N°. 11249.
Maandag 36 October.
A\i896
feze [Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DA&BLAD.
P~RT.TR DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlyko Nommers .v„ 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
OiMciëele Kennisgevingen.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter algemoene
kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen
is ter hand gesteld het kohier dor BelastiDg op
bodrrjfa- on andero inkomsten No. 6, van den dienst
1896/97, executoir verklaard den 22eten October Jl.,
en herinnert voorts don belanghebbenden aan hunne
verplichting, om den aanslag op den bjj de Wet be
paalden voet to voldoen.
Loiden, Do Burgemeester voornoemd,
23 Oot. 1898. F. WAS.
Inkomstenbelasting 1896.
Burgemeester on Wetbonders van Leiden brengen
in herinnering, dat met 81 Oot. a. s. de vierde termijn
vervalt van de Inkomstenbelasting en dat
alzoo op den lston Nov. e. minstens vier zesde
gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan.
Zy noodigea mitsdien bolanghebbenden uit, om,
tor voorkoming van vervolgingskosten,
tot de betaliog van het vorschaldigde ten kantore
van don Gemeente Ontvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
24 Oot. 1896. M. C. DEKHUYZEN, Weth., L-Becr
Leiden, 24 October.
Donderdag 22 Oct. jl. herdacht de heer
A. Kolling, telegraphist 1ste klasse aan het
Ryks telegraafkantoor alhier, den dag, waarop
hy 25 jaar aan genoemd kantoor werkzaam was.
Hot berhalingsonderwtjs aan de openbare
school in het dorp Woubrugge, zal by genoeg
zame deelnoming, aanvangen op 2 November.
Belanghebbenden kunnen zich vóór 31 Octo
ber aanmelden by het hoofd dier school, den
heer H. J. Drenthen.
Aan de Cbr. school op Gereform. grond
slag, hoofd de heer J. v. d. Laan, te Gouda,
is benoemd tot onderwyzer de heer J. M.
Nieuwenhuia te Rijnsburg.
Dsze week hield de te Zoetermeer en
Zegwaard bestaande vereeniging „Onderling
Genoegen" weder hare eerste byeenkomst in
dit seizoen. De opkomst der le jen was talrijk,
zelfs waren ingezetonen uit naburige ge
meenten tegenwoordig. De avond was weer
als altyd recht gezellig. Zeer zeker was de
voorzitter de tolk van alle aanwezigen, toen
hy èn den lezer èn degenen, die voordrachten,
waaronder muzikale, hadden gehouden, dankte
voor het door hen geleverde. De vereeniging,
die reeds haar zevende jaar ingaat, verheugt
zich steeds in een groot ledental. Naar hare
byeenkomsten, ééns in de maand, wordt steeds
met verlangen uitgezien.
By de Geref. gemeente te Amersfoort
is beroepen ds. J. H. Donner Jr., te Nieuwdorp.
Te Anna-Jacoba-polder en te Haanstede is
beroepen ds. H. Buurman, te Meliskorke.
De Raad der gemeente Benthuizen heeft
benoemd tot onderwyzer aan de openbare
lagere school, den beer P. A. Boeje, tydeiyk
onderwyzer te 's-Gravenhage.
De heer L. H. R. Yan Lennep, vice-
consul der Nederlanden te Smyrna, is, op ztfn
verzoek, eervol uit zyne betrekking als zoo
danig ontslagen.
De heer M Yan Hulsteyn, by koninklijk
besluit van 22 Augustus jl. No. 63 benoemd
tot consul te MaJrid, is in die hoedanigheid
door de Spaansche regeering erkend.
Voor de vervulling der betrekking van
hoofdingenieur van den provincialen water
staat, is door Gedep. Staten der provincie
Groningen de volgende voordracht opgemaakt:
J. H. W. Yan Elzelingen, ingenieur van den
provincialen waterstaat in Zeeland; J. Nele
mans, ingenieur van 's Ryks waterstaat te
Ter-Neuzen, en A. C. Burgdorfer, lste-luit.-
ingenieur te Beverwyk. Door de Staten dier
provincie zal in hunne a. 8. wintervergadering
een keuze worden gedaan,
Men schryft ons uit LeiderdorpOp Dins
dag 27 October a. s., des avonds te halfzeven,
zal de Raad der gemeente Leiderdorp ver
gaderen ter behandeling van de begrooting
dienst' 1897. Met het oog op de nieuwe
samenstelling van dien Raad, ten gevolge
der plaats gehad hebbende grenswyziging,
ziet men met belangstelling deze zitting te
gemoet.
