N°. 11226. Dinsdag SO September. A0.1896 i f ï.io: 1.40. 0.05. fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. F euilleton. De leerling van den ouden detective. LEIDSC DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 3 maanden. i Franco per posti s s Afzonderlijke Nommers i I t 4 PRUS DER AD VER TENTTEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officiëele Kennisgevingen. Loting voor de Nationale militie. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het besluit van den heer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid -Holland, van den lSden September 1896, A. No. 2421 (2de afd.), Provinciaal blad No. 54, hondende regeling van de loting voor de Nationale Militie; Gelet op de bepalingen der wet van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), gewijzigd bg de wet van den 4den April 1892 (Staatsblad No. 56), alsook op die van het Koninklijk besluit van den 8sten Moi 1862 (Staatsblad No. 46), gewijzigd bg het Koninklijk besluit van den 22sten Juli 1892 (Staatsblad No. 179); Brengen ter kennis van de belanghebbenden: dat do loting der in dit jaar voor do liohting van 1897 biDnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschrevenen, en alzoo voor hen die geboreB zijn in het jaar 1877, zal geschieden in een der vertrekken van het Raadhnie alhior, en wel: op Donderdag den 8sten October 1896, voor de ingeschrevenen, wier geslachtsnamen, naar alphabetisohe volgorde, beginnen met de letters A, B, C, D, E, F, G eu fl tot en met J. F. VAN HOEKEN; op Vrijdag deD 9den Oetober 1896, voor de ingeschrevenen, wier geslachtsnamen, oaar gemelde volgorde, beginnen mot de lettere H van af D. HOFKES, I, J, K, L, M, N, O en P tot en met N. J. PLDG; en op Zaterdag den lOden October 1896, voor de ingeschrevenen, wier goslaohtsnamon, naar die zelfde volgorde, beginnen met de letters P van af W. POELIEJOE. Q, R, 8, T, U, V, W, X, YenZ; telken dage aanvangende des morgen i te h a 1 f t i e n voorts, dat, gelgk bg art. 83 der wet is bepaald, voor den ingeschrevene, dio niet ia opgekomen, het nommor kan getrokken worden door zgn vader, moeder of voogd, terwijl, ie ook deze niet opgekomen, alsdan het trekken geschiedt door den Burgemeester of het lid van den Raad der gemeente waar de loteling ia ingeschreven; dat, ingevolge art. 34, do opgekomen ingesohrevene, dadelijk Da het trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft, die hij meent te hebben, zullende eohtor het opgeven van deze redenen door zijn vader, moeder of voogd kannen geschieden, zoo dezo tegenwoordig en de ingeschrevene niet opge komen is; wgd6rs, dat tot het opmaken der getuigschriften, vermeld bij art. 53, tot het bekomen van vrgsteljing wegens broederdienst of op grond van te zgn eenige wettige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee bij don burgemeester be kende en to goeder naam en faam staande inge zetenen, die zich icdor voor de waarheid van het daarbg verklaardo, door ruede-onderteekoning, ver antwoordelijk stelleD), de gelegenheid bestaat ter Secretarie dezer gemeente, in de week van Maandag 26 tut en met Zaterdag 31 Oetober aanstaande, van des voormiddags tien tot des namiddags twee uren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, LeideD, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeester. 