Door de heeren mr. J. Heemskerk Azn., J. P. W. Conrad, prof. G. Van Overboek de Meyer, dr. H. J. A. M. Schaepman, dr. W. P. Ruysch en prof. R. H. Saltet is een cir culaire gericht aan de leden van het „Congres ▼an Nyverheidshygiëne en Reddingswezen" in 1890 en aan andere belangstellenden, waarin zy uiteenzetten het voornemen een blijvend congres voor gezondheidsregeling en reddingswezen te stichten, waarvan weder een zitting zal plaats hebben medio September a. 8., te 's Gravenhage. De bedoeling is, dit jaar aan de orde te stellen de waterhygiëne en de drinkwater voorziening der steden, welke punten reeds inleiders gevonden hebben. De juiste datum van het Congres zal nader worden bekend gemaakt. Bij de circulaire is een statuten ontwerp gevoegd, volgens hetwelk leden van het Con- greB kunnen zijn zy, die op wetenschappelijk, technisch, practisch of administratief hygië nisch gebied werkzaam zijn of die in de vakken van het Congres belang stellen. Als overgangsmaatregel is bepaald, dat de leden van het CoDgres iD 1890 ook leden zyn van het komende, indien zy hun voornemen tot deelneming kenbaar maken vóór 10 Sept. a. a. aan den voorzitter, den heer J. Heems kerk Azn. De leden contributie bedraagt f 5. De 23ste algem. vergadering, tevens her denking van het 25-jarig bestaan der Geref. Zondag8school-vereeniging „Jachin," zal ge houden worden op Woensdag 26 Aug. a. s. in het kerkgebouw der Geref. kerk Koning straat te Delft. Den vorigen avond zal In hetzelfde gebouw een bidstond worden ge houden, waar ds. A. De Geus, van De Lem mer, de feestrede zal houden. Op de agenda komt o. a. voor: 1. De ge schiedenis van het Zondagsschoolonderwys in ons land. Inleider ds. De Gaay Fortman, van Amsterdam 2. Welke diensten kan de vrouw bewyz-.n by het Zondagsschool onder wijs? Inl. ds. Landwehr, van Rotterdam. 3. Welke beteekenis heeft de Zondagsschool in den stryd tegen het socialisme? 4. Zondags school en Jongelings-vereeniging. Z. D. Hoogw. de Bisschop van Haarlem zal a. s. Zondag, den 16den dezer, en verder de geheele week uit Haarlem afwozig zyn voor do toediening van het H. Vormsel in het dekenaat Alkmaar. Macisb De conclusie der commissie van praeadvies in zake het bezwaarèchriit van den kerkeraad van Bedum (A) werd door prof. Bavinck nader ter Synode te Middelburg toegelicht. Hy achtte dit bezwaarschrift formeel juist ter tafel gekomen, na door deputaten voor het verband der kerken met de Vryo Universiteit, te zyn teruggewezen. Evenwel, en hy toonde dit met voorbeelden, aan het stuk ontleend, nader aan, achtte hy het zakeiyk voor behandeling op deze Synode ongeschikt. Het stuk toch draagt te veel het karakter van een polemisch geschrift en niet dat van een kerkeiyke aanklacht, wjjl het niet genobgzaam preciseert, en niet aanwyst tegen welke uitspraken der Schrift en artikelen der Belydenis, de leerstellingen van dr. Kuyper zouden ingaan. Allereerst kwam daarna aan de orde een Bcbryven van het curatorium der vereeDiging voor Gymnasiaal onderwys op Gereformeerden grondslag te Zetten, waarin op samenwerking in zake Gymnasiale opltidiog te Zetten en Kampen wordt gewezen. De Synode besloot aan het verzoek van het curatorium zyn plan ter Synode te mogen toelichten, te voldoen. Daarna werden enkele dingen, inzake de zending, geregeld. Vervolgens werd de discussie over het be zwaarschrift van Bedum (A) voortgezet. Ver schillende praeadviseerende loden en leden der synode voerden het woord en daarna sprak de synode uit, dat zy om formeelo bezwaren niet op den inhoud van het bezwaarschrift van den kerkeraad van Bedum (A) kan ingaan, doch