OPRUIMING
Goedkoope Aanbieding
De Stad Maastricht,
Haarlemmerstraat 130.
MENGELWERK.
Magazijn
Haarlemmerstraat 130.
Theepotten.
Stoofjes.
Theepotplaten.
Bouilloirs.
Koffiekannen.
Filtreerkannen.
Hanglampen.
Tafellampen.
Nachtlampen.
Stormlantaarns.
Stallampen.
Branders, diverse nieuwe
soorten.
Kolenbakken.
Turfbakken.
Zwarte ijzeren Pannen
Kooktoestellen.
Koffiemolens.
Zinken Emmers.
Zinken Teilen.
Theebladen.
Broodtrommels.
Kleerstandaards.
Parapluiestandaards.
Lucht-W aschmachines.
Broodplanken met Mes.
Doofpotten.
Japansche Lepeldoozen.
Theebladen
Kaasstolpen.
Mosterdstellen.
Eierdoppen.
Koffiedoozen.
Theedoozen.
enz>; enz., enz.
MAGAZIJN
Nikkelen
gemeeDten beneden de 5000 en van gemeenten
van 5000 tot 20,000 inwoners, alle gemeenten
daarboven, dus van 20,000 tot 500,000 zielen,
over óén kam te scheren.
In de voorgedragen regeling vindt Het
Vaderland het zonderling, dat zy wederom
een fiaxtie der bijdragen is in dezen zin, dat
de som, per inwoner uit te keeren, eens
voor al wordt vastgesteld naar de bevolking
op 1 Januari 1896. Wel te verstaan, de uit-
keering zal wel stagen met het zielental,
maar de per inwoner uit te keeren som is
een fixum. En ook in dezen zin is de bydrage
een fixum, dat met vermeerderende werk
zaamheden, ten bate van 's Ryks dienst aan
de gemeente opgedragen, zy niet kan stijgen.
In dit stelsel ontbreekt, zegt het blad, elke
piging om verband, te brengen tusschen de
werkelijk gedane uitgaven en de daarvoor
uit te keeren vergoeding. Een gelukkige
inconsequentie acht zij het echter, dat de
percentsgewijze bijdrage, door de wet op het
lager onderwijs voorgeschreven, blijft ge
handhaafd.
Dezelfde fout vindt Het Vaderland in 'net-
tweede element der uitkeering. Wel is de
grondslag daarvan niet ODjuiat en met de
uitwerking kan men tot zekere hoogte vrede
hebben, doch weinig duidelijk is 't waarom
de hondenbelasting niet medetelt, terwyl het
bepaald een fout schijnt, dat wel medetelt
het bedrag, uit accijnzen verkregen in die
gemeenten, aan welke heffing var accijnzen
alsnog is vergund; immers, waar het Rijk
reeds de gelegenheid openlaat door accijns
de geheele bevolking te bereiken, is er geen
reden ook op dat bedrag nog bij te passen.
By de verdeeling, tusschen Rijk en gemeente,
van de som, die ter bestrijding van de kosten
der gemeente-huishouding uit persoonlijke
lasten moet worden bijeengebracht, is de
verhouding gezocht tusschen de draagkracht
der gansche bevolking en de draagkracht
van hen, die niet in de personoelo belasting,
z"{jn aangeslagen. Maar die verhouding is niet
te vinden. Dat als draagkrachtmeter de huur
waarde der woning wordt aangonomen, kan
er mee door, maar nu stuitte de Regeering
op het bezwaar, dat het een onmogelijk werk
is de huurwaarde te bepalen van alle niet
in 't personeel aangeslagen perceelen. De heer
Sprengor van Eyk hakt, zegt Het Vaderland
den Gordiaanschen knoop maar door: is het
wonder, dat hij kwam tot iets, waaraan geen
touw is vast te kooopen? Hij nam eenvoudig
voor alle gemeenten aan, dat bot aantal wonin
gen bedraagt een vierde der b9volking en dat
de gemiddelde huurwaarde der niet aange
slagen woningen is 4/5 van het maximum
van onbelastbaarheid, en hij verkneuterde
zich in 't resultaat.
Het geval wil, dat de minister door zijn
berekening, misschien onbewust, eenigermate
het doel benadert. Waar hij een fixum van
huurwaarde aanneemt voor de onbelastbare
perceelen, helpt zijn berekening die gemeente
het meest, waar de gemiddelde huurwaarde
der belastbare perceelen relatief laag is, en
waar dus ook wol in den regel de algemeene
financiëele toestand ongunstig is. Maar wat
heeft nu ten slotte deze berekening te maken
met het beginsel, waarvan werd uitgegaan,
het gemis van accijnzen, waarin moet worden
tegemoet gekomen? vraagt het blad.