26 Sept. 1896. E. KIST, Secretarie. Leiden, 28 September. De voorstelling tot opeDing van het tooneel- 8eizoen alhier door de vereenigde Amster- damsche tooneelisten onder leiding van den heer Jos. Van Lier werd in de Stadszaal gisteravond door een betrekkelijk talrijk publiek bijgewoond, dat het den optredenden niet aan soms daverende bewijzen van waar deering deed ontbreken. Het treurspel der smeden: „Rose Kate" boeide de aanwezigen van 't begin tot 't einde en gaf mevrouw Julia Van Lier—Cuypers gelegenheid in do titelrol met hare gaven als actrice te woekeren en haar dramatisch talent te doen bewonderen. Htt publiek geraakte dan ook geheel onder den indruk van haar spel. Na het verschrik kelijke vierde bedrijf trouwens bijna het geheele stuk kan wel op dien naam aanspraak maken werd baar onder luid gejuich een fraaie gevulde, groote bloemenmand aange boden. De Provinciale Vereeniging van Gemeente ambtenaren in Zuid Holland, tevens afdeeling van den Bond van Gemeente ambtenaren in Nederland, hield in cafó „Zomerzorg" te Lei den weder eene algemeene vergadering onder leiding van den heer Van Franck, van Den Haag. Na lezing der notulen en mededeeling van enkele ingekomen stukken, kwamen eerst eenige benoemingen aan de orde. Als lid, om ingevolge art. 11 der Bonds- statuten zitting te nemen iD het Hoofdbestuur, werd aangewezen de heer L. P. Van der Heyden, te 's-Gravenbage, en tot diens plaats vervanger de heer J L Verveen, te Berkel. Als bestuurslid werd herkozen de heerW. A. Couvóe te Oegstgeest. Laatstgenoemde hield daarop een zeer prach tige inleiding over art. 245 der gemeentewet. Nadat Den Haag was aangewezen als plaats voor de volgende vergadering, werd die van nu door den Voorzitter gesloten. Als loden van het Leidscbe Studentencorps hebben zich aangegeven 72 van de nieuw aangekomen studenten. Ned.-Herv. Kerk. BeroepeD is te Ouden hoorn (toez.) en te Koekange, do heer A. Burger, cand. te Leiden. Ook het lid der Tweede Kamer voor Leiden, de heer Bool, moet, naar de „Residentiebode" meldt, te kennen gegeven hebben by de verkiezingen in het volgend jaar niet in aanmerking te willen komen; en naar het „Vad." bericht, heeft ook de heer Viruly Verbrugge te kennen gegeven by de nieuwe verkiezingen te willen aftreden. In de te Voorhout gehouden raadsver gadering is met algemeene stemmen besloten, gunstig te adviseeren op bet verzoek van den burgemeester, den heer J. M. De Kempenaer, om tot 1 Juli 1901 te Lei 'en te mogen wonen. Op een request om vrijstelling van school geld werd afwyzend beschikt. Vervolgens werd met algemeene stemmen de gemeente begrooting voor den dienst 1897 vastgesteld in ontvangst en in uitgaaf op een bedrag van f 7823.14. Tot directeur der Chr. Zangvereeniging te Oegstgeest is benoemd de heer L. Den Ouden aan den Morsch. De loting voor de nationale militie zal, wat de gemeente Voorschoten aangaat, worden gehouden Donderdag 22 Oct. a. s., 's voorm. te halftwaalf te Stompwyk, en wel aan den Leidschendam. ,Er zullen 25 jongelieden aan deelnemen. Te Woubrugge zal Dinsdag 6 Oetober a. 8., van 's voorm. 9 tot 's Dam. 4 uren, de verkiezing plaats hebben voor een lid van den gemeenteraad, in de vacature van wylen den heer A. Visser. Tot directeur der nieuwe zuivelfabriek te Ruinen is benoemd de heer A. Meursing, adj.