toestand geheel anders maken dan tydens de behandeling van het personeel. Een tweede bezwaar tegen de invoering was dit: dat dan de herziene belasting verre weg de voornaamste grondslag van kiesbe voegdheid zal zyn en aldus in 1898 weder verandering zal komen in het kiezerskorps van 1897. Volgens het nieuwe Personeel hangt toch de aanwijzing van belastbare per ceelen grootendeels af van jaarlyksche schat ting der huurwaarde en de aministratie zal belangrijken invloed kunnen uitoefenen op de aanwijzing der personen die tot de laagste klassen van belastingplichtigen zullen behoo- ren. Hiertegenover beweerde men dat die bezwaren reeds bij de kieswet waren weer legd en er geen vrees kon bestaan dat de administratie der belastingen invloed zou willen oefenen op de samenstelling van het kiezerskorps. Een lid betoogde de wenscbelijkheid van invoering der wet niet met 1 Januari, maar met 1 Mei 1897. Vergoeding aan de gemeenten wegens mindere opbrengst oan gemeente-opcenten op het Personeel. By het afdeelingsonderzoek van dit ontwerp vroegen sommigen of ook niet voorzien moest worden in het verlies, dat de provinciën ten gevolge van de invoeriDg zouden kunnen lijden. Enkele leden waren tegen de voorgestelde regeliDg als onbillijk. Gemeenten met weinig opcenten op het Personeel en boogere inkom sten-belasting zullen veel minder ontvangen als zij die hooge opcenten op het Personeel heffen; zij achtten den maatregel een onrecht matige bevoorrechting van de groote steden. Wat den duur betreft van den maatregel, nl. voor één jaar, vreesdon velen, dat die onvol doende zou blijken, zoodat verlenging telken jare noodig zou worden. Anderen hadden tegen bestendiging van den tijdelijken maat regel gedurende meer dan één jaar overwegend bezwaar, omdat dit zou leiden tot een fixeering van tijdelijke vergoedingen. Polytechnische School. Blijkens het voorloopig vorslag der Tweede Kamer op het wetsontwerp tot wijziging van het bestuur der Polytechnische School, meende men met ingenomenheid te mogen consta- teeren, dat ook de Regeering belangrijke her vormingen van de Polytechnische School nood zakelijk acht. In vorband met de voorgenomen reorgani satie werden enkele wenschen kenbaar ge maakt. Zoo werd er in eene afdeeling op ge wezen dat het aanbeveling verdient, art. 59 der wet op het middelbaar onderwijs te wy- c'gen, opdat niet het voldoend afgelegd eind- jramon der hoogere bnrgerschool met 5-jari- gen cursus uitsluitend behouden worde als eerste voorwaarde tot het verkrijgen van een diploma aan de Polytechnische School, In eene andere afdeeling spraken sommige leden als hun gevoelen uit, dat ten onrechte het hooger technisch onderwijs nog steeds is ingedeeld bij het middelbaar onderwijs. Andere leden deden als hun gevoelen ken nen, dat z\j er bezwaar in zouden zien, het hooger technisch onderwijs gelyk te stellen met het universitair onderwijs. Zy vreesden daarenboven, dat men er dan toe zoude komen een viorde, ditmaal technische Ryks-Univer- siteit in het leven te roepen en dat dan de eischen voor die inrichting steeds meer zouden worden opgevoerd. Naar aanleiding van deze bespreking werd de opmerking vernomen, dat mede het onder wijs in de landbouwkunde aanspraak heeft om onder het hooger onderwijs te worden opgenomen. Do ingenomenheid met het voornemen der regeering, de Polytechnische School te her vormen, strekte zich bij de meerderheid der leden niet uit tot het by dit wetsontwerp voorgestelde. Daartegen werden ernstige be zwaren geopperd. In de eerste plaats kwam het sommigen voor, dat het wetsontwerp niet de sporen draagt eener zorgvuldige voorbereiding. Verder waren er leden die het noch wenschelijk noch noodzakelijk achtten de