baanden, ^óór nog de brandweer ter plaatse
sjja kon, had by reeds een beduidenden om
vang gekregen.
Hoogst vermoedelijk ontstaan op de eerste
verdieping van pand No. 51 in het Hang, in
gebruik by den heer A. Samatowsky, eige
naar van het crediethuis „Au Bon Genie",
tevens bewoner van het aangrenzende huis,
hetwelk met deze verdieping door middel van
een deur gemeenschap heeft, breidde by zich
van daar over de tweede en derde verdieping
nit, welke laatste in gebruik zyn by den heer A.
A- Collenteur, firma A. Kleykamp, die er zyne
mandenmakery heeft. Zeer veel licht en fel
brandbaar materaal was hier aanwezig. De
eerste verdieping diende tot alles wat tot
het beddenvak behoort.
In het benedenhuis bevindt zich de winkel
van gasgloeilicht toestellen van den den heer
Bonheur. Hoewel de^-vlammen hoofdzakelyk
het dak en de bovenste verdieping uitsloegen,
brandden inwendig de andere verdiepingen
evondeels uit. Een verstikkende rook belette
evenwel eene nauwkeurige opneming.
Het dak met den zolder ging totaal ver
loren, doch voor verdere uitbreiding van den
brand bleef men gespaard, dank zy bet vooral
in den beginne krachtdadig optreden van de
brandweer.
Daar het paod aan de achterzyde aan het
water grenst en het Hang zeer smal is, kon
de brandweer zich mpeilyk bewegen. Niette
min was de brand om 2 ur6n gebluscbt. De
derde etage is geheel uitgebrand. Er waren
vyf spuiten in werking.
De heeren A. A. Collenteur, S. Samatowsky
en J. Bonheur zyn allen tegen brandschade
verzekerd. De gezamenlyke hoofdlieden en een
zeer talryk personeel waren in het Hang ver-
eeDigd, terwyi er ondanks het nachteiyk uur
veel publiek was byeengekomen op den Stei
ger, van waar men het beste gezicht op den
brand had.
De schade is belangryk. Zoowel de inboedels
als het huis hebben geducht geleden. {N.R G.)
Voor het kantongerecht te
Haarlemlemmermeer verscheen deze week
Wilhelmus Van der Aa, van Hillegom. Hy
werd beschuldigd wegens loopen op verboden
gTond, en wel in een tuin van de Protestant
scbe armen aldaar. Joh. Van Til, Bloem-
kweeker te Hillegom, had dien tuin in huur,
en kon niet gedoogen dat Van der Aa, den
tain als wandelpad gebruikte.
Voor deze overtreding werd geëischt 3
boete of 3 dagen hechtenis.
Voor straatschenderij te Leimuiden stonden
terecht: 1. Abram Verzaal, 2. Cornells Ber
nard, 3. Leendert Brusse, 4. Johannes Van
Westerhuizen, 5. Johannes Schouten. Zy had
den op de brug gezeten en deze beschadigd.
Als getuigen werd gehoord, de heer
Nlaber, burgemeester, die zeide dat het meer
dan erg was met de straatschenderyen in
genoemde gemeente. De last die men van
deze jongens had, was meer verbazend; voorts
werden nog geboord P. B. Koegler en J.
De Ryk, die beiden het verbaal bleven hand
haven.
Do beklaagden hadden natuurlyk weer ver
ontschuldigingen, maar het baatte niet. De
ambtenaar van het Openbaar Ministerie eischte
tegen den lsten beklaagde 6 boete of 9
dagen hechtenis; tegen den 2den 1 of 1 dag;
tegen den 3den ƒ4 of 3 dagentegen den
4den dezelfde straf en tegen den laatsten ƒ4
of 4 dagen.
Wegens overtreding van art. 15 der jacht
wet verschenen: lo. Joh. Jac. Loogman, 2o.
Wilhelmus Loogman en 3o. Albert van Nieuw
koop, allen van de Kaag.
