N°. 11259. Vrijdag 6 November. A0.1896 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Feuilleton. LEIDSCH MfrBIAD PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden por 3 maandenf 1.10. Pranco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17£. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Kennisge vingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter alpemeeue kennis, dat ingevo'ge art. 10 van het Koninklijk besluit van 4 Me» 139G, tot vast stelling van een Algemeeo Reglement voor do Kamers van Koophandel en Fabrieken. (Staatsblad no. 142), op den 30eton November 1896 des namiddtgs vau twee tot vier uren ton ltaadhuizo eene verkiezing zal plaats bebb n van 5 leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze gemeente om do plaatsen aan te vullen van de heeren C. COEKOOP, H. C. JÜTA. A. DE KOSTER, W. F. VËRHEY YAN WIJK on H. J. VAN NOUHÜY8. die met het einde dezes jaars als leden van de Kamer moeten1 aftreden, doch ingevolge ari. 5, al. 3, van bovengenoemd besluit opnieuw ber.oombaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 29 Oct. 1896. M. C. DEKHUYZEN, Weth.,1. Beer. Leiden, 5 November. Voor Jiet examen vrye en orde oefeniDgen zyn te Dordrecht geslaagd de damesH. C. Pronk en J. Blankenberg, beiden te Leiden. Door het prov. kerkbestuur van Fries land z\jn tot de evangeliebediening in de Ned. Herv. K-rk toegelaten de heeren C. J. War ners en G. W. Lojher, beiden van Leiden. De Staatsraid mr. J. P. Moltzer heeft in de gisteren gehouden openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, zitting genomen ter vervanging van den Staatsraad mr. P. F. Hubrecht, die op zijn verzoek eervol van het lidmaatschap van genoemde afdeeling is ont heven. Als opvolger van den heer Lavino, die den ronsulaiien dienst zal verlaten, komt, naar men verneemt, voor de betrekking van consul-generaal te Singapore in aanmerking de heer De Vicq, consul-generaal te Penang. Yan bevoegde zydo wordt medegedeeld, dat een bericht, volgens hetwelk de minister van buitenlandsche zaken aan zyn ambtge- nooten zou hebben gevraagd in hoever de bezoldiging der ambtenaren herziening behoeft, juist maar aanleiding van eén'e by het begroo tingsonderzoek in de afdoelingen der Tweede Kamer gemaakte opmerking, in dien beperk ten zin moet worden opgevat, dat ale herzie ning slechts zou betreffen het koninklyk be sluit van 31 December 1874, regèlende de bezoldiging der departements ambtenaren, ten einde dit ln overeenstemming te brengen met de gedurende de laatste jaren ook aan andore ministerial gedane benoemingen van admi nistrateurs, welke rang in die regeling niet is opgenomen. Deze kent alleen de bezoldi ging van referendarissen, hoofdcommiezen en verdere rangen. De begrafenis van J. C. Boers is gisteren te Delft in stillen eenvoud geschied. Tal van kransen bedekten de lijkbaar, door vele be langstellenden gevolgd. Aan het graf is het woord gevoerd door den heer Daniel De Lange, die Boe:s' verdiensten als toonkunstenaar huldigde; door den heer Offermans uit Den Haag namens de Maatschappij „De Toekomst"; door den heer Leopold namens -re Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, en door den heer J. C. Yan Marken als vriend van den overledene. De zoon sprak een woord van dank voor de laatste hulde, aan zijn vader gebracht. Volgens „Het Vad." had noch de kapel der grenadiers en jagers, noch die van htt 4de reg. infanterie vergunning gekregen aan de plechtigheid deel te nemen, waartoe het