De kerkelyke aanneming van Koningin
Wilhelmina brengt een geschriftje over prins
Willem V in herinnering, in 1866 door den
heer Servaas van Rooyen uitgegeven, waarin
men over de aaoneming van dien prins leest:
Dominee Royer, predikant by de Waalsche
gemeente, en „capellaan van z\jn Doorluchtige
Hoogheid, die sedert langen tyd de gronden
van onze heilige religie den jongen vorst had
voorgehouden, en daarin by aanhouding met
do allergewenschte vruchten was gevorderd",
ondervroeg den prins „zeer nauwkeurig, klaar,
in 'n gepaste aaneengeschakelde orde, teffens
ook zeor omstandig, ruim twee uren lang
over alle de voornaamste stukken van onzen
waaren godsdienst", in de Fransche taal, „op
alle welke stukken de prins met vlugge ver-
digheit, oordeelkundige oplettendheid, gepaart
met een bodaarde bedachtzaamheid, zoo deftig
ondorscheidenlyk en alleszins beproefd had
geantwoord, dat allo de bovengemelde predi
kanten door dominee Royer gevraagd zynde,
wegens de op- en aanneming van den vorst
tot lidmaat der Herv. Kerk huB serieus ge
noegen betoonden, te zamen verrukt en opge
togen van blydsckap, dat dit zoo gewichtig
werk door den vorst zoo voortreffelyk en voor
beeldig verricht was."
De „Java-Bode" van de jongste maal
ontvangen, schrijft het volgende:
Na de overplaatsing van den luitenant
kolonel G. W. Beeger naar Atjeh is nog geen
sous chef van den generalen staf benoemd.
Men heeft daarvoor den overste J. B. Yan
Houtsz genoemd, maar deze zal vooreerst wel
in Atjeh gehandhaafd blyven als troepen-
aanvoerder; het wachten schijnt te zyn op
de eerstdaags te verwachten bevordering van
majoor D. La Feber, thans gewestelyk com
mandant van Borneo's Westerafdeeling.
Naar wy vernemen, zal in November a. s.
in Utrecht een congres van handelsbedienden
gehouden worden, waarop de volgende punten
zullen worden behandeld:
Vorming Nationaal Pensioenfonds. Op
richting van een algemeen Bureau tot plaat
sing. Zitting van den Handels-, Kantoor-
en Winkelbediende in de Kamers van Arbeid.
Zondagsrust. Vervroegde winkelsluiting.
Weduwen- en Weezenfonds. Staatstoezicht
op den arbeidsduur en de lokaliteiten.
Bespreking over de vrouweiyke Handels-
en Kantoorbediende. Vorming Nationale
Bond. Algemeene examens.
Er is sprake van, dat de Tweede Kamer
in do eerste week van November weder by-
eenkomt om de regeling der gemeenteiyke
financiën in de afdeelingen te onderzoeken.
Naar het „H. Dagblad" vermeldt, zal
majoor Huberts, ingedeeld by het 1ste regt.
infanterie, voor 2 jaar gedetacheerd worden
bij de landmacht in West-Indiê.
Het stoomschip „Prins Willem III," van
West-Indië via Havre naar Amsterdam, pas
seerde gisternamiddag te 4 u. 45 m. Oue3sant
'en heeft ten gevolge van een hevigen wind
stoot den schoorsteen verloren, terwyi een
boot geheel verbryzeld werd.
In de gistermiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad te Gouda, werd medege
deeld dat de benoeming van den heer W.
Ph. Lindner tot leeraar in de natuurkunde
aan het gymnasium door den minister van
bindenlandsche zaken was goedgekeurd.
Door den heer Van Galen werd een voor-
stol ingediend tot opheffing van de tweede
burgerschool voor jongens.
De markies d' Arcicollar, vroeger diplo
matiek vertegenwoordiger van Spanje by ons
Hof, heeft gisteren na een verbiyf te 's-Gra
venhage de residentie verlaten, tot aan den
trein vergezeld door den Spaanschen gezant
by ons Hof, den heer De Baguer.
