doel over een hoefyzer reed, dat den luchtband van het voorwiel stuk sneed. Tegen wil en dank moest by afatygen en de vélocipède by de hand meevoeren. Onderweg ontbrak het niet aan boosaardige opmerkingen van hem ontmoetende handwerkslieden. Nadat hy zorgvuldig rondgekeken had en van de geliefde Nelly nog geen spoor had kunnen ontdekken, koos by eeD plaatsje uit. dat tegen al te drieste blikken bescherming verleende en hem toch het uitzicht over de landstraat vaD Brauweiler vry liet Hier dronk hy koffie, zonder de oogeD van de straat af te wenden. Helaas liet de gewachte zich nog altyd niet zien. Allerlei onrustige gedachten kwamen by hem op. Was het meisje ziek geworden? Of had men den ouders het pas bloeiende, teedere geheim der dochter verraden? Misschien was zy door een dom toeval verhinderd; misschien ook had zy geen geloof waardig voorwendsel gevonden, om van huis te komen, hoewel verliefden in dit opzicht anders vindingryker moeten zijn dan wyien Odysseus. Maar kon zy ook niet tot andere gedachten gekomen zyn en hem door haar wegblyven de eerste bittere mare daarvan willen geven? Steeds smartelyker werden zyn overwegin gen, steeds troosteloozer werd zyn verlaten heid. Als zyn rywiel maar niet stuk geweest was! Dan zou hy, zonder zich te bedenken, Brauweiler opgezocht en op de een of andere wyze uitgevoracht hebben, wat er mot Nelly gaande wa3 Maar de scheur in den luchtband was door geen gummipleister weer te heelen de plek was te dun en de wonde te lang, daarvan had hy zich reeds lang overtuigd. Als hy des avond9 niet een wagen tegen kwam, die hem meenam, was hy gedwongen, zyn paard by de hand naar huis te leiden. Een lang niet verbiydend vooruitzicht! Zeer ontstemd stond hy op en wandelde door den tuin, om een blik over de van de huisdeur uit nog verder zichtbare landstraat te werpen Daarby ontmoette hy Else, de dochter van den kastelein, die er al lang achter gekomen was, dat de provisor uit Ellerode zich levendig voor haar vriendin Nelly interesseerde Gp zyn meJancholi8Chen groet bleef zy staan en zeide ,Wat kykt gy bedroefd, meneer 1" ,0," stotterde hy. „kan men my dat heusch aanzien „Wel op twintig myien 1" schertste zy. Als juffrouw Schwalbe u zoo zagl" „Hoezoo juffrouw Schwalbe?" vroeg hy verlegen. „Ontken nu maar niet!" lachte zy. „Ik heb toch oogen in het hoofd!" „Onder andere omstandigheden had Heinrich de gelegenheid om een compliment te maken zich stellig niet laten ontgaan, afgezien hiervan, dat de oogen van juffrouw Else wezeniyk zeer mooi waren en van ondeugen- den overmoed blonken Vandaag echter was hy te slecht gestemd, om complimenten te maken. Daarom bepaalde hy zich er toe op te merken. „Als gij dan toch ingewyd zyt, weet gy misschien ook waar jufLouw Schwalbe vandaag blyft?" „Wou zy komen?" vroeg Else verwonderd, maar direct voegde zy er by „Wat 'n domme vraag!... Waartoe zoudt gy anders in de Buchenmühle zyn I" „Om drie ureD wou ze hier wezen!" zuchtte de apotheker. „Ed nu is het al over vyvenl Ik maak my bezorgd, juffrouw 1" „Maar waarom rydt gy niet eenvoudig door naar Brauweiler?" vroeg zy. „Myn machine is stuk!" zuchtte hy. „De luchtband van het voorwiel is totaal kapot. Een scheur van drie vingers breedte. Niet te herstellen „O weel" zeide zy. „Dan inderdaad!... Maar weet gy wat? Neem myn fiets! Zy loopt heel goedl" „Gy zyt zeer vriendeiyk, juffrouw Elsel" antwoordde de provisor gelukkig. „Zoudt g(J werkeiyk „Kom maar meel Ik zal u haar direct geven. En ik houd uw wiel hier op pand, opdat gij er met myn „Aurora" niet van door gaatl" „Ik weet niet, hoe ik u danken zal l" stamelde Heinrich en zat weldra op Else's fiets. „Dat doe ik ter wille van myn lieve Nelly I" zeide het lieve meisje. „Groet haar recht hartelyk van myi" „Als ik haar maar te zien krygl" meende de provisor twyfelend. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1