baanden, ^óór nog de brandweer ter plaatse sjja kon, had by reeds een beduidenden om vang gekregen. Hoogst vermoedelijk ontstaan op de eerste verdieping van pand No. 51 in het Hang, in gebruik by den heer A. Samatowsky, eige naar van het crediethuis „Au Bon Genie", tevens bewoner van het aangrenzende huis, hetwelk met deze verdieping door middel van een deur gemeenschap heeft, breidde by zich van daar over de tweede en derde verdieping nit, welke laatste in gebruik zyn by den heer A. A- Collenteur, firma A. Kleykamp, die er zyne mandenmakery heeft. Zeer veel licht en fel brandbaar materaal was hier aanwezig. De eerste verdieping diende tot alles wat tot het beddenvak behoort. In het benedenhuis bevindt zich de winkel van gasgloeilicht toestellen van den den heer Bonheur. Hoewel de^-vlammen hoofdzakelyk het dak en de bovenste verdieping uitsloegen, brandden inwendig de andere verdiepingen evondeels uit. Een verstikkende rook belette evenwel eene nauwkeurige opneming. Het dak met den zolder ging totaal ver loren, doch voor verdere uitbreiding van den brand bleef men gespaard, dank zy bet vooral in den beginne krachtdadig optreden van de brandweer. Daar het paod aan de achterzyde aan het water grenst en het Hang zeer smal is, kon de brandweer zich mpeilyk bewegen. Niette min was de brand om 2 ur6n gebluscbt. De derde etage is geheel uitgebrand. Er waren vyf spuiten in werking. De heeren A. A. Collenteur, S. Samatowsky en J. Bonheur zyn allen tegen brandschade verzekerd. De gezamenlyke hoofdlieden en een zeer talryk personeel waren in het Hang ver- eeDigd, terwyi er ondanks het nachteiyk uur veel publiek was byeengekomen op den Stei ger, van waar men het beste gezicht op den brand had. De schade is belangryk. Zoowel de inboedels als het huis hebben geducht geleden. {N.R G.) Voor het kantongerecht te Haarlemlemmermeer verscheen deze week Wilhelmus Van der Aa, van Hillegom. Hy werd beschuldigd wegens loopen op verboden gTond, en wel in een tuin van de Protestant scbe armen aldaar. Joh. Van Til, Bloem- kweeker te Hillegom, had dien tuin in huur, en kon niet gedoogen dat Van der Aa, den tain als wandelpad gebruikte. Voor deze overtreding werd geëischt 3 boete of 3 dagen hechtenis. Voor straatschenderij te Leimuiden stonden terecht: 1. Abram Verzaal, 2. Cornells Ber nard, 3. Leendert Brusse, 4. Johannes Van Westerhuizen, 5. Johannes Schouten. Zy had den op de brug gezeten en deze beschadigd. Als getuigen werd gehoord, de heer Nlaber, burgemeester, die zeide dat het meer dan erg was met de straatschenderyen in genoemde gemeente. De last die men van deze jongens had, was meer verbazend; voorts werden nog geboord P. B. Koegler en J. De Ryk, die beiden het verbaal bleven hand haven. Do beklaagden hadden natuurlyk weer ver ontschuldigingen, maar het baatte niet. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie eischte tegen den lsten beklaagde 6 boete of 9 dagen hechtenis; tegen den 2den 1 of 1 dag; tegen den 3den ƒ4 of 3 dagentegen den 4den dezelfde straf en tegen den laatsten ƒ4 of 4 dagen. Wegens overtreding van art. 15 der jacht wet verschenen: lo. Joh. Jac. Loogman, 2o. Wilhelmus Loogman en 3o. Albert van Nieuw koop, allen van de Kaag. Zij werden beschuldigd onder de gemeente Alkemade, in vereeniging, wilde eenden te hebben bemachtigd onder een net. Als getuigen werden gehoord Boudaan en W. Verhoog van de Kaag; deze verklaarde, dat zy vermeenen gezien te hebben dót be klaagden aan het vaDgen waren van wilde eenden op don 26sten Juni en toen zij getuigen zageD, gingen z\j weg, en gooiden twee zakken weg, die do r getuigen in beslag werden ge nomen. De