Indisch kas-tekort 1997 By een wetsontwerp, door de Regeering ingediend, wordt de minister van financiën bevoegd verklaard, om by het openen van kredieten aan den minister van koloLiën ge durende 1897, het bedrag der volgens art. 33 der Indische Comptabiliteitwet in 's Rijks schatkist gestorte gelden, te boven te gaan met een som van 37 millioen gulden. De min. van financiën zal in dat voorschot aan de hd. Kas mogen voorzien door uitgifte of be- jeeniüg van vlottende schuld. Pensioenwetten. De voorgedragen wijziging der pensioenwet ten van 1851, voor zoover betreft de bep>.» ling-n aang. ande tydelyke schorsing van het genot van pen-ioen door veroordeeling tot gevangenisstraf, enz. werd In de afdeelin^en der Tweede Kacner toegejuicht. Sommigen drongen by deze gelegenheid aan op wijzi ging van die bep Hingen der militare pen «io^Dwetten, welke herhaaldelijk tot geschillen met de Alg. Rekenkan e aanleiding geven. Uit de „Staatscourant". Eon. besloiten. Eervol ontslagen, op zijn verzoek, J. L. Koert, als gezworen van den polder Oudo Stad. provincie Zuid-Holland. Voor den tijd van twee jaren gedetacheerd bij de landmacht in West-lndiu, de kapiieins W. A. T. I)c Meester en P. A. H. F. Tergau. van het reg. grenadiers en jagers, en de kapts. J. Witteveen van het 2de en F, G. J. Bosscbart van het 8ste regiment infanterie, alsmede do officier van gez. eerste klasse O. A. Peters en do militaire apo theker tweede kl. J. S. Surie. De minister van marino beeft de officier van administratie 2de klasse J. W. Broers, geplaatst tan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willems- Mrd, mat 9 dezer op non-activiteit gesteld. Cjiemengd Nieuwa». We vestigen de aandacht op den St-Nicolaas-bazaar van „Tesselschade," afd, fielden, ten huize van mevr. Krcon, Pape gracht (ingang Langebrug 4a), welke morgen, 6 November, van één tot. vyf uren nog ge houden wordt. We herinneren er tevens aan hoe nuttig „Tesselscbacie" w.rkzaam is tot lotsverbettring van de onvermogende beschaaf de vrouw. Ofschoon niet op zjjn donkerst, was bet gisteravond in de Bloemistenlaan toch zóó duister, dat een aldaar niet thuis behoorend man, V. genaamd, pardoes in de sloot liep in stede van het drassige pad te houden. Door het angstgeschreeuw werd de aanaacht der bewoners getrokken, en op onderzoek uitgaande (met een brandende lamp ia de hand), ontwaarde men het voorgevallene. Spo dig echter was de schoenmaker W, Langezaal, uit de Prinses-Wilhelmina straat, do hand om den drenkeling hulp te hielen en met behulp van een tweeden persoon slaagde hy er in den man uit dat onaan gename en tevens nu wel wat frisache bad te redden. De man werd by een bewoner der laan voorloopig ingenomen. De berichtgever doet hier de vraag by Zoq het niet eens tyd worden om aan zulke toestanden een einde te maken? Of moet eerst „het kalf verdronken zyn?" Kan op de eigenaars dier laan geen pressie worden uitgeoefend Hedennacht zyn ten nadeele van J. G. Van E., te Leiden, uit zyn tuiniershuisje, gelegen in de Waard, onder de gemeente Leiderdorp, verscheidene goeleren ontvreemd. Etn onderzoek dienaangaande wordt ingesteld. Toon de postbode Yoorneveld, te Haarlemmermeer, jl. Dinsdag ten huize van de wed. H. v. d. Bosch eene courant wilde afgeven, schrikte hy geweldig, wyi de weduwe met het hoofd ia een waschtobbe lag. Het bleek, dat