11197. "Woensdag 36 Augustus. A0.1896 Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Kok en Koning. LEIDSCI DAG-BLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1 1.10. 1.40. PRIJS DER AD VERTENT rÈN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de atad wordt f 0.05 berekend. Officiëele Kenniigeringe Inkomstenbelasting 1806. Burgemeester on WethonderB van Leiden brengen In berinnering, dat met SI Aug. a. e. do tweede termijn vervalt van de Inkomstenbelasting on dut alzoo op den laten September a. e. minstens twee zesde gedeelten Tan den aanslag moeten zjjn voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden nit, om. ter voorkoming van vorvolgingskosten, tot de betaliDg van het verschuldigde ten kantore ▼an den Gemeente-Ontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeester. Si Aug. 1896. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lete alinea, der wet van den Sden Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inriohtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bjj deze ter algemeene kennis, dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. G. LANGEVELD en rechtverkrijgenden tot het plaatsen van een gasmotor van één paardebraoht in het perceel Lange Mare No. 82, uitkomende in de Van-der-Werf-straat. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeester. 24 Aug. 1896. E. KIST, Seoretarie. Leiden, 25 Augustus. Van het groote „Woordenboek der Neder- landsche Taal" verscheen heden de 2de afle vering van het 11de deel, bevattende de woor den Oorlogspantser—Op, bewerkt door dr. W. L. De Vree8e. Tevens bevat deze aflevering het volgende bericht: De heer De Vreese heeft by zijn vertrek naar Gent in 1895 de Redactie niet verlaten, maar is er aan verbonden gebleven als Corres- pondeerend Lid. Zyne medewerking zal van nu af bierin bestaan, dat hij eene proef leest van al wat er gedrukt wordt, om te zorgen, dat geene eigenaardigheden van het Zuid- nederlandsch, die in het Woordenboek eene plaats verdienen, aan de opmerkzaamheid van zijne Mederedacteurs kunnen ontgaan. Tekens zal by bijdragen tot vermeerdering der bouwstoffen van het Woordenboek, vooral wat Belgische schrijvers betreft. Deze afleveiing was bestemd om in December 1895 te verschijnen. Eene langdurige oogziekte van dr. De Vreese heeft daarin vertraging gebracht. Voor de akte Fransche taal, lager onder wijs, ia geslaagd de heer G. D. Colpa, van Leiden. Den lsten September a. s. is de heer E. J. Los volgens rooster aftredend als wet houder e'er gemeente Alkemade. Te Roelof-Arendsveen bedroeg het saldo der ingelegde gelden en terugbetalingen bi) de Rijkspostspaarbank op 31 December 1894f 23,408.83 In 1895 werd ingelegd /"31,201.69 en terugbetaald f 20,338.27, saldo 10,863.42 Zoodat op 31 Dec. 1895 ingeschre ven was voor een bedrag van f 34,272.25 Uit. Dec. 1895 waren in omloop 238 boek jes, tegen 218 op dien datum van het vorige jaar. Naar aanleiding van de nieuwe aankon diging, opgenomen in de Nederlanösche Staats courant van 18 Augustus betreffende de jongelieden, die dit jaar voor eene plaatsing by de Cadettenschool in aanmerking komen, wordt in aansluiting aan het bericht omtrent den uitslag van het toelatings-examen voor deze inrichting, zoomede voor de Koninklijke Militaire Academie en den Hoofdcursus, er de aandacht op gevestigd, dat de bedoelde nieuwe aankondiging tevens in zich sluit, dat op 16 September a. s. voor den dienst hier te lande zes cadetten méér aan de Cadettenschool zullen worden toegelaten dan aanvankelijk in het voornemen lag. Waarschynlyk houdt de ver meerdering van het aantal plaatsen by deze school verband met de weinig bevredigende uitkomsten, welke ook dit jaar by het toela tings-examen tot de Kon. Mil. Academie zyn verkregen, ten gevolge waarvan, zooals werd medegedeeld, 14 plaatsen voor de infanterie h. t. 1. en 7 voor de infanterie in Ned.