-directeur van de boterfabriek te Dwingeloo. Voor de vacante betrekking van gemeente architect te Vlissingen, salaris f 1400 met vrye woning, hebben zich 65 sollicitanten aangemeld. De directie der „Nederlandsch-Ameri- kaansche Stoomvaart-Maatschappij" te Rotter dam meldt ons het volgende: „Het is wenschelflk gebleken voor ons dagelyksch verkeer met derden, een korteren dan onzen officièelen naam te bezigen. In verband biermede hebben wy besloten daar voor den naam „Holland-Amerika-iyn" aan te nemen, welke voor het vervolg in al onze gewone aankondigingen en mededeelingen zal worden gebruikt Voor stukken van meer officièelen aard biyft onze officiëele naam „Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart- Maatschappij" uit den aard der zaak behouden. Onze Maat8cbappy-vlag blyft eveneens onver anderd." Een man, niet alleen in muzikale kringen, maar onder gapsch het uitgaande Amster- damsche publiek sedert jaren bekend, is plot seling door een ongelukkig toeval omgekomen. Gistermorgen heeft men in het water van de Stadhouderskade, niet ver van de brug by de Van-Wou-straat, het ïyk van den heer J. F Wedemeyer drijvende gevonden. Zaterdag-avond omstreeks 9 uren had de heer W. zyne woning in de Jacob-Van-Cam- penstraat verlaten, zeggende dat hy nog een wandeling wilde maken, maar zyne buisge nooten bleven tevergeefs op zyn thuiskomst wachten. Biykbaar is by by ongeluk te water geraakt, hetgeen omstreeks 1 uur moet zyn gebeurd, daar het horloge op dat uur is biy ven stilstaan. De overledene was een der veteranen van de Amsterdamsche muzikale wereld. Reeds op 21-jarigen leeftyd begon hy zyn loopbaan in het orkest van Eduard Stumpff in den Parktuin en werd weldra tweede directeur onder Willem Stumpff en al spoedig ook orkestmeester in den schouwburg op het Leidscbe-piein. Toen de Parktuin-concerten ophielden, werd de groole Amsterdamsche Orkestvereeniging gevormd en de directie daar van werd gedeeld door Joh. M. Coenen en Wedemeyer. Vervolgens trad Wedemeyer nog gedurende een jaar op als tweede dirigent van het orkest in het Concertgebouw (onder Ke8) en daarna, na het afbranden van den Stadsschouwburg, als medewerker in het Paleisorkest onder Hol en Coenen. De ïydensgescbiedenis van het Paleisorkest, zegt het „A. H.", ligt zeker nog versch in het geheugen. Toen Coenen aftrad, vormde Wedemeyer weer eene orkestvereeniging, die op verschillende plaatsen met veel succes optrad: in den Parktuin, op de Amsterdamsche tentoonstelling, in het Paleis voor Volksvlyt en nu onlangs weer te Zaandam. En nog dezer dagen had de heer Wedemeyer, altyd onvermoeid, altyd energiek in weerwil van zyn vele tegenspoeden, de concerten in Artis aangenomen. Met den heer Wedemeyer heeft Amsterdam een bekwaam en populair dirigent en hebben velen een hartelyken vriend verloren. De overledene was op 1 Februari van dit jaar 58 jaar geworden. De heer J. Van Oostveen te Middelburg is benoemd tot ambtenaar by de Nod. Zuid- Afrika3nsche Spoorweg Maatschappij. Met groot leedwezen, zegt het „Hbl.", zal door duizenden hier te lande het plotseling overlyden worden vernomen van den heer John Gottlieb Sillem, chef van de firma Hope Co. te Amsterdam, commissaris van de Associatie Cassa, van de Holl. Hypotheek bank, de Holl Sociëteit van Levensverzeke ringen, enz. De heer Sillem was niet enkel bankier, een beursman, maar in de eerste plaats een nuttig burger, die in tal van betrekkingen, vooral by instellingen van liefdadigheid, tyd en moeite voor zyn medemenschen, hoofd- zakeiyk voor misdeeldeD, ten beste gaf. Vele jaren is by in het bestuur der Gasthuizen, van de Spaarbank voor de stad Amsterdam, van de instellingen voor Blinden geweest. Hy was ook voorzitter van het Ned. Byöelgenoot- schap, voorzittend-directeur der Maatschappy voor Volkskoffiehuizen, van de Luthersche Diaconessen inrichting, van de Rynsche zen ding enz. enz. en was lid van het kerkbestuur der Luthersche gemeente. Reeds sedert jaren was hy chef van het huis Hope en Co. te Amsterdam; in die qualiteit heeft