zy reeds was overleden. Gisternamiddag te halfvier is van de werf der Maatschappy voor Scheeps- ta Werktuigbouw „F yenoord" te water ge laten Hr Ms. pantserdekscbip „Friesland". Door uiej. Croll, jongste dochter van den directeur der My., werden do laatste belet- Beien weggenomen en statig gleed daarop de „Friesland" in de Nieuwe Maas te water. Vervolgens werd de „Friesland" gedoopt. By de plechtigheid was de minister van marine vertegenwoordigd door den sehout- by nacht Stokhuyzen, voorts waren verschei dene leden der Staten Generaal en marine autoriteiten aanwezig. Eveneens de directeur van scheepsbouw Loder en de inspecteur van 'sRyks stoomvaartdienst de heer Beucker Andre® en de directie en de commissarissen der Maatschappy. Op de rivier waren enkele marine-vaar tuigen aanwezig. Het is gisteren juist een jaar geleden dat de kiel van de „Friesland" werd gelegd. Naar aan het „Hblad" wordt ver zekerd, zyn de motilykheden, waarin de firma A. Daniël8 Co. te Amsterdam (diamant- slijperij) verkeert, uitsluitend te wyten aan de daden van een der beide firmanten, wiens tegenwoordig verblyf onbekend is, en is de andore firmant, de heer Alfred Daniëls, daar aan geheel vreemd gebleven en hy er zelf het slachtoffer van geworden. Te Lobberik, e en pl aat s je op k orten afstand van Venloo, hadden een jongmensch en zyn zuster met 2 jongelieden uit Kalden- kerken twist gekregen in een herberg. Toen zy deze verlieten, vervolgden hen de 2 jonge lieden, terwyi één hunner zyn mes trok en zyn tegenstander in den hals stak. Hy viel dood ter aarde. De schaapherder H., te Klundort, Is bewusteloos in het veld getfondon (ver- noedeiyk ten gevolge van een val van den .oogen dyk langs het Hollandsch Diep). Hy is kort daarna overleden. De oppassende man laat eene weduwe met 10 kinderen achter. In den nacht van Yrydag op Zaterdag werd in zyne woning aangehouden door de politie de 18 jarige H. De K., te Lopik, een oud bekende by de justitie, verdacht van eene koe te hebben gestolen ten nadeele van den bouwman V., te Nieuwpoort, welke koe op de markt te Gorkum zou zyn verkocht. De K. hield zich verscholen onder zjjne bedstede, doch toen men hem ontdekte, gaf hy aan de politie ruim 25 gulden over, zeggende „ik heb geen koe gestolenl" waarop hy zyn kans schoon zag en in nachtgewaad de vlucht nam. Wegens de diepe duisternis werd eerst 's morgens een (jverig onderzoek ingesteld, doch tot heden heeft men geen 6poor van hem gevonden. De heer J. Z. Buisonjé te Nieuw- vliet (westeiyk Zeeuwsch-Vlaanderen) heeft door tusschenkomst van H. M. de Koningin- Regentes eene gift van f 40 ontvangen, om die naar zyn beste inzicht te besteden ten behoeve van eene weduwe, die den winter met zorg te gemoet gaat. Het Engelsche stoomschip „Marino", van de African R. M. St-amship Company, was op reis van Londen naar Nieuw Orleans met een lading van 2000 ton pek, teer, balen, kisten, enz. en een aantal y'zeren groote trom mels met chemische stoffen, dio op het dek waren vastgesjord. Op een kleine dagreis na het vertrek uit Barry kreeg het schip boos weer, zóó erg, dat het niet meer naar't roer luisterde. Tot overmaat van ramp b'arstt n de trommels op het dek één voor één open, en in een oogwenk sloegen de vlammen hoog boven de irug uit en t stten allengs op het dek alles aan. Half gestikt van de rookwalmen en