toestand geheel anders maken dan tydens de
behandeling van het personeel.
Een tweede bezwaar tegen de invoering
was dit: dat dan de herziene belasting verre
weg de voornaamste grondslag van kiesbe
voegdheid zal zyn en aldus in 1898 weder
verandering zal komen in het kiezerskorps
van 1897. Volgens het nieuwe Personeel
hangt toch de aanwijzing van belastbare per
ceelen grootendeels af van jaarlyksche schat
ting der huurwaarde en de aministratie zal
belangrijken invloed kunnen uitoefenen op
de aanwijzing der personen die tot de laagste
klassen van belastingplichtigen zullen behoo-
ren. Hiertegenover beweerde men dat die
bezwaren reeds bij de kieswet waren weer
legd en er geen vrees kon bestaan dat de
administratie der belastingen invloed zou
willen oefenen op de samenstelling van het
kiezerskorps.
Een lid betoogde de wenscbelijkheid van
invoering der wet niet met 1 Januari, maar
met 1 Mei 1897.
Vergoeding aan de gemeenten wegens mindere
opbrengst oan gemeente-opcenten op het Personeel.
By het afdeelingsonderzoek van dit ontwerp
vroegen sommigen of ook niet voorzien moest
worden in het verlies, dat de provinciën ten
gevolge van de invoeriDg zouden kunnen lijden.
Enkele leden waren tegen de voorgestelde
regeliDg als onbillijk. Gemeenten met weinig
opcenten op het Personeel en boogere inkom
sten-belasting zullen veel minder ontvangen
als zij die hooge opcenten op het Personeel
heffen; zij achtten den maatregel een onrecht
matige bevoorrechting van de groote steden.
Wat den duur betreft van den maatregel, nl.
voor één jaar, vreesdon velen, dat die onvol
doende zou blijken, zoodat verlenging telken
jare noodig zou worden. Anderen hadden
tegen bestendiging van den tijdelijken maat
regel gedurende meer dan één jaar overwegend
bezwaar, omdat dit zou leiden tot een fixeering
van tijdelijke vergoedingen.
Polytechnische School.
Blijkens het voorloopig vorslag der Tweede
Kamer op het wetsontwerp tot wijziging van
het bestuur der Polytechnische School, meende
men met ingenomenheid te mogen consta-
teeren, dat ook de Regeering belangrijke her
vormingen van de Polytechnische School nood
zakelijk acht.
In vorband met de voorgenomen reorgani
satie werden enkele wenschen kenbaar ge
maakt. Zoo werd er in eene afdeeling op ge
wezen dat het aanbeveling verdient, art. 59
der wet op het middelbaar onderwijs te wy-
c'gen, opdat niet het voldoend afgelegd eind-
jramon der hoogere bnrgerschool met 5-jari-
gen cursus uitsluitend behouden worde
als eerste voorwaarde tot het verkrijgen van
een diploma aan de Polytechnische School,
In eene andere afdeeling spraken sommige
leden als hun gevoelen uit, dat ten onrechte
het hooger technisch onderwijs nog steeds
is ingedeeld bij het middelbaar onderwijs.
Andere leden deden als hun gevoelen ken
nen, dat z\j er bezwaar in zouden zien, het
hooger technisch onderwijs gelyk te stellen
met het universitair onderwijs. Zy vreesden
daarenboven, dat men er dan toe zoude komen
een viorde, ditmaal technische Ryks-Univer-
siteit in het leven te roepen en dat dan de
eischen voor die inrichting steeds meer zouden
worden opgevoerd.
Naar aanleiding van deze bespreking werd
de opmerking vernomen, dat mede het onder
wijs in de landbouwkunde aanspraak heeft
om onder het hooger onderwijs te worden
opgenomen.
Do ingenomenheid met het voornemen der
regeering, de Polytechnische School te her
vormen, strekte zich bij de meerderheid der
leden niet uit tot het by dit wetsontwerp
voorgestelde. Daartegen werden ernstige be
zwaren geopperd.
In de eerste plaats kwam het sommigen
voor, dat het wetsontwerp niet de sporen
draagt eener zorgvuldige voorbereiding. Verder
waren er leden die het noch wenschelijk noch
noodzakelijk achtten de vraag, welke de
beste bestuursregeling is, vast te koppelen
aan die, op welke wijze de regeering voor
lichting zal vinden bij de voorgenomen her
vorming.