dat zy in het te barer kennisse gekomene geen redenen vindt, om zich tot lih. direc teuren over hooger onderwijs te wenden, en haar vertrouwen blyft stellen in prof. dr. A. Kuyper, en in alle hoogleeraren bij do Thsol. faculteit te Amsterdam, en aan de Theolo gische school te Kampen, die verklaard hebben principiëel aan de zyde van dr. Kuyper te staan. Nadat nog dr. A. Kuyper voorlezing had gedaan van een rapport der commissie van praeadvies in zake de zending, werden de zittingen der synode tot Dinsdag a, s. ver daagd. De „Staatscourant" van 15 dezer bevat het volgend koninkiyk besluit van 31 Juli jl. (Stsül. 145): In door- en vervoer van lompen, gebruikte kleedingstukken en ongewasschen lyf- en beddegoed is verboden uit landen of plaatsen, door de ministers van binnenlandsche zaken en van financiën aan te wyzen. De aanwyzingen worden telkens ten minste één dag voordat zy in wirking treden door plaatsing in do „Staatscourant" ter algemeene kennis gebracht. De voornoemde ministers zyn bevoegd, die aanwyzingen te veranderen, zoo dikwijls de omstandigheden dit gedoogen of onnoodig maken, alsmede te bepalen of en in hoever da bagages, door reizigers medegebracht, onder het verboJ zyn begrepen; de beschik kingen over dezo onderwerpen worden ook in de „Staatscourant" geplaatst. Heeft het verbod afwending van de Aziatische cholera ten doel, dan gedragen zich de ge noemde ministers by aanwijzingen betreffende den in- of doorvoer uit landen, die toegetreden zyn tot de op 15 April 1893 te Dresden ge sloten en by de wet van 9 Juli 1894 (Stsbl. 94) goedgekeurde internationale overeenkomst tot wering dor cholera, naar de bepalingen van die overeenkomst. Dit besluit is genomen op de voordracht der ministers van binnenl. zaken en van financiën, uit overweging dat toepassing der wet van 26 April 18S4 (Stsbl. 80), aangevuld by de wet van 20 Juli 1S84 (Stsbl. 164), tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter afwending van eenige besmettelyke ziekten en ter wering harer uitbreiding en gevolgen, noodzakelyk is wegens het voorkomen van Aziatische cholera, gele koorts en pokken op enkele plaatsen in het buitenland. Het besluit blyft één jaar van kracht en treedt in werking op 17 Aug. a. s. De heer G. Boeschoten, onder-secretaris der Zuid-Afrikaansche Republiek, die eenigen tyd hier fc9 lande heeft vertoefd, heeft van uit Vlïssingen ons land weer verlaten, met bestemming Daar Pretoria. Door gemis van de aansluiting te Am sterdam is de trein, waarmede H. K. H. de groothertogin van Saksen, prinses Sophie der Nederlanden, gisteren uit Soestdyk naar de residentie is vertrokken, eerst te vyf uur aan het station Hollandsche Spoor te 's Graven hage aangekomen en omstreeks halfzes aan het stoomtramstation Anna-Paulowna-straat, welks perron en toegangen met een tapyt belegd waren. Met den groothertog on de hertogin van Mecklemburg, zyn dochter, waren vele auto riteiten aan genoemd station aanwezig, ten einde de hertogin by aankomst t9 begroeten. Voor rekening van het Ryk ontvangen de marechaussees, gestationneerd langs de Belgische grens, onderwys in de Fransche taal. Het plan bestaat om de marechaussees, die langs de oosteiyke grenzen gevestigd zyn, onderwys in de Duitsche taaL te geven. De Belgische minister Beernaert doot, van zyn eebtgenoote vergezeld, op ditoogen blik een rondreis door ons land. Zy hebben de kinderen van mevr. Mourlon, zuster van mevr. Beornaert, die in de spoorwogramp van Ottignies het leven verloor, by zich. De minister van marine heeft het vol gende bepaald: lo. Met 1 September a. s. worden op non-activiteit