De Bjretonsche.
TJit het Fransch van André Theuriet
Op een kouden Novemberavond werden de
grendels van de deur der centraio gevangenis
te Auberive afgeschoven om een vrouw door
te laten van ongeveer dertigjarigen leeftijd.
Ze was gekleed in een verschoten, wollen
japon, en een witte muts omlijstte het gelaat,
dat eon echte gevangoniskleur droeg. Daareven
biedt; want na de bedwelming, door hot
winnen teweeggebracht, moest ik de naakte
en knijpende gevolgen van het verlies leeren
kennen. Ja, dat was hier het geval. Gij kent
toch de beroemde woorden: „Bij het spel
komt, na het genoegen der winst, dat van
het verlies." Ik kan geen andere woorden
vinden, om u die soort van vergiitigden harts
tocht, die mengeling van hoop en wanhoop,
van moedeloosheid en volharding, duidelijk
te maken. Men rekent er op zijn ongunstig
geotarnte het hoofd te bieden en toch is men
overtuigd het onderspit te moeten delven. Men
is zijn hoofd kwijt, doet slagen, die men weet,
dat verkeerd zyn; de veine houdt op; eerst
raakt men zijn groote stukkeD, dan de gouden
en eindelijk de zilveren munten kwijt, om met
de afgifte van nieuwe bons te eindigen. Na
gedurende tien jaar evenals ik den moed
gehad te hebben zes stuivers voor een tram
te bezuinigen, speelt men om vijfhonderd, ja
om duizend franken zonder eon vin te ver
roeren. Maar ik zal u in 't kort mot mijn weder
varen in kennis stellenom elf uren was ik
naar de club gegaan en om twee uren draaide
ik het slot mijner deur om, met een verlies
van drie duizend franken mijner bezitting,
en dit was, zooals ik u reeds heb mede
gedeeld, op mijn woord van eer, bijna alles
wat ik op dat oogenblik het mijne mocht
noemen.
„Welnu t" merkte ik op, „zoo ge na die
ramp geen speler geworden zi)t, is het een
bewijs, dat go er niet voor in de wieg zjjt
gelegd; dat is ten minste om er voor altijd
genoeg van te krijgen."
OfJ bebt volkomen gelijk," hernam Miraut.
„Bfl mijn ontwaken den volgenden morgen,
na een zwaren slaap, in den regel op zulke
aandoeningen volgende, kwamen degebeurte-
was zij in vrijheid gesteld geworden de tengere
gestalte, door haar metgezellinnen „de Breton-
sche" genoemd. Zes jaar cellulaire opsluiting
lagen nu achterhaar. Toen de gevangenis wagen
haar hier voor de groote poort afzette, was
het juist zulk een koude, vochtige dag geweest.
Eindelijk was dan 't uur der vrijheid ge
slagen. Nadat men haar de armelijke plunje
had teruggegeven, die ze by aankomst ge
dragen had, benevens het geld, dat ze met
allerlei handwerk had verdiend, was ze haastig
heengegaan. Aan de poort reikte de portier
haar den pas, geviseerd tot Langres.
De postwagen was vertrokken; met lang
zame, weifelende schreden liep ze naar de
voornaamste herberg van het dorp en vroeg,
met tranen in de stem, om een nachtverblijf.
De eigenaar gaf voor, geen plaats meer te
hebben in zijn huis en raadde haar aan naar
het andere dorpslogement te gaan. „Hij be
dankte voor die vreemde vogels in zyn vreed
zaam nest," besloot bij mot waardigheid.
Nog meer verlegen, richtte de arme zwerf
ster haar schreden naar het tegenovergestelde
einde van 't dorp en met bevende hand
klopte ze aan de lage woning. Met wantrou
wenden blik keek de waard haar aan, als
begreep hij dadelijk welk soort van bezoek
ster hij voor zich had. „Geen plaats," klonk
het nu, nog minder vriendelijk dan de vorige
maal.
Zo durfde niet aanhouden. Met gebogen
hoofd verwijderde ze zicb, innerlijk hatend de
menschen, die haar ruw terugstietcn.
Nu schoot haar niets anders over dan zich
te voet naar Langres te begeven.