In de tweede plaats was er een talryke
groep leien, die den voorgestelden weg om
tot hervorming van het onderwijs te komen
veel to lang achtten. Betreffende de vraag,
welke bestuursregeling voor de Polytechnische
School de meest wenschelyke is te achten,
trad men in uitvoerige beschouwingen.
Tegenover de bestrijding van het voorge
dragen wetsontwerp vond dit in sommige
afdeelingen ook verdedigers en er werd van
die zyde aan herinnerd, dat de bestuurs
regeling der Polytechnische School op dit
oogenblik eene oplossing eischt, omdat in
de vacature van den directeur moet worden
voorzi?n.
Zy ontkendon niet het gewicht van sommige
bedenkingen der tegenstanders, maar waren
van oordeel, dat deze te licht oordeelden over
de vele en tydroovende werkzaamheden, voort
vloeiende uit het beheer eener zoo uitgebreide
inrichting, die wat haar omvang betreft, niet
is te vergelijken met de Rjjks Landbouwschool
of met de Hoogere Burgerscholen.
Reserve-officieren.
De „Staatscourant" van 14 dezer bevat een
koninklijk besluit van 12 dezer, waarbij op
de voordracht van don minister van oorlog
bepalingen worden vastgesteld, waarvan de
strekking is om de instelling van bet Reserve-
kader ook dienstbaar te maken aan het ver
krijgen van reserve officieren, en regelen vast
te stellen omtrent de benoeming enz. van
reserve-officieren by de landmacht, niet be-
hoorende tot het personeel van den militairen
geneeskundigen dienst. De voornaamste arti
kelen luiden als volgt:
Buiten en behalve de reserve-officieren van
gezondheid en reserve-militaire apothekers,
bedoeld in de wet van 2 Augustus 1880
(Stsbl. 145), kunnen er bij de landmacht zijn:
reserve-kapiteins; reserve-eerste luitenants en
reserve tweede luitenants. Deze reserve officie
ren worden in hun rang a la suite gevoerd
van het corp3, wapen of dienstvak, waarbij
zy worden benoemd. Zij worden bevorderd,
ontslagen en op pensioen gesteld naar regelen,
nader by de wet vast te stellen. Zy dragen
dezelfde uniform en zijn op dezelfde wijze
gewapend en uitgerust als de overige officieren
van het corps, wapen of dienstvak, waartoe
zy behooren, met deze uitzondering, dat zij
op de korte jas (ittila) en op de overjas (den
mantel) een distinctief" hebben volgens een
nader door Ons vast te stellen model.
De reserve officieren genieten by verblijf
onder de wapenen en op de dagen waarop
door hen wordt deelgenomen aan militaire
oefeningen dezelfde inkomsten als de officieren
van bun rang by het corps, wapen of dienst
vak waartoe zij behooren.
De vaandrigs kunnen worden benoemd tot
reserve tweeden-luitenant. Om voor die be
noeming in aanmerking te kunnen komen,
moet de vaandrig: lo. zich gunstig onder
scheiden door beschaving, practiscbe geschikt
heid, gedrag, ijver en andere hoedanigheden
voor den officiersrang gewenscht; 2o. het
20ste levensjaar hebben volbracht; 3o. langer
dan een jaar vaandrig zyn geweest en als
zoodanig minstens twee maanden werkelyken
dienst hebben verricht.
D? tot reserve-tweeden luitenant benoemde
vaandrig is verplicht in het jaar der benoeming,
of uiterlijk in het daarop volgende jaar, tus-
schen 1 Mei en 1 October daartoe opgeroepen
voor ten hoogste zes weken onder de wape
nen te komen. Hy is verplicht om, in geval
van oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten
gewone omstandigheden, in artikel 185 der
Grondwet bedoeld, onder de wapenen te komen
te gelijk met de buitengewoon onder de wape
nen geroepen milicien-verlofgangers van het
corps en zoolang als deze in werkelyken dienst
te bleven.
De reserve-officieren genieten eene toelage,
berekend per jaar: voor den reserve-tweeden
luitenant cp f 250; voor den reserve-eersten
luitenant op f 300; voor den reserve-kapitein
op f 400, met dien verstande, dat deze toe
lage voor eiken dag verblyf onder de wapenen
met Vjw ^eel wordt verminderd.