gesteld: De adel borsten der 1ste klasse A. M. Yan Roosendaal, J. A. Yink, G. J. W. Putman Cramer, J. E. Van Hoogenhuyze en de adjunct-administra teur G. M. Klasing, dienende aan boord van Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso," en de adelborsten der 1ste klasse C. M. Schaeffer, J. C. Brandt Corstius, F. A. De Korting en de adjunct administrateur H. D. Rubenkoning, dienende aan boord van Hr. Ms. fregat „Van Speyk"; 2o. met denzelfden datum worden geplaatst: de luit. ter zee der 2de kl. W. M. K. B. Yan Idsinga, de adelborsten 1ste kl. C. L Schepp, S. Gratama, J. C. Tollenaar, W. C. A. Yink, D. R. Schuitemaker, J. H StellwageD, F. J. Witteveen en de adjunct administrateur P. M. Schreuders, aan boord van Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso"; de adelborsten 1ste kl. A. Ten Broecke Hoekstra, H. W. Buys, J. A. E- De Jong, N. J. Van Laer, G. L. De Bruyn, J. C. Johan- knegt en de adjunct-administrateurs A. Van der Boon on W. A. Rotteveel, aan boord van Hr. Ms. fregat „Van Speyk." B(i beschikking van den minister van marine zyn, met ingang van 1 September a. s., benoemd tot adelborst der 3de klasse by het Koninkiyk Instituut voor de Marine te Willemsoord, de navolgende jongelngen, ge rangschikt naar de by het examen gebleken kundigheden: voor den zeedienst: J. Pleringa, F. M. Fransen van de Putte, G. W. R. Rut ten, C. Rübl, A. C. Nanning, J. H. Roog, M. H. Van Duim, H. G. Van Steyn, M. J. Ver loop, M. J. L. Rosman, J. R. Filz, E. Broms, J. De Graaff, J. W. A. Mulder, H. E. Te Win kel, J. Bo3ma, P. F. Postema, A. C. Van der Dussen; voor de manuiars: O. D. F. De Ridder, H. F. R. Snoek, R. G. M. A. Heg, R. G. A. Schreinor, P. Haitsma Muiier, P. J. J. Michielsen, F. A. Kimball, P. Van Werdt. Het stoomschip „Rembrandt14 vertrok 14 Aug. van La Pallice naar Amsterdam; de „Etna" arriveerde 14 Aug. van Amsterdam te Cuxhaven. Praatjes over Kunst. Vlokken. LXXVI. Door de welwillendheid van de firma Blan kenberg en Co. wordt my de eerste afleve ring toegezonden van den tweeden jaargang van het te Beriyn verscbynend tydscbrift Pan. Sedert een aantal jaren valt er ook in 't vry conservatieve Duitschland een frisschere strooming waar te nemen op 't gebied van literaire en plastische kunst, en veilig kan men aannemen, dat het byzonder sieriyk uitge doste, en goed verzorgde tydscbrift Pan daar van een der bestgeslaagde uitingen is. Op 't titelblad prykt een stoer geteekende Sater-kop door Franz Stuck. Van den knappen Max Liebermann treffen wy o a., naast een litho (portret van Fontane), ook eene repro ductie aan, naar zyn „zittende oude man", door Albert Krüger geëtst. Van den nu tachtig-jarigen Adolf Menzel munten vooral een drietal potloodteekeningen uit, met byscbrift van H. Von Tschudi. Byzon der geslaagd zyn ook twoe kleurdrukken naar pastels door Ludwig Von Hofmann; vooral „Paradys" is een meesterstuk van reproductie. De houtsnykunst is schitterend vertegenwoordigd door een specimen van Hönemann (naar Dora Hitz' „Moeder en kind"). Verder een ets van Leistikow; een steen- drukteekening („Vigilante in den regen") van Fr.ins Skarbina; een ontwerp voor een „ex- Jibris" (in kleurdruk) van Josef Sattler; een lichtdruk naar Tuaillons standbeeld „Ama zone"; een expressieve studiekop van Cornelia Paczka (met by'schrift van Max Lehr6); een ets van Anders Zorn (een portret van Paul Verlaine, kort voor diens dood gemaakt) en een zinkdruk („Moeder en kind") door Charles Maurin. Buitendien veel fraaie „Culs de lampe", titelvignetten, sluitstukken en initi alen van verschillende artisten. Het letterkundig