Zij werden beschuldigd onder de gemeente
Alkemade, in vereeniging, wilde eenden te
hebben bemachtigd onder een net.
Als getuigen werden gehoord Boudaan en
W. Verhoog van de Kaag; deze verklaarde,
dat zy vermeenen gezien te hebben dót be
klaagden aan het vaDgen waren van wilde
eenden op don 26sten Juni en toen zij getuigen
zageD, gingen z\j weg, en gooiden twee zakken
weg, die do r getuigen in beslag werden ge
nomen. De eene zak bevatte vier wilde eenden,
de anderen de notton waarin zich nog eenden-
veeren bevonden.
Beklaagden ontkenden pertinent.
De laatste zei, dat alles leugen was wat de
beëedigde ambtenaar vertelde.
De kantonrechter riep hem tot de orde, en
de ambtenaar van het O. M. eischte tegen
ieder 30 boete of 8 dagen hechtenis, met
verbeurdverklaring van de netten.
Jan Van Brienen, van Lisse, had een aan
klacht ingediend tegen Piot Van der Zon aldaar,
omdat een pink in zyn tuin had geloopen,
en daar wortelen had opgogeten; beklaagde
stelde een civiele vordering in van 10.
Do ambtenaar ontzegde de vordering maar
eischte 3 of 3 dagen.
De bank der beschuldigden werd nu bezet
door een vyftal hoeren uit Hillegom. Zij had
den burengerucht gemaakt in den nacht van
20 op 21 Juli.
Beklaagden ontkennen allen. Zy hadden
dien nacht een fuif gehad omdat viiend Om-
stede toen juist bruidegom was, ze haddtn een
Eogelsch lied gezongen in een tuin, maar van
bureugerucht kon geen sprake zyn, ze hadden
ook wel hard gesproken, maar dat kwam om
dat vriend Omstede, hardhoorend is.
Vriend Omstede, die ook als bekl. stond,
verklaarde dat de veldwachter alles onder
eede loog. De Ambtenaar geloofde dat niet,
maar eischte 1 of 1 dag.
Wegens dronkenschap werd Groenentwoud
van Alkeniade, by verstek veroordeeld tot 20
boete en 1 jaar opzonding naar een Werkin
richting.
Uitspraak in boven gemelde z.iken 1
Oct. a. s.
Met toestemming van den chef
van den Generalen Staf werd heden een af
standsrit voor militaire wielry;ers gehouden
van Wiüterswyk naar 's-Gravenbagi. Da afrit
had plaats hedenochtend te 5 uren. De keuze
van den weg werd aan ïoderen ryder vryge-
laten. Van de plaats van afrit zyn vetrokken
naar Den Haag de volgende militaire wi lry ders
A. L. Couvée, over Doetinchem, Doesburg,
Arnhem, Ede, Utrecht, Leiden. Hy passterde
Arnhem te 8 u. 21 m.
P. L. Thierens, over Zutfen, Amersfoort,
Utrecht, Gouda. Hy arriveerde te Zutfen 7 u.
30 min.
G. v. Ede, over Arnhem, Utrecht en Gouda.
Aankomst te Arnhem 9 u. 30 min.
J. P. Smit, over Arnhem, Ede, Utrecht,
Woerden, Leiden. Hy kwam te Arnhem S u.
31 min.
Het aanzienlyke tijdsverschil tusschen de
verschillende aankomsten wordt toegeschreven
aan den toestand van door enkelen genomen
grindwegen, ten gevolge van de hevige regens
der laatste dagen.
Er was hedenvoormiddag in Den Haag nog
geen bericht ontvaDgen of de militaire wiel-
ryders A. Kluyver en S. Van Berkel, die
hunne medewerking hadden toegezegd, aan
de plaats van afrit verschenen waren.
Als plaats van melden in Dan Haag was
de hoofdwacht op het Buitenhof aangewezen.