geschroeid door het vnur, zag de beman ning den dood te gemoet. Als laatste redmid del werd het roer omgegooid, en het schip verdween in de zee, maar de golven bluschton het vuur uit en de mannen waren gered. De meesten hadden echter brandwonden of andere kwetsuren, en het schip zelf was vry wel ontredderd, toen het in St. Michael's aankwam. De bemanning moet zich bewonderenswaar dig hebben gedragen, tot een scheepsjongen van veertien jaar toe, die, toen hem een been half iu tweeën werd gekneld, tegen den dokter riep: „Och, mynheer, snyd het af!" By Uerdingen aan den Ryn, naby Crefeld, is een vreeselyk drama afgespeeld. Emil Bre ow, een vroeger zeer welgesteld inwoner van Crefeld, stortte zich met vrouw en diie kinderen in de rivier. Met uitzondering van het 9 jarig zoontje zyn allen verdronken. Zondag-morgen is de familie per rijtuig naar üercingen gegaan. Naar 't geredde jongetje verklaart, had zyn moeder onder 't rijden gezegd: „Vandaag zullen we samen in den Ryn springen." Het 12 jari^meisje en 't zoontje haaden hierby geantwoord- „Maar, moeder, we willen niet sterven." Ep ook do vader had gezegd, dat hy niet wilne mededoen. Te Bud berg nam de familie een kleino verster king en daarna ging men naar den Ryn. By den st-iger eener heroerg ketk de moeder een paar maal om en met de woorden „nu is 't hier stil", bond zy het wederstrevende meisje met een haar lint aan haar arm en sprong onder den irtroep „j9 komt wel na" in den stroom. Hierna nam de vader zyn vyfjarig dochtertje op arm, vatte zyn zoontje by de hand en ?prong met de vroor:'en „Johanna, wat heb je godaan?" zyn vrouw na. Het jongetje heeft den oev?-r echter weten te bereiken, de overigen vonder, bun dood in de rivier. Allerlei verbalen do n natuurlijk de ronde. Bredow was o. a. eigenaar van het bekende logement „Zum wilden Mann", dat by voor enkele j ren heel mooi heeft doen restaureeren. Nog in den laatstm tyd had hy belangryke aankoopen van huizen gedaan. Naar eenige nabestaanden gelooven, was de man geenszins geruïneerd, maar hadden zyn groote ondernemingen hem in de war gebracht. Zyn vrouw was een levenslustige vrouw, die te Crefeld zeer gezien was. Nanseii's Reisverhaal. Vervolg van gisteren Daar ik nu meende te mogen aannemen, dat de „Fram" al spoedig haar hoogste noordelyke breedte zou bereiken ten noorden van Frans-Jozefsland, en vermoedeiyk reeds den volgenden zomer in de zee ten noorden van Spitsbergen geraakt zou zyn, achtte ik den tyd gekomen, om een nieuw plan ten uitvoer te leggen, dat ik sedert eenigen tyd overwogen had, nameiyk, de poolzee ten noorden van de koerslyn der „Fram" te onderzoeken. Dit kon alleen gedaan worden met een sledetocht, waarby men er niet op rekenen mocht, naar de „Fram" terug te kesren, want de kans, om het schip, dat in het ys heen en weer dreef, terug te vinden, was zeer gering. Daar zulk een tocht wellicht met eenig gevaar gepaard zou kunnen gaan, mochten onvoorziene hinderpalen zich voordoen, gevoelde ik, dat ik niet de verantwoordelijkheid op my kon nemen iemand anders daartoe uit te zenden, en besloot dus, zelf te gaan, ofschoon er aan boord mannen genoeg waren, die zeer gaarne gegaan zouden zyn. Ik koos luitenant Johansen tot metgezel; hy nam het aanbod gaarne aan. Het bevel over het overige van de expeditie droeg ik op aan kapitein Sverdrup. Natuurlyk aarzelde