11196. I>ins<lag 25 Augiisius. A0.1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DA&BLA PRIJS DEZEB COURANT: f 1.10. Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post. i i 1.40. Afzonderlyke Nommcrs -. s p i .v„ 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 24 Augustus. Gelyk werd aangekondigd, zullen de dames Donker en Fransman, alsmede de heeren Johan Schmier en Herman Venverloo, morgenavond in „Zomerzorg" alhier een vocaal concert geven. Te Amsterdam gaven zy reeds een paar malen een dergelijke opera-soiróe, waarvan de aldaar verschonende bladen met lof melding maken. Er werd zegt de „N. Amsterd." een onmiskenbaar succes behaald, D6 „Tel." schryft o. 3. het volgende: Mejuffrouw Fransman werd vooral toege juicht na de bekende coloratuur-aria van „Die Königin der Nacht" uit Mozarts Zauberflöte De heer Venverloo zong op voorbeeldige wijze de geliefde romance „Plus blanche que rhermine" uit de Hugenoten. Mr-juffrouw Donker zong met veel talent een aria uit „La Favorite" van Donizetti. De heer Johan Schmier, de gevierde 1ste bas der Nederlandsche Opera, had aan het verzoek gevolg gegeven, om nogmaals zijn naturalistisch muzikale composition voor te dragen, die als slot op het programma voor kwamen. Het is wel onnoodig er nog aan toe te voegen, dat hy door zyn zeer muzikale voordracht na elk nummer, door hem gezongen, uitbundig werd toegejuicht. Het tweede concert slaagde nog beter dan het vorige. Voor het examen Fransch (L. O.) is geslaagd mej. A. Lem, van Leiden. Voor het examen hoofdakte de heer C. H, T. J. Eybergen, van Stompwijk. Bij de Kamer van Koophandel te Katwijk is op een door haar aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg maatschappij gericht request van genoemde Maatschappij antwoord ont vangen, dat voortaan aan het station der tram te Katwijk aan Zee verkrijgbaar zullen zijn: vrachtbrieven voor de verzending van goederen naar het binnen- en buitenland; douanen-declaratiên en aangifte tot inlading van goederen, vrjj van uitgaande rechten; een en ander zeer ten gerieve van den vischhandel. Geref. Kerk. Beroepen is te Vijfbuizen (Haarlemmermeer), ds. S. Datema, te Murmer- woud© (Dantumadeel). In de plaats van mej. A. Spier, die naar Hendrik Ido Ambacht vertrekt, is tot onder wijzeres aan de Christelijke school te Wou brugge benoemd mej. A. Zijlstra, van Gro ningen, die 1 October a. s. aldaar hoopt in functie te treden. De Staatscourant van 23/24 dezer bevat de statuten der volgende vereeniging, als rechtspersoon erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32): „Plaatselijk Nut," te Boskoop. Haar doel is: instandhouding der aldaar bestaande neutrale bewaarschool en der bestaande volksbibliotheek. Vtrder tracht zij invloed te oefenen op de opvoeding, het onderwijs, de veredeling der begrippen en de vermeerdering van de geestelijke en stoffelijke Welvaart der minder ontwikkelden, door de volgende middelen: a. het schrijven van arti kelen in dag- en weekbladen; b. het houden van openbare voordrachten; c. het verschaffen van goede en goedkoope lectuur; d. het oprichten van stichtingen, waardoor de volks welvaart kan worden vermeerderd, als fondsen, hulpbanken, enz., alles binnen de grenzen der gemeente Boskoop. De leden betalen een jaarlijksche contributie van minstens f 4. De vereeniging is aangegaan voor 29 jaren, ge rekend van 12 Mei jl. Vrijdag werd te Bergen-op-Zoom de 62ste vergadering der „Ned. Botanische Vereeniging" gehouden. Een groot aantal leden was tegen woordig. Prof. W. F. R. Suringar, uit Leiden, werd als voorzitter herkozen. Besloten werd een prijsvraag uit te schrijven voor leerlingen van gymnasia en H. B.