N°. 11249. Maandag 36 October. A\i896 feze [Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DA&BLAD. P~RT.TR DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlyko Nommers .v„ 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. OiMciëele Kennisgevingen. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemoene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld het kohier dor BelastiDg op bodrrjfa- on andero inkomsten No. 6, van den dienst 1896/97, executoir verklaard den 22eten October Jl., en herinnert voorts don belanghebbenden aan hunne verplichting, om den aanslag op den bjj de Wet be paalden voet to voldoen. Loiden, Do Burgemeester voornoemd, 23 Oot. 1898. F. WAS. Inkomstenbelasting 1896. Burgemeester on Wetbonders van Leiden brengen in herinnering, dat met 81 Oot. a. s. de vierde termijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat alzoo op den lston Nov. e. minstens vier zesde gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan. Zy noodigea mitsdien bolanghebbenden uit, om, tor voorkoming van vervolgingskosten, tot de betaliog van het vorschaldigde ten kantore van don Gemeente Ontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 24 Oot. 1896. M. C. DEKHUYZEN, Weth., L-Becr Leiden, 24 October. Donderdag 22 Oct. jl. herdacht de heer A. Kolling, telegraphist 1ste klasse aan het Ryks telegraafkantoor alhier, den dag, waarop hy 25 jaar aan genoemd kantoor werkzaam was. Hot berhalingsonderwtjs aan de openbare school in het dorp Woubrugge, zal by genoeg zame deelnoming, aanvangen op 2 November. Belanghebbenden kunnen zich vóór 31 Octo ber aanmelden by het hoofd dier school, den heer H. J. Drenthen. Aan de Cbr. school op Gereform. grond slag, hoofd de heer J. v. d. Laan, te Gouda, is benoemd tot onderwyzer de heer J. M. Nieuwenhuia te Rijnsburg. Dsze week hield de te Zoetermeer en Zegwaard bestaande vereeniging „Onderling Genoegen" weder hare eerste byeenkomst in dit seizoen. De opkomst der le jen was talrijk, zelfs waren ingezetonen uit naburige ge meenten tegenwoordig. De avond was weer als altyd recht gezellig. Zeer zeker was de voorzitter de tolk van alle aanwezigen, toen hy èn den lezer èn degenen, die voordrachten, waaronder muzikale, hadden gehouden, dankte voor het door hen geleverde. De vereeniging, die reeds haar zevende jaar ingaat, verheugt zich steeds in een groot ledental. Naar hare byeenkomsten, ééns in de maand, wordt steeds met verlangen uitgezien. By de Geref. gemeente te Amersfoort is beroepen ds. J. H. Donner Jr., te Nieuwdorp. Te Anna-Jacoba-polder en te Haanstede is beroepen ds. H. Buurman, te Meliskorke. De Raad der gemeente Benthuizen heeft benoemd tot onderwyzer aan de openbare lagere school, den beer P. A. Boeje, tydeiyk onderwyzer te 's-Gravenhage. De heer L. H. R. Yan Lennep, vice- consul der Nederlanden te Smyrna, is, op ztfn verzoek, eervol uit zyne betrekking als zoo danig ontslagen. De heer M Yan Hulsteyn, by koninklijk besluit van 22 Augustus jl. No. 63 benoemd tot consul te MaJrid, is in die hoedanigheid door de Spaansche regeering erkend. Voor de vervulling der betrekking van hoofdingenieur van den provincialen water staat, is door Gedep. Staten der provincie Groningen de volgende voordracht opgemaakt: J. H. W. Yan Elzelingen, ingenieur van den provincialen waterstaat in Zeeland; J. Nele mans, ingenieur van 's Ryks waterstaat te Ter-Neuzen, en A. C. Burgdorfer, lste-luit.