gedeelte is niet minder belangryk. Naast gedichten van FontaDe, Arno Holz, Cbr. Morgenstern, Richard Dehmel en Caesar Flaiscblen treffen wy eenige Lyrische bydragen van Johannes Schlaf aan. Heinrich Hart leverde een zeer fantastische bydrage „Ein Rmgkampf". Paul Schlenther een inte ressant, lyvig artikel over „Die freie Bühne", Julius Hart schreel over „de ontwikkeling van de nieuwere Lyriek in Duitschland", ter- wyi Wilhelm Bode van het 200-jarig bestaan van de Berlynsche Academie gewaagt. Ein- delyk heeft Richard Grahl het over het jonge schildergezelschap „Die XI"; Albrecht Haupt over „Vergeten kunst", en Lichtwark over „Beriyn". Maar 6tellig is wel het allercuriouste, dat in dit germaansche heft, naast een facsimilé naar Verlaino's handschrift, en eenige door Caesar Flaischlen vertaalde verzen van den dichter, eene bydrage van Magnus von Wedder- kop voorkomt, die speciaal de aandacht ver dient: „Paul Verlaine und die Lyrik der Décadence in Frankicich Behalve dat in dit 6tuk, dat van groote waardeering getuigt, eenige mooie citaten worden aangetroffen, is 't vooral interessant ook hier, door een Duitsch dichter, de namen vermeld te zien van Tristan Corbière, Stéphane Mallarmé, Arthur Rimbaud, Moréas, Maeter linck en Rollinat. -- Van Verlaine citeert de schryver o. a. het bekende melodieuze gedichtje: „O mon Dieu, vous m'avez blessé d'amouren ook dit klankvolle, uit do „bonne chanson": „La lune blanche Luit dans les bois, De chaque branche Part une voix Sous la ramée, O bien-aimée. L'étang reflète Profond miroir, La silhouette Du saule noir Oü le vent pleure Révons, c'est l'heure, Un vaste et tendre Apaisement Semble descendre Du firmament Que l'astre irise C'est l'heure exquise." Magnus Von Wedderkop zegt nog o. a. „Evenals zekere richtingen in de schilder kunst, die „l'art pour l'art" tot hun „Adagium" gemaakt hebben, zoo is deze Lyriek te eso terisch, en kan zy alleen door gelykgozinde poëten of gelykgestemde naturen worden ge waardeerd. Wat dit aangaat is zy voluit aristocratisch, niettegenstaande het Mont- martre-Argot, waarvan zy zich dikwerf bedient, en hoezeer zy zich ook dikwyls als „enfant de bohème" wettigt; want, dat zy de groote menigte veracht, verheelt zy geenszins. De groote menigte is echter ook niet ge woon deze kunst toe te juichen. De vertegen woordigers dezer richting zyn allen meer of min teruggetrokken en wereldschuw. Met voor dacht en bewustheid vermtfden zy alle effect bejag, dat in staat zoude zyn het groote publiek in enthousiasme te brengen; van niets hebben zy grooter afkeer dan met groote en pathetische woorden te schermtn, zooals Victor Hugo het somtyds niet versmaadde, of het publiek met aardigheden op te vroo- ïyken zooals De Musset wel deed. Buitendien heerscht een grenzenlooze individualiteit onder deze modernen. Zy toch zyn het eerste en laatste voorwerp van hunne kunst; zich-zelf in hunne geheele persoonlykheid te openbaren is hun eerste en laatste streven. Hy, die ge- ïykeiyk aangelegd, geiykelyk gestemd is als zy, begrypt hen; wie niet, niet; des te erger voor hen. Hoe grooter en subtieler hunne kunst echter is, hoe kleiner natuurlyk ook het publiek wordt, dat hen waardeert 1" en verder besluit de schryver: „Hoe kon er ook veel plaats zyn voor een Verlaine, een zoo eminent „ungallische" natuur?! Wanneer zal Verlaine worden begrepen, indien dat nü niet geschiedt? Zyn werk is een spiegelbeeld van een zeer individueele, byzonder moderne ziel, en, dat een anders aangelegde latere generatie hem wellicht nog minder zal kunnen verstaan, valt te verwachten." Beschouwt men zyn werk „sub specie aeternitatis", dan zal er zeker veel van biyven, zoolang er een Fransche taal bestaat, maar véél ook, dat juist nü de krachtigste indrukken geeft, zal ongetwyfeld reeds binnen een niet al te verwyderd tydstip zyn ver geten." C. V. „De schoonste en belangrijkste uitdrukking van de aandoeningen, die zijn bekeering in hem te voorschijn riepon, heeft Verlaine in zijn gedicht gegeven, dat hy met ,eene vertelling" betitelde, (eene soort .hymne van hulde aan de Madonna), en dut misschien wel het meest-geniale is wat hij geschreven heeft. Zonder van overdrijving te worden beschuldigd kan worden gezegd, dat, na Potrnrca's „Vergine bella di sol vestita," nimmer iets werd gemaakt dat daarmede, als dit, kan worden vergeleken." M. v. W. Gouden Priesterfeest ?au Mgr. Bottemanne. Gisteravond verschenen eenige R.-K. bladen in feestgewaad ter eere van het 50-j irig pries terschap van den Bisschop van Haarlem, dat heden met veel luister werd gevierd, „Hot Centrum" byv. heeft voor deze gelegenheid een toepasselyke titelpagina doen teekenen door den jeugdigen Amsterdammer Alexander Bleys, zoon van den bekenden bouwmeester, die zyn naam aan tal van kerken verbond en ook het in aanbouw zynde R.-K. Gasthuis te Amsterdam ontwierp. „De Tyd" geeft de volgende byzonderbeden uit het leven van den jubilaris „Mgr. Bottemanne, sinds 13 jaar bisschop van Haarlem, werd priester gewyd in een tyd, toen Nederland voor zyn Katholieke -bevol king geen naar de algemeene kerkwet ge regelde inrichting mocht bezitten. Wel waren er in ons vaderland katholieke bisschoppen - door één van hen, mgr. Cornelius Ludovicus baron Van Wykerslooth, werd aan den 23 jarigen Alkmaarschen diaken de priester- wyding toegediend maar zy droegen den titel van zetels, die, ver buiten Nederland, slechts aan den oorspronkelyken bodem van het Christengeloof mochten herinneren. De vice-superior der toenmalige Hollandsche zen ding benoemde den jeugdigen priester tot kapelaan te Zoeterwoudo, waar hy, onder de leiding van den aartspriester, pastoor E. S. Van der Haagen, naast den plicht der herder- lyke bediening, de studio der kerkgeschiedenis leerde liefhebben en beoefenen. In 1852 belast met de pastorale zorgen voor de gemeente Den Burg, op het eiland Tessel, zag de heer Bottemanne zich reeds in het volgend jaar, door den inmiddels tot eersten bisschop van Haarlem benoemden mgr. F. J. Van Vree, aangewezen als boogie raar in de moraal theologie aan hst bisscboppeiyk seminarie te Warmond, in welke ei rvoile en verdienstelyke hoedanigheid hy werkzaam bleef tot den dood van zyn betreurden oud pastoor te Zoeterwoude. Tot deken en pastoor op laatstgenoemde plaats benoemd, kon hy wederom een aanzienlyk deel van zyn tyd aan zyn geliefkoosde studiën wyden, waarvan de vrucht deels niet zelden, gelyk trouwens reeds in vroeger en ook in later tyd, een plaats vond in het tydschrift „De Katholiek", deels wy wyzen als voorbeeld op de bekende studie over de Honoriusquaestie in afzon derlijke uitgave met bijval en waardeering werd begroet. In 1876 door de kerkeiyke overheid geroepen om deken Van Luenen, pastoor der St. Catharina-parochie te Amster dam, in laatstgenoemde hoedanigheid op te volgen, bracht hy daar slechts een negental maanden door, toen do heer Snickers, president van het seminarie te Warmond, mgr. Wilmer op den bisschoppelyken zetel van Haarlem verving. In diens plaats nu met het bestuur van het seminarie en tevens met den leer stoel van het kerkelyk recht belast, als kanunnik-theologaal van het bisdom weldra in den bisschoppelyken raad geroepen, ootving de heer Bottemanne