Met 2 Nov. a. s. zullen het 2de escadron
van het 3de reg. huzaren te Amsterdam en
bet 4 de escadron van dat korps te's-Graven
hage onderling van garnizoen verwisselen.
Het 2de esc. Btaat onder commando van
den ritm. R. H O. baron Yan der Caption;
daarby zyn ingedeeld de lste luit. C. Sandt
van Nooten, en de 2de luits. J. R. Do Joncheere,
G. W. Vreede en J. C. A. Yan den Heuvel.
By het 4de escadron zyn ingedeeld de ritm.
T. E. Van Lilaar als commandant en verder
de lste luits. E. W. bar. Yan der Capellen
en C. J. J. Sixma bar. Van Heemstra en de
2de luits. G. J. Blokhuis en A. P. Wirix.
Over het boekjaar 1895/96 bedraagt het
voordeelig saldo der Billiton-maatschappy,
biykens het nu verschenen jaarverslag,
f 534,257.231/2, waarvan ter verdeeling over-
biyft f 80,000 of f 16 per aandeel.
De berichten, loopende over het oogstjaar,
zyn bevredigend, maar op verbetering der
tinpryzen bestaat luttel hoop, als afhankelyk
van de oplossing der zilverquaestie, zoodat
gevreesd wordt, dat de tinrykdom van Billiton
voorgoed z\l verloren gaan en de Billiton-
maatscbappy vroeger dan noodig zal liqui
deeren.
Do directie heoft aan de Regeering eene
contractwyziging gevraagd, waarby den aan
deelhouders voldoende kapitaalrente wordt
gewaarborgd, alvorens tot een winstverdeeling
met de Regeering wordt overgegaan, en zulks
met het doel de levensvatbaarheid en den
levensduur der Maatschappy te vermeerderen.
Op de balans paraisseert nu een bedrag
van f 1,137,468.61, hetwelk de aandeelhouders
by liquidatie in elk geval mogen preleveeren
boven en behalve de f 2,000,000 voor kapi
taal en reservefonds.
Met den wensch, dat er spoedig verbetering
in den tinprys moge komen en vooral met
een woord van dank aan het bestuur en de
directie voor hun uitstekend beheer, sluit de
commissie haar verslag.
B. en Ws. van Rotterdam hebben een
schry ven gericht tot den Gemeenteraad aldaar,
waarin wordt voorgesteld de regeling van
het toezicht op de veemarkt te wyzigen.
Dit toezicht en de handhaving der orde
aan de veemarkt zyn opgedragen aan de
marktmeesters, wier krachten by de bemoei
ingen voor de overige markten daartoe te
kort schieten. Dat de gang van zaken niet
onbevredigend is geweest tot nu toe, is,
zeggen B. en Ws., dan ook alleen te danken
aan don hoofdverificateur Hagens, die, hoewol
door z\jn ambt slechts geroepen om op de
perceptie van het marktgeld toe te zien, zich
belangloos en met alleszins te waardeeren
y ver de geheele regeling der markt had aan
getrokken, en gesteund door de politie, de
belangen van verkoopers en handelaars met
die van deugdelyko contróle op de ontvangst
had weten te vereenigen.
Die toestand kan op den duur niet besten
digd worden en B. en Ws. maken van de
wyziging, die in de regeling der ontvangst
van het marktgeld is gekomen, gebruik om
ook in bovengenoemden toestand verandering
te brengen, waardoor zy gebruik willen maken
van de diensten van den directeur van het
abattoir en zyn keurmeesters.
Om daartoe te geraken, is een wyziging
der verordening noodig, waartoe den Raad
het voorstel wordt gedaan, terwyi tevens
een krediet van f 700 'sjaars wordt aange
vraagd om de extra-diensten van directeur
en keurmeesters te beloonen.
De heer P. W. Janssen, te Amsterdam,
stelie verleden jaar eene som van f 45,000
beschikbaar voor aankoop en aanmaak van
woeste gronden in de gemeenten Opsterland,
Schoterland en Haskorland. Yoor Opsterland
werd f 30,000 bestemd voor Schoterland en
Haskerland ieder f 7500. De tusschenpersoon
was en is nog de heer R. v. Zinderen Bakker,
wethouder der gemeente Opsterland, die zich
in contact stelde met bestaande commissies
in die gemeenten of corporaties in het leven
riep, welke zich met aankoop der gronden,
leiding der werkzaamheden, enz. wilden be
lasten.