- ingenieur te Beverwyk. Door de Staten dier provincie zal in hunne a. 8. wintervergadering een keuze worden gedaan, Men schryft ons uit LeiderdorpOp Dins dag 27 October a. s., des avonds te halfzeven, zal de Raad der gemeente Leiderdorp ver gaderen ter behandeling van de begrooting dienst' 1897. Met het oog op de nieuwe samenstelling van dien Raad, ten gevolge der plaats gehad hebbende grenswyziging, ziet men met belangstelling deze zitting te gemoet. De kerkelyke aanneming van Koningin Wilhelmina brengt een geschriftje over prins Willem V in herinnering, in 1866 door den heer Servaas van Rooyen uitgegeven, waarin men over de aaoneming van dien prins leest: Dominee Royer, predikant by de Waalsche gemeente, en „capellaan van z\jn Doorluchtige Hoogheid, die sedert langen tyd de gronden van onze heilige religie den jongen vorst had voorgehouden, en daarin by aanhouding met do allergewenschte vruchten was gevorderd", ondervroeg den prins „zeer nauwkeurig, klaar, in 'n gepaste aaneengeschakelde orde, teffens ook zeor omstandig, ruim twee uren lang over alle de voornaamste stukken van onzen waaren godsdienst", in de Fransche taal, „op alle welke stukken de prins met vlugge ver- digheit, oordeelkundige oplettendheid, gepaart met een bodaarde bedachtzaamheid, zoo deftig ondorscheidenlyk en alleszins beproefd had geantwoord, dat allo de bovengemelde predi kanten door dominee Royer gevraagd zynde, wegens de op- en aanneming van den vorst tot lidmaat der Herv. Kerk huB serieus ge noegen betoonden, te zamen verrukt en opge togen van blydsckap, dat dit zoo gewichtig werk door den vorst zoo voortreffelyk en voor beeldig verricht was." De „Java-Bode" van de jongste maal ontvangen, schrijft het volgende: Na de overplaatsing van den luitenant kolonel G. W. Beeger naar Atjeh is nog geen sous chef van den generalen staf benoemd. Men heeft daarvoor den overste J. B. Yan Houtsz genoemd, maar deze zal vooreerst wel in Atjeh gehandhaafd blyven als troepen- aanvoerder; het wachten schijnt te zyn op de eerstdaags te verwachten bevordering van majoor D. La Feber, thans gewestelyk com mandant van Borneo's Westerafdeeling. Naar wy vernemen, zal in November a. s. in Utrecht een congres van handelsbedienden gehouden worden, waarop de volgende punten zullen worden behandeld: Vorming Nationaal Pensioenfonds. Op richting van een algemeen Bureau tot plaat sing. Zitting van den Handels-, Kantoor- en Winkelbediende in de Kamers van Arbeid. Zondagsrust. Vervroegde winkelsluiting. Weduwen- en Weezenfonds. Staatstoezicht op den arbeidsduur en de lokaliteiten. Bespreking over de vrouweiyke Handels- en Kantoorbediende. Vorming Nationale Bond. Algemeene examens. Er is sprake van, dat de Tweede Kamer in do eerste week van November weder by- eenkomt om de regeling der gemeenteiyke financiën in de afdeelingen te onderzoeken. Naar het „H. Dagblad" vermeldt, zal majoor Huberts, ingedeeld by het 1ste regt. infanterie, voor 2 jaar gedetacheerd worden bij de landmacht in West-Indiê. Het stoomschip „Prins Willem III," van West-Indië via Havre naar Amsterdam, pas seerde gisternamiddag te 4 u. 45 m. Oue3sant 'en heeft ten gevolge van een hevigen wind stoot den schoorsteen verloren, terwyi een boot geheel verbryzeld werd. In de gistermiddag gehouden zitting van den gemeenteraad te Gouda, werd medege deeld dat de benoeming van den heer W. Ph. Lindner tot leeraar in de natuurkunde aan het gymnasium door den minister van bindenlandsche zaken was goedgekeurd. Door den heer Van Galen werd een voor- stol ingediend tot opheffing van de tweede burgerschool voor jongens. De markies d' Arcicollar, vroeger diplo matiek vertegenwoordiger van Spanje by ons Hof, heeft gisteren na een verbiyf te 