-Indië onbezet moesten biyven. De heer Yon Weckherlin, Nederlands buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis ter in Noord-Amerika, met verlof hier te lande, is dezer dagen door H. M. de Koningin- Regentes op Soestdyk ontvangen en heeft aldaar het middagmaal gebruikt. Burg. en Weths. van Amsterdam hebben den gemeenteraad in overweging gegeven de bezoldiging van den geneesheer dr. Al6trino, belast met de behandeling der zieken by het corps der politie en der brandweer, nu dit corps sterk wordt uitgebreid, te verhoogen tot minstens f 3000 's jaars, met een maximum van f 4000, en dr. Aletrino te benoemen tot gemeente-geneesheer. De hoogeerw. dr. Yan Os, president van het groot-seminarie Rysenburg, vierde het zilveren jubiló zyner priesterwijding te Oot- marsum, alwaar zyn broeder pastoor is. Onder de plechtige H. Mis van dankbaarheid hield deze, de zeereerw. heer S. C. Yan Os, de feestrede. Na de kerkelijke plechtigheid werd in de pastorie het feest voortgezet, terwyi des avonds Ootmarsums fanfare corps den hoogeerw. feesteling een serenade bracht. In de te Laagnieuwkoop gehouden Raads vergadering werd de rekening over 1895 vast gesteld met een batig saldo van f 55.28; de ontvangsten bodroegen 2217.286 en de uitgaven f 2162.005. Verder werd bet kohier van den hoofdelyken omslag vastgesteld en door B. en Ws. de begrooting voor 1897 aangeboden, bedragende in ontvangst en uitgaaf f 2207.76. Daarna werd op voorstel van den burgemeester met algemeene stemmen besloten aan de uithoeken der gemeente borden te plaatsen met 'topschrift: Bedelary en land- loopery verboden ingevolge art. 432 en 433 van het Wetboek van Strafrecht. By den Raad der gemeente Haarlem is ingekomen e«m adres van de heeren Bonheur en Lubcke te Brussel, tot het verkrygen van concessie, voor zoover deze gemeente aangaat, voor een stoomtramiyn naar Zandvoort. De lyn zal loopen van de Kenaustraat by het station door het Kenaupark, langs de Kinder- huisvest en de Wilhelminastraat naar het Wilsonsplein. Daar zal zy aansluiten aan een lyntje, loopende van de Houtbrug langs de Raamvest, en vervolgens gaan naar een brug over de Leidschevaart, deze volgen en dan zoo komen in de Zandvoortschelaan. In de zitting der Algemeene Synode van de Ned.-Herv. Kerk, van Zaterdag, werd het door dr. Bronsveld ingediend voorstel, om in art. 38 Regl. voor het godsdienst- onderwys een alinea in te lasschen, waarby bepaald wordt, dat niemand wordt aange nomen zonder dat, zoo mogelyk, duideiyk geblek-en is dat hy gedoopt is; of zoo dit niet het geval geweest is, zonder dat by zich bereid verklaart vóóraf by diens bevestiging zich te laten doopen. Hierna ging de vergadering over tot de behandeling van het rapport der commissie over de voorstellen en adressen betreffende de rechten der minderheden on de bevrediging barer godsdienstige behoeften. Allereerst werd deze conclusie aangenomende Synode be sluite een poging aan te wenden tot wetteiyke regeling, waarby de rechten van minderheden op de bovrediging harer godsdienstige behoef ten iu eigen gemeente worden erkend met behoud van de eenheid der gemeente. Een meerderheid van tien stemmen tegen negen verklaarde zich daarvoor. Zonder hoofdelyke