by nog onlangs den lande be- langryke diensten bewezen door zyne mede werkiDg tot het welslagen der conversie. Da heer Sillem was 59 jaar en verheugde zich in eene goede gezondheid; zyn hart was niet geheel normaal, maar aan een eigeniyke hartkwaal scheen hy niet te ïyden. Toch moet dat wel het geval zyn geweest, daar anders zyn plotselinge dood, in eene vergadering van een zyner vele liefdadige vereenigingen, Zater dagmiddag te zynen huize gehouden, moeilijk verklaarbaar is. Ten raadhuize te Rotterdam vergaderde Zaterdag de commissie uit de provincie Zuid- Holland tot het aanbieden in het jaar 1898 van een nationaal huldeblyk aan H. M. de Koningin-Regentes. Besloten werd tot het oprichten van sub- commissiën in de verschillende gemeenten der provincie Zuid-Holland. Eere-voorzitter der commissie is de burgemeester van Rot terdam, eerelid de burgemeester van 's Gra- veQbage; voorzitter de heer M. M. De Monchy, penningmeester de heer A. Van Hoboken van Cortgene, secretaris de heer W H. Van Oordt Hartz De minister van financiën herinnert belanghebbenden aan de bepalingen van de koninklyke besluiten van 14 November 1869 (Staatsblad No. 168) en van 8 April 1895 (Staatsblad No. 41), waarby hun de verplichting is opgelegd, zich vóór of op 15 November tot het departement van financiën te wenden ter verkryging van de huweiyksgelden uit het fonds der Vrouwe Clara Jansdr. van Spar- woude, wordende onder hunne aandacht ge bracht dat de uitkeering van die gelden slechts plaats heeft „ten behoeve van die personen, wier huwelyk niet langer dan drie jaren vóór do aanmelding heeft plaats gehad en en welke te dier zake nog geene uitkeering hebben genoten." De by het 2de regiment huzaren tot kolonel benoemde luit.-kol. jhr. A. W. Van der Wyck biyft te Venloo in garnizoen. De Rykscommissie tot het examineeren van machinisten aan boord van koopvaardy- schepen heeft in hare zitting te Rotterdam uitgereikt: het diploma B aan H- Bauer, J. Karroman, J. C. Ter Bruggen en H. B. F. Brand, het diploma A aan J. Fenenga, J. C. T. Blom en J. Hoekstra. 8 candidaten hadden zich aangemeld; één candidaat trok zich terug. Het eerstvolgend examen zal aanvangen op 24 November te Amsterdam. Voor de betrekking van leerares in de wiskunde aan de middelbare meisjesschool te Dordrecht is de volgende aanbeveling opge maakt: lo. mej D. B. Van Malsen, werk zaam aan de middelbare meisjesschool te Groningen; 2o. mej. E. M. T. Gerritsen, werk zaam aan eene meisjeskostschool te Doesburg. Naar wy vernemen, zal de luit.-kol. Van Schermbeek eerstdaags bevorderd worden tot kolonel plaatselyk commandant, met bestem ming voor 's-Gravenhage. Gisteren had in de Remonstrantsche kerk te Utrecht een niet alledaagsche doop plaats. De zoon van den predikant dier gemeente, dr. H. L. Oort, werd in eene godsdienst oefening, geleid door zyn grootvader, den Leidschen hoogleeraar dr. H. Oort, gedoopt door zyn over-grootvader, den 87-jarigen predikant by de Hervormde Gemeente van Den Haag, ds. H. L. Oort Hzn. De Staatscourant van 27/28 dezer bevat den tekst van het wetboek van Burgeriyko Rechtsvordering, zooals die is gewyzigd in verschillende wetten, laatsteiyk by de wet van 7 Juli 1896 (Stsbl. 103). De bekendmaking van dien tekst is, op do voordracht van den minister van justitie, gelast by komnkiyk besluit van 16 dezer (Stsbl. 