's-Gra venhage de residentie verlaten, tot aan den trein vergezeld door den Spaanschen gezant by ons Hof, den heer De Baguer. Met 2 Nov. a. s. zullen het 2de escadron van het 3de reg. huzaren te Amsterdam en bet 4 de escadron van dat korps te's-Graven hage onderling van garnizoen verwisselen. Het 2de esc. Btaat onder commando van den ritm. R. H O. baron Yan der Caption; daarby zyn ingedeeld de lste luit. C. Sandt van Nooten, en de 2de luits. J. R. Do Joncheere, G. W. Vreede en J. C. A. Yan den Heuvel. By het 4de escadron zyn ingedeeld de ritm. T. E. Van Lilaar als commandant en verder de lste luits. E. W. bar. Yan der Capellen en C. J. J. Sixma bar. Van Heemstra en de 2de luits. G. J. Blokhuis en A. P. Wirix. Over het boekjaar 1895/96 bedraagt het voordeelig saldo der Billiton-maatschappy, biykens het nu verschenen jaarverslag, f 534,257.231/2, waarvan ter verdeeling over- biyft f 80,000 of f 16 per aandeel. De berichten, loopende over het oogstjaar, zyn bevredigend, maar op verbetering der tinpryzen bestaat luttel hoop, als afhankelyk van de oplossing der zilverquaestie, zoodat gevreesd wordt, dat de tinrykdom van Billiton voorgoed z\l verloren gaan en de Billiton- maatscbappy vroeger dan noodig zal liqui deeren. Do directie heoft aan de Regeering eene contractwyziging gevraagd, waarby den aan deelhouders voldoende kapitaalrente wordt gewaarborgd, alvorens tot een winstverdeeling met de Regeering wordt overgegaan, en zulks met het doel de levensvatbaarheid en den levensduur der Maatschappy te vermeerderen. Op de balans paraisseert nu een bedrag van f 1,137,468.61, hetwelk de aandeelhouders by liquidatie in elk geval mogen preleveeren boven en behalve de f 2,000,000 voor kapi taal en reservefonds. Met den wensch, dat er spoedig verbetering in den tinprys moge komen en vooral met een woord van dank aan het bestuur en de directie voor hun uitstekend beheer, sluit de commissie haar verslag. B. en Ws. van Rotterdam hebben een schry ven gericht tot den Gemeenteraad aldaar, waarin wordt voorgesteld de regeling van het toezicht op de veemarkt te wyzigen. Dit toezicht en de handhaving der orde aan de veemarkt zyn opgedragen aan de marktmeesters, wier krachten by de bemoei ingen voor de overige markten daartoe te kort schieten. Dat de gang van zaken niet onbevredigend is geweest tot nu toe, is, zeggen B. en Ws., dan ook alleen te danken aan don hoofdverificateur Hagens, die, hoewol door z\jn ambt slechts geroepen om op de perceptie van het marktgeld toe te zien, zich belangloos en met alleszins te waardeeren y ver de geheele regeling der markt had aan getrokken, en gesteund door de politie, de belangen van verkoopers en handelaars met die van deugdelyko contróle op de ontvangst had weten te vereenigen. Die toestand kan op den duur niet besten digd worden en B. en Ws. maken van de wyziging, die in de regeling der ontvangst van het marktgeld is gekomen, gebruik om ook in bovengenoemden toestand verandering te brengen, waardoor zy gebruik willen maken van de diensten van den directeur van het abattoir en zyn keurmeesters. Om daartoe te geraken, is een wyziging der verordening noodig, waartoe den Raad het voorstel wordt gedaan, terwyi tevens een krediet van f 700 'sjaars wordt aange vraagd om de extra-diensten van directeur en keurmeesters te beloonen. De heer P. W. Janssen, te Amsterdam, stelie verleden jaar eene som van f 45,000 beschikbaar voor aankoop en aanmaak van woeste gronden in de gemeenten Opsterland, Schoterland en Haskorland. Yoor Opsterland werd f 30,000 bestemd voor Schoterland en