11192.
Donderdag SO Augustus.
A0.1896
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
F euilleton.
RIJK'
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden.
•Franco per post-.
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
0.05.
PBIJS DEB ADVEB'i'KN Tiüjr
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseerec buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit noimner bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Officiëele Kenniegeyingeiu
DRANKWET.
Burgemeeeter on Wetboudera van Leiden breDgen ter
algemeeoe kennis, dat door LAMMERT ZUIDERVELD
een verzoekeobrift ia ingediend om vorgnnning voor
den kleinhandel in sterken drank in bet perceel
B.cie:rd&t No. 107.
Burgemeester en Wethouders voornoemd;
Leidon, F. WA8, Burgemeester.
18 Aag 1896. E. EIST, Secretaris.
Leiden, 19 Augustus.
Op de gewone vergadering der gunstig
bekend staande Leidsche Gymnastiek- en
Schermvereeniging „Hercules", dd. 4 Maart 11.,
is besloten te geraken tot de oprichting eener
„Volksklasse", waar jongelieden van 14 tot
20 jaar in de gelegenheid zullen gesteld wor
den, onder leiding van bovengenoemde Ver
eeniging kosteloos gymnastiek onderwas te
ontvangen.
Aangezien de gymnastiek een heilzamen
invloed heeft op de lichamelijke en zedelijke
ontwikkeling, mag de Vereeniging zeker alles
zins rekenen op den steun van vele inge
zetenen ter bestrijding der grooto onkosten
(zaalhuur, werkkostumes, enz.) aan oprichting
van zulk een klasse verbonden.
De heer P. Meyer, klerk der posterijen
en telegraphie ten postkantore alhier, wordt
met ingang van 1 September overgeplaatst
naar het postkantoor te Meppel.
Bij het toelatingsexamen tot den hoofd
cursus te Kampen zijn van het 4de reg. inf.
(cursus te Leiden) geslaagd, de sergeanten
Vetter, Staff en De Bas.
Gistermorgen vertrok een 28-tal leden
van de afdeeling Leiden der Ned. Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde van hier naar
Vleuten, om van daar een bezoek te brengen
aan Haarzuylen, alwaar de heer Copijn van
de Groene Kan hen zou rondleiden over de
terreinen, door hem tot park van het kasteel
„De Haar" ontgonnen.
De Haar, in de Utrechtsche gemeente Haar-
zuilen, de grootste ridderhofstad van Utrecht,
werd in 1165 door Godschalk van Woerden
gebouwd of naar anderen in 1287 door Herman
van Woerden. In 1446 ging het evenwel over
in het geslacht van Van Zuylen van Nyevelt
door liet huwelijk van Josina van Woerden
met Dirk Van Zuylen van Nyevelt. In 1482
werd het kasteel verbrand door den stad
houder van Holland Joost van Lalaing, die
het voor David van Bourgondië, bisschop van
Utrecht, stormenderhand nam. Hoewel toen
verbeurdverklaard, kwam het in 1505 weder
aan de Van Zuylen's terug. Duidelijk kan
men nog de sporen van de herstelling van
1535 aan de zuidzijde waarnemen. Siods 1770
werd het kasteel niet meer bewoond en dus
verwaarloosd. Naar de gegevens van jhr. Victor
De Stuer8 laat de tegenwoordige eigenaar
Etienne baron Van Zuylen van Nyevelt van
de Haar het tot 1891 nog ruïne zijnde kasteel
uit zijn puinhoopen herrijzen en droeg by
de res'auratie op aan den architect, dr. P. J.
H. Cuypers.
Van het station wandelde men, begeleid
door den kundigen tuinbouwarchitect Copijn,
door het zoogen. Zuiderpark in de richting
van het machtige kasteel, dat door een gracht
is omsloten en uit vier vleugels bestaat. Een
bijgebouw dient tot póórt, waardoor men
binnen de muren komt, om vervolgens over
een ophaalbrug (die echter nog niet gereed is)
het kasteel binnen te gaan. Thans geven nog
slechts eenige planken daar toegang en zoo
stond men al spoedig op een binnenhof van.
onregelmatigen vorm en met een gothisch
koepeldak, pl. m. 15 meter hoog, overdekt.