-S. met 5-jarigen cursus in de provincie Gelder land voor het jaar 1897 tot het inzamelen van een herbarium van 100 inlandsche planten. Wetenschappelijke mededeelingen werden gedaan door de heeren D. Lako, dr. L. Post humus, W. W. Schipper, mi.-j. A. Ogterop, J. H. Kok Anker6init en Th. H. A. J Abeleven, terwijl door den voorzitter een uitvoerig verslag werd uitgebracht over de in dit vereenigings- jaar ingezonden planten. Tot lid der Vereeniging werd benoemd de heer H. H Sanders, te Enkhuizen. De volgende zomervergadering zal gehouden worden te Zutfen. Zaterdag en Zondag zouden door de leden verschillende botanische excursies in de omstre ken van B*rg«a op-Zoom gehouden worden. Aan het Staatsexamen tot toelating aan de Universiteit namen van 2022 Augustus deel 7 candidaten voor de faculteiten der godgeleerdheid, enz. Toegelaten zijn 2 candi daten, nl. de heeren S. Friezenberg en W. G. Klokke. Voor de faculteiten der geneeskunde, enz. werden 5 candidaten geëxamineerd, van wie zyn toegelaten de hoeren J. F. Van Oss, C. H. Brinkman, G. C. Gerrits en G. W. Manschot. Gedurende den loop van het examen trokken zich vier candidaten terug Na voortzetting van het examen is van de overige groep alsnog geslaagd de heer K. Veen Het examen is afgeloopen. Van 17 tot 22 Augustus zyn geslaagd voor het notariëel examen eerste gedeelte de heeren H. J. F. Brinkman, te Dokkum, D. Voute, te 's-Gravenhage; C. J. Engelsberts, te Arnhem; F. G. De GraafF, te Zoeterwoude; J. A. F. Van Asperen, te Breda; J. L. Van do Ven, te 's-Hertogenbosch, en A. E. Schouten, te Utrecht. Tweede gedeelte: H. L. Morra, te 's-Gravenhage; jhr. J. F. Schuurbeque Boeye, te 's-Gravenhage, en A. A. Dykhoff, te Amsterdam. De „Huisvrouw" wekt de vrouwen van Nederland op, om by de inhuldiging van Koningin Wilh'elmina aan H. D. een huldeblijk aan te bieden van hare vrouwelijke onderdanen afzonderlijk. Zij hoopt, dat er vrouwen zullen opstaan om het initiatief te nemen. Volgens het „H. Dagbl." is de Staats begroting voor het aanstaand dienstjaar in onderzoek bij den Raad van State. Deze week wordt H. K. H. de prinses Von Wied met gevolg te Domburg verwacht. De belangrijke brève, door Z. H. den Paus aan Z. D. H. den Bisschop van Haarlem op diens gouden priesterjubilé gezonden, luidt woordelijk aldus: Aan onzen Eer waar dig en Broeder Gaspar Bisschop van Haarlemte Haarlem. Eerwaardige Broeder, heil en Apostolischen zegen. Met het volste recht vieren de geestelijkheid en het volk, aan Uwe zorgen toevertrouwd, in gemeenschappelijk vreugde betoon, htt vijftigste verjaren van Uwe pries terwijding, waar immers heel Uw priesterleven zoo hoogen lof verdient. Inzonderheid toen Gij voorheen, als hoogloeraar, de wetten van zeden en tucht onderweest, toondet Gij, hoezeer liefde en ijver U bezielden voor de Kerk en den Apostolischen Stoel. En door ons verheven tot de bisschoppelijke waardig heid, hebt Gj volhardend, al Uwe krachten steeds aangewend om den godsdienst te ver dedig' n en voort te planten. Kon men ook al de overige talrijke vruchten van Uwen arbeid voorbijzien, dan zou toch daarvoor luide getuigd worden reeds door de ongeveer vijftig kerken, die tijdens Uw bisschoppelijk bestuur, tot heil Uwer kudde, met Uw mede werking tot stand kwamen Een aangename taak derhalve is het Ons, U geluk te wen- schen met een zoo welbesteed priesterleven, dat - Wi) smeeken het van God nog met vele jaren worde verlengd. Ten einde Onzerzijds aan Uwe feestvreugde iets toe te voegen, dat U ten blijk zij Onzer geheel bijzondere genegenheid, verleenen Wij U, Eerwaardige Broeder, als onderpand der Hemelsehe goederen, van ganscher harte den Apostolischen zegen. Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, den Sisten Juli 1896, van Ons Pausschap het 19de jaar. LEO XIII, Paus. De commissie uit het Nederlandsche Landbouw-comité tot het uitbrengen van een rapport belrcfftnie beschermende rechten, heeft zich geconstitueerd als volgt H. F. Bultman, voorzitter, dr. G. W. Bruinsma, rar P. W. A Cort van der Linden, J K. Rienks, J. Rinkes Borger, mr. P. H. A Tijdeman, J. J. VaD Wee), D. Fontein de Jo?.g, jhr A. Mi- chiels van Kessenicb, A. Van Leeuwen, J. L. T. Groneman, W. A Viruly Verbrugge en mr. A. Ferf, secretaris. Retdagelyksch bestuur van hetNederlandsch Landbouw-comitó heeft aan de ministers van waterstaat en van justitie een adres verzonden, waarin het, gevolg gevende aan de opdracht van de onlangs gehouden algemeene ver gadenng van het Comité, aandringt op eene wijziging van de Boterwet in den zin als door het Comité noodig werd geoordeeld. Het stoomschip „Burgomeester Den Tex" vertrok 22 Aug. van Amsterdam naar Ba tavia; de „Edam" arriveerde 22 Aug. van Nieuw York te Amsterdam; de „Koningin Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 22 Aug. Kaap del Armide „Prin* Hendrik," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 22 Aug van Padang; de „Prins Willem I" arriveerde 22 Aug. van Paramaribo te IJmuiden; de „Reichstag," van Oost Afrika naar Hamburg, arriveerde 21 Aug. te Marseille de „Gelderland," van Rotterdam naar Java, passeerde 22 Aug. Ouessant; de „General," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 22 Aug. te Gibraltar; de „Kanzier" vertrok 21 Aug. van Mozambique naar Rotter dam en Hamburg; de „Maasdam" vertrok 22 Aug. van Nieuw-York naar Rotterdam, met 2250 vaten margarine; de „Werkendam," van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 23 dezer Wight; de „Zaandam" vertrok 22 Aug. van Nieuw York naar Amsterdam. - De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op Donderdag 27 dezer niet plaats hebben. - By koninklijk besluit is met ingang van 1 Sept. a. s. benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Yeghel, mr. F. A. Hengst, te 's Hertogenbosch, met toekenning van eervol ontslag als schoolopziener in het arrondissement Oss. Met ingang van 1 Sept. a. 8. aan J. Arnoldy, op z(jn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Schoten. Met ingang van 1 Sept- a. a. aan mr. S Gratarna, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als archivaris in Drente. Toestemming verleend aan jhr. F. C. V. Dommer van Poldersveldt, burgemeester van Noordwijkerhout, om tot 1 Juli 1899 te Noordwyk te blijven wonen. Benoemd tot inspocteur der directe belas tingen, invoerrechteu en accijnzen te Almeloo B Formijne, thans te Alfen. Het volgende is overgenomen uit „Timo- theus", Geïllustreerd Weekblad voor Jongelui. Werk onder de Matrozen. Te Leiden hebben eenige Christenen enkele maanden geleden een werk onder de jeugdige matrozen der Kweekschool voor Zeevaart te Lolden begonnon. Des Zondagsmiddags krijgen de jongens geregeld van 15 uren vrij don Commandant. Zy kunnen dan eerst hun boodschappen deen, hun familie bezoeken, of wat rondwandelen. Van halfdrie tot halfvyf houden deze christenen een bijeenkomst