In de gemeente Haskerland was ds. Boersma,
predikant by de Hervormde gemeento te Nye-
haske, het hoofd der commissie. Ds. B. is
echter vertrokken naar Hollandsche Yeld, en
mede door dit vertrek zal van werkverschaf
fing door grondontginning in die gemeente
niet komen. De genoemde f 7500 is nu afge
staan aan de commissie in de gemeente
Schoterland, die nu haar plan op groot er
schaal zal kunnen uitvoeren. De aankoop
van meerdere perceelen woesten grond i3
hiervan reeds een gevolg.
De Raad van Stad Doetinchem besloot
niet in te gaan op het aanbod om de gas
fabriek der gemeente en de exploitatie daar-,
van te verkoopen aan de Ned. Gasgloeilicht-
maatschappy te Amsterdam. Dit besluit werd
genomen met algemeene stemmen, overeen
komstig het rapport van B. en Ws.
Met 6 tegen 5 stemmen word verworpen
een voorstel van den heer Ankersmit o n den
gasprys van 10 tot 7 ets. per stère te ver
minderen.
Het detachement der Koloniale Reserve,
dat den 7den November a. 8. per „Soembing"
uit Rotterdam naar Nederlandsch-Indiö zal
vertrekken, is nader op eens sterkte gebracht
van 3 officieren, 1 sergeant-majoor, 5 ser
geanten, 6 korporaals on 146 soldaten.
Als commandant van het detachement is
aangewezen de lste luit. P. J. L. B. Bat'nburg
en als medegeleiders de 2de luits. C. J. Grootboff
en H. F. Spook. De beide eerstgenoemde
officieren zyn van het Nederlandsche legei
gedetacheerd by de Koloniale Reserve, on
worden nu volgeDs kon. besluit voor den tyd
van hoogstens 5 jaren gedetacheerd by het
Nederlandsch Indische leger. De luitenant
Spook is bestemd voor het Indische leger
en den 17den October jl. te Harderwijk als
zoodanig in functie gesteld.
Uit dn „Staatscourant".
Vergund liet aannemen der volgende eere-
teekenon: aan H. F. Verbeggen, directeur van het
marine etablissement to Soerabaia, het ordeteekeu
yan commandeur der Koninklijke Militaire ordo
van St. Bonto van Aviz, en aan H. Siebers, hoofd
ingenieur voor het vak van scheepsbouw bij het
marine etablissement te Soerabaia, het ordeteeken
van off. der Kon. Militaire orde van St. Bento
van Aviz; aan L. W. Veder, vico consul van Italië,
te Rotterdam, de versierselen van ridder der ordt
van de Kroon van Italië; aau mr, C. li. graaf Yan
Bylandt, kamerheer in buitengewonen dienst van
wijlen Z. M. den Koning, hofmaarschalk van Z. D. II
den Vorst Von Wied, do versierselen van com man
deur eerste klasse van do Poolster.
Benoemd tot commissaris van politie te Rotter
dam, J. J. Soer, thans procureur bij do arrond.
rechtbank te Winschoten en kantonrochter-plaats-
vervanger in het kanton Zuidbroek, wonende te
Veendam.
De officier van gezondheid 2de kl. bij de zeemacht
F. W. Wüthrich op pensioou gestold voor den
tijd van één jaar, ingaande 1 Nov. a. s., en hem
gedurende dat tijdvak toegekond een pensioen van
ƒ450 'sjaars.
Benoemd tot lid van het hoofdcomité der Vor-
eeniging „Hot Nederlandsche Roodo Kruis", H.
Van Lokhorst, gepens. kolonel, oud-chef van de"
geneeskundigen dienst in Nederl.-Oost-lndië.
De met verlof in Europa aaowezige lste luit.
der inf. van het leger in Nederl.-Indië J. H. B.
Lamberts, met ingang van 1 Nov. a. s., op zijn
verzoek, eervol uit den militairen dioust ontslagen,
mot vergunning om de aan zijn tegenwoordigen
rang verbonden uniform te blijven dragen, zoo
danig gewijzigd, als is of wordt voorgeschreven
voor de gepens. officieren van het genoemde leger.