Vol bewondering kan men reeds zich een
denkbeeld vormen van hetgeen dit slot een
maal worden moet, daar dit hier en daar door
stuck en beteekende planken is aangegeven.
Men kon daar echter niet lang vertoeven, zegt
de „N R. C.", want het park in spe was
het eigenlijke doel van den tocht.
Eerst sedert 15 maanden is met den aanleg
een begin gemaakt en toch is reeds zoo ver
bazend veel tot stand gebracht. Het terrein
van ontginning beslaat reeds een oppervlakte
van 120 hectaren vlak weiland, terwijl het
niot onmogelijk is, dat deze oppervlakte bin
nenkort nog met 150 bunders wordt uitge
breid. Een gedeelte, de zoogen. Jardin régulier,
is reeds gereed. Aan de noordzijde omgeeft
het met zLjn reusachtige boomen het kasteel.
Reusachtige boomen zijn het eigenlijk niet,
maar deze uitdrukking mag men zich hier
wel veroorloven, als men bedenkt, dat eiken
en beuken van 40 jaar hierheen gevoerd
werden op daartoe expresseiyk vervaardigde
mallejans.
Het middelgedeelte van dezen tuin ls een
rechthoekige vyver van pl. m. 300 Meter
lengte, begrensd door bosch. Aan het einde
vindt men een doolhof. Aan de oostzijde zag
men het golvend terrein reeds in wording
over e?.n lengte van 500 meter. Dat zal een
prachtig voorfront van het kasteel worden!
Het wordt doorsneden door een rivier, die
vóór het kasteel in een reeds gegraven vijver
zal eindigen. Later wordt de rivier nog verder
doorgetrokken.
De aanblik van bet geheel was indruk
wekkend. Te twaalf uren verliet men deze
bekoorlijke streek, begaf zich naar de
kweekery^n van de Groene Kan onder Maar
tensdijk en eindigde oen avond aan een
gem een sc ha pp sl ijken disch te Utrecht.
De deelnemers aan dit uitstapje hebben
een zeer aangenamen dag gehad, waartoe
ook medewerkte het feit, dat zij niet te lijden
hadden van te groote warmte door zonneschijn
nocb van regen.
Zondagavond a. s. (23 Aug.) zal om zeven
uren. een plechtige Lof met processie plaats
hebben in de parochiekerk aan den Hoogen
Rijndijk te Zoeterwoude tot sluitiDg van de
Leidsche processie naar Kevelaer.
Bij het te Uti© ht gehouden examen
voor do gymnastiek (M. O) is toogc-laten mej.
A. P. Van der Pauwert, van Haarlemmermeer.
Te rekenen van 20 dezer zal -hc-t Rijks-
telegraafkantoor te Voorschoten op werk
dagen open zijn van 8.50 's voor tot 12.50
's namiddags en van 2.20 tot 4.20 en van
7.20 tot 9.20 's avonds. De diensturen op Zon
en feestdagen blijven onveranderd.
Hare Koninklijke Hoogheid do hertogin
van Albany, met Hare kinderen, vertrekt
Vrijdag-avond van Soestdyk.
Maandag-avond wordt te Soestdyk verwacht
H. K. H de prinses Van Wied, met Hare
dochters. Woensdag-ochtend vertrekken de
hooge gasten weder.
De jeugdige prinsen van Bentheim worden
Zaterdag a. s. op Soestdyk verwacht en zullen
aldaar een week vertoeven.
Het dienstdoende gevolg op Soestdyk wordt
op 21 Augustus vervangen door kamerheer
graaf Van Limburg Stirum adjudant jhr. Van
Tets en den ordonnance-officier jhr Six.
De generaal Van Helden, gouverneur
der residentie, is uit Zwitserland, waar hy
zyn verloftyd heeft doorgebracht, te's-Graven-
hage teruggekeerd.
De lieer Knobel, minister-resident van
H M., tevens consul generaal in China, heeft
gisteren van Den Haag de reis naar Peking,
zyne stanaplaat8, aangenomen. Hy vertrok
per floll. spoor te 8 u. 47 min. naar Parys,
alwaar de heer Knobel eenigen tyd zal ver
blijven alvorens naar zyn post terug te keeron.