in het lokaal Eben-Haëzer, Oudo Ryn 92. H-.t wandelen en zoo voorts schijnt echter velen niet zeer aan te trekken, want om 2 uren zijn er al verscheidene bezoekers. Zojwel Protestantsche als Roomsche jon gens bezoeken de vergaderingen. Er komt zelf3 één Israëliet. Er moet dus met beleid gehandeld worden. Eerst wordt er een kort voorwoord gesproken, dan een lied gezon gen - natuurlijk een echt matrozenlied, bv. het Matrozengebed, waarin Gods zegen over land en volk wordt afgesmeekt Dan volgen eenige hoezees voor de Koningin, de Koningin- Regentes, de Kweekschool voor Zeevaart, en voor hen, die het werk onder de matrozen door hun bijdragen steunen. Vervolgens worden door enkele matrozen voordrachten gehouden, terwijl nu en dan op gepaste wijze het Evangelie wordt verkondigd. Voorts worden kosteloos koffie, koek en siga ren onder hen uitgedeeld. Dan is er christe lijke lectuur voorhanden, waarvoor door enkele christenen wordt gezorgd. Zij kunnen ook tractaten naar hun schip medenamen. In het najaar vertrekken van het wacht schip vele matrozen naar Amsterdam. Onder de nieuwelingen wordt door de heeren (Tb. Franchimon, C. Van Wijk en Th. Gori) bet werk zooals nu dan wederom hervat. De Her?. Synode on de Sociale Quaestie. Om lot meerdere kennis van de sociale toe standen te komen, had de Synode der Herv. Kerk reeds vroeger een desbetreffende vragen lijst ter beintwoording aan de kerkeraden toegezonden. Uit deze antwoorden is een rapport opgesteld, met de volgende conclu3iën, die in de Vrijdag gehouden zitting der Synode, zonder hoofdelijke stemming, zijn goedgekeurd „1. dat de voor weinige jaren zoo sterke propaganda voor de sociaal-democratische denkbeelden thans veel minder te beteekenen heeft, zoodat voor het tegenwoordige zelfs geen aanleiding wordt gevonden, om vanwege onze Kerk naar de uitbreiding dier volksagita tie een onderzoek in te stellen; 2. dat bet luide geroep over de sociale nooden, door de leiders der beweging in tal van weekbladen met reclamemakende namen, overvloeiende van smaad en laster, zoowel sis in lokaleu en samenkomsten in de open lucht, aangeheven, is gebleken zeer overdreven te zijn en slechts ontevredenheid en verbitte ring gewekt beeft, 3. dat door de in de laatste jaren bestaande malaisb op het gebied van landbouw, haodel en nijverheid en door de overproductie de toestand der hier en daar heerschende werk loosheid alleszins verklaarbaar is en dat elke poging tot verzachting van de gevolgen dier werkloosheid waardeering en ondersteuning verdient, 4 dat met blijdschap kan worden gecon stateerd, dat do kerkeraden, naar vermogen, direct of indirect, de treurige sociale toestan den trachten te verbeteren door werkverschaf fing, lage woninghuren, landontginning, het oprichten van werklieden vereenigingen en afdeelingtn van den Chriitelykea Werkmans bond, het steunen van de vereeniging in Friesland„Door arbeid tot verbetering", en het stichten van ziekentondsen, diaconessen- huizen, enz.; 5o. dat, waar do verhouding tusschen we k- gevers en werklieden over het algemeen zeer bevredigend wordt genoemd, zulk een goede verstandhouding alleen kan worden bestendigd of nog ontstaan kan, wanneer de werkgever, door christelijke liefde gedrongen, de belangen van den werkman en diens gezin in allen deelu toont te behartigen. Den wensch uit te sprtken, dat naar het voorbeeld van zeer velen, alsnog algemeen by het huis- en ziekenbezoek de zegen des Evangelies in volkomen overeenstemming met de beginselen der Heilige Schrift, tot de sociaal democraten en hun volgelingen gebracht wordt, en naar art. 12 regl. voor de diaconieën, de korkeraadsleden in het algemeen, bepaal delijk de opzichters van de arbeidende klasse, zooveel zij kunnen de verstandelijke, zedelyke en godsdienstige belangen van den werkman behartigen, hem met raad, hulp en vertroosting Kok en Koning. 