vraag, welke de beste bestuursregeling is, vast te koppelen aan die, op welke wijze de regeering voor lichting zal vinden bij de voorgenomen her vorming. In de tweede plaats was er een talryke groep leien, die den voorgestelden weg om tot hervorming van het onderwijs te komen veel to lang achtten. Betreffende de vraag, welke bestuursregeling voor de Polytechnische School de meest wenschelyke is te achten, trad men in uitvoerige beschouwingen. Tegenover de bestrijding van het voorge dragen wetsontwerp vond dit in sommige afdeelingen ook verdedigers en er werd van die zyde aan herinnerd, dat de bestuurs regeling der Polytechnische School op dit oogenblik eene oplossing eischt, omdat in de vacature van den directeur moet worden voorzi?n. Zy ontkendon niet het gewicht van sommige bedenkingen der tegenstanders, maar waren van oordeel, dat deze te licht oordeelden over de vele en tydroovende werkzaamheden, voort vloeiende uit het beheer eener zoo uitgebreide inrichting, die wat haar omvang betreft, niet is te vergelijken met de Rjjks Landbouwschool of met de Hoogere Burgerscholen. Reserve-officieren. De „Staatscourant" van 14 dezer bevat een koninklijk besluit van 12 dezer, waarbij op de voordracht van don minister van oorlog bepalingen worden vastgesteld, waarvan de strekking is om de instelling van bet Reserve- kader ook dienstbaar te maken aan het ver krijgen van reserve officieren, en regelen vast te stellen omtrent de benoeming enz. van reserve-officieren by de landmacht, niet be- hoorende tot het personeel van den militairen geneeskundigen dienst. De voornaamste arti kelen luiden als volgt: Buiten en behalve de reserve-officieren van gezondheid en reserve-militaire apothekers, bedoeld in de wet van 2 Augustus 1880 (Stsbl. 145), kunnen er bij de landmacht zijn: reserve-kapiteins; reserve-eerste luitenants en reserve tweede luitenants. Deze reserve officie ren worden in hun rang a la suite gevoerd van het corp3, wapen of dienstvak, waarbij zy worden benoemd. Zij worden bevorderd, ontslagen en op pensioen gesteld naar regelen, nader by de wet vast te stellen. Zy dragen dezelfde uniform en zijn op dezelfde wijze gewapend en uitgerust als de overige officieren van het corps, wapen of dienstvak, waartoe zy behooren, met deze uitzondering, dat zij op de korte jas (ittila) en op de overjas (den mantel) een distinctief" hebben volgens een nader door Ons vast te stellen model. De reserve officieren genieten by verblijf onder de wapenen en op de dagen waarop door hen wordt deelgenomen aan militaire oefeningen dezelfde inkomsten als de officieren van bun rang by het corps, wapen of dienst vak waartoe zij behooren. De vaandrigs kunnen worden benoemd tot reserve tweeden-luitenant. Om voor die be noeming in aanmerking te kunnen komen, moet de vaandrig: lo. zich gunstig onder scheiden door beschaving, practiscbe geschikt heid, gedrag, ijver en andere hoedanigheden voor den officiersrang gewenscht; 2o. het 20ste levensjaar hebben volbracht; 3o. langer dan een jaar vaandrig zyn geweest en als zoodanig minstens twee maanden werkelyken dienst hebben verricht. D? tot reserve-tweeden luitenant benoemde vaandrig is verplicht in het jaar der benoeming, of uiterlijk in het daarop volgende jaar, tus- schen 1 Mei en 1 October daartoe opgeroepen voor ten hoogste zes weken onder de wape nen te komen. Hy is verplicht om, in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten gewone omstandigheden, in artikel 185 der Grondwet bedoeld, onder de wapenen te komen te gelijk met de buitengewoon onder de wape nen geroepen milicien-verlofgangers van het corps en zoolang als deze in werkelyken dienst te bleven. De reserve-officieren genieten eene toelage, berekend