De president, de heer Bergsma, en de alge-
meene secretaris van den Alg. Ned. Wiel-
ryders-Bond, de heer J. C. Burkens, bevonden
zich daar ter plaatse voor de ontvangst der
telegraphische berichten uit de voornaamste
stations, die de estafetten passeerden en ter
begroeting van de aankomenden.
De 1ste luitenant van het reg. gien. en
jagers jhr. Teding van Berkhout, belas, met
den militairen wielrydersdimst by de troepen
in Den Haag, toekende den reiswyzer aan de
hoofdwacht af.
Volgens nader bericht uit Ier-
seke zou schipper D. Kvan wiens ongeluk
to Antwerpen in ons 2de Blad mtldiDg wordt
gomaakt, waarschyniyk Dinsdagmorgen, en
wel in de sluis te Willebroek, verdronken
zyn. De knechts werden om halfzes gewaar
schuwd, dat er om halfdrie iemand te water
was geraakt. Die kennisgeving kwam vry
laat. Spoedig werd het lyk opgevischt, waarop
nog 40 gevonden werd, doch de portemonnaie
was verdwenen. Uiteriyke teekenen van ge
weldpleging waren niet te bespeuren.
De rechtbank te Amsterdam
heeft gisteren Smit, die terechtstond wegens
moord op zyne vrouw, veroordeeld tot 2 jaren
gevangenisstraf. De eisch was 8 jaren.
Donderdag is aldaar in arrest genomen een
vrouw van verdachte zeden, Rika Scherraacher
genaamd en wonende in de N.-Z. Armsteeg.
Zy moet in een twist met een andere vrouw,
Maria Oosting, deze zoo zware verwondingen
hebben toegebracht, dat zy kort daarop is
gestorven.
Als deskundigen in deze zaak zyn benoemd
de doctoren G. Waller en G. W. Jacobi aldaar.
De rechtbank te Dordrecht heeft
G. E. H., te Sliedrecht, wegens belee-
diging van H. M. de Koningin-Regentes, ver
oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf.
Door de uitgevers van het socia-
listiseh weekblad „De Volkstribuun" te
Maastricht, die wegens smaadschrift, aan
zokeren Schuttelaar aangedaan, veroordeeld
waren, werd het bedrag, zynde met de loo-
pende kosten circa 300, betaald, zooiat do
faillietverklaring door de rechtbank werd
opgeheven.
Gistermiddag omstreeks 1 uur
is te Geertruidenberg een artillerie-voertuig,
bespannen met 2 paarden, uit Breda, door
het te kort om een hoek ryden te water ge
raakt. De bereider had de kordaatheid onder
water de strengen los te snyden, waardoor
de paarden konden worden gerod. Hy bekwam
echter zulke ernstigs hoofdwonden, dat hy
zich naar het hospitaal te Breda moest be
geven.
Donderdag-avond om vyf uren
ontlastte zich boven den Lacgendyk een hevig
onweder. De bliksom sloeg in don toren van
do kerk te Oudkarspri, waarvan de spits
werd afgeslagen. Aan ae kerk word ook nogal
schade toegebracht. Mede werden drij buizen
getroffen, echter zonder brand te veroorzaken.
Van een dezer huizen word het dak vernield.
Op de villa „Anna" van den heer
J. L. Havelaar aan den Vyverweg te Kra
lingen is Donderdag volgens de „N. R. Ct."
door een aantal straatsiypers een hond zoolang
gesteenigd totdat het dier bezweek.
Do 1 4 j a r i g e Soeters, die by den
brand in do Lunem te Schiedam, ernstige
brandwonden bekwam, is gistermiddag over
leden, zoodat deze ramp thans twee slacht
offers heeit geöischt.
Do Noordwesteiyke stormon
joegen Donderdag het water spoedig over
den dyk van het eiland Marken, die op
sommige plaatsen slechts 1.20 M. boven A.