Do tot reserve-tweeden-luitenant benoemde
vaandrig ontvangt voor eerste aanschaffing
van uniform eone geldelijke tegemoetkoming
in eens van f 120.
Uit de „Staatscourant".
Bij koninklijk besluit is, met ingang van 1
November a. s.
lo. bet lid van den Raad van State, mr. P. F.
Hnbrecht, op zijn verzoek, eervol ontheven van
bet lidmaatschap van de afdeeling van den Raad
voor de geschillen van bestuur
2o. benoemd tot lid der afdeeling van den Raad
van State voor de geschillen van bestuur mr. J. P.
Moltzer, lid van dien Raad.
Benoemd tot lid van het college van regenten
over de gevangenissen te Amsterdam, jhr. mr. W.
F. Van der Wijck, chef der afdeeling Secretarie
bij de Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij.
Pensioen verleend aan: G- Van Eekeren, weduwe
van den brievengaarder J. Herckenrath, 75P.
Van Zijl, laatstelijk kommies 1ste klasse bij
'sRijks belastingen, fb34 's jaars.
Goedgekeurd dat W. D. Haitsma Muiier, burge
meester van de gemeente Schoten, is benoemd
tot secretaris dier gomeonte.
Aan dr. U. F. Jonkman, directeur der Rijks-
hoogere burgerschool te Utrecht, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als lid der commissie,
die, mot ingang van 1 Aug. 1896, gedurende één
jaar. te Utrecnt belast is met het afnemen van
de practische examens van apotheker, en tot lid
dier commissie benoemd dr. F. A. F. C. Went,
hoogleeiaar te Utrecht.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de commissien,
die in dit jaar belast zijn inet het afnemen van
de examens van apothekersbediende, bedoeld in
art. 17 der wet van 25 December 1878 (Stsbl. 222),
laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 December
1892 (Stsbl. 261), zullen zitting houden te Maas
tricht en te Amsterdam op 9 November a. s. en
volgeBde dagen.
De gewone audiëntiën van den minister van
marine en van den minister van koloniën zullen
op Vrijdag 16 dezer niet plaats hebben.
BUITENLAND.
Fi'anlirljk,
De Fransche regeering zal krachtige maat
regelen nemen tegen de Algerynsche zeeroo-
vers, die de Fransche bark „Prosper Corin"
hebben overvallen. De minister van marine
heeft een kruiser en een torpedoboot naar
Marokko gezonden, en de Fransche legatie
heeft de uitlevering gevraagd van den kapitein
der „Prosper Corin", die door de zeeroovers
wordt govangengehouden.
De bigrootingscomraissie der Fransche
Kamer heeft hare zittingen hervat en zich
met de kosten van het openbaar onderwijs
bezig gehouden. Daarby is o. a. de vraag be
handeld hoe men do 117 millioen franken zal
vinden die nog noodig zyn om do bepalingen
omtrent schoolbouw geheel en al uit te voeren,
nu naar bezuiniging wordt gestreefd. Boven
dien is 4 millioen noodig om alle onderwijzers
in het genot te stellen van de normale jaar
wedden. De regeering heeft hiervoor slechts
2.7 millioen uitgetrokken op de begrooting
van 1897, waarmede de rapporteur der com
missie het niet eens is.
In den Franschen ministerraad heeft de
heer Hanotaux ter kennis van de ministers
gebracht een schrijven van den heer Gérard,
Fransch gezant te Peking, waarin deze mede
deelt, dat de Chineesche regeering aan de
Fransche industrie en aan Fransche inge
nieurs het herbouwen van het arsenaal te
Fou-Tcheou heeft opgedragen. Het contract
is Zondag geteekend.
Da gouden krans, welke de Czaar be
stemd had voor het graf van Carnot, was
tijdens de feestweek nog niet gereed; zy zal
nu de 20ste October (O. S.), den jaardag van
den dood van keizer Alexander III, door de
zorgen van de Russische ambassade, op het
graf in het Pantheon worden geplaatst. De
krans heeft een meter middellijn.
Raynal, de oud-minister van openbare
werken, is de eerste Fransche politicus die
zich in 't openbaar over de beteekenis van
het bezoek van den czaar heeft uitgelaten.