per jaar: voor den reserve-tweeden luitenant cp f 250; voor den reserve-eersten luitenant op f 300; voor den reserve-kapitein op f 400, met dien verstande, dat deze toe lage voor eiken dag verblyf onder de wapenen met Vjw ^eel wordt verminderd. Do tot reserve-tweeden-luitenant benoemde vaandrig ontvangt voor eerste aanschaffing van uniform eone geldelijke tegemoetkoming in eens van f 120. Uit de „Staatscourant". Bij koninklijk besluit is, met ingang van 1 November a. s. lo. bet lid van den Raad van State, mr. P. F. Hnbrecht, op zijn verzoek, eervol ontheven van bet lidmaatschap van de afdeeling van den Raad voor de geschillen van bestuur 2o. benoemd tot lid der afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur mr. J. P. Moltzer, lid van dien Raad. Benoemd tot lid van het college van regenten over de gevangenissen te Amsterdam, jhr. mr. W. F. Van der Wijck, chef der afdeeling Secretarie bij de Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij. Pensioen verleend aan: G- Van Eekeren, weduwe van den brievengaarder J. Herckenrath, 75P. Van Zijl, laatstelijk kommies 1ste klasse bij 'sRijks belastingen, fb34 's jaars. Goedgekeurd dat W. D. Haitsma Muiier, burge meester van de gemeente Schoten, is benoemd tot secretaris dier gomeonte. Aan dr. U. F. Jonkman, directeur der Rijks- hoogere burgerschool te Utrecht, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid der commissie, die, mot ingang van 1 Aug. 1896, gedurende één jaar. te Utrecnt belast is met het afnemen van de practische examens van apotheker, en tot lid dier commissie benoemd dr. F. A. F. C. Went, hoogleeiaar te Utrecht. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de commissien, die in dit jaar belast zijn inet het afnemen van de examens van apothekersbediende, bedoeld in art. 17 der wet van 25 December 1878 (Stsbl. 222), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 December 1892 (Stsbl. 261), zullen zitting houden te Maas tricht en te Amsterdam op 9 November a. s. en volgeBde dagen. De gewone audiëntiën van den minister van marine en van den minister van koloniën zullen op Vrijdag 16 dezer niet plaats hebben. BUITENLAND. Fi'anlirljk, De Fransche regeering zal krachtige maat regelen nemen tegen de Algerynsche zeeroo- vers, die de Fransche bark „Prosper Corin" hebben overvallen. De minister van marine heeft een kruiser en een torpedoboot naar Marokko gezonden, en de Fransche legatie heeft de uitlevering gevraagd van den kapitein der „Prosper Corin", die door de zeeroovers wordt govangengehouden. De bigrootingscomraissie der Fransche Kamer heeft hare zittingen hervat en zich met de kosten van het openbaar onderwijs bezig gehouden. Daarby is o. a. de vraag be handeld hoe men do 117 millioen franken zal vinden die nog noodig zyn om do bepalingen omtrent schoolbouw geheel en al uit te voeren, nu naar bezuiniging wordt gestreefd. Boven dien is 4 millioen noodig om alle onderwijzers in het genot te stellen van de normale jaar wedden. De regeering heeft hiervoor slechts 2.7 millioen uitgetrokken op de begrooting van 1897, waarmede de rapporteur der com missie het niet eens is. In den Franschen ministerraad heeft de heer Hanotaux ter kennis van de ministers gebracht een schrijven van den heer Gérard, Fransch gezant te Peking, waarin deze mede deelt, dat de Chineesche regeering aan de Fransche industrie en aan Fransche inge nieurs het herbouwen van het arsenaal te Fou-Tcheou heeft opgedragen. Het contract is Zondag geteekend. Da gouden krans, welke de Czaar be stemd had voor het graf van Carnot, was tijdens de feestweek nog niet gereed; zy zal nu de 20ste October (O. S.), den jaardag van den dood van keizer Alexander III, door de zorgen