plan bestond. Het classicaal bestuur van Gouda heeft ds. Hoevers, te Stolwijk, in zijne bediening geschorst voor den tyd van 6 weken met behoud van traktement. De reden daarvan is, dat ds. H., niettegen staande de berisping, hem door het prov. kerk bestuur van Zuid Holland toegediend, en on danks de ernstige vermaning van den synodus contracta, toch voortgaat met de bediening van den doop met weglating; van de in de Kerk sedert eeuwen gebruikelijke formule. Van deze uitspraak is ds. H. in hooger be-1 roep gekomen by het prov. kerkbestuur van Zuid Holland. In het verslag der Algemeene Reken kamer over 1895 leest men, dat op iemand, die borg gebleven was jegens den Staat, eene som van f 4056.84'/a krachtens rechterlijke uitspraak verhaald en in de schatkist gestort is. Dit verhaal heeft den Staat, wegtns kosten, uitbetaald, „aan de verschillende rechts geleerden, die in de onderscheiden instantiën der procedure voor den Staat hadden geoccu peerd," tot eene uitgaaf verplicht van f 3192.36,/2. welk bedrag op de tot betaling dier som veroordeelde wederparty niet kon worden verhaald. De Staat ontving dus in plaats van ruim ƒ4000, niet meer dan ƒ863.48. Goedkoop blykt dus het recht krij gen, zelfs voor den Staat, in ons land nog niet geworden te zyn. Da Koningin Regentes van Nederland en hare dochter, de jonge Koningin Wilhelmina, zoo melden de Fransche bladen, werden gisteravond, te. -Aix-les-Bains verwacht. En de bladen voegen er byDe Vorstinnen reizen incognito. Aan het station wacht baar geen officieel vertoon. Niettemin hebben de bewoners de kiesche attentie gehad, langs den geheelen weg tot Corbières de vlaggen uit te steken. Het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem werd gedurende de maand October door 646 personen bezocht, terwyl uit de aan het Museum verbonden boekery 223 boek en plaatwerken naar verschillende plaatsen van ons land verzonden werden. Zooals hekend is, bevat genoemde boekery boek- en pl latwerken, die betrekking hebben op versierende kunsten. Zy, die een of ander kunstambacht uitoefenen, vinden hier op elk gebied een r^ke bron van voorbeelden, die gratis ter beschikking worden gesteld. Nadere inlichtingen hierover kunnen by den conservator van genoemd Museum worden aangevraagd. Te Groningen is met 37 van 43 stem men tot lid van Gedep. Staten gekozen de he9r Thieme, die de benoeming heeft aange nomen. Men weet, dat de vorige benoeming vernietigd is, omdat de heer Smit aan de stemming had deelgenomen. In zake de gas-quaestie te Amsterdam is de motie Van Nitrop c. s., om met de „Imperial" te onderhandelen, door den gemeen teraad aldaar na lang debat aangenomen met 28 tegen 8 stemmen. Aangenomen werd de voordracht van B. en Wsom ook een gedelegeerde uit de Commissie van den Graanhandel en uit de Vereeniging van den Effectenhandel te be noemen in de Beurscommissie. Aan het eiode der 'vergadering zeide de Voorzitter: „Het oogenhlik is daar, dat een zeer gewaardeerd lid onzer vergadering ons moot verlaten. De heer Treub is bier voor de laatste maal. Verschillende voorstellen, die hy inspireerde, verdedigde en waarmee do Raad instemming betuigde, waten zyn werk. De toekomst zal Jeeren wat zy voor de gemeente zullen geven, doch ik geloof uit uw naam te spreken, als ik den heer Treub dank zeg voor den grooten yver, waarmee hy naar zyn beste weten voor de belangen der gemeente werkzaam was. En als hy heengaat, dan toon Je hy niet te zyn geweken, omdat hy ir.oeilykheden zag voor