stemming werd verder besloten de lynen, door prof. Gunning, te Leiden, in zyn adres aangegeven, niet te volgenook niet de concept-reglementen door de heeren Bruins c. 8. artikelsgewyze in be handeling te nemen, maar te behandelen e^n gewyzigd ontwerp-Overman van een Synodaal Reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de beroeping vao predikanten, hetwelk de commissie tegelyk aanbood. Dit ontwerp luidt aldus: Ontwerp van een Synodaal Reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten. De voornaamste artikelen volgen hier: Art 1. Het recht der gemeente tot benoe ming van ouderlingen en diakenen en be noeming van predikanten (art. 23 Algemeen Reglement) wordt, behoudens de rechten van derden en met in acht-neming der bepalingen van het Synodaal Reglement voor de Kerke raden, het Reglement op de Yacaturen en dit Synodaal Reglement, uitgeoefend door bare stemgerechtigde leden (Art. 3* Algemeen Reglement, Artt. 38 en 39 Reglement op het godsdienstonderwys), die zich daartoe kunnen aaneensluiten tot Kerkelijke Yereenigingen, ter evenredige vertegenwoordiging der ge meente en den kerkeraad naar hunne gods dienstige behoeften. Art. 5. Kerkelyke vereenigingen kunnen worden opgericht, wanneer van het aantal stemgerechtigde leden in gemeenten met éón of twee predikanten een derde, in gemeenten met drie predikanten een vierde, in gemeenten met vier predikanten oen vyfde, daartoe door onderteekening van een lyst zich vereenigen. In gemeenten met vyf of meer predikanten zal minstens een zooveelste gedeelte van het aantal harer stemgerechtigde leden zich moeten vereenigen als er predikantsplaatsen in die gemeenten zyn. Art. 6. Van de oprichting eener kerkelyke vereeniging wordt door haar bestuur, onder overlegging van een afschrift van de lyst harer leden, kennis gegeven aan den kerke raad harer gemeente, aan het classicaal be stuur, aan het provinciaal kerkbestuur en aan de Algemeene Synode of, wanneer deze niet vergaderd is, aan de algemeene syno dale commissie. Is het aantal harer leden volgens deze lyst in verhouding tot het aantal stemgerechtigden der geheele gemeente, dan wordt de kerke lyke vereeniging geacht wettig te bestaan. Art. 8 Een kerkelyke vereeniging in een gemeente met één predikant, vertegenwoor digt de gemeente in den kerkeraadwanneer deze buiten den predikant bestaat uit vier of minder personen, door één ouderlingbestaat by buiten don predikant uit zes personen, door één ouderling en één diaken; bestaat hy uit acht personen, door twee ouderlingen en één diakenbestaat by uit tien personen, door twee ouderlingen en twee diakenen, enz. Art 9. In gemeenten met twee tot vier predikanten heeft een kerkelyke vereeniging het recht tot beroeping van een predikant en tot benoeming van twee ouderlingen. Art. 10 Zyn in gemeenten van vyf of meer predikanten meer zooveelste gedeelten der stemgerechtigde leden tot eene kerkelyke vereeniging toegotreden, als er predikants plaatsen in die gemeente zyn, dan heeft de kerkelyke vereeniging recht, om voor elk zoo veelste gedeelte éón predikant te beroepen en twee ouderlingen te benoemen. Art. 11. Het overige aantal predikanten, ouderlingen en diakenen wordt beroepen en benoemd door de meerderheid van de stem gerechtigde leden der gemeente, met uitslui ting hierby van de leden der kerkelyke ver eenigingen. Art. 17. Is er by de oprichting eener kerkelyke vereeniging een predikant, die ge acht kan worden haar te vertegenwoordigen by de gemeente in dienst, dan beeft de kerke lyke vereeniging recht op de