ik oenigezins vóór ik aldus myn metgezellen verliet %n de vorant- woordeiykbeid voor hun welzyn en veiligheid aan een ander overdroeg, maar by hot vol komen vertrouwen, dat ik steldo in Svordrup's bekwaamheden als lolder, en In zyn beleid, indien er moeilijkheden te voorkomen zouden zyu, rekende ik er op, dat hy alle leden der expeditie behouden thuis zou brengen, ook al zou bet erg6te gebeuren, zoodat zy in de noodzikelykheid kwamen, do „Fram" te ver laten, iet6, wat ik overigens hoogst onwaar- schyniyk achtte. Den geheolen winter was ik druk bezig geweest met toebereidselen voor deze expeditie. Ik had aan boord nieuwe sterke sleden laten maken, en twee kajaks van twaalf voet lengte, ruim genoeg om elk een man en voor vier maanden mondvoorraad, benevens eenige honden bovenop, te kunnen dragen Ze wogen, geheel gereed, 40 pond. De provisie, die uit de beste soorten van gedroogd en samen geperst voedsel bestond voomamelyk ge droogd vleesch en visch, havermout, beschuit, totor, enz. werd in zakken van behoorlyks afmetingen verpakt. Wy hadden de honden voortdurend geoefend, om ze voor den tocht te trainen, en met de tent, den slaapzak, enz. waren allerlei proefnemingen gedaan. Myn plan was, den tocht aan te vangen zooJra de schemering helder genoeg was, en dus vertrokken wy den 26sten Februari met 6 sleden, 28 honden, twee kajaks en mond voorraad voor menschen en honden voor ver scheidene maanden. Maar na vier dagen die zwaargeladen slede over het ruwe y.s go- trokken te hebben, zagen wy in, dat wy zóó nooit inlyds zouden komen waar wy wezen wilden. "Wy keerden naar de „Fram" terug, en juist toen wy by het schip kwamen, den 3den Maart, verscheen de zon voor het eerst weer boven don horizon, na den langsten poolnacht, dia ooit door menschen beleefd was. Wy bevonden ons op 84® 4'. Eenige dagen gingen voorby met nieuwe toebereidselen. Ik was nu besloten, slechts voor een maand provisie mede te nemen voor de honden, en voor drie of vier maanden voor onszelf, en te trachten met een zooveel lichtere bagage zoo spoedig mogeiyk over het ys te komen. Wy behoefden dan ook niet zoo vroeg te vertrekk.n, en eerst den 14den Maart namen wy weer afscheid van onze makkers, nu voorgoed. Wy namen slechts drie sleden meue: de kajaks waren op een er van geladOD, het aantal honden was evenals de vorige maal acht en twintig. Ik hoopte veroer noordeiyk minder ruw ijs to vinden, omdat het ouder moest zyn. Dit was in 'teerst wukelyk het geval, en wy kwamen goed vooruit; den 22sten waren wy reeds op 85°10' en berekenden, dat nu alles nog veel beter gaan zou. Maar weldra werd het ys weer oaeffener, en terwijl tot op dat punt het ys slechts weinig naar het zuideD afgedreven was, begon het dit nu sterker te doen. Den 25sten bevonden wy ons op 85°19 vür dagen later .op 85°30'. Het ys dreef klaar blykelyk snel zuidwaarts, terwyl wy tegelyker- tyd weinig vooruitkwamen. Het was een wanhopig werk, -de sleden over de hooge yshoopen te trekken, die zich telkens opnieuw vormden voordat de sneeuwstorm ze had kunnen effenen. Op zulk ys waren de honden n.tuurlyk van geen nut. Als zy aan dergelijke hinderpalen kwamen, wachtten zy rustig, totdat wy zelf de sleden er overheen hadden gebracht, en dan kwamen zy aanloopen om ze een klein eindje voort to trekken. Het ys bleef voortdurend in beweging, en kruide