van de Russische ambassade, op het graf in het Pantheon worden geplaatst. De krans heeft een meter middellijn. Raynal, de oud-minister van openbare werken, is de eerste Fransche politicus die zich in 't openbaar over de beteekenis van het bezoek van den czaar heeft uitgelaten. In een rede te Pessac, bij Bordeaux, noemde hy dat bezoek de grootste Europeesche ge beurtenis van de laatste 30 jaren. Te Rijsel is by de terugkomst van troe pen die aan de revue van Chfilons deelge nomen hadden, een groote betooging gehouden, vooral ook gericht tegen den socialistischen gemeenteraad, die den Czaar op geenerlei wijze hulde had willen brengen. Groot-Britanuië, De aartsbisschop van Canterbury was, gelijk nader wordt bericht, uit Ierland naar Hawar- den overgekomen om Gladstone een bezoek to brengen. Hy had don vroegdienst in de kerk bijgewoond, en daarna op het kasteel met de familie ontbeten. Gedurende de voor- middag-godsdienstoefeDing werd hy door een beroerte overvallen. Hij stierf zonder tot be wustzijn te zijn gekomen. Gladstone was wegens eene lichte ongesteldheid niet in de kerk en dus niet bi) het sterven van zyn vriend tegenwoordig; wel waren daar zijne echtge- noote en zyn zoon, de predikant Stephen Gladstone, die juist een gebed uitsprak, toen de aartsbisschop door de beroerte werd ge troffen. Het plotseling overlyden van den algemeen geachten primaat van Engeland heeft aller wegen diepen indruk gemaakt. De onderkoning van Engelsch-Indië heeft aan de Britsche regeering een telegram ge zonden, waarin bij de berichten omtrent de onlusten in Indiö, ontstaan ten gevolge van het mislukken van den graanoogst, zeer over dreven noemt. Te Delhi, zegt hy, is geen opstand, alleen zyn enkele winkels voor een paar uur gesloten geweest. Te Agra bestaat eenige opgewondenheid, doch geplunderd is er niet. In Naghra daarentegen is wel ge plunderd, maar de orde is hersteld. De ontevredenheid is bovendien niet een gevolg van de schaarschte van graan, doch spruit voort uit de vrees dat het koren zal worden uitgevoerd. In het Noorden, het Noord- Westen en het centrale deel van Indië zyn de pryzen echter plotseling gestegen, waar door hoofdzakeiyk het arme deel der bevol king wordt getroffen; en wanneer er geen regen valt, ziet de toekomst voor de Noord- Westelyke provinciën er donkor uit. Men zegt dat de besprekingen tusschen Lord Salisbury, Chamberlain en den Britschen gezant te Washington, sir Julian Pauncefote, in alle opzichten een gunstig resultaat hebben gehad en dat de gezant, die de volgende week naar de Yereenigde Staten terugkeert, in- structiën zal medebrengen ten gevolge waar van een schikking ten opzichte van Venezuela en ten aanzien van een arbitrage-verdrag wellicht reeds tegen het einde van deze maand getroffen zal worden. De Engelsche generaal William Cavaye is op 94-jarigen leeftyd overleden. Hy nam reeds in 1818 dienst in het Indische leger. Spanje. Te Madrid wordt verzekerd, dat de hoofden der Cubaansche opstandelingen, Navonu en Garcia, zyn overleden aan de verwondingen, welke zy in een gevecht met de Spanjaarden ontvangen hebben. Een belicht uit Manilla deelt mede, dat de gouverneur der Filippynen, generaal Blanco, naar Cavito is vertrokken. Portugal* De koningin van Portugal vertrekt den 20sten October naar Weenen om tegenwoordig te zyn by het huwelyk van haar broeder, den hertog van Orleans. De koningin-weduwo gaat binnenkort naar Italië voor het huwelyk van den prin3 van Napels; zy wordt vergezeld door den Portugeeschen gezant by het Öuirinaal en men verwacht dat de Italiaansche regeering daarna weer een gezant te Lissabon zal aan stellen. Rusland. De bekende adjudant-generaal van den Czaar, generaal Von Richter, heeft