2) Woedend knarste by op de tanden als een gevangene, die aan zyn ketenen tornt. Lang zamerhand eerst kwam hy weer tot het bewust- zyn van zyn positie, en hy zag naar zyn vleeschbak om. Nu had daar een klein ongeval mode plaats gebad. Of de paarden de oorzaak waren of hy zelf, of wel de wagen, dat wist Gioachimo niet, maar een feit wa3 het, dat de vleeschbak de helling afgerold was. Gioa chimo wiesch den kalfsschenkel in de beek vluchtig af, wierp hem met een verachteiyk gebaar weer in den bak en ging verder. In de keuken van de villa aangekomen, maakte de kok, zekere Maurice Jeunette, een geweldig alarm. „Dat is om duivelsch te worden 1" riep hy. „Lompe vlegel, zie eens, hoe de schenkel er uit zietl Heb je het vleesch, dat fataoeniyke men8chen moeten eten, soms eerst op de straat geworpen? Zie me dat eens aanl" En op hetzelfde oogenblik brandden de vyf vingers van meneer Jeunette in het gezicht ▼an den armen Gioachimo. Eerst bleef deze als versteend staan, maar toen maakte een razende woede zich van hem meester en het schaamrood bedekte zyn wangen. Was dat misschien de kroon, die hy verdiend had? Was dat het begin van de gedroomde nieuwe wereld? Fluks nam hy den kalfsschenkel slingerde hem den kok naar hot hoofd en was met twee sprongen uit het huis. Nu was hy het met zichzelven eens, nu wist hy, wat hy te doen had. De oorveeg van don kok was slechts de druppel geweest, die het vat had doen overloopen. Naar meester Durand wilde Gioachimo niet weer terug. Hy wilde soldaat worden, niets was in dezen tyd voordeeliger. Als soldaat kon men een wereld veroveren, als slagersknecht hoogstens oor vegen. Voort dus, naar Parys l Ook al moest hy op de straat verhongeren voort, naar Parys l Zoo liep Gioachimo zonder jas, op klompen, een gebreide wollen muts op het zwart- lokkige hoofd, voort naar Parys 1 II. De jaren der revolutie, welke nu volgdeD, raasden als een orkaan over Frankryk. En ofschoon in den algemeenen storm der ontketende hartstochten alle banden der vriend schap ©n bloedverwantschap ook verbroken werden, ofschoon de grillige god van den oorlog den een tct de sterren verhief en den ander stuiptrekkend onder de byl der guillotine neerwierp, waren toch juist deze tyden van algemeene ontbinding en omverwerping der maatschappelyke orde geschikt, om energieke karakters te verheffen. Tot dezen behoorden zoowel de jonge Murat als zyn beschermer, de artillerie-luitenant Bonaparte. In 't eer3t evenwel voerde het lot den een hierheen, den ander daarheen, en terwyi de Corsicaan de ladder der eere en waardigheid begon te beklimmen, was de ander in de Vendée en andere oorlogen der revolutie gemeen soldaat zonder door het lot begunstigd te wor den Hy werd korporaal dat was alles, terwyi Bonaparte spoedig tot kapitein, overste en eindoiyk zelfs, na de met verrassend succes bekroonde belegering van Toulon, tot brigade generaal opklom. Een vier-en-twintigjaiige generaal I Dat was alleen in zoo'n tyd moge- ïyk. De jonge Murat gedacht zyn verren be schermer met bewondering, en dikwyis, als hy in den eentonigen dienst, in de vermoeie nissen en gevaren van den oorlog aan zyn fortuin