op 10 Augustus 1883 de tyding zyner verheffing tot den bisschop pelyken zetel van Haarlem. Zyn voorganger op dien zetel, tevens zyn voorganger als president van het seminarie, mgr. Petrus Matthias Snickers, aartsbisschop van Utrecht, verrichtte in de kapel van het seminarie te Warmond op 80 September de plechtigheid zyner bisschoppelyke zalving, by welke assis teerden de bisschoppen van 's-Hertogenbosch en van Breda, mgr. Godschalk en mgr. Van Beek." Dankbaar herdenkt „De Tyd" het vele, door mgr. Bottemanne als bisschop voor do Noderlandsche katholieken verricht. Het blad schryft o. a. „Wy herinneren slechts aan de gestadige en warme belangstelling, waarmode onze bisschop hot katholiek onderwys der jeugd ter harte neemt, niet enkel door de zorgen voor de vermeerdering en verbetering dor scholen, maar ook en vooral door te waken en te werken voor de geestelyke en stoffuiyke belangen der katholieke onderwyzers. En waar wy eenmaal van deze mannen gewa gen de werklieden der christelyke opvoe ding daar spreekt het als vanzelf, dat wy ook den „Ned. R.-K. Volksbond" gedenken, die door mgr. Bottemanne is wat by werd: een hecht en betrouwbaar bolwerk tegen den geest van goddeloos verzet onder hen, die minder met aardsche goederen bedoeld wer den Het schynt wel, dat hst „Omnia in chari- tate", „alles in liefde", het schriftuurwoord, door den hoogwaardigen jubilaris tot wapen spreuk gekozen, den doorluchtigen kerkvoogd bij voorkeur heentrekt naar hetgeen klein eii gering is voor deze wereld, om ddar vooral de liefde van zyn hart te toonen." Ook de „Maasbode" geeft by haar jongste nummer een feestnummer, gewyd aan Mgr. Bottemanne. Daarin zyn o. a. opgenomen de portretten van Mgr. Nicolaas van Nieuwland, eersten bisschop van Haarlem (1561) en van Mgr Godfried van Mierloo, tweeden bisschop van Haarlem (1570). De portretten, die geteekend zyn naar antieke koperplaten door een jong artist, Jan Krulder, dienen tot illustratie van een artikel „Het bisdom Haarlem." „Do Residentiebode" bevat o. a. een omlyst gedicht, ter gelegenheid van het jubileum, van jbr. Van Nispen tot Sovenaer. Wat het kerkelyk karakter van het feest aangaat, kan worden medegedeeld, dat mgr. Bottemanne hedenochtend te 9 uren een plechtige pontificale Mis heeft opgedragen in de Kathedrale kerk in de Jansstraat te Haarlem, waaronder hy de wydingen van het priester schap en diaconaat toediende, waarby mgr. Bottemanne werd geassisteerd door de kanun niken van het kathedrale kapittel. Des namiddags te 2 uur kwamen de gees- telyken van de stad en die van den omtrek den jubilaris hunne gelukwenschen aanbieden, terwyi doorhem des namiddags van drie tot vyf uri n audiëntie werd gegeven in het bisschop pelijk paltis aan de Nieuwe Gracht. Gemengd Nieuws. De onderlinge wegwedstrijd over 25 K. M. (Leiden Alfen en terug) vanwege do L. W.-V. „De Albatros" zal morgenmiddag te één uur aanvangen. Acht deelnemers zul len naar de vier vroeger door ons vermelde pryzen medediogen. De heer E. Reinke alhier, een be kend zwemmer, heeft zich weder verdiensto- ïyk gemaakt door het redden van een knaapje, dat hedenmorgen aan de Mare te water raakte en dat reeds in hoogst gevaarvollen toestand verkeerde. „Zuid-Holland" tegen „Bedminster C. C." alhier. Zuid Holland won den to e en koos batten op een door regen doorweekt n grond. Door 't buiige weer werd nu en dan 't spel gestaakt, zoodat wy niet veel te zien kregen. De Hollanders maakten 40 runs, voor den val van 7 wickets, waarvan de heer Van Deinse 12 not out eD de heer Feith 8. Tegen drio [uren in den middag van gisteren was verder spel