P. ligt. Het water steeg tot ruim 1.6 M.
boven A. P zoodat het geheele oiland weldra
vol liep. Deze onverwachte gbbeurtenis is
des te meer te betreuren, nu een grooto hoe
veelheid hooi daarmee is verloren geraakt.
Gistermiddag zag men van den
dyk te Volendam een schip in nood in de
Zuiderzee; het bleek te zyn de tjalk van den
schipper C. Assen te Wieringen. Een bolter
van J. Mol te Volendam verliet onmiddellijk
de haven en het mocht den kloeken schipper
gelukken C. Assen, diens twee dochters en
den knecht behoudon aan wal te brengen.
Te Praag is een werkstaking
uitgebroken onder het personeel van de werk
plaatsen der Staatsspoorwegen.
Een ernstig spoorwegongeluk
heeft eergisteren plaats gehad op den Great
Eastern spoorweg, 15 mylen van Peterborough.
Do sneltrein uit Harwich naar het noorden
is met een pltiziertrein uit Cambridge in
botsing gekomen. Vier rytuigen, alsmede de
machines der twee treinen werden vernield;
een jong meisje overleed kort na hot ongeluk,
en 21 andere personen worden gekwetst,
waaronder 6 ernstig.
De gezant der Vereenigde Staten
to Parys, Eustis, had gisteren een onderhoud
met minister Hanotaux over de quaestie van
Tyüan's uitlevering.
Het bericht omtrent de moorden
te Eguin door de Koerden wordt bevestigd.
Het aantal dooden moet 800 bedragen. De
Kaimakan heeft aan de plundering deel ge
nomen.
Men schry ft van Terschelling:
Het op de punt van Boonrif by paal 29
gestrande schip is vermoedeiyk een Fransch
viermast stoomschip, genaamd „Hugo" met
ballast van Bremershaven naar Liverpool. De
equipage, bestaande uit 18 man, is afgebracht
door de reddingsboot van Ameland en eigen
boot en aangebracht te Ameland. Het schip
is lek.
De reddingsboot van Oosterend is ook een
paar malen in zee geweest, doch de beman
ning had toen reeds het schip verlaten.
IJ m u i d e n, 25 S;!pt. Het stoomschip „Iris,"
alhier aangekomen van Fredriksbamn, heeft
met zwaar stormweer te kampen gehad. Een
deel van den deklast ging verloren terwyl het
schip ook eenige dekschade heeft beloopen.
N i e u .w e d i e p, 25 Sept. Het Duitscbe stoom
schip „Jupiter," van Nerva naar Zaandam, is
hier binnengeloopen met gebroken bazaans-
mast en verlies van een deel van den deklast.
VIie, 25 Sept. Alhier zyn aangespoeld 131
platen gemerkt W en Raw, benevens 252
stuks stuwhout.
Londen, 25 Sept. De Nederl. Schoener
„Harmanna" kapt. Veldman, van Drammen
naar B.-.penburg, is vol water op de lacing
drijvende te Risoer aangekomen.
Bremen, 25 Sept.: Volgens rapport v.;n
het reddingsstation Helgoland, heeft de red
dingboot „Dora" op 24 dezer in 3 toeren 9
personen gered, n. 1. 3 van een lichter en 6
van 2 Nederlandsche tjalken.
Terschelling, 24 Sept.: De schuit „TS.
57," welke beden door den storm werd ver
brijzeld, had een voorraad dynamiet in, welke
men zou gebruiken by het opruimen van het
wrak der „Lutino." Rondhout en a iktrs van
het vaartuig zyn hier aangebracht. Het lag
ver van het eil.nl op de Buitenreede.
T ess el' 25 Sept. By den strandvonder is
aangebracht eene grooto party op zoo opge
vischt hout, bestaande uit 97770 duigen, 97
platen merk H-f-C=:, 128 battings mei k
HC, 789 platen en battings van verschil
lende lengte.