Aan het station werd hem, behalve door eenige
vrienden en hoofdambtenaren, chefs van afdee-
lingen aan het ministerie van buitenlandsche
zaken, een afscheidsgroet gebracht door ridder
De Struve, gezant van Rusland aan ons hof,
die met denzelfden trein vertrok.
De vorst en de vorstin zu Lowenstein-
Wertbeim zyn gisteren, na een gedeelte van
het seizoen te Scheveningen te hebben door
gebracht, naar Duitschland teruggekeerd.
De Oostenryksche gezant by ons hof, de
heer Okolycsamji d'Ocolicsna,, nam aan het
Staats spoorstation te 's-Gravenhage afscheid
van het echtpaar.
Dr. S. D. Van Veen, te Rotterdam, heeft
Zondagmorgen aan zyn gemeente bekendge
maakt, dat hij de benoeming tot hoogleeraar
in de godgeleerdheid aan de Ryks- Universi
teit te Utrecht heeft aanvaard.
Dr. Van Veen was nog maar korten tyd
te Rotterdam als predikant werkzaam.
Gedep. Staten van Zuid-Holland bebben,
met vernietiging van een besluit van Burg.
en Weths. van Ridderkerk, aan het Parochiaal
Kerkbestuur van de H. Martelaren van Gor-
kum te Feyenoord alsnog vergunning verleend
tot het stichten eener noodkerk op een per
ceel te Bolnes.
Men schryft aan de „N R. C." uit Den
Haag:
Ongetwyfeld ter gelegenheid van den een
of anderen herinneringsdag uit den tyd van den
Belgischen opstand, heeft men dezer dagen
aan het standbeeld van Koning Willem II
op het Buitenhof in Den Haag weder een
grooten krans gehangen, waardoor de oogen
vanzelf mar het beeld getrokken worden, en
de voorbyganger slechts opnieuw zal over
wegen hoe kwaiyk zulk een monument toch
als eerbetoon dienst doet. Wy hebben op
onze Noderlandsche pleinen menig standbeeld
zien verryzen, dat op bedenkeiyke wijze in
monumentale schoonheid te kort schiet, maar
er is er misschien geen enkel, dat zoo rond
weg bespotteiyk is als deze houterige figuur,
die daar op parmantige wyze van zyn voet
stuk schyut te willen walsen, met een gerust
stellend gebaar, alsof hy zeggen wilde: voor
my zyn zulke toeren dageljjksch werk. En
dan de onmogeiyke poppen er om heen, en
de dwaze conditie van het brons, die den
koning m het gelaat helgroen doet zieD,
terwyi hy overigens doodsch zwart is. Waarlijk,
indien de krans, die thans tegen het beeld
aanhangt, bewyzen moet, dat de vorst niet
is vergeten en zyn herinnering by velen nog
met eerbied voortleeft, dan kon men niet
beter doen- dan bet paskwil, dat hem heet
voor te stellen, naar het water in de buurt
te duwen, en daarmee het Buitenhof en Den
Haag bevryden van een der smaakonteerendste
gewrochten, die ooit de Hollandsche lank
moedigheid op dit punt getart hebben en bespot.
In verband met de in den Gemeenteraad
van Hilversum ter sprake gebrachte „voort
durend toenemende postpapier- en potlooden-
bedelarij", aldaar, noodigt de commissaris van
politie,
„gelet op het van bevoegde zyde tot hem
gerichte verwyt, dat door de politie op onvol
doende wyze wordt gewaakt tegen het venten;
gelet ook op den onhoudbaren overlaat, dien
de burgerij by voortduring ondervindt van
vreemde kooplieden, die, op de weigering om
te koopen, zich niet ontzien op de iDgezetenen
te schelden en hen door houding en gebaren
te beleedigen, en overwegende, dat de gren
zen van zulk driest optreden thans zyn be
reikt en hieraan, gesteund door een passende
verordening van de politie, een einde behoort to
komen",
de iDgezetenen dringend en beleefd uit, aan
hen, die een gift wenschen te ontvangen, te
willen uitreiken een papieren bon, waarop
alleen staat uitgedrukt de waar of levens-
mi idelen, welke voor dien bon kunnen worden
ingeruild by den mede daarop vermelden
leverancier.