eene zak bevatte vier wilde eenden, de anderen de notton waarin zich nog eenden- veeren bevonden. Beklaagden ontkenden pertinent. De laatste zei, dat alles leugen was wat de beëedigde ambtenaar vertelde. De kantonrechter riep hem tot de orde, en de ambtenaar van het O. M. eischte tegen ieder 30 boete of 8 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van de netten. Jan Van Brienen, van Lisse, had een aan klacht ingediend tegen Piot Van der Zon aldaar, omdat een pink in zyn tuin had geloopen, en daar wortelen had opgogeten; beklaagde stelde een civiele vordering in van 10. Do ambtenaar ontzegde de vordering maar eischte 3 of 3 dagen. De bank der beschuldigden werd nu bezet door een vyftal hoeren uit Hillegom. Zij had den burengerucht gemaakt in den nacht van 20 op 21 Juli. Beklaagden ontkennen allen. Zy hadden dien nacht een fuif gehad omdat viiend Om- stede toen juist bruidegom was, ze haddtn een Eogelsch lied gezongen in een tuin, maar van bureugerucht kon geen sprake zyn, ze hadden ook wel hard gesproken, maar dat kwam om dat vriend Omstede, hardhoorend is. Vriend Omstede, die ook als bekl. stond, verklaarde dat de veldwachter alles onder eede loog. De Ambtenaar geloofde dat niet, maar eischte 1 of 1 dag. Wegens dronkenschap werd Groenentwoud van Alkeniade, by verstek veroordeeld tot 20 boete en 1 jaar opzonding naar een Werkin richting. Uitspraak in boven gemelde z.iken 1 Oct. a. s. Met toestemming van den chef van den Generalen Staf werd heden een af standsrit voor militaire wielry;ers gehouden van Wiüterswyk naar 's-Gravenbagi. Da afrit had plaats hedenochtend te 5 uren. De keuze van den weg werd aan ïoderen ryder vryge- laten. Van de plaats van afrit zyn vetrokken naar Den Haag de volgende militaire wi lry ders A. L. Couvée, over Doetinchem, Doesburg, Arnhem, Ede, Utrecht, Leiden. Hy passterde Arnhem te 8 u. 21 m. P. L. Thierens, over Zutfen, Amersfoort, Utrecht, Gouda. Hy arriveerde te Zutfen 7 u. 30 min. G. v. Ede, over Arnhem, Utrecht en Gouda. Aankomst te Arnhem 9 u. 30 min. J. P. Smit, over Arnhem, Ede, Utrecht, Woerden, Leiden. Hy kwam te Arnhem S u. 31 min. Het aanzienlyke tijdsverschil tusschen de verschillende aankomsten wordt toegeschreven aan den toestand van door enkelen genomen grindwegen, ten gevolge van de hevige regens der laatste dagen. Er was hedenvoormiddag in Den Haag nog geen bericht ontvaDgen of de militaire wiel- ryders A. Kluyver en S. Van Berkel, die hunne medewerking hadden toegezegd, aan de plaats van afrit verschenen waren. Als plaats van melden in Dan Haag was de hoofdwacht op het Buitenhof aangewezen. De president, de heer Bergsma, en de alge- meene secretaris van den Alg. Ned. Wiel- ryders-Bond, de heer J. C. Burkens, bevonden zich daar ter plaatse voor de ontvangst der telegraphische berichten uit de voornaamste stations, die de estafetten passeerden en ter begroeting van de aankomenden. De 1ste luitenant van het reg. gien. en jagers jhr. Teding van Berkhout, belas, met den militairen wielrydersdimst by de troepen in Den Haag, toekende den reiswyzer aan de hoofdwacht af. Volgens nader bericht uit Ier- seke zou schipper D. Kvan wiens ongeluk to Antwerpen in ons 2de Blad mtldiDg wordt gomaakt, waarschyniyk Dinsdagmorgen, en wel in de sluis te Willebroek, verdronken zyn. De knechts werden om halfzes gewaar schuwd, dat er om halfdrie iemand te water was geraakt. Die kennisgeving kwam vry laat. Spoedig werd het lyk opgevischt, waarop nog 40 gevonden werd, doch de portemonnaie was verdwenen. Uiteriyke teekenen van ge weldpleging waren niet te bespeuren. De rechtbank te Amsterdam heeft gisteren Smit, die terechtstond wegens moord op zyne vrouw, veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf. De eisch was 8 jaren. Donderdag is aldaar in arrest genomen een vrouw van verdachte zeden, Rika Scherraacher genaamd en wonende in de N.