156). De minister van waterstaat, handel, en nyverheid brengt ter algemeene kennis, dat ten gevolge van de opheffing van de halto VeDenburg van den spoorweg van Amster dam naar Rotterdam, met ingang van 1 Oetober a. s., het haltegebouw to Venenburg op zyn last zal zyn gesloten en dat op den zelfden dag op genoemden spoorweg aan den Delfweg eene halte, genaamd Lisse, geopend wordt voor vervoer van reizigers en goederen en aan de Hillegommerbeek eene halte, ge naamd Hillegommerbeek, voor het vervoer vaD reizigers en bestelgoederen. Als candidaten voor de Tweede Kamer (vacature-Haffmans te Venloo) worden door de „L K." nog genoemd de heeren Ch. Houben, burgemeester van Venloc en Quaed- vlieg, oud-inspecteui by de Staatsspoorwegen. De heer G. Wind, ingenieur by den provincialen waterstaat van Groningen, heeft tegen 1 Januari a s. zyn ontslag aangevraagd. De „Pr. Gr. Ct." kan thans mededeelen, dat het Groene Weeshuis te Groningen, van wylen den heer K. Bossien een zuiver kapitaal heeft ontvangeD van f 250,000. Do successie rechten bedroegen f 43,000. Het bestuur van het weeshuis heeft besloten voortaan geen steun van de diaconie, zynde pl. m. ƒ4000 per jaar, meer te vragen en de driemaande- ïyksche collecten, welke per jaar 1000 op brachten, te staken 4) „Het spyt my; ik dacht, dat ge my nadere inlichtingen hadt kunnen geven; ik zou nu echter gaarne uw brandkastje nog eene willen zien." Hy zag, dat zy als in wanhoop de handen wrong. Waar is de brandkast?" vroeg hy. „Hier," antwoordde de bankier, een peluchen kleedje opslaande. „Kent u de constructie?" „Neen, alleen myn vrouw kent die, niet waar, lieve?" Mevrouw Livingston, die zich in een stoel had laten ziDken, knikte toestemmend. „Wil u zoo goed zyn het voor my open te maken, mevrouw?" Haafe handen beefden, toen zy gehoor gaf aan zyn verzoek. „Ziet gy eenige wanorde?" Het duurde lang eer ze genoeg kracht had om te antwoorden: „Neen, ik zie niets." „Mag ik die enveloppe eens zien?" Zy nam een klein gouden sleuteltje van haar horlogeketting en opende daarmede een lade in het brandkastje. Nick ging met de enveloppe, die zy hem overhandigde, naar het raam. Een blik er op zeide hem, dat die opengemaakt was geweest; een ontdekking, die hem echter volstrekt niet verbaasde. „Wat is dit?" riep hy, groote verbazing veinzend. Een uitdrukking als van pyn vloog over het gelaat van mevrouw Livingston. „Neen, toch niet," vervolgde Nick, „ik meende eerst, dat de enveloppe open was geweest; bet spyt my, dat ik my vergiste, want dat zou de schuld v'an uw dochter zeer verminderd hebben." „Myn dochter is in ieder geval onschuldig," jammerde de bankiersvrouw. „Ik ben hier niets wyzer gewordeD," aldus wendde Nick zich tot den vaderlaat my nu nogmaals uw brandkast zien. Uw vrouw schynt zeer aan haar dochter gehecht te zyn," merkte Nick op, toen hy weer in de bibliotheek was. „Zy beminnen elkander bartstochtelyk; er moet hier ergens een verschrikkeiyk geheim schuilen." „Heeft uw dochter ook iemand, die speciaal voor haar dienst is aangewezen?" „Ja, ik zal haar u zenden." Eenige oogenblikken later kwam een aardig Iersch dienstmeisje binnenbaar verwonderde oogen waren rood geweend. „Kitty, heeft mynheer Livingston u gezegd, dat ik een detective ben?" „01" riep ze, verschrikt terugdeinzend. Nick zag, dat slechts het feit was, van tegenover zoo'n gevreesd persoon to staan, dat haar beangst maakte. „Men heeft myn hulp Ingeroepen om Miss Mabel te vinden en nu verwacht ik van u eenige aanwyzingen." „Ik hoop, dat ik u die geven kan," zeide ze, snikkend. „Als ge my maar alles vertelt, wat juffrouw Mabel gistereD gedaan heeft. Hebt gy een goed geheugen? Want vóór alles wensch ik, dat uw antwoorden nauwkeurig zyn. Hoe laat heeft zy haar woning verlaten „Omstreeks drie uren." „Wat deed zy dien morgen?" „Zy heeft zitten lezen in baar kamer, totdat do heer Livingston haar beneden riep; daarna is ze weer gaan lezen tot aan de koffie." „En ging ze toen weer dadeiyk naar haar kamer?" „Ja, mynheer." „En bleef ze daar tot ze uitging?" „Neen, mynheer; om twee uren is zy een half uurtje weg geweest." „Waar naar toe?" „Dat weet ik niet." „En toen ze terugkwam, wat deed ze toen?" „Ze zond my uit om borduurzyde te halen en toen ik terugkwam, was ze verdwenen. De knecht zeide, dat ze juist was uitgegaan en ik herinner me, dat ik toevallig op de klok keek. Het was even over drieën." „En kunt ge niet bedenken, waar zy kan zyn heengegaan?" „Neen, mynheer; ik denk, dat haar een ongeluk was overkomenze was zoo goed," besloot Kitty snikkend. Vrees maar niets, beste meiddood is zy in geen geval. Vraag nu den heer Livingston nogmaals hier te willen komen." „Wat deedt gy gistermiddag?" vroeg Nick dezen. „Dadelyk na de koffie begaf ik my naar myn kantoor, om eerst te vyf uren thuis te komen; daarna...." „Meer verlang ik niet te weteD, nu wilde ik uw vrouw nog vragen of Mabel gisteren deD heelen dag by haar is geweest." „Daar kan ik u op antwoorden, dat zy Mabel gisteren geen oogenblik heeft gezien." „Kan ik uw kassier in de Bank vinden?" „Tot vier uren; na het eten zal hy onge- twyfeld hier komen." „Waar woont hy?" „21 East Fifteenth Street." „Dank u; goeden dag." „Zyt gy nu veel wyzer geworden?" „Niet veel; zoodra ik iets naders weet, zal ik u dit berichten. Gy kunt uw gansche vertrouwen in my stellen." „Ik geloof zeker, dat mevrouw Livingston wist, dat de brandkast bestolen was," mom pelde Nick, terwyi hy de stoep afging. „Naar Seventeenth National Bank," beval hy den koetsier. „Wat weet ik nu eigeniyk?" vroeg hy zichzelf af, terwyi hy achterover leunde in het rytuig. Ik ben ten eerste vast overtuigd, dat Mabel die kast niet geopend heeft op de instructie, die zy van haar vader gekregen had, maar wel na lectuur der enveloppe, en ongetwyfeld heeft haar moeder haar daarby geholpen. Dit staat by my vast: Mevrouw Livingston weet van de zaak af en heeft er denkeiyk haar hulp by verleend. Zy weet waar het geld is, maar waar haar dochter zich bevindt, is haar onbekend." Nick grinnikte reeds van pleizier by het idee alleen dat de zaak zooveel ingewikkelder was dan hy gedacht had. By de Bank ge komen, vroeg hy naar den kassier, waarop men hem in diens kantoer bracht. „U komt zeker als detective?" vroeg deze, daar hy dikwyls Sim Carter in zyn betrek king sommen gelds had uitbetaald. „Ja, er zyn enkele bankbiljetten van duizend dollars gestolen en nu wilde ik trachten hier te telephoneerenwat gaat ge nu doen?" De kassier was plotseling uit het vertrek gesneld, om dadelyk daarop terug te komen met een biljet van duizend dollars in de hand. „Dit is geen half uur geleden gewisseld; kent ge de nummers?" „Neenhebt gy den persoon gezien, dio er mede kwam?" „Neen, ik zal den persoon lateB roepen, die het geld uittelt." „Mynheer Sharp", zeide hy, toen deze heer binnenkwam, „kunt u u ook herinneren wie dit gebracht heeft?" „Ja; omdat het zoo'n groote som was, hob ik hen eens goed aangekeken." „Waren het dan twee; kunt ge ze mo be8chryven?" „Dat zou ik denken; zy was misschien achttien of twiDtig, beneden middelmatige grootte, een lief onschuldig gezichtje met groote blauwe oogen en een mooien mond met roode lippen, waariyk oen allerliefste verschyning. Zij droeg een sealskin manteltje en een bruin mutsje." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1