met donderend geraas overal in het rond. Den 3jtn April waren wy tot op 80°59' gekomen. Wy werkten uit alle macht, steeds hopend op beter ys. Maar het werd hoe langer hoe slechter en op 7 April was het zoo slecht geworden, dat ik het niet raadzaam vond, verder naar het noorden te trekken. Als het er in de richting van Frans- Jozefsland even ongunstig voor ons uitzag, zou het toch al moeilyk genoeg zyn, daar te komen. Wy bevonden ons toen op 86° 14'N.B. en omstreeks 95° O L. Om den toestand van het ys en de mogelykheid om nog dichter by de pool te komen, te onderzo-ken, gir.g ik zelf op ski nog een eind verder, maar ik vond nergens een beteren weg. Van den boogsten stapel ys, dien ik beklom, zag ik zoover het oog reikte niets dan op en door elkaar geworpen ysmassa's. Geen spoor van land was op dit punt te zieD, evenmin als wy vroeger iets bespeurd hadden. Het ys scheen met den wind af te dryven, zonder daarin door vasteland of eilanden verhinderd te worden, en het komt my niet zeer wa-arscbynlyk voor, dat er land ligt tusschen het noordelykste door my be reikte punt en de Noordpool, al neemt men ook aan, dat aan de andere zyde van do pool iets van den Noord-Amerikaanschen archipel gevonden zal worden. To?n wy de eerste maal van de „Fram" vertrokken, hadden wy onze dikke, warme kleeren van wolfsvel aaD, maar dair de zomer naderde en er den laatsten tyd een betr?kkelyk hooge temperatuur geheerscht had, doden w(J den tweeden keer zoo weinig mogelyk kleeren aan, ook al om den last van onze uitrusting te verminderen lator hebben wy bitter berouw gehad, onze warme pelzen aan boord van de „Fram" gelaten te hebben. Drie weken lang bleef de temperatuur on geveer 40° onder hot vriespunt; den lsten April toekende de thermometer —7°, maar weldra weer —86°. By zulk een koude en by sterken wind hadden wy het bittor koud in onze goede, maar to lichte wollen kleeren, die door het transpireoren al spoedig in een maliënkolder van ys veranderden. Het ergste was bet in dit opzicht gesteld mot onzo wollen overjassen; 's nachts moesten ze eon uur lang Ontdooien in onzen slaapzak, waardoor i t weinig lichaamswarmte verloren ging, n eerst na anderholf uur klappertanden j in onzen zak gelegen te hebben, begonnen wy ons bebaagiyk te gevoelsh. Enkele minuten nadat wy 's morgens uit den zak gekropen waren, 6tonden onze kleeren weer styf van ys, en ik geloof niet, dat Johansen of ik zelf ooit die dagen terug zullen wenschen. In Maart was de laagste temperatuur 49° onder nul, de hoogste —4°. (N. R. C.) Uit de Rechtzaal. In den avond van 12 Sept. ging Dirk Zy- derveld, te Maartensdyk, eens op 't erf van Spelt, aldaar waar de zangvereeniging hare by eenkomsten hield kyken hoe de zaken stonden. In plaats van naar binnen te gaan, bleef hy echter buiten in 't duister en wierp zyn broeder, die naar binnen ging, voor de grap met een handmol zand. De laatste, niet wetende wie zulks deed, zei, binnenkomende, dat hy met zand geworpen was, wat de beide zoons des huizes, Jan en Teunis omdat vroeger ook het erf reeds herhaaldeiyk was vuil gemaakt zoodanig in woede deed ont steken, dat Jan met zyn mes Dirk aanviel en dreigde: „Ik steek je hardstikke dood!" doch Dirk wist hem met een klomp van zich af te houden. Inmiddels kwam Teunis er by en sloeg Dirk zóó geweldig met zyn klomp op 't hoofd, dat deze