Haskerland ieder f 7500. De tusschenpersoon was en is nog de heer R. v. Zinderen Bakker, wethouder der gemeente Opsterland, die zich in contact stelde met bestaande commissies in die gemeenten of corporaties in het leven riep, welke zich met aankoop der gronden, leiding der werkzaamheden, enz. wilden be lasten. In de gemeente Haskerland was ds. Boersma, predikant by de Hervormde gemeento te Nye- haske, het hoofd der commissie. Ds. B. is echter vertrokken naar Hollandsche Yeld, en mede door dit vertrek zal van werkverschaf fing door grondontginning in die gemeente niet komen. De genoemde f 7500 is nu afge staan aan de commissie in de gemeente Schoterland, die nu haar plan op groot er schaal zal kunnen uitvoeren. De aankoop van meerdere perceelen woesten grond i3 hiervan reeds een gevolg. De Raad van Stad Doetinchem besloot niet in te gaan op het aanbod om de gas fabriek der gemeente en de exploitatie daar-, van te verkoopen aan de Ned. Gasgloeilicht- maatschappy te Amsterdam. Dit besluit werd genomen met algemeene stemmen, overeen komstig het rapport van B. en Ws. Met 6 tegen 5 stemmen word verworpen een voorstel van den heer Ankersmit o n den gasprys van 10 tot 7 ets. per stère te ver minderen. Het detachement der Koloniale Reserve, dat den 7den November a. 8. per „Soembing" uit Rotterdam naar Nederlandsch-Indiö zal vertrekken, is nader op eens sterkte gebracht van 3 officieren, 1 sergeant-majoor, 5 ser geanten, 6 korporaals on 146 soldaten. Als commandant van het detachement is aangewezen de lste luit. P. J. L. B. Bat'nburg en als medegeleiders de 2de luits. C. J. Grootboff en H. F. Spook. De beide eerstgenoemde officieren zyn van het Nederlandsche legei gedetacheerd by de Koloniale Reserve, on worden nu volgeDs kon. besluit voor den tyd van hoogstens 5 jaren gedetacheerd by het Nederlandsch Indische leger. De luitenant Spook is bestemd voor het Indische leger en den 17den October jl. te Harderwijk als zoodanig in functie gesteld. Uit dn „Staatscourant". Vergund liet aannemen der volgende eere- teekenon: aan H. F. Verbeggen, directeur van het marine etablissement to Soerabaia, het ordeteekeu yan commandeur der Koninklijke Militaire ordo van St. Bonto van Aviz, en aan H. Siebers, hoofd ingenieur voor het vak van scheepsbouw bij het marine etablissement te Soerabaia, het ordeteeken van off. der Kon. Militaire orde van St. Bento van Aviz; aan L. W. Veder, vico consul van Italië, te Rotterdam, de versierselen van ridder der ordt van de Kroon van Italië; aau mr, C. li. graaf Yan Bylandt, kamerheer in buitengewonen dienst van wijlen Z. M. den Koning, hofmaarschalk van Z. D. II den Vorst Von Wied, do versierselen van com man deur eerste klasse van do Poolster. Benoemd tot commissaris van politie te Rotter dam, J. J. Soer, thans procureur bij do arrond. rechtbank te Winschoten en kantonrochter-plaats- vervanger in het kanton Zuidbroek, wonende te Veendam. De officier van gezondheid 2de kl. bij de zeemacht F. W. Wüthrich op pensioou gestold voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Nov. a. s., en hem gedurende dat tijdvak toegekond een pensioen van ƒ450 'sjaars. Benoemd tot lid van het hoofdcomité der Vor- eeniging „Hot Nederlandsche Roodo Kruis", H. Van Lokhorst, gepens. kolonel, oud-chef van de" geneeskundigen dienst in Nederl.-Oost-lndië. De met verlof in Europa aaowezige lste luit. der inf. van het leger in Nederl.