onmogeiyk, zoodat de cap tains besloten alstoen voor dien dag den wedstryd te eindigen. Hedenochtend werd het spel te kwart over tienen hervat. Gedurende deze week werden op „Rhynzigt" genomen 432 zwembaden door heeren en 114 door dames. Temperatuur van het water 19° Celsius. De Haagsche rechtbank veroor deelde gisteren een molenaarsknecht te Leiden, wegons diefstal van kleedingstukken in een logement aldaar, tot 1 jaar gevangenisstraf. De chef-machinist by de „Leidsche Duinwatermaatscbappy," de heer C. v. d. Voort, te Katwyk, die 6 October des vorigen jaars by het springen van een pyp der kleine machine ernstige brandwonden bekwam, is thans in zoo verre hersteld, dat hy deze week zyn functiën weder heeft kunnen her vatten. Nader vernemen we, dat de bad- plaats Noordwyk aan Zee thans bezocht wordt door ruim 250 badgasten, waaronder velt Duitsche familiën. In Haarlemmermeer en omstreken is de sterfte onder de varkens thans zeer erg, voor de kleine boeren een groote schade. Te "Woubrugge zyn de 14 per- ceelen bouw- en tuinland in den Plaspolder, voor den tyd van drie jaren publiek verhuurd, tegen een totale som van f 361.50 per jaar. In de E^p weteringervaart ge- raakten dezer dagen te water twee kinderen van timmerman P., in een wagentje gezeten. De lieve kleinen konden weer spoedig op het droge worden gebracht. Men schryft ons uit Alfen: Tor kaasmarkt alhier werden gedurende de maand Juli aangevoerd 153 party en kaas, te zamen 7942 stuks. Werd vroeger door de landbouwers ge klaagd, dat ter markt alhier te weinig koop lieden kwamen, thans evenwel is de klacht omgekeerd: de kooplieden klagen over te weinig aanvoer. En dit laatste is te be treuren. De markt, zoowel wat haar plaats als tyd van aanvang betreft is zeer in het belang èn van de landbouwers èn van de koopliedendaarom is het gewenscht, dat zy niet alleen in stand blyve, maar steeds vooruitga. Nu in den laatsten tyd de kaashandel weer iets beter gaat en de handel ook ter markt alhior vlugger, is het te hopen, dat voortaan de landbouwers weder geregelder en drukker onze markt bezoeken. Gisternamiddag, omstreeks zes uur, had te Roelof-Arendsveon een der jongens, die aan een bakker van Oude-"Wetering hun hulp verleenden by het tegen een brug op- ryden van z(Jn broodwagen, het ongeluk vóór dien wagen te struikelen, waardoor hy een der wielen over de borst, het andere over een der beenen kreeg. Ofschoon hy in het eerst niet kon staan, bleek toch gelukkig spoedig, dat hy zich niet ernstig bezeerd had, zoodat hy, met behulp van zyn makkers, weder naar huis kon marcheeren. Het achtjarig dochtertje van den heer Lafeber, dat iets aan de stoep moest uitstor ten, raakte het evenwicht kwyt en viel aldaar in de diepe sloot. Do moeder, die van uit de keuken een plomp in het watt r hoorde, snelde naar buiten en mocht er in 6lagen, echter eerst na zichzejvo te water te hebben be geven, haar kind uit het dreigend gevaar te redden. Naar men verneem t, hebben eenige heeren in Den Haag by B. en Ws. stappen gedaan tot het verkrygen der con cessie voor een tram omnibus dienst daar ter stede, welke den lsten Maart 1897 zou aan vangen. Deze dienst moet een verbinding bedoelen ▼an het noordoosteiyk gedeelte dier stad met het station vaa den Hollandscheu Spoorweg. De g«p. kapitein van het Ind. leger V., te 's-Gravenhage, heeft van H. M. de Koningin-Regentes kwytschelding gekregen van den straftyd, dien by nog had na zyn ▼eroordeeling indertyd wegens veruuisWing van effecten ten nadoele zyner schoonmoeder, Hy is reeds in vryheid gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2