By koninklijk besluit van 30 Juli jl.
(Stsbl. 144), opgenomen in de „Staatscourant"
van 19 dezer, is op de voordracht van den
minister van mariue bepaald, dat de wet van
13 Juli 1896 (Stsbl. 110), houdende nadere
wyziging der wet van 28 Aug. 1851 (Stsbl.
127), tot regeling der militaire pensioenen
by de zeemacht, zal in werking treden op 1
Nov. 1896.
In „The Singapore Free Press" van 7
dezer komt het volgende voor:
Singapore wordt nu bezocht door een emi-
nenten Hollandschen letterkundige en politicus,
nl. door- den heer Yan Haurik (Maurik), wiens
naam bekend en beroemd is, overal, waar de
Hollandsche taal wordt gesproken l Hy wordt
zelfs genoemd„De Hollandsche Dickens". Als
publicist en politicus is de heer Yan Haurik
eigonaar en uitgever van het weekblad „De
Amsterdammer", een blad, gewyd aan de ver
dediging der radicale en liberale denkbeelden;
doch geheel vreemd aan de sociale beginselen.
Hy is do algemeen erkende leider der liberale
pirty, en zoowel daardoor, als door zyn groote
populariteit als novellist en conférencier heeft
hy den grootsten invloed op de middel- en
volksklassen.
Reeds meermalen, en nog zeer onlangs, is
zyn groote invloed heilzaam geweest tot het
treffen van vergeiyken, by groote werksta
kingen en landeiyke oneenigheden, enz.
Ter zitting van de Synode der Ned.-
Herv. Kerk kwam onder meer in behandeling
een voorstel van ds. Bronsveld, om toezicht
te oefenen op den tekst van den Bybel, door
de Bybel-compagnie uitgegeven, en op den
inhoud van hetgeen achter psalmen en ge
zangen wordt gedrukt, aangezien er vele
afwykingen in de verschillende Bybeluitgaven
voorkomen en in het eene kerkboek veel meer
formulieren, gebeden, enz. voorkomen dan iu
het andere en het noodig is maatregelen te
nemen tegen deze willekeur. De rapporteerende
commissie, by monde van den heer Bredius,
stelde voor om den voorsteller uit te noodigen
zyn denkbeelden betreffende de uitvoering van
zulk een toezicht uiteen te zetten en mede
te deelen aan de synodale commissie en deze
op te dragen die inlichtingen in ontvangst te
nemen en met haar advies btl de Synode des
volgenden jaars in te dienen. Conform dit
advies werd besloten.
Aangaande een vooretel van den kerkeraad
van Deventer, om by de Regeering aan te
dringen op het opnemen van den Goeden
Vrijdag onder de algemeen erkende christe- j
lyke feestdagen, stelde de commissie, eveneens
by monde van den heer Bredius, voor i
inzonderheid op grond van de overweging,
dat slechts een dergelijke maatregel zou zyn
in het belang der Protestanten, en de Room-
schen den wensch daartoe niet koesterden,
terwyi het twyfelachtig was of de Regeering
zich bevoegd zou kunnen achten een dergelijk
besluit te nemen als men verlangde, niet
te treden in het voorstel van den kerkeraad
van Deventer. Met dit advies vereenigde zich
de vergadering.
Tot hen, die zich ten aanzien van dienst
aangelegenheden schriftelijk tot hem wenden,
richt de heor Sassen, directeur der Ryks-
postspaarbank te Amsterdam, het verzoek,
met (op het adres) aan zyn ambteiyke qualiteits-
aanduiding zijn familienaam toe te voegen.
Wanneer in laatstgemeldon zin wordt gehan
deld, worden de brieven als van particulieren
aard beschouwd, en, Of hem nagezonden, Of
tot zyn terugkomst in bewaring gehouden.
Hierdoor kan buiten zyn toedoen vertraging
in de afdoening der zaken ontstaan, en aan
de belanghebbenden ongerief ja, soms na
deel worden berokkend. Yooral is dit het
geval, wanneer de briefschrijvers inleggers zyn,
die hun tegoed geheel of gedeelteiyk willen
terugontvangen.