vervulling van de eerstvolgende vacature. In het vervolg heeft zy dit recht, telkens wanneer de predikantsplaats, te haren behoeve vervuld, vacant is geworden. In hoofdzaak zyn deze bepalingen zonder hoofdelyke stemming, een enkele echter na stemming met kleine meerderheid aangenomen. De stemming echter over art. 10 is aange houden, evenals die over een door den heer Van Hoogstraten voorgestelde overgangsbe paling Art. 8 eerste gedeelte werd aldus gewyzigd: Een kerkelyke vereeniging wordt in een gemeente met één predikant in den kerkeraad vertegenwoordigd door éón ouder ling, wanneer deze buiten den predikant be staat uit 4 of minder personen, enz. In de gisteren gehouden zitting werd de behandeling van het concept-reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten voortgezet. Naar aanleiding van een voorstel van het Piovinciaal Kerkbestuur van Friesland tot wyziging van art. 1 al. 3 reglement op de benoemingen, enz. werd voorloopig vastge steld, dat aan dit art 1 een nieuwe alinea zal worden toegevoegd, luidende: „onder „be- deeling" wordt in dit Reglement niet verstaan geneeskundige hulp en onderwys, en zolks in de plaats van het tweede gedeelte van het voorstel van Friesland, wat belreft de woor den „geregeld bedeeld" terwyi het artikel zelf onveranderd biyft. - De Commissaris der Koningin in Noord- Holland, jhr. mr. Schorer, is van zyn verlof te Haarlem teruggekeerd en heeft zyne functién hervat. - De onteigeniDg van de benoodigde gron den voor de stoomtram Rotterdam Oud- Beierland—Numansdorp is, voor zoover die gronden in de Hoekschewaard gelegen zyn, afgeloopen. Naar gemeld wordt, hebben ;lle eigenaars met de door de schatters vastge stelde bedragen genoegen genomen. - Het plan van den ingenieur T. Sanders voor den aanleg van een spoorlijn, gaan Je van het zuiden van Haarlem, door den Haar lemmermeer naar Amsterdam, waarover reeds jarenlang zooveel is te doen geweest, belooft verwezenlijkt te zullen worden. Het kapitaal daarvoor moet, naar de „N. R. Ct." verneemt, byeen zyn en thans zyn de onderhandelingen geopend met het gemeentebestuur van Haar lem over de noodige brug over het Zuider- Spaarne, die, naar het reeds voor twee jaar ge nomen Raadsbesluit, voor voetgangers en rytui- gen zou mooten worden ingericht. - Hr. Ms. in8tructiescbip „Nautilus", onder bevel van den kapt. luit. ter zee P. F. H. Volcke, is in den namiddag van 23 dezer Dungeness gepasseerd. - De gewone audiënties van de ministers van oorlog op Donderdag 27 en van marine op Vrydag 28 Aug. a zullen nitt plaats hebben. - Het stoomschip „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 24 Aug. Kaap St. Vincent; de „Tolamon", van Amster dam en Liverpool naar Java, vertrok 22 Aug. van Algiers, de „Werkendam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 23 Aug. Prawlepoint. - By koninkiyk besluit van 22 dezer is de commissie van deskundigen, bestaande uit: dr. W. P. Ruysch, adviseur voor de medische en veterinairo politio by het departement van binnenlandsche zaken, tevens voorzitter; dr. A. W. H. Wirtz, directeur van 's Ryks Vee- artsenyschool te Utrecht; M. J. Hengeveld G.Jzn., districts-veearts te Haarlem; Th. G. Van Ryssel, idem te Dordrecht, en H. Van Staa, idem te Leeuwarden, benoemd by koninkl. besluit van 14 April 1894, om te worden ge hoord over de vraag, in hoeverre de bepalingen van het koninkl. besluit van 27 Maart 1S88 herziening behoefden, ontbonden, met dank betuiging voor de door haar bewezen diensten. De heer J H. L. De Haas, kunstschilder te Brussel, buiten