De avond viel reeds, de boomen langs deD
modderigen weg wierpen grillige schaduwen
op het gras, terzijde van het voetpad langs
den zoom van het woud. De noordenwind
deed de gele en bruine bladeren dwarrebnd
omhoogvliegen.
Het loopen viel haar moeilijk, na zes jaren
van eenzame opsluiting en zittenden arbeid
de knieën kDikten haar en de voeten, sinds
lang aan klompen gewend, zwollen pijnlijk
op in de nieuwe schoenen. Na een mijl gaans
voelde ze zich duizelig, en doodelijk vermoeid
liet Z8 zich op een steenhoop neerzinken.
Huiverend vroeg ze zich af, of ze nu hier
zou moeten omkomen van koude en honger.
Lang bleef ze zitten met de handen onder
het hoofd, wezenloos voor zich uitstarend,
rillend ineenhurkend met eiken hevigen wind
stoot, werktuiglijk zich zooveel mogelijk
beschuttend tegen de doordringende, vochtige
koude.
Eensklaps werd haar oor getroffen door
een stem, die sleopend een wiegelied zong.
Zjl luisterde scherp toe en onderscheidde nu
duidelijk de eentonige, welbekende klanken.
Haastig oprijzend, liep ze op het geluid
af, in de richting van. waar de stem kwam,
een hoek om; toen zsg ze een roodachtig
schijnsel, dat door een raam viel, een kleine
plek op den weg verlichten.
Vjjf minuten later had ze een hutje be
reikt, dat als opgehangen scheen aan een
vooruitspringende rotspunt. Al haar moed
bijeenverzamelend, klopte ze zacht aan het
venster. Het gezang hield op, een vrouw van
haar eigen leeftijd, maar reeds geheel afge
werkt. kwam de deur opendoen. De rosse
haren kwamen wanordelijk van onder de
niet zeer heldere muts te voorschijn; do grijze
oogen keken verbaasd de late bezoekster aan,
wior verschijning niet veel vertrouwen scheen
in te boezemen.
„Goeden avon V begon de vrouw, de lamp
ter hoogte van 't gelaat harer bezoekster
houdende„wat is er van uw dienst?"
„Ik ben zoo moe, dat ik niet verder kan.
Zoudt ge mij voor vannacht willen berbergen?"
vroeg de and9r, half huilend van koude en
ellende. „De stad is nog zoo verik heb geld
bij mij en za) n gaarne voor dien dienst be
talen."
nissen van den afgeloopen nacht weder
levendig voor mijn geest, en hielden mijn
gedachten zich met twee zaken bezigte
trachten mijn verlies van den vorigen dag
te herstellen en by mijn inzetteu gebruik te
maken van de onder rinding, door mij by die
gelegenheid opgedaan. "Werktuiglijk bracht
ik mij de verloren slagen weder te binnen,
die ik bad kunnen winnen, de eene door niet,
de andere door wel op do vyf te houden.
Eensklaps vestigde ik mijne oogen op de
aan Ladrat geadresseerde enveloppe, die ik
don vorigen dag op de tafel had achtergelaten.
Onwillekeurig begon ik by me zelf te over
leggen hoe aan dit aanbieden dezer gift een
dwaze opoffering ten grondslag lag. Na het
betalen van de drie duizend franken schuld,
zou ik om zoo te zeggen niets overhouden.
Om my' in staat te stellen dienzelfden avond
nog een kansje te wagen, - en ik gevoelde,
dat ik er mü moeilijk tegen kon verzetten
moest ik mijn toevlucht nomen tot den op-
kooper van schilderijen, ten einde eenige
studiën van de hand te doen. Op die wijze
zou ik wel vyftig louis bij elkander kunnen
krijgen, maar moest ik nu hiervan tien af
zonderen voor dien luiaard, dien dronkaard
en dien leugenaar? Want ik trachtte mij
zelf wijs te maken, dat zijn bnef een aan
eenschakeling van onwaarheden was. Ik nam
dieD in de hand en las hem nog eens over.
De door hem aangeslagen toon bracht op
nieuw mt)Q goed hart in gevaar. Maar neen,
ik kon naar die stem niet luisteren en scbreef
onmiddellijk nog aan het voeteneinde van
mijn bed een weigerend antwoord. De brief
was zakelijk en op een zeer kouden toon
gesteld, ten einde mijn ouden kameraad het
by my opgekomen gevoel van medelijden niet
te laten merken. Toen myn brief verzonden
„Kom binnen," antwoordde de vrouw na
eenig aarzelen. „Maar waarom zyt ge niet
in Auberive blyven overnachten?" voegde ze
er wantrouwend by. „Ge zegt immers dat
go geld by u hebt."