De minister van marine heoft het volgende be
paald: lo. de off. van gez. lste kl. J. R. Berghuis,
dienende aan boord van Hr. Ms. pantserschip
„Kortenaer," wordt met 30 dezer overgcplantst
in de rol van Ilr. Ms. wachtschip to Willemsoord
en vervangon door den olf. van gez. lste kl. 11. C.
Tamson; terwijl met dienzelfden datum de officier
van gez. 2de kl. E. C. Loreutz wordt geplaatst
aan boord van Hr. Ms. logement schip Buffel";
2o. de adjunct-administrateur G. M. Klasing wordt
met 30 dezer geplaatst in do rol van Hr. Ms.
wachtschip te Amstordam.
Een geschuwd huis.
2)
De politie had het huis afgezet en wy
werden tegengehouden. Toen myn moeder
evenwel zeide, dat wy tot de intieme ken
nissen van miss Abbot behoorden, liet men
ons binnen. In de gang, die van het voorhuis
naar de achterkamer voert gy zult haar
wel kennen, zy is met zwart en wit marmer
geplaveid
„Jawel, ik herinner het my. Ga maar voort,
freule."
„In deze gang lag iets, dat wij niet konden
zien, omdat een aantal ambtenaren er om
heen stond, van wie een oen ander dicteerde,
wat deze opschreef. Maar ik kon daarop niet
letten, omdat ik met mama onmiddeliyk naar
het salon geleid werd, waar wy ook eenige
ambtenaren vonden, die ons aan een scherp
verhoor onderwierpen. Mama moest zeggen
hoe wy heetten en wie wy waren, hoe wy
kennis gemaakt hadden met miss Abbot,
enz., enz. Eiodeiyk werden wy weer Daar
de gang geleid, en eensklaps, zonder dat wy
het vermood hadden, stonden wy by het lyk
der arme miss Abbot."
„Yerscbrikkelyk! Yerschrikkeiyk I En hoe
zag dat er uit?" riep de actrice.
„Het was een ijseiyk schouwspel. In de
gang is ergens een planken beschot van
ongeveer een meter hoogte, dat wit geverfd
is en waarachter misschien een trap of een
bergplaats is ik weet het niet."
„Het beschot moet den ingang van den
kelder maskeeren of verhoeden, dat men er
in het donker invalt," merkte de heer De
Maupourg op.
„Welnu, daar lag het lyk van onze arme
vriendin. Zy was in haar nachtgewaad, de
haren hingen los by het hoofd neer, het hoofd
was met bloed bezoedeld zóó lag zy tegen
het beschot, waarvan ik sprak, en waarop
een groote bloedvlek ons aanstaarde. De
ambtenaren waren juist bezig de byzonder-
heden op te nemen. Waarschyniyk had zy
willen vluchten en daarby van de achterdeur
van het huis gebruik willen maken, maar
op deze plaats had de moordenaar haar achter
haald en gedood."
„Ontzettend, ontzettend 1" jammerde juffrouw
Yillmon en stopte de ooren dicht. „Hou op,
freule, dat is om een flauwte te krygen."
„Ge zyt een kind, Henriette. Eerst zyt ge
zoo nieuwsgierig, een moordgeschiedenis te
hooren, en dan kunt gy haar niet verdragen I"
„Nu, en de moordenaar of moordenaars?"
vroeg de heer De Maupourg.
„Men heeft ze nooit ontdekt, zooals ik reeds
zeide. De telegraaf werkte in alle richtingen,
ook arresteerde men verdachte personen, doch
men moest ze weer in vryheid stellen, deels,
omdat zy hun onschuld konden aantoonen,
ten deele, omdat mon geen bewyzen voor hun
schuld had."
„En heeft men niet naar een motief voor
do misdaad gezocht?" vroeg de heer De Mau
pourg weer.
„Natuuriyk. In 't eerst onderstelde men
algemeen, dat diefstal de dryfveer geweest
was. Men vond opengebroken meubelen in de
woning, waaruit biykbaar geld en voorwerpen
van waarde gestolen waren. Toen echter
dook eensklaps de onderstelling op, dat deze
diefstal wel gefingeerd kon zyn, dat de dader
of daders daardoor de verdenking op eon
valsch spoor hadden getracht te leiden. Maar
hoe het in werkelykheid geweest is, weet
niemand."
„En in dat huis wilt gy wonen, meneer
De Maupourg?" riep nu juffrouw Yillmon uit.