bezwaar van 's Ryks schatkist benoemd tot Nederlandschen commissaris voor de in 1897 te München te houden interna tionale kunsttentoonstelling, ten einde de be langen van de Nederlandsche kunstenaars al daar te behartigen - By koninkl. besluit zyn benoemd met 10 September, tot griffier by het kantonge recht te Bolsward mr. F. D. De Boer, thans 3) Den jongen korporaal by de voldwacht ging een rilling door de leden, echter niet van vrees. Morgen dus zou Lodi bestormd worden 1 Dat was het, wat hem met geestdrift ver vulde. Er op of er onder 1 Hy wilde zicb onderscheiden, wilde zich by Bonaparte weer in berinnering brengen. Het voorbeeld voor hem was er. Hy had niets anders tej doen dan het na te volgen. Den volgenden dag, met het krieken van den morgen, donderde van alle hoogten het geschutvuur, dat de bestorming van Lodi zou inleiden. Het urenlange, onafgebroken rollen en donderen der kanonnen was verschrik kelijk; overal steeg de opgewondenheid, van beide zyden verwachtte men de bestorming met ongeduld. Eindeiyk rukte de Fransche infanterie, naar de tactiek van dien tyd, in reusachtige colon nes tegen de Oostenryksche versterkingen op; tolkens verschenen nieuwe regimenten, als 't ware uit den grond opschietend, op het slagveld. De stryd bleef langen tyd onbeslist, de Franschen wonnen terrein, maar aan een overwinning was niet te denken, en reeds in den namiddag was het een uitgemaakte zaak, dat men zich het hoofd zou verpletteren tegen de vyandelyke wallen. Generaal Bonaparte schuimde van woede. Hy reed van het eene punt van den slag naar het andere, hy voerde de regimenten persoon- ïyk tot den aanval aan, ontzag geen gevaar, integendeel, hy zocht het alles tevergeefs 1 Alles stuitte af op het moorddadige vuur van den vyand en zyn vaste stelling. Het heetst was de stryd om een brug, die over de vestinggracht naar Lodi voerde. Als het gelukte, deze stormenderhand te nemen, was men by de bres en de vesting verloren, doch alle bestormingen van die brug werden afgeslagen. Juist hier concentreerde zich het vyandelyke vuur op een wyze, die de bataljons telkens noodzaakte terug te wyken. Met den blik van den echten veldheer zag Bonaparte, waar het haperde. Koelbloedig reed hy in den kogelregen tot dicht by de brug, sproDg van het paard en liep met opgeheven degen de brug op. „Yoorwaarts, myn dapperen 1" riep hy met de schrille, electriseerende stem, die hem op zulke oogenblikken eigen was, „een ellen deling, die zyn generaal verlaat I" En zoo, in de eene hand de vlag van het 31ste regiment, in de andere den blooten degen, liep hy alleen tegen den vyand in, naar de bres. En alsof men slechts op het voorbeeld ge wacht had, stormde nu alles, wat in de nabijheid was, naar de brug. Een dood ver achtende dapperheid ontvlamde in manschap pen zoowel als officieren. Niemand wildeden generaal in den steek laten. Nummer twee in de bres was korporaal Murat. Hy schoot juist toe, toen een Oostenryksche soldaat den generaal zou neersabelen, en velde hem neer. Een oogenblik lang was het, alsof de oogen der beide dappere mannen elkander ontmoet hadden. Toen echter scheidde hen het gewoel van den stryd. Lodi viel denzelfden nacht in de handen van generaal Bonaparte, voor wien de brug van Lodi de weg naar de onsterfeiykheid werd. Des morgens na den slag was in de veroverde stad parade der Fransche troepen, waarby generaal Bonaparte niet verzuimde, velen zyner soldaten persooniyk aan te spreken, te pryzen, te onderscheiden. Zoo reed hy met zyn staf ook langs het front der kurassiers, by