verschillende zaken, hy is tot bet einde gebleven en ik zeg, ik meen ook namens de burgery, den heer Treub dank voor hetgeen hij voor de gemeente deed." (Daverende toejuichingen De heer Treub wilde nog iets zeggen, doch hy was te diep geroerd om te spreken en verliet de vergaderzaal. Ingekomen waren de geloofsbrieven de3 heeren P. J. Neyt. De door den Voorzitter benoemde commissie van onderzoek adviseerde tot toelating van dit nieuwe Raadslid. De zendeling J. A. Van Balen der Utrecbtscbe Zendingsvereeniging heeft tot standplaats het eenzame Windessi, op het ongezonde Nieuw-Guinea. Hy is thans voor zyne gezondheid in ons vaderland, maar hoopt 't volgend jaar weder m°t zyn vrouw naar zyn post te vortrekken. Voordat in 1891 de Ned. paketboot op N. Guinea kwam varen, brachten handels- vaaituigen alles aan, wat de zendelingen be hoefden, doch toen de boot kwam, keerden deze nut meer terug. Van 1891 af heeft de zendeling van Windessi zich voor 't halen van zyne levensbehoeften van het eiland Roon bediend van een planken prauw. Deze is nu echter onbruikbaar geworden; ook willen de Papoea's met zulk een vaartuig do rei*-niet meer doen. Om deze reden tracht de heer Van Balen een groote sloep met een p9troleum-motor er in te krygen. Deze boot zal ruim 4000 kosten, met vracht naar N. Guinea mede. Ruim 1000 is, zooals uit de daaromtrent van tyd tot tyd gedane mededeelingen blykt, reeds verzameld. De Utrechtsche Zendingsvereeniging kan de kosten niet op zich nemendaarom tracht men nu 't geld byeen te krygen door de kinderen der Zondagsscholen in Nederland te verzoeken om eene gave. De kinderen der Zondagsscholen in Schot land verzamelden voor korten tyd de gelden voor een stoomschip voor den dienst der zen ding, dat 48,000 kostte. Nu hoopt men, dat de kinderen van Nederland de kleine som van 3000 zullen bfjeenbrengeD. Het adres van den zendeling is thans Utrecht, F.-C.-Donders-straat 14bis. In tegenwoordigheid van eenige predi kanten en verdere leden van den korkeraad der zustergemeente, vertegenwoordigers van het gemeentebestuur, het burgerlyk armbestuur en andere genoodigden en een zeer talryke schare geloovigen, werd gisteravond hot nieuwe kerkgebouw van de Gc-ref. Kerk A te's-Gra- venhage aanden Zuid Oost Buitensingel in gebruik genomen. Ds. Doorn en ds. Van der Linden traden als sprekers op. De mimster van binnenl. zaken heeft blykens mededeeJing in de „Staats Ct." met ingang van 5 November het vervoer van her kauwende dieren en varkens verboden uit een kring in de gemeente Zwolle. De off. van gez. 2de kl. dr. A. Van Dorsten, van het 6de reg. inf. te Breda, wordt binnenkort bevorderd tot off. van gez. lste kl. (kapitein). De aartsbisschop van Utrecht heeft be noemd lot pastoor te Bunnik, Mgr. dr. J. A. H. G. Jansen. Volgens 6en telegram uit Bern aan de „Köln. Zeitung" heeft de Nederlandscho gezant te Bern aan den Zwitserschen Bondsraad medegedeeld, dat de onderteekening van de overeenkomst tot gemeenschappeiyke regeling van eenige bepalingen betreffende het burgerl. procesrecht den 14den dezer te 's-Gravenhage zal plaats hebben. Behalve Nederland en Zwitserland, zouden ook België, FraDkryk, Luxemburg, Portugal en waarscbynlyk nog twee andere Staten de overeenkomst onder teekenen. Het stoomschip „Java" vertrok 4 Nov. van Amsterdam naar Batavia; de „Obdam," van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 4 Nov. Dover; de „Drente" arriveerde 4 Nov. van Batavia te Rotterdam; de „Schiedam," van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 