„Men heeft mo daar niet op willen nemen....
omdat..." ze sloeg de blauwe oogen neer,
„omdat ik uit de centrale gevangenis kom,
en dat is geen aanbeveling."
„Kom binnen in ieder geval; ik ben niet
bang: daarvoor heeft 't ongeluk me te hard
nekkig achtervolgd. Ik zou u niet in die
koude buiten willen laten, ge zoudt bevriezen
vannacht onder den blooten hemel. In een
ommezien heb ik u een bed van ryzen en
dorre bladeren gemaakt, waarop ge heerlijk
warm zult rusten."
Naast den schoorsteen maakte ze een leger
gereed. De Bretonsche keek met gretige oogen
naar die toebereidselen.
„Woont ge hier alleen?" durfde ze eindeiyk
te vragen.
„Ja, met myn kleine meid; ze is zeven
jaar en ik verdien den kost voor ons beiden
mot uit werken gaan."
„Is uw man dood?"
„Ja, het arme kind heeft geen vader meer;
zoo krygt ieder zyn deel op aarde. Ik hoop
dat ik van 't myne het meeste al gehad heb.
Hier zyn nog een paar koude aardappelen
en uw bed is ook gespreid; het is al wat ik
u kan aanbieden."
Het kind zeide iets wat de Bretonsche
niot verstond; het geluid kwam van uiteen
donkeren hoek, door planken afgesloten.
„Ik ga myn kleine meid eens geruststellen;
nu goedennacht, tracht maar wat te slapen."
Ze nam de lamp op en begaf zich naar
hot donkere afgeschoten vertrekje.
De gast strekte zich op de geurige varens
en dorre bladeren uit, en de oogen sluitend
poogde ze te slapen. Doch tevergeefs; ze
hoorde de vrouw tegen het kind praten, dat,
wakker geschrikt door de komst der vreemde
linge, niet meer wilde insluimeren. Met
vriendelyke woordjes en liefkoozingen trachtte
ze haar dochtertje te kalmeeren.
„Wat komt ze doen, moeder?" vroeg de
kleine. „En waarom komt ze 's nachts?
Ze is zoo moe, kindje, ze heeft haar
voeten stuk geloopen, niemand wilde haar
in huis nemen, stil nu, anders kan ze niet
slapen."
„Mag ik haar morgen zien?"
„Ja, als ge nu heel stil zyt."
„Morgen is het Sinte-Catharina, moeder."
„Ja.
„Dat is een feest voorkinderen, nietwaar?
„Ja.
„En brengt Sinte Catharina dan speelgoed
aan alle kinderen?"
„Soms; dat hangt er van af."
„Waarom brengt ze dan nooit iets aan my?"
„We wonen te ver en we zyn te arm."
„Dus brengt ze alleen wat aan de ryken?
Waarom? Ik zou ook zoo graag speelgoed
willen hobben."
„We zullen eens zien, als ge heel zoet
zyt, wis weet wat er dan Dog gebeurt, mis
schien geeft ze je dan wel een of ander."
„Ik zal zoet gaan slapen, moeder, dan
brengt ze me morgen zeker wat."
Stilte, spoedig alleen verbroken door de
regelmatige ademhaling van moeder en kind,
die beiden ingeslapen waren.
Alleen de Bretonsche lag nog wakker. Tot
het aanbreken van den dag peinsde zo er
over hoe ze het kind zou kunnen bly maken
met wat speelgoed. Onhoorbaar verliet ze
het huisje om eerst stil te houden by de
eerste woningen van Auberive.
Zorgvuldig las ze alle opschriften der kleine
winkels in de eenige straat van het stadje.
Eindelyk had ze gevonden wat ze zocht. Op
haar kloppen opende men de deur van den
armelyken speelgoedwinkel. Verkleurde pop
pen, enkele arken Noacbs, dieren die het
was, had ik er wel spyt en wroeging van,
maar ik trachtte my zooveel mogelyk te
verschuilen achter de plannen, die ik my
had voorgenomen. Bovendien overlegde ik by
my zelf, ten einde myn geweten in slaap te
wiegen, dat, mocht ik winnen, het nog altyd
vroeg genoeg was om die som morgen aan
Ladrat te doen toekomen, en myn voorgevoel
zride my, dat ik gelukkig moest zyn."