-Z. Armsteeg. Zy moet in een twist met een andere vrouw, Maria Oosting, deze zoo zware verwondingen hebben toegebracht, dat zy kort daarop is gestorven. Als deskundigen in deze zaak zyn benoemd de doctoren G. Waller en G. W. Jacobi aldaar. De rechtbank te Dordrecht heeft G. E. H., te Sliedrecht, wegens belee- diging van H. M. de Koningin-Regentes, ver oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. Door de uitgevers van het socia- listiseh weekblad „De Volkstribuun" te Maastricht, die wegens smaadschrift, aan zokeren Schuttelaar aangedaan, veroordeeld waren, werd het bedrag, zynde met de loo- pende kosten circa 300, betaald, zooiat do faillietverklaring door de rechtbank werd opgeheven. Gistermiddag omstreeks 1 uur is te Geertruidenberg een artillerie-voertuig, bespannen met 2 paarden, uit Breda, door het te kort om een hoek ryden te water ge raakt. De bereider had de kordaatheid onder water de strengen los te snyden, waardoor de paarden konden worden gerod. Hy bekwam echter zulke ernstigs hoofdwonden, dat hy zich naar het hospitaal te Breda moest be geven. Donderdag-avond om vyf uren ontlastte zich boven den Lacgendyk een hevig onweder. De bliksom sloeg in don toren van do kerk te Oudkarspri, waarvan de spits werd afgeslagen. Aan ae kerk word ook nogal schade toegebracht. Mede werden drij buizen getroffen, echter zonder brand te veroorzaken. Van een dezer huizen word het dak vernield. Op de villa „Anna" van den heer J. L. Havelaar aan den Vyverweg te Kra lingen is Donderdag volgens de „N. R. Ct." door een aantal straatsiypers een hond zoolang gesteenigd totdat het dier bezweek. Do 1 4 j a r i g e Soeters, die by den brand in do Lunem te Schiedam, ernstige brandwonden bekwam, is gistermiddag over leden, zoodat deze ramp thans twee slacht offers heeit geöischt. Do Noordwesteiyke stormon joegen Donderdag het water spoedig over den dyk van het eiland Marken, die op sommige plaatsen slechts 1.20 M. boven A. P. ligt. Het water steeg tot ruim 1.6 M. boven A. P zoodat het geheele oiland weldra vol liep. Deze onverwachte gbbeurtenis is des te meer te betreuren, nu een grooto hoe veelheid hooi daarmee is verloren geraakt. Gistermiddag zag men van den dyk te Volendam een schip in nood in de Zuiderzee; het bleek te zyn de tjalk van den schipper C. Assen te Wieringen. Een bolter van J. Mol te Volendam verliet onmiddellijk de haven en het mocht den kloeken schipper gelukken C. Assen, diens twee dochters en den knecht behoudon aan wal te brengen. Te Praag is een werkstaking uitgebroken onder het personeel van de werk plaatsen der Staatsspoorwegen. Een ernstig spoorwegongeluk heeft eergisteren plaats gehad op den Great Eastern spoorweg, 15 mylen van Peterborough. Do sneltrein uit Harwich naar het noorden is met een pltiziertrein uit Cambridge in botsing gekomen. Vier rytuigen, alsmede de machines der twee treinen werden vernield; een jong meisje overleed kort na hot ongeluk, en 21 andere personen worden gekwetst, waaronder 6 ernstig. De gezant der Vereenigde Staten to Parys, Eustis, had gisteren een onderhoud met minister Hanotaux over de quaestie van Tyüan's uitlevering. Het bericht omtrent de moorden te Eguin door de Koerden wordt bevestigd. Het aantal dooden moet 800 bedragen. De Kaimakan heeft aan de plundering deel ge nomen. Men schry ft van Terschelling: Het op de punt van Boonrif by paal 29 gestrande schip is