In een rede te Pessac, bij Bordeaux, noemde
hy dat bezoek de grootste Europeesche ge
beurtenis van de laatste 30 jaren.
Te Rijsel is by de terugkomst van troe
pen die aan de revue van Chfilons deelge
nomen hadden, een groote betooging gehouden,
vooral ook gericht tegen den socialistischen
gemeenteraad, die den Czaar op geenerlei
wijze hulde had willen brengen.
Groot-Britanuië,
De aartsbisschop van Canterbury was, gelijk
nader wordt bericht, uit Ierland naar Hawar-
den overgekomen om Gladstone een bezoek
to brengen. Hy had don vroegdienst in de
kerk bijgewoond, en daarna op het kasteel
met de familie ontbeten. Gedurende de voor-
middag-godsdienstoefeDing werd hy door een
beroerte overvallen. Hij stierf zonder tot be
wustzijn te zijn gekomen. Gladstone was
wegens eene lichte ongesteldheid niet in de
kerk en dus niet bi) het sterven van zyn vriend
tegenwoordig; wel waren daar zijne echtge-
noote en zyn zoon, de predikant Stephen
Gladstone, die juist een gebed uitsprak, toen
de aartsbisschop door de beroerte werd ge
troffen.
Het plotseling overlyden van den algemeen
geachten primaat van Engeland heeft aller
wegen diepen indruk gemaakt.
De onderkoning van Engelsch-Indië heeft
aan de Britsche regeering een telegram ge
zonden, waarin bij de berichten omtrent de
onlusten in Indiö, ontstaan ten gevolge van
het mislukken van den graanoogst, zeer over
dreven noemt. Te Delhi, zegt hy, is geen
opstand, alleen zyn enkele winkels voor een
paar uur gesloten geweest. Te Agra bestaat
eenige opgewondenheid, doch geplunderd is
er niet. In Naghra daarentegen is wel ge
plunderd, maar de orde is hersteld.
De ontevredenheid is bovendien niet een
gevolg van de schaarschte van graan, doch
spruit voort uit de vrees dat het koren zal
worden uitgevoerd. In het Noorden, het Noord-
Westen en het centrale deel van Indië zyn
de pryzen echter plotseling gestegen, waar
door hoofdzakeiyk het arme deel der bevol
king wordt getroffen; en wanneer er geen
regen valt, ziet de toekomst voor de Noord-
Westelyke provinciën er donkor uit.
Men zegt dat de besprekingen tusschen
Lord Salisbury, Chamberlain en den Britschen
gezant te Washington, sir Julian Pauncefote,
in alle opzichten een gunstig resultaat hebben
gehad en dat de gezant, die de volgende week
naar de Yereenigde Staten terugkeert, in-
structiën zal medebrengen ten gevolge waar
van een schikking ten opzichte van Venezuela
en ten aanzien van een arbitrage-verdrag
wellicht reeds tegen het einde van deze maand
getroffen zal worden.
De Engelsche generaal William Cavaye
is op 94-jarigen leeftyd overleden. Hy nam
reeds in 1818 dienst in het Indische leger.
Spanje.
Te Madrid wordt verzekerd, dat de hoofden
der Cubaansche opstandelingen, Navonu en
Garcia, zyn overleden aan de verwondingen,
welke zy in een gevecht met de Spanjaarden
ontvangen hebben.
Een belicht uit Manilla deelt mede, dat
de gouverneur der Filippynen, generaal Blanco,
naar Cavito is vertrokken.
Portugal*
De koningin van Portugal vertrekt den
20sten October naar Weenen om tegenwoordig
te zyn by het huwelyk van haar broeder, den
hertog van Orleans. De koningin-weduwo gaat
binnenkort naar Italië voor het huwelyk van
den prin3 van Napels; zy wordt vergezeld
door den Portugeeschen gezant by het Öuirinaal
en men verwacht dat de Italiaansche regeering
daarna weer een gezant te Lissabon zal aan
stellen.
Rusland.