4 Nov. Dover; de „Prins Hendrik," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 4 Nov. van Suez. TWEEDE KAMER. Staatsbegrooting 189 7. Marine. Aan het afdeelingsverslag is het volgende ontleend Men stelde het zeeropprys, dat do Minister de aanvrage van gelden voor het opnieuw in aanbouw nemen van drie schepen van het kruisertype dóet vergezeld gaan van oen vol ledige uiteenzetting zyner meening omtrent de door de zeemacht te vervullen taak met toevoeging van eene waardeberekening, waar uit kan worden afgeleid hoeveel er jaarlyks voor de behoorlyke instandhouding der vloot zal moeten worden besteed. Vry algemeen wenscht men nog niet te treden in een meer in byzonderheden afdalende bespreking der door den Minister ontworpen organisatie. Men bepaalde zich dus tot eenige algemeene opmerkingen. Zeer velen ontwik kelden finamiëele bedenkingen tegen 's Minis ters stelsel en er waren leden, die aan 's Minis ters kostenberekening slechts ceDe zter ce trekkelyke waarde hechtten. Wat het aandeel der zeemacht aan de landsverdediging betreft, meende men, dat twyfel gewettigd was oi het aanbeveling verdient voor een zoo beperkt doel 44,010,000 te bestemmen. Eenige leden meenden, dat ook voor de zeemacht in Indiö, by meer beperkten werk kring, met minder materieel kan worden volstaan. Hier tegenover werd echter van verschillendp andere zyden gewezen op onze verplichtingen als koloniale mogendheid. Op grond van een en ander meende men den Min, in ernstige overweging te moeten geven, af te zien van zyn voornemen om reeds nu over te gaan tot bet vaststellen by algemeenen maatregel van bestuur der door hem ontworpen organisatie, en vele leden gaven uitörukkeiyk te kennen, dat byaldien zy 's Ministers aanvrage van gelden voor den bouw van een drietal nieuwe kruisers mochten bewilligen, daarin in geen g.val een bewys van instemming zou opgesloten liggen met het hier besproken plan. Wat den nieuwen aanbouw betreft, werden de volgende vragen gedaan. a. Verdient het aanbeveling den bouw van schrpen van het kruisertype-„Holland" voort te zetten? b. Zoo ja, tot het aangegeven getal? c. Kunnen ie ter beschikking te stellen gelden geacht worden op de voordeeligste wyze het nuttigst in het belang der ze9macht te zyn besteed? Enkele leden hadden bezwaar tegen verderen aanbouw, anderen meenden, dat er geen reden bestaat om vorderen aanbouw van kruisers van het aangegeven type niet wenschelyk te -achten. Zy, die den aanbouw van kruisers wenschen voortgezet te zien, gaven op de vraag, sub b gesteld, een beves tigend antwoord. Wat de vraag sub c betreft, meenden dio leden, dat, zoolang men niet kan besluiten tot het aannemen van een plan van aanbouw loopende over eenige jaren, men verplicht zal zyn den tot dusver bewandelden weg te blyven volgen. Door sommige leden werd opnieuw het denkbeeld ter sprake gebracht in de aan schaffing van nieuw materiöel te voorzien dooi het sluiten eener annuïteitsleening. Gevraagd werd ook of in Nederland geen belangryk grooter bedrag dan f 5,000,000 ver werkt zou kunnen worden. Nog werd gevraagd welke maatregelen de Minister voornemens is te nemen tegen de gebleken gebreken der schepen type-Kortenaer. Kieswet. De minister van binnenl. zaken heeft een wetsontwerp ingediend, strokkende om twee fouten, in de by de Kieswet behoorende tabel len gebleven, to verbeteren, zoodat ook Wonseradeel en Epe thans in die tabellen worden vermeld. Het verdwenen Rijwiel. i) In de smalle