„En bebt gy gewonnen?" vroeg ik hem,
terwyl hij even ophield.
„Ja," antwoordde hy met een ontroerde
stem, „en zelfs meer dan vyf honderd louis,
doch toen was het, helaas I te laat" Na de
ontvangst van myn weigerend antwoord, was
Ladrat, die ditmaal de waarheid gesproken
had, der wanhoop ten prooi. Zyn vrouw en
hy hadden het noodlottige besluit genomen
door kolendamp een einde aan hun leven te
maken. Men vond ze beiden dood te bed,
en hoor my aan bet was voor my weg
gelegd hun deur met geweld te openen. Ik
kwam hun de tweehonderd franken bren
gen.Ja, maar het was te laatl
Daardoor herinnert ge u nog den naam van
Ladrat in de dagbladen gelezen te hebben.
Begrypt ge nu, waarom alleen het gezicht
eener kaart my met afgryzen vervult?"
„Wees verstandig," gaf ik hem ten ant
woord; „zoo ge Ladrat het geld den vorigen
dag gezonden hadt, zou hy misschien voor
óén of twee maanden zijn gered geweest;
doch waarschynlyk zou hy opnieuw gevallen
zyn, zyn hartstocht zou de overhand her
kregen hebben en hy zou misschien op dezelfde
wyze den dood hebben gevonden."
„Wel mogelyk," hernam de schilder, „maar
onthoud dit wel: men moet in de samen
leving nooit den laatsten druppel doen, waar
door een gevulde kan zou overloopeD."
midden hielden tusschen een hond en een
koe lagen er uitgestald en tot groote ver
bazing der winkelierster kocht de vroege
koopster van alles wat. Zy knoopte alles in
haar schort, betaalde en nam dadelyk den
terugweg aan.
Een grovo hand werd haar plotseling op
den schouder gelegd; verschrikt wendde ze
zich om een agent van politie was haar
achterop geloopen. Oogenblikkeiyk herinnerde
ze zich dat het den vrygelaten gevangenen
verboden was eenige inkoopen te doen in
Auberive.
„In plaats van hier rond te zwerven, hadt
ge al lang in Langres moeten zyn," zeide de
agent streng: „kom, vooruit, op weg!"
Ze wilde uitleggen waarom ze nog hier
was; by liet haar niet aan 't woord
komen en een rytuig aanroepend, deed hy
haar instappen zonder eenige verontschuldi
gingen te willen aanhooren.
Hortend en stootend vorderde het rytuig
slechts langzaam over den hard bevroren weg.
De Bretonsche klemde de stukken speelgoed
krampachtig vast in de verkleumde handen.
By een draai van den weg zag zehetzypad,
dat naar het hutje voerde, waar ze den nacht
had doorgebracht, en al haar moed byeenver-
zamelend smeekte ze den agent toch even
stil te laten houden. Ze wilde maar even
een pakje afgeven in het kleine huisje daar
ginds. En de agent, die een goed hart had,
in weerwil van zyn barsche woorden, liet
zich vermurwen. Hy liet den koetsier stil
houden en de vrouw volgend stond hy weldra
in de lage kamer, waar de moeder bezig was
hout te hakken.
Van schrik liet deze de armen langs het
lichaam hangen en sperde zy den mond wyd
open, toen ze haar gast zag, vergezeld van
een agent.
„Slaapt de kleine nog?" vroeg de Breton
sche zacht.
„Ja.maar
„Leg dan dit speelgoed op haar bed en zeg
dat Sinte Catharina 't voor haar gebracht heeft;
ik heb het in Auberive gekocht; ge wist zeker
niet waar ik gebleven was. Maar ik had niet
't recht in het stadje te koopeD, waar ik
zoo laog gevangen heb gezeten, en daarom
word ik naar Langres gebracht."
Vol vreugde bleef de moeder naar het speel
goed kyken.
Zacht naderde zy het bed van het kinden
de Bretonsche legde alles naast elkaar op hot
dek, de ark, de poppen, de wonderiyke dieren.
Toen zich tot den agent wendend zeide zij
„nu kunnen we gaan!"
RECLIffFJ,
a 25 Cents per regel.
Origineele OTTO-Motoren voor
Gas, Benzine en Petroleum zijn de
meest beproefde Motoren der wereld
en alléén verkrijgbaar bij de Filiale
der Gasmotoren-Fabrik Deutz,
Nieuwendijk 11, Amsterdam. Gas
motorenolie dezer firma is de beste
smeerolie. 6601 10
Gemengd Nieuws.