De hoofdcommissie voor de zaken van
het Portugeescb Israelietisch kerkgenootschap
in Nederland heeft benoemd tot leden der
commissie van examinatoren de heeren dr.
M. C. Paraira (voorzitter), I. v. J. Palache, A.
Rodrigues Pereire, Jac. M. Yaz Diaz en Mr.
I Teixeira d'Andrade.
i)
Zyn de kinderen weg, Eleanor?
Ja, tante, 't is halfvyf.
Willie zal hier over twee uren zyn, zei
mevrouw Dacre. Wat zal hy het hier ver
anderd vinden. Ja, er is veel stof'tot dank
baarheid.
Ik wou, dat hy wat meer leerlingen in
ons schooltje vond, tante, zei Eleanor tegen
de zieke vrouw, die op de sofa lag. Mevrouw
Dacre8 gelaat droeg reeds het teeken van den
dood, naast de biyken van kalme berusting.
Tante, zei Eleanor, wy hebben een groote
fout begaan
Ik wou myn jongen niet tot last zyn,
antwoordde de oude dame ernstig. - Hy
moest zyn eigen weg zoeken en je weet, hoe
edelmoedig hy is. Hy heeft zyn weg ge
vonden, voegde zy er trotsch by en dat is
de troost van myn leven.
Niets zou hem meer genoegen gedaan
hebben dan u te helpen, vervolgde Eleanor.
Maar al die jaren liet u hem in 't geloof, dat
de school heel goed ging, en zelfs nu zou hij
niet thuisgekomen zyn, als ik niet ongehoor
zaam was geweest, door hem te schryven,
hoe ziek u is. Maar het getob moet nu uit
zyn; Will moet u uit deze armoe verlossen.
En jou ook, Eleanor I
O, dat is iets anders! Ik geef de voor
keur aan onafhankelijkheid.
- Hy moet je jeugd redden vóór die ge
heel voorby ia, de jeugd, die je voor my
hebt opgeofferd.
Eleanor keek onwillekeurig in den 6piegel
en mompelde iets.
- Wat zei je, Eleanor?
- O, niets; ik betreur het maar, dat ik
vyf en twintig ben, in plaats van achttien,
'n Beetje ydelheiden zy lachte.
Eleanor dacht er aan hoe zy er uit gezien
had, toen zy afscheid nam van Will, aan de
haven; hy vertrok met een groot schip, en
zy wuifde hem na. Ze had een gewaar
wording als by 't zien van een roos, die den
vongen dag is geplukt: nog mooi, nog geurig,
maar op 't punt van te verwelken, zoo niet
spoedig frisch water te hulp komt.
Eleanor ging naar boven, in haar een
voudig kamertje. Daar keek zy weer in den
spiegel en maakte zich gereed, haar kapsel
wat te verbeteren. Doch plotseling scheen zy
van meening veranderd en stak de reeds uit
getrokken haarspelden weer vast.
Hoewel het vooruitzicht van Will's terug
komst haar verheugde, had ze toch wel
gewild, dat het niet haar taak was geweest
hem te roepen. Hy keerde terug, na een met
succes beloonden stryd tegen het lot, wel
varend, nog jong 29 slechts - terwyi zy
de lange jaren had doorgebracht in 't enge
kringetje van haar school, al die zeven
jaren in 't kleine landstadje, hard werkend
onder bestendigen tegenspoed, om een karig
levensonderhoud te vinden voor haar zelve
en haar tante.
Ze wilde zich in niets veranderen voor
Will's komst; hy moest haar zien zooals zy
dagelijks was.
Will had haar verschrikkelyk teleurgesteld.
Dat hy heenging zonder eenige verklaring
dat was, zooals het behoorde. Maar in al zyn
brieven, die vertelden van zyn succes, had zy
tevergeefs uitgezien naar het woord, waarvoor
ze haar leven zou hebben gegeven.
Zy voelde opnieuw de teleurstelling, die
ze destyds had gevoeld, totdat de wonden
waren geheeld en zy zich voegde in den tred
molen van een vreugdeloos leven.