-Indië J. H. B. Lamberts, met ingang van 1 Nov. a. s., op zijn verzoek, eervol uit den militairen dioust ontslagen, mot vergunning om de aan zijn tegenwoordigen rang verbonden uniform te blijven dragen, zoo danig gewijzigd, als is of wordt voorgeschreven voor de gepens. officieren van het genoemde leger. De minister van marine heoft het volgende be paald: lo. de off. van gez. lste kl. J. R. Berghuis, dienende aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Kortenaer," wordt met 30 dezer overgcplantst in de rol van Ilr. Ms. wachtschip to Willemsoord en vervangon door den olf. van gez. lste kl. 11. C. Tamson; terwijl met dienzelfden datum de officier van gez. 2de kl. E. C. Loreutz wordt geplaatst aan boord van Hr. Ms. logement schip Buffel"; 2o. de adjunct-administrateur G. M. Klasing wordt met 30 dezer geplaatst in do rol van Hr. Ms. wachtschip te Amstordam. Een geschuwd huis. 2) De politie had het huis afgezet en wy werden tegengehouden. Toen myn moeder evenwel zeide, dat wy tot de intieme ken nissen van miss Abbot behoorden, liet men ons binnen. In de gang, die van het voorhuis naar de achterkamer voert gy zult haar wel kennen, zy is met zwart en wit marmer geplaveid „Jawel, ik herinner het my. Ga maar voort, freule." „In deze gang lag iets, dat wij niet konden zien, omdat een aantal ambtenaren er om heen stond, van wie een oen ander dicteerde, wat deze opschreef. Maar ik kon daarop niet letten, omdat ik met mama onmiddeliyk naar het salon geleid werd, waar wy ook eenige ambtenaren vonden, die ons aan een scherp verhoor onderwierpen. Mama moest zeggen hoe wy heetten en wie wy waren, hoe wy kennis gemaakt hadden met miss Abbot, enz., enz. Eiodeiyk werden wy weer Daar de gang geleid, en eensklaps, zonder dat wy het vermood hadden, stonden wy by het lyk der arme miss Abbot." „Yerscbrikkelyk! Yerschrikkeiyk I En hoe zag dat er uit?" riep de actrice. „Het was een ijseiyk schouwspel. In de gang is ergens een planken beschot van ongeveer een meter hoogte, dat wit geverfd is en waarachter misschien een trap of een bergplaats is ik weet het niet." „Het beschot moet den ingang van den kelder maskeeren of verhoeden, dat men er in het donker invalt," merkte de heer De Maupourg op. „Welnu, daar lag het lyk van onze arme vriendin. Zy was in haar nachtgewaad, de haren hingen los by het hoofd neer, het hoofd was met bloed bezoedeld zóó lag zy tegen het beschot, waarvan ik sprak, en waarop een groote bloedvlek ons aanstaarde. De ambtenaren waren juist bezig de byzonder- heden op te nemen. Waarschyniyk had zy willen vluchten en daarby van de achterdeur van het huis gebruik willen maken, maar op deze plaats had de moordenaar haar achter haald en gedood." „Ontzettend, ontzettend 1" jammerde juffrouw Yillmon en stopte de ooren dicht. „Hou op, freule, dat is om een flauwte te krygen." „Ge zyt een kind, Henriette. Eerst zyt ge zoo nieuwsgierig, een moordgeschiedenis te hooren, en dan kunt gy haar niet verdragen I" „Nu, en de moordenaar of moordenaars?" vroeg de heer De Maupourg. „Men heeft ze nooit ontdekt, zooals ik reeds zeide. De telegraaf werkte in alle richtingen, ook arresteerde men verdachte personen, doch men moest ze weer in vryheid stellen, deels, omdat zy hun onschuld konden aantoonen, ten deele, omdat mon geen bewyzen voor hun schuld had." „En heeft men niet naar een motief voor do misdaad gezocht?" vroeg de heer De Mau pourg weer. „Natuuriyk. In 't eerst onderstelde men algemeen, dat diefstal de dryfveer geweest was. Men vond opengebroken meubelen in de woning, waaruit biykbaar geld en voorwerpen van waarde gestolen waren. Toen echter dook eensklaps de onderstelling op, dat deze diefstal wel gefingeerd kon zyn, dat de dader of daders daardoor de