zich te Darmstadt door den „Berliner Lokal-Anzeiger" laten interviewen. Hy verzekerde den Duit- schen journalist, dat er in Frankrijk tydens de ovati.s, aan het keizeriyke paar gebracht, by geen enkele gelegenheid ook maar eene toespeling op de revanche of iets dergeiyks gemaakt is. In dit opzicht moet men inderdaad den tact erkennen, dien de Franschen, hun officiëele vertegenwoordigers zoowel als de volksmenigte, getoond hebben. Het resultaat van het bezoek van den Czaar omschrèef Richter als „by uitnemendheid vredelievend", hetgeen ook het doel van de geheele reis was. Niemand in Europa, zeide hy, denkt aan oorlog. Uit alles wat Richter vernomen had, had altyd de wensch naar rust en vrede uitgekloak n. En dc-zo wensch, aan Ei*ropa gericht, was het. die aan den jubel, waarmede men de Russen in Frankryk begroet had, ten grondslag lag. Dat de Czaar en keizer Wilhelm elkaar nu nog ontmoeten zouden, betwyfelde Richter; daartoe bestond geen aanleiding. De Czaar en de Czarina hadden hunne rondreis volbracht, het was nu de beurt aan de tegenbezoeken. Aldus Richter, die in Rusland ongeveer is wat Lucanus aan het Berlynsche hof Is. Waarschyniyk heeft hy zich mot medeweten van den Czaar laten interviewen. Ook de te Weenen verschynende „Neue Freie Presse" beweert, dat de benoeming van den heer Cbicbkine tot Russisch minister van buitenlandsche zaken een voldongen ftit is. De benoeming zal echter eerst bekend worden gemaakt na de aankomst van den Czaar te St.-Petersburg. TnrkUe, De gezanten der groote mogendheden te Konstantinopel hebben afwyzend beschikt op de aanvraag van de Porte, om de vreemde schepen te mogen doorzoeken naar Armeniërs. Zoo is er althans een enkele plaats waar de vervolgden veilig zyn voor de Turksche politie; overal elders worden zy opgespoord en onder het minste voorwendsel gearresteerd, zoodat de gevangenissen overvol zyn. De byzondere rechtbank, voor wie zy moeten terechtstaan, kan het werk niet af, zoodat er een tweede rechtbank is ingesteld. Het gerechteiyk onder zoek is echter niet meer dan een wassen neus; zy worden allen schuldig bevonden. Ook worden er steeds Mahomedanen ge arresteerd, onder de verdenking te heulen met de Jong-Turksche party; dezen worden meerendeels naar Anatoliê gedeporteerd. Er is een irade verschenen, waarby de hervormingen, die zyn afgekondigd voor de zes Armenische vilajets, worden uitgestrekt over het geheele Turksche ryk. De nieuwe tekst is op enkele punten een weinig gowyzigd. Tydens het jongste bloedbad te Kon stantinopel is ook een Italiaansch onderdaan vermoord; hy werd eerst geveld door een slag met een knuppel en toen door een man in uniform afgemaakt. Da Italiaansche gezant heeft naar aanleiding van dezen moord een krachtige nota tot de Porto gericht, waarin bestraffing van de schuldigen en een gelde- lyke schadeloosstelling worden gevraagd. Goula, een der hoofden der Macedonische opstandelingen, is Zaterdag in een gevecht met de Turken gesneuveld. Zyn hoofd werd, op een lans gestoken, naar Cergena getrans porteerd. Zuid-Afrika. De Zuid-Afrikaansche inboorlingen, die in de Transvaalsche goudmynen werken, zyn vry oproerig, waarschyniyk ten gevolge van het besluit om de loonen te verlagen. De Engelsche bladen zyn echter omtrent do be richten niet eensluidend. De „Daily Telegraph" meldt dat de Kaffers staken, de staking zich steeds meer uitbreidt en de stakers neiging toonen om met geweld hen te keeren, die aan den arbeid willen blyven. De regeeriog is echter op alle gebeurtenissen voorbereid, en duizend vrywilligers en 500 rydende politie agenten houden zich gereed om op het eerste bevel tegen de oproerige Kaffers op te trek ken. Ook de artillerie te Pretoria moot