„Tusechen die muren wilt gy slapen? Dat
gaat niet. Freule, gy moet uw Invloed aan
wenden."
„Waarom kan ik daar niet wonen?" vroeg
de jonge man. „Ik ben daar stellig veiliger
dan in elk ander huis. Want daar komt
niemand weer."
„Waarom niet?"
„Uit bygeloof. Geen misdadiger zal zulk een
operatieveld uitzoeken."
„Dat is nog zeer de vraag."
„Het mag zyn, zooals het wil, Gaston,"
meende nu de freule, „ik zou in zoo'n huis
niet rustig kuDnen slapen, en ik zou liever
zien, dat gy het roode buis in zyn eenzaam
heid liet vergaan."
„Neen, ik zal er wonen."
„Nochtans?"
„Nochtans alles of misschien juist daarom."
„Hoe moet ik dat begrypen? Trekt u het
geheim, waarin de misdaad gehuld is, aan?
Wilt gy trachten den sluier weg te nemen?"
„Eerlyk bekend, freule, ik weet het niet.
Ik wil daar wonen, in de eerste plaats, omdat
er niets tegen is; in de tweede plaats, omdat
ik ten aanzien van de beteekenis van doode
dingen in onze omgeving myn eigen ideeën
heb. Heb ik u al eens verteld van de kast,
die in den nacht, toen myn vader stierf, met
luid gekraak barstte?"
„Ik weet het, ik weet hetl"
„Nu, goed. Ook deze geschiedenis is niet
noodig, om te weten, dat de dingen om ons
heen niet zoo dood zyn, als wy in den regel
meenen. Wy vergeten altyd weer, dat er in
onze wereld niets werkeiyk dood is. Alle
dingen leven, elk evenwel op zyn wyze. Het
komt er maar op aan, hun levensuitingen
na te gaan. Als my dat nu met het roode
huis gelukte?"
„Om 'shemel8 wil, begin niet met zulke
dingen, meneer De Maupourg I" riep de too-
neelspeelster. Een man met zestig duizend
franken rente, zooals gy, heoft toch by het
carnaval te Nizza andere dingen te doen dan
zulke dingen na te speuren."
„Men doet dat tusschenbeide, mejuffrouw,"
antwoordde de heer De Maupourg kort.
Ook freule Saint-Dié beproefde, den jongen
man van zyn denkbeeld af te brengeD, maar
tevergeefs.
H.
Een vochtige, warme zuidenwind streek
over de zee en bedekte het straatplaveisel
met een glibberige nattigheid, geiyk den in
Zuid-Frankryk „mistral" genoemden wind
eigen is. Iets vroeger dan by zich voorge
nomen had, keerde Gaston naar hot roode
huis terug. Een onrustige nieuwsgierigheid
dreef hem er heen. Toen hy door den tuin
ging, zag hy een ouden man, die reed3 des
morgens, toen by met den eigenaar van bot
roode huis onderhandeld had, zyn aandacht
getrokken had.
„Zyt gy de tuinman?" vroeg Gaston hem
en bleef staan.
De gevraagde groatte zeer hoffelyk, bijna
onderdanig.
„Ja, meneer do baron, om u to dienen. Ik
verzorg den tuin van het roode huis al sedert
meer dan tien jaar."
„A, woont gy in het huis?"
„Neen, meneer de baron."
„Waarom niet?"
„Vanwege myn familie. Ik ben getrouwd,
meneer, en heb veel kinderen. Het gaat toch
niet aan, met een troep kinderen in een zoo
voornaam huis te wonen. Wy zouden storen."
Wie? Naar ik hoor heeft in veel jaren hier
niemand gewoond."
De oude man haalde de schouders op en
meende na een kleine pauze: „De eigenaar
wil het zoo."
De beer De Maupourg beschouwde dat ah
een uitvlucht; hy onderstelde, dat de tuinm?Ji
uit vrees, uit bygeloof niet in het roode huis
■woonde.
„Hoe heet gy?" vroeg hy weer.
„Andró, baron."
„Goed. Het zou kunnen gebeuren, dat ik u
noodig heb. Is myn bediende thuis?"
„Moneieur Jean is voor nog geen kwartier
uitgegaan. Hy heeft u stellig niet zoo gauw
verwacht/' T
(Wordt vervolgd.)