vermoedeiyk een Fransch viermast stoomschip, genaamd „Hugo" met ballast van Bremershaven naar Liverpool. De equipage, bestaande uit 18 man, is afgebracht door de reddingsboot van Ameland en eigen boot en aangebracht te Ameland. Het schip is lek. De reddingsboot van Oosterend is ook een paar malen in zee geweest, doch de beman ning had toen reeds het schip verlaten. IJ m u i d e n, 25 S;!pt. Het stoomschip „Iris," alhier aangekomen van Fredriksbamn, heeft met zwaar stormweer te kampen gehad. Een deel van den deklast ging verloren terwyl het schip ook eenige dekschade heeft beloopen. N i e u .w e d i e p, 25 Sept. Het Duitscbe stoom schip „Jupiter," van Nerva naar Zaandam, is hier binnengeloopen met gebroken bazaans- mast en verlies van een deel van den deklast. VIie, 25 Sept. Alhier zyn aangespoeld 131 platen gemerkt W en Raw, benevens 252 stuks stuwhout. Londen, 25 Sept. De Nederl. Schoener „Harmanna" kapt. Veldman, van Drammen naar B.-.penburg, is vol water op de lacing drijvende te Risoer aangekomen. Bremen, 25 Sept.: Volgens rapport v.;n het reddingsstation Helgoland, heeft de red dingboot „Dora" op 24 dezer in 3 toeren 9 personen gered, n. 1. 3 van een lichter en 6 van 2 Nederlandsche tjalken. Terschelling, 24 Sept.: De schuit „TS. 57," welke beden door den storm werd ver brijzeld, had een voorraad dynamiet in, welke men zou gebruiken by het opruimen van het wrak der „Lutino." Rondhout en a iktrs van het vaartuig zyn hier aangebracht. Het lag ver van het eil.nl op de Buitenreede. T ess el' 25 Sept. By den strandvonder is aangebracht eene grooto party op zoo opge vischt hout, bestaande uit 97770 duigen, 97 platen merk H-f-C=:, 128 battings mei k HC, 789 platen en battings van verschil lende lengte. Ook is by het fort „De Oudeschans" naby Oudeschild een wrak aangespoeld. Zaalt-Buddenborg c. a. Het getuigenverhoor in de zaak Budden- torg c. a. is gisteren voor de arrondissements rechtbank te Haarlem den geheelen dag voortgezet. De eerste getuige was er een a décharge, de heer J. W. Schut, expediteur, te Am sterdam. Get. had aan beklaagde Buddenborg tien duizend gulden geleend tot uitbreiding van zyn zaken. Meermalen heeft Buddenborg hem gezegd, dat hy bevreesd was voor dadeiyk- heden van Van Waveren, die zyn boeken al eens had medegenomen en daardoor zyn han del had belemmerd. De heer Van Waveren heeft get. er toe aangezet om het Buddenborg lastig te maken, reden waarom get. den btkl. dan ook voor Van Waveren heeft gewaar schuwd. Deze getuige verhaalt nog, hoe Donderdag morgen Buddenborg de hand, die de heer Van Waveren hem toestak, geweigerd heeft. Daarna werd als getuige-deskunöige gehoord de heer P. H. Van Waveren Hzn., gemach tigde van mevrouw Van Pappelendam, dia op een reeks van vragen van Buddenborgs verdediger mededeelt, dat hy in December op Buddenborgs kantoor namens mevrouw Van P. de boeken in beslag heeft genomen, van verschillende buitenlandsche klanten van B. heeft geschreven, dat hy, Van Waveren, voor- loopig de zaak beheerde en dat dus aan hem, niet aan Buddenborg betalingen moesten ge schieden. Gevolg da .rvan was, dat verschil lende van deze klanten aan B. schreven, dat zy hem niet zouden betalen. Get. beeft ook by Serné de by nacht ver overde bollen gezien en geconstateerd, dat die door het vervoer zeer hadden geleden. Op de vraag of zij moer zoudon hebben opgebracht, wanneer zy in het voorjaar te vtld staande waren verkocht, antwoordde got. bevestigend „behalve misschien eon paar ge- meene soorten als de baron Van Tuyil en andere." (Hilariteit). Onder de volgende getuigen waren er drie, die door Buddenborg kort vóór zyn faillisse