marsch- vaardig zyn. Onder de eigenaars der mynen loopt het verhaal, dat de beweging uitgaat van blanke werklieden, die vreezen dat ook hun loonen zullen worden verminderd, wanneer de ver laging der Kafferloonen slaagt. De „Financial Times" daarentegen beweert, dat de staking afneemt en verscheiden in boorlingen weer aan den arbeid zyn gegaan; voor ongeregeldheden behoeft niet gevreesd te worden en de staking heeft zich hoofd zakeiyk bepaald tot Langlaagte Estate, Lang- laagte Royal Crown Reef en Crown Deep. De Kaffer-werkstaking aan den Rand (ten gevolge van de verlaging der loonen) neemt volgens een telegram uit Johannesburg aan de „Daily Telegraph" een grooten om vang aan. De werkstaking, begonnen op Crown Reef, heeft zich nu over vier andere onder nemingen uitgebreid: de Langlaagte Estate, de Langlaagte Royal, de Paarl Central en de Crown Deep. Zesduizend „boys" staken en nemen den dreigende houding aan tegenover de anderen die aan het werk zyn gebleven, maar de politie hoeft hen tot dusver in be dwang weten te houden. De regeeriDg is op alle gebeuriykheden voorbereid en heeft 1000 vrywilligers en 500 man bereden politie tot hare beschikking, zonder nog te spreken van de Staatsartillerio te Pretoria. Het Zanzibar-incident. Het versterken van hot Engelsche eskader in de wateren van Zanzibar is in Duitschland niet onopgemerkt gebleven, ofschoon de Duit- sche pers er niet zooveel notitie van genomen hqeft als men in Engeland stellig had ver wacht. De meeste bladen hielden zich of zy de boteekeDis er van niet begrepen, en slechts een enkel blad vroeg of de maatregel ook bedoeld kon zjn als een bedreiging tegen Duitschland. Nu komt echter de „Hamb. Corr." met een officieus communiqué, waarin de zienswyze der Duitsche regeering scbynt te zyn weergegeven. Het luidt als volgt: „Duitschland heeft den vluchteling naar haar gebied in Oost-Afrika overgebracht, daar hy niet voor onbepaalden tyd in het Duitsche consulaat te Zanzibar kon blyven zonder zyn beschermers tot last te worden. Deze maat regel was van volstrekt geen belang voor E ig*4.ind, omdat de uitlevering van den vluchteling toch reeds geweigerd was door Duitschland. Het protest van den Engelschen consul op Zanzibar had geen zin, daar de Duitsche regeering offlciëel kennis had ge geven van haar voornemen in Londen, zonder dat de Eogelsche regeering iets deed om dtjfc1 uitvoering van het bevel te beletten. „Als Engeland nu zyn Zanzibar-eskadei^ versterkt, dan kan daarvan siechts de vee. klaring zyn dat men in Londen vreest dat Said-Khalid van het vasteland uit gaat intrU geeren in Zanzibar, om de beschermende mogendheid die hem van den sultanstroon verdreef, la3t te veroorzaken. Of Said Khalid zich nog als pretendent beschouwt, weten wy niet. Het is echter duidelyk dat de ex$ sultan, zoolang hy op Duitschen bodem ver toeft en onder Duitsche bescherming staat,' verplicht is ztch te onthouden van alle han delingen, die zouden kunnen opgevat worden als misbruik van het asylrecht, dat aan een politiek uitgewekene wordt toegestaan. Andera zou het de plicht van Duitschland zyn, heni^ te verzoeken het Duitsch gebied te verlaten, en elders een schuilplaats te zoeken." Zooals men ziet, de houding van Duitsch land is volkomen correct; het handhaaft het asylrecht, maar duldt op zyn gebied ook geen kuiperyen tegen een bevriende mogendheid. Met deze verklaring kan men dan ook in Engeland tevreden zyn. In Duitschland zal de toon van het communiqué niet algemeen instemming vinden, te oordeelen naar de op merking van de „Voss. Ztg.", die van mea ning is dat het naar een verontschuldiging zweemt. Telegrammen. LONDEN, 13 October. Sir Michael Hicks- Beach, de kanselier der schatkist, sprak