Wat den toestand van den hoofd
conducteur De Kooy betreft, kan worden
medegedeeld, dat de verwonding aan het hoofd
genezen is, doch de pijnen in het lichaam nog
dezelfde blijven.
De toestand van den conducteur Wilschut
is goed vooruitgaande.
Te Leersum z ij n aangehouden
Friedrich Wilhelm Veltheuer, 22 jaar, en
Hendrik Goebel, 21 jaar, die te Eist ten na-
deele van Johs. Van Blitterswijk diefstal
hadden gepleegd. Beiden zjjn naar de gevan
genis te Utrecht overgebracht
Te Overberg, bij Amerongen, is
het huis van den landbouwer A. Van Gar-
deren met het grootste gedeelte van den in-
boedel door eene onbekende oorzaak in vlam-
men opgegaan. De levende have werd gered.
Het huis was verzekerd, de inboedel niet.
Door den gepensionnecrden ka
pitein V. V. van het 0.-I. leger is een klacht
ingediend bi) de Haagsche rechtbank tegen
dr. Le R. aldaar, ter zake van het door be-
middeling der posterijen verzenden van ge-
schriften van beloedigenden inhoud aan het
adres van genoemden kapitein. De zaak zal
Maandag a. s. dionon.
De Rhone is door de zware stort
regens der laatste dagen sterk gewassen. Te
Avignon is de rivier buiten haar oevers ge-
treden; verschillende straten staan onder
water. De rivier stygt nog voortdurend. De
Seine is 20 centimeter gewassen.
Een familiedrama. Te TriSst
is de 66-jarige weduwe Maria Salvago door
haar elfjarigen kleinzoon Wilhelm Mangachi
vermoord. De jongen had de oude vrouw naar
een kamer gelokt, waar hij met haar alleen
was, en daar drie revolverschoten op haar
gelost. De moordenaar vluchtte terstond, doet
werd spoedig door de politie achterhaald. Na
eerst tal'van uitvluchten te hebben verzonnen,
bekende hu de daad uit wraak te hebben ge
pleegd. Hy haatte zijn grootmoeder, omdat
dezo hem en zijn vader hard bejegende. Daar
men echter vermoedt, dat de jongen niet
geheel uit eigen initiatief beeft gehandeld,
heeft men zijn vader en broeder eveneens in
hechtenis genomen.
De Nederlandsche journalisten,
die de kroning to Moskou hebben bijgewoond,
ontvingen als souvenir ieder het voor de pers
ingestelde ondersclieidiugsteeken, een medaille,
te dragen am een blauw lint.
Granieten Soepterrines compleet 2,50
Yleeschschotels 0.60
Broodmanden ƒ0.50 0.60
Dessertschalen ƒ0.16, 0.20 0.25
Botervlootjes 0.4B
Compotiers op voet 0.45
Taartschotels 1.50
Aardbeziëntesten 1.20
Sauskommen 0.55
Borden, diep en plat, p. dozyn 1.
Dessertborden0.60
Lavabo Fonteinen compleet 3.50
Gewoon witte Lavabo Emmers 1.20
Groote gekleurde Waschstellen met
gedekte doozen2.—
Gekleurde Tafelserviezen, 67 stuks.
nieuw model13.50
Fransch Porseleinen Broodmanden 0.45
a Tafelborden dozyn 0.90
Dessertborden 0.70
a Botervlootjes. 0.35
0 Sauskommen0,30
g B Compotiers 0.40
n fl Saladebakken op voet a 0.40
B Soepterrines 1.20
Dekschalen 0.70
Kaarseblakers 0.20
Bouillonkoppen 0.15
Zware nieuw Zilv. Lepels. p.do. 0 1.—
Vorken c 1.-
Koffielepels 0.35
Dessertmessen v 1.20
Tafelmessen 1.50
VAK 7087 129
Diverse kristallen Wynglazen p.
doz.
f 1.80
ff V
Sherryglazen
n
1 60
b b
Bittcrglazen
V
1-40
B B
LikeurgUzen
V
1-20
1) B
Rynwynglazen
B
„1.20
B
Cbampagneglaz.
0
„1.50
ff 0
Tumblerglazen
B
„0.75
D 0
geslepen Water
glazen op voet
V
„1.20
O BB
a ao
a bb
a bb
99
99
99
99
99