brak. Dirk viel hierop bewusteloos neer en de beide broeders namen den gevallene daarop nog eens onder handen hoe werd door de duisternis niet gezien doch later bleek, dat by, behalve eene wond aan 't hoofd, 10 sneden over den rug had gekregen, waarvan er drie tot in het lichaam waren doorgedrongen: een ter lengte van 10 en ter diepte van l'/j cM. Gelukkig bleken de wonden niet gevaarlyk, maar zy waren toch van dien aard, dat de verwonde het bed moest houden en 14 dagen niet kon werken, en toen nog slechts gedeeltelyk. Gisteren ter zake van deze mishandeling voor de rechtbank te Utrecht gedagvaard, verklaarde de eerste beklaagde, dat hy zoo woedend, zoo zenuwachtig was geweest, dat hy zich hoegenaamd niets herinnerde, ook niet, dat by gesnedon had. De 2de bekl. bekende met den klomp geslagen te ho'oben, omdat hy hoorde, dat zyn broeder geslagen werd (waarvan niets bleek), door wien wist hy niet, en had toen maar „bonnefooi an" geslagen. Mr. Vogelsang stelde zich civiele party voor den vader van den verwonde, tot een bedrag van f 83, voor geneeskundige hulp, vernieling van kleeding, gemis van verdienste, versterkende middelen en rechtskundigen bystand. De verklaringen omtrent beide beklaagden luidden gunstig en hunne verstandhouding tegenover den verwonde was altoos zeer vriendschappeiyk geweest. Da officier van justitie, mr. Smidt, eischte tegen ieder 4 maanden gevangenisstraf. Tusschen de bewoners van Nieuwkoop en Zevenhoven blykt eene zeer slechte verstand houding te bestaan, zóó zelfs, dat het O. M. het zeer gevaarlyk noemd9 voor de bewoners van de eene gemeente om in de ancere te komen. Toen den 2den Sept. jl. te Zevenhoven brand was, kwamen ook personen van Nieuwkoop kyken. Dit meenden enkelen niet te mogen dulden, altkans de arbeider L. C. V. sloeg, toen hö hoorde, dat B. d. J. van Nieuwkoop was, dezen, zonder hem te kennen, met een talhout duchtig tegen het hoofd, uit wraak, omdat de Zevenhovers door de Nieuwkoopers van de kermis in laatstgenoemde plaats waren verjaagd. Diep treurig noemde de off. van justitie deze verhouding, en hy hoopte dan ook, dat de rechtbank door eene gestrenge straf zou medewerken om daaraan een einde te maken, en eischte tegen bekl. 8 dagen gevangenisstraf, vervolgens eene gelyke straf tegen C. V., te Zevenhoven, die by diezelfde gelegenheid waarvoor men daar, naar verklaring van den veldwachter, een kermis maakt een anderen Nieuwkooper had aangegrepen, op den grond geworpen en geranseld, terwyl't nooaig was41 dat de burgemeester en de veldwacht r de Nieuwkoopers een eind begeleidden, om ben voor verdere mishandeling te vry waren. Uitspraak 9 November. Burgerlijke Stand van Leiden, van 29 October tot en met 3 November. BEVALLEN: M. Van Rosse geb. Meijer Z. G. S. Onderwater geb. Barendse Z. H. P. Lee mans geb. Van den Berg D. J. De Rooij geb. Huisman Z. M. Heijne geb. Geurts D. M. Eggink geb. Wijland Z. J. A. Alt geb. Kool D. J. C. Van dor Meer geb. Van der Voorden D. A. J. J. M. Rnijgrok geb. Vollebregt Z. J. C. Van Rijzen geb. Baart Z M. Arnoldus geb. Vroom Z. J. Van Helden geb. Do Cler Z. H. Vermond geb. Benning Z. M. Later- veer geb. Fassear D. S. Verver geb. Van Hooi donk Z. A. Van der Staay geb. De Vogel Z. A. Kwaadgras geb. Tuinstia Z. S. M. Verhoog geb. Stoeko Z. C. Van der Woijden geb. Brou wer Z. J. M. Bekooi geb. Van der