heden te Darlington over de Turksche crisis. Da minister beschuldigde den Sultan en de Porta van het oogluikend toestaan der moorden, maar Rusland, Duitschland en Oostenryk ba- sloten, in het belang van den Europeeschen vrede, den status quo in Turkye te handt haven. De politiek der Britsche regeering waa daarom, een gemeenschappelyk optreden van de mogendheden te bevorderen, met het doel om zoo noodig te adviseeren de hervormingen af te dwingen. Spreker kon zich niet uitlaten over de middelen welke de regeering had aangenomen, maar zy handelde in zuiver onzelfzuchtigen geest, en dit zou waarschyn-, iyk met succes bekroond worden. LONDEN. 14 October. De „Daily Telegraph" ontving gisteren uit Pretoria de volgende mededeelingVolgens vertrouwbare berichten uit Kaapstad is de minister van openbare werken voornemens om af te treden. Een politieke crisis is onvermydeiyk. Verschillen tusskhen de Kaagkolenie en den Oranje- Vrystaat betreffende de spoorwegtarieven zul len waarschyniyk leiden tot het vereenigen der Engelsche en Afrikaansche elementen in Rho desia en Natal de party van den Republi- keinschen Afrikaanders-Bond. Gemengd Nieuws. Ter kennis van de Nederlandsche landmacht is gebracht dat by sententie van het Hoog Militair Gerechtshof in appèl is ver oordeeld tot militaire gevangenisstraf van een jaar, met ontzegging van het recht om by de gewapende macht of als militair geëm ployeerde te dienen, voor den tyd van drie jaren, de kapitein-kwartiermeester N. H. M. Van A., van liet 1ste regiment vesting artillerie, en zulks ter zake van falsiteit in eene administratie of bewind van penningen, waarin hy gesteld was. Terwijl men ln het a. s. nieuwe moederhuis aan de Martha-stichting te Alfen aan het kappen was, verloor timmerman S. Van Buuren door een misstap het evenwicht! en viel van de bekapping. Gelukkig waren de binten van de 2de verdieping al betingeld voor het stukadoorwerk en werd hy daarin opgevangen. Zyn toestand is vry goed. Men meldt aan de „Tel.": In den stal van den heer H. Pol te Nieuw-Statenzyi werd het mond- en klauwzeer door den dis- trict8-veearts geconstateerd onder koeien en schapen en in dien van den heer P. Geertsema te Gryzemonnikenklooster (gem. Termunten) onder de koeien. Voorloopig worden de aan getaste dieren niet afgemaakt en de markten in omliggende plaatsen niet gesloten. Volgens een by dereederfi te Nieuwe Pekela, van het Nederlandsch schip „Thalassa," ontvangen bericht uit Rio-Grande, zyn er van dien bodem de kapitein en 4 man verdronken. Het van Rotterdam naar Duis burg bestemde, met stukgoed geladeu yzeren Rynschip „Cornelia," schipper Blewanus, is by Obermorter gezonken. Onrustige nachten hebben, naar de „Prov. Gr. Ct." mededeelt, tegenwoordig de bewoners aan bet benedeneinde van Oude Pekela aan het zoogenaamde Nieuwediep. Daar toch zyn binnen een jaar en binnen een afstand van 3 minuten gaans, reeds 4-maal pogingen tot brandstichting geschied. Één keer is het den daders gelukt, nl. by het buis van mej. de wed Sterrenberg, dat een prooi der vlammen is geworden. Drie keer mis lukte het hun, nl. by het huis van mej. do wed. Linnenkoper, by dat van den heer G. O. Staal en Zaterdag-avond by dat van den landbouwer H. Lubberman. De knecht hoorde omstreeks 11 uren wat geritsel en dacht aan inbraak. Een half uur later was het er weer, en nu hoorde hy 2 personen spreken, waarop de buisgenooten opstonden om te onderzoeken. Zy vonden 10 pannen opgeschoven, en daar was een bof stroo ingestoken, waarvan ook al iets in brand geweest was. Ook lagen er lucifers bJj. Achter in de deur was een gat gezaagd om er tocht by de krygen. Op het hooren der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2