Ook is by het fort „De Oudeschans" naby
Oudeschild een wrak aangespoeld.
Zaalt-Buddenborg c. a.
Het getuigenverhoor in de zaak Budden-
torg c. a. is gisteren voor de arrondissements
rechtbank te Haarlem den geheelen dag
voortgezet.
De eerste getuige was er een a décharge,
de heer J. W. Schut, expediteur, te Am
sterdam.
Get. had aan beklaagde Buddenborg tien
duizend gulden geleend tot uitbreiding van
zyn zaken. Meermalen heeft Buddenborg hem
gezegd, dat hy bevreesd was voor dadeiyk-
heden van Van Waveren, die zyn boeken al
eens had medegenomen en daardoor zyn han
del had belemmerd. De heer Van Waveren
heeft get. er toe aangezet om het Buddenborg
lastig te maken, reden waarom get. den btkl.
dan ook voor Van Waveren heeft gewaar
schuwd.
Deze getuige verhaalt nog, hoe Donderdag
morgen Buddenborg de hand, die de heer Van
Waveren hem toestak, geweigerd heeft.
Daarna werd als getuige-deskunöige gehoord
de heer P. H. Van Waveren Hzn., gemach
tigde van mevrouw Van Pappelendam, dia
op een reeks van vragen van Buddenborgs
verdediger mededeelt, dat hy in December op
Buddenborgs kantoor namens mevrouw Van
P. de boeken in beslag heeft genomen, van
verschillende buitenlandsche klanten van B.
heeft geschreven, dat hy, Van Waveren, voor-
loopig de zaak beheerde en dat dus aan hem,
niet aan Buddenborg betalingen moesten ge
schieden. Gevolg da .rvan was, dat verschil
lende van deze klanten aan B. schreven, dat
zy hem niet zouden betalen.
Get. beeft ook by Serné de by nacht ver
overde bollen gezien en geconstateerd, dat
die door het vervoer zeer hadden geleden.
Op de vraag of zij moer zoudon hebben
opgebracht, wanneer zy in het voorjaar te
vtld staande waren verkocht, antwoordde got.
bevestigend „behalve misschien eon paar ge-
meene soorten als de baron Van Tuyil en
andere." (Hilariteit).
Onder de volgende getuigen waren er drie,
die door Buddenborg kort vóór zyn faillisse
ment, waren uitbetaald in den vorm van bollen
of van koemest; dan de eigenaar van het
villaatje te Vreeland waar Buddenborg eenigen
tyd onder den valschen naam van Van den
Borg hoeft gewoond.
Buddenborg evenwel ontkent, dat hij dien
valschen naam heeft opgegeveneene van de
twee dames, die hy by zich had, noemde op
de vraag van den huiseigenaar den naam
Van den Berer.
n
Evenzoo loochent Buddenborg, dat hy het
huurcontract heeft onderteekend met den
naam Van den Berg, hoewel die onderteeke-
ning volkomen gelykt op Buddenborg's hand
schrift.
De huiseigenaar kon ook niet met zekerheid
zeggen, dat Buddenborg het onderteokend
heeft, want toen hy er mee kwam, nam de
zoogenaamde Van den Berg het contract in
een andere kamer mee en bracht het van daar
uit geteekend terug.
Buddenborg beweert, dat een van de dames
het stuk toen onderteekend heeft. Het was
in Freeland blykbaar meer „mevrouw"' dan
meneer Van deh Bsrg, die optrad. Zoo hoeft
zip o. a. het formulier van verandering van
woonplaats ingevuld, toen zy met Buddenborg
naar Engeland zou vertrekken. Mevrouw gaf
het geld uit en zelfs de dienstbode heeft nooit
gezien, dat deze geld kreeg van den heer des
huizes.
Van den inboedel der villa is een gedeelte
verkocht en de rest naar Haarlem getrans
porteerd.
De namiddag-zitting was eveneens byna
geheel aan het hooren van getuigen gewyd.