Al de armoede thuis was evenwel zorg
vuldig voor hem verborgen gehouden
Daar was een rytuig, dat stilhield voor het
hek. Zy gluurde door de gordynen en zag
zyn lange, breedgeschouderde figuur In het
tuintje, dat het huis van de straat scheidde.
O, zoo kan ik niet naar beneden gaan,
zei ze, nog eens in den spiegel ziende, en
SDel veranderde zy een en ander aan haar
toilet. Toen gmg zy de trap af en stond
woldra voor hem.
Zoo, Eleanor, hoe ts 't?
Een handdruk, toen een lastige stilte,
dat was alles. Zy begon gauw te praten over
't weer en zyn reis. Er scheen iets te ont
breken aan hun ontmoetrng wat, dat wist
zy niet.
Will was zeer veranderd. Zyn blauwe oogen
hadden den helderen glans der jeugd verloren,
een blonde baard en knevel bedekten de
vroeger zoo weeke lynen van zyn gelaat. Zyn
manieren waren wat ruwer en zyn voorkomen
voldeed niet aan haar verwachtingen. Zyn
kleeren zagen er erg nieuw uit en zaten hem
slecht, de zware gouden horlogeketting hin
derde haar.
Mevrouw Dacre zag van dat alles niets; zy
zag slechts haar zoon, haar ideaal, terug. Het
wederzien deed haar zenuwen zeer aan, zoodat
ze al vroeg ter ruste ging.
Will bleef met Eleanor alleen.
Mag ik rookeD, Nora?.... Niemand
anders had haar ooit by. dien naam genoemd.
Natuurlyk, antwoordde zy. Dat is
hier niet gebeurd sinds jy vertrok.
Alles lijkt nog hetzelfde, antwoordde hy,
zyn pyp aanstekend, alleen veel armoediger.
Je schreef, dat de zaken goed gingen, voegde
hy er verwijtend by.
Ik heb drie leerlingen en die gaan allen
met Kerstmis weg. Maar nu jy thuis bent,
komt het er natuurlyk niet op aan. Yoor tante
zal gezorgd worden.
Na een minuut van zwygen, vroeg hy:
En voor jou? Wat ben jy van plan te
doen?
O, heb geen zorg over my, ik zal wel
iets vinden.
Er was weer een pauze. Eleanor maakte
vergelykingen tusschen den vroegeren Will
en den tegenwoordigen. Zeven jaar geleden
zou hy vol yver geweest zyn om voor alles
te zorgeD, indien hij er de middelen maar
voor had. Nu zat hy, spelende met zyn hor
logeketting en gefronst voorhoofd, maar
hy sprak geen woord over de toekomst van
zyn moeder.
Vervelende historie! zei hy eindeiyk;
die arme mama!
Haar grootste troost is, dat zy een ryken
zoon heeft, antwoordde Eleanor. 'tWas be
paald verkeerd van ons, je niet over onzen
toestand in te lichten, 't Is myn eerste fout,
en ik beloof je, dat het de laatste zal zyn.
Volkomen oprechtheid is het best op den
langen duur, vindt je ook niot?
Zeker vind ik datl
't Verwonderde my, dat je in al die jaren
nooit schreef over het plan, eens naar hier to
komen. Tante wachtte met elke mail dat
goede nieuws.
In 't eerst, antwoordde hy, dacht ik
ook aan niets anders. Maar 't bleef by
uitstel
Je dacht er niet meer aan, zooals het
met meer dingen gaat.
Juist!
Hoewel zy verscheidene wenken gaf, kon
ze Will niet bewegen, zich verder uit te Jaten.
Het werd bedtyd, eer hy iets gezegd had
over de wyze, waarop hy mevrouw Dacres
toekomst zou verzekeren.
Eleanor lag lang wakker, en vóór zy insliep,
besloot zy ronduit met hem te spreken.
Den volgenden morgen besteedde zy meer
zorg aan haar toilet dan gewooniyk, en haar
leerlingen vonden, dat zy erg verstrooid was.
Toen zy na schoolfeyd haar tante opzocht,'
was Will niet thuis.
Wel, heeft u lang met hem gepraat?
vroeg Eleanor.
Ja, kind; o, het doet zoo goed, te hooreq
hoe myn jongen in zyn werk geslaagd is.
(Slot volgt.)