begon te wanhopen, troostte hy zich mot de woorden„Emdeiyk zal ook myn dag komen! Eindeiyk moet hy komen." En hy kwam. Het was in het jaar 1796. Het Fransche leger, onder commando van generaal Bonaparte, lag voor de vesting Lodi, in Boven-Italië, die door de Oostenryksche troepen verdedigd werd. De Fransche troepen, door de overwinningen van Montenotte, Mil- lesimo en Mondovi verwend, morden over slechte verpleging, nuttelooze belegering van vaste plaatsen en de eigenzinnigheid van den legeraanvoerder, die met het hoofd door den muur wilde. Het was nacht, een heerlyke Meinacht, en Murat, die tot een veldwacht gecommandeerd was, stond schotvry voor de vestingmuren naby een wachtvuur, waarom heen eenige officieren met elkander lagen te praten. „Het is onzin, dat wy hier liggen l" riep een hunner. „Wy bereiken hier toch niets. En terwyi wy ons hier de schedels tegen de muren verpletteren, concentreert de vyand in Venetië versterkingen, om ons weer het hoofd te bieden." „Generaal Bonaparte weet niet, wat hy doet," voegde de overste Saint-Pré, een by- zonder lange officier, er aan toe. „Dezen namiddag, toen het reeds donker was, kreeg ik eensklaps bevel, met myn regiment van Montecalvo op te rukken en een stelling in het bosch van Casareccia in te nemen." „Eu gy zyt niet gegaan, overste?" vroeg een ander eenigszins angstig. „De Hemel beware my. Ik moet voor myn regiment staan. In Montecalvo heb ik uit stekende kwartieren, terwyi in het bosch van Casareccia geen halm stroo en hooi te vrnden is. In twee dagen zou het halve regiment naar de maan zyn, als ik de aan gewezen stelling ingenomen had." „Maar, overste vermaande een kame raad welmeenend. „Och wat, dat moet ik beter weten," riep overste Saint-Pró, „wat weet generaal Bona parte van de cavalerie? Een mensch, zoo klein, dat men hem op een paard nauweiyks ziet. Laat hem maar komen." Nauweiyks was het woord gevallen, of korporaal Murat bemerkte, dat alle officieren haastig opsprongen en voor een kleinen officier salueerden, die eensklaps uit het duister het wachtvuur genaderd was. Op het hoofd droeg hy een kleinen hoed, en het eenigszins tengere lichaam was in een een- voudigen, donkergryzen officiersmantel ge stoken. „Overste Saint-Pré 1" riep hy met scherpe stem. „Generaal I" Nu herkende Murat opeens den kleinen luitenant Bonaparte. Hy zag do doordringende oogen, het ernstige voorhoofd, het marmeren, gezicht, als vóór acht jaar, en wist onmid- deliyk, dat hy den bevelvoerenden generaal voor zich had. Generaal Bonaparte mat deD overste Saint- Pró van het hoofd tot de voeten, on zeide toon, terwyl hy op elke lettergreep nadruk legde: „Het is waar, overste, gy zyt een hoofd grooter dan ik l Nog een daad van ongehoorzaamheid als deze en het verschil vervalt 1" Overste Saint-Pró werd bleek en stotterde verlegen„Generaal, alleen de totale onmo gelijkheid der verploging noopte my „Stil l Binnen een uur staat uw regiment in het bosch van Casareccia." Overste Saint-Pró verdween in de duis ternis. „Myne heeren," ging generaal Bonaparte voort, „morgen is het eens weor een roomryko dag io de geschiedenis van Frankryk. Gy kent uw lot als soldaat. G(j zult eer eD leven op het spel zetten, om een blad by te dragen tot den lauwerkrans, dien de bestorming op Lodi om ons hoofd windt." „Leve de generaall" klonk het geestdriftig in 't rond. „Leve Frankryk 1" antwoordde Bonapart» en was direct daarna eveneons in de duisternis verdwenen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1