Linden Z. S. De Pree geb. Sierag D. E. Sjardin geb. Leget Z. G. Voorzaat geb. Heijkoop Z. L. PJanje geb. Van der Laan Z. J. Laven geb. Eeldert D. M. E. Hartevelt geb. Laven Z. D. De Groot geb. De Ruijter D. A. Kress geb. Van Tongerloo Z. J. E. Marks geb, Laman Z. M Van der Reijden geb. Van Gelder D. C. Huber geb. Rosier Z. GEHUWD: J. Boezelijn jm. en J. Rietkerken jd. J. R. Baart jin. en L. G. Van Delft jd. F. X. Kiel jm. en M. C. Ranselaar jd. G, der Reijden jm. en E. M. Van der Zanden jd. - T. L. W. Musers jm. en W. Mulder jd. OVERLEDEN: r. J. Van der Hulst Z. 11 w. S. M. Flaman D. 20 m. J. Bakker M. 83 j. J. De Mooy M. 56 j. A. C. Van Egmond M. 27 j. C. Lau geb. Van der Waals W. 90 j. F. Rodenburg M. 39 j. K. Jansen D. 5 m. J. B. S. Barendse M. 73 j. D. Hartevelt Z. 72 j. S. Blijleven geb. Zirag W. 88 j. C. J. Fortrie D. 3 w. A. F. J. Markx Z. 14 j. C. S. M. A. Kleynbans D. 2 j. M. Van den Bosch geb. Van der Laken W. 71 j. J. E. Vaa Klaveren D. lij. J. Sollie D. 13 j.M. Wallaart geb Leemans Z. levenl. E. Van Haasteren D. 7 j. J. Zandvliet W. 76 j. C. Kok M. 75 j. L. Arbouw M. 55 j. R. Koopmans Van Boekere* M. 64 j. J)e uitvaart yau Ds. E. KOOPMANS VAN BOEKEREN. "Wederom stonden wy heden aan de geopende groeve van een man, die door velen bemind werd en velen tot troost en ten zegen is geweest; van den man, wiens beeltenis wy hierboven geven. Wy weten het: die beeltenis js niet zóó als de overledene aan den avond zyner aardsche taak was; maar doet hem ons herinneren aan den tyd, toen hy nog in de kracht des lerens verkeerde. Immers, de laatste indrukken zyn het meest blyvend; en daarom stellen we ons Van Boekeren het liefst voor zooals hy was in zyn beate periode. Buitengewoon talryk was de m nigte, weJke den lykatoet, bestaande uit den rouwwagen en vyf volgrytulgen, op den doodenakker aan de Groeneetoeg opwachtte. Alle rangen en standen waren er vertegen woordigd, ovonals de colleges of corporaties, waarin de overledene zitting had gehad of waarmede by op andere wyze in betrekking had gestaan. Ook tal van vrienden waren opgekomen, om den doode de laatste eer te komen brengen. Do bden van den breeden kerkeraad van NoVHerv. Gemeente waren eveneens aan- ezi^, te-wyl de Gemeente-Commissie ver tegenwoordigd was door de heeren A. E. Van; Kempen en H. M. Sasse, voorzitter en secre taris. Onder de predikanten waren er ook van andere gemeenten en hoogleeraren in de god geleerdheid ontbraken evenmin. Met de familie waren in de volgrytuigen o. a. gezeten de predikaoten Hagen, Van Herwaarden, De Wolff, De Hoest, Chavannea en de emeritus-predikant Scheffer. Toen de stoet op de begraafplaats was aan gekomen, werd de kist grafwaarts gedragen door twaalf collectanten, waarvan de benie colleges, dat van de Kerk en dat van de Diaconie, voltallig aanwezig waren. De kist was bedolven onder een dertiental kransen, palmen en andere bloemstukken. Op enkele daarvan was de linten te Lzen: „Van de Oomraissie der Volksbyo^komsten", de „Vereeniging tot bescherming van gieren aan haren Voorzitter", ^De Commissie der Kfn- derkerk", „Leerlingen en Oudieerlingen" e. a. Als do kist boven de groeve was geplaatst, trad ds. G, Van Herwaarden, president- van den Kerkeraad, uit den kring naar voren om er allereerst aan te herinneren met welk een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2