wie korporaal Murat stond. Hy stond in het eerste gelid, met verbonden voorhoofd, daar hy later in het gevecht een sabelhouw gekregen had. Hy zag zyn groot voorbeeld naderen, ernstig en voornaam als altijd, de marmeren trekken door trotscb vertrouwen verhelderd. „Nu komt myn dag, nu I" prevelde de korporaal, en het hart klopte hem hoorbaar. Doch de generaal, nadat hy een oogenblik nadenkend voor hem stil gestaan had, reed langzaam voorby, zonder iets te zeggen. „Hy kent my niet meer, hy kent my niet meerl" dacht Murat by zicbzelven, en een traan rolde over zyn gebruind gezicht. Eensklaps keerde Bonaparte zich om en wenkte hem. „Korporaall" riep hy met luide stem. „Generaal 1" antwoordde Murat, met van opgewondenheid trillende stem. Inwendig echter jubelde hy: „Hy kent my tochl Hy heeft my niet vergeten 1" „Heet gy Gioachimo Murat?" vroeg Bona parte. „Ja, generaal." „Zyt gy uit Montpellier?" „Neen, generaal. Ik ben te Cahors geboren, maar ik was voor eenige jaren te Montpellier, waar ik het geluk had, u te zien." „En gisteravond xyt gy my op de brug voorby gereden?" „Ja, generaal." „Ryd voor bet front." Murat gehoorzaamde. „Ik benoem by dezen korporaal Murat tot luitenant by zyn regiment," zeide Bonaparte. „Luitenant Murat, ik verwacht, u altyd onder de dapperen te vinden 1" Daarmede reed hy heen. HL Reeds in dezen veldtocht ontwikkelde generaal Bonaparte al die onweerstaanbare onstuimigheid, die later de schrik van Europa zou worden. Alles, wat hem in den weg stond, wierp hy neer; twee Oostenryksche legers onder Wurmser en Alvinczy, die Mantua zouden ontzetten, versloeg hy, Mantua ver overde hy, de republiek Venetië stak hy, om zoo te zeggen, in 't voorbygaan in den zak en trok door Friaul naar Tirol, tot by eindeiyk den voor Frankryk schitterenden vrede van Campo Formio afdwong. Met dezen vrede in den zak keerde by in October 1797 naar ParQs terug, waar iedereen hem toejuichte. In zyn gevolg bevond zich Murat, die intus- schen tot overste bevorderd was. Maar naast deze heldhaftige en avontuur- ïyke karakters ontwikkelden zich ln dezen tyd ook andere, die, minder dapper en begaafd, langs den weg dor intrige en speculatie, uit de nieuwe verhoudingen zooveel mogelyk voordeel poogden te trekken. Tot deze personen beboordo de jonge Lóón Charnis. Hy heette eigenlyk graaf Lóón De Cbarnis, maar wyi de adel in die dagen geen aanbeveling was, legde graaf Léon hem af en noemde zich eenvoudig Léon Charnis. Hy had door graaf Beauharnais, die onder Robes pierre op de guillotine omkwam, met diens weduwe, nu de gemalin van generaal Bona parte, kennis gemaakt, en deze kennismaking werd steeds inniger, naarmate er meer goede berichten van het Italiaansche oorlogstooneel kwamen. Josóphine Bonaparte was niet doof voor de attenties van den jongen diplomaat, en aan haar bemoeiingen gelukte het, hem een betrekking aan het ministeiie van buiten- landsche zaken te verschaffen. De heer Charnis, die wel wist, wat in Frankryk en vooral te Parys de invloed eener vrouw vermag, specu leerde nog verder. Hy had in het huis van Josóphine de jongere zuster van Bonaparte, de schoone Caroline, leoren kennen. Deze wilde hy trouwen. -Want, zoo redeneerde htf, zwager Bonaparte is geen rang te hoog, en de heer Charnis rekende al op een zetel ia de regeering naast den generaal. De oude Cambacórès, die nu in de regeering zat, was toch maar een nul naast Bonaparte. Josóphine ging gaarne, zoover het in baar macht was, op de plannen van baar vriend in. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1