Het waren een reeks van getuigen a décharge,
waarvan er op requisitoir van den officier van
justitie drie niet werden gehoord, omdat ze
in te nauwe familiebetrekking tot de beklaag
den stonden: een broer, een schoonzuster
en een eigen zuster van den beklaagde Serné
de laatste is de zoogenaamde mevrouw Van
don Berg, waarvan in dit geding sprake is.
Dit verhoor beteekende weinig. Het strekte
hoofdzakelyk tot het aantoonen, dat een ge
deelte van Buddenborg's bollenkraam, die aan-
vankeiyk zou geveild worden, maar door
de tusschenkomst van den heer Van "Waveren
als mevrouw Van Pappelendarns zaakgelas
tigde, niet is geveild, maar veel later te gelde
gemaakt, daardoor zeer in waarde is ver
minderd, wel een paar duizend gulden, naar
de cirecteur van de veiling verklaart. Soms
dechargeerde een getuigenverklaring de be
klaagden volstrekt niet. Zoo was er een zekere
Damen te Hillegom, die aan Buddenborg land
verhuurd had, maar dat graag weer terug
hebben wou. „Want," zei hy$» „de bollen
werden verduisterd en Buddenborg deed zoo
raar. Hy boweerde wol, dat de bollen, die
naar HeemsteJe gingen, ook weer terug zou
den komen, maar dat is niet gebeurd, dus
Nadat den curator, die in dit procos bly-
ken gaf dat hy volkomen van de za^k op
de hoogte was, doop rnr. Biederlack nog eenige
vragen waren gedaan, was het getuigenver
hoor geëindigd en begon de president de
beklaagdeo te ondervragen.
Allo drie loochenden standvastig alle schuld.
Buddenborg, de hoofdpersoon in de geheele
zaak, beweerde, dat hy in September 1893
niet wist, dat zyn toestand financieel zoo
slecht was. Van de juiste positie kon by zich
geen rekenschap geven, omdat zyn boeken
weg waren en hy derhalve in zyn zaken
belemmerd werd, maar hy had op dat oogen-
blik een grooto bollenkraam en meende met
een weinig inspanning de tydelyke financiëele
moeilijkheden weder te boven te zullen komen.
De verkoop aan De Groot was maar een
schynverkoop, de zendingen bollen naar Heem
stede geschiedden by nacht, omdat ze dan
zoo kort mogelyk in de zakken behoefden te
biyven en met het plan, dat Buddenborg ze
lator to Londen vorkoopen zou. (Intusschen
heeft Serné ze in Oct. te Haarlem geveild).
De Groot geeft niet toe, dat hier slechts
een schynverkoop was. Hy beweert, dat hy
een en ander van Buddenborg heeft gekocht
tot dekking van een vordering, die by op
Buddenborg had. Scherp ondervraagd, werd
hy steeds onduideiyker in zyn verklaringen
en kon ook niet best zyn vordering motiveeren.
De officier van justitie legde een briefkaart
van dezen bekl. aan Serné over, waarin staat
„De scheltrist kunt ge laten halen, my dan
het kastje met de laden", een uitdrukking,
zeide de o.'ficier, welke doet denken aan twee
dieven, die de buit deelen. Voorts bestaat er
een brief van Buddenborg uit Londen aan De
Groot, waarin hy schrijft te hebben vernomen,
dat er beslag is gelegd op het kantoor en
daarover zyn verwondering uitdrukt, omdat
toch alles aan De Groot toebehoort.
Serné was evenmin duidelyk in zyn ver
klaringen. Hem werd er op gewezen, dat het
wel zeer vreemd was, dat by Buddenborg's
boeken Zondagnacht naar diens adres te Londen
had verzonden, terwyl hy volgens zyn eigen
verklaring Zaterdag daaraan voorafgaande
wist, dat Buddenborg's faillissement uitge
sproken, De Groot gearresteerd was en Bud
denborg gezocht werd. Hy tracht zich hieruit
to redden met de verklaring, dat niot hy,
maar zyn zuster die boeken verzonden heeft.