ment, waren uitbetaald in den vorm van bollen of van koemest; dan de eigenaar van het villaatje te Vreeland waar Buddenborg eenigen tyd onder den valschen naam van Van den Borg hoeft gewoond. Buddenborg evenwel ontkent, dat hij dien valschen naam heeft opgegeveneene van de twee dames, die hy by zich had, noemde op de vraag van den huiseigenaar den naam Van den Berer. n Evenzoo loochent Buddenborg, dat hy het huurcontract heeft onderteekend met den naam Van den Berg, hoewel die onderteeke- ning volkomen gelykt op Buddenborg's hand schrift. De huiseigenaar kon ook niet met zekerheid zeggen, dat Buddenborg het onderteokend heeft, want toen hy er mee kwam, nam de zoogenaamde Van den Berg het contract in een andere kamer mee en bracht het van daar uit geteekend terug. Buddenborg beweert, dat een van de dames het stuk toen onderteekend heeft. Het was in Freeland blykbaar meer „mevrouw"' dan meneer Van deh Bsrg, die optrad. Zoo hoeft zip o. a. het formulier van verandering van woonplaats ingevuld, toen zy met Buddenborg naar Engeland zou vertrekken. Mevrouw gaf het geld uit en zelfs de dienstbode heeft nooit gezien, dat deze geld kreeg van den heer des huizes. Van den inboedel der villa is een gedeelte verkocht en de rest naar Haarlem getrans porteerd. De namiddag-zitting was eveneens byna geheel aan het hooren van getuigen gewyd. Het waren een reeks van getuigen a décharge, waarvan er op requisitoir van den officier van justitie drie niet werden gehoord, omdat ze in te nauwe familiebetrekking tot de beklaag den stonden: een broer, een schoonzuster en een eigen zuster van den beklaagde Serné de laatste is de zoogenaamde mevrouw Van don Berg, waarvan in dit geding sprake is. Dit verhoor beteekende weinig. Het strekte hoofdzakelyk tot het aantoonen, dat een ge deelte van Buddenborg's bollenkraam, die aan- vankeiyk zou geveild worden, maar door de tusschenkomst van den heer Van "Waveren als mevrouw Van Pappelendarns zaakgelas tigde, niet is geveild, maar veel later te gelde gemaakt, daardoor zeer in waarde is ver minderd, wel een paar duizend gulden, naar de cirecteur van de veiling verklaart. Soms dechargeerde een getuigenverklaring de be klaagden volstrekt niet. Zoo was er een zekere Damen te Hillegom, die aan Buddenborg land verhuurd had, maar dat graag weer terug hebben wou. „Want," zei hy$» „de bollen werden verduisterd en Buddenborg deed zoo raar. Hy boweerde wol, dat de bollen, die naar HeemsteJe gingen, ook weer terug zou den komen, maar dat is niet gebeurd, dus Nadat den curator, die in dit procos bly- ken gaf dat hy volkomen van de za^k op de hoogte was, doop rnr. Biederlack nog eenige vragen waren gedaan, was het getuigenver hoor geëindigd en begon de president de beklaagdeo te ondervragen. Allo drie loochenden standvastig alle schuld. Buddenborg, de hoofdpersoon in de geheele zaak, beweerde, dat hy in September 1893 niet wist, dat zyn toestand financieel zoo slecht was. Van de juiste positie kon by zich geen rekenschap geven, omdat zyn boeken weg waren en hy derhalve in zyn zaken belemmerd werd, maar hy had op dat oogen- blik een grooto bollenkraam en meende met een weinig inspanning de tydelyke financiëele moeilijkheden weder te boven te zullen komen. De verkoop aan De Groot was maar een schynverkoop, de zendingen bollen naar Heem stede geschiedden by nacht, omdat ze dan zoo kort mogelyk in de zakken behoefden te biyven en met het plan, dat Buddenborg ze lator to Londen vorkoopen zou. (Intusschen heeft Serné ze in Oct. te Haarlem geveild). De Groot geeft niet toe, dat hier slechts een schynverkoop was. Hy beweert, dat hy een en ander van