De bekende adjudant-generaal van den
Czaar, generaal Von Richter, heeft zich te
Darmstadt door den „Berliner Lokal-Anzeiger"
laten interviewen. Hy verzekerde den Duit-
schen journalist, dat er in Frankrijk tydens
de ovati.s, aan het keizeriyke paar gebracht,
by geen enkele gelegenheid ook maar eene
toespeling op de revanche of iets dergeiyks
gemaakt is. In dit opzicht moet men inderdaad
den tact erkennen, dien de Franschen, hun
officiëele vertegenwoordigers zoowel als de
volksmenigte, getoond hebben. Het resultaat
van het bezoek van den Czaar omschrèef
Richter als „by uitnemendheid vredelievend",
hetgeen ook het doel van de geheele reis
was. Niemand in Europa, zeide hy, denkt
aan oorlog. Uit alles wat Richter vernomen
had, had altyd de wensch naar rust en vrede
uitgekloak n. En dc-zo wensch, aan Ei*ropa
gericht, was het. die aan den jubel, waarmede
men de Russen in Frankryk begroet had,
ten grondslag lag. Dat de Czaar en keizer
Wilhelm elkaar nu nog ontmoeten zouden,
betwyfelde Richter; daartoe bestond geen
aanleiding. De Czaar en de Czarina hadden
hunne rondreis volbracht, het was nu de
beurt aan de tegenbezoeken.
Aldus Richter, die in Rusland ongeveer
is wat Lucanus aan het Berlynsche hof Is.
Waarschyniyk heeft hy zich mot medeweten
van den Czaar laten interviewen.
Ook de te Weenen verschynende „Neue
Freie Presse" beweert, dat de benoeming van
den heer Cbicbkine tot Russisch minister van
buitenlandsche zaken een voldongen ftit is.
De benoeming zal echter eerst bekend worden
gemaakt na de aankomst van den Czaar te
St.-Petersburg.
TnrkUe,
De gezanten der groote mogendheden te
Konstantinopel hebben afwyzend beschikt op
de aanvraag van de Porte, om de vreemde
schepen te mogen doorzoeken naar Armeniërs.
Zoo is er althans een enkele plaats waar de
vervolgden veilig zyn voor de Turksche politie;
overal elders worden zy opgespoord en onder
het minste voorwendsel gearresteerd, zoodat
de gevangenissen overvol zyn. De byzondere
rechtbank, voor wie zy moeten terechtstaan,
kan het werk niet af, zoodat er een tweede
rechtbank is ingesteld. Het gerechteiyk onder
zoek is echter niet meer dan een wassen neus;
zy worden allen schuldig bevonden.
Ook worden er steeds Mahomedanen ge
arresteerd, onder de verdenking te heulen
met de Jong-Turksche party; dezen worden
meerendeels naar Anatoliê gedeporteerd.
Er is een irade verschenen, waarby de
hervormingen, die zyn afgekondigd voor de zes
Armenische vilajets, worden uitgestrekt over
het geheele Turksche ryk. De nieuwe tekst
is op enkele punten een weinig gowyzigd.
Tydens het jongste bloedbad te Kon
stantinopel is ook een Italiaansch onderdaan
vermoord; hy werd eerst geveld door een
slag met een knuppel en toen door een man
in uniform afgemaakt. Da Italiaansche gezant
heeft naar aanleiding van dezen moord een
krachtige nota tot de Porto gericht, waarin
bestraffing van de schuldigen en een gelde-
lyke schadeloosstelling worden gevraagd.
Goula, een der hoofden der Macedonische
opstandelingen, is Zaterdag in een gevecht
met de Turken gesneuveld. Zyn hoofd werd,
op een lans gestoken, naar Cergena getrans
porteerd.
Zuid-Afrika.
De Zuid-Afrikaansche inboorlingen, die in
de Transvaalsche goudmynen werken, zyn
vry oproerig, waarschyniyk ten gevolge van
het besluit om de loonen te verlagen. De
Engelsche bladen zyn echter omtrent do be
richten niet eensluidend. De „Daily Telegraph"
meldt dat de Kaffers staken, de staking zich
steeds meer uitbreidt en de stakers neiging
toonen om met geweld hen te keeren, die
aan den arbeid willen blyven. De regeeriog
is echter op alle gebeurtenissen voorbereid,
en duizend vrywilligers en 500 rydende politie
agenten houden zich gereed om op het eerste
bevel tegen de oproerige Kaffers op te trek
ken. Ook de artillerie te Pretoria moot marsch-
vaardig zyn.