verdenking op eon valsch spoor hadden getracht te leiden. Maar hoe het in werkelykheid geweest is, weet niemand." „En in dat huis wilt gy wonen, meneer De Maupourg?" riep nu juffrouw Yillmon uit. „Tusechen die muren wilt gy slapen? Dat gaat niet. Freule, gy moet uw Invloed aan wenden." „Waarom kan ik daar niet wonen?" vroeg de jonge man. „Ik ben daar stellig veiliger dan in elk ander huis. Want daar komt niemand weer." „Waarom niet?" „Uit bygeloof. Geen misdadiger zal zulk een operatieveld uitzoeken." „Dat is nog zeer de vraag." „Het mag zyn, zooals het wil, Gaston," meende nu de freule, „ik zou in zoo'n huis niet rustig kuDnen slapen, en ik zou liever zien, dat gy het roode buis in zyn eenzaam heid liet vergaan." „Neen, ik zal er wonen." „Nochtans?" „Nochtans alles of misschien juist daarom." „Hoe moet ik dat begrypen? Trekt u het geheim, waarin de misdaad gehuld is, aan? Wilt gy trachten den sluier weg te nemen?" „Eerlyk bekend, freule, ik weet het niet. Ik wil daar wonen, in de eerste plaats, omdat er niets tegen is; in de tweede plaats, omdat ik ten aanzien van de beteekenis van doode dingen in onze omgeving myn eigen ideeën heb. Heb ik u al eens verteld van de kast, die in den nacht, toen myn vader stierf, met luid gekraak barstte?" „Ik weet het, ik weet hetl" „Nu, goed. Ook deze geschiedenis is niet noodig, om te weten, dat de dingen om ons heen niet zoo dood zyn, als wy in den regel meenen. Wy vergeten altyd weer, dat er in onze wereld niets werkeiyk dood is. Alle dingen leven, elk evenwel op zyn wyze. Het komt er maar op aan, hun levensuitingen na te gaan. Als my dat nu met het roode huis gelukte?" „Om 'shemel8 wil, begin niet met zulke dingen, meneer De Maupourg I" riep de too- neelspeelster. Een man met zestig duizend franken rente, zooals gy, heoft toch by het carnaval te Nizza andere dingen te doen dan zulke dingen na te speuren." „Men doet dat tusschenbeide, mejuffrouw," antwoordde de heer De Maupourg kort. Ook freule Saint-Dié beproefde, den jongen man van zyn denkbeeld af te brengeD, maar tevergeefs. H. Een vochtige, warme zuidenwind streek over de zee en bedekte het straatplaveisel met een glibberige nattigheid, geiyk den in Zuid-Frankryk „mistral" genoemden wind eigen is. Iets vroeger dan by zich voorge nomen had, keerde Gaston naar hot roode huis terug. Een onrustige nieuwsgierigheid dreef hem er heen. Toen hy door den tuin ging, zag hy een ouden man, die reed3 des morgens, toen by met den eigenaar van bot roode huis onderhandeld had, zyn aandacht getrokken had. „Zyt gy de tuinman?" vroeg Gaston hem en bleef staan. De gevraagde groatte zeer hoffelyk, bijna onderdanig. „Ja, meneer do baron, om u to dienen. Ik verzorg den tuin van het roode huis al sedert meer dan tien jaar." „A, woont gy in het huis?" „Neen, meneer de baron." „Waarom niet?" „Vanwege myn familie. Ik ben getrouwd, meneer, en heb veel kinderen. Het gaat toch niet aan, met een troep kinderen in een zoo voornaam huis te wonen. Wy zouden storen." Wie? Naar ik hoor heeft in veel jaren hier niemand gewoond." De oude man haalde de schouders op en meende na een kleine pauze: „De eigenaar wil het zoo." De beer De Maupourg beschouwde dat ah een uitvlucht; hy onderstelde, dat de tuinm?Ji uit vrees, uit bygeloof niet in het roode huis ■woonde. „Hoe heet gy?" vroeg hy weer. „Andró, baron." „Goed. Het zou kunnen gebeuren, dat ik u noodig heb. Is myn bediende thuis?" „Moneieur Jean is voor nog geen kwartier uitgegaan. Hy heeft u stellig niet zoo gauw verwacht/' T (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1