Buddenborg heeft gekocht tot dekking van een vordering, die by op Buddenborg had. Scherp ondervraagd, werd hy steeds onduideiyker in zyn verklaringen en kon ook niet best zyn vordering motiveeren. De officier van justitie legde een briefkaart van dezen bekl. aan Serné over, waarin staat „De scheltrist kunt ge laten halen, my dan het kastje met de laden", een uitdrukking, zeide de o.'ficier, welke doet denken aan twee dieven, die de buit deelen. Voorts bestaat er een brief van Buddenborg uit Londen aan De Groot, waarin hy schrijft te hebben vernomen, dat er beslag is gelegd op het kantoor en daarover zyn verwondering uitdrukt, omdat toch alles aan De Groot toebehoort. Serné was evenmin duidelyk in zyn ver klaringen. Hem werd er op gewezen, dat het wel zeer vreemd was, dat by Buddenborg's boeken Zondagnacht naar diens adres te Londen had verzonden, terwyl hy volgens zyn eigen verklaring Zaterdag daaraan voorafgaande wist, dat Buddenborg's faillissement uitge sproken, De Groot gearresteerd was en Bud denborg gezocht werd. Hy tracht zich hieruit to redden met de verklaring, dat niot hy, maar zyn zuster die boeken verzonden heeft. Hy kende Buddenborgs adres niet eens. Het was halfvyf toen de officier van justitie met zulk een verzameling bescheiden (wissel- papier, een aanteekenboekje van Serné met notities daarin van Budd.nborg en dergelyke meer) aankwam, waarvan Z.E.A. voorlezing wenschte, dat de president de zitting schorste tot hedenmorgen. KOLONIËN. BATAVIA, 22-25 Aug. (Nederlandsche Mail.) ATJË1I. De Bataviasche bladen bevatten weinig nieuws over Atje'n. Wol hebben zoowel de „Java-Bode" als het „Bat. Nieuwsblad" een uitvoerigen brief over den tocht naar Lepong, maar aangezien de tocht zoo kalm afliep, staat er weinig belangryks in. Verder bevatten de bladen de volgende teleeraromen Kota-Raöja, 24 Augustus. De troepen hebben Passer Saraahani bezet. Het twaalfde bataljon heeft een doode en 12 gewonden. Kota-Radja, 25 Augustus. Toekoe Bald is zooeven gevangengenomen en te Kota-Radja aangebracht. De troepen bivakkeeren by Indrapoeri. Het verlies aan onze zyde is onbeduidend. Regeering s-telegra ra. Buitenzorg, 26 Augustus. Eergisteren is van Lambaroe uitgerukt naar Tjot Basatoel. De tegenstand was betrekkeiyk gering. Te twee uren werd het bivak betrokken te Passar Samahani Lamara en Tem Lok, waarna by den vyand meer actie werd be speurd. De excursie zou gisteren worden voortgezet tot Gló Kambing en Indrapoeri. Onzerzijds is gesneuveld korporaal Wilhelmi. Gewond werden twaalf minderen. De vyand liet in een versterking zes en later nog vier dooden in onze handen. In de „Jav.-Ct." van 22 Aug. leest men Na de afsluiting der mededeelingon be treffende Atjeh in het nummer van 18 dezer, werd van den wd. civiel en militair gouver neur van 'Atjeh en Onderhoorigheden bericht ontvangen, dat gedurende zyn afwezigheid naar Lepong en Lehong de volgende excur sies werden gemaakt. In den nacht van 9 op 10 Aug. rukte h t 9de bataljon uit met het doel den Imam van Lamkoenjit, Tengkoe Maoesin en To9koe Nja Gedong, op te vatten en hun eigendommen, te vernielen. Alleen het laatste g lukte er viel geen schot. Den 12den werd door drie compagnieën infanterie een marsch gomaakt naarLamp.ig- ger en Lambaroe in de VI Moekims. Ook hier viel geen schot, de bevolking was overal rustig aan den arbeid. Den 13den werd door het 9do bataljon een marsch gemaakt over Lamteheu, Maneh, Bi- loel en Auteuh. Uit het gebergte en uit Lam- krak werden eokele schoten gelost, zonder verliezen toe te brengen. De bevolking bevond zich overal in de kampongs. Blykens een 20 Aug. ontvangen telegram van