Onder de eigenaars der mynen loopt het
verhaal, dat de beweging uitgaat van blanke
werklieden, die vreezen dat ook hun loonen
zullen worden verminderd, wanneer de ver
laging der Kafferloonen slaagt.
De „Financial Times" daarentegen beweert,
dat de staking afneemt en verscheiden in
boorlingen weer aan den arbeid zyn gegaan;
voor ongeregeldheden behoeft niet gevreesd
te worden en de staking heeft zich hoofd
zakeiyk bepaald tot Langlaagte Estate, Lang-
laagte Royal Crown Reef en Crown Deep.
De Kaffer-werkstaking aan den Rand
(ten gevolge van de verlaging der loonen)
neemt volgens een telegram uit Johannesburg
aan de „Daily Telegraph" een grooten om
vang aan. De werkstaking, begonnen op Crown
Reef, heeft zich nu over vier andere onder
nemingen uitgebreid: de Langlaagte Estate,
de Langlaagte Royal, de Paarl Central en de
Crown Deep. Zesduizend „boys" staken en
nemen den dreigende houding aan tegenover
de anderen die aan het werk zyn gebleven,
maar de politie hoeft hen tot dusver in be
dwang weten te houden. De regeeriDg is op
alle gebeuriykheden voorbereid en heeft 1000
vrywilligers en 500 man bereden politie tot
hare beschikking, zonder nog te spreken van
de Staatsartillerio te Pretoria.
Het Zanzibar-incident.
Het versterken van hot Engelsche eskader
in de wateren van Zanzibar is in Duitschland
niet onopgemerkt gebleven, ofschoon de Duit-
sche pers er niet zooveel notitie van genomen
hqeft als men in Engeland stellig had ver
wacht. De meeste bladen hielden zich of zy
de boteekeDis er van niet begrepen, en slechts
een enkel blad vroeg of de maatregel ook
bedoeld kon zjn als een bedreiging tegen
Duitschland. Nu komt echter de „Hamb. Corr."
met een officieus communiqué, waarin de
zienswyze der Duitsche regeering scbynt te
zyn weergegeven. Het luidt als volgt:
„Duitschland heeft den vluchteling naar haar
gebied in Oost-Afrika overgebracht, daar hy
niet voor onbepaalden tyd in het Duitsche
consulaat te Zanzibar kon blyven zonder zyn
beschermers tot last te worden. Deze maat
regel was van volstrekt geen belang voor
E ig*4.ind, omdat de uitlevering van den
vluchteling toch reeds geweigerd was door
Duitschland. Het protest van den Engelschen
consul op Zanzibar had geen zin, daar de
Duitsche regeering offlciëel kennis had ge
geven van haar voornemen in Londen, zonder
dat de Eogelsche regeering iets deed om dtjfc1
uitvoering van het bevel te beletten.
„Als Engeland nu zyn Zanzibar-eskadei^
versterkt, dan kan daarvan siechts de vee.
klaring zyn dat men in Londen vreest dat
Said-Khalid van het vasteland uit gaat intrU
geeren in Zanzibar, om de beschermende
mogendheid die hem van den sultanstroon
verdreef, la3t te veroorzaken. Of Said Khalid
zich nog als pretendent beschouwt, weten
wy niet. Het is echter duidelyk dat de ex$
sultan, zoolang hy op Duitschen bodem ver
toeft en onder Duitsche bescherming staat,'
verplicht is ztch te onthouden van alle han
delingen, die zouden kunnen opgevat worden
als misbruik van het asylrecht, dat aan een
politiek uitgewekene wordt toegestaan. Andera
zou het de plicht van Duitschland zyn, heni^
te verzoeken het Duitsch gebied te verlaten,
en elders een schuilplaats te zoeken."
Zooals men ziet, de houding van Duitsch
land is volkomen correct; het handhaaft het
asylrecht, maar duldt op zyn gebied ook geen
kuiperyen tegen een bevriende mogendheid.
Met deze verklaring kan men dan ook in
Engeland tevreden zyn. In Duitschland zal
de toon van het communiqué niet algemeen
instemming vinden, te oordeelen naar de op
merking van de „Voss. Ztg.", die van mea
ning is dat het naar een verontschuldiging
zweemt.
Telegrammen.