gang, welke van de achter deur van een fraai huis langs den tuin naar de straat voerde, wachtte een sierlyk, blinkend paardje. Niet een van die, welke droge reken meesters „vretend kapitaal" noemen; bet b hoefde hooi noch haver en kon veel langer dan het veelgeprezen „schip der woes- tyn" zonder water, als het nu en dan maar een paar druppels olie kreeg. Ook werd het niet ongeduldig, krabde niet met de hoeven en hinnikte niet, als de slanke amazone, wie het toebehoorde, te lang op zich liet wach ten; het was namelyk een vélocipèle, aan den diepen ho9k tusscben zadel en stuurstang onmiddeliyk als damesfiets herkenbaar, en behoorde aan het twintigjarige dochtertje van den beer Scbwalbe, daurwaarder by een recht bank, die in bet bewuste huisje woonde. Het was even voor tweeën, een zomerdag vol zon en bloemengeur, geschapen om te toeren, en Nelly Scbwalbe had haar gestren- gen vader zóó lang gesmeekt, tot deze haar eindelyk toegestaan had, met de geliefde fiets een uitstapje te ondernemen naar de „Buchenmühle", een landelyke uitspannings- plaats met prachtigen tuin, die door de ste delingen gaarne opgezocht werd. Nelly had verteld, dat zy daar eenige vriendinnen zou ontmoeten, en daar ook het dochtertje van den kastelein der uitspanningsplaats by den heer Scbwalbe veel aan huis kwam, had deze zyn bedenkingen overwonnen en het verzoek eindelyk ingewilligd. Want tot nu toe had Nelly zulke uitstapjes alleen onder geleide der jongere broeders mogen doen, die echter dezen namiddag tot bun eigen bitter ziels verdriet op de harde schoolbanken moesten zitten en ten overvloede ook nog gymnastiek les hadden. De mooie Nelly evenwel had dezen voor haar broeders zoo vervelenden namiddag met zeer afkeurenswaardige berekening uitgezocht. Want al de vriendinnen, die zy in de Buchen mühle wilde opzoeken, bestonden in werke lijkheid uit éón enkel persoon met vurig blinkende bruine oogen en een ongolooflyk mooie, dapper opstaande snor, en hy heette niet Adelheid Müller of Frieda Hegebach, zooals papa Schwalbe dacht, maar Heinrich Baümann, en was provisor in een apotheek van het naburige stadje Ellerode, dat van de Buchenmühle even ver af lag als Brauweiler, waar Schwalbe woonde. Nelly onderhield deze heimelyke kennis making al ettelyke weken. Op het schutters feest te Ellerode hadden de beide jongelieden elkaar voor 't eerst ontmoet en elkaar lief en sympathiek gevonden, zonder elkaar dat natuurlyk zoo maar in 't gezicht te zeggen. Doch de jeugd heeft nauweiyks merkbare teekenen, waaruit zy opmaakt, of de een van den ander houdt, en na ettelyke zeer stoffige, maar nochtans zeer geanimeerde dansen in de schutterszaal was men over eengekomen, elkaar den volgenden Zondag in de Buchenmühle te ontmoeten, zonder eigenlyk iets afgesproken te hebben. Deze samenkomst in de Buchenmühle was ver scheidene keeren herhaald. Maar hoe meer de harten voor elkander ontvlamden, des te smartelyker gevoelden zij de kortstondigheid en het gevaariyke dezer rendez-vous. Want slechts zelden gelukte het Nelly, aan haar broeders een kwartiertje te ontsnappen. En hen tot deelgenooten van haar zoet geheim te maken, daartoe ontbrak haar de moed. Al zou de oudste, Goorge, misschien ook den mond gehouden hebben, op den praatzieken Willie was beslist niet te rekenen. Vader echter mocht er voor geen geld iets van vernemen. Hij moest voorbereid worden, lang zaam en voorzichtig, zooals de meeste vaders, altbans naar de meening hunner dochters. Want ofschoon Heinrich