den waarnemenden gouverneur heeft de toestand in de IV en VI Moekims zich be langrijk ten gunste gewijzigd, ten gevolge van de tuchtiging van Lepong en de verdrij ving van Oemar uit Lehong. Ook de bevol king in de vallei der VI Moekims begi:.t terug te keeren. De tydelyke versterkingen te Lantjong en Daman werden niet mec-r noodig geacht en zyn 19 dezer opgehevenmet de bezetting van Loknga kan volstaan worden om de IV en VI Moekims van vyandeiyko benden schoon te houden. Omtrent den ge zondheidstoestand der te Loknga verblijvende troepen luiden de rapporten steeds zeer gunstig. Voor de tydelyke vestiging eener mobiele colonne te Tjot Mantjong werden door de bevolking der XXVI Moekims tegen geringe vergoeding klapperstammen ter plaatse ge leverd. De toestand in de XXV en XXVI Moekim3 is bevredigend. In den nacht van 19 op 20 dezer werd met 2 compagnieën van het 14de bataljon uitgerukt naar den dalketel bezuiden Mata Ajer by Empeh-bling, de schuilplaats van Toekoe Rajoet der III Moekims Daroe. Een zyner volgelingen werd neergeschot n cn viel in onze handen, evenals 2 Be.umont-m 5 voorlaadgeweren, met een groote hoeveelheid munitie. Toekoe Rajoe vluchtte in het ge bergte, zyn schuilplaats werd verbrand. Onzer- zyds werden geen verliezen geleden. Door den gouverneur-generaal van Ncd.-Indiü zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Tot algemeen ontvanger van 's lands kas te Malang (Pasoerooan) P. E. Schotel, thans die betrekking bekleedende te Pasocroean tot 2den commies bij 's lands kas te Soerabaia, de lstc klerk bij gemelde kas C. A. Coenraad. Bij de Algemeeue Rekenkamer, tot lsten commies K. J. W. Simons; tot 3den commies A. A- N. Cohen, beidon laatst die be trekking bekleedende, thans op wachtgeld. Ontslagen; Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, met ingang van l September 1896, do hulponderwijzeres H. E. Humme. Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madocra. Benoemd: Tot controleur 2de klasse D. M. N. Hummelgens, ambtouaar op non-activiteit, laaUt die betrekking bekleed hebbende, met bepaling, dat bij geplaatst wordt in de residentie Bezoeki. Verplaatst: Van de res. Bezoeki naar de res. Bantam, de contr. 2do klW. F. Van Zutphen. Bepaald: Dat de tijdelijk ter beschikking van den resident van Bali en Lombok gestelde contr. 2de kl. F. H. J. Privé bij het kader wordt gevoerd a la suite. Bij de Staatsspoorwegen op Java. Eervol: Ontheven van do leiding van den aanleg van den Staatsspoorweg Probolinggo Panaroekan, de hoofdingenieur R. H. J. Spanjaard. Belast: Met de leiding van den aanleg van den voormelden spoorweg, de ingeniear 1ste kl. A. E Wijss. Benoemd: Tot boekhouder bij de Wees- en Boedelkamer te Semarang, de lslo commies ter Algemeene Secretarie H. W. Wolrabe Tot adjunct-chef der 2de afdeeling bij de-Exploi tatie van Staatsspoorwegen op Java, S. Verweij, thans tijdelijk met do waarneming dier betrek king bela9t. In bet Gouvernement Sumatra's Westkust. Overgeplaatst: Van de onderafdeeling Ajerhadji, afd. Painan. naar de onderafdeeling VIII Kota en VII Loerah, afd Agam.res. Padang- sche Bovenlanden, de contr. 2de kl. J. O- Van Eerde van de onderafdeeling Indrapoera naar de onder afdeeling Ajerhadji, de contr. 2do kl L. F. H. Timmermans. Verleend: Met ingang van 6 September 1896, wegens langdurigen dienst, één jaar verlof naar Europa, aan den benoemden hoofdingenieur brj den aanleg van Staatsspoorwegen D. R. J. baron Van Lijnden. Bij den Post- en Telegraafdienst. Ingotrokken: De benoeming van den com mies 3de kl. J. F. J. H. Velden, te Soerabaia, tel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2