LONDEN, 13 October. Sir Michael Hicks-
Beach, de kanselier der schatkist, sprak heden
te Darlington over de Turksche crisis. Da
minister beschuldigde den Sultan en de Porta
van het oogluikend toestaan der moorden,
maar Rusland, Duitschland en Oostenryk ba-
sloten, in het belang van den Europeeschen
vrede, den status quo in Turkye te handt
haven. De politiek der Britsche regeering waa
daarom, een gemeenschappelyk optreden van
de mogendheden te bevorderen, met het doel
om zoo noodig te adviseeren de hervormingen
af te dwingen. Spreker kon zich niet uitlaten
over de middelen welke de regeering had
aangenomen, maar zy handelde in zuiver
onzelfzuchtigen geest, en dit zou waarschyn-,
iyk met succes bekroond worden.
LONDEN. 14 October. De „Daily Telegraph"
ontving gisteren uit Pretoria de volgende
mededeelingVolgens vertrouwbare berichten
uit Kaapstad is de minister van openbare
werken voornemens om af te treden. Een
politieke crisis is onvermydeiyk. Verschillen
tusskhen de Kaagkolenie en den Oranje-
Vrystaat betreffende de spoorwegtarieven zul
len waarschyniyk leiden tot het vereenigen der
Engelsche en Afrikaansche elementen in Rho
desia en Natal de party van den Republi-
keinschen Afrikaanders-Bond.
Gemengd Nieuws.
Ter kennis van de Nederlandsche
landmacht is gebracht dat by sententie van
het Hoog Militair Gerechtshof in appèl is ver
oordeeld tot militaire gevangenisstraf van een
jaar, met ontzegging van het recht om by
de gewapende macht of als militair geëm
ployeerde te dienen, voor den tyd van drie
jaren, de kapitein-kwartiermeester N. H. M.
Van A., van liet 1ste regiment vesting
artillerie, en zulks ter zake van falsiteit in
eene administratie of bewind van penningen,
waarin hy gesteld was.
Terwijl men ln het a. s. nieuwe
moederhuis aan de Martha-stichting te Alfen
aan het kappen was, verloor timmerman S.
Van Buuren door een misstap het evenwicht!
en viel van de bekapping. Gelukkig waren
de binten van de 2de verdieping al betingeld
voor het stukadoorwerk en werd hy daarin
opgevangen. Zyn toestand is vry goed.
Men meldt aan de „Tel.": In den
stal van den heer H. Pol te Nieuw-Statenzyi
werd het mond- en klauwzeer door den dis-
trict8-veearts geconstateerd onder koeien en
schapen en in dien van den heer P. Geertsema
te Gryzemonnikenklooster (gem. Termunten)
onder de koeien. Voorloopig worden de aan
getaste dieren niet afgemaakt en de markten
in omliggende plaatsen niet gesloten.
Volgens een by dereederfi te
Nieuwe Pekela, van het Nederlandsch schip
„Thalassa," ontvangen bericht uit Rio-Grande,
zyn er van dien bodem de kapitein en 4 man
verdronken.
Het van Rotterdam naar Duis
burg bestemde, met stukgoed geladeu yzeren
Rynschip „Cornelia," schipper Blewanus, is
by Obermorter gezonken.
Onrustige nachten hebben, naar
de „Prov. Gr. Ct." mededeelt, tegenwoordig
de bewoners aan bet benedeneinde van Oude
Pekela aan het zoogenaamde Nieuwediep.
Daar toch zyn binnen een jaar en binnen
een afstand van 3 minuten gaans, reeds 4-maal
pogingen tot brandstichting geschied. Één keer
is het den daders gelukt, nl. by het buis
van mej. de wed Sterrenberg, dat een prooi
der vlammen is geworden. Drie keer mis
lukte het hun, nl. by het huis van mej. do
wed. Linnenkoper, by dat van den heer G.
O. Staal en Zaterdag-avond by dat van den
landbouwer H. Lubberman.
De knecht hoorde omstreeks 11 uren wat
geritsel en dacht aan inbraak. Een half uur
later was het er weer, en nu hoorde hy 2
personen spreken, waarop de buisgenooten
opstonden om te onderzoeken. Zy vonden 10
pannen opgeschoven, en daar was een bof
stroo ingestoken, waarvan ook al iets in
brand geweest was. Ook lagen er lucifers bJj.
Achter in de deur was een gat gezaagd om
er tocht by de krygen. Op het hooren der