niet zonder vermogen was, ontbrak het hem toch volgens zyn eigen verklaring aan een aanzienlyke som, om een apotheek te kunnen overnemen. En in geldzaken was de heer Schwalbe eenvoudig onuitstaanbaar, ofschoon hy het volstrekt niet behoefde te zyn. Zoo dacht ten minste Nelly. Maar onder dit verdriet zuchten helaas veel huwbare meisjes. Daarvan moest eens een statistiek opgemaakt worden l Wie kon het de goede Nelly dus euvel duiden, dat zy juist dezen namiddag uitgekozen had, om naar de Buchenmühle te fietsen! Zy moesten eens flink hun harten voor elkander uitstorten en tot een doel komen 1 Zy waren immers nog niet eens heimelyk verloofd, daar Willie hen bij het laatste rendez-vous juist op het plechtige oogenblik gescheiden had! Met kloppend hart maalde Nelly zich de komende uren en maalde daarby ook koffieboonen, daar zy vóór haar uitgaan nog voor papa's namiddagkoffie te zorgen had, terwyl haar broeders, het „bruine brouwsel" versmadend, de boeken namen en naar school gingen. Met heimelyke afgunst keken zy daarby naar Nelly's rywiel, dat hen met zyn gepolyst nikkel spottend scheen aan te kyken. Spot evenwel wekt zwarte gedachten. „Zeg, George," fluisterde Willie, „zullen wy eens een grap hebben?" „Waarmee?" vroeg de oudste, die zwaar moedig aan de vervelende Latynsche les dacht, waarvoor hy zich middelmatig ge prepareerd had. „Zullen wy Nelly's wiel eens verstoppen sprak de verleider. George keek onderzoekend in 't rond. Er was geen levend wezen te zien. „Ja," lispelde by en legde de boeken neer. „Maar waar?... Wacht eens, ik weet bet: in hot prieel!" „Daar vindt zy het direct!" meende Willie. „Als wy niets beters weten, kunnen wy het wel laten!" „Zeg jy het dan maarl" „My dunkt, wy moeten het naar Nelly's kamer dragen en in haar ledikant verstop pen 1" grinnikte de slungel. „Maar dat* is niet gemakkeiykt" meende George. „Voor twee?" zeide Willie medeiydend, en zyn toon wekte zóó beschamend op den oudste, dat deze onmiddeliyk aanpakte. Het was merkwaardig hoe zacht de beide mis- dadigers de trap naar de verdieping opgingen, zachter dan ooit een vaderlyke of moeder- lyke vermaning had kunnen bewerken. Het wakkere paardje verborgen zy zorgvuldig onder de dekens van het ledikant, dat achter een scherm stond. Dit zetteQ zy er daarop weer zóó voor, dat niemand, die de kamer binnentrad, bemerken kon, welk een laagheid hier gepleegd was. Even stilletjes maakten zy zich uit de voeten en amuseerden zich op weg naar school kolossaal door zich het verwonderde gezicht van Nelly voor te stellen, die binnen weinige minuten haar rywiel missen zou. Geen spoor van berouw by de lieve broeders! Had het paardje maar kunnen hinniken, toen men het op zoo onwaardige wyze aan zyn plichten onttrokken hadNelly zou dan stellig direct toegesneld zyn I Nu échter kwam zy, toen George en Willie al lang vertrokken waren. Natuurlyk schrikte zy geweldig. Zy zocht in den tuin, keek in het prieel, liep daarop terug en opende nog eenmaal de deur van het schuurtje, waaruit zy haar wiel vóór ruim een kwartier gebaald had. Nergens was een spoor van het wiel te vinden. Haastig snelde zy daarop door de gang en keek do stille, in de zon gloeiende straat af. Alleen een traag zich voortbewegende boerenwagen was er te zien en in de poor'c van de tegen overliggende schuur een slaperig knipoogende kat, die stellig een bezoek had gebracht aan de vette korenmuizen. Anders wyd en zyd geen levend wezen Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1