Hy kende Buddenborgs adres niet eens.
Het was halfvyf toen de officier van justitie
met zulk een verzameling bescheiden (wissel-
papier, een aanteekenboekje van Serné met
notities daarin van Budd.nborg en dergelyke
meer) aankwam, waarvan Z.E.A. voorlezing
wenschte, dat de president de zitting schorste
tot hedenmorgen.
KOLONIËN.
BATAVIA, 22-25 Aug.
(Nederlandsche Mail.)
ATJË1I.
De Bataviasche bladen bevatten weinig
nieuws over Atje'n. Wol hebben zoowel de
„Java-Bode" als het „Bat. Nieuwsblad" een
uitvoerigen brief over den tocht naar Lepong,
maar aangezien de tocht zoo kalm afliep,
staat er weinig belangryks in.
Verder bevatten de bladen de volgende
teleeraromen
Kota-Raöja, 24 Augustus.
De troepen hebben Passer Saraahani bezet.
Het twaalfde bataljon heeft een doode en
12 gewonden.
Kota-Radja, 25 Augustus.
Toekoe Bald is zooeven gevangengenomen
en te Kota-Radja aangebracht.
De troepen bivakkeeren by Indrapoeri.
Het verlies aan onze zyde is onbeduidend.
Regeering s-telegra ra.
Buitenzorg, 26 Augustus.
Eergisteren is van Lambaroe uitgerukt
naar Tjot Basatoel.
De tegenstand was betrekkeiyk gering.
Te twee uren werd het bivak betrokken
te Passar Samahani Lamara en Tem Lok,
waarna by den vyand meer actie werd be
speurd.
De excursie zou gisteren worden voortgezet
tot Gló Kambing en Indrapoeri.
Onzerzijds is gesneuveld korporaal Wilhelmi.
Gewond werden twaalf minderen.
De vyand liet in een versterking zes en
later nog vier dooden in onze handen.
In de „Jav.-Ct." van 22 Aug. leest men
Na de afsluiting der mededeelingon be
treffende Atjeh in het nummer van 18 dezer,
werd van den wd. civiel en militair gouver
neur van 'Atjeh en Onderhoorigheden bericht
ontvangen, dat gedurende zyn afwezigheid
naar Lepong en Lehong de volgende excur
sies werden gemaakt.
In den nacht van 9 op 10 Aug. rukte h t
9de bataljon uit met het doel den Imam van
Lamkoenjit, Tengkoe Maoesin en To9koe Nja
Gedong, op te vatten en hun eigendommen,
te vernielen. Alleen het laatste g lukte
er viel geen schot.
Den 12den werd door drie compagnieën
infanterie een marsch gomaakt naarLamp.ig-
ger en Lambaroe in de VI Moekims. Ook
hier viel geen schot, de bevolking was overal
rustig aan den arbeid.
Den 13den werd door het 9do bataljon een
marsch gemaakt over Lamteheu, Maneh, Bi-
loel en Auteuh. Uit het gebergte en uit Lam-
krak werden eokele schoten gelost, zonder
verliezen toe te brengen. De bevolking bevond
zich overal in de kampongs.
Blykens een 20 Aug. ontvangen telegram
van den waarnemenden gouverneur heeft de
toestand in de IV en VI Moekims zich be
langrijk ten gunste gewijzigd, ten gevolge
van de tuchtiging van Lepong en de verdrij
ving van Oemar uit Lehong. Ook de bevol
king in de vallei der VI Moekims begi:.t
terug te keeren. De tydelyke versterkingen
te Lantjong en Daman werden niet mec-r noodig
geacht en zyn 19 dezer opgehevenmet de
bezetting van Loknga kan volstaan worden
om de IV en VI Moekims van vyandeiyko
benden schoon te houden. Omtrent den ge
zondheidstoestand der te Loknga verblijvende
troepen luiden de rapporten steeds zeer
gunstig.
Voor de tydelyke vestiging eener mobiele
colonne te Tjot Mantjong werden door de
bevolking der XXVI Moekims tegen geringe
vergoeding klapperstammen ter plaatse ge
leverd.
De toestand in de XXV en XXVI Moekim3
is bevredigend. In den nacht van 19 op 20
dezer werd met 2 compagnieën van het 14de
bataljon uitgerukt naar den dalketel bezuiden
Mata Ajer by Empeh-bling, de schuilplaats
van Toekoe Rajoet der III Moekims Daroe.
Een zyner volgelingen werd neergeschot n cn
viel in onze handen, evenals 2 Be.umont-m
5 voorlaadgeweren, met een groote hoeveelheid
munitie. Toekoe Rajoe vluchtte in het ge
bergte, zyn schuilplaats werd verbrand. Onzer-
zyds werden geen verliezen geleden.
Door den gouverneur-generaal van Ncd.-Indiü
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Tot
algemeen ontvanger van 's lands kas te Malang
(Pasoerooan) P. E. Schotel, thans die betrekking
bekleedende te Pasocroean
tot 2den commies bij 's lands kas te Soerabaia,
de lstc klerk bij gemelde kas C. A. Coenraad.
Bij de Algemeeue Rekenkamer,
tot lsten commies K. J. W. Simons; tot 3den
commies A. A- N. Cohen, beidon laatst die be
trekking bekleedende, thans op wachtgeld.
Ontslagen; Op verzoek, eervol uit 's lands
dienst, met ingang van l September 1896, do
hulponderwijzeres H. E. Humme.
Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madocra.
Benoemd: Tot controleur 2de klasse D. M. N.
Hummelgens, ambtouaar op non-activiteit, laaUt
die betrekking bekleed hebbende, met bepaling,
dat bij geplaatst wordt in de residentie Bezoeki.
Verplaatst: Van de res. Bezoeki naar de
res. Bantam, de contr. 2do klW. F. Van Zutphen.
Bepaald: Dat de tijdelijk ter beschikking
van den resident van Bali en Lombok gestelde
contr. 2de kl. F. H. J. Privé bij het kader wordt
gevoerd a la suite.
Bij de Staatsspoorwegen op Java.
Eervol: Ontheven van do leiding van den
aanleg van den Staatsspoorweg Probolinggo
Panaroekan, de hoofdingenieur R. H. J. Spanjaard.
Belast: Met de leiding van den aanleg van
den voormelden spoorweg, de ingeniear 1ste kl.
A. E Wijss.
Benoemd: Tot boekhouder bij de Wees- en
Boedelkamer te Semarang, de lslo commies ter
Algemeene Secretarie H. W. Wolrabe
Tot adjunct-chef der 2de afdeeling bij de-Exploi
tatie van Staatsspoorwegen op Java, S. Verweij,
thans tijdelijk met do waarneming dier betrek
king bela9t.
In bet Gouvernement Sumatra's Westkust.
Overgeplaatst: Van de onderafdeeling
Ajerhadji, afd. Painan. naar de onderafdeeling
VIII Kota en VII Loerah, afd Agam.res. Padang-
sche Bovenlanden, de contr. 2de kl. J. O- Van Eerde
van de onderafdeeling Indrapoera naar de onder
afdeeling Ajerhadji, de contr. 2do kl L. F. H.
Timmermans.
Verleend: Met ingang van 6 September
1896, wegens langdurigen dienst, één jaar verlof
naar Europa, aan den benoemden hoofdingenieur
brj den aanleg van Staatsspoorwegen D. R. J.
baron Van Lijnden.
Bij den Post- en Telegraafdienst